DE REIS NAAR CANADA De millionnair was „een schat van Okeej maj een man Queuille kan Kabinet vormen ROMANTIEK EN TRAGIEK Glorie van Erickson ten einde dier i' TIEN JAAR GELEDEN STIERF PATER LEBBE... De temperatuur stijgt weer Zijn ideaal: China aan Christus door de Chinezen De Vikingaan de Rotterdamse Parkkade dood schip in levende haven Een der laatste schepen van de vermaarde vloot van Gustav Erikson, de „Viking", ge tuigt van de oude glorie der grote zeil vaart. Maar het is een dood schip in een levende haven Politieinspecteur stal voedselpakketten van gevangenen ZATERDAG 1 JULI 1950 PAGINA 3 1 *r> Een Nederlandse boer kocht grond op Wolfe Island voor slechts 5.- per acre; de grond was prima, maar voor vele Canadezen bleek een eiland niet aanlokkelijk. Vandaar dat de Nederlanders, die minder hoge eisen stelden, zo'n goede kansen hadden. Veel vertier was er niet: 's Zaterdagsavonds kwamen de hoeren van heel het eiland in de „stam"-drugstore om Cola te drinken of praatten onder de enig verkrijgbare alcohol ('n biertje) in de beerparlor over de komende oogst, het vee en de dingen, waar hoeren in de hele wereld over praten. Alle Nederlanders vertelden me: het is hier één grote familie, met weinig standsverschil, van de kleinste beneden-de-100-acre-boer tot George Pyke toe. George Pyke bezit het grootste sehuurcomplex van heel Ontario en beboerde met niet al te daverend succes 1200 acre. Hij kwam onder een defecte zaaimachine uitgekropen, veegde z'n handen af: „Newspaperman van Holland eej? Blij je te zien!", waarna je verder bij deze roodharige jonge boer zowat alles doen en laten kon. Zo zijn de meeste Canadezen: ongecompliceerd, gastvrij, hartelijk. Hij had drie zonen. De roodharige spruiten bekijkend, zei ik: „Ze lijken verdorie alle drie op jöü, George!" „Sure (natuur lijk) zei George trots als een pauw. De oudste, paar vuisten hoog, kwam op een monster van een tractor het erf op gevlogen. Op 'n leeftijd, dat ik de vluggerd van "t durrep leerde fietsen, reed Pyke Jr. met de tractor al heel de oogst binnen. „De lol is er allang af," zei George, „zelfs de tweede geeft er al niks meer om (plm. 5 jaar!). Schaapstal en kippen Badkamer voor deurzetters Finest family in the world Kalf voor pioniers De Tnrkies Turkies contra Bisschop ê:.i .J De romantiek van de zeilvaart bestaat nog slechts in de letterkunde. Daarin stichtte een Arthur van Schendel met zijn onvergetelijk boek „Het fregatschip Johanna Maria" een monument. Niet voor die majestueuze galjoenen en de admiraalschepen van onze roemrijke, zeventiende eeuwse vloten, maar voor een van die „wind ships" of 'Windjammers", die tot op onze tijd getracht hebben, de traditie van de stoere zeerob onder krakende raas en holle zeilen te handhaven. In zijn boek roept Arthur van Schendel alle schoonheid op van de zeilvaart en tevens a]je smart Van de laatste zeevaarders, voor wie het stoomschip de ondergang van heel hun wijde wereld was. SOLVEIG WEENDE. Chinees met de Chinezen DE HEER GIESBERGER GERIDDERD EEN VLOOT ONDER SLOPERSHANDEN „Wil je nou nog 'ns een mooie bóeren- keuken zien?" vroeg George, na de scha pen, de koeien, de stier („braaaaaf-is-t-ie" suste ik in doodsangst) en de schuur, en bracht me z'n huis binnen: de keuken wais een wonder van glanzend email en nieuwe gemakken: bijna een laboratorium van knoppen en stekkers en meters. „Fan tastisch, George!" „En hier is de salon!" glom George, Er stond een piano, „want je kón niet weten of de kid van de trac tor nog niet eens piano zou gaan spelen", en de muur hing vol vliegende keramie- ken eenden; heel natuurgetrouw geverfd. George's vader, die de boerderij had groot gemaakt, was een paar jaar tevoren gestorven. Wanneer je 't. over z'n vader ihad. rolden er meteen dikke tranen over z'n vlezige kaken. Guust „John" voor 't gemak Kar- reman® uit. Oudenbosch verdiende bij George 120 in de maand. Hij was de eerste Oudenbosschenaar in Canada en zijn begintijd was alles behalve een reclame geweest voor emigranten met renteniers- bedoelingen. De eerste boer betaalde slecht, was bovendien ook nog zo, dat hij Karremans niet. eens naar 't ziekenhuis liét gaan, toen hij vrij spoedig na aan komst verblijd werd met een jonge „Ca nadees". Dat moest, hij maar in z'n eigen tijd doen. De familie startte met een fe nomeen van een doktersrekening: een jongetje kreeg de mazelen, die „naar bin nen sloegen". Karremans zélf het fijt in een duim- Hij kwam er niet eens af met een 'verlossende .iaap in die duim. moest geopereerd wordep, had geen geld, ver liet na de operatie na veel moeilijkheden en wederzijdse misverstanden eindelijk het. hospitaal en liep met een verbonden hand zestien mijl naar huis terug. Het huis was niet veel zaaks, elke Zon dag moest deze familie, geboren onder de schaduw van de St.. Pieterskoepel in Oudenbosch, zes mijl lopen naar de kerk (boven de zes mijl is men overigens gedis penseerd hier). Men beloofde bun een nieuwe farm met wat vee. Zij aan 't „move-n" (ver huizen) hartje winter, met een kind van 2 maanden. Ze gingen er niet op vooruit: de laatste bewoners van het huis wa ren schapen geweest: een groot ver trek, kachel in 't midden, houten Wand vol gaten, en van de meegenomen dollars nog honderd over: de nieuwe 3verkgever was veel menselijker, maar zélf straat- arm- „We knapten het huis wat op, zet. ten het in de paint (verf)zel r".?e- der Karremans (m'n man zal voor „u n- ner" wel „op home" zijn). Later vulde Karremans het verhaal aan met: e heeft veel gehuild toen, ze zei maar al tijd: „Ik blijf hier niet, hier wil ik weg Van de laatste spaarcenten kochien ze dat voorjaar wat kippen en een fokvarken. Karremans deed van alles: werkte bij een bloemist, hakte die winter hout m 't bos, kruide zand op 'n fabriek (400 krui wagens per dag, maar goed betaald), en spaajde. „Met eten dejen we t zo stillekes aon", zei z'n vrouw, „mar honger emmen goddank nooit gelejen. tweede winter had Karremans cent cent 1000 bij elkaar, kreeg een renteloos voorschot van nóg 1000, kon toen, na een lening een 50 acre-farm kopen op Wolfe Island; hij had al een wagen, t paard ervoor hoopte hij gauw te kunnen kopen. Ze hadden het „kwaaiste" achter de rug. Het hui® was zeer geriefelijk, had zelfs een badkamer: de vrouw wilde niet meer terug naar Nederland, Zei Karre- „Ife weet 't wel: knecht worden valt niet mee, maar tóch zou ik 't iedereen aanraden. Ik beb geluk gehad, maar je moet téveel leergeid betalen, tenzij je natuurlijk het land en de taal hèêl goed zou kennnen". Hij gebruikte kunstmest; het hele eiland verklaarde hem voor gek; kostte teveel geld. zeiden ze. Krachtvoer voor de koei en? Kostte ook teveel geld, maar als ze me nil de melk naar de fabriek zien bren gen, zien ze 't verschil, en dat brengt geld binnen Laatste winter hadden ze wat 'pech: koe dood, vijf kalveren dood,zo een 300 op stap, daar knap je wel van rrp- Bovendien had je hier tóch meer kans om naar de bliksem te gaan; grote droogte of zoiets zou 't heel moeilijk kunnen maken. In Joyeeville, niet ver van Kingston, woonde de familie Fontijn. Op weg er heen het was een gloeiend hete dag - ontmoette ik Mr. Benjamin Franklin. Hij kwam zijn wagen uit, viste wat losse sigaretten uit z'n zak. knipte z'n hoed in z'n nek en begon: „Well, dat zal ik je ver tellen. Holland stuurde me de fijnste fa mily in de wereld. Sure.... that Fontijn family, maar zo zijn ze lang niet allemaal. Volgens mij ligt het zo: Immigratie is 1/3 een kwestie van selecteren in Hol land. 1/3 ligt 't aan de geselecteerde men sen, 1/3 ligt 't aan de Canadees, die hen neemt". Tussen Mr. Franklin en de andere Cana- dese boeren was uiterlijk weinig verschil. Aiieen was hij goed voor meer dan een millioen dollar. Hij had 1300 acres land, waarvan 800 „erop" (bouwland), bezat ver der twee veefarms met een „onbetaalbare kudde korthoornig en hoornloos vee", dat zeker 260.000 waard was„maar om op die Fontijn-family terug te komen well, toen ik ze af ging halen dat was In '48 zei ik al meteen: die family is ondervoed mains zélf: .,'t Viel n.ie mee en ge mot ier nie op een klein beetje zien, maor doe d-a maor es in twee j-aor in Olland. De deur- zetters winnen ier!" Ergens de „eerste Dutchman'' te zijn was ongetwijfeld dubbel moeilijk, maar het kon ook erg voordelig zijn. Men was voor de hele omgeving nieuw, men kreeg vaak van alle kanten belangstelling; vol deed men, dan blèèf men bovendien niet alleen en dienden ook andere Canadese boeren een aanvraag i.n. Vollering uit Swammerdam was nog geen dag op Wolfe Island of een Canadees kwam 'm 'n jong kalf brengen; zomaar gratis voor niks ca deau; zomaar omdat die Canadees lol had in de moed van die nieuwe familie. Hij vertelde me het verhaal terwijl hij (twee jaar later) een van z n achttien koeien zat te melken. De koe vooraan een béste! was dat kalfje geweest. Hij had nu 11 kalveren, 22 varkens, 100 acres in eigendom, 80 gepacht.. Vollering was in eens voor zichzelf kunnen beginnen, een van de hoge uitzonderingen. nemen, het was de fijnste family in de wereld, maar na die oorlog en die over stromingen en bombardementen en zo jaaa, ze waren ondervoedik liet maar meteen wat kisten sinaasappelen aanruk kenwe moesten ze op gang brengen, snap jeen ze hadden niet. veel zaaks van schoenen aan, dus liet ik ook wat schoenen voor ze komen, en kleren en zomaar dèat vertel ik je: je kunt geen betere family treffende finest family I ever met (die ik ooit ontmoette). Zo zijn ze niet allemaal. Een andere family van Hollandik zeg 't je rechtuit, lui, en niet wel opgevoednee, die is veel min dernog roken? Enfin, ga z/lf maar 'ns met Mrs Fontijn pratenHij stak me de hand toe. knipte tegen de rand van z'n hoed, wiegde weg in z'n wagen. Toen we bij Mrs Fontijn aanklopten, was ze net d'r voeten aan het wassen Dat kwam van de tCirkies (kalkoenen); elke morgen kreeg ze vuile voeten van het turkies verzorgen.... ze had hópen turkies. Mrs Fontijn was een vriendelijke, goed lachse vrouw; ze wilde Engels pralen: dat was beleefder tegenover mijn Canadese vriend, joe sie (zie je): later ging ze Ne derlands praten, viel terug in haar En gels, lachte ineens: „Gut, ik ben d'r hele maal fan in de war!", begon wèèr in 't Nederlands, zei ineens: „Nou kén ik 't toch niet meer...." en lachte- „Afijn, 't was nogal een vewaarloosd huis in het begin was ik erg hoomsik, joe sie (heimwee): wij Hollanders zijn klien (proper) joe sieik vroeg Mr. Franklin om wat paint en behang. „OKeej maj dier („m'n beste"), zei Mr. Franklin, jul lie moeten echt iets maken van dit huis. Toen wilde ik zélf ook wat verdienen, en ik vroeg 'm om een job. 200 Turkies, maar ik had pech, joe sie; het tweede jaar ver loor ik er van de 1200 maar 80 en nu is het nog minderJa. Mr Franklin is een echte schat voor ons.ooh, je moet 'm met onze jongens zien: hij stuurt er twee naar Chicago op school om alles van machines te leren, op zijn kosten, en onze oudste won op de High School (mid delbare school) 4 scholarships.... mooie dollarprijzendie gaat nou op de Uni versiteit voor aeroplane engineering.... en de derde is helemaal zijn eigen zöön kan je wel zeggen, wordt door hem ge kleed „Zoals de schoenen?" „Nee. die hebben we daarna terug moe ten betalenOooh, Mr. Franklin is zó aardig, maar je moet bij 'm in de smaak vallen, hoor, dat welals je maar be leefd bent.Ik zeg altijd „Ja, Mr. Franklin" en „Nee. Mr. Franklin" en we je kunt ze dat niet kwalijk sprej{en altijd EngelsSommige andere Nederlanders spreken altijd Hollands.... dat moet je niet doen, dat is niet „Polait" (beleefd)Z'n vrouw is van de States, ooh die was ook zo hoomsik in 't begin., nou geeft ze me Engelse les. In 't begin is *t een reuze vernedering. ik had een schitterend huis in Uithoorn, m'n man vier knechtenen nou alles te moeten vragen.... ooh, in het begin was 't wèl hard an je.... Ik verdien toch zeker 1100 dollar met die turkies; ik naai oök nog voor andere mensen en ik heb nog twee Hollanders en een Deen in de kost, ja, ik doe alles zélf. Met Kerstmis kregen we 'n mooie radio van Mr. Franklin, en ik kreeg een naaimachi ne.... Nee, met een'eigen farm wachten we nog even.we willen niets lenen het gaat vaak zo: buurman eigen farm, dón ik ook, maar wij kunnen wachten. eerst nog wat dollars verdienenik heb nou nog commissieloon bedongen, om dat ik zoveel voer voor de turkies bestel. Een auto kan ook nog even wachten we hebben zeven kinderen en zo gauw die auto er is, hou je die niet meer bin nen 's avonds.... ik heb een frigidaire aangeschaft.... daar hou je de familie mee bij elkaar....". Enkele dagen tevoren was „Bishop Hcnsen" in Kingston geweest. Alle ka tholieke emigranten waren verwittigd, dat mgr Hansen hen graag ontmoeten wilde. „Ik was graag gegaan hoor, daar niet van.... maar zie je, ik kon niet weg vanwege, de turkies J. W. HOFWIJK (Telefonisch van onze Parijse correspondent De heer Queuille is hedennacht om drie uur met een er flink uitziende meerderheid <360 tegen 195) in staat gesteld om als aangewezen premier op te treden, maar drie moeilijke dagen wachten hem om het ministerie ter heen te brengen. Want twee der grote partijen hebben omtrent het program van het ministerie eisen gesteld, waar door de stemmen met zoveel voorbe- houd aan de heer Queuille zijn gege ven dat het allerbehalve zeker is dat hÜ zal slagen. De socialisten hebben van de gelegen heid een zo breed mogelijke meerderheid te vormen gebruik gemaakt om zich op te werpen als de verdedigers van salaris verhogingen en hun onmiddellijke sociale politiek zou minstens 100 milliard kosten. Geeft de heer Queuille hen op dit punt loe. (Jan hebben zij geen reden meer om buiten het ministerie te blijven en kun nen zjj het aanvaarden der portefeuilles gemakkelijk tegenover hun partijgeno ten verantwoorden. De M. R. P„ die bovendien ontstemd is over de verklaring van de heer j Queuille betreffende de kieswetwijziging, j in het voordeel van de opvatting der ra- jdicalen, heeft gemeend, dat als aan het i partijbelang der andere partijen van de meerderheid zulke zware offers moeten worden gebracht, zjj niet achter kan blij ven, om het schoolvraagstuk aan de orde te stellen en hulp te eisen voor de ouders, die voor hun kinderen het bijzonder on derwijs begeren. De rede van de heer de Menthon was dan ook zeer belangrijk en had het applaus der gehele rechterzijde. Men ziet intussen niet in, waarover de partijen het eens zouden kunnen worden. En men is derhalve niet overmatig opti mistisch omtrent de kansen van de heer Queuille, die aan het gevaar bloot staat, dat of de M. R. P. of de socialisten toch niet verder zullen willen gaan dan slechts steunpolitiek te beloven, waardoor het ministerie aan een zijden draad zal han gen. 'f&m De oudste kwam op een monster van een tractor het erf op gevlogen. Onze oudste zoon icon op de Higlischool vier scholarships Hierboven: de uitreiking op het Reeiopolis-college te Kingston. Tweede van links Cornell's Fontyn. De Missie-Inter-Academiale is gister- t Moederkerk tot een voorpost van het Westen. Het volk begreep haar niet en werd door haar niet aangetrokken. Het is de grote verdienste van pater avond haar 28ste congres begonnen, dat gehouden wordt op het conferentie-oord „De Rading" bij Hilversum. Als „onder werp" van het congres heeft men dit jaar Lebbe, dat hij de supra-nationale Moe gekozen: „Tien jaar geleden stierf pater j derkerk in China trachtte los te maken T 1- 1- 1* - - 1 rlwntrïn Lebbe Pater Lebbe was een Belgisch Lazarist, die als missionaris in China werkte. Hij van Westerse en imperialistische strevin gen. De Moederkerk zou niet langer „vreemde import" mogeji zijn. Pater Leb; was een van de eersten, die zag hoe de I be wilde niet alleen Chinezen dopen, hij Evangelisatie van China andere wegen moest gaan. De missie in China had tot dusverre bedroevend weinig resultaat. Terwijl uitstekende missionarissen vier eeuwen lang hun ijver en hun deskun digheid aan China hadden gegeven, wa ren er slechts 227.000 Katholieken op een bevolking van 450.000.000 zielen. Als een der voornaamste oorzaken zag pater Lebbe de grote afstand, die er be stond tussen de verkondigers van het .Evangelie en de Chinese bevolking. Slechts buitenlandse priesters en bis schoppen had de Kerk in China. Chine zen zelf hadden er nooit een stem in het godsdienstige kapittel. Dat maakte de ■roilvaaiU ls ePOS van de Zee en de iJ h.eeft in de wereldliteratuur Vi hi? a ?n- We herinneren hier slechts aan Herman Melville's „Moby i1' i w °-<?n niet *n de eerste plaats net zeilschip tot middelpunt der De boegspriet van de „Viking", een der laatste, grote wind shipsDe trotse viermastcr ligt thans aan de Parkkade te Rotterdam, ter opluistering van de Ahoy! Er moet een koper voor gevonden worden, want het schip brengt al varend 'zijn geld niet meer op. handeling heeft, als een der vele in een lange rij, waarvan Otto Hausers „Het laatste zeilschip" een klassiek sluitwerk vormt. In deze lange rij behoort Joseph Conrads „De Neger van de Narcissus" wel tot de boeiendste boeken, waarin het leven op zo'n ouderwets zeilschip be schreven wordt. Over de „Viking"' is nooit een boek geschreven. Maar deze prachtige vier- master, die thans aan de Parkkade te Rotterdam ligt en daar een der attracties van de tentoonstelling Rotterdam-Ahoy' vormt, komt toch in de annalen van de zeilvaart, zoals deze zich tot in onze eeuw in stand tracht te houden, her haaldelijk voor en wordt dan met ere genoemd, in één adem met beroemde schepen als de „Herzogin Cecilie", de „Grace Harwar", de „Pamir". de „Poto- si" e.a. De „Viking" heeft behoord tot de vloot van kapitein Gustav Erikson uit Ma- riehamn op de Alands-eilanden. En in de naam Erikson is de wanhopige strijd van het zeilschip tegen de stoom boot en het motorschip als het ware gesymboliseerd. Deze Gustav Erikson was een oude zeerob. Hij ging als Jon gen op een zeilschip het zeegat uit en als ouder wordend man heeft hij heel zijn fortuin geofferd, om tot het laat ste toe een vloot van „wind ships" over de zeven zeeën te doen varen. Voor dc eer, de grootste reder van grote zeilschepen tp zijn, heeft hij te gen de tijd gevochten, zoals hij als kapitein van een viermaster tegen de stormen vocht, op de in onze ogen eindeloze reizen over twee oceanen van het ene werelddeel naar het an dere. Laten we die Gustav Erikson even van dichterbij bekijken. Ongeveer een jaar voor de wereldoorlog 1914-1918 verliet hij de zee, na een reeks gelukkige reizen met zijn eigen bark. Hij was toen pas 41 jaar. Maar hij had reeds 31 jaar op zee v; ww mir"'bij het binnenkomen aan de ..Pas sat" de gebruikelijke „three cheers" bracht-, omdat ze toch snellfer was ge weest. Aan de kade weende Solveig, de schoondochter van Gustav Erikson. wier leven al even, verweefd. geweekt, is met dé zee als dat van haar man, Diens taak werd het, de Alaqd?vioot te liquideren, een. sinistere opdracht voor de zoon van Gustav Erikson Hij wist, dat de „Viking" in Antwer pen lag, na als al de andere „wind ships" te hebben ondervonden, dat wind goed koop mag zijn. ma6r het „time is money" steeds meer een dwingende noodzake lijkheid is. Reeds sinds enkele jaren be hoefde de „Viking" niet meer naar Ma- riehamn te varen- En daar lag niet meer die vloot van vijftien tot twintig grote zeilschepen in een kleine baai voor an ker een in de wereld uniek gezicht. In de haven van Antwerpen zat de „Viking" practise!) aan de ketting. Het schip kon geen vracht meer krijgen en het zou openbaar verkocht zijn gewor den, indien er slechts een gegadigde was geweest. De wereld is echter geen Gustav Erikson meer rijk. Men heeft het toen naar Rotterdam gehaald en daar ligt het thans tot meerdere eer en glorie van de moderne zeevaart. Een brok romantiek, tevens een brok tragiek, deze „Viking". Wie op het dek van dit machtige schip staat en even moet zoeken naar het topje van de grote mast en een kraaiennest ontwaart zo hoog als een toren, geeft zich hiervan rekenschap. Voor de kabelgaten liggen de grote ankers. Beneden zijn de matro zenverblijven verlaten. Er hangt slechts wat te drogen van de Hollandse Jantjes, aan wie de bewaking van het schip is doorgebracht en met lede ogen zag hij toevertrouwd. De zeilen liggen niet meer een voor een de statige „wind ships" van gereed, om aangeslagen te worden en de de zee verdwijnen. Er gingen er ten on- j werkplaats van de scheepstimmerman is der. Sommige vergingen met man enleeggehaald, evenals die van de zeilma- muis. Zo b.v. de „Kjobenhavn", die als ker. De Vikingonder zeil. Drie en der- lig zeilen voert deze viermastbark, die nog kort geleden tot de trotse vloot der „wind ships" van de be roemde reder Gustav Erikson behoorde. wilde ook de Chinese cultuur kerstenen, niet door ze Westers te maken en door de Chinese Katholieken te doen doorgaan voor „katholieken van de tweede rang", maar door zelf Chinees met de Chinezen te worden, door hun cultuur te assimile ren en door te doen wat hij kon om op den duur de Europese missionarissen overbodig te maken. Zijn ideaal werd: China aan Christus door de Chinezen. Om dat ideaal te verwezenlijken zou er een inlandse clerus moeten komen en een eigen Katholieke élite. Hij werkte van 1920 tot 1927 onder de Chinese stu denten in Europa en doopte er honder den. Hij stichtte in Leuven twee congre gaties, een van priesters, de S.A.M. (So- ciété des Auxiliaires des Missions) en een van vrouwelijke leken, de A.L.M. (Auxiliaires Laiques des Missions), wier taak het was en is zich zoveel mogelijk aan te passen bij het volk in de missie, en onvoorwaardelijk ten dienste te staan van de inlandse clerus, du^ niet om de leiding te hebben van het missiewerk. Zelf liet, hij zich naturaliseren. Hij kleedde zich als een Chinees. Hij nam een Chinese naam aan: Ley Ming Yuan „De donder die in de verte met groot rumoer weerkaatst". Hij spyak Chinees. Hij dacht en voelde Chinees. Hij be leefde zijn grote succes, toen Pius XI in 1926 de eerste zes Chinese bisschop pen wijdde. Toen hij stierf, in 1940, waren 24 van de 96 bisschoppen in China zelf Chinezen. En het aantal katholieken was toen gestegen tot bij na 3.000.000. Op 24 Juni 1940 is pater Lebbe gestor ven. Hij werd op dit M.I.A.-congres, dat, behalve door Nederlandse Katholieke studenten ook wordt bijgewoond door 'n groep Chinese en Indonesische studenten, herdacht door abbé P. Goffard S.A.M., die gisteravond sprak over Pater Lebbe's zienswijze en werk. Vanmorgen heeft R. St. Munadjat Danuseputro gesproken over het aandeel van Katholiek Indone sië in de totstandkoming van de nieu we Staat. Vanavond spreekt pater J. Bak ker S.J. over het krachtenspel in de Zuid-Oost-Aziatische staten, terwijl in de feestvergadertng van morgen het woord zal worden gevoerd door dr. A. -Fpeitag S.V.D. over de vraag: „Heeft de Kerk een plan voor de toekomst?". IN TE (Van onze weerkundige medewerker). Het zal menigeen met enige schrik ten aanzien van de plannen voor het week end hebben vervuld, dat Vrijdag, juist op de laatste dag van de prachtige maand Juni, de temperatuur een belangrijke in zinking moest krijgen. Gisteren drong koelere lucht ons land binnen, hetgeen wel veel bewolking, maar practisch geen regen tot gevolgd had. Vergeleken met Donderdag was de daling van de tempe ratuur enorm; het verschil tussen de ma ximumtemperaturen van beide dagen was zelfs niet ver van de tien graden af. Alleen in Limburg kon het kwik gister morgen nog flink oplopen, want de be wolking die met het front samenging, arriveerde daar pas later op de dag. Op het vliegveld Zuid-Limburg, waar Don derdag 30 graden werd gemeten, w"^rd zodoende Vrijdag nog 24 graden bereikt, terwijl in andere provincies ongeveer 20 graden de hoogste temperatuur was. Deze daling van de temperatuur zal weer in een langzame stijging overgaan. Weliswaar heeft de stijging van de lucht druk op de Oceaan èn de Britse eilanden tot gevolg, dat de wind nog wel even in de Westhoek zal blijven en de aanvoer van koele lucht dus aanhoudt, maar deze stroming wordt steeds zwakker, waar door de zon steeds meer invloed kan krp- gen. Er is zodoende een mooie Zondag op komst, met weinig wind en met flinke pe rioden van zonneschijn, maar zonder gro te hitte. In bezettingstijd waren de politieke ge vangenen, die verblijf hielden ln het Haagseveer te Rotterdam overgeleverd aan de practijken van de politie-inspecteur P. C. Versloot, die tot directeur van deze „Polizei-Gefangnis" was aangesteld. In die kwaliteit nam hij voedsel-pakketten. geneesmiddelen en distributie-bescheiden voor de gevangenen bestemd, in beslag en wendde deze te eigen bate aan. In verband met deze malversaties werd hij overgeplaatst naar Nijmegen, waar hij als corps-chef door zijn driest optreden spoedig zeer berucht werd. Kort voor de bevrijding kwam hij in Deventer terecht, waar hem de leiding van een Sonder- kommando werd opgedragen. Daarbij bLeek hij een zeer actief Joden-Jager te zijn en iemand, die van Deventer uit ge heel Overijssel terroriseerde. Gisteren stond hij terecht voor de bij zondere strafkamer van de Arnhemse rechtbank. Niet minder dan 24 getuigen, van wie 11 a decharge, waren voor de be handeling van deze zaak opgeroepen. Nadat de rechtbank zich de gehele dag had bezig gehouden met het verhoor van deze getuigen, werden requisitoir en plei dooi uitgesteld tot de zitting van 4 Aug. Bij zijn aftreden als directeur van de Ned. Spoorwegen is de heer H. Giesber- ger door H. M. de Koningin benoemd tot ridder in de Orde van de Ned. Leeuw. Gisterenmorgen kwamen in het hoofd gebouw van de Spoorwegen talrijke re laties afscheid van hem nemen. schoolschip dienst deed en in 1925 een reis aanvaardde, waarvan het nooit te rugkwam. De meeste echter vielen onder slopers handen. Van honderden verminderde net aantal tot enkele tientallen, wier kamp om het bestaan steeds moeilijker werd Wel spraken velen vol bewondering over de zeilvaart, verzekerend, dolgraag eens een tocht met zo'n berg van zeilen te willen maken en „de Kaap te ronden", maar in de practijk waren er maar wei nigen, bereid, het toen vrij lage passa gegeld te betalen en ook het vinden van geschikte bemanningen werd steeds moeilijker. De ene reder na de andere verkocht zijn schepen voor afbraak. Me nigmaal meldde zich hiervoor zelfs nog geen koper. Er is een tijd geweest, dat er in de havens van Amerika's West kust zes of zeven „wind ships" triestig lagen weg te rotten. Gustav Erikson liet er zich niet door ontmoedigen. Hij probeerde, door een uiterst zuinig beheer zijn zeilvloot ren- Onder Deense vlag heeft de „Viking" dabei te maken. En dit is hem een aan-1 zijn kielzog echter door jlke zee gelrok- tal jaren gelukt, zodat hij ten slotte met! ken. sinds ze in 1907 van stapel liep grote voldoening kon vaststellen, vrijwel Eigenlijk getuigt er niet zo heel veel alle grote zeilscnepen van de wereld on- meer van het schone verleden. Maar der zijn vlag te hebben verzameld, zelfs in zijn onttakeling is de „Viking" Maar.... enkele jaren vóór ziin dood toch nog indrukwekkend. En wie zien schreef hij aan één der chroniquers van bekoord blijft voelen door de romantiek j- :ij.t. u;,- j. ivan c]e 0U(ie zeilvaart en zijn verbeel dingskracht de vrije loop laat, zal groot- Het is een dood schip geworden, de „Viking" een dood schip in een levende haven. Vlakbij, op de kade, is een rao- j dern schip uitgelegd, Een grote scheeps- machine draait er, een indrukwekkende j schroef vertelt van de kracht, die ster-1 ker is dan de wind. op een brugdekhuis kan men de radar bewonderen. En bijna j uitdagend rijst -de mast met de laadbo- men van het nieuwste type vrachtboot j naast het want van de „Viking" op. Die is als een monument, het monu ment van zijn eigen glorie. Op de ten- toonstelling getuigt alles van het tinto- lende leven ener tot in het uiterste ge-1 mechaniseerde haven, van het ingenieuze mechanisme, dat thans de zeevaart is. de zeevaart, waarin geen zeilen meer klap peren. En als een getuigenis van hetgeen voorgoed voorbij is, werd het trotse zeil schip aan bolders geboeid. Het is meer dan twee jaar geleden, dat de 3600 vierkante meters zeil op de oceaan dienst hebben gedaan. De precies 33 zeilen nebben het schip na de afgelo pen oorlog het was toen te Mariehamn opgelegd slechts enkele malen naar Australië en terug naar Europa gebraent- de zeilvaart, dat hij de toekomst donker inzag. Toen Gustav Erikson stierf, wist hij, de strijd verloren te hebben en dat zijn schepen één voor één uit de vaart zou den moeten worden genomen. Dit jaar kwamen de laatste twee schepen van de Alandvloot de haven van Cardiff bin nen. de ..Passat" en de „Pamir". Beide hadden een reis van 15.000 zeemijlen achter de rug, Beide hadden ze voor de laatste maal met een lading graan de beroemde graanrace van Australië naar se vergezichten zien opdoemen, al zal hij misschien vergeefs moeite doen, om iets van de waarheid te achterhalen van het verhaal, dat eens onder de bemanning de ronde deed, als zou de geest van een scheepsjongen door het schip rondspo ken, van de scheepsjongen, die in volle zee over boord sloeg en voor aller ogen jammerlijk verdronk De tragedie van de „Ormen Friske". het Zweedse Vikingschip, dat aan de Engeland gemaakt.. De „Bassat" had er Farkkade te Rotterdam niet ver van de honderd tien dagen over gedaan, de I „Viking" zou komen te liggen, heeft „Pamir" 121 dagen, maar die elf dagen,1 weer eens bewezen, dat de zeilvaart een speelden nauwelijks een rol, hetgeen niet romantisch, maar ook een gevaarlijk be- wegnam, dat de bemanning van de „Pa-[drijf was.... ln het want van de „Viking" Wanneer je begint te klimmen, wil je toch wel eens zien, waar je uiteindelijk terecht komt

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1950 | | pagina 3