„FILM EN JEUGD" een goed bedoeld boekje Appeltjes van oranje, tierlata HET PATROON VAN DE WEEK DE VERGISSING VAN SUPERINTENDANT QUILD jVhiqoiLn Blouses voor ieder uur van de dag I GUY HAMI TERDAG 26 AUGUSTUS 1950 PAGINA 4 /Voor de filmcamera H EINIG NIEUW LICHT OP EEN OUDE KWESTIE HMlMHlBB— mmm j Inmaak van Tomaten Als de R in de maand komt, be ginnen wij ons al weer op de winter in te stellen. De vacanties zijn bijna voorbij, de kinderen gaan bin nenkort weer naar school en moeder krijgt weer wat meer tijd om te naaien en te brei en. Voor de kleine peuters is de mode nog niet van zo'n groot belang en daarom kunnen wij dan ook het beste alvast over hen beginnen. Misschien heeft U nog een grotere jurk of japon hangen, die niet zo erg modern meer is en waar nog juist zo'n leuk hangjurkje uit ge maakt kan worder.. Van dit leuke modelletje (C554) is het patroontje verkrijgbaar in maat 40, 5, 60 a f 0.50. Benodigde stof van 90 cm breed 1.—, 1.25, 1.50 Het rokje is van boven gesmockt aan het stukje gezet. De sluiting valt van achteren en kan ver open gemaakt worden, waardoor men niet steeds behoeft te worstelen om het jurkje over het hoofdje te krijgen. Het kraagje is in 2 helften gemaakt. Lang ballonmouwtje met smal manchetje. Voor de babies is een slaapzak ideaal voor de winter Hoe krijgt U patronen in Uw bezit f wanneer zij zich eens bloot trap pen, wat nog al eens gebeurt als ze iets groter worden. Zelfs dan zitten ze er toch nog warm in. De zak wordt van onderen met knopen gesloten, precies als een sloop. Van boven is er een flink split op de rug. Voor dit patroon (C 552) is 1.60 m flanel nodig van 70 a 80 cm breed. Het patroontje is verkrijgbaar a 0.50. „Voedt in de eerste plaats de ouders op, dan volgen de kinderen vanzelf' Het probleem Film en Jeugd is door ons meermalen aan de orde gesteld. Een boek je, dat onder deze titel en onder het mot to „Een bijdrage tot de oplossing van het meest brandende probleem, dat Neder land beroert" in de Opvoedkundige Bro churereeks by de drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis in Tilburg van de hand van W. v. d. Pas verscheen, is aanleiding ons nog eens op deze uiterst belangrijke kwestie te bezinnen. Behalve constateren, dat het slordig is geschreven en nog slordiger gecorrigeerd kan men met betrekking tot dit onge twijfeld goed bedoelde boekje heel wat op- en aanmerkingen maken. Öp de eerste plaats is het geen bijdrage tot de op lossing van het probleem, dat er in wordt behandeld. Hoogstens giet het de beschou wingen, klachten en vertogen, die ten aanzien van deze kwestie uit de pen vgn vele deskundigen zijn gevloeid, in een wat eenvoudiger, maar daarom niet altijd even logische en verantwoorde vorm. De schrijver geeft in zijn eerste hoofd stuk een kort overzicht van de historie der film, waarbij hij, blijkens een voet noot, een dankbaar gebruik heeft gemaakt van A. van Domburg's „Levende Schadu wen". In dit hoofdstuk constateert hij, dat de film „een kunst is, die zich feitelijk richt tot alle lagen der gemeenschap, tot arbeider en werkgever, tot dienstmeisje en mevrouw, tot een man met de gees tesinhoud van een twaalfjarig kind en tot een intellectuele aristocratie" een om schrijving, die hü blijkbaar zo mooi vindt, dat hij re later in het hoofdstuk „Nakeu ring en voorlichting", waarin hij de ka tholieke filmcritiek in de dagbladen ka pittelt, nog eens letterlijk herhaalt. Met een vermanend opgeheven vinger zegt hij daar: „En hij (de filmcriticus) moet zijn beoordeling niet afstemmen op deze laat ste (de intellectuele aristocratie) alleen. Een vermaning, waarmee we accoord gaan, mits de schrijver niet van de criti cus verlangt, dat deze zich uitsluitend aanpast aan de man met de geestesinhoud van een twaalfjarig kind. Toch schijnt W. v, d. Pas de oplossing van het door hem opgeworpen probleem: film en katholie ke dagbladcritiek, in die richting te wil len zoeken. Hij gaat zelfs nog verder dan de man met de geestelijke ontwikkeling van een twaalfjarig kind, wanneer hij ten aanzien van de film „Snake Pit' (Slangenkuil) opmerkt: „Welke invloed deze rolprent heeft op debielen, die ook naar de bioscoop gaan, moeten de psy chiaters maar uitmaken. Maar elk gezond denkend mens vindt „De Slangenkuil" beestachtig en met recht vraagt men xich af, of de Rijkskeuring dan volkomen de kluts kwijt was, toen zij dit'product „toelaatbaar" achtte". Het gaat echter niet aan, bepaalde films aan ieder te onthouden, als ze wellicht een nadelige uitwerking zouden kunnen hebben op een klein aantal abnormale personen. Zeer terecht plaatste de KFC, die „De Slangenkuil" eveneens toelaat baar verklaarde, zij het met streng voor behoud, daarbij de kanttekening: „Uit werking van onderwerp en situaties zul len een nadelige invloed kunnen hebben op de nerveuze constitutie van sommige toeschouwers. Op deze grond mag de KFC echter niet afkeuren". Op precies dezelfde motieven moeten wij de stelling van W. v. d. Pas: „Be schouwingen over de kunstwaarde van een „voorbehouden film" horen eigenlijk niet thuis in de krantenbespreking, ze zijn op haar plaats in een vakblad", van de hand wijzen. De volwassen katholieke lezer heeft recht op volledige voorlich ting door zijn blad, ook over onderwer pen. die niet geschikt zijn voor kinderen, of die nog boven hun bevattingsvermogen liggen. Geen katholieke journalist, die zich respecteert, zal er een ogenblik aan denken, zijn lezers als een stel onmondige, of zelfs debiele kinderen te behandelen. Herhaaldelijk bezondigt de schrijver zich aan onnauwkeurigheden zoals in Orson Welles, die naar Spanje gaat om daar voorstudies te maken voor een film, die zal handelen over een thema uit de Spaanse mystiek. hoofdstuk II over „De Magische Kracht van de Film", waar hij de Amerikaanse cameraman Gregg Toland (niet Greg Tol land) rangschikt onder de filmregisseurs of zegt hij meer dan hij kan verant woorden. Een uitspraak als: „Films, die berusten op pseudo-wetenschappelijke grondslagen van medische, juridische of technische aard, waar blijkt, dat de film schrijver plus regisseur de stof slechts op pervlakkig beheersen, mogen nooit een goedkeuring verwerven", zou, op literair gebied toegepast, tal van klassieke mees-, terwerken plotseling onaanvaardbaar ma ken. Een uitlating als: „Laten we eerlijk zijn: de kwalificatie „voor volwassenen" is dikwijls camouflage dat betekent vaak een film, waarvan de strekking verkeerd is, maar die men sauveert om wille van de kunstvorm, of bijkomstigheden als na tuuruitbeeldingen en soms zelfs om de technische vondsten", trekt de competen tie van de KFC in twijfel en werpt een vlek op de integriteit van de katholieke filmcritici. In een drietal andere hoofdstukken neemt W. v, d. Pas de bioscoopwet van 1926, het rapport-Sassen en het wetsont- werp-Teulings onder de loupe. Een ver dienstelijk werk, omdat men in katholieke kringen over het algemeen slecht op de hoogte is met de wetgeving óp dit gebied, terwijl een overzichtelijke samenvatting van de pogingen, die worden gedaan om daarin verbetering te brengen, ontbreken. Slechts een enkel hoofdstuk wijdt de schrijver direct aan het probleem, waar aan 't boekje zijn titel heeft ontleend. Daar in wijs hij op het werk van het instituut „Film en Jeugd" en op het negatieve re sultaat van het nationale congres over „Ontspanningsleven, film en rijpere jeugd", dat in Januari 1949 door dit insti tuut in Rotterdam is georganiseerd. Ook hier laat de schrijver zich verlei den tot uitspraken, die niet door feiten worden verricht". „De jeugd is niet slech- de film oorzaak is van de criminaliteit onder de jeugd lijkt ons, gezien de kwa liteiten van de huidige speelfilm, zeer groot". Het resultaat van onderzoekingen om trent de invloed van de film op de jeugd, welke in Amerika, Engeland, Frankrijk en België zijn ingesteld, is heel wat min der positief. De schrijver, die deze onder zoekingen als bewijsmateriaal voor zijn stelling aanhaalt, komt later zelf met betrekking tot de vraag, of de jeugdcri minaliteit door de film ongunstig wordt beïnvloed, tot de conclusie, dat deze niet zo eenvoudig is te beantwoorden. Wèl is hij van oordeel, dat de invloed van de film, gecombineerd met een aanwezige neiging tot bepaalde misdrijven, de jeugd criminaliteit in de hand werkt. Tegenover elk vonnis, dat op dit punt over de film wordt geveld, is overigens gemakkelijk 'n vrijspraak te stellen. Zeer positief ig in dit opzicht een. memorandum van de Vereniging van Britse Bestuurs ambtenaren aan het Engelse ministerie van binnenlandse zaken, dat in October 1948 werd gepubliceerd. „A-sociaal ge drag", aldus dit memorandum, „komt voort uit diepere oorzaken dan het na- apen van dingen, die op het witte doek worden verricht". "De jeugd is niet slech ter dan zij was, voordat de bioscoop be stond, maar de bioscoop is een geschikte zondebok, zoals de goedkope sensatie roman in zijn tijd". Dit neemt intussen niet weg, dat we het eens zijn met degenen, onder wie ook W. v. d. Pas, die voorstanders zijn van een algeheel verbod voor kinderen bene den veertien jaar om de gewone bioscoop voorstellingen te bezoeken, eventueel met 4e volgende twee uitzonderingen: 1. ten ianzien van voorstellingen, waar films .vorden vertoond, die toelaatbaar zijn ver- Gaard voor alle leeftijden, mits de kin leren onder geleide staan van hun ouders, /oogden, onderwijzers of andere opvoe- lers, 2. ten aanzien van speciale kinder- .ilms. Daardoor komt de verantwoordelijk heid niet uitsluitend bij de overheid te liggen, maar daar, waar ze op de eerste plaats hoort: bij de ouders. Bij de ouders immers moet het zwaartepunt iiggen. Veel problemen op het gebied Film en Jeugd zouden allang geen probleem meer zijn, als de werkelijk verantwoordelijke per sonen de juistheid erkenden van de uit spraak, die Abbé Courtois deed tijdens het congres, dat door het Bureau Inter national Catholique de 1' Enfance in De cember van het vorige jaar op Draken- ■burgh is gehouden: „Voedt in de eerste plaats de ouders op, dan komen de kin deren vanzelf terecht", en er in de prac- tijk naar handelen. We kunnen volledig accoord gaan met de conclusie, waartoe W. v. d. Pas komt in het requisitoir, dat hij aan het slot van zijn boekje houdt: „Beklaagde (de film) heeft een taak te vervullen, een belangrijke zelfs; maar elleen als het ge zin (ouders en opvoeders) de nodige voor waarden schept, kan de jeugd met haar in contact worden gebracht". Dat de pers hierbij positief moet mede werken door goede voorlichting en eer lijke beoordeling, spreekt wel vanzelf. Orson Welles, de regisseur van films als „Citizen Kane", „The Lady from Shanghai" en „Masbeth", die hem tot een der belangrijkste en meest besproken fi guren in de filmwereld maakten bij het grote publiek is hij vooral bekend geworden door zijn Harry Lime-rol in de fameuze „The Third Man" (De Derde Man) is voornemens naar Spanje te gaan om daar voorstudies te maken voor een film, die zal handelen over een thema uit de Spaanse mystiek. Gezien zijn antecedenten, mag men van Welles, die reeds eerder in Spanje is ge weest en die de landstaal vloeiend spreekt een prestatie verwachten, die de aandacht van alle ware filmliefhebbers ten volle verdient. Na het bioscooppubliek over de hele wereld gedurende drie jaar te hebben vergast op naturalistische films die ze zelf als veristisch betitelen, schijnen de Italiaanse filmproducenten het over een andere boeg te gaan gooien. Ook zij gaan met „sterren" werken en ze hebben alle hoop gevestigd op de 20-jarige Gina Lol- labrigado, die typiste is Rome in geweest. De Italiaanse filmindustrie rekent er op, dat Gina dezelfde indruk zal maken op het publiek als het geval was met Syl- vana Mangano in „Bittere Rijst" „We zullen Hollywood met zijn eigen wapenen verslaan", is de leus in Rome. Als dit de Italianen lukt, blijft het nog altijd de vraag, of Hollywood het ten slotte tóch niet heeft gewonnen: door de Italianen te doen afzien van hun verisme, waarmee ze zich sinds de oorlog een eer ste plaats in de filmwereld hebben weten te veroveren. „Rendezvous in Holland" is de titel van een kleurenfilm over watersport en wa tertoerisme, die door de cineast Rudi Hor- necker in opdracht van de Algemene Ver eniging voor Vreemdelingenverkeer (A.N. V.V.) zal worden vervaardigd. Hornecker is reeds met dé opnamen begonnen. De A.N.V.V. is voornemens een ware bui tenlandse kruistocht te beginnen tot pro pagering van het watertoerisme in Ne derland en Hornecker's „Rendezvous in Holland" zal hiervan een onderdeel uit maken. In deze film is een vertelling verwerkt van watersportliefhebbers uit diverse lan den, die afgesproken hebben, elkaar in Nederland te ontmoeten. Hun reisbeleve nissen, die tevens gelegenheid geven om Neerlands waterland en de vele moge- Gina Lollabrigado, een ex-typiste, is het wapen, waarmee de Italiaanse filmindustrie Hollywood op eigen terrein hoopt te verslaan. Tomaten, en hier bèdoelen wij niet al leen mee de mooie gesorteerde exem plaren, maar ook de goedkopere kwali teiten, zoals de kleine soep-tomaatjes, lenen zich zeer goed voor de inmaak. Men kan ze in inmaakflessen conserve ren, wat het grootste behoud geeft aan voedingsstoffen (zoals men weet bevatten tomaten een grote hoeveelheid vitamine C en belangrijke voedingszouten). Goed ingemaakt kunnen deze tomaten als groente dienen en verder voor soep of saus of sap. Men kan ook van tomaten het sap in maken. Heeft men een baby en wil men hiervoor het sap inmaken, dan is het het beste om kleine flesjes te vullen (bijv. sambalflesjes of medicijnflesjes). Deze kunnen dan in één dag opgebruikt wor den. Ook voor het zelf maken van ketchup van tomaten (lang houdbaar) geven we hier een recept. Het inmaken van tomaten in inmaakflessen De tomaten wassen en doormidden snijden. De flessen en deksels wassen in heet sodawater en naspoelen in schoon heet water. De flessen laten uitlekken op een schone doek. De ringen 10 minuten uit koken. De flessen zo dicht mogelijk vullen met de tomaten tot 2 cm. onder de rand van de fles. Hierop naar verkiezing wat gekookt lauw water gieten; noodzakelijk is dit echter niet. Daarna de flessen slui ten met ring en deksel en de klemmen stevig op de deksels aanbrengen. lijkheden van watertoerisme en water sport beoefening te laten zien, zullen wor den samengevat in een „gespeelde docu mentaire". Zoveel mogelijk zullen toeristen en wa tersportbeoefenaars met hun eigen boten, zeilschepen, motorjachten, kano's, glij- planken enz., bij de opnamen wórden be trokken. De film „Rendezvous in Holland", waar voor een 20 fris, amusant en genoeglijk mogelijk scenario wordt geschreven, zal een vertoningsduur van ongeveer een half uur krijgen. Het ligt in de bedoeling deze film in zes talen over de wereld te verspreiden. Tegen betaling van het verschuldigde bedrag zijn zij uitsluitend verkrijgbaar bij het Atelier Croon, Beatrijsstraat 4 Rotter dam, elke dag van 9—12 en van 2—5 uur behalve 's Zaterdags. Schriftelijke bestel- lingen gelieve men eveneens uitsluitend aan dit adres te richten. Het verschuldig de bedrag kan dan per postwissel of giro (onder no. 271291 Atelier Croon, Rotter dam) worden voldaan. Geen geld of post zegels in brieven sluiten! Geen brieven of briefkaarten aan het bureau van de cou rant! Ons RosnaaiMfvoegsel KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE Superintendant Quild van Scotland Yard heeft de diefstal van de beroemde en kostbare diamant „Het hart van Sheharazade" opgelost. Een zekere Boult had deze edelstenen laten stelen en er waren verschillende dieven op uit om zich op hun beurt het „Hart" toe te eigenen. Ten slotte bleek, dat miss Do rothy Whitaker, terwijl de anderen om de diamant vochten, er mee vandoor was gegaan. Daar het „Hart" door de handlangers van Boult van haar broer gestolen was, scheen dus de zaak op gelost. Maar weldra daagden er nieuwe moei-, tukheden op. Whitaker werd dood in zijn kamer gevonden. Men neemt zelf moord aan, temeer daar er een getypte 'rriof met de handtekening van Whita- •r is gevonden, waarin deze bekent de ;imant te hebben verkocht aan Fred iringham. Quild zowel als Dorothy ge- teven niet in de zelfmoordtheorie en .-onmin in de echtheid van de brief, ken vkere Francis Graham maakt aanspraak de diamant, maar Dorothy gaat de >lst.een eenvoudig uit het huis van uingham weghalen, waarbij ze heel vallig geholpen wordt door O'Brien, - als Paul Dyson, butler bij mr. Boult is geweest. Springham weet echter, t miss Dorothy de hand in de diefstal cft gehad. Daar het meisje door Gra ham bedreigd wordt, roept zij de hulp van O'Brien in. Als er echter een nieuwe moord ge pleegd wordt en Guy Heward, een no taris die ook het eerste avontuur heeft meegemaakt en zich daarna met Dorothy Whitaker heeft verloofd, klaarblijkelijk door boosaardige opzet in staat van verdenking wordt ge- bracht, zijn er voor O'Brien redenen om wantrouwen te gaan koesteren te gen miss Whitaker. Volgens Heward zou zij zelf „Francis Graham, de man die niet vergeet" zijn, Heward wordt onder bewaking ge steld van de detective Peter Kelley. Daarna maakt O'Brien met miss Whi taker een afspraak voor een ontmoe ting in de bar van Jun Stebbins. ting in de bar van Jun Stebbins. Hier vraagt hij haar, hem toch alles eerlijk te vertellen wat ze weet. IS) Is dat strafbaar, commissaris? vroeg O'Brien voorkomend. Ik heb mijn advo caat geraadpleegd en die verzekerde mij, dat ik er geen kwaad mee kon. Ook de naam Paul Dyson zal je niet vreemd zijn. Superintendant Quild zucht te. Tja, die Bukes en hun intieme vrien den waren compleet wandelende adres boeken. Over uw voorliefde voor naamsver andering zullen we het nu niet hebben, zei Myddleton stijfjes- Er is een ernstige beschuldiging te-gen u ingebracht. U zou het „Hart van Sheherazade" van zekeren Springham uit diens buitenplaats „De Berken", Stanm-ore, gestolen hebben. Een ogenblik aangenomen, dat dit werkelijk zo is, commissaris". O'Brien gaf hem zjjn charmantste glimlach. Kan men, juridisch gesproken, iemand van iets bestelen, dat zijn eigendom niet is? De heer Springham kocht 't „Hart" van wjjlen Sir Godfrey Whitaker. We hebben het bewijs van die koop zwart op wit, O'Brien; ik heb geen tjjd en geen lust, mij met u in spitsvondighe den te begeven. Geef alleen antwoord op deze vraag: hebt u het „Hart" van de heer Springham gestolen, ja of neen? Kort en bondig: neen, commissaris! Superintendant Quild masseerde een neusvleugel: Zo heel gek zou het an ders niet zijn, O'Brien of hoe heb je het liefst, dat ik je noem? U was volkomen correct, super, Pa trick O'Brien is de naam, die me van rechtswege toekomt. Ik ben voornemens •hem nooit weer af te leggen. Prijzenswaardig, knikte Quild. Men noemt geen -koe bont, O'Brien, of er is een vlekje aan. Ik wil maar zeggen bij jullie in de familie zit een zeker zwak voor het „Hart van Sheherazade". Je vader Jirfmiy Burke stal het vap Sir Godfrey. Jij zat op Lonely Moor er ach teraan. Waarom zou ook in dit geval driemaal geen scheepsrecht kunnen zijn? Mogelijk gebeurt dat nog wel, su per. Ja. ja. Quild stond op en liep naar de tafel. Hij nam d-e opaline vaas in de hand. Een verdraaid mooi ding. Zulke vazen zijn een zeldzaamheid in hotel kamers. Eigendom, super, glimlachte O'Brien- Ik ben een kenner, ai zeg ik het zelf. Quild hWd de vaaa tegen 't licht Je moet er aardig voor in de bus heb ben geblazen, mijn waarde. Als ik eens schatten m>g Krak! De vaas gleed uit Quild's hand e-n vi-el in stukken. Met ogen vol deer nis en zelfverwijt keek de super naar de scherven. Ik kan Je onmogelijk zeggen, hoe me dat spijt, O'Brien! Het is een stom miteit, die ik me nooit zal kunnen ver geven. Want ik vrees, dat Quild brak abrupt af. Hij staarde naar het vloerkleed e-n scheen zijn ogen niet te geloven. Want daar, tussen de scher ven, lag het „Hart. van Sheherazade"; de vijftien robijnen leken grote gloeien de bloeddruppels. XXXIX. Met een sprong was commissaris Myd dleton van zijn sto-el. Hij raapte het „Hart" op en zag O'Brien vijandig aan Wat heb je hierop in te brengen? bulderde hij. Op mijn woord, commissaris ik heb er geen flauw idee van, wie me dat gelapt heeft, en met welke bedoeling. Wat gelapt? Het juweel in mijn opaline vaas ge stopt, natuurlijk. Myddleton wierp een vernietigende blik op O'Brien: Zo. Wil je bet over die boeg gooien? Ik begrijp u niet. commissaris. U denkt toch niet O, neen! Helemaal niet! hoonde Myddleton. Als u het mv) vraagt, commissaris, mengde Quild zich in het gesprek, het is zo onmogelijk niet, dat O'Brien dit maal gelijk heeft. Wanneer hij 't „Hart" gestolen had, zou hij wel een veiliger bergplaats gekozen hebben dan zo'n vaas, open en bloot op tafel- O'Brien keek hem wantrouwende aan Welke bedoeling kon achter die woor den schuilen? Wie met Quild te doen kreeg, stond altijd voor een raadsel, of hij in ernst was, dan wel er pleizier in had, een ander er tussen te nemen. Ook Myddleton begreep de houding van de super niet: Wat ben je, poli tieman of advocaat? vroeg hij giftig. In -het eerste geval zou ik het zoeken naar uitvluchten maar aan de beschuldigd» zelf overlaten! Quild wilde antwoorden, maar kwam er niet toe. De telefoon rinkelde. Pa trick nam de hoorn en luisterde. Voor u, commissaris. Ik had de boodschap achtergelaten dat ik naar 't Imperial was, legde Myd dleton den super uit. Het zal in verband staan met de operatie van mijn vrouw. O'Brien stond naast het toestel, terwijl de commissaris luisterde. Hij wierp een steelse blik naar het „Hart van Shehera zade", dat op tafel lag. Na een kort ant woord gegeven te hebben, legde Myddle ton de hoorn neer. Zijn gezicht stond eraitlg. De operatie is gelukt, zei hij tot Quild, maar mijn vrouw is zó zwak, dat de doktoren er niet gerust op zijn. 'k Moet direct naar 't ziekenhuis komen. Neem mijn wagen, bood de super hartelijk aan. Ik zal dit zaakje hier wel uitpluizen. Als 'k O'Brien ook maar op één tegenstrijdigheid betrap, neem 'k hem mee. Myddleton knikte. Zonder van O'Brien notitie te nemen, stapte hij haastig de kamer uit. Even zwegen de twee, die achtergebleven waren. Toen zei Quiid: En nu voor de dag met de waarheid, O'Brien! Ik kan u geen andere verklaring geven, super, dan die 'k commissaris Myddleton aan de hand deed. Ook goed. Quild zuchtte. Misschien zelfs beter zo. Je kunt 't me niet moeilijk maken op onze wandeling naar de Yard, wel? Anders requireer ik assistentie. Mijn woord, super, dat ik het „Hart" niet van Springham gestolen heb. Van wien dan? Van niemand. O'Brien, 'k bood je een kans en deed daarmee meer, dan 'k als politie man verantwoorden kan. Maar 'k mag jou, en Springham niet dat is het ver schil. 'k Heb het onderzoek in de zaak- Whitaker geleid. Al kostte 't moeite tenslotte wist ik Myddleton te overtui gen, dat ze met die zelfmoordtheorie er naast waren, 't Was moord, zo geraffi neerd als 't maar kon. Ik voor mij ben overtuigd, dat Springham 't deed; 'k heb alleen nog geen doorslaand bewijs. Maar 't zou me bitter tegenvallen, als 'k dat vanavond niet kreeg, 'k Heb machtiging tot huiszoeking op „De Berken" en we zullen met 't fijnst denkbare stofkam metje te werk gaan. Quild pauzeerde even. Je begrijpt dus, dat ik niet aan de kant vatfcSpringham sta. Hij vermoordde Whitake^ stal het „Hart" en liet die ge tikte brief achter. De handtekening, of wat daarvoor moet doorgaan, maakte hij na. Onleesbaar gekrabbel, in een klodder inkt. 'k Wou, dat je de geboden kans ge accepteerd had, O'Brien. Patrick keek de super onzeker aan. 'k Zal u de waarhlid zeggen 'k heb het „Hart" in bewaring van de rechtma tige eigenares, juffrouw Dorothy Whita ker. Als u me niet gelooft u kunt haar opbellen, waar 'k bij ben. Quild schudde van neen. Onnodig, 'k Geloof je. Onder ons gezegd en gezwe gen 'k had het wel gedacht, 'k Ben de juffrouw Warr van Lonely Moor nog niet vergeten. Zij weet te volbrengen, waar zij hagr zinnen op heeft gezet. Van nu af zal ik als bewaarder van het „Hart" moeten optreden. Met een snelle beweging greep O'Brien het juweel van tafel en borg het weer in de binnenzak van zijn vest. Ik geef 't niet af, super, of 'k moet van juffrouw Whitaker de verzekering hebben, dat zij er mee accoord gaat. Vr-ag 't haar. De super masseerde weer eens een neusvleugel. Toen schokschouderde hij. Veel maakt het eigenlijk niet ui*. Ik weet wie 't heeft en 'k zal ,1e onder toe zicht laten stellen, tot de zaak-Springham afgewikkeld is. U kunt me op elk uur van de dag of nacht bereiken, super. Mag 'k nu nog een vraag stellen. U bent zo zeker van Springham's schuld. Ik pleit niet vóór hem, maar als ik politieman was, zou 'k niet rusten, voor 'k óók Francis Graham te pakken had. Waarom laat u hém rustig rondlopen? Quild glimlachte. Ik kan wel zien, dat je geen politieman bent, O'Brien! Francis Graham heb ik uitgeschakeld. Weet u dan, wie hij is. De super kneep de ogen dicht. Geen hij. Een zij. De vrouw van 't mannetje in de maan. Of 'k zou me al heel sterk moe ten vergissen. Hij keek naar de .scherven op de grond. Die vaas zal 'k jc ver goeden, O'Brien. Als 'k niet een precies eendere op de kop kan tikken, betaal k, wat 't gebroken exemplaar je gekost heeft. Neem 't niet zo tragisch, sl,P®r' Was immers een ongeluk! O'Brien nuKte zich, om de scherven op te rapen. sellng staakte hij die bezigheid; hij zette de tanden in de muis van zijn Imkerhand. Zo wist hij nog tijdig een kreet te smoren Toen hij zich oprichtte en de scherven op tafel legde, stond zijn gezicht weer ge woon. Quild ging naar de deur. Met de hand op de knop draaide hli rich om. Geef juffrouw Whitaker de raad, O'Brien, zich van het 'Hart van Shehera zade' te ontdoen. Zij zal er makkelijk een koper voor vinden, al krijgt ze niet de prijs, die 't waard is. Om je de waarheid te zeggen 't is een heel gevaarlijk bezit ccblcksn Ongetwijfeld, super. Toch kan soms een gemis nog gevaarlijker blijken te Z1J0'Brten was er niet zeker van, of Quild de laatste opmerking gehoord had. XL Tafel vijftien in 't restaurant van 't Regent's Palace was voor Patrick O'Brien gereserveerd. En dat met alleen. De kell- ner reikte hem een- menu over, door de afwezige gastheer zelf opgesteld. Patrick moest, bekennen, dat deze er slag van had. Hetgeen de keuken van 't Regent's Palace afleverde, was voortreffelijk; de wijnen waren exquis. Alleen iemand, die 't woord tevredenheid uit zijn levensboek geschrapt had, zou er een aanmerking on durven maken. O Brien zat van zijn koffie en havana te gemeten, toen de kellner op hem toe trad en mededeelde, dat hij op suite 18, tweede etage verwacht werd. Patrick knikte, bleef nog een paar minuten, in zijn stoel achterover geleund, roken. Daarna legde hij een royale fooi gereed en wandelde naar de hotelafdeling. Do suite^ waar hij moest wezen, lag bijna aan 't einde van de lange gang. Hij drukte op 't 1/oren schalknopje. De deur werd geopend door een forse kerel, die eerder aan een beroeps-bokser dan aan een huisknecht deed denken. Zijn uitpuilende ogen namen de bezoeker van onder tot boven op; toch wist O'Brien, dat Max Evans hem kende, even goed ais hij 't Evans deed. De flessen vervolgens in een inmaak- ketel zetten (op een treef of plankje of doek), deze met lauw water bijvullen tot op 2/3 hoogte van de fles. Het water verhitten tot 80 gr. C. en de tomaten een uur op deze temperatuur pasteurise ren. De flessen uit, de ketel halen, wegzet ten op een plankje of houten aanrecht en bedekken met een doek om springen te voorkomen. De klemmen pas verwijderen als de flessen volkomen koud zijn. Tomatenpuree in flessen De tomaten wassen, klein snijden en in een gesloten pan vlug tot moes koken. De massa goed zeven, zodat schillen en pitten verwijderd worden. Het tomatensap al of niet verder tot purée indampen en overdoen in uitge kookte of gezwavelde flessen of flesjes. De flessen sluiten met uitgekookte of gezwavelde kurken, deze goed in de fles- Advertentie beveiligt U en Uw kinderen ter»' wijl U slaapt tegen muggebeten. FLACON 50 en 90 et. sen drukken, gelijk afsnijden met de bo venrand van de fles en de hals van de fles in gesmolten lak of paraffine dom pelen. Tomatenketchup 1 kg tomaten 2 dl. azijn 100 gr, suiker 1 theelepel zout iets pijpka neel kruidnagel gemberpoeder. De tomaten wassen, in vieren snijden en met ongeveer de helft van de azijn gaar laten koken. De massa zeven en ver mengen met de rest van de azijn, de sui ker, het zout en de kruiden. De purée onder goed roeren vrij dik inkoken. De grove kruiden verwijderen en de ketchup overdoen in schone flesjes. Op de ketchup 'n laagje slaolie schenken en de flesjes losjes met een kurk sluiten. Als de zomer voorbij is draagt de Parisienne haast uitsluitend mantelpakken net zoals ze in het voorjaar doet. Hoewel ze onder geen voor waarde ook niet jn huis overdag haar manteltje uit doet, houdt ze toch erg van mooie blouses. En de keuze is groot, vooral nu sommige zaken zich speciaal op het creëren van blouses toeleg gen. Natuurlijk zijn ze ook te vinden in de couture, maar daar vormen ze slechts e.®h onderdeel; er wordt altijd meer aandacht besteed aan japonnen en tailleurs. Dat is stellig de oorzaak van het succes van zaken als Denise et Mad. Deze beide vrouwen heb ben een onuitputtelijke fan tasie als het blouses betreft. Die van piqué samen met or- gandi verwerkt in strepen een streep organdi, een streep piqué hadden dadelijk veel succes, omdat nog niemand op die com binatie was gekomen. Meestal zijn de blouses alleen van voren zo bewerkt omdat niet meer dan een smalle strook zichtbaar is, ook al wordt de tailleur open gedragen zoals in huis gewoonlijk het geval is. De klassieke witte overhemdblouse blijft altijd mode. Maar dit jaar werd ze min- Zwart tulle overhemdblouse met goud geborduurd, model Denise et Mad. Witte geborduurde oigandiblouse, model Denise et Mad. ueLStiTw«an ^n- Kleine plooitjes, ja- W rt'«even of geplisseérde stro ken fleveji deze blouses veel chic, helaas z'Jn. uiterst teer en eisen ïlu*J^u?r het ls nu «enmaal de blouse, die een klassiek mantelpak tot ochtend-, middag- of avondtailleur be stempelt en veel coquette vrouwen blij ven daarom de witte blouses getrouw Zij, die wat practischer zijn aangelegd, verkiezen gekleurde blouses. Als de tint in overeenstemming met die van de hoed is gekozen, doet het etfect niet onder vóór dat van een witte. Maar ook 's avonds heeft de blouse suc ces Een kwart tulle chemisier met goud of zilver geborduurd, maar strak van lijn, wordt op het ogenblik door veel vrouwen verkozen boven een geklede japon. Men heeft hier niet altijd gelegenheid deze te dragen, terwijl een geklede avondblouse van een eenvoudige tailleur een uitste kend toilet maakt voor een gezellig eten tje buitenshuis. Een tulle overrok, die als een schortje om het middel wordt gestrikt maakt er een avondjaponnetje van. In dit laatste geval wordt net Jasje natuurlijk niet ge- ara gen. Met de hand gebreide of gehaakte pulls in staal, goud of zilverdraad zijn even mooi en bovendien is het onnodig ze te strijken. Voor de vrouw van tegenwoordig, die met werk is overstelpt, ig dit een heel SeOok''deze pulls sluiten bijna altijd hoog aan de hals, slechts een enkele keer zijn ze in bateauvorm uitgesneden. Al deze blouses kunnen zowel bij een korte als lange rok worden gedragen. Nu we nagenoeg allen noodgedwongen prac- tisch zijn geworden, spreekt het vanzelf, dat de blouses zo'n succes hebben. D. K. W. Volgens afspraak word ik hier ver wacht, zei hij kort. Jawel, mijnheer. Wie kan k zeggen, dat u bent? O'Brien lachte grimmig. Geen poppen kast, Max Evans! Zo beroerd is je ge heugen niet, om nu_ jj te zijn, hoe 'k Je op „Ue Berken ln de luren lesde. Uitstekend, mijnheer. Komt u bin nen. Evans ging O Brien voor én schoof een fauteuil voor hem aan. 'k Zal zeg gen, dat u er bent, J. Een ogenblikje! weerhield O'Brien hem. Je weet 5Cr dat je broer gis teren vermoord ls? Max Evans keek O'Brien aan, slikt» een paar maal. maar antwoordde niet. ,w,at -jwer is, ging Patrick voort, hij werd doodgeschoten mei de revolver van Guy Heward, die David Murdock sla) op last van je patroon Enfin, daar weet je zelf natuurlijk alles van, Heward al°dfk op hè krÜSen- Lag er nog 'k Begrijp niet, waar u 't over hebt, mijnheer. Ik ken geen Guy Heward en eyenrmn een David Murdock. Wat de deur dicht doet 'k heb geen broer mijnheer. Niet meer, bedoel je. Dat klopt. En schiet nu maar op, stuntelige leugenaar La Je baas waarschuwen. Evans- gehoorzaamde met een stalen gezicht. O'Brien hoorde hem in de aan grenzende kamer op gedempte toon met iemand spreken, 't Was een dof gemom pel; hij kon niets van 't gesprokene on derscheiden. Na enige minuten trad de man binnen, die in Jim Stebbin's bar de tik van Hawkins op zijn bol gekregen had. U bent een man van de klok, O'Brien, zei hij goedkeurend, terwijl hJJ tegenover zijn bezoeker plaats nam. we zullen de zaken wat vlot afdoen, om negen uur heb ik een afspraak, waarDij 'k me niet mag laten wachten. Dat kan, knikte Patrick. Allereerst mijn gelukwens, dat u vanmiddag oij Jim Stebbens er zo goed afgekomen bent. Wat was 't eigenlijk voor een der rie? De ander glimlachte. Een misverstand; de moeite heus niet waard. Uw komsi mag 'k zeker wel zó opvatten, dat u be reid bent, zaken met me te doen. Vraag tegen vraag, mijnheer Spring ham. Wat is de reden, dat u iets wilt terugkopen, dat toch uw eigendom zou zijn' U weet. dat juffrouw Whitaker de diefstal op „De Berken" pleegde; 'k heb 't briefje gelezen, dat u haar er over schreef. Was 't niet practischer, in iedor geval goedkoper geweest, als u de Yard in de arm genomen had? Goedkoper wel, practischer niet. Weer glimlachte Springham. 't Is een vreemde geschiedenis met het „Hart van Shejierazade". Ik wilde het destijds van Sir Godfrey kopen; hij ging er niet op in. Eerstens was hij er aan gehecht. En dan hij had het gekocht met de weten schap, dat het van Laszlo Varady in De- bretzin gestolen was. Zelfs mensen, die anders zeer nauwgezet zijn, laten zich in hun verzamelwoede wel eens tot hande lingen verleiden, die de toets der eerlijk heid niet kunnen doorstaan. Zo verging het ook Whitaker. Later verkocht hij me toch het „Hart" door nood gedwongen. Feitelijk ben ik dus aan heling mede plichtig. Dat is de enige reden, waarom ik Scotland Yard er buiten houd. Dan had u een kortere weg kunnen volgen en juffrouw Whitaker dwingen, u het „Hart" terug te geven. Juffrouw Whitaker is een eigenzin nig persoontje, mijnheer O'Brien. Ze be weert. dat haar broer het recht niet had, het „Hart" zonder haar toestemming te verkopen. Ik heb geen lust, het op een civiel proces te laten aankomen daar zijn jaren mee gemoeid. Vandaar, dat ik dé weg ingeslagen heb, die u bekend is. -r Hoeveel wilt u er voor betalen? U ziet het geval niet zuiver, mijn heer O'Brien. Er is geen sprake van be taling. Ik heb een beloning op het terug bezorgen gesteld. Zij bedraagt tweedui zend pond. Een uitstekende mop! Patrick lachte zachtjes. Geen mop. mijnheer O'Brien. Ik vraag iets terug, dat ik als rnljn eigen dom beschouw. Laat ik. het zó uitdruk ken; iets, dat door mij verloren werd. De eerlijke vinder wordt beloond, niet betaald. Mijn beloning is heus zo kwaad niet. O'Brien dacht na. Niet over het aan bod. Dat kwam met ln aanmerking. Maar hij vroeg zich af. of zijn theorie, zo zorg vuldig opgebouwd, toch nog zou ineen storten. Twijfel was in hem gerezen, toen Springham binnentrad, één en al glim lach. Hij had iets anders verwacht. En toch...- Neen; O'Brien wilde niet aan een mystificatie geloven. Ziin theorie was zuiver, kon met missen. Daarom moest hij Springham nog een tijdje aan de praat houden een kwartier, een half uur liefst. Misschien maakte hij de fout, waaromWinen ^esPflnnon op wachtte: in een enkel wóórd, een gebaar. De fout alles men' darmede stond of viel Terwijl u over mijn voorstel na- aenKt mijnheer O'Brien, kunnen we wel tets drinken. Springham ging naar het DUitet, haalde uit een kastje een karaf en twee smalle glazen. Echte Napoleon- cognac, zei hij met trots, de glazen vul- lend. Hij overhandigde er één aan O Brien. Een godendrank. Op wie zullen w? klinken? Een goed idee 0p onze vijanden! Aan hen de nederlaag aan ons het succes! Hii lachte na deze zonderlinge toast bracht zijn glas naar de lippen. Eensklaps zette hij het weer neer en keek O'Brien met vragende blik aan. Toch geen geheelonthouder, hoop ik' Patrick schudde het hoofd, Ver van dat. mijnheer Springham! Hij hief zijn glas op. aarzelde Ik ben alleen een voorzichtig man akelig voorzichtig misschien. Hebt u bezwaar van glas te ruilen? Springham fronste de wenkbrauwen, 't Scheen, alsof hij zich door de vraag beledigd gevoelde. Eetl 0genbiik later lachte hij echter uit volle borst. In mijn hart moet ik u gelijk geven, mijnheer Brien! Een mens kan nooit tè voorzichtig zijn! Nietwaar? Patrick zuchtte. We le ven in zo n verdorven wereld! (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1950 | | pagina 4