Waar 't bij dit probleem om gaat Sociaal en oecumenisch Tsjecho-Slowakije zorgt voor wapens in Oost-Europa dae -&a^e wereld Warmteproblemem de dierenwereld Gedroomd feestgelag ter ere van vier dichters iflHHi Limburgse r verenigen eigenschappen Twee moeilijk te f5 Productie van staal en steenkool onder de maat Ren winterslaap is natuurlijke economie Prof. Dr. G. Brom ridder Ned. Leeuw 3 VRIJDAG 13 MEI 1949 PAGINA 5 GEVALLEN, WAARIN HULP DRINGEND NODIG IS HISTORISCHE STEEN IN HOOFDKANTOOR K. L. M- HET KREMLIN IS OPPORTUNISTISCH SPREEKVERBOD VOOR ABBé BOULIER KLEUREN EN WOORDEN Eerste Nederlandse kleurendag in Den Haag DE STAKING DER STUCADOORS Algemeen bekend is, dat de mens, de zoog dieren en de vogels „warmbloedig" zijn, hetgeen betekent, dat ze een lichaamstemperatuur be zitten, die ze standvastig op peil houden, onaf hankelijk van de temperatuur in de omgeving en die slechts binnen enge grenzen kan schom melen zonder het leven in gevaar te brengen. Ook is algemeen bekend, dat deze temperatuur voor de mens 37 graden Celsius bedraagt, maar het zal voor vele leken een verrassing zijn te horen, dat bij dieren de constante temperatuur al naar hun soort tussen 24 en 44 graden variëren kan. De thermometer in het bijgaande figuurtje geeft hiervan een klein overzicht. 4' 4 -ZWALUW EEND- -3 - l -GAN5 DUIF— ■i ■0 KAT— ■9 -KONJN HOND ra AA P i K-rund ^PAARD MENS- 6 -WALVIS •5 -EGEL BUIDEL-- 4 -KA10NG 'RAT -vogel bekdier -Lnn. &>- JyüurOU. Vier dichters, volkomen verschillend van denk- en werkwijze maar allen echte Limburgers, lieten nieuw werk verschijnen. Na lezing van de bundels droomde onze medewerker, die van de ge moedelijke Limburgers zoveel schone gastvrijheid genoot, dat hij de vier dichters aan zijn tafel nodigde en hen toesprak. Zo kreeg deze bespreking de vorm van een tafelrede. De stem van Pierre Kemp is hierin vervangen door zijn handschrift. ATTLEE WORDT EXTRA BEWAAKT Het tekort aan hulp in de huishouding Naar aanleiding van het artikel over. het tekort aan hulp ui de huishouding ontvingen wij een ingezonden stuk, "Waarin de schrijver meent enkele kant- tekeningen te moeten maken op hetgeen onze medewerker J. Lr. k)- daarin be- Pleitte. Uit hetgeen inzender schrijft, •blijkt intussen, dat hij de kern van het betoog onvoldoende begrepen heeft en het grootste deel van wat door de' oppo nent wordt geaccentueerd, gaat langs het betoog van onze medewerker heen, om dat' deze b.v. de door inzender ge wraakte toestanden e.d. helemaal niet beeft aangeraakt, laat staan verdedigd. Om de schrijver van het artikel gelegen heid te geven doel en strekking van zijn pleidooi, waarin hij de jongemannen aan spoorde. hun verloofden te animeren tot vrijwillig dienst nemen" nader toe te lichten, ruimen wij eerst hieronder een plaatsje in om onverkort de brief van de inzender af te drukken. Deze schrijft dan naar aanleiding van bet artikel van onze medewerker J. G. v. D. over het probleem van de hulp in de huishouding het volgende: Vooraf zeg ik dit: Er zal heel veel moeten veranderen alvorens ik mijn dochters in betrekking oftewel dn de huishouding zal doen. Het zou b.v. al een heel stuk schelen, als mevrouw zich niet zou schamen tenminste eens per week haar eigen bedden op te maken. Mijn verloofde (nu mijn vrouw) werkte in een gezin van 7 kinderen, waarvan 3 grote dochters, maar 's Zondags liet die Katholieke mevrouw mijn verloofde komen om bedden op te maken, aardap pelen te schillen enz. Ik heb zes zusjes en alle zes in de huishoudingge weest. En hét hatelijke in de keuken laten eten van een meisje. Zo iets maakte mijn zusje ook mee; zjj ln de keuken, ook in de koude winter en de hond in de kamer. Eten moest met tussenpozen gebeuren, want de bel stond niet stil; dan moest er weer iets morden opgediend. Ik zal een streep zetten onder de klachten. Ieder meisje m de huis houding zal het kunnen beamen althans een heel groot deel van die meisjes. Ik kom uit een gezin van 10 kinderen en m(jn moeder had geen geld voor een hulp en toch was het niet vuil; neen, het was kraakhelder, doch mijn moeder stond voor haar taak. Waarom? Omdat mijn moeder in haar jeugd haar moeder hielp en zo de knepen van het vak leerde. Uit het grote gezin komen dus vanzelf goede huismoeders. Het gaat dus hoofdzakelijk om het grote gezin hulp te geven. En grote gezinnen kunnen geen hulp bekostigen, omdat de meeste grote gezinnen arbeidersgezinnen zijn. En als er al eens een groot gezin voorkomt in de betere stand, zou ik geen lust hebben daar te werken Mevrouw uit de grote dochters tennissen en het meisle voor het huishouden zorgen. Neen het probleem, waar wij de laatste tild zo' vol van zijn, is geen probleem en zou althans een heel stuk zijn op gelost, wanneer mevrouw eens begreép, welk 'een prachtig werk het is, zelf het huishouden te c^oen. Het is de meest eervolle taak. Verder ligt hier eem grote taak voor de K.A.B. Er is grote behoefte aan een organisatie voor vrouwelijk personeel. Er moet gevochten worden voor betere sociale voorwaarden en voor betere be handeling van het dienstpersoneel. Ook het voor dag en nacht in betrekking zün moet van de -baan; dat is alleen maar om mevrouw van de ochtend tot ide late avond te ontlasten van enig huishoudelijk werk. p.» o is een meisje verkering heeft, kan ik het niet anders dan toejuichen Ltlf ileTefaTdus^i kTn^ ren! MUSwÊèn. dat zU het serieus "ttfelot doe ik een beroep taren en familie van zieke moede gaan helpen, nu nog. Zo ging het ook in mijn moeders t{jd. Dan doet me naastenliefde' en helpt fnen een van het .probleem" op te lossen. P. v. M. Onze medewerker J. G. v. D. tekent bij de tegenwerpingen van opponent het volgende aan: Wij stellen ons voor, inzender in hoofd zaak slechts te beantwoorden, waar hij het probleem, -waarom het gaat, aan raakt en zulks is niet veelvuldig het geval. Vooraf een korte algemene op merking: inzender ziet ons, hopen wij, niet voor zo simpel aan, dat wij een dagbladartikel schrijven ten dienste van mevrouwen, die te beroerd" zijn om eens duidelijk te spreken om des Zondags zelf de bedden op te maken noch uit sympathie voor grote dochters, die liever tennissen dan huiselijke bezig heden verrichten. Na deze korte doch naar wij vertrou wen, alleszins duidelijke verklaring, valt al dadelijk het grcotste deel van de brief van inzender weg. Wat hij vertelt over I«n ervaringen met mevrouwen blijve voor zijn rekening, wij - treden daarin niet, al zou de opmerking kunnen worden, dat toch wel alle me vrouwen hier te veel over één kam, m dit geval een roskam worden gescho ren, in figuurlijke zin natuurlijk. Wij willen het hier niet hebben over de vraag, of de huismoeders van tegenwoor dig niet te spoedig menen het te zwaar te hebben in vergelijking met die uit de „goede oude tijd", toen de moeders het zelfs moesten stellen zonder elec- trisch licht, strijkijzer, stofzuiger, was machine enz, inderdaad, een interessante opmerking, doch vallend buiten het ka der van ons bet°og. Als inzender beweert, dat uit het gfote gezin de goede huismoeders komen, dan eerst komt hij in ons straatje en dan kunnen wij een eindje met hem op lopen. Hij stelt het onderhavige pro bleem zeer zuiver, als hij vaststelt, dat het hoofdzakelijk gaat om hulp aan het grote gezin. Precies en dat houden wij vast; uitstapjes naar die andere me vrouwen maken wij dus met Onzerzijds toch werd uitsluitend de nadruk gelegd op de taak van onze jongemannen om in hun wel begrepen eigen belang de sterkste aandrang uit te oefenen op hun verloofden om zich voor haar roeping als huisvrouw en moeder te bekwamen in de beste leerschool des levens welke daarvoor is n.l. het arbeiders- en mid denstandsgezin met kleine kinderen. Dat was de kern van ons betoog en dit werd c'oor inzender slechts bespro ken met de opmerking, dat die arbei dersgezinnen geen geld nebben om de hulp in de huishouding te bekostigen. Toegegeven, maar dat is een zorg voor tweede orde; als er voldoende krachten zich aanbieden voor hulp in de huis houding dan zal aan het financiële gat Wel een mouw zijn te passen. Er zijn instanties, welke reeds in die richting werkzaam zijn en zo er ten deze een va cuum is, zal dit gevuld dienen te wor den. Want men houde vast, dat wij niet alle mevrouwen aan èen dienstbode wil len helpen, doch slechts een oplossing zoeken, zo niet op de eerste plaats voor de z.g. noodgevallen hiervoor zorgen gelukkig op zeer lofwaardige wijze de diverse verenigingen op net gebied van maatschappelijke gezinszorg dan toch speciaal voor gevallen, waarin hulp dringend nodig is met name de grote minder draagkrachtige gezinnen, waarin de huisvrouw het ondanks alle goede wil, niet alleen af kan. Doch terstond hoger loon wordt betaald, maar het werk in het gezin aldus de Bisschop pen is van veel hoger belang en van veel hoger waarde èn voor de toekomst van het meisje zelf èn voor de gehele Christelijke 'maatschappij, die haar grootste en krachtigste steun vindt in degelijke en godsdienstige gezinnen. Bovendien moet inzender goed vast houden, dat wij slechts bepleit hebben, dat de meisjes zich voor hun huwelijk zij opgemerkt, dat ook in middenstands- desnoods slechts enige tijd huishoudelijk gezinnen en zelfs „rijke' gezinnen met,u„?_ppn «mnt oP7,r, "L veel kinderen hulp alleszins verantwoord is. Deze kunnen veelal wel betalen, maar een groot deel van onze meisjes past er voor, wanneer men gaat dienen, zich in een kinderrijk gezin te verhuren. In zender schrijft nu wel min of meer sma lend over grote gezinnen uit de betere stand met grote dochters, die gaan ten nissen, hij bedenke, dat ook in die ge zinnen de meisjes ais baby's geboren worden, die niet terstond in staat zijn noch om te tennissen noch om kopjes te wassen enz. Na deze korte gezamenlijke wandeling scheiden zich onze wegen, wanneer in zender de mevrouwen opnieuw de les leest en de K.A.B. op haar taak ten deze wijst. Ongetwijfeld belangrijke vraagstukken, waarop wij misschien nog terugkomen, doch met ons betoog, het welk onze opponent aanvalt, houdt het geen verband. De bewering over de meisjes voor dag en nacht laten wij ditmaal ook zonder meer voor rekening van inzender alleen ook hier: er wordt te veel gegeneraliseerd. Dan kan inzender het slechts toe juichen, dat een meisje werk zoekt, het welk ruim betaald wordt, omdat zo'n meisje het dan serieus opneemt. Ons antwoord hierop kan kort zijn. Wij kun nen het voorstellen, dat er omstandig heden zijn, waaronder het volkomen verantwoord is, dat een meisje derge lijk werk zoekt. Maar verder zouden wij willen wijzen op het bisschoppelijk ver maan in de Vastenbrief, waarin het Episcopaat schrijft, dat de verwaarlozing van dit vrouwelijke beroep (gezinshulp) zich nog eens zal wreken in de toekom stige gezinnen van de meisjes, die in andere beroepen de eenvoud en de lief de en de kundigheid voor het huishou den nebben verleerd. Het is mogelijk, dat het werkéh op de fabrieken met bekwamen in een groot gezin Wanneer dit voor het ogenblik financieel nadeel zal brengen, dan diene men te bedenken, dat deze oefentijd later niet alleen gees telijk doch ook financieel gewin zal be tekenen en o.i. bewijst een meisje, het welk aldus handelt, dat het 't serieus meent met de voorbereiding op haar huwelijk. Tenslotte onderschrijven wij van harte, hoewel hier ook niet aan de ordezijnde, het pleidooi van inzender voor buren- en familie-hulp bij ziekte van de huis vrouw. Wij voor ons voelen echter r g meer voor een goed georganiseerde hulp in de huishouding daar, waar deze no dig is, opdat zoveel mogelijk ziekte van de huisvrouw worde voorkomen Ter gelegenheid van de officiële in gebruikneming van het hoofdkantoor van de K.L.M. bij de Witte Brag te Den Haag op 24 Mei zal Z. K, H. Prins Bemhard een historische steen onthullen. Deze steen is in de 17e eeuw overge bracht naar Nieuw-Amsterdam en werd door Franklin D. Roosevelt in het eerste jaar van zijn presidentschap in 1933 aan het stedelijk museum van New-York geschonken. Dit museum heeft in 1946. ter gelegenheid van de opening van de K.L.M.-luchtlijn AmsterdamNew-York de steen aangeboden aan H. K. H. Prinses Juliana met het verzoek hieraan een be stemming te willen geven. H .M. heeft hem destijds aan de K.L.M. ten geschen ke gegeven met het doel hem in het nieuwe hoofdkantoor der maatschappij te laten aanbrengen. De woordverbinding „sociaal-economisch" klinkt voor iedereen zo gewoon en vanzelfspre kend als de combinatie C. en A. Maar al zijn er nog zoveel eenvoudige zielen geneigd de woor den economisch en oecu menisch dooreen te ge bruiken, sociaal en oecumenisch doen in combinatie aan als een vreemde, gefor ceerde, paradoxale verbinding. Zij die zich als taak stellen de bevor dering van de groei der oecumenische gedachte in Nederland en de stimulering der belangstelling voor bekerings- en herenigingswerk, met het oog op het weer Katholiek maken van heel ons volk, staan er telkens weer verbaasd over, hoe gemakkelijk de doorsnee Ka tholiek dit als een soort hobby voor en kelingen beschouwt. Want er zijn toch talloze goede en ijverige Katholieken m Nederland, die warm kunnen worden gemaakt en willen werken voor allerlei Katholieke idealen, en die al zo lang ijveren voor de heidenmissie, maar die toch buiten de oecumenische gedachte blijven, zich geèn zorg maken over de verdeeldheid van de Christenen en feite lijk geen deel nemen aan het werk voor de niet-katholieken in Nederland. Wat kan daarvan de reden zijn? Waarschijnlijk moet dit tekort uit een veelheid van oorzaken worden verklaard. We hebben echter de kop „sociaal en oecumenisch" boven dit artikel geplaatst, omdat we hier willen wijzen op een spe ciale mogelijkheid: dat nl. onze bloeien de en wel georganiseerde activiteit op sociaal-economisch en politiek gebied een gevaar of bezwaar zou kunften zijn voor een sterk levend oecumenisch be wustzijn. Wij kennen gelukkig een sterke, prin cipieel Katholieke activiteit- op sociaal en politiek gebied. Dat dit geen reden behoeft te zijn om andere Katholieke plichten te verwaarlozen, blijkt uit de grote belangstelling, die daarnaast voor de missie bestaat. In dit sterke verenigingsleven stre- De Skoda-fabrieken in Tsjechoslowa- kije werken dag en nacht om aan de satelliet-staten wapenen te leveren vol gens het sovjet-model. Deze wapenen worden eveneens geleverd aan de vijfde colonnes in Frankrijk, Griekenland en Italië. Dergelijke fabrieken zijn b.v. de Mlada Boleslava-fabriek, waar automatische ge weren en mitrailleurs worden vervaar digd; de Zbroevka-fabriek te Brno in Moravië, die mitrailleuses, revolvers, lichte pantserwagens en motoren voor automobielen produceert; de fabriek te Pilsen, die kanonnen voor de veldartil- 'e.ri,e' handgranaten en mijnen vervaar ds1 (de laatste pas sedert enige maan den), de vliegtuigenfabriek Avio te traag, waar een- en tweepersoons jagers gebouwd en de fabriek Walter dichtbij Praag, die vliegtuigmotoren maakt en reserve-onderdelen. De oorlogsindustrie ondervindt echter de grootste moeilijkheden door het ge brek aan steenkool en staal, daar de steenkolenmijnen slechts weinig produ ceren Het merendeel der mijnen was het eigendom van Joodse kapitalisten. De arbeiders waren Sudeten-Duitsers Tij dens de Duitse bezetting hebben de nazi's de Joden uitgeroeid, terwijl na de bezet ting de Sudeten-Duitsers door de rege ring van Praag werden uitgewezen Op het ogenblik zijn de mijnen staats eigendom. De Tsjecboslowaakse regering heeft de Tsjechen, die u1* Wolhyn werden verdreven,omdat dit gebied a s deel van de West-Oekraïne bij de sov jet-republiek werd ingelijfd, naar de mijnstreken overgebracht. De nieuw aan- gekomenen zijn boeren, die er totaal niets voor voelen om in de mijnen te werlcenHetzelfde geldt voor de grote staalfabriek van Kladno, met een pro- anderhalf millioen ton staal en ri>+ ,1947 haalde de fabriek hechts e? n? „aa-r ,productie, in 1948'slecht* 37 pet. De sovjet-regering weet dat deze lage productiecijfers het gevolg ziin van het gebrek »an jirbeidsklachten in de mijnen en in de metaalindustrie Moskou eist thans van de regering te Praag da+ zij de Duitse mijnwerkers en metaal arbeiders laat» terugkeren naar hun oude woonstreken en dat zij aan hen him huizen en bezittingen teruggeeft. Maar Gottwald, die de Duitsers haat, houdt De Zephyr Expres stopt weer in het kleine veestadje Electra in de Ainer kaanse staat Texas. Zijn 7300 inw°Pf maakten onder leiding van un epwooy- burgemeester Leo Moore zoveel deining gedurende de veertien dagen, dat de trein zonder stoppen Electra passeerde, dat ae spoorwegmagnaten op hun besluit terug kwamen. Eerst stond iedere burger bij het station en floot de trein uit, terwijl hij voorbij flitste. De volgende dag flitste de Zephyr niet meer voorbij,- omdat burgemeester Moore een verordening had uitgevaar digd, volgens welke alle treinen slechts met een maximum-snelheid van 15 mijl per uur de stad mochten passeren. De dag daarop was er weer een andere verordening: alie treinen moesten binnen het grondgebied van Electra door de G.G. en G.D. op besmettelijke ziekten worden geïnspecteerd. En tenslotte verscheen een verordening, waarbij auto's en voetgangers recht van overgang kregen over de spoorlijn, waar door de Zephyr werd opgehouden door de eerste de beste kinderwagen Thans stopt de Zephyr weer trouw in Electra, maar alleen in het station. ZONDER COMMENTAAR Een nieuw soort specialist de geriatrist.. verdient op het ogenblik dik geld in Ame rika. Men verwacht van hem, dat hij zijn patiënten verzoent met de gedachte aan de naderende ouderdom. voet bij stuk en wordt hierin gesteund door de eerste-minister Zapotocky. Volgzamer is de secretaris van de com munistische partij, Rudolf Slansky, die wel zal toestemmen in de terugkeer der Duitsers. Zou hij in plaats van Gottwald aan bod komen, dan zou Moskou op drie belangrijke resultaten kunnen bogen, nl. verhoging van de staal- en steenkolen- productie in Tsjechoslowakije. Deze op haar beurt zal ook een goede invloed uitoefenen op de oorlogsproductie van Tsjechoslowakije. De verdreven Duitsers, die thans in het met vluchtelingen over laden West-Duitsland armoede en gebrek lijden, zouden, doordat zij naar hun eigen huizen mogen terugkeren, Rusland zien als een weldoener en beschermer van het Duitse volk ven wij drie doeleinden tegelijk na: lo) behartigen wij de belangen van de Ka tholieke leden, 2o) scheppen wij een eigen levenskring voor de Katholiek waarin hij beveiligd wordt voor vreem de dwalingen, 3o) de hoofdzaak: wij wer ken aan de opbouw van een waarlijk rechtvaardige samenleving voor allen, omdat deze voor een ieder de natuur lijke basis is voor de vestiging van het Godsrijk. Dit alles is voortreffelijk, maar dit sterk georganiseerde leven drukt zijn stempel op de mens en brengt het gevaar van een zekere eenzijdigheid met zich, en dit wreekt zich. Want Katholiek zijn is veelzijdig zijn. Katholiek zijn is een paradox van rijkdommen. Het stelt ons telkens voor de taak ons leven te ma ken tot een synthese van haast onver enigbaar lijkende plichten. Oecumenisati denken, leven en wer ken, een duidelijke Katholieke plicht, is zo anders van aard dan de georganiseer de sociale werkzaamheid, dat deze bei de maar heel moeilijk tegelijk kunnen bloeien. Een Katholiek verwondert zich daarover niet; hij weet dat het moeilijk is volledig Katholiek te zijn en dat men selijke zwakheid en beperktheid tot een zekere eenzijdigheid in onze activiteit kunnen leiden. In ons geval zou dan die eenzijdig heid, dit niet open staan van mensen met sociale idealen voor het oecumenische ideaal ten eerste kunnen voortkomen ui) de bewuste of onbewuste overweging van deze mensen: wij doen reeds zoveel voor onze medeburgers wat kunnen we eigenlijk nog meer doen? Men vergeet van deze zijde echter dat die activiteit zich richt op toestanden en wetten, op algemene regelingen en ver beteringen, die allen tegelijk omvatten; de oecumenische activiteit daarentegen is voor alles een werk van mens tot mens: zij richt zich op individuele men sen om voor hen persoonlijk iets te doen. Ten tweede is de sociale en politieke activiteit voor alles georganiseerd en werkt zij heel sterk door de macht van het getal bij demonstraties, stemmin gen, enz.; de taak van de individuele Ka tholieke leden is, dat zij de leiding trouw steunen en volgen. Niet voor niets word) er op dit terrein telkens opnieuw, mis schien wel wat erg veel, een beroep ge daan op gehoorzaamheid en volgzaam heid: ook al moeten de leden begrijpen waarom het gaat, tocil is dit georgani seerde werk het aangewezen voorwerp voor lijdzaamheid. Het oeeumeniscn werk daarentegen eist, naast steun aan het georganiseerde werk; individueel op treden, eigen initiatief, persoonlijk ge sprek. De scholing derhalve, die een mens tot een goed verenigingslid en or ganisatiemens maakt, is niet geschikt als opleiding tot individueel optreden. Ten derde brengt de georganiseerde activiteit mee, dat wij buitenstaanders beschouwen of als tegenstanders of als bondgenoten; hoogstens komen wij tot samenwerking met anderen, die tijdelijk iviast ons optrekken naar hetzelfde con cilie doel. De oecumenische activiteit stelt echter geen groep tegenover groep: haar doel is mensen te winnen. Zij maakt wel onderscheid tussen hen, die dichter bij en hen, die erg veraf staan, maar zij zoekt eenheid van allen en ziet in de bui tenstaanders toekomstige broeders. In deze trant (waarbij we de tegen stellingen wel wat erg scherp hebben gesteld) zouden we nog verder door kunnen gaan maar met deze drie voor beelden hopen we onze bedoeling voldoende duidelijk te hebben ge maakt: dat onze bloei ende sociale en politieke werkzaamheid en voor al onze sterk principiële organisaties wel eens een belemmering zou den kunnen zijn voor 't oecumenisch werk. Ze kunnen n.l. een mensentype vormen, dat voor oecume nisch werk minder geschikt is. Men zou deze beschouwingen verkeerd opvatten als men er een aanval ln zag op het Katholieke sociale werk of op de Katholieke organisaties ten gunste van de oecumenische activiteit. Voor een Katholiek gaat het hier immers niet om een óf.... óf, maar om én.... én. Het bedoelde gevaar bestaat alleen, als wij in onze sociale en politieke organisaties zonder meer een partij naast de andere partijen geworden zouden zijn; als wij ze niet meer voldoende Katholiek opvat ten en beschouwen in het licht vaD het paradoxale Katholieke Geloof, dat ons steeds weer voor schijnbare tegenstellin gen plaatst en steeds weer tot schijnbaar onverenigbare plichten roept, zoals het b.v. nederige helden kweekt. Maar het is goed de waarheid te zien: omdat onze menselijke mogelijkheden maar beperkt zijn, kunnen wij eenzijdig worden in het behartigen van onze vele Katholieke plichten en taken. Zulke gees telijke eenzijdigheid is heel wat gemak kelijker dan zo breed te zijn als het een Katholiek past. Het is goed dit gevaar te zien, nu wij aan het begin staan van een actie, die het oecumenisch besef onder de Katho lieken wil verlevendigen en die binnen kort in Amsterdam hoopt te starten. Dat gevaar is een van de redenen, waarom wij zo nadrukkelijk propaganda moeten maken voor die toch zo voor de hand liggende Katholieke plicht: werken voor de hereniging van alle Christenen en voor de bekering van ons volk. C. F. P. Kardinaal Suhard, aartsbisschop van Parijs, heeft aan abbé Boulier, een der organisatoren van het kort geleden onder communistische auspiciën te Parijs ge houden congres voor de wereldvrede, een spreekverbod opgelegd in het onder zijn jurisdictie staande aartsbisdom. Het zal niet iedereen bekend zijn dat er een Nederlandse vereniging voor kleu- renstudie bestaat. Tot dusver heeft deze vereniging ook nog niet veel van zich doen horen. Maar gisteren stond zij in het centrum der belangstelling te Den Haag waar de eerste Nederlandse kleu rendag werd gehouden. Men had zich voor een kleurendag een kleuriger zaal kunnen denken dan de aula van het Haags gemeentemuseum; een kleuriger program ook dan het vijf tal lezingen die, hoe interessant ze ook het kleurenvraagstuk van verschillende zijden belichtten, op de duur te veel woorden lieten horen en te weinig kleu ren zien. Uitzonderingen maakten de graficus W. Brusse en de fotograaf M. Woldring die als vierde en vijfde spreker hun be toog met kleurige voorbeelden verduide lijkten. De inleiding van de graficus legde evenals de lezingen van de heren Sctoro- fer (over de kleur in de schilderkunst) en ir. de Wijs (over de kleur in de bouw kunst) de nadruk op de belangrijke taak van de kleur in de kunst. Men kan in de schilderkunst uitgaan van de realiteit en de kleur weergeven zoals zij in werkelijkheid is, men kan het accent ook verleggen van de realiteit naar de ontroering (impressionisme) of naar de beelding (moderne kunst). Zo ontstaat een realistische, een lyrische of een architectonische schilderkunst die elk hun eigen kleur bezitten. Dat was in het kort samengevat hoe de heer Schrofer tijdens de ochtendzitting de functie van de kleur behandelde. Ir. de Wijs sprak over de wijzigingen die de toepassing van de kleur door de eeuwen heen beleefde. Speelde in de klassieke, Byzantijnse en middeleeuwse architectuur de symbolische waarde van de kleur een grote rol, de renaissance schakelde deze allengs uit en de heden daagse mens is niet meer in staat symbo lisch te denken. Een verlies waartegen over de winst staat van het bewust toe passen van de wetten der kleurkunde. Na de schilder en de bouwer kwam de graficus de kleur opeisen als het zeer speciale element voor de grafische kunst waar de mogelijkheden van de kleur on eindig uitgebreid zijn. Dat de mogelijk heden door de moderne drukkunst nog niet zijn uitgeput bewees de „verlang lijst" voor de typografische kunst waar mee de heer Brusse zijn voordracht be sloot. Is de kleur in de kunst uiteraard een van het begin af bewust toegepast ele ment, nieuw is de bewuste toepassing van de kleur bijvoorbeeld in ziekenhuizen ter bevordering van de therapie of in de industrie ter stimulering van de arbeids prestatie. Deze toepassing is het recht streeks resultaat van de onderzoekingen die de psychologie op het terrein van de kleurenvovrkeur heeft gedaan. In dit verband was de rede van drs. J. B. Kouwen waarmee het congres ge opend werd bijzonder interessant. De heer Kouwen sprak over de eerste onder zoekingen op dit terrein door Cohn (1894) experimenten die later op steeds groter schaal werden herhaald, totdat men te genwoordig in de psychologie zeer veel aandacht besteedt aan de persoonlijke kleurvoorkeur en men is in Amerika reeds zover dat men door middel van het onderzoek naar kleurvoorkeur het ka rakter test. Deze toepassingen lopen ech ter aldus de heer Kouwen, wel zeer voor uit op de wetenschappelijke controle en zijn nog niet bijzonder betrouwbaar. Nadat de heer Woldring gesproken had over de toepassing der kleur in fotogra fie en film, een procédé dat nog steeds niet de noodzakelijke technische vol maaktheid heeft bereikt, werd het eerste congres der vereniging voor kleurstudie door de voorzitter gesloten. Naar A N.P. mededeelt, zijn nu over het gehele land 1257 stucadoorsgezellen in staking. In Den Haag circa 450 on geveer het gehele personeel van alle patroons te Amsterdam staken bij 22 werkgevers Circa 207 man, waarbij dan nog een aantal, dat buiten de stad werk zaam was. Volgens de beide bonden van stucadoorspatroons, die Woensdag een vergadering hielden, mag worden aan genomen, dat nog wel een gelijk aantal in de hoofdstad aan het werk is. Kléinere groepen staken te Rotterdam, Deventer, Arnhem, Ens tiede, Groningen, Nijmegen en in de drie Zuidelijke pro vincies. Het conflict is ontstaan, omdat de werkgevers, op advies van hun bonden, met ingang van 2 Mei besloten hebben niet langer meer zwarte lonen te betalen, doch zich te houden aan de voorschrif ten van het college van rijk.\ emidde- laars. Deze standvastige bloedtemperatuur is van groot belang voor het organisme. Ze komt tot stand door de wisselwerking van een krachtige stofwisseling met een flinke arbeidsprestatie Vandaar dat bijvoorbeeld de zwaluwen zo warmbloedig zijn. Want vooreerst is vliegen op eigen kracht een zwaar werkje, maar bovendien moeten ze als insecteneters ijverig jagen om aan hun dagelijks nodig rantsoen te komen. 7 Begiftigd enerzijds met veren, haren en onderhuidsvet en anderzijds met zweetklieren, bloedaandrang en goede longventilatie, wordt de temperatuur van het centrale zenuwstelsel uit geregeld. Dat hierbij aardige effecten bereikt wor den mag blijken uit het feit, dat er aan de Zuid Pool vogels leven met een bloedwarmte van 40 graden bij een buitentemperatuur van 40 graden. Ze houden hun bloed dus 80 graden warmer dan de omgevingDergelijke verschijn selen vindt men ook in het barre vaste landsklimaat van Centraal-Azië. Niet alle warmbloedige dieren kunnen Pierre, ik begin met u, want gij zijt de oudste van ons gezelschap. Of ge de wijste zijt? Ik acht u hoog genoeg om het te betwijfelen. Bovendien kan ik me beroepen op uw vijf bundels korte verzen en op het feit, dat ge een rasechte Maastrichtenaar zijt, het geen nog altijd een zekere waarborg is, dat ge de ernst van het leven met voldoende argeloosheid, humor en spot onder ogen kunt zien. In uw verzen zijt ge niet direct een propagandist van het Lim burgse landschap, wel van het Limburgse gemoed. Ge kunt uitgelaten en baldadig zijn, met beelden goochelen, die soms heerlijke nonsens lijken, maar altijd raak zijn. Ge zijt gul met kleuren, ge zijt vooral gul met het licht, want uw sleutelwoord is: de zon. Ge kunt vrolijk zingen, zoals een kind zijn aftelrijmpje; maar ge kunt ook duister tegen uzelf lopen brabbelen als een dronkeman. Maar juist zij, die nog niet, en zjj die niet langer weten wat „gek" klinkt, kunnen onverbloemd de waarheid zeggen. En deze deugd bezit gij, Pierre. Ben grote deugd, die zelfs op een eigen spreekwoord kan bogen! Voor iedere stemming hebt gij een eigen beeld, zo maar uit het volle leven gegrepen. En eigenwijs stapt f6*2)! ,d,00r die beelden heen, als om te laten zien, dat beeld en kleur uiteindelijk toch slechts dienen om het. eigen innerlijk uit te beelden. Ge stapt er niet doorheen als een rustige zestiger, gekleed in het stemmige zwartvjuj nu, neen, veeleer als een jongen van vijftien, baldadig zoekend naar mensen, die ge in het ootje kunt nemen, ergeren desnoods; mensen, die u nen orginelen zullen vinden. Maar ge z ij t origineel, Pierre, steeds opnieuw en nimmer ver moeiend, al is dan met ieder gedicht helemaal ge slaagd. Wilt ge zo goed zijn, ons zelf iets voor te lezen? Met genoegen. Bravo! Eeh meesterlijke Pierre Kemp, met zijn volkomen eigen manier van zeggen enkleine wijsheid. Want ons, Pierre, die uw werk kennen en ervan houden, bedriegt ge niet. De wijsheid, de be zadigde, die men zo graag koppelt aan de ouderdom, die is u vreemd. Maar gij bezit een andere, zeld zamer: dat ge het leven op uw eigen manier begrepen hebt, het leven en het levende. Gij hebt de mens en zijn dromen dóór en daarom kunt ge met een bloem in het knoopsgat, een verfkwast in de hand, een af telrijmpje op de lippen en de zon in de rug door het leven stappen en met een knipoogje uw kijk óp het leven verkondigen. Uw broer Matthias is heel anders. Hoe wel jonger, lijkt hij be zadigder. Zgn verzen zijn van vorm conven tioneler dan de uwe, maar soms verrast ook bij hem een ge durfd beeld. Hij schrijft graag over het Limburgse land schap, maar dan toch zelden terwille van het natuurschoon zelf, meest als inleiding op de verwoording van eigen zieleroerselen. Zijn vers Margraten bijvoorbeeld begint met een prachtig en fors beeld van het Limburgse land, maar eindigt in een ele gische, bespiegelende MATTHIAS KEMP Zcv £s~ l°9n' Pierre, de baldadige kiest zichzelf of een toevallige kennis als slachtoffer van zijn speelsheden; Matthias, de balladeske is door de mensheid gekozen om haar angst en onrast uit te zeggen. In zijn laatste bundel staat tenminste een indrukwekkend vers, „Het nieuwe begin", dat hem van deze zijde doet kennen. In dit breed opgezette gedicht schildert hij iets van de grote gevaren, die de mensheid bedreigen, maar toch bestaat er hoop: ais we al t oude vergeten en een nieuw „argeloos" bestaan kunnen beginnen, zonder munt, politiek, rassenwaan en de tot vernietiging ingestelde tech- mek. Franquinet, ik heb met uw werk laat het me eerlijk bekennen veel moeite gehad. Maar mis schien ben ik er juist daarom van gaan houden. Ge spreekt een eigen taal, welke veel minder argeloos is dan die van onze vriend Pierre. Uw verzen hebben naar mijn gevoel vaak iets apocalyptisch. Ge hebt als het wa.re een eigen code; ge wilt uzelf en uw visioenen slechts doen kennen aan hen, die de moeite nemen eerst uw code te ontcijferen. Het is niet toe vallig, dat gq een Picasso-suite schreef, die ik als een der prachtigste reeksen uit uw laatste bundel oprecht bewonder. Van u, Hans Berghuis, ken Ik enkel de „Stanza's voor haar", maar ook u geldt de dronk, die ik straks ga uitbrengen. Ge zijt nog jong, maar uw stanza's getuigen van een talent, dat verwachtingen recht vaardigt. Uw verzen zijn fijne miniaturen: zuiver van gevoel, gaaf van vorm, verzorgd van rijm, zonder enige geforceerdheid. Vrienden, ik hef het glas. Wij drinken op u en op Limburg, het land, dat van alle provincies het meest wisselende landschap heeft. Er zijn de uitgestrekte korenvelden, waar baldadig de wind in speelt en de zon kleuren penseelt; er zijn de heuveltoppen, van waar ge de landen overziet, hetgeen u tot overpein zing stemt; er zijn de mysterieuze rotsen, die ge heimen schijnen te verbergen; en tenslotte zijn er de lieflijke dalen, waar de jonge landman zo dadelijk zjjn minnelied zal gaan zingen. Laat ons, zonen van dit schone land, drinken op Limburg, dierbaar deel van ons dierbaar vaderland! H. R. N.a.v. Phototropen en noctophilen door Pierre Kemp, uitg. Stols, Den Haag; Schimmen uit het plutonium door Matthias Kemp, uitg. Veldeke, Maastricht; Een oogappel vol rhytmestoringen en stru welen door Robert Franquinet, „Argonauten- pers", Maastricht; Stanza's voor haar door Hans Berghuis, Uitg. Smeets, Heerlen. dit Er zijn typische warmte-dieren, zo als de mensapen, die maar weinig tem peratuurverlaging kunnen verdragen, terwijl de sneeuwdas, het rendier, de lemming e.a. die lage buitentemperatuur juist nodig hebben. Tot deze groep van koude-dleren behoorde ook de Mammoet Koude-dieren hebbén vaak een ge drongen gestalte, korte oren en korte staart om afkoeling tegen te gaan. Merk waardig is, dat jonge ratten welker lichaamstemperatuur men door koorts- werende middelen kunstmatig verlaag de, abnormaal korte staarten kregen. Een typisch aanpassingsverschijnsel dus! Raakt de voedselvoorziening tegen de winter in het gedrang, terwijl tegelijk de koude toeneemt, dan daalt de bloed temperatuur van de echte winterslapers, zoals de bergrat, egel, vleermuis, das en bever. Hiermede treedt een slaaptoe stand in. Zo heeft men waargenomen, dat marmotjes bij 28 graden lichaams temperatuur slaperig worden, bij 18 gra den slaapdronken, bij 6 graden in lichte slaap vallen om bij 1.6 gr. in diepe slaap te zjjn. De hartslag daalt tot 8-10 per minuut, adem-, blaas- en darmbeweging staan nagenoeg stil. Gaat de afkoeling van het bloed echter verder tot 0 gra den, dan worden ze door de scherpe koudeprikkel weer wakker. Dit voor komt op doelmatige wijze de dood door bevriezing. Zo'n slaapje kan duren van enige we ken tot zes maanden, maar eens komt het gunstige jaargetijde terug en dan wordt de slaper wakker. Zijn tempera tuur stijgt snel, eerst in de lever, daarna nemen de spieren door reflexbewegingen bekend als rillingen de verwar - mingsarbeid over. Ook zonder een complete winterslaap te houden, brengen vele knaagdieren, beren, eekhoorns in de winter veel tijd zoek met slapen. Hun jlaap is .echter niet zo diep en wordt dikwijls onder broken om te eten. Zo blijkt de winterslaap een even een voudig als doeltreffend middel van moe der natuur te zijn om vele van haar kinderen door de economische moeilijk heden van brandstof- en voedselgebrek in het slechte jaargetijde heen te helpen. A. S. Prof. dr. G. Brom, hoogleraar aan de R.K. Universiteit te Nijmegen is be noemd tot ridder in de orde van de Ned. Leeuw. Naar aanleiding van jegens Attlee, de Britse premier, geuite bedreigingen, heeft Scotland Yard gisteren gelast, dat de politiemannen in Downingstreet be waakten, met revolvers in plaats van slechts met gummiknuppels gewapend moesten zijn. In Downingstreet bevinden zich de woningen van Attlee en sir Stafford Cripps, de minister van financiën. Gewoonlijk zijn de politiemannen in Engeland niet gewapend. Van de zijde van het secretariaat vaii Attlee zowel als van Scotland Yard is ontkend, dat de bijzondere bewaking voor nummer tien van Downingstreet (de ambtswoning van de premier) haar aanleiding heeft in geuite dreigementen. Het bericht, ais zou de jongste ontwikkeling in Ierland de reden zijn, werden niet ontkend.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1949 | | pagina 5