Kloof tussen theorie en practijk Variatie in stevige maaltijden NEMESIS ==m=J Twee romans van Nederlandse schrijfsters Ons menu voor Januari SATERDAG 7 JANUARI 1950 PAGINA '4 Voor de filmcamera WAT ZAL HET JAAR 1950 BRENGEN? Orson Welles heeft genoeg van Hollywood Orson V/elles, die van mening is, dat de Verenigde Staten Europa ook op cultureel gebied voor zich moeten zien te winnen. „De Komeèt cn liet Harlekijntje" luidt de goedgekozen titel van een roman die tot de merkwaardigste van de laatste maanden mag worden gerekend. Het is een vrij korte roman, geschreven door iemand die al eerder de meesterproef in het korte bestek aflegde: Amocne van Haêrsolte, winnares van de Staatsprijs Voor letterkunde in 1947 met de novellenbundel „Sophia in de Koestraat". 3oor J. KILMENEY KEITH Hoewel een nare Diensregen op de eerste de beste werkdag van het jaar 1950 de door het, R. N. M. t tn lïe nilt aangekondigde vorstperiode-met- iou-oit-Siberië verving en aldus de wijfelaehtigheid van alle menselijke oorspellingen op pijnlijk-duidelijke w «jre aan de kaak stelde, willen wij iet er in deze eerste Filmramera van bet jaar toch on wagen, een blik in de toekomst te werpen en een poging le doen om te achterhalen, wat ons in het nas begonnen jaar 1950 op bet gebied van de speelfilm zoal te wach ten staat- Als we met de grootste producent. Hollywood, beginnen, dan moeten we al terstond vaststellen, dat er ook in het rijk van de bewegende schaduwen een vrijwel onoverbrugbare kloof be staat tussen de theorie en de practijk. Ce theorie op het gebied van de film productie, zoals die aan het begin van dit jaar door Orson Welles, een der meest vooraanstaande Amerikaanse re gisseurs en acteurs, werd ontwikkeld, laat niets te wensen over. Welles, die zich met Nieuwjaar voor zaken in Parijs bevond en die sindsdien naar Stockholm is vertrokken voor een vacantie van een dag of vijf, heeft in een vraaggesprek over de taak van Hollywood verklaard: ,.De Verenigde Staten moéten Europa ook op cultureel gêbiéd Voor zich winnen". nDè Europeanen", zo vervolgde hij, .,zijn een tè oud en tè intelligent Vólk om de propaganda te slikken, die hun pro beert bij te brengen, welk een groo' land Amerika wel is. Wij kunnen slechts hopèn, dat zij ons respecteren. Dit respect kunnen wij ze alleen afdwingen door hun het allerbeste te leveren op het gêbiéd van de Amerikaanse film, het theater en de verdere kunst. Deze kunst producten moeten van Europese kWalitéit zijn en blijk geven van het Europese vermógen tot zelfcritiek". Wellés liet zich in zeer scherpe be- woordlngèn uit over de door de Verenig de Staten geëxporteerde ,,asphaltcultuur van tweedèrangsfilms. die Europa teistert als de pest". Hij herinnerde aan het plei dooi, dat de directeur van de C. A. Paul Hoffman, heeft gehouden voor dê éénwording van Europa en merkte op: ..Hoffman hed niet alléén óp economi sche, maar ook op culturele éénwording moeten aandringen". ,.Wat Hollywood op hét ogenblik pro duceert", ging hij voort, „geeft niet het beste weer van ons culturele leven- De films van thans zijn van het grandioze soort, die iedereen kent. Wat wij nodig hebben, is meer films, warin de te kortkomingen en de zwakheden Van Amerika openlijk worden becritiseerd, want niets is zo dodelijk voor de cri- tiek als de zelfcritiek. Er móeten méér films kómen, welke kunnén worden gewaardeerd dóór de Europèanen, die bêlezén zijn en die kunnen denken. Want zij zijn het, dié over het lot vafi Europa zullen beslis sen". Dit is de theorie, die, als alle theo rieën. erg mood Is. Maar met dê prac- tijk schijnt het in Hollywood wel enigs zins anders te zijn gesteld, als we ten minste afgaan op de titels van de films, welke er op stapel staan- De eerste Van deze filfn heet ..De Reis naar de Maan", welke een fantasiebeeld geeft van de eerste tocht per raket naar dat hemellichaam. De tweede heeft tot titel „Ik zoek een schat", een film, waarin de uitbeelding van een expeditie van diepzeeduikers wordt gecombineerd met het verhaal vair de geschiedenis van Port Royal op Jamaica, een stad, welke in 1692 na een onderzeese aardbeving met al haar 5.0U0 inwoners in de golven Verdween. Tenslotte wordt, er nog een rólprént aangekondigd, die „1965" zal hetèn en die verhaalt van een aanval biet atoombommen op Washington over 15 jaar. Ce titels van deze films doen veron derstellen, dat zij niet bijster geschikt zullen zijii om een oud en intelligent volk als de Europeanen respect in te boezemen voor de Amerikaanse cultuur, hoogstens Voor de Amerikaanse fanta sie. Evenmin zullen deze films blijk ge ven van tipt Amerikaanse vermogen te» zelfcritiek, welke in staat is de tekort komingen en de zwakheden van Ameri ka openlijk over de hekel te halen. Inte gendeel, het zullen wel weer grandioze spektakels wórden, die alleen maar zul len bewijzen, dat Hollywood met zijn dol lars nog altijd de duurste décors en de kostbaarste télhnische uitrusting kan kepen. Even verontrustend voor hen, die me nen, dat Hollywood zich ooit nog, eens erhstig met dé kunst zal gaan bas> hou den is een bericht, volgens hetwelk al daar een nieuwe mannelijke „hartenbre ker" is gevonden in de persoon van Harold Keel, die lid is geweest van het gezelschap, dat in Londen de show ..Oklahoma" opvoerde. Harold Keel zal de hoofdrol krijgen in êèn filmversie van Ëmile Littlèf's „Atinie Get Your Gun", de operette, met muziek van Ir ving Berlin, die een paar jaar lang achtereen in The London Coliseum werd opgevoerd. Geen wonder, dat Welles aan het slot van hetzelfde vraaggesprek, waarin hij zijn móóie theorieën oVèr dé Ameri kaanse filmproductie verkondigde, me dedeelde, dat hij van plan is, de vol gende winter weer naar het toneel terug te keren. Hij gaat in geèn geval meèr naar Hollywood, omdat hij „genoeg heeft van die plaats". Maar al volgen we dan ook het voor beeld van Orson Welles en gaan. we niet naar Hollywood, de producten va.n Hollywood zullen dit jaar weer in gro ten getale naar ons toekomen en de meesten daarvan ztfllén, naar wij vre zen, er maar heel weinig toe bijdragen, onze bewondering voor de grootheid der Amerikaanse cultuur te doen stij gen. Veel aantrekkelijker alweer af gaande op de titels Van dé films, wel ke ons worden aangekondigd ziet het Italiaanse productieplan voor 1950 êr uit. Zavatüni is gereedgekomen met scenario voor de film „Het is gemak kelijker vbor een kameel(door het oog van een naald te kruipen dan voor een rijke om het Koninkrijk der Hemelen binnen té gaan). Deze film zal worden geregisseerd door Luigi Zarnpa, die films als „ViVefc in Pace" naam heeft staan. Zampa is op het ogenblik bezig met de vervaardiging van de film „Oorlog of Vrede". Een der jongste acteurs in deze film is Enzo Staiola, die Wereld bekend is geworden als de kleine Bru no in de film „Fietsendieven". Enzo is nog geen tien jaar oud. De oudste acteur in de film Is de nog krasse Er nesto Almirante, die de zeventig a.1 is gepasseerd en wiens a.musante oa- ricatuur van een oom in „Vivere in Pace" men zich nog wel zal herinne ren. Dbor de acteur-Producer Aklo Fa- torizzi, die bekend werd om zijn spel in „Rome, Open Stad" en „Vivere in Pace", zal onder dé titel „Beravenuto Revèrerido" (Welkom Eerwaarde) een film worden gemaakt over de branden de kwestie van het zich toeëigenen van landerijen dóór werkloze landar beiders. De hoofdfiguur in deze film is een jonge priester, die arme boeren pro beert te helpen door hun eén paar honderd lires te lenén, wélke hij heeft weten bijeen te brengen voor een Ma riabeeld ten behoeve van zijn kerk. Mario Caanerini, die „Molti Sognl per le strade" maakte, zal een film komedie regisseren, welkte bót titel krijgt „Twéé VróUWen is te veel". Augusto Gemina, evenals Camerini een oud-gediénde bij de Italiaanse film, die vóór dé oorlog de voortreffelijke film „Het Witté Escadron" Vervaardig de en na de oorlog „Cieló sulla Palu- de", zal „De Klimop" verfilmen, een roman Grazia Dèledda. Giorgio Biamehi, miet wiens werk als regisseur wij hier te lande nóg geen kennis hebben gemaakt, is bèzig met de film „Jeugd op Zee". De ac teurs, welke aan déze film medewer ken, vormen een cosmopolitisch gezel schap: Jacques Sernas en Charles Va- nel (Frankrijk), Dóris Dowling (V.S,), Marcello Mastroiahni, Aldó Fiórelli en Milly Vitale (Italië). Tenslotte bestaan er plannen om een moderne filmversie te maken van „De Verloofden", de bekende roman van A. Manzoni. Volgens het Belgische dagblad „De Nieuwe Gids" zouden er in Rome en Parijs onderhandelingen Wórden ge voerd over het houden van een Film festival 1950, opnieuw in Kttokke. Het zou ill de bedoeling van de Belgische onderhandelaars liggen, het Festival beurtelings te Knokke, Brussel, Can nes en Venetië te doen houden. Dé Italianen blijken niets Voor dit plan te voelen, maar dó Amerikanen schijnen er voor gewonnen te zijn. In dien de besprekingen een voor de Bel gen gunstig verloop hebben, zal het Filmfestival dit- jaar van 15 Juni tót begin Juli te Knokke worden gehou den. De Katholieke Jeugdraad organiseert in .samenwerking met de Volkshoge school „Drakenburgh" op Zaterdag 21 en Zondag 22 Januari a s. een Oriën tatie-bijeenkomst over de problemen van film en jeugd in het katholieke Ge- meenschapsóord „Drakerfburgh". Sprekers op déze bijeenkomst zullen en „L'Onorevole Angelina" op z&jn zijn A. van Domburg uit Amsterdam over „Het wezen van de film" (haar aesthetische wetten)drs J. Peters uit Den Haag over „Dte psychologische werking van de film op de jeugd en jongeren" en de cineast P. v. d. Ham, eveneens uit Den Haag, over „Film industrie en filmdistributie". In de Barrandof-studio's te Praag wordt „met stootanbeidersanelheid3 een film over Stalin opgenomen. De film aal „Liefde" heten en hoéft ten doel, uitdrukking te geven aan de ge voelens van dankbaarheid van het Tsjecho-Slowaakse vólk jegens „De Grote Stalin". Teraelfdertijd zal zij diens „vaderlijke, liefdevolle betrek kingen tot Tsjecho-Slowakije" In beeld brengen. Zou die „stootarbeiderssnclhe.id", waarmee er wordt gefilmd, misschien verband houden met de Vrèes, dat dê liefdie in Tsjecho-Slowaktqe Wel eens zou kunnen zyn bekoeld, voordat de „Liefde" klaar is vóór vertoning? Ten slotte kruipt het Titoisme, waar het niet gaan kan. Kén zeer romantische geschiedenis, een legende bijna, die zich afspeelt op een oud Overijssels kasteel, vórmt het thema van „De komeet en het harle kijntje", een titel die daarom Zo góéd gekozen is omdat hij aanstonds eén contrast suggereert. Zoals het angst aanjagende hemellichaam contrasteert met de kleine snuisterij, zó is de huive ringwekkende geesteszieke, die óp dê Wirneburcht de scepter zwaait de vol strekte tegenpool van zijn engelachtige echtgenote Matthia. De duistere geaardheid van „Zijne Genade", zoals de heer des huizes steeds genoemd wordt, manifesteert zich in een mateloze willekeur: een knècftt wordt Vermoord omdat hij rood haar heeft, de lievelingsdieren vall zijii echtgenote worden in eén vlaag van jaloüzie gedood, en als Matthia een slechte vrouw uit het dorp in haar laat ste ogenblikken heeft bijgestaan, neemt de tóórn Van haar echtgenoot zulke vormen aan, dat hij haar wil vergifti gen. Wekt het contrastrijk huwelijk vait demon en engel herinneringen aan Emily Brontë's „De woeste hoogte", ook dè manier, waarop de geschiede nis wordt medegedeeld, doet aan déze roman dénken. Want zoals de huis houdster Nelly Dean de vertelster is van dé gruwelijke gebeurtenissen op „Wuthering Heights", zo is het op de Wirnéburcht. de secretaris Wedde- hóen, die het verhaal doet. Een ver haal vól demonische visióetien, angst en dóód. Want na het verschijnen van dè komeet, Waardoor de geeste lijke gezondheid van Zijne Genade totaal Ontredderd wordt, geraakt het land in gróte beroering cloor oorlog én épidemie. Wéér. een naargeestig boek dus? Al lerminst. De schrijfster vindt het te genwicht voor de zeer dramatische ge schiêdenis op dé eefste plaats in de figuiir Van Matthia, kinderlijk blij met het harlekijntje dat haar neef Conrad haar teil geschenke gaf, vol liefde voor haar medemensen en niet minder voor de kleine menagerie van vogels en kat ten. die zij in haar boudoir houdt Maar de voornaamste eigenschap, waardoor dit boek zich distancieert van de gangbare realistische narigheden, is dé Vèfrassend-oorspronkelijke poëti sche stijl, dié het hele geval plaatst in dè sfeer Van de middeleeuwse legende. De schrijfster stélt Zich niet tevreden toet dé gebruikelijke archaïserende Slévigc, voedzame maaltijden Vraagt dè maand Januari, Want het is Winter, al loopt liet mét de vorst nogal los. Als echte Hollanders dénken Wé dan hét eerst aan snert, brüiaè bónén én stamppot Maar al is dij laatste gerecht voor vélen winterkost, tóch móet inèn het niet iede re dag eten, zoals in soixmige streken Van ons land Wel gebeurt. De kans Wordt dan groot dat de voeding té weinig af gewisseld is. Hét Verkeerde van een stamppot is ook, dat door het fijnstampen van dè aardap- plen het Vitamine C daaruit Voor eén groot deel Verloren gaat. Daar in de win ter het fruit, dat ons dit onmisbare Vita mine verschaffen kan, schaars en ovèr hét algémeèn duur is, möetêii dan dè aardappelen en de groente onze Voor naamste Vitamine C-bron vórmen. Béter is het daaróm, dé aardappelen eii dé groente niét té stampen, maar afzonder lijk op te doen. Ook 't opwarmen maakt bet eten arm aan de Vitamines, die wij zo nodig heb ben, omdat zij ons weerstand gevèn tégen griep en verkoudheden. Eén vitamine-armè maaltijd kan nièn op Zeer eenvoudige wijze verbetoren dóór er eén slaatje bij te geven van raüwè andijvie, rauwe witlof met appèl, biet, rauwe rode kool of zuurkool, of, inplaats hiervan, wat fruit na. Wannéér we eén maaltijd geven van peulvruchten, die gelukkig hiet zo duur meer zijn, dan wordt oók de Voedings waarde van dit menu verhoógd door het toevoegen Van rauwe of gekookte gröénte. Bovendien is een combinatie Van aard appelen en peulvruchten beter dan een gerecht van peulvruchten alléén! De eiwitten van aardappelen en peulvruch ten tezamen zijn al. van hogere Waarde dan van ieder afzonderlijk, zodat het dan niet méér nódig is eiwitrijke lèVëlismid- délen, zoals vis of.vlees, bij de maaltijd te géVéii. Tót slot hóg eén Wenk Vóór dé bróód- maaltijden: Vergêét töch dé ramétias niet édd broodbelegging? Degenen, dié zé mét zout te schérp Vindén, kunnen We aanraden, ze eens mét briiiné suiker tè próberéft. Zondag: Groentesoep aardappelen, runderlappen, ohinesê kóól custard pudding met rozijntjes en jamsaus. Maandag: Aardappelen capueijners mèt spek, uiensaus, andijViesla stoofperen- Dinsdag: Tomatensoep aardappelen, gèstoöfdê knolselderij, gèliakt. Woensdag: Aardappêlêfi, ei, biêtjës wentelteefjes. Donderdag: Hutspot met klapstuk vfücht. Vrijdag: Aardappelen, gebakken Vis, sla van brusselslóf mét éppei, bótèfsaus rijstebrij. Zaterdag: Aardappelen, rolpens, rbdê kóól - havermoutpap. RECEPTEN voor vier personen Chinese kooi: kg. Chinèsè kool, 2 dl mèlk, 30 gr. (3 eetlepels) blöém, boter of margarine, iéts nootmuscaat, zout. De kool schoonmaken, snijden (de strui ken worden hét als andijvie gesneden) en wassen. De groente opzetten met aau- hahgènd Watëf, eft zé évèh laten slinken en zout eraan toevoegen. Als de kool gaar is (20 a 30 minuten) t het vocht afgieten (dit kan in soep óf saus verwérkt Wór den), de bloem aanmengen met iets van dè koude melk, de rèst Van de melk bij de groente voegen en deze binden met dé aangemengde blóein. Bij het opdoen iets nootmuscaat over de groente raspen. Gestoofde knolselderij: 3 grote selder ij knollen, l1/, ai (1 kopje) méik, zout, 12 gr. (114 lepel) ijloem, een klontje Bótèr Of margarine, nootmuscaat. De seldèrijknollen (net als koolraap) schillen, in plakken snijden, en deze in blökjêS vêfdeicn. De knolletjes Opzetten met weinig water en zout. Wanneer ze gaar zijn (20 minuten), hét kooknat aan vullen met mèlk tot 1 "2 dl en dit vocht bindên mét dè aangemengde bloem. Bij hét opdoen iéts nootmuskaat over de groente raspen. Oók wat gehakte blad selderij kan men over de knolselderij strooien. Rolpens bakken: 400 gr. rólpèns, Wat bloem, bóter, mar garine of vet, 1 a 2 zure appelen. De ïölpèns ia plakken snijden Van on geveer 1 cm. dikte. De plakken door droge Biöèrti halen en dè overtollige bloem afschudden. De bóter, dé marga rine of het vet in een koekenpan heet latèil worden. De rolpens hierin aan bei de zijden bruin bakken. De appelen schil len, hét klokhuis ér Uitboren ên 2e in dakke plakken snijden (evenveel als cr plakken rolpens zijn). Ze in hetzelfde Vèt aan belde kanten snel bruin bakken. Óp élk schijfje rolpens eert gebakken appelschijf leggen. De jus aftóakèn «nét iets water. woorden als telloor, chirurgijn en der gelijke, maar schiep een heel eigen, pit toreske taal, waarin bizarre dialect vormen kleur en humor brengen, mét eigenwijze woordvormingen, rhyth- miSch voortkabbelende zinnen, ert herhalingen die dé psalmist niet zóudén misslaan Op het dieptepunt van de ellénde, als de lieftallige Matthia aan dé epidemie ten offer valt, neemt de droeve legende een gelukkige keer, en men is dan vol doende ingeleefd in de zonderlinge ro mantiek om deze wending ten goede aan het harlekijntje toe te schrijven. Zijne Genade wordt bevrijd van de de mon die in zijn geest rondspookte, ein delijk ziet hij zijn wangedrag ten op zichte van zijn eega in en Wofdt een boetvaardige zondaar. „De komeet en het harlekijntje" is 'je bijzonder boek, dat de aandacht van velen verdient. Een ander boek dat even veelbelo vend inzet, maar later weinig uit blijkt te steken boven de grauwheid vair de gebruikelijke probleemroman is „De witte veren" van Jeanne van Schaik Willing. Wie deze roman begint te le zen wordt overrompeld door het mee slepende eerste deel, waarin de figuur van de jonge dichter Johan tér Hert Wordt getekend. In lyrische, zeer beel dende taal schetst de schrijfster hoe in zijn geest het dichterschap ontluikt en hoe de kloof tussen de snél beroemd geworden poëet én de burgermaat schappij steeds wijder Wórdt. Op een litterair avondje, waar de ergernis van de dichter ten top stijgt, begint een idylle met een jolig meisje, de enige in wier hart het woord van de dichter weerklank vond. Een romantische wan deling door de duinen volgt, Waarbij de dichter van „Paradisiaca" zich al té paradijselijk gedraagt. Het onbewust verleide meisje draagt de gevolgen Van de Onstuimige dïchter- liefde, de verleider verdwijnt tn hier mee is dè stof Vóór hét conflict tussen de „vrijheid" van de kunstenaar en de „benepenheid" van de maatschappij (voor dé zoveèlste maal) geléverd. En vóór de zoveelste maal wordt dit iflict behandeld met een knipoog in dé richting van de dichterlijke Vrijheid en met een caricaturiserendè laatdun kendheid ten opzichte Van de z-g. bur gerlijke benepenheid- Men kan dan ook niet zeggen dat de schrijfster in hèt schuldprobleem van de kunstenaar ver klaar he id heeft gebracht. IntegèndèèL zij hééft hèt probleem niét eèns zuiver gesteld. Want van eén zuivere pro bleemstelling kan geen sprake zijn wannéér mén morele gebondenheid vereenzelvigt met bekrompen opvattin gen zoals de schrijfster suggereert té doen.- Hèt is zeer zeker waar, dat de mens niét het recht heeft te oordelen over de innerlijke gesteltenis van dé moreel ge derailleerde medemens, maar deze schroom om de zondaar té veroordelen mag niet de v ri.iheid inhouden om de zonde te bagatelliseren. Het ontbreken van het zondebesef waarvoor eèn vage wroeging het karig surrogaat is dóet óns voor dit boek, dat overi gens na het prachtige begin eén vèel zwakkere voortzetting vindt, voorbe houd noodzakelijk achten. P. N.a.v. „De komeet en het harlekijn tje" dóór Amoene Van Haèrsöltê. Uitg. v. Oorschot, A'dam; „Dè witte veren" dóór Jèanne v. SchaikWilling Uitg. Querido, A'dam. Ons Romanbijvoegsel KORTE INHOUD VAN HET VOOR AFGAANDE: Sir John Ryniaa nodigt in zijn buis een paar families uit. Om de verloving van, zijn pupil, Eva Chauncey, met Fe lix Mountain, 'n jónge doktér uit Lan den. te vieren- Zij ontmoet daar o-a. iia&r neef Midhaël, die óp Eva ver liefd ia Mén spreekt over het oude hiuis eö Ryman baalt een oud boek, dat de hele familiegeschiedienis van hét huis bevat. 2elfs een geest kómt er aan te pas- Om de gespannen sfeer wat te bro ken, gaat sir John enkele messen Halen, om die aan het gazelschap te tomen- Als iedereen naar béd is, bespreekt sir John met Pükingitosi, zijn zaken- compagnon, een belangrijke transactie. Later wórdt hij dóód op 'n stoel in de bibliotheek gevonden met een van de messen in zijn hart Ofschoon er geen sporen van in braak zijn te bespeuren, wordt een belangrijk document gemist, zonder welke de transactie niet kan door gaan, Inspecteur Cart.wright vindt op tafel een visitekaartje van de moor- naar, waarop staat Nemesis Londen- Hij vraagt aan Pilkington, wat de in houd van het gestolen document was. De verschillende aanwezigen worden ondervraagd. In de kamer van een der gasten. Dale, worden verbrande documenten gevon den. Ook Dale wordt ondervraagd. 7). - Ik heb enige heel vertrouwelijke pa pieren verbrand, zeide hij, en de inspec teur was getroffen door de wijze, waar op hij die woorden uitsprak. Ik ben verplicht u te vragen, wat soort van papieren dat waren, hernam hij. Dale keek stijf en strak voor zich uit Zij hadden alleen op mij betrekking, en v konden onmogelijk van belang zijn iemand anders. w r de handhaver van de wet drong 0 nadere bijzonderheden aan. - Ik kan niets zeggen, herhaalde Dale, b 'Ivo dan, dat het brieven waren, 1 ven aan mij geadresseerd en voor r and anders van belang. Alleen brieven.?, vroeg Drewitt. e dacht snel nn. Daarna zeide hij ji .pgensin: Er kunnen wel een of twee andere ver rouwelijkc stukken bij' geweest zijn, maar niets, dat op iemand anders betrek king had dan op mij zelf. Misschien kunt U dan verklaren, mr. Dale, waarom U niet slechts docu menten, maar ook deze zakdoek ver brand heeft. Drewitt wees naar de ver zengde stukjes van een skdoek, die tus sen de overblijfselen lagen. Dale stond verslagen. Al degenen, die tegenwoordig waren, zagen duidelijk, dat hij dóór deze ontdekking totaal van zijn stuk was ge raakt. De zakdoek was heel klein ge weest. Er zou echter nog meer voor de dag komen. Er zijn oojc nog andere soorten van as, waarvan ik gaarne een verklaring had, en hjj wees naar enikele verschroei de overblijfsels, die zeker geen papier geweest waren, en nu tussen de overige rommel lagen. Wat bedoelt U? Mag ik mijn eigen zabtetj, niet verbranden, zoijder dat een ander êr zich mee bemoeit? Dat hangt er van af, zeide Drewitt grimmig, terwijl hij zich nog eens boog, óm de resten nog wat zorgvuldiger te onderzoeken. Dit zijn overblijfselen van een zakdoek cn een paar glacétjes. Het duurde een t-sdje voordat zij verbrand zijn. En U zegt, dat U om half twaalf naar boven ging? Ja, elf uror dertig. En mr. Milton wekte U weer om kwart over vier? Met de grootste zorg begon hij de as ■udt dc bak te halen en legde ze In een enveloppe, die hij in de hand had. Dale sloeg hem een ogenblik in stilte gade; toen de detective de overblijfselen van het zakdoekje aanraakte, maakte hij een plotselinge voorwaartse beweging, alsof hij hem wilde tegenhouden. Cartwright vatte hem bij de schouder. Hola, sir! De jonge man rukte zich los, maar deed geen pogingen meer om met de man der wet in botsing te komen. Toch ikon men niet merken, dat zijn gelaat zachter werd. maar zijn ogen fonkelden van woede. Mag ik vragen, wat U van plan is daarmee te doen?, vroeg hij bits, toen de inspecteur op stond. Het zal wellicht noodzakelijk zijn ze bij het onderzoek aan sir John's moor denaar te laten zien, luidde het droge antwoord. U meent, U denkt. Drewitt hief vluig zijn hand op. Op het ogenblik denk ik niets, Mr. Dale. Thans ben ik nog niet bevoegd om te denken Ik ben bezig, zoals u ziet, met inlichtingen te nemen. Zolang ik die niet voldoende heb, ben ik machteloos. De jonge man gaf geen antwoord, maai de uitdrukking in zijn ogen verdween niet, toen hij naar het verder onderzoek keek. waaraan zijn kamer werd onder worpen. Doch er was niets meer te vin den. Het andere spoor werd in de biblio theek ontdekt. De inhoud van de brand kast leverde niets op; ook was er niets on der de papieren in de lederen tas, waarin Ryman dringende zaken gewoonlijk be waarde, dat direct iets met de tragedie te maken had. Maar toen het grote aantal documenten in de schrijftafel aan een nauwkeurig onderzoek werd onderwor pen dezelfde schrijftafel, die hij en kele weken geleden, met het uitzicht op de deur had geplaatst, vond Drewitt daar de bevestiging van hetgeen Milton gezegd had, dat de dode voor iets onbekends bang was geweest. In een kleine gesloten lade waren drie correspondentiekaarten. Elk van deze bevatte een- paar woorden in rode inkt en zij droegen allemaal dezelfde geheimzinnige ondertekening. De eerste was gedateerd een paar dagen voordat de dokter Ryman bevolen had niet meer op zijn kantoor in de stad te werken en luidde: U wordt aangezegd uw plan om trent dp tarwemarkt te laten varen. In dien U volhardt, zal niets anders dan 1 ongeluk het resultaat zijn. Londen. De tweede was enige weken later ge zonden; er stónd geen datum óp, maar de poststempel was van 19 September. Wees intijds gewaarschuwd. Ik waak en wacht, Londen. De derde was nauwelijks een week ge leden aangekomen. Voor de laatste keer, vernietig uw contract. De dag, waaróp u hêt stuk tekent, tekênt U êvèneèns Üw dood vonnis. Londen. Drewitt haalde dé schouders op. Melodrama, merkte hij op. maar dc vent kende het type van de man, waar mee hij tê dóen had. liet is de zakenman met zijn koel voorhoofd, de financier, die in hondercliuizenden doét, die bij een be dreiging als deze bleek wordt. Men ziet, hoe hij zijn schrijftafel verplaatst heeft, hoe zenuwachtig hij was, als iemand zijn kamer binnen kwal» en hij het niét kon tien, de vrees, die Milton beschreef.... Het was feitelijk een hel voor hem. Hij wist, dat hij gisterenavond op het punt stond, dat stuk te tekenen en hij kon deze 'brieven niet vergeten. Hij was stijf van schrik. De kwestie is; Wie wist dat nog meer? Pilkington zegt, dat hl) het ge heim trouw bewaard heeft. Dat is een van de dingen, die wij moeten ontdekken. Wat zegt het poststempel? Hij nam de kaarten weer Op. Zij waren in een gewone witte enveloppe gestoken, van hei. soort, dat men voor een paar stuiver het pak bijna in elke winkel kan kopen. Niets duidde aan, waar zij ge kocht waren. Dé poststempels waren alle drie dezelfde „Charing Cross". Dat zegt niets, zei dc detective- Het is voor iedereen zo eenvoudig moge lijk om een brief aan het Charing Cross- postkantoor in de bus te werpen. Maar toch waar komen al deze gasten van daan waaien? Milton had een huis in Hampstead en zijn kantoor in Belford Street; de Eng land® woonden in ©en stad van Kent; Dale had zijn kamers in de buurt van Oxford Strek terwijl Mountain in Beth- nal Green verbleef. Eva had een klein huisje, samen met een vriendin in Chel sea eti Lucy Devereux was bij eeu ge trouwde zuster in St John's Wood- En Pilkington bewoonde een huls in Hyde Park en zijn kantoren lagen in Thread- needle Street. Het schrift van deze kaarten was blijk baar hetzelfde, als op de nieuwe kaart, die 's morgens gevonden was; maar et- was geen mogelijkheid, om de identiteit van de afzender op deze wijze vast te stellen, daair a,l de woorden in staand schrift geschreven, waren, dat volstrekt niets karakteristieks had- De enveloppen zelf waren getypt en konden niet op een of ander spoor brengen. Een Olivier-machine, zonder twijfel, zei Drewitt. Wie zou wel zelf eeu schrijfmachine hebben, of gemakkelijk aan een. welen te komen? Pilkington zou het natuurlijk .kunnen getypt hebben op zijn eigen bureau, of een van z'n klerken- Mtl'ton heeft zeker wel een machine bij de hand; het is niet waarschijnlijk, dat de Englands Dale of Mountain zulke dingen bezitten. Vooral Mountain niet. zo'n arme dokter zou wel zijn briefjes zelf schrijven- Aan miss Devereux be hoeven wij niet te denken om maar te beginnen met haar physieke kracht en sterkte van haar greep die zou niet voldoende geweest zijn, om het mes in het hart te stoten- Hij riep de gasten nog i-ns. een voor een, en vroeg inlichtingen. Pilkington en Milton gaven gaarne toe, dat schrijfma chines te hunner beschikking waren, maar beiden ontleenden het bestaan van Qliviermachinés op Hun kantoor. Zoals Drewitt had verondersteld, hadden Dale nóch Mountain nooh do majoor zulk 'n instrument maar Eva Chauncey verraste bem met de mededeling, dat zij een Co rona had Ik neem ze overal mee, zei ze open hartig. Hoeft u ze bier? Natuurljjik! Ik zóu ze wel èens graag Willen zien, zei die detective én toen zij de Co rona gehaald had, stak hij eèn blad pa pier iri de machine én begon. Hét leed geen twijfel, dat de enveloppé niet mèt een Corona was getypt. Wat méér was. twee van dé enveloppen waréh tnet pur- pêi'é inkt en de derde met zwarte ge schréven. Het lint Van dëze machine waé zwart en rood en Versleten. Het scheen, dat het lang niet vernieuwd was- Wat nu? vroeg Carlwright. Gaan wij hun respectieve secretarissen oproepen en vragen of zij ooit enveloppen naar Sir John gezonden hebben, zonder iets er in? Drewitt fronste de wenkbrauwen. Het is een bijzónder moeilijk geval, mompelde hij, voor zover als het op een spoor kan brengen. Wij hebben het wa pen. waarmee sir John gedood is; voor het overige weten wij, dat er papier is ver scheurd en verbrand, dat misschien van morgen nog, om twee uur, op deze tafel heeft gelegen. Maar het kunnen evengoed de brieven zijn, zoals Dale beweert en de overblijfselen van een paar dameshajvd- seheenen en een zakdoekje. Bovendien zijn er nog deze vier kaarten maar ik ste! voor om die voor het ogenblik te laten rusten- Dameshandsehocnen? vroeg Cart- wrigbt scherp. Ja. Dat heeft mijn achterdocht opge wekt. Als hij zijn eigen handschoenen had vernietigd, zoif het ai erg genoeg ge weest zijn tnaar nu er sprake van een dame is en van welke? Natuurlijk verwachtte hij niet voor de vroege morgen gestoord te worden; hij zou on dertussen al de sporen van zijn werk hebben doen verdwijnen. De zenuwen van miss Devereux hebben zijn plannen in de war gestuurd. Er zijn verschillende dingen, die ik graag zou weten, vervolg de hij, terwijl hij naar de tafel terug kwam. en eèn potlood vatte. Laten we er een lijstje van maken- (1) Waarom heeft miss Ryman zo haar best gedaan, om zich van de hele zaak niets aan 'e trekken? (2) Wat, indien het iets is, verschrikte miss Dever<»ix? (3) Wien zag miss Chauncey op de trap om (wee uur 's morgens? en (4) Waarom beschermt zij hem ot haar? (Het waarschijnlijks'e hom). (5) Waarom verbrandde Dale 's nachts die papieren, met gesloten deur? Had hij geen andere gelegenheid? (6) Waarom Zijn cr een zakdoek en een paar dameshandschoenen onder de ai en waarom is hij zo wanhopig er op uit, dat zij niet aangeraakt worden? (7) Hoe komt het. dat hij de enige in het gehele huis was, die op zijn kamer bleef, nadat er alarm gemaakt was? C8) Waarom gebruikte hij de woor den „Londen" en „documenten" terwijl ..Engeland" en „papieren" zoveel natuur lijker geweest zouden zijn? (9) In hoeverre is hij betrokken in R.vman's zaken? U ziet, dat ik de kwestie van dc kaarten voor het ogenblik hele maal ter zijde laait. Nu nemén wij dè vrègen, zoal® zij op elkaar Vodgen; (1) Waaróm hééft miss Ryan zö haar bast gedaan, om zich van de hele zaak niéts aan te trékken? Feitelijk on mogelijk te beantwoorden. Zij kan op sieöhtè Voet met- haar broér hebben ge staan ©r zijn wellicht, oude grieven, dié rnet dè jafen groter zijn geworden misschien heeft zij eert idee van de iden titeit van de moordenaar en verlangt hem te besehermen zij is misschien bang vóór publiciteit, ofsohoon zij niet tot dat type van vrouwen schijnt te behörèn ofwel (dóch dit is hoogst onwaarschijn lijk) zij is onverschillig vóór de hele zaak. (2) -1- Wat vereen rikte miss Devereux? Alweer bijna onmogelijk te beantwoor den, met de onvoldosnde inlichtingen, die wij hebben. Het is mogelijk, dat het de moordenaar is geweest, verkleed als geest, ofschoon dat ónwaarschijnlijk is- Waarom zou hij op haar kamer zijn? Oók maakt het getuigenis Van miss Chauncey dit ónwaarschijnlijk. Zij zégt, dat zij een dónkere gestalte de trap op zag sluipen. Het is waarschijnlijk, dat zij niets zag, maar onder de indruk van de nachtmer rie was ik spreek natuurlijk weer van miss Devereux. Zij is iemand, dié heel gauw zenuwachtig wordt en zich zelf overtuigt, dat zij alle soorten van dingen ziet ,dle feitelijk niet bestaan- (3) Wie zag miss Chauncey om twee uur 's morgéns óp de trap, én (4) Waarom beschermt zij hem? Ik zeg, dat zij iemand verwachtte te zien, en Vóór haar zelf is zij vrij zekér, wie het was. Tien tegen één, dat net een man is- Maar wie? Laat ik veronderstellen, dat hét één van de gasten, is. Pilkington? Maar hij kan er niets bij winnen, maar heel veel verliezen- Milton? Zijn bouw Zóu hêtn zéker verraden én bovendien, waarom zóu zij hem willen beschermen? Zij heeft hem gisteren pas leren kénnen. De Majoor? Hij slaapt op haar verdie ping en zou daarom niet naar boven slui pen. Wat meer is, wij hebben het getui genis van zijn echtgenote, dat hij dc hele nacht bij haar was; die vrouw zou niet geaarzeld hebben, om het te zeggen, als hij weg was geweest. Zij zou de gelegen heid wel hebben waargenomen, om op de voorgrond te treden. Dan blijven nog over Dale en Mountain. Mountain zag Ry. man gisteren de tweede keer en sprak blijkbaar weinig met hém- Dale daaren tegen had een hevige twist met hem over zaken en moest feitelijk het huis óp zijn bevel verlaten. Hij blijft de gehele nacht ■Éi Mi t e op, om papieren te verbranden, op zieh reeds een vreemd iets, als men als gast in het huis van iemand anders is. Het zou heel wat meer normaal zijn geweest, ais hij ze mee terug had genomen en ze thuis had vernietigd. Nu zijn wij aan de vijfde vraag gekomen. Waarom zou hij hebben getracht, er zich van te ontdoen, tenzij hij wist, dat er vóór zijn vertrek naai- gezoch zou worden. Welk ander ant woord is er neg? (6) Waarom zijn cr in de as een zakdoek én een paar dameshandschoe nen? Waarom verbrandt een man derge lijke dingen? De zakdoek was waarschijn, lijk met bloed bevlekt- Verbranden zou de veiligste wijze zijm om zulk een be wijs kwijt te raken. De handschoenen kunnen wel door de moordenaar ge dragen zijn. Hij opende een enveloppe en haalde cr enige zeer kleine stukjes van bruine stof uit.. Ik vond deze op de yhjer, het zijn fragmenten van bruine petTu do sucde. Blijkbaar zijn de handschoenen ruw stuk gesneden, alvorens verbrand te worden, vermoedelijk opdat, ze vlugger vernietigd zouden worden. Blijft nog de vraag, van wie wanen die handschoenen? Nu is brui ne peau de sude een leer. dat veel ge bruikt wordt voor dameshandschoenén: het is zeer waarschijnlijk, dat elke dame een paar in haar huis heeft.. Toch moet er nog op één ding goed gelet worden. Ofschoon de handschoenen zijn stuk ge sneden en gedr iijk verbrand, zijn cr toch verschillende vingers ongeschonden- U herinnert zich, hoe zorgvuldig ik ze heb opgenomen? Het zijn kleine hand schoentjes én die ze droeg, had kleine handen, ik Wéét, dat zè van één dame zijn, want hier hij Wêès óp een lang geschroeid stuk leer is eèn gedeelte, dat hét handgewricht bedekt. Géén man dra&gt handschoenen van dunne suêde, zoals dit- Ik héb de moeite gedaan, om dc handen van de dames hoer in buis gadfe 'té Slaan. Dié Van miss Ryman zijn lang en smal, de handen van êen musi cus, Cartwrlght, maar volstrekt niet dé handen, die in déze handschoen geperst kunnen worden. De handen van mrs Eng land zijn gröot en die van ffirs Miltön knokig en hoekig. Geen van deze drie kan dergelijke handschoenen gedragen hébben. Als wij deze dus uitsluiten blij ven over miss Chauncey en miss Deve reux. Het kan een van beiden rijn- Maar er is nog eén ander feit. Dale én miss Chauncey zijn van hun jeugd af bevriend geweest- Miss Devereux 011 hij zijn nóg niét zo intiem, dat zij elkaar met hun voornaam aanspreken. En miss Devereux maakte alarm. Het is 'n open vraag óf zij voornaam aanspreken, miss Devereux iémand gëzièn heeft, dan wel Of het een voudig angst was, dié haar deed geloven, dat er èen geest in haar kamer was - waarschijnlijk het laatste —maar indien zij iets met de moord had uit te staan, zOu zij zich rustig gehouden hebben en ge wacht., totdat deze óp de gewone wijze werd bemerkt Wat meer is, welke be weegreden had zij? Zij had van het tes tament niets te verwachten en ik heb reeds vastgesteld, dat cr geèn schakel,is tussen baar en Dale, die waarschijnlijk zulk buitengewoon deelgenootschap kan verklaren. Maar U verdenkt toch zeker .miss Chauncey niet.... begon Cartwright voi verbazing- Ik heb vrouwen, wier gelaat zo rein was als de dageraad op het fietuigen- bankje ontzaglijk horen liegen, perfect voorbereid om een onschuldig man de dood in te jagen, omdat het haar zo van pas kwam. antwoordde Drewitt langzaam. Ik ken eèn geval, waarin de vrouw, die haar man had vergiftigd, er zo volkomen onschuldig uitzag en zo roerend sprak, dat negen van de twaal gezworenen haar „niet schuldig" verklaarden en hare vrij spraak eisten- Maar dc drie, die van de tegenovergestelde mening waren, hadden gelijk- Ik heb een vrouw gekend, die haar kind door verstikking gedood had terwille van het geld, waarvoor het verzekerd was en die schijnbaar niet te troosten was Men kan niet naar de schijn nor- delen. Van de andere kant, bekijk dat eens van een zuiver .objectief standpunt. Miss Chauncey komtlin het bezit van een kolossaal fortuin, wanneer haar voogd sterft. Miss Ryman heeft verklaard, dat zij de deur Van Miss Chauncey hoorde sluiten, oiimiddelliik nadat de moord was bedreven. Miss Chauncey zelf beweer- iemand gezien te hebben, die op die zelfde tijd de trap opsloop; en dan worden de handschoenen cn de zakdoek van een vrouw in de haard van Dale verbrand gevonden. Een heel bijkomend bewijs, ik geef dat toe, maar er zijn er, die vroeger op zo'n bewijs opgehangen zijn. Wij ko men terug op vraag (4). Indien Miss Chauncey zeker iemand gezien heeft., waarom beschermt zjj hem dan? Welk ander antwoord kan daarop gegeven wor den, dan dat beiden er in betrokken zijn? Indien dat het geval is. hebben wij het antwoord op vraag. 5 6 en 7. Dale zou natuurlijk alle mogelijke bewijzen willen verbranden. Het was een zuiver ongeluk kig toeval, dat hij gestoord werd cn niet alles, wat op medeplichtigheid wees, kon verbergen. Hij kwam niet beneden, omdat hij het te diruk had cn trachtte alles te vernietigen, wat maar enig bewijs tegen een van beiden kon opleveren, voordat hij hierin onderbroken werd. Van de andere kant was Miss Chauncey een van de eersten die wakker was. Dat zou na tuurlijk verdenking onmogelijk maken. Nu komen wij tot vraag 8. Waarom zou Dale de woorden „Lon den" cn „Documenten" gebruiken? In dien de as, zoals hij beweert, enkel de overblijfselen van brieven zijn, waarom gebruikt hij dan die 'woorden niet, die natuurlijkerwijze bij hem móesten op komen? Het is waar, dat hij zegt, dat er een of twee private stukken. Van hem bij waren, maar dat verandert nauwelijks Iéts aan het géval- En Ikmden? U her innert zieh dè ondertekening van dié 4 kaarten? „Londen". En wij weten reeds, dét hij sir John schaduwde, die blgk- baar weigerde zich vöor ^eze waarschu wing in acht te nemen èn een paar uur later vermóórd in siJn ^Rtel werd ge vonden. Zou hij hétn niét hebben kunnen waarschuwen voor enig gevaar, dat hem dreigde? Indien dat zo ware, waarom zouden zij het dan zozeer omrens geweest Zijn? Nu komen wij tot het laatste punt. dat bijzónder grotè betekenis hééft, waar van, naar alle waarsch ijn lijkbeid, het hele antwoord afhangt. Hóg is Dalè be trokken in de zaken van sir John? Daar omtrent weten wij thans nog niets? Toch is het duidelijk, dat hn er voldoende in be'rakken is, «Ï1 hevige twist met zijn gastheer te nebben. Nu raakt een man als Rym^n, met zijn naam en macht, niet licht overstuur. Wat Date hem der halve ook moge gezegd hebben, het moet Z'n plannen ernstig bedreigd hebben- Het schijnt dus, dat de verklaringen een ert- richting aanwijzen. Hij boog zich weer een ogenblik óver de kaarten- Wie ihij ook mogé zijn, hij is eén **™e.kLant, vervolgde hij. De kaart werd hier na dé moord geschreven, wat er ook moge geschied zijn in dè andere gevallen. Hier is de pen, die gebruikt werd en dé deksel is nog van de inkt koker af. Ik heb Pilkington heel bijzon der hieromtrent ondervraagd. Sir John ondertekende het document niet zijn eigen pen een Waterman. Die pen is nog in zijn zak. Heeft U echter ook de purperen tint van de brieven opgemerkt? Zij waren geschreven met een pen, die vroeger niet voor rode inkt werd ge bruikt. Hier is die pen in kwestie. Hij ging naar dc schrijftafel en nam een gewone penhouder van de inktkoker- Deze wend gewoonlijk voor blauwe inkt gebruikt, maar de moordenaar nam hom zonder op te letten en doopte hem in het rode potje. -- Maar het schrift kan dat niet helpen? Drewitt schudde het hoofd. scmeven C rn3?1! *S met gröte zorg gc" k Jleb een specimen van het „n?n t'gast en bediende hier. „viel* ('ui hebben het. woord „Londen" gebruikt cn ik verzocht al de onderen oringend het te schrijven, maar er is geen enkel schrift, dat overeenstemt met de hand op deze kaart. Het is natuurlijk mogelijk, dat cr hier een medeplichtige is, die binnengelaten weid of die hier verborgen werd en die de kaart schreef- Alles wel beschouwd is het waarschijn lijker, dat de moord bedreven werd door iemand, die in huis verbleef. Ik veronder- Stel, dat men U in liet dorp kent? Van aanzien, ja. Zo! Dat is jammer- De detective begon na te denken Ik ken deze menren. Zij zijii alle maal koppig en eenzijdig. Ais de waard van de herberg denkt, dal een vlek op dc naam van zijn inrichting wordt ge worpen, zal hij niet aarzelen alle inlich tingen te weigeren. Ik zal cr eens heen gaan ris con toovtalltgQ bezoeker en zien of ik er wat kan vernemen. Ik denk wel niet, dat iemand mij heeft opgemerkt toen ik hierheen kwam. Gelukkig ben ik niet aan het station te Streathfield afge stapt, omdat op dat uur daar geen trein stopte, maar ben van Greater Sokclngton hierheen gewandeld- Intussen blijft" U hier en deelt mij bij mijn terugkeer mee of er wat nieuws i®. Zorg natuurlijk, dat gMwcn noch boddentiorx hot huis voor goed verlaten. U zou de stationschef kun nen waarschuwen, dat hij niemand door iaat, totdat bij verlof van mij heeft. Doze plaats is zo klein, dat hij ze wel allen van aanzien zal kennen- (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1950 | | pagina 4