Publiekrechtelijke organisatie keerpunt in historie van kleine ondernemer R Rationalisatie en economische samenwerking De plaats van de zelfstandige middenstander Let op UtvBopst\ 'ABDIJSIROOP! De P.B.O. in het bouwbedrijf Noodlandingen op een slingerend dek Tweedaags Congres in Rivièrahal te Rotterdam geopend ADIO Uit de sportwereld Puntloos stoffen afgeleverd akkers; mmm JOURNAAL VAN DE „HOS I „Half vrachie" SÊ «irtldï Betekenis van liet ambacht Als de standaards van een leger Kruisridders, dat zich opstelt voor de beslissende slag, zo staan de vaandels van de Katholieke Middenstands verenigingen uit alle delen van Nederland fier op het podium van de Rotterdamse Rivièrahal, moderne reuzenarena van staal en glas, waar vandaag en morgen de Ned. R.K. Middenstand tijdens zijn 15e tweejaarlijkse congres een vredelievende, maar daarom niet minder felle en verbeten strijd levert om de hem toekomende plaats onder de zon met als einddoel: een middenstands-toporgaan in de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie. Voor het houden van zulk een uiterst belangrijk congres, dat zonder overdrijving een keerpunt in de historie van de kleine ondernemer mag worden genoemd, hadden de organisatoren geen betere plaats kunnen uitkiezen dan Rotterdam. REDE VAN DE BONDS VOORZITTER programma RAPPORT MR. F. J. H. BACHG PRAE-ADVIES drs. G. W. J. VLEK Voorlichting door speciale organen noodzakelijk BRANDWEER-VOETBAL PRAE-ADVIES prof. dr. G. W. GROENEVELD Morele verplichting tegenover personeel PRAE-ADVIES H. A. DIDERICH Op het slingerend schip wordt ter hoogte van de brug het net binnen boord gehaaldIn het want op de voorgrond een boei, die de schipper soms uitzet om later gemakkelijk eert goede visgrond terug te vinden Prae-advies prof. dr. W. R. Heere Katholieke Middenstand gordt zich ten strijde Is Rotterdam, de hevigst door het oor logsgeweld gehavende stad van Neder land, die zich sinds de bevrijding met onuitputtelijke energie heeft geworpen op haar herbouw, grootser en mooier dan ooit tevoren, niet het symbool van de door ambtelijk geleide economie en zware sociale lasten geteisterde midden stand, die na de bevrijding van de Wol- tersom-banden wil werken aan de struc tuur van 'n toekomstige organisatie in vrij, publiekrechtelijk verband, welke welvaart brengt aan allen? Geen wonder, dat mr. P. J. Oud. de burgemeester van Rotterdam, die een voorwoord schreef voor de interessante, fraai geïllustreerde gids, welke bij ge legenheid van dit 15e nationale congres is verschenen, er zijn grote vreugde over uitsprak, dat de N. R. K. M. in de Maasstad congresseert, omdat men zich op dergelijke congressen gemeenschap pelijk bezint op de problemen, die het heden stelt en die zich in de toekomst zullen opdringen aan deze voor 't volks geheel zo belangrijke groep. Werkcongres in een werkstad Geen wonder, dat de heer L. J. A. van Doorn, voorzitter van de Katholieke Mid denstandsvereniging in Rotterdam, welke als gastvrouw optreedt, de talrijke gas ten uit binnen- en buitenland welkom heette op „dit werkcongres in een werk stad", daarbij de gegronde hoop uit sprekend, dat het congres andermaal zal aantonen, dat de middenstand, die lijdt onder zware druk van vele belas tingen, onder al te grote sociale lasten en onder de onmogelijkheid om met de herbouw van de getroffen bedrijven te beginnen, kerngezond is en in staat tot de vervulling van zijn uiterst zware en dienende taak. Die taak zal de midden stand stipt blijven vervullen, zo lang het hem mogelijk is. Maar dan dient ook de overheid de stem van de middenstand te verstaan en in te zien, dat sociale maatregelen hnn waarde verliezen, als men het be drijfsleven niet gezond houdt en het de kans niet geeft, zich zodanig te ontplooien, dat het de zware lasten kan opbrengen. De bondsvoorzitter, de heer J. A. Koops uit Venlo, die in zijn congresrede even eens een parallel trok tussen Rotterdam: „Werkstad in wederopbouw" en de or ganisatie van de gehele Nederlandse Mid denstand. wees op de concurrentie, welke in het zakenleven weer volop merkbaar DONDERDAG, 13 OCTOBER. HILVERSUM II (115 M.) KRO. 7.00 Nws.: 7 15 Kareol septet; 7.45 Morgengebed; 8.00 Nws., gram.; 900 Moeders wil is wet; 9.40 Schoolradio; NCRV. 10.00 gram.; 10.15 Morgen dienst; 10.45 Orgelwerken; KRO. li.oo v. d. zieken- 11.45 Schoolradio; 12.03 Septet Johnny Ombach en de Zevenklapper; 12.55 Zonne wijzer; 13.00 Nws.; 13.20 Zang en gitaar; 13.45 Roeromme; NCRV.; 14.00 Metropole-ork. 14.30 Liederen v. Hugo Wolf: 14.45 V. d. vrouw: 15.45 Claveclmbel; 16.00 Bijbellezing; 16.45 Detalla-progr.; 17.00 Jeugdjournaal; 17.30 Volksliederen; 17.50 RegerlngsuItz.18.00 Leger des Hells; 18.15 Land- en tuinbouw; 18.30 Koor; 19.00 Nws.; 19.15 „Muziek bij nader inzien": 19.40 Radiokrant; 20.00 Nws.; 20.0a Steravond, (21.00 Famillecompetitie); 22.05 J. Strauss-progr.; 22.15 Vaart der volkeren; 22.35 Gram.; 22.45 Avondoverdenking; 23.00 Nws.; 23.15 Conc. v. viool en ork. op 21, E. Lalo; 23.50 Gram. HILVERSUM I (301 M.) AVRO. 7.00 Nws., ochtendgymn.7.30 Ochtendblad; 8.40 Gram., 10.00 Morgenwijding; 10.15 Ork. v. Melachrlno en Canaro: 10.50 V. d. kleuters; 11.00 Ens. John Renova; 11.30 Gram.; 11.45 Lezing: 12.00 De jonge acht; 12.38 Ork. Maria Zamora; 13.00 Nws.; 13.15 Harmonetto: 13.45 Gram.; 14.00 Knipcursus; 14.30 Alt-viool en piano: 15.08 „Klimop"; 16.00 Gevar. progr.; 17.00 Katetdos- coop; 18.00 Nws.; 18.15 Sport; 18.30 Ned. Strijdkr.19.00 V. d. kleuters; 19.05 „Liebes- traum", Llszt; 19.10 Chopin-progr.; 19.45 R. V. D.; 20.00 Nws.; 20.15 Dr. P. v. Anrooy 70 jaar: 21.40 „Parijs, 14 Dec. 1831"; 22.00 Radio Philb- ork.; 22.45 „Flitsen uit Papocaland"; 23.00 Nws.; gram. RADIODISTRIBUTIE III: 7.00 VI. Br.; nws. 7.05 gram. 7.30 kron. 7.40 gymn. 7.50 gram. 8.00 nws. 8.05 gram. 9.00 Eng. L.P.: nws.' 9.10 verz. pr. 10.00 Louis Mor- dish (org.) 10.30 v. d. sold 10.45 voordr. 11.00 B.B.C. Middl. Light' Orbh. 11.45 voordr. 12.00 VI. Br.: omr. ork. 12.30 •weer- en landb. ber. 12.40 VI. liedjes; 13.00 nws. 13.15 biosc.orgel. 14.00 VI. conc 15.00 Eng. L.P.: Sidney Davey en ens. '15.30 Jan Wildeman en ork. 15.40 Eng. H.S.: B B.C. symph. ork. 16.30 gram. 17.00 Kootwijk: Batavia. 18.00 Fr. Br.: v. d. sold 18.30 VI. Br.: v. d. sold. 19.00 VI. liederen. 19.50 Fr. Br.: nws. en act. 20.00 VI. Br.: verz. pr. 21.00 „Roer, roer, romme-de-pot". 21.30 omr. ork. 22.00 nws. 22.15 Fr. Br.: fragm. uit „Lucia dl Lammermoor". 22.55 nws. 23.00 div. RADIODISTRIBUTIE IV: 7.00 Eng, H.Snws. en pr. overz. 7.15 B.B.C. Welsh Orch. 7.50 „Lift up your hearts 7.55 weerber. 8.00 Fr. Br.: nws. 8.10 conc. 9 00 VI. Brnws. 9.05 conc. 10.00 div. 10.30 Eng. H.S.: Anton en ork. 1100 schooluitz. 12.00 Eng. H.S Lew Stone en ork. 12 20 v. d. boeren: 12.30 Eng. L.P.: B.B.C. North. Orch. (Weense muz.). 13.15 Billy Ternent en ork. 14.00 Fr. Br.: gram. 14.30 schooluitz. 15.00 Kalundborg: cab. ork. 15.30 werkjes van Trenet; 16.00 N. W.DR.: Joachim Wallbaum (piano). 16.30 div. 17.00 Eng. L.P.: B.B.C. Schots var. ork. 17.45 Harry Parry en sextet. 18.15 ..Prom. Players". 18.45 hoorsp. 19.00 Fr. Br.: omr. ork. 19.30 Eng. L.P.: Stand easy". 20.00 zang. 20.30 klankb. 2100 Bing Crosiby (zang). 21.15 „Tough at' the top" 22.00 ïjws. 22.15 „Topic fo.' lo-night". 20.20 Victor Silvester. 2300 voordr. 23.15 Jack Byfield en ens. 23.56 nieuw*. is. Een gezonde concurrentie, die moet worden toegejuicht, maar ook een wilde, onberedeneerd, concurrentie, welke de vorm aanneemt van ware winkeroorlogen met cadeau- en kortingstelsels van wijk tegen wijk en straat tegen straat, waar tegen niet krachtig genoeg kan worden gewaarschuwd. Het aantal faillissementen in Nederland is sinds de bevrijding weer gestegen tot de schrikbarende hoogte van 788 in het eerste halfjaar van 1949. Met betrekking tot de gedwongen de valuatie die de gulden in het internatio nale verkeer heeft moeten ondergaan, merkte de heer Koops op, dat prof. Groe- neveld, de eerste prae-adviseur. zich nog geen rekenschap heeft kunnen geven van de gevolgen daarvan- De Middenstand hoopt er intussen op te mogen rekenen, dat de regering bij de te nemen maatregelen zal weten te vermijden, dat langs de weg van de minste weerstand onevenredige offers worden opgedrongen aan de midden- standsbedrijven via de prijs- of belas- tingpolitiek. Na een compliment aan het adres van onze minister van economische zaken, die bij uitstek deskundig is en positief inge steld, ook ten opzichte van de. midden- en kleinbedrijven, en die met ruime hand middelen heeft uitgetrokken voor het Economisch Instituut van de Middenstand wees de bondsvoorzitter op het grote be lang van een bewuste bevordering van de rationalisatie en economische samen werking, welke des te noodzakelijker zijn nu de opdrachten van de Prijsbeheersing zijn vervallen. De Belastingherziening Niettemin dient als punt 1 de bijzon dere en concrete zorg van de minister van financiën te worden gevraagd voor de midden- en kleinondernemers. De be- lastingpolitiek van de laatste jaren heeft ertoe geleid, dat vooral de middenstand in grote moeilijkheden is geraakt. Bij de belastingherziening, een uiterst belang rijke kwestie, welke morgen in de prae- adviezen van de heren Schras en drs- Krouwels aan de orde komt, zal daarmee rekening dienen te worden gehouden. In dit verband verklaarde de heer Koops het ten zeerste te betreuren, dat de middenstand ten aanzien van de be lastingwetgeving verstoken is geweest van een orgaan, dat een zo deskundige, eens gezinde en krachtig mogelijke invloed had kunnen uitoefenen, zoals het geval is bij de landbouw- Regeling oorlogsschade onbevredigend Een probleem, dat juist voor de door oorlogshandelingen getroffen midden- standsbedrijven zeer klemmend is en dat hem persoonlijk, als voorzitter van de Landelijke Stichting der Oorlogsgetroffe nen, zeer ter .iarte gaat, is dat van de vergoeding der materiële oorlogsschade. Als er één groep is, die er in het des betreffende wetsontwerp ongunstig af komt, is het de middenstand. In het thans verschenen verslag van het overleg tussen de commissie van voor bereiding uit de Tweede Kamer en de minister wordt een nieuwe regeling in het vooruitzicht gesteld, waarin een bij drage ineens kan worden gegeven voor bedrijfspanden en bedrijfsuitrustingen. De bepalingen, welke aan deze nieuwe regeling worden verbonden, zijn echter zodanig, dat slechts een zeer klein ge deelte van de getroffen bedrijven hiervan kan profiteren en zelfs in dat geval gaat het uiteindelijk om niet meer dan een fooi. De zeer onbevredigende regeling van de schade aan bedrijfsuitrusting blijft, voor de middenstand vooral, van die aard, dat zij de ondergang van de ge troffen ondernemers in de midden- en kleinbedrijven betekent. De Middenstand hoopt en vertrouwt dan ook, dat bij de behandeling van de wetsontwerpen in de Tweede Kamer op 25 October a.s- de volksvertegenwoor diging zich dit alles zal realiseren en dat het voor de oorlogsgetroffenen drei gende onrecht niet tot wet zal worden verheven. Kinderbijslag zelfstandigen Ten aanzien van de kinderbijslag voor de zelfstandigen doolt de regering vol gens de heer Koops op het zijspoor van een groepsgewijze regeling voor groeps gewijze rekening. Hij twijfelt dan ook ernstig, of langs deze weg succes is te bereiken. De -toffelijke nood eist een op neming van alle maatschappelijk zelf standigen in de algemene wettelijke kin derbijslagregeling evenals in de oudedags- verzorging. Aan het slot van zijn rede herinnerde de heer Koops er aan, dat de data van het Middenstandscongres samenvallen met de voltooiing der behandeling van de P-B.O-wet in de Tweede Kamer. Is hij wel ingelicht, dan bestaat er kans, dat door een amendement, ingediend door de heer Schilthuis c.s. de mogelijkheid zal worden geopend tot het toestaan van een aftrek van de effingen der bedrijfslicha- men aan leden der organisaties. De deel nemers aan het Middenstandscongres zul len dan ook ongetwijfeld met spanning afwachten, of dit amendement door de Kamer wordt aanvaard. Met de wens, dat het Congres de Mid denstand nader mag brengen tot een ware coördinatie van zijn organisatie en tot een eensgezinde vervulling van de taak van vrije organisaties en publiekrechtelijke lichamen, besloot de heer Koops zijn met grote aandacht en instemming aangehoor de redevoering- Door de algemene secretaris van de N.R.K.r.L mr. F. J- H. Bachg, werd ver volgens een uitvoerig rapport uitge bracht over de ontwikkeling der orga nisatie, waaruit o-m. bleek, dat het to tale ledental, hetwelk in September '47 nog op 47.00? stond, sindsdien de 50.000 is gepasseerd en per 1 Januari j.l. tot 51.000 was gestegen. De centrale contributie-inning werd in zijn rapport aangeduid als de grote hef boom voor de innerlijke versterking der beweging, die alle aangeslotenen zal ma ken tot volwaardige georganiseerden in de eenheid van stands- en vakverband. De Middenstands-Onderlinge, in de oor log onder dwang gefusionneerd met de Middenstands-Bedrijfsvereniging, is thans uit vrije wil daarmee verenigd. Op het gebied van het vakonderwijs zijn prachtige resultaten bereikt. Sinds de totstandkoming van de Vestigingswet Kleinbedrijf in 1937 hebben 261.077 per sonen zich aan het Middenstandsexamen onderworpen. Van dit respectabele aan tal werden 122.565 candidaten geëxami neerd door de Centrale voor Katholiek Handelsonderwijs. In 1948 en 1949 zijn twee examens afgenomen, waaraan zich 58 106 candidaten hebben onderworpen. De Katholieke Centrale examineerde hier van ongeveer de helft, n.l- 26.615 candi daten, van wie er 14786 slaagden. De secties voor godsdlenstig-sociaal-ze- delijke aangelegenheden, de culturele sec tie, de sociaal-charitatieve sectie en de sectie Kadervorming en Commerciële ont wikkeling zijn bijzonder actief geweest. In het Santoswerk, dat voortaan onder de leuze: „Santos voor de geestelijke, li chamelijke en maatschappelijk gezond heid van de middenstand" zal werken, zijn diep ingrijpende wijzigingen aange bracht. De K.J.M.V. telt momenteel 155 plaat selijke afdelingen met in totaal ongeveer 5.000 leden. Het begrip rationalisatie werd door drs- G. W. J. Vlek in zijn uitvoerig en wetenschappelijk gedocumenteerd prae- advies, dat hij vanmiddag in de Beurs- zaal van St. Homobonus aan de deelne mers van het Middenstandscongres ta Roterdam uitbracht omschreven als het bewust streven van de ondernemer naar een verbetering in de samenwerking dei ter beschikking staande productiefacto ren met het oogmerk daardoor tot ver laging der kosten te komen. Een streven dus naar vergroting van de efficiency, de doelmatigheid, zowel in opzet en in- richting van de onderneming als in de eigenlijke uitvoering van het onderne- mingsbeheer. In middenstandskringen is men zich maar al tezeer bewust van de noodzaak van rationalisatie wil de zelfstandige middenstandsonderneming kunnen con curreren. De toepassing ervan vraagt echter een rusteloos en bewust zoeken naar verbeteringsmogelijkheden. Het grootbedrijf heeft op dit punt een voor sprong maar door onderlinge samenwer king welke voorlichting door speciaal daartoe uitgeruste organen mogelijk maakt (centraal instituut voor bedrijfs economische documentatie en onderzoek, centraal orgaan voor actieve en stelsel matige voorlichting op bedrijfstechnisch gebied! moet die voorsprong worden in gehaald. De heer Vlek wees hierbU nog op de mogelijkheid en waarschijnlijkheid, de taak van het Economisch Instituut voor de Middenstand uit te breiden. Ten aanzien van de practische vormge- ving van dit advies betoogde de heer Vlek dat de oprichting en instandhouding van de centrale voorlichtingsorganen op de eerste plaats moet worden gezien als een taak voor de centrales der vrije vak organisaties van de middenstand. Daar naast echter ligt hier een belangrijke taak vooral wat betreft de financiering, voor het publiekrechtelijk toporgaan vaa de middenstand- De aan dit orgaan te 'verlenen regis tratie- en heffingsbevoegdheid biedt de mogelijkheid', om de voor het stich ten, resp. instandhouden van beide cen trale instituten nodige fondsen te doen bijeenbrengen door allen, die van de werkzaamheden van deze instituten zullen profiteren, m.a.w. door geheel de middenstand, ongeacht of men vrij is georganiseerd of niet- Rekening houdend met het belang van een middenstandsbedrijfsleven, dat zijn maatschappelijke functie zo rationeel mogelijk vervult en anderzijds ook me' de omstandigheid dat de centrale over heid bij het bepalen van haar beleid op economisch gebied mede zal willen steu nen op de voorlichting der op te richten instituten, kwam de heer Vlek tenslotte tot de conclusie dat daarin tevens ter men waren gelegen welke een beroep op sympathie en steun bij de verwerke lijking van deze plannen ook van de cen trale overheid wettigen. Op 26 October a.s. des avonds zal in het Utrechtse stadion een elftal van de Neder landse Beroepsbrandweer een licht-wed- strijd spelen tegen een dito van de Bel gische Beroepsbrandweer. In Amsterdam is de uitgestelde finale om het amateur-kampioenschap boksen in het bantamgewicht gehodden tussen Boeijen (Eindhoven) en de oud-kam pioen Corman (Groningen). (Met mi niem verschil werd Boeijen winnaar en nationaal kampioen. Na het even belangrijke als verheugen de rapport van mr- B&chg, waarin de cijfers overtuigender dan woorden spra ken van de groei van de N.R.K.M., was het aan prof. dr. G. W. Groene- veld, hoogleraar aan de Keizer Karei- universiteit te Nijmegen, om in het door hem uitgebrachte prae-advies de plaats te bepalen van de zelfstandige middenstander in de tegenwoordige maatschappelijke structuur. In zijn beschouwing wees hij vooral op die samenhang der verschillende belan- gen, waarvan de volkswelvaart in haar geheel afhankelijk is. Taak van de over heid is, voor de noodzakelijke harmonie te zorgen. Een taak, welke m de gegeven omstandigheden buitengewoon wordt be moeilijkt door het zeer sterk internatio naal georiënteerde beleid van de rege ring. Het totstandbrengen van een reeel evenwichtsherstel tussen alle belangen in Nederland hangt in belangrijke mate af van de goederenproductie en de arbeids productiviteit. Prof. Groeneveld. die na ging, hoe het hiermee in ons land was gesteld, kwam tot de conclusie, dat het goederen-aanbod afhankelijk was van tal nog vrij onzekere factoren. De geldvoorziening was volgens hem al evenmin bemoedigend, hoewel daaruit niet mag worden geconcludeerd, dat wij op de drempel van een nieuwe depressie zouden staan. Wij verkeren echter in een positie van schijnwelvaart. Slaagt men er niet in, de economische situatie te ver beteren, dan is het alternatief: ver soberen. Vergroting van de koopkracht door middel van belastingverlaging en inte grale schadevergoeding waren volgens prof. Groeneveld, objectief bezien, in strijd met het streven naar evenwicht in de begroting en het herstel van het even wicht in de betalingsbalans. Hier heeft men een typisch voorbeeld van de tegen stelling tussen redelijke eisen en econo mische mogelijkheden. Waarbij dient te worden bedacht, dat niemand, ook een regering niet, tot het onmogelijke ver plicht is, want het onmogelijke is on redelijk. Niettegenstaande een markant herstel op economisch en monetair gebied, is de toestand in Nederland nog steeds zorge lijk. Daarvan diient men ook in het middenstandsbedrijf doordrongen te zijn. Een tamouflaige-politiek voeren heeft culturele peil en idealisme, dat moet zijn gebaseerd op een beter inzicht in het probleem van mens en samenleving. Na een korte onderbreking, om de tal rijke deelnemers aan het congres de ge legenheid te geven,, de koffiemaaltijd te gebruiken in de Rivièrahal, welke als bij toverslag herschapen was in een gezellig restaurant, vond vanmiddag de tweede congreszitting plaats, welke met het oog op de talrijke en zeer belangrijke te be spreken vraagstukken, in een drietal sectie-vergaderingen was onderverdeeld. Onder voorzitterschap van de heer Th. S. J. Hooy uit Haarlem, lid van de Tweede Kamer en vice-voorzitter van de N.R.K.M., bracht drs. G. W. J. Vlek, secretaris bij de N.R.K.M., in de Beurs- zaal van St. Homobonus aan de Walen- burgerweg een prae-advies uit over „Be- drijfsrationalisatie en economische samen werking". In het Bouwcentrum aan de Diergaardesingel, waar mr. H. A. Dide- rich, algemeen secretaris van de Ned. Katfa. Aannemers- en Patroonsbond, een prae-advies uitbracht over .Publiek rechtelijke bedrijfsorganisatie in 't bouw bedrijf", hanteerde de heer J. A. Dessing uit Rotterdam, vice-voorzitter van ge noemde patroonsbond, de voorzitters hamer. Tenslotte werd in de Blauwe Zaal van de Beurs aan de Coolsingel onder leiding van de heer J. A. Koops uit Venlo, bondsvoorzitter van de N.R.K.M., het door prof. dr. W. R. Heere, hoogleraar aan de kath. Economische en Sociale Hogeschool in Tilburg, uitgebrachte prae-advies over „De toekomst der am bachten (economisch en cultureel)" be sproken. Het was een ingewikkelde zaak, die de economische poiitie-rechter te Am sterdam gisterenmiddag te behandelen kreeg. Het ging tegen een der grote kledingmagazijnen in de hoofdstad. Aan de directie daarvan was ten laste ge legd: le. het ongeoorloofd doen afleve ren van stoffen, kleding, voering enz, waarbij 600.000 punten zouden zijn ge moeid: 2e. het afgeven van stoffen aan het personeel zonder dat daarvoor pun ten werden gevraagd, ter waarde van 60.000 punten; en 3e een sleclTte punten- administratie, waardoor 53.000 punten zouden zijn verdwenen. In het vooronderzoek was de zaak reeds zeer uitvoerig behandeld en daar bij waren de diverse standpunten op schrift gesteld en bediscussieerd, zodat de behandeling gistermiddag uiterst sum mier was. Het getuigenverhoor vorder de dan ook weinig tijd. De berekening van het geldelijk voordeel, dat de firma uit de transacties zou hebben genoten, bleek ter zitting op verschillende wij- zen mogelijk, zodat dan ook verschil lende uitkomsten ontstonden, namelijk 262.000. 156.000 en 77.000. De officier van justitie, mr. W. J. Kolkert, hield in zijn requisitoir het laagste getal aan. Hij zeide er van over tuigd te zijn dat deze zaak geen zaak van doelbewuste zwarte handel was en dat de onregelmatigheden het grote pu bliek ongemerkt voorbij zijn gegaan. Niettegenstaande dit, achtte hij de han delingen in strijd met de wet. Uitgezon derd het derde punt van de dagvaar ding achtte hij de feiten bewezen. Ge zien de extra winst, welke het gevolg was, eiste hij een boete van 75.000 of 4 maanden hechtenis voor de verant woordelijke directeur. De verdediger, mr. Brongersma, merk te allereerst op, dat de N.V. onmiddel lijk nadat een waarschuwing was ont vangen, met de gewraakte handelingen was opgehouden. Overigens achtte hij de handelingen in het geheel niet straf baar, daar de „afleveringen" intern wa ren geschied, n.l. tussen twee afdelingen van dezelfde N.V., terwijl afleveren in de zin van het civiele recht aan derden moet geschieden. Dat het personeel puntloos stof ont ving, vloeide voort uit de prima houding van het personeel tijdens de bezetting. Het was bekend, dat de directie stof had doen „onderduiken" om ze uit han den van de bezetter te houden. Dat dit niet verraden was, legde de directie een morele verplichting op, aldus mr. Bron gersma. Piept Uw borst bij het ademhalen. Verdrijf dan het slijm, dat hoest en benauwdheid 1 veroorzaakt en zuiver Uw luchtwegen eens I grondig met 's-Werelds beste Hoestsiroop geen zin, want d<an zullen de stukken D,r- n. ±x-'. £jA\Al-' later des te groter zijn. En onherstelbaar, In zijn ftrae-aflvlës, d&t nIJ uitbracht ook voor een integrerend deel van de Nederlandse volksgemeenschap als die middenstand. „Men bouwe niet, aldus prof. Groene veld, op de geforceerde ontwikkeling van een vrij kortstondig verleden, doch men trachte zijn positie, zij het wellicht op een wat lager niveau, te hervinden, om van daaruit voort te werken en mee te bouwen aan het welzijn van het ganse Nederlandse volk". Op grond van zijn beschouwing meende prof. Groeneveld met klem te moeten waarschuwen tegen stimulering van de omzet in de handel door kunstmatige ver groting van de koopkracht. Prof. Groeneveld besloot zijn prae- advies met een overzicht van de maat schappelijke aspecten der moderne econo mische samenleving, waarbij hij aandrong op sociaal bewustzijn, eensgezindheid^ hechte organisatie, verheffing van het in de tweede sectie van het Katholiek Middenstandscongres, welke bijeenkwam in een omgeving, waar de bouwers zich wel zeer thuis hebben gevoeld, name lijk het Bouwcentrum aan de Diergaar desingel, ging mr. H. A. Diderich, de al gemene secretaris van de Nild. Kath. Aannemers- en Patroonsbond, van het standpunt uit, dat publiekrechtelijke or ganisatie i van het bouwbedrijf wil zeg gen, dat men er naar streeft, deze be drijfstak van organen te voorzien, welke noodzakelijk zijn om hem zijn organisch karakter terug te geven en de bouw- bedrijvigheid te laten leiden door het zelfde beginsel, dat voor heel het eco- nomisch-maatschappelijke leven geldt. Onmiddellijk daarna stelde mr. Dide rich, die op ironische wijze afrekende met de Woltersom-organisatie, de vraag, welke organen, in het wetsontwerp ge noemd, in het bouwbedrijf moeten wor den gevormd. Haring en... trekvogels Zo tegen twee uur die Donderdagmiddag kwamen ze dan weer aangezet over de trawlerkade in IJ muiden, het loopzakkie met wat «pulletjes voor de nieuwe reig over de schouder: wat tabak, een extra stukkie spek, een paar eieren, het verstelde ondergoed en schone sokken, en alles wat „moeder" thuis verder nog had ingepakt, inaar allemaal nog in hun knappe reiskleren en velen in gezelschap van degenen, die achter zouden blijven aan de wal. Want het mag dan in IJmuiden minder 't gebruik zijn om de vissersman aan boord te brengen, er liep toch nogal wat vrouwvolk over de kaai en die kwamen dan even mee het scliip op, waarna de bemanning nog een kwartiertje terug de wal op ging drentelen. Zeventien man waren dat alles bij elkaar, de lichtmatroos mee gerekend, en allemaal hadden ze twee etmaal tevoren nauwelijks kunnen wachten tot het schip vastlag en allemaal had die twee etmalen verlof een lange tijd geleken. Nu was 't of ze nauwelijks thuis geweest waren. Alleen de schipper was die Donderdagochtend al eens langs gekomen. wuifden dan met een „Dat is allemaal veel veranderd tegen vroeger, meneer...." zei de tremmer. „vroeger kon dat nog wel eens nodig wezen.dan kwam je zogezegd onder geleide aan boord, omdat 't anders nog weleris mocht voorkomen, dat je met een „half vrachie" het dek opstruikelde. Nou is 't meer hartelijkheid, begrijpt je wel.Het was een van die wonderlijke herfstachtige namiddagen, doodstil en gou- dig van iets gesluierd zonlicht maar tegen de kim zat nogal wat dikke lucht en al kon men dwars de haven overkijken, waar helemaal achteraan de opgelegde, oude. roestige schepen lijdzaam verder ver gingen in het vettige vuile water, het klagelijk dunne roepen van de misthoorn in de richting van de pieren voorspelde toch de heiïgheid buitengaats. Tegen half vier klom de ouwe de brug op en liet de schorre stoomfluit brullen, dat de witte stoom kruivend wegspoot langs de grote zwarte pijp van de trawler. Drie lange en één korte stoot, en dat was voor thuis dan het teken, dat de „Vios losgooide. Een kleine sleepboot trok het schip weg van de wal, waar het vrouwvolk wuifde. Sommige achterblijvers liepen nog mb eind mm. *waa|den ook nog vanaf het havenhoofd, laatste zwaai af. De vuurtoren schoof voorbij en daarna de lange, lage armen van de IJmuider- pieren. Plotseling, haast onmerkbaar, be gon het schip te leven, werd traag wakker onder de luie deining van het bijna spiegelgladde water. De kust week terug tot de onduidelijke einderbegrenzing van een blanke wijde zee. en de vissersman naast me, de grote gele hoge klompen wijduit op het dek geplant, broek in de lange zwarte gebreide kousen en daarover het blauwe kieltje, zei zonder sentimenta liteit: „Zo, dat zit er weer op.... ik hoop, dat we maar gauw op de 2r0,r^®"zl-j"'ook dat Holland nog zolang aan de kim is ook niks gedaan Trawlers en loggers Er wordt veel langer op de haring gevist, dan de meeste mensen wel denken; wel iswaar steekt men voor vangsten, die nu thuisgebracht worden, niet meer de vlag uit, zoals voor de buit van de loggers uit Katwijk. Scheveningen en Vlaardmgen. die begin Mei met de „Hollandse nieuwe thuiskomen, maar dagelijks varen ook thans nog schepen thuis met haring, die op de Noordzee gevangen is. De vleet- visserij van de loggers begint in het voor jaar ten Noorden van de 57« breedtegraad; daar vandaan brengen ze de beroemde „schotse maatjesharing elk voorjaar weer tienduizenden op stiaat een paar minuten doet pauzeren onder het feestelijk Hollands vlagvertoon der wel bekende stalletjes en karretjes. Later zakken deze loggers van onder de Schotse kust af naar het Zuiden, gaan tegen half October onder de Engelse wal op lager breedten vissen en zetten voor de laatste haring van hun seizoen zelfs in het Kanaal nog wel de vleet uit. Het is echter niet alleen deze min of meer „passieve" vleetvisserij, welke Neder land en het buitenland van dit zeebanket voorziet: ook de veel grotere trawlers halen in het sleep- of schrobnet, dat achter het varende schip over de zeebodem wordt aangetrokken, massa's haring boven, en momenteel is het op de gronden nog bijna net zo druk als in de Kalverstraat, al loopt dan voor de trawlers het seizoen op de Noordelijk* en Noord-Westelijke rand van de Doggersbank tegen begm October ook zo ongeveer af. In tegenstelling met de haring-vleet,vis serij, de al eeuwen oud is, ging de eerste trawler pas in 1913 met t sleepnet ter haringvangst, en waren het Duitsers, die deze actievere manier van haring vangen hebben ingevoerd. Voor de Vios 1, de grootste trawler uit IJmuiden, toebehorend aan de rederij de V E M zou de reis, die wij mee- maakten Aaar de Doggersbank wel een van de laatste in het seizoen zijn, temeer waar elk schip om de twee reizen één reis op „verse vis" doen moet, waarbij alles gevangen mag worden behalve haring. Deze maatregel schijnt minder te maken te hebben met een bescherming van de haring, alswel met een streven om de prijsvorming gunstig te beinvloeden Noodlandingen op zee „Zo, dat zit er weer op...." De einder kreeg de kleur van de lucht er vlak boven bleek goud-blauw, vervaagde nog meer en verdween tenslotte. De laatste boden van het vasteland waren vogels; en wonderlijk genoeg geen meeuwen, al cirkelden die ook met tien tallen om het snel Noord Noord West koersende schip. Het vasteland was reeds uren uit zicht toen nog telkens over het water.... vinken kwamen aangevlogen. Met tientallen streken ze doodmoe neer op het dek tripten pikkend rond, fladder den aarzelend weer weg, maar kwamen daarna opnieuw terug, alsof ze de grote oversteek naar Engeland, waar ze over winteren, toch niet aandurfden. „Die pikken 't allemaal af", zei een der matrozen. „Ze hebben de pip, als u weet dat dat Is.let maar op mijn woorden; daar blijft d'r geen enkele van in leven. Ze zijn de grote vinkentrek kwijt geraakt ze konden niet mee.onderweg drinken ze dan nog wat zout water.nee, daar komt d'r niet één van aan de overkant. Die rijstepikkers. die je soms ziet ook niet. Ik ben er tot mijn spijt niet achter kun nen komen. wat „j:ijsfiepükker9" zijn. onderweg zag ik slechts tientallen vinken, een paar groenvinken, een verdwaald roodborstje en wat hoog overtrekkende spreeuwen. Boven het hoofd van de roerganger op de brug schommelde traag het groie scheepskompas, opgehangen in een ver nuftige rlngen-combinatie. „Beetje Noord West ten Noorden aan houden...." zei de oude na op het echo lood de diepte te hebben gecontroleerd „Beetje N.W. t. N. schipperherhaalde de roerganger, en de kompas roos ver schoof een paar millimeter op de slag-om aan het stuurrad. Eén vink kwam juist neergefladderd op het voordek: een wezentje, nog niet een derde van de grootte van n normaal scheepskompas, maar desondanks begiftigd met een instinctmatige richtingszin, welke telkens tweemaal per jaar alle geleerden ten ook degenen onder hen, die radio- en gyrokompassen uitvonden) weer voor een compleet en onopgelost raadsel stelt. Elk voorjaar, elke herfst overwinnen de vinken opnieuw hun angst voor de zee (ook al hebben ze die zee nooit gezien), wagen zich dan aan het grote avontuur van de zeer riskante oversteek: bij gun stige Oostelijke trekwind komen ze in het najaar op zeer grote hoogte loodrecht op de Nederlandse kustlijn aangevlogen en beginnen rechtstreeks de tocht over het water; ontmoetten ze daarentegen boven Holland een ongunstige tegenwind, dan gaan ze reeds kilometers voor de kust instinctmatig lager vliegen, strijken in de duinen neer of buigen, na in een breed front de zee te zijn genaderd, plotseling naar het Zuid-Westen af om boven de smalle strand- en duinenstrook, de rich ting van het Kanaal uit te vliegen, waar de tocht boven zee minder risico's met zich brengt Malle mokken „Bij mijn weten", zei de matroos, „is dat altijd zo geweestvroeger op de !°Sge ving je ze soms met honderden... - ma ze pikken 't allemaal afze zijn z ze hebben de pip, dezede 8e2 hoeven niet te rusten onderweg. goed móói hoor, allemaal die vogels i Alleen de „malle mokken", die zijn uitge sproken stomdie zijn z° s hoe stom hebt er gewoon geenbegr'P lijntje üver die beeste benne.alsif]klde haring d'r boord gooide met een stukkie haring d r aan, dan schrokte 20 "1^ 'm aa» achtermekaar op en an t stukkie haring wèèr overboord dan vrat ie 't meteen weèr1.(?E';:'ir, \l? S ed gemeen hoor, want eigenlijk zijn alle meeuwen je naaste buren op zee en bij deze schipper hoef je 't niet te proberen om beeste te peste. meeuwen zijn de duiven van de vissersman, zegt die.weet-u dat malle mokken ook zeeziek worden als je ze aan dek hebt -finaal zeeziek.ze kok halzen d r van en alles spugen ze dan uitEvengoed raar, niet Ja. een zeezieke zeemeeuw is zelfs zö raar, dat ze alleen in de interpretatie van de vissersman bestaat: de onsmakelijke symptomen zyn namelijk haar laatste ver dediging tegen elke (vermeende) vijand. Het werd geleidelijk donker over het water en de „Vios I" slingerde iets meer: aan boord gingen de lichten aan, en terwijl het langzamerhand tijd werd voor ruiger zeeverhalen (waarover een andere keer), Ploegde de scherpe boeg met een vaart van elf mijl per uur in de richting van de „Siverpit", koers Noord Noord West. Zo nu en dan maakte nog een vink uit geput een noodlanding, hipte ongewoon „mak" rond over het dek, pikte naar een verdroogd visschubbetje, zag natuur lijk nooit de broodkruimels, die de licht matroos had neergestrooid, en „durfde" plotseling weer de onzekerheid van een gevaarlijke nachtvlucht aan. En voor vloekte een rauwe matroos z'n maat uit. „Je laat 'm.... slape, zeg ik je. je laat 'm slape In het uiterste hoekje van een onge bruikte kooi zat doodstil, het kopje inge trokken tussen de schouderveren, een slapende..., vink. J. W. HOFWIJK. In het algemeen kan op deze vraag worden geantwoord: de organen, die de maatschappelijke rechtvaardigheid ga randeren, welke aan tederfflHffgr Wtnv - bedrijf geeft, wat hem toekomt, onder nemer zowel als arbeider, hoofdaanne mer zowel als onder-aannemer, fabri kant en leverancier. Het wetsontwerp laat de weg open naar drie mogelijkheden: bedrijfschap, hoofdbedrijfschap en productschap. Er zijn teleurstelling over uitsprekend dat het bedrijfsleven zelf nog maar heel weinig belangstelling heeft voor de vraag, welke concrete vormen aan de bedrijfsorganisatie dienen te worden gegeven, deed mr. Diderich in zijn prae- advies vervolgens een aantal suggesties aan de hand, waarmee het georganiseer de bedrijfsleven bij het uitbrengen van zijn advies omtrent deze aangelegenheid rekening moet houden. Volgens hem zouden de ondernemingen welke thans feitelijk werken onder de beide loonregelingen voor het bouwbe drijf burgerlijke en utiliteitsbouw, als mede water-, spoor- en wegenbouw kunnen worden beschouwd als gelijk soortige ondernemingen, welke daarom in aanmerking zouden kunnen komen om van een publiekrechtelijk orgaan te worden voorzien. Dit doet echter terstond de vraag rij zen, of het wenselijk is het hoofdbe drijf en de nevenbedrijven in het bouw bedrijf al dan niet te verenigen onder één bedrijfschap. Het tweede lid van artikel 66 van het ontwerp-wet interpreteerde mr. Di derich aldus, dat men de bedrijfschap pen een taak toekent ten aanzien van de ondernemingen, welke in het be drijfsleven een gelijksoortige functie ver vullen en dat men een hoofdbedrijf schap instelt ten aanzien van onderne mingen, welke in het bedrijfsleven een verwante functie vervullen, hoewel deze groepen van ondernemingen samen nog geen basis bieden voor de vorming van een productschap. Aldus gezien werd, volgens de prae- adviseur, de vraag, waarover vandaag de discussie ging, deze: welke groepen van ondernemingen behoren tezamen een hoofdbedrijfschap voor het bouwbedrijf te vormen en vervolgens: welke groepen van ondernemingen vallen, binnen deze sector van het bedrijfsleven in de ruim ste zin, te onderkennen, die in aanmer king komen voor de vorming van een bedrijfschap. In zijn prae-advies „De sociale en cul turele betekenis van het ambacht" voor het 15e congres van de N.R.K.M., dat hij uitbracht voor de Derde Sectie, welke vanmiddag in de Blauwe Zaal van de Beurs vergaderde, stelde professor dr. W. R. Heere, hoogleraar aan de Kath. Econo mische en Sociale Hogeschool in Tilburg, de grote waarde voor onze samenleving van de zelfstandige ambachtsman tegen over de „massificatie" van de ongetelde duizenden, die -weinig of geen verant woordelijkheid behoeven te dragen. Van economisch standpunt bezien. ligt de uitweg uit onze armoede in de ver vaardiging van het goede product, waarin zoveel mogelijk arbeid schuilt. De verhouding tussen industrie en am bacht besprekend, wees prof Heere er op dat de groot-industrie enerzijds vele ambachten dooddrukt, maar anderziias vele nieuwe ambachten in het leven roept. Voor alles zijn er vakmensen nodig. De persoonlijke relaties tussen kopers en op drachtgevers, economische samenwerking en bedrijfsrationalisatie, vakopleiding en organisatie zijn de factoren, welke de toe komst van het ambacht garanderen en welke de morele en sociale waarden van het ambacht voor de samenleving zullen behouden doen blijven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1949 | | pagina 2