Waar 't bij dit probleem om gaat
Sociaal en oecumenisch
Tsjecho-Slowakije zorgt voor
wapens in Oost-Europa
dae -&a^e
wereld
Warmteproblemem
de dierenwereld
Gedroomd feestgelag ter ere van vier
dichters iflHHi
Limburgse
r
verenigen eigenschappen
Twee moeilijk te
f5
Productie van staal en steenkool
onder de maat
Ren winterslaap is natuurlijke
economie
Prof. Dr. G. Brom
ridder Ned. Leeuw
3
VRIJDAG 13 MEI 1949
PAGINA 5
GEVALLEN, WAARIN HULP
DRINGEND NODIG IS
HISTORISCHE STEEN IN
HOOFDKANTOOR K. L. M-
HET KREMLIN IS
OPPORTUNISTISCH
SPREEKVERBOD VOOR
ABBé BOULIER
KLEUREN EN WOORDEN
Eerste Nederlandse kleurendag
in Den Haag
DE STAKING DER
STUCADOORS
Algemeen bekend is, dat de mens, de zoog
dieren en de vogels „warmbloedig" zijn, hetgeen
betekent, dat ze een lichaamstemperatuur be
zitten, die ze standvastig op peil houden, onaf
hankelijk van de temperatuur in de omgeving
en die slechts binnen enge grenzen kan schom
melen zonder het leven in gevaar te brengen.
Ook is algemeen bekend, dat deze temperatuur
voor de mens 37 graden Celsius bedraagt, maar
het zal voor vele leken een verrassing zijn te
horen, dat bij dieren de constante temperatuur
al naar hun soort tussen 24 en 44 graden
variëren kan. De thermometer in het bijgaande
figuurtje geeft hiervan een klein overzicht.
4'
4
-ZWALUW
EEND-
-3
-
l
-GAN5
DUIF—
■i
■0
KAT—
■9
-KONJN
HOND ra
AA P
i
K-rund
^PAARD
MENS-
6
-WALVIS
•5
-EGEL
BUIDEL--
4
-KA10NG
'RAT
-vogel
bekdier
-Lnn. &>-
JyüurOU.
Vier dichters, volkomen verschillend
van denk- en werkwijze maar allen
echte Limburgers, lieten nieuw werk
verschijnen.
Na lezing van de bundels droomde
onze medewerker, die van de ge
moedelijke Limburgers zoveel schone
gastvrijheid genoot, dat hij de vier
dichters aan zijn tafel nodigde en
hen toesprak.
Zo kreeg deze bespreking de vorm
van een tafelrede. De stem van
Pierre Kemp is hierin vervangen
door zijn handschrift.
ATTLEE WORDT EXTRA
BEWAAKT
Het tekort aan hulp in
de huishouding
Naar aanleiding van het artikel over.
het tekort aan hulp ui de huishouding
ontvingen wij een ingezonden stuk,
"Waarin de schrijver meent enkele kant-
tekeningen te moeten maken op hetgeen
onze medewerker J. Lr. k)- daarin be-
Pleitte. Uit hetgeen inzender schrijft,
•blijkt intussen, dat hij de kern van het
betoog onvoldoende begrepen heeft en
het grootste deel van wat door de' oppo
nent wordt geaccentueerd, gaat langs het
betoog van onze medewerker heen, om
dat' deze b.v. de door inzender ge
wraakte toestanden e.d. helemaal niet
beeft aangeraakt, laat staan verdedigd.
Om de schrijver van het artikel gelegen
heid te geven doel en strekking van zijn
pleidooi, waarin hij de jongemannen aan
spoorde. hun verloofden te animeren tot
vrijwillig dienst nemen" nader toe te
lichten, ruimen wij eerst hieronder een
plaatsje in om onverkort de brief van
de inzender af te drukken.
Deze schrijft dan naar aanleiding van
bet artikel van onze medewerker J. G.
v. D. over het probleem van de hulp in
de huishouding het volgende:
Vooraf zeg ik dit: Er zal heel veel
moeten veranderen alvorens ik mijn
dochters in betrekking oftewel dn de
huishouding zal doen. Het zou b.v. al
een heel stuk schelen, als mevrouw zich
niet zou schamen tenminste eens per
week haar eigen bedden op te maken.
Mijn verloofde (nu mijn vrouw) werkte
in een gezin van 7 kinderen, waarvan
3 grote dochters, maar 's Zondags liet
die Katholieke mevrouw mijn verloofde
komen om bedden op te maken, aardap
pelen te schillen enz. Ik heb zes zusjes
en alle zes in de huishoudingge
weest. En hét hatelijke in de keuken
laten eten van een meisje. Zo iets
maakte mijn zusje ook mee; zjj ln de
keuken, ook in de koude winter en de
hond in de kamer. Eten moest met
tussenpozen gebeuren, want de bel stond
niet stil; dan moest er weer iets morden
opgediend. Ik zal een streep zetten onder
de klachten. Ieder meisje m de huis
houding zal het kunnen beamen althans
een heel groot deel van die meisjes.
Ik kom uit een gezin van 10 kinderen
en m(jn moeder had geen geld voor een
hulp en toch was het niet vuil; neen,
het was kraakhelder, doch mijn moeder
stond voor haar taak. Waarom? Omdat
mijn moeder in haar jeugd haar moeder
hielp en zo de knepen van het vak
leerde. Uit het grote gezin komen dus
vanzelf goede huismoeders.
Het gaat dus hoofdzakelijk om het
grote gezin hulp te geven. En grote
gezinnen kunnen geen hulp bekostigen,
omdat de meeste grote gezinnen
arbeidersgezinnen zijn.
En als er al eens een groot gezin
voorkomt in de betere stand, zou ik geen
lust hebben daar te werken Mevrouw
uit de grote dochters tennissen en het
meisle voor het huishouden zorgen.
Neen het probleem, waar wij de laatste
tild zo' vol van zijn, is geen probleem
en zou althans een heel stuk zijn op
gelost, wanneer mevrouw eens begreép,
welk 'een prachtig werk het is, zelf het
huishouden te c^oen. Het is de meest
eervolle taak.
Verder ligt hier eem grote taak voor
de K.A.B. Er is grote behoefte aan een
organisatie voor vrouwelijk personeel.
Er moet gevochten worden voor betere
sociale voorwaarden en voor betere be
handeling van het dienstpersoneel. Ook
het voor dag en nacht in betrekking
zün moet van de -baan; dat is alleen
maar om mevrouw van de ochtend tot
ide late avond te ontlasten van enig
huishoudelijk werk.
p.» o is een meisje verkering heeft,
kan ik het niet anders dan toejuichen
Ltlf ileTefaTdus^i kTn^
ren! MUSwÊèn. dat zU het serieus
"ttfelot doe ik een beroep taren
en familie van zieke moede
gaan helpen, nu nog. Zo ging het ook
in mijn moeders t{jd. Dan doet me
naastenliefde' en helpt fnen een
van het .probleem" op te lossen.
P. v. M.
Onze medewerker J. G. v. D. tekent
bij de tegenwerpingen van opponent het
volgende aan:
Wij stellen ons voor, inzender in hoofd
zaak slechts te beantwoorden, waar hij
het probleem, -waarom het gaat, aan
raakt en zulks is niet veelvuldig het
geval. Vooraf een korte algemene op
merking: inzender ziet ons, hopen wij,
niet voor zo simpel aan, dat wij een
dagbladartikel schrijven ten dienste van
mevrouwen, die te beroerd" zijn om
eens duidelijk te spreken om des
Zondags zelf de bedden op te maken
noch uit sympathie voor grote dochters,
die liever tennissen dan huiselijke bezig
heden verrichten.
Na deze korte doch naar wij vertrou
wen, alleszins duidelijke verklaring, valt
al dadelijk het grcotste deel van de
brief van inzender weg. Wat hij vertelt
over I«n ervaringen met mevrouwen
blijve voor zijn rekening, wij - treden
daarin niet, al zou de opmerking
kunnen worden, dat toch wel alle me
vrouwen hier te veel over één kam, m
dit geval een roskam worden gescho
ren, in figuurlijke zin natuurlijk. Wij
willen het hier niet hebben over de
vraag, of de huismoeders van tegenwoor
dig niet te spoedig menen het te zwaar
te hebben in vergelijking met die uit
de „goede oude tijd", toen de moeders
het zelfs moesten stellen zonder elec-
trisch licht, strijkijzer, stofzuiger, was
machine enz, inderdaad, een interessante
opmerking, doch vallend buiten het ka
der van ons bet°og.
Als inzender beweert, dat uit het
gfote gezin de goede huismoeders komen,
dan eerst komt hij in ons straatje en
dan kunnen wij een eindje met hem op
lopen. Hij stelt het onderhavige pro
bleem zeer zuiver, als hij vaststelt, dat
het hoofdzakelijk gaat om hulp aan het
grote gezin. Precies en dat houden wij
vast; uitstapjes naar die andere me
vrouwen maken wij dus met Onzerzijds
toch werd uitsluitend de nadruk gelegd
op de taak van onze jongemannen om
in hun wel begrepen eigen belang de
sterkste aandrang uit te oefenen op hun
verloofden om zich voor haar roeping
als huisvrouw en moeder te bekwamen
in de beste leerschool des levens welke
daarvoor is n.l. het arbeiders- en mid
denstandsgezin met kleine kinderen.
Dat was de kern van ons betoog en
dit werd c'oor inzender slechts bespro
ken met de opmerking, dat die arbei
dersgezinnen geen geld nebben om de
hulp in de huishouding te bekostigen.
Toegegeven, maar dat is een zorg voor
tweede orde; als er voldoende krachten
zich aanbieden voor hulp in de huis
houding dan zal aan het financiële gat
Wel een mouw zijn te passen. Er zijn
instanties, welke reeds in die richting
werkzaam zijn en zo er ten deze een va
cuum is, zal dit gevuld dienen te wor
den. Want men houde vast, dat wij niet
alle mevrouwen aan èen dienstbode wil
len helpen, doch slechts een oplossing
zoeken, zo niet op de eerste plaats voor
de z.g. noodgevallen hiervoor zorgen
gelukkig op zeer lofwaardige wijze de
diverse verenigingen op net gebied van
maatschappelijke gezinszorg dan toch
speciaal voor gevallen, waarin hulp
dringend nodig is met name de grote
minder draagkrachtige gezinnen, waarin
de huisvrouw het ondanks alle goede
wil, niet alleen af kan. Doch terstond
hoger loon wordt betaald, maar het
werk in het gezin aldus de Bisschop
pen is van veel hoger belang en van
veel hoger waarde èn voor de toekomst
van het meisje zelf èn voor de gehele
Christelijke 'maatschappij, die haar
grootste en krachtigste steun vindt in
degelijke en godsdienstige gezinnen.
Bovendien moet inzender goed vast
houden, dat wij slechts bepleit hebben,
dat de meisjes zich voor hun huwelijk
zij opgemerkt, dat ook in middenstands- desnoods slechts enige tijd huishoudelijk
gezinnen en zelfs „rijke' gezinnen met,u„?_ppn «mnt oP7,r, "L
veel kinderen hulp alleszins verantwoord
is. Deze kunnen veelal wel betalen, maar
een groot deel van onze meisjes past
er voor, wanneer men gaat dienen, zich
in een kinderrijk gezin te verhuren. In
zender schrijft nu wel min of meer sma
lend over grote gezinnen uit de betere
stand met grote dochters, die gaan ten
nissen, hij bedenke, dat ook in die ge
zinnen de meisjes ais baby's geboren
worden, die niet terstond in staat zijn
noch om te tennissen noch om kopjes
te wassen enz.
Na deze korte gezamenlijke wandeling
scheiden zich onze wegen, wanneer in
zender de mevrouwen opnieuw de les
leest en de K.A.B. op haar taak ten
deze wijst. Ongetwijfeld belangrijke
vraagstukken, waarop wij misschien nog
terugkomen, doch met ons betoog, het
welk onze opponent aanvalt, houdt het
geen verband. De bewering over de
meisjes voor dag en nacht laten wij
ditmaal ook zonder meer voor rekening
van inzender alleen ook hier: er wordt
te veel gegeneraliseerd.
Dan kan inzender het slechts toe
juichen, dat een meisje werk zoekt, het
welk ruim betaald wordt, omdat zo'n
meisje het dan serieus opneemt. Ons
antwoord hierop kan kort zijn. Wij kun
nen het voorstellen, dat er omstandig
heden zijn, waaronder het volkomen
verantwoord is, dat een meisje derge
lijk werk zoekt. Maar verder zouden wij
willen wijzen op het bisschoppelijk ver
maan in de Vastenbrief, waarin het
Episcopaat schrijft, dat de verwaarlozing
van dit vrouwelijke beroep (gezinshulp)
zich nog eens zal wreken in de toekom
stige gezinnen van de meisjes, die in
andere beroepen de eenvoud en de lief
de en de kundigheid voor het huishou
den nebben verleerd. Het is mogelijk,
dat het werkéh op de fabrieken met
bekwamen in een groot gezin Wanneer
dit voor het ogenblik financieel nadeel
zal brengen, dan diene men te bedenken,
dat deze oefentijd later niet alleen gees
telijk doch ook financieel gewin zal be
tekenen en o.i. bewijst een meisje, het
welk aldus handelt, dat het 't serieus
meent met de voorbereiding op haar
huwelijk.
Tenslotte onderschrijven wij van harte,
hoewel hier ook niet aan de ordezijnde,
het pleidooi van inzender voor buren-
en familie-hulp bij ziekte van de huis
vrouw. Wij voor ons voelen echter r g
meer voor een goed georganiseerde hulp
in de huishouding daar, waar deze no
dig is, opdat zoveel mogelijk ziekte van
de huisvrouw worde voorkomen
Ter gelegenheid van de officiële in
gebruikneming van het hoofdkantoor
van de K.L.M. bij de Witte Brag te Den
Haag op 24 Mei zal Z. K, H. Prins
Bemhard een historische steen onthullen.
Deze steen is in de 17e eeuw overge
bracht naar Nieuw-Amsterdam en werd
door Franklin D. Roosevelt in het eerste
jaar van zijn presidentschap in 1933 aan
het stedelijk museum van New-York
geschonken. Dit museum heeft in 1946.
ter gelegenheid van de opening van de
K.L.M.-luchtlijn AmsterdamNew-York
de steen aangeboden aan H. K. H. Prinses
Juliana met het verzoek hieraan een be
stemming te willen geven. H .M. heeft
hem destijds aan de K.L.M. ten geschen
ke gegeven met het doel hem in het
nieuwe hoofdkantoor der maatschappij
te laten aanbrengen.
De woordverbinding
„sociaal-economisch"
klinkt voor iedereen zo
gewoon en vanzelfspre
kend als de combinatie
C. en A. Maar al zijn er
nog zoveel eenvoudige
zielen geneigd de woor
den economisch en oecu
menisch dooreen te ge
bruiken, sociaal en oecumenisch doen in
combinatie aan als een vreemde, gefor
ceerde, paradoxale verbinding.
Zij die zich als taak stellen de bevor
dering van de groei der oecumenische
gedachte in Nederland en de stimulering
der belangstelling voor bekerings- en
herenigingswerk, met het oog op het
weer Katholiek maken van heel ons
volk, staan er telkens weer verbaasd
over, hoe gemakkelijk de doorsnee Ka
tholiek dit als een soort hobby voor en
kelingen beschouwt. Want er zijn toch
talloze goede en ijverige Katholieken m
Nederland, die warm kunnen worden
gemaakt en willen werken voor allerlei
Katholieke idealen, en die al zo lang
ijveren voor de heidenmissie, maar die
toch buiten de oecumenische gedachte
blijven, zich geèn zorg maken over de
verdeeldheid van de Christenen en feite
lijk geen deel nemen aan het werk voor
de niet-katholieken in Nederland.
Wat kan daarvan de reden zijn?
Waarschijnlijk moet dit tekort uit een
veelheid van oorzaken worden verklaard.
We hebben echter de kop „sociaal en
oecumenisch" boven dit artikel geplaatst,
omdat we hier willen wijzen op een spe
ciale mogelijkheid: dat nl. onze bloeien
de en wel georganiseerde activiteit op
sociaal-economisch en politiek gebied
een gevaar of bezwaar zou kunften zijn
voor een sterk levend oecumenisch be
wustzijn.
Wij kennen gelukkig een sterke, prin
cipieel Katholieke activiteit- op sociaal
en politiek gebied. Dat dit geen reden
behoeft te zijn om andere Katholieke
plichten te verwaarlozen, blijkt uit de
grote belangstelling, die daarnaast voor
de missie bestaat.
In dit sterke verenigingsleven stre-
De Skoda-fabrieken in Tsjechoslowa-
kije werken dag en nacht om aan de
satelliet-staten wapenen te leveren vol
gens het sovjet-model. Deze wapenen
worden eveneens geleverd aan de vijfde
colonnes in Frankrijk, Griekenland en
Italië.
Dergelijke fabrieken zijn b.v. de Mlada
Boleslava-fabriek, waar automatische ge
weren en mitrailleurs worden vervaar
digd; de Zbroevka-fabriek te Brno in
Moravië, die mitrailleuses, revolvers,
lichte pantserwagens en motoren voor
automobielen produceert; de fabriek te
Pilsen, die kanonnen voor de veldartil-
'e.ri,e' handgranaten en mijnen vervaar
ds1 (de laatste pas sedert enige maan
den), de vliegtuigenfabriek Avio te
traag, waar een- en tweepersoons jagers
gebouwd en de fabriek Walter
dichtbij Praag, die vliegtuigmotoren
maakt en reserve-onderdelen.
De oorlogsindustrie ondervindt echter
de grootste moeilijkheden door het ge
brek aan steenkool en staal, daar de
steenkolenmijnen slechts weinig produ
ceren Het merendeel der mijnen was het
eigendom van Joodse kapitalisten. De
arbeiders waren Sudeten-Duitsers Tij
dens de Duitse bezetting hebben de nazi's
de Joden uitgeroeid, terwijl na de bezet
ting de Sudeten-Duitsers door de rege
ring van Praag werden uitgewezen
Op het ogenblik zijn de mijnen staats
eigendom. De Tsjecboslowaakse regering
heeft de Tsjechen, die u1* Wolhyn
werden verdreven,omdat dit gebied a s
deel van de West-Oekraïne bij de sov
jet-republiek werd ingelijfd, naar de
mijnstreken overgebracht. De nieuw aan-
gekomenen zijn boeren, die er totaal
niets voor voelen om in de mijnen te
werlcenHetzelfde geldt voor de grote
staalfabriek van Kladno, met een pro-
anderhalf millioen ton staal
en ri>+ ,1947 haalde de fabriek hechts
e? n? „aa-r ,productie, in 1948'slecht*
37 pet. De sovjet-regering weet dat deze
lage productiecijfers het gevolg ziin van
het gebrek »an jirbeidsklachten in de
mijnen en in de metaalindustrie Moskou
eist thans van de regering te Praag da+
zij de Duitse mijnwerkers en metaal
arbeiders laat» terugkeren naar hun oude
woonstreken en dat zij aan hen him
huizen en bezittingen teruggeeft. Maar
Gottwald, die de Duitsers haat, houdt
De Zephyr Expres stopt weer in het
kleine veestadje Electra in de Ainer
kaanse staat Texas. Zijn 7300 inw°Pf
maakten onder leiding van un epwooy-
burgemeester Leo Moore zoveel deining
gedurende de veertien dagen, dat de trein
zonder stoppen Electra passeerde, dat ae
spoorwegmagnaten op hun besluit terug
kwamen.
Eerst stond iedere burger bij het station
en floot de trein uit, terwijl hij voorbij
flitste. De volgende dag flitste de Zephyr
niet meer voorbij,- omdat burgemeester
Moore een verordening had uitgevaar
digd, volgens welke alle treinen slechts
met een maximum-snelheid van 15 mijl
per uur de stad mochten passeren.
De dag daarop was er weer een andere
verordening: alie treinen moesten binnen
het grondgebied van Electra door de G.G.
en G.D. op besmettelijke ziekten worden
geïnspecteerd.
En tenslotte verscheen een verordening,
waarbij auto's en voetgangers recht van
overgang kregen over de spoorlijn, waar
door de Zephyr werd opgehouden door
de eerste de beste kinderwagen
Thans stopt de Zephyr weer trouw in
Electra, maar alleen in het station.
ZONDER COMMENTAAR
Een nieuw soort specialist de geriatrist..
verdient op het ogenblik dik geld in Ame
rika. Men verwacht van hem, dat hij zijn
patiënten verzoent met de gedachte aan
de naderende ouderdom.
voet bij stuk en wordt hierin gesteund
door de eerste-minister Zapotocky.
Volgzamer is de secretaris van de com
munistische partij, Rudolf Slansky, die
wel zal toestemmen in de terugkeer der
Duitsers. Zou hij in plaats van Gottwald
aan bod komen, dan zou Moskou op drie
belangrijke resultaten kunnen bogen, nl.
verhoging van de staal- en steenkolen-
productie in Tsjechoslowakije. Deze op
haar beurt zal ook een goede invloed
uitoefenen op de oorlogsproductie van
Tsjechoslowakije. De verdreven Duitsers,
die thans in het met vluchtelingen over
laden West-Duitsland armoede en gebrek
lijden, zouden, doordat zij naar hun eigen
huizen mogen terugkeren, Rusland zien
als een weldoener en beschermer van het
Duitse volk
ven wij drie doeleinden tegelijk na: lo)
behartigen wij de belangen van de Ka
tholieke leden, 2o) scheppen wij een
eigen levenskring voor de Katholiek
waarin hij beveiligd wordt voor vreem
de dwalingen, 3o) de hoofdzaak: wij wer
ken aan de opbouw van een waarlijk
rechtvaardige samenleving voor allen,
omdat deze voor een ieder de natuur
lijke basis is voor de vestiging van het
Godsrijk.
Dit alles is voortreffelijk, maar dit
sterk georganiseerde leven drukt zijn
stempel op de mens en brengt het gevaar
van een zekere eenzijdigheid met zich,
en dit wreekt zich. Want Katholiek zijn
is veelzijdig zijn. Katholiek zijn is een
paradox van rijkdommen. Het stelt ons
telkens voor de taak ons leven te ma
ken tot een synthese van haast onver
enigbaar lijkende plichten.
Oecumenisati denken, leven en wer
ken, een duidelijke Katholieke plicht, is
zo anders van aard dan de georganiseer
de sociale werkzaamheid, dat deze bei
de maar heel moeilijk tegelijk kunnen
bloeien. Een Katholiek verwondert zich
daarover niet; hij weet dat het moeilijk
is volledig Katholiek te zijn en dat men
selijke zwakheid en beperktheid tot een
zekere eenzijdigheid in onze activiteit
kunnen leiden.
In ons geval zou dan die eenzijdig
heid, dit niet open staan van mensen met
sociale idealen voor het oecumenische
ideaal ten eerste kunnen voortkomen ui)
de bewuste of onbewuste overweging
van deze mensen: wij doen reeds zoveel
voor onze medeburgers wat kunnen we
eigenlijk nog meer doen?
Men vergeet van deze zijde echter dat
die activiteit zich richt op toestanden en
wetten, op algemene regelingen en ver
beteringen, die allen tegelijk omvatten;
de oecumenische activiteit daarentegen
is voor alles een werk van mens tot
mens: zij richt zich op individuele men
sen om voor hen persoonlijk iets te doen.
Ten tweede is de sociale en politieke
activiteit voor alles georganiseerd en
werkt zij heel sterk door de macht van
het getal bij demonstraties, stemmin
gen, enz.; de taak van de individuele Ka
tholieke leden is, dat zij de leiding trouw
steunen en volgen. Niet voor niets word)
er op dit terrein telkens opnieuw, mis
schien wel wat erg veel, een beroep ge
daan op gehoorzaamheid en volgzaam
heid: ook al moeten de leden begrijpen
waarom het gaat, tocil is dit georgani
seerde werk het aangewezen voorwerp
voor lijdzaamheid. Het oeeumeniscn
werk daarentegen eist, naast steun aan
het georganiseerde werk; individueel op
treden, eigen initiatief, persoonlijk ge
sprek. De scholing derhalve, die een
mens tot een goed verenigingslid en or
ganisatiemens maakt, is niet geschikt als
opleiding tot individueel optreden.
Ten derde brengt de georganiseerde
activiteit mee, dat wij buitenstaanders
beschouwen of als tegenstanders of als
bondgenoten; hoogstens komen wij tot
samenwerking met anderen, die tijdelijk
iviast ons optrekken naar hetzelfde con
cilie doel. De oecumenische activiteit
stelt echter geen groep tegenover groep:
haar doel is mensen te winnen. Zij maakt
wel onderscheid tussen hen, die dichter
bij en hen, die erg veraf staan, maar zij
zoekt eenheid van allen en ziet in de bui
tenstaanders toekomstige broeders.
In deze trant (waarbij we de tegen
stellingen wel wat erg scherp hebben
gesteld) zouden we nog verder door
kunnen gaan maar met deze drie voor
beelden hopen we onze
bedoeling voldoende
duidelijk te hebben ge
maakt: dat onze bloei
ende sociale en politieke
werkzaamheid en voor
al onze sterk principiële
organisaties wel eens
een belemmering zou
den kunnen zijn voor
't oecumenisch werk. Ze kunnen n.l. een
mensentype vormen, dat voor oecume
nisch werk minder geschikt is.
Men zou deze beschouwingen verkeerd
opvatten als men er een aanval ln zag
op het Katholieke sociale werk of op de
Katholieke organisaties ten gunste van
de oecumenische activiteit. Voor een
Katholiek gaat het hier immers niet om
een óf.... óf, maar om én.... én. Het
bedoelde gevaar bestaat alleen, als wij
in onze sociale en politieke organisaties
zonder meer een partij naast de andere
partijen geworden zouden zijn; als wij
ze niet meer voldoende Katholiek opvat
ten en beschouwen in het licht vaD het
paradoxale Katholieke Geloof, dat ons
steeds weer voor schijnbare tegenstellin
gen plaatst en steeds weer tot schijnbaar
onverenigbare plichten roept, zoals het
b.v. nederige helden kweekt.
Maar het is goed de waarheid te zien:
omdat onze menselijke mogelijkheden
maar beperkt zijn, kunnen wij eenzijdig
worden in het behartigen van onze vele
Katholieke plichten en taken. Zulke gees
telijke eenzijdigheid is heel wat gemak
kelijker dan zo breed te zijn als het een
Katholiek past.
Het is goed dit gevaar te zien, nu wij
aan het begin staan van een actie, die
het oecumenisch besef onder de Katho
lieken wil verlevendigen en die binnen
kort in Amsterdam hoopt te starten. Dat
gevaar is een van de redenen, waarom
wij zo nadrukkelijk propaganda moeten
maken voor die toch zo voor de hand
liggende Katholieke plicht: werken voor
de hereniging van alle Christenen en
voor de bekering van ons volk.
C. F. P.
Kardinaal Suhard, aartsbisschop van
Parijs, heeft aan abbé Boulier, een der
organisatoren van het kort geleden onder
communistische auspiciën te Parijs ge
houden congres voor de wereldvrede, een
spreekverbod opgelegd in het onder zijn
jurisdictie staande aartsbisdom.
Het zal niet iedereen bekend zijn dat
er een Nederlandse vereniging voor kleu-
renstudie bestaat. Tot dusver heeft deze
vereniging ook nog niet veel van zich
doen horen. Maar gisteren stond zij in
het centrum der belangstelling te Den
Haag waar de eerste Nederlandse kleu
rendag werd gehouden.
Men had zich voor een kleurendag een
kleuriger zaal kunnen denken dan de
aula van het Haags gemeentemuseum;
een kleuriger program ook dan het vijf
tal lezingen die, hoe interessant ze ook
het kleurenvraagstuk van verschillende
zijden belichtten, op de duur te veel
woorden lieten horen en te weinig kleu
ren zien.
Uitzonderingen maakten de graficus
W. Brusse en de fotograaf M. Woldring
die als vierde en vijfde spreker hun be
toog met kleurige voorbeelden verduide
lijkten. De inleiding van de graficus legde
evenals de lezingen van de heren Sctoro-
fer (over de kleur in de schilderkunst)
en ir. de Wijs (over de kleur in de bouw
kunst) de nadruk op de belangrijke taak
van de kleur in de kunst.
Men kan in de schilderkunst uitgaan
van de realiteit en de kleur weergeven
zoals zij in werkelijkheid is, men kan het
accent ook verleggen van de realiteit
naar de ontroering (impressionisme) of
naar de beelding (moderne kunst). Zo
ontstaat een realistische, een lyrische of
een architectonische schilderkunst die
elk hun eigen kleur bezitten. Dat was in
het kort samengevat hoe de heer Schrofer
tijdens de ochtendzitting de functie van
de kleur behandelde.
Ir. de Wijs sprak over de wijzigingen
die de toepassing van de kleur door de
eeuwen heen beleefde. Speelde in de
klassieke, Byzantijnse en middeleeuwse
architectuur de symbolische waarde van
de kleur een grote rol, de renaissance
schakelde deze allengs uit en de heden
daagse mens is niet meer in staat symbo
lisch te denken. Een verlies waartegen
over de winst staat van het bewust toe
passen van de wetten der kleurkunde.
Na de schilder en de bouwer kwam de
graficus de kleur opeisen als het zeer
speciale element voor de grafische kunst
waar de mogelijkheden van de kleur on
eindig uitgebreid zijn. Dat de mogelijk
heden door de moderne drukkunst nog
niet zijn uitgeput bewees de „verlang
lijst" voor de typografische kunst waar
mee de heer Brusse zijn voordracht be
sloot.
Is de kleur in de kunst uiteraard een
van het begin af bewust toegepast ele
ment, nieuw is de bewuste toepassing
van de kleur bijvoorbeeld in ziekenhuizen
ter bevordering van de therapie of in de
industrie ter stimulering van de arbeids
prestatie. Deze toepassing is het recht
streeks resultaat van de onderzoekingen
die de psychologie op het terrein van de
kleurenvovrkeur heeft gedaan.
In dit verband was de rede van drs. J.
B. Kouwen waarmee het congres ge
opend werd bijzonder interessant. De
heer Kouwen sprak over de eerste onder
zoekingen op dit terrein door Cohn (1894)
experimenten die later op steeds groter
schaal werden herhaald, totdat men te
genwoordig in de psychologie zeer veel
aandacht besteedt aan de persoonlijke
kleurvoorkeur en men is in Amerika
reeds zover dat men door middel van het
onderzoek naar kleurvoorkeur het ka
rakter test. Deze toepassingen lopen ech
ter aldus de heer Kouwen, wel zeer voor
uit op de wetenschappelijke controle en
zijn nog niet bijzonder betrouwbaar.
Nadat de heer Woldring gesproken had
over de toepassing der kleur in fotogra
fie en film, een procédé dat nog steeds
niet de noodzakelijke technische vol
maaktheid heeft bereikt, werd het eerste
congres der vereniging voor kleurstudie
door de voorzitter gesloten.
Naar A N.P. mededeelt, zijn nu over
het gehele land 1257 stucadoorsgezellen
in staking. In Den Haag circa 450 on
geveer het gehele personeel van alle
patroons te Amsterdam staken bij 22
werkgevers Circa 207 man, waarbij dan
nog een aantal, dat buiten de stad werk
zaam was. Volgens de beide bonden van
stucadoorspatroons, die Woensdag een
vergadering hielden, mag worden aan
genomen, dat nog wel een gelijk aantal
in de hoofdstad aan het werk is.
Kléinere groepen staken te Rotterdam,
Deventer, Arnhem, Ens tiede, Groningen,
Nijmegen en in de drie Zuidelijke pro
vincies.
Het conflict is ontstaan, omdat de
werkgevers, op advies van hun bonden,
met ingang van 2 Mei besloten hebben
niet langer meer zwarte lonen te betalen,
doch zich te houden aan de voorschrif
ten van het college van rijk.\ emidde-
laars.
Deze standvastige bloedtemperatuur is van groot
belang voor het organisme. Ze komt tot stand door de
wisselwerking van een krachtige stofwisseling met een
flinke arbeidsprestatie Vandaar dat bijvoorbeeld de
zwaluwen zo warmbloedig zijn. Want
vooreerst is vliegen op eigen kracht een
zwaar werkje, maar bovendien moeten
ze als insecteneters ijverig jagen om aan
hun dagelijks nodig rantsoen te komen.
7
Begiftigd enerzijds met veren, haren
en onderhuidsvet en anderzijds met
zweetklieren, bloedaandrang en goede
longventilatie, wordt de temperatuur van
het centrale zenuwstelsel uit geregeld.
Dat hierbij aardige effecten bereikt wor
den mag blijken uit het feit, dat er aan
de Zuid Pool vogels leven met een
bloedwarmte van 40 graden bij een
buitentemperatuur van 40 graden. Ze
houden hun bloed dus 80 graden warmer
dan de omgevingDergelijke verschijn
selen vindt men ook in het barre vaste
landsklimaat van Centraal-Azië.
Niet alle warmbloedige dieren kunnen
Pierre, ik begin met u, want gij zijt de oudste van
ons gezelschap. Of ge de wijste zijt? Ik acht u hoog
genoeg om het te betwijfelen. Bovendien kan ik me
beroepen op uw vijf bundels korte verzen en op het
feit, dat ge een rasechte Maastrichtenaar zijt, het
geen nog altijd een zekere waarborg is, dat ge de
ernst van het leven met voldoende argeloosheid,
humor en spot onder ogen kunt zien. In uw verzen
zijt ge niet direct een propagandist van het Lim
burgse landschap, wel van het Limburgse gemoed.
Ge kunt uitgelaten en baldadig zijn, met beelden
goochelen, die soms heerlijke nonsens lijken, maar
altijd raak zijn. Ge zijt gul met kleuren, ge zijt
vooral gul met het licht, want uw sleutelwoord is:
de zon. Ge kunt vrolijk zingen, zoals een kind zijn
aftelrijmpje; maar ge kunt ook duister tegen uzelf
lopen brabbelen als een dronkeman. Maar juist zij,
die nog niet, en zjj die niet langer weten wat „gek"
klinkt, kunnen onverbloemd de waarheid zeggen. En
deze deugd bezit gij, Pierre. Ben grote deugd, die
zelfs op een eigen spreekwoord kan bogen!
Voor iedere stemming hebt gij een eigen beeld, zo
maar uit het volle leven gegrepen. En eigenwijs stapt
f6*2)! ,d,00r die beelden heen, als om te laten zien,
dat beeld en kleur uiteindelijk toch slechts dienen
om het. eigen innerlijk uit te beelden. Ge stapt er niet
doorheen als een rustige zestiger, gekleed in het
stemmige zwartvjuj nu, neen, veeleer als een jongen
van vijftien, baldadig zoekend naar mensen, die ge
in het ootje kunt nemen, ergeren desnoods; mensen,
die u nen orginelen zullen vinden. Maar ge z ij t
origineel, Pierre, steeds opnieuw en nimmer ver
moeiend, al is dan met ieder gedicht helemaal ge
slaagd.
Wilt ge zo goed zijn, ons zelf iets voor te lezen?
Met genoegen.
Bravo! Eeh meesterlijke Pierre Kemp, met zijn
volkomen eigen manier van zeggen enkleine
wijsheid. Want ons, Pierre, die uw werk kennen en
ervan houden, bedriegt ge niet. De wijsheid, de be
zadigde, die men zo graag koppelt aan de ouderdom,
die is u vreemd. Maar gij bezit een andere, zeld
zamer: dat ge het leven op uw eigen manier begrepen
hebt, het leven en het levende. Gij hebt de mens en
zijn dromen dóór en daarom kunt ge met een bloem
in het knoopsgat, een verfkwast in de hand, een af
telrijmpje op de lippen en de zon in de rug door het
leven stappen en met een knipoogje uw kijk óp het
leven verkondigen.
Uw broer Matthias
is heel anders. Hoe
wel jonger, lijkt hij be
zadigder. Zgn verzen
zijn van vorm conven
tioneler dan de uwe,
maar soms verrast
ook bij hem een ge
durfd beeld. Hij
schrijft graag over
het Limburgse land
schap, maar dan toch
zelden terwille van
het natuurschoon zelf,
meest als inleiding op
de verwoording van
eigen zieleroerselen.
Zijn vers Margraten
bijvoorbeeld begint
met een prachtig en
fors beeld van het
Limburgse land, maar
eindigt in een ele
gische, bespiegelende
MATTHIAS KEMP
Zcv
£s~
l°9n' Pierre, de baldadige
kiest zichzelf of een toevallige kennis als slachtoffer
van zijn speelsheden; Matthias, de balladeske is door
de mensheid gekozen om haar angst en onrast uit te
zeggen. In zijn laatste bundel staat tenminste een
indrukwekkend vers, „Het nieuwe begin", dat hem
van deze zijde doet kennen. In dit breed opgezette
gedicht schildert hij iets van de grote gevaren, die
de mensheid bedreigen, maar toch bestaat er hoop:
ais we al t oude vergeten en een nieuw „argeloos"
bestaan kunnen beginnen, zonder munt, politiek,
rassenwaan en de tot vernietiging ingestelde tech-
mek.
Franquinet, ik heb met uw werk laat het me
eerlijk bekennen veel moeite gehad. Maar mis
schien ben ik er juist daarom van gaan houden. Ge
spreekt een eigen taal, welke veel minder argeloos
is dan die van onze vriend Pierre. Uw verzen hebben
naar mijn gevoel vaak iets apocalyptisch. Ge hebt
als het wa.re een eigen code; ge wilt uzelf en uw
visioenen slechts doen kennen aan hen, die de moeite
nemen eerst uw code te ontcijferen. Het is niet toe
vallig, dat gq een Picasso-suite schreef, die ik als
een der prachtigste reeksen uit uw laatste bundel
oprecht bewonder.
Van u, Hans Berghuis, ken Ik enkel de „Stanza's
voor haar", maar ook u geldt de dronk, die ik straks
ga uitbrengen. Ge zijt nog jong, maar uw stanza's
getuigen van een talent, dat verwachtingen recht
vaardigt. Uw verzen zijn fijne miniaturen: zuiver
van gevoel, gaaf van vorm, verzorgd van rijm, zonder
enige geforceerdheid.
Vrienden, ik hef het glas. Wij drinken op u en op
Limburg, het land, dat van alle provincies het meest
wisselende landschap heeft. Er zijn de uitgestrekte
korenvelden, waar baldadig de wind in speelt en de
zon kleuren penseelt; er zijn de heuveltoppen, van
waar ge de landen overziet, hetgeen u tot overpein
zing stemt; er zijn de mysterieuze rotsen, die ge
heimen schijnen te verbergen; en tenslotte zijn er
de lieflijke dalen, waar de jonge landman zo dadelijk
zjjn minnelied zal gaan zingen.
Laat ons, zonen van dit schone land, drinken op
Limburg, dierbaar deel van ons dierbaar vaderland!
H. R.
N.a.v. Phototropen en noctophilen door Pierre Kemp,
uitg. Stols, Den Haag;
Schimmen uit het plutonium door Matthias
Kemp, uitg. Veldeke, Maastricht;
Een oogappel vol rhytmestoringen en stru
welen door Robert Franquinet, „Argonauten-
pers", Maastricht;
Stanza's voor haar door Hans Berghuis, Uitg.
Smeets, Heerlen.
dit Er zijn typische warmte-dieren, zo
als de mensapen, die maar weinig tem
peratuurverlaging kunnen verdragen,
terwijl de sneeuwdas, het rendier, de
lemming e.a. die lage buitentemperatuur
juist nodig hebben. Tot deze groep van
koude-dleren behoorde ook de Mammoet
Koude-dieren hebbén vaak een ge
drongen gestalte, korte oren en korte
staart om afkoeling tegen te gaan. Merk
waardig is, dat jonge ratten welker
lichaamstemperatuur men door koorts-
werende middelen kunstmatig verlaag
de, abnormaal korte staarten kregen.
Een typisch aanpassingsverschijnsel dus!
Raakt de voedselvoorziening tegen de
winter in het gedrang, terwijl tegelijk
de koude toeneemt, dan daalt de bloed
temperatuur van de echte winterslapers,
zoals de bergrat, egel, vleermuis, das en
bever. Hiermede treedt een slaaptoe
stand in. Zo heeft men waargenomen,
dat marmotjes bij 28 graden lichaams
temperatuur slaperig worden, bij 18 gra
den slaapdronken, bij 6 graden in lichte
slaap vallen om bij 1.6 gr. in diepe slaap
te zjjn. De hartslag daalt tot 8-10 per
minuut, adem-, blaas- en darmbeweging
staan nagenoeg stil. Gaat de afkoeling
van het bloed echter verder tot 0 gra
den, dan worden ze door de scherpe
koudeprikkel weer wakker. Dit voor
komt op doelmatige wijze de dood door
bevriezing.
Zo'n slaapje kan duren van enige we
ken tot zes maanden, maar eens komt
het gunstige jaargetijde terug en dan
wordt de slaper wakker. Zijn tempera
tuur stijgt snel, eerst in de lever, daarna
nemen de spieren door reflexbewegingen
bekend als rillingen de verwar -
mingsarbeid over.
Ook zonder een complete winterslaap
te houden, brengen vele knaagdieren,
beren, eekhoorns in de winter veel tijd
zoek met slapen. Hun jlaap is .echter
niet zo diep en wordt dikwijls onder
broken om te eten.
Zo blijkt de winterslaap een even een
voudig als doeltreffend middel van moe
der natuur te zijn om vele van haar
kinderen door de economische moeilijk
heden van brandstof- en voedselgebrek
in het slechte jaargetijde heen te helpen.
A. S.
Prof. dr. G. Brom, hoogleraar aan de
R.K. Universiteit te Nijmegen is be
noemd tot ridder in de orde van de Ned.
Leeuw.
Naar aanleiding van jegens Attlee, de
Britse premier, geuite bedreigingen,
heeft Scotland Yard gisteren gelast, dat
de politiemannen in Downingstreet be
waakten, met revolvers in plaats van
slechts met gummiknuppels gewapend
moesten zijn.
In Downingstreet bevinden zich de
woningen van Attlee en sir Stafford
Cripps, de minister van financiën.
Gewoonlijk zijn de politiemannen in
Engeland niet gewapend. Van de zijde
van het secretariaat vaii Attlee zowel
als van Scotland Yard is ontkend, dat
de bijzondere bewaking voor nummer
tien van Downingstreet (de ambtswoning
van de premier) haar aanleiding heeft
in geuite dreigementen. Het bericht, ais
zou de jongste ontwikkeling in Ierland
de reden zijn, werden niet ontkend.