„FILM EN JEUGD" een goed
bedoeld boekje
Appeltjes van oranje, tierlata
HET PATROON VAN DE WEEK
DE VERGISSING VAN
SUPERINTENDANT QUILD
jVhiqoiLn
Blouses voor ieder uur
van de dag
I
GUY HAMI
TERDAG 26 AUGUSTUS 1950
PAGINA 4
/Voor de filmcamera
H EINIG NIEUW LICHT OP
EEN OUDE KWESTIE HMlMHlBB—
mmm
j
Inmaak van Tomaten
Als de R in de
maand komt, be
ginnen wij ons al
weer op de winter
in te stellen.
De vacanties zijn
bijna voorbij, de
kinderen gaan bin
nenkort weer naar
school en moeder
krijgt weer wat
meer tijd om te
naaien en te brei
en.
Voor de kleine
peuters is de mode
nog niet van zo'n groot belang
en daarom kunnen wij dan ook het
beste alvast over hen beginnen.
Misschien heeft U nog een grotere
jurk of japon hangen, die niet zo
erg modern meer is en waar nog
juist zo'n leuk hangjurkje uit ge
maakt kan worder..
Van dit leuke modelletje (C554)
is het patroontje verkrijgbaar in
maat 40, 5, 60 a f 0.50. Benodigde
stof van 90 cm breed 1.—, 1.25, 1.50
Het rokje is van boven gesmockt
aan het stukje gezet. De sluiting
valt van achteren en kan ver open
gemaakt worden, waardoor men
niet steeds behoeft te worstelen
om het jurkje over het hoofdje te
krijgen. Het kraagje is in 2 helften
gemaakt. Lang ballonmouwtje met
smal manchetje. Voor de babies is
een slaapzak ideaal voor de winter
Hoe krijgt U patronen
in Uw bezit f
wanneer zij zich eens bloot trap
pen, wat nog al eens gebeurt als
ze iets groter worden. Zelfs dan
zitten ze er toch nog warm in.
De zak wordt van onderen met
knopen gesloten, precies als een
sloop. Van boven is er een flink
split op de rug. Voor dit patroon
(C 552) is 1.60 m flanel nodig van
70 a 80 cm breed. Het patroontje is
verkrijgbaar a 0.50.
„Voedt in de eerste plaats de ouders
op, dan volgen de kinderen
vanzelf'
Het probleem Film en Jeugd is door ons
meermalen aan de orde gesteld. Een boek
je, dat onder deze titel en onder het mot
to „Een bijdrage tot de oplossing van het
meest brandende probleem, dat Neder
land beroert" in de Opvoedkundige Bro
churereeks by de drukkerij van het R.K.
Jongensweeshuis in Tilburg van de hand
van W. v. d. Pas verscheen, is aanleiding
ons nog eens op deze uiterst belangrijke
kwestie te bezinnen.
Behalve constateren, dat het slordig is
geschreven en nog slordiger gecorrigeerd
kan men met betrekking tot dit onge
twijfeld goed bedoelde boekje heel wat
op- en aanmerkingen maken. Öp de eerste
plaats is het geen bijdrage tot de op
lossing van het probleem, dat er in wordt
behandeld. Hoogstens giet het de beschou
wingen, klachten en vertogen, die ten
aanzien van deze kwestie uit de pen vgn
vele deskundigen zijn gevloeid, in een
wat eenvoudiger, maar daarom niet altijd
even logische en verantwoorde vorm.
De schrijver geeft in zijn eerste hoofd
stuk een kort overzicht van de historie
der film, waarbij hij, blijkens een voet
noot, een dankbaar gebruik heeft gemaakt
van A. van Domburg's „Levende Schadu
wen". In dit hoofdstuk constateert hij, dat
de film „een kunst is, die zich feitelijk
richt tot alle lagen der gemeenschap, tot
arbeider en werkgever, tot dienstmeisje
en mevrouw, tot een man met de gees
tesinhoud van een twaalfjarig kind en
tot een intellectuele aristocratie" een om
schrijving, die hü blijkbaar zo mooi vindt,
dat hij re later in het hoofdstuk „Nakeu
ring en voorlichting", waarin hij de ka
tholieke filmcritiek in de dagbladen ka
pittelt, nog eens letterlijk herhaalt. Met
een vermanend opgeheven vinger zegt hij
daar: „En hij (de filmcriticus) moet zijn
beoordeling niet afstemmen op deze laat
ste (de intellectuele aristocratie) alleen.
Een vermaning, waarmee we accoord
gaan, mits de schrijver niet van de criti
cus verlangt, dat deze zich uitsluitend
aanpast aan de man met de geestesinhoud
van een twaalfjarig kind. Toch schijnt W.
v, d. Pas de oplossing van het door hem
opgeworpen probleem: film en katholie
ke dagbladcritiek, in die richting te wil
len zoeken. Hij gaat zelfs nog verder dan
de man met de geestelijke ontwikkeling
van een twaalfjarig kind, wanneer hij
ten aanzien van de film „Snake Pit'
(Slangenkuil) opmerkt: „Welke invloed
deze rolprent heeft op debielen, die ook
naar de bioscoop gaan, moeten de psy
chiaters maar uitmaken. Maar elk gezond
denkend mens vindt „De Slangenkuil"
beestachtig en met recht vraagt men
xich af, of de Rijkskeuring dan volkomen
de kluts kwijt was, toen zij dit'product
„toelaatbaar" achtte".
Het gaat echter niet aan, bepaalde films
aan ieder te onthouden, als ze wellicht
een nadelige uitwerking zouden kunnen
hebben op een klein aantal abnormale
personen. Zeer terecht plaatste de KFC,
die „De Slangenkuil" eveneens toelaat
baar verklaarde, zij het met streng voor
behoud, daarbij de kanttekening: „Uit
werking van onderwerp en situaties zul
len een nadelige invloed kunnen hebben
op de nerveuze constitutie van sommige
toeschouwers. Op deze grond mag de
KFC echter niet afkeuren".
Op precies dezelfde motieven moeten
wij de stelling van W. v. d. Pas: „Be
schouwingen over de kunstwaarde van
een „voorbehouden film" horen eigenlijk
niet thuis in de krantenbespreking, ze zijn
op haar plaats in een vakblad", van de
hand wijzen. De volwassen katholieke
lezer heeft recht op volledige voorlich
ting door zijn blad, ook over onderwer
pen. die niet geschikt zijn voor kinderen,
of die nog boven hun bevattingsvermogen
liggen. Geen katholieke journalist, die
zich respecteert, zal er een ogenblik aan
denken, zijn lezers als een stel onmondige,
of zelfs debiele kinderen te behandelen.
Herhaaldelijk bezondigt de schrijver
zich aan onnauwkeurigheden zoals in
Orson Welles, die naar Spanje gaat
om daar voorstudies te maken voor
een film, die zal handelen over een
thema uit de Spaanse mystiek.
hoofdstuk II over „De Magische Kracht
van de Film", waar hij de Amerikaanse
cameraman Gregg Toland (niet Greg Tol
land) rangschikt onder de filmregisseurs
of zegt hij meer dan hij kan verant
woorden. Een uitspraak als: „Films, die
berusten op pseudo-wetenschappelijke
grondslagen van medische, juridische of
technische aard, waar blijkt, dat de film
schrijver plus regisseur de stof slechts op
pervlakkig beheersen, mogen nooit een
goedkeuring verwerven", zou, op literair
gebied toegepast, tal van klassieke mees-,
terwerken plotseling onaanvaardbaar ma
ken. Een uitlating als: „Laten we eerlijk
zijn: de kwalificatie „voor volwassenen" is
dikwijls camouflage dat betekent vaak
een film, waarvan de strekking verkeerd
is, maar die men sauveert om wille van
de kunstvorm, of bijkomstigheden als na
tuuruitbeeldingen en soms zelfs om de
technische vondsten", trekt de competen
tie van de KFC in twijfel en werpt een
vlek op de integriteit van de katholieke
filmcritici.
In een drietal andere hoofdstukken
neemt W. v, d. Pas de bioscoopwet van
1926, het rapport-Sassen en het wetsont-
werp-Teulings onder de loupe. Een ver
dienstelijk werk, omdat men in katholieke
kringen over het algemeen slecht op de
hoogte is met de wetgeving óp dit gebied,
terwijl een overzichtelijke samenvatting
van de pogingen, die worden gedaan om
daarin verbetering te brengen, ontbreken.
Slechts een enkel hoofdstuk wijdt de
schrijver direct aan het probleem, waar
aan 't boekje zijn titel heeft ontleend. Daar
in wijs hij op het werk van het instituut
„Film en Jeugd" en op het negatieve re
sultaat van het nationale congres over
„Ontspanningsleven, film en rijpere
jeugd", dat in Januari 1949 door dit insti
tuut in Rotterdam is georganiseerd.
Ook hier laat de schrijver zich verlei
den tot uitspraken, die niet door feiten
worden verricht". „De jeugd is niet slech-
de film oorzaak is van de criminaliteit
onder de jeugd lijkt ons, gezien de kwa
liteiten van de huidige speelfilm, zeer
groot".
Het resultaat van onderzoekingen om
trent de invloed van de film op de jeugd,
welke in Amerika, Engeland, Frankrijk
en België zijn ingesteld, is heel wat min
der positief. De schrijver, die deze onder
zoekingen als bewijsmateriaal voor zijn
stelling aanhaalt, komt later zelf met
betrekking tot de vraag, of de jeugdcri
minaliteit door de film ongunstig wordt
beïnvloed, tot de conclusie, dat deze niet
zo eenvoudig is te beantwoorden. Wèl is
hij van oordeel, dat de invloed van de
film, gecombineerd met een aanwezige
neiging tot bepaalde misdrijven, de jeugd
criminaliteit in de hand werkt.
Tegenover elk vonnis, dat op dit punt
over de film wordt geveld, is overigens
gemakkelijk 'n vrijspraak te stellen. Zeer
positief ig in dit opzicht een. memorandum
van de Vereniging van Britse Bestuurs
ambtenaren aan het Engelse ministerie
van binnenlandse zaken, dat in October
1948 werd gepubliceerd. „A-sociaal ge
drag", aldus dit memorandum, „komt
voort uit diepere oorzaken dan het na-
apen van dingen, die op het witte doek
worden verricht". "De jeugd is niet slech
ter dan zij was, voordat de bioscoop be
stond, maar de bioscoop is een geschikte
zondebok, zoals de goedkope sensatie
roman in zijn tijd".
Dit neemt intussen niet weg, dat we
het eens zijn met degenen, onder wie ook
W. v. d. Pas, die voorstanders zijn van
een algeheel verbod voor kinderen bene
den veertien jaar om de gewone bioscoop
voorstellingen te bezoeken, eventueel met
4e volgende twee uitzonderingen: 1. ten
ianzien van voorstellingen, waar films
.vorden vertoond, die toelaatbaar zijn ver-
Gaard voor alle leeftijden, mits de kin
leren onder geleide staan van hun ouders,
/oogden, onderwijzers of andere opvoe-
lers, 2. ten aanzien van speciale kinder-
.ilms.
Daardoor komt de verantwoordelijk
heid niet uitsluitend bij de overheid te
liggen, maar daar, waar ze op de eerste
plaats hoort: bij de ouders. Bij de ouders
immers moet het zwaartepunt iiggen. Veel
problemen op het gebied Film en Jeugd
zouden allang geen probleem meer zijn,
als de werkelijk verantwoordelijke per
sonen de juistheid erkenden van de uit
spraak, die Abbé Courtois deed tijdens
het congres, dat door het Bureau Inter
national Catholique de 1' Enfance in De
cember van het vorige jaar op Draken-
■burgh is gehouden: „Voedt in de eerste
plaats de ouders op, dan komen de kin
deren vanzelf terecht", en er in de prac-
tijk naar handelen.
We kunnen volledig accoord gaan met
de conclusie, waartoe W. v. d. Pas komt
in het requisitoir, dat hij aan het slot
van zijn boekje houdt: „Beklaagde (de
film) heeft een taak te vervullen, een
belangrijke zelfs; maar elleen als het ge
zin (ouders en opvoeders) de nodige voor
waarden schept, kan de jeugd met haar in
contact worden gebracht".
Dat de pers hierbij positief moet mede
werken door goede voorlichting en eer
lijke beoordeling, spreekt wel vanzelf.
Orson Welles, de regisseur van films
als „Citizen Kane", „The Lady from
Shanghai" en „Masbeth", die hem tot een
der belangrijkste en meest besproken fi
guren in de filmwereld maakten bij
het grote publiek is hij vooral bekend
geworden door zijn Harry Lime-rol in
de fameuze „The Third Man" (De Derde
Man) is voornemens naar Spanje te
gaan om daar voorstudies te maken voor
een film, die zal handelen over een thema
uit de Spaanse mystiek.
Gezien zijn antecedenten, mag men van
Welles, die reeds eerder in Spanje is ge
weest en die de landstaal vloeiend spreekt
een prestatie verwachten, die de aandacht
van alle ware filmliefhebbers ten volle
verdient.
Na het bioscooppubliek over de hele
wereld gedurende drie jaar te hebben
vergast op naturalistische films die ze
zelf als veristisch betitelen, schijnen de
Italiaanse filmproducenten het over een
andere boeg te gaan gooien. Ook zij gaan
met „sterren" werken en ze hebben alle
hoop gevestigd op de 20-jarige Gina Lol-
labrigado, die typiste is Rome in geweest.
De Italiaanse filmindustrie rekent er op,
dat Gina dezelfde indruk zal maken op
het publiek als het geval was met Syl-
vana Mangano in „Bittere Rijst"
„We zullen Hollywood met zijn eigen
wapenen verslaan", is de leus in Rome.
Als dit de Italianen lukt, blijft het nog
altijd de vraag, of Hollywood het ten
slotte tóch niet heeft gewonnen: door de
Italianen te doen afzien van hun verisme,
waarmee ze zich sinds de oorlog een eer
ste plaats in de filmwereld hebben weten
te veroveren.
„Rendezvous in Holland" is de titel van
een kleurenfilm over watersport en wa
tertoerisme, die door de cineast Rudi Hor-
necker in opdracht van de Algemene Ver
eniging voor Vreemdelingenverkeer (A.N.
V.V.) zal worden vervaardigd. Hornecker
is reeds met dé opnamen begonnen.
De A.N.V.V. is voornemens een ware bui
tenlandse kruistocht te beginnen tot pro
pagering van het watertoerisme in Ne
derland en Hornecker's „Rendezvous in
Holland" zal hiervan een onderdeel uit
maken.
In deze film is een vertelling verwerkt
van watersportliefhebbers uit diverse lan
den, die afgesproken hebben, elkaar in
Nederland te ontmoeten. Hun reisbeleve
nissen, die tevens gelegenheid geven om
Neerlands waterland en de vele moge-
Gina Lollabrigado, een ex-typiste, is
het wapen, waarmee de Italiaanse
filmindustrie Hollywood op eigen
terrein hoopt te verslaan.
Tomaten, en hier bèdoelen wij niet al
leen mee de mooie gesorteerde exem
plaren, maar ook de goedkopere kwali
teiten, zoals de kleine soep-tomaatjes,
lenen zich zeer goed voor de inmaak.
Men kan ze in inmaakflessen conserve
ren, wat het grootste behoud geeft aan
voedingsstoffen (zoals men weet bevatten
tomaten een grote hoeveelheid vitamine
C en belangrijke voedingszouten).
Goed ingemaakt kunnen deze tomaten
als groente dienen en verder voor soep
of saus of sap.
Men kan ook van tomaten het sap in
maken. Heeft men een baby en wil men
hiervoor het sap inmaken, dan is het het
beste om kleine flesjes te vullen (bijv.
sambalflesjes of medicijnflesjes). Deze
kunnen dan in één dag opgebruikt wor
den.
Ook voor het zelf maken van ketchup
van tomaten (lang houdbaar) geven we
hier een recept.
Het inmaken van tomaten in
inmaakflessen
De tomaten wassen en doormidden
snijden.
De flessen en deksels wassen in heet
sodawater en naspoelen in schoon heet
water. De flessen laten uitlekken op een
schone doek. De ringen 10 minuten uit
koken.
De flessen zo dicht mogelijk vullen
met de tomaten tot 2 cm. onder de rand
van de fles. Hierop naar verkiezing wat
gekookt lauw water gieten; noodzakelijk
is dit echter niet. Daarna de flessen slui
ten met ring en deksel en de klemmen
stevig op de deksels aanbrengen.
lijkheden van watertoerisme en water
sport beoefening te laten zien, zullen wor
den samengevat in een „gespeelde docu
mentaire".
Zoveel mogelijk zullen toeristen en wa
tersportbeoefenaars met hun eigen boten,
zeilschepen, motorjachten, kano's, glij-
planken enz., bij de opnamen wórden be
trokken.
De film „Rendezvous in Holland", waar
voor een 20 fris, amusant en genoeglijk
mogelijk scenario wordt geschreven, zal
een vertoningsduur van ongeveer een
half uur krijgen. Het ligt in de bedoeling
deze film in zes talen over de wereld
te verspreiden.
Tegen betaling van het verschuldigde
bedrag zijn zij uitsluitend verkrijgbaar bij
het Atelier Croon, Beatrijsstraat 4 Rotter
dam, elke dag van 9—12 en van 2—5 uur
behalve 's Zaterdags. Schriftelijke bestel-
lingen gelieve men eveneens uitsluitend
aan dit adres te richten. Het verschuldig
de bedrag kan dan per postwissel of giro
(onder no. 271291 Atelier Croon, Rotter
dam) worden voldaan. Geen geld of post
zegels in brieven sluiten! Geen brieven of
briefkaarten aan het bureau van de cou
rant!
Ons RosnaaiMfvoegsel
KORTE INHOUD VAN HET
VOORAFGAANDE
Superintendant Quild van Scotland
Yard heeft de diefstal van de beroemde
en kostbare diamant „Het hart van
Sheharazade" opgelost. Een zekere Boult
had deze edelstenen laten stelen en er
waren verschillende dieven op uit om
zich op hun beurt het „Hart" toe te
eigenen. Ten slotte bleek, dat miss Do
rothy Whitaker, terwijl de anderen om
de diamant vochten, er mee vandoor
was gegaan. Daar het „Hart" door de
handlangers van Boult van haar broer
gestolen was, scheen dus de zaak op
gelost.
Maar weldra daagden er nieuwe moei-,
tukheden op. Whitaker werd dood in
zijn kamer gevonden. Men neemt zelf
moord aan, temeer daar er een getypte
'rriof met de handtekening van Whita-
•r is gevonden, waarin deze bekent de
;imant te hebben verkocht aan Fred
iringham. Quild zowel als Dorothy ge-
teven niet in de zelfmoordtheorie en
.-onmin in de echtheid van de brief, ken
vkere Francis Graham maakt aanspraak
de diamant, maar Dorothy gaat de
>lst.een eenvoudig uit het huis van
uingham weghalen, waarbij ze heel
vallig geholpen wordt door O'Brien,
- als Paul Dyson, butler bij mr. Boult
is geweest. Springham weet echter,
t miss Dorothy de hand in de diefstal
cft gehad. Daar het meisje door Gra
ham bedreigd wordt, roept zij de hulp
van O'Brien in.
Als er echter een nieuwe moord ge
pleegd wordt en Guy Heward, een no
taris die ook het eerste avontuur
heeft meegemaakt en zich daarna met
Dorothy Whitaker heeft verloofd,
klaarblijkelijk door boosaardige opzet
in staat van verdenking wordt ge-
bracht, zijn er voor O'Brien redenen
om wantrouwen te gaan koesteren te
gen miss Whitaker. Volgens Heward
zou zij zelf „Francis Graham, de man
die niet vergeet" zijn,
Heward wordt onder bewaking ge
steld van de detective Peter Kelley.
Daarna maakt O'Brien met miss Whi
taker een afspraak voor een ontmoe
ting in de bar van Jun Stebbins.
ting in de bar van Jun Stebbins. Hier
vraagt hij haar, hem toch alles eerlijk
te vertellen wat ze weet.
IS)
Is dat strafbaar, commissaris? vroeg
O'Brien voorkomend. Ik heb mijn advo
caat geraadpleegd en die verzekerde mij,
dat ik er geen kwaad mee kon.
Ook de naam Paul Dyson zal je niet
vreemd zijn. Superintendant Quild zucht
te. Tja, die Bukes en hun intieme vrien
den waren compleet wandelende adres
boeken.
Over uw voorliefde voor naamsver
andering zullen we het nu niet hebben,
zei Myddleton stijfjes- Er is een ernstige
beschuldiging te-gen u ingebracht. U zou
het „Hart van Sheherazade" van zekeren
Springham uit diens buitenplaats „De
Berken", Stanm-ore, gestolen hebben.
Een ogenblik aangenomen, dat dit
werkelijk zo is, commissaris". O'Brien
gaf hem zjjn charmantste glimlach. Kan
men, juridisch gesproken, iemand van
iets bestelen, dat zijn eigendom niet is?
De heer Springham kocht 't „Hart"
van wjjlen Sir Godfrey Whitaker. We
hebben het bewijs van die koop zwart
op wit, O'Brien; ik heb geen tjjd en
geen lust, mij met u in spitsvondighe
den te begeven. Geef alleen antwoord
op deze vraag: hebt u het „Hart" van
de heer Springham gestolen, ja of neen?
Kort en bondig: neen, commissaris!
Superintendant Quild masseerde een
neusvleugel: Zo heel gek zou het an
ders niet zijn, O'Brien of hoe heb je
het liefst, dat ik je noem?
U was volkomen correct, super, Pa
trick O'Brien is de naam, die me van
rechtswege toekomt. Ik ben voornemens
•hem nooit weer af te leggen.
Prijzenswaardig, knikte Quild. Men
noemt geen -koe bont, O'Brien, of er is
een vlekje aan. Ik wil maar zeggen
bij jullie in de familie zit een zeker
zwak voor het „Hart van Sheherazade".
Je vader Jirfmiy Burke stal het vap Sir
Godfrey. Jij zat op Lonely Moor er ach
teraan. Waarom zou ook in dit geval
driemaal geen scheepsrecht kunnen zijn?
Mogelijk gebeurt dat nog wel, su
per.
Ja. ja. Quild stond op en liep naar
de tafel. Hij nam d-e opaline vaas in de
hand. Een verdraaid mooi ding. Zulke
vazen zijn een zeldzaamheid in hotel
kamers.
Eigendom, super, glimlachte
O'Brien-
Ik ben een kenner, ai zeg ik het
zelf. Quild hWd de vaaa tegen 't licht
Je moet er aardig voor in de bus heb
ben geblazen, mijn waarde. Als ik eens
schatten m>g
Krak! De vaas gleed uit Quild's hand
e-n vi-el in stukken. Met ogen vol deer
nis en zelfverwijt keek de super naar
de scherven.
Ik kan Je onmogelijk zeggen, hoe
me dat spijt, O'Brien! Het is een stom
miteit, die ik me nooit zal kunnen ver
geven. Want ik vrees, dat
Quild brak abrupt af. Hij staarde naar
het vloerkleed e-n scheen zijn ogen niet
te geloven. Want daar, tussen de scher
ven, lag het „Hart. van Sheherazade";
de vijftien robijnen leken grote gloeien
de bloeddruppels.
XXXIX.
Met een sprong was commissaris Myd
dleton van zijn sto-el. Hij raapte het
„Hart" op en zag O'Brien vijandig aan
Wat heb je hierop in te brengen?
bulderde hij.
Op mijn woord, commissaris ik
heb er geen flauw idee van, wie me dat
gelapt heeft, en met welke bedoeling.
Wat gelapt?
Het juweel in mijn opaline vaas ge
stopt, natuurlijk.
Myddleton wierp een vernietigende
blik op O'Brien: Zo. Wil je bet over
die boeg gooien?
Ik begrijp u niet. commissaris. U
denkt toch niet
O, neen! Helemaal niet! hoonde
Myddleton.
Als u het mv) vraagt, commissaris,
mengde Quild zich in het gesprek, het
is zo onmogelijk niet, dat O'Brien dit
maal gelijk heeft. Wanneer hij 't „Hart"
gestolen had, zou hij wel een veiliger
bergplaats gekozen hebben dan zo'n
vaas, open en bloot op tafel-
O'Brien keek hem wantrouwende aan
Welke bedoeling kon achter die woor
den schuilen? Wie met Quild te doen
kreeg, stond altijd voor een raadsel, of
hij in ernst was, dan wel er pleizier in
had, een ander er tussen te nemen.
Ook Myddleton begreep de houding
van de super niet: Wat ben je, poli
tieman of advocaat? vroeg hij giftig. In
-het eerste geval zou ik het zoeken naar
uitvluchten maar aan de beschuldigd»
zelf overlaten!
Quild wilde antwoorden, maar kwam
er niet toe. De telefoon rinkelde. Pa
trick nam de hoorn en luisterde.
Voor u, commissaris.
Ik had de boodschap achtergelaten
dat ik naar 't Imperial was, legde Myd
dleton den super uit. Het zal in verband
staan met de operatie van mijn vrouw.
O'Brien stond naast het toestel, terwijl
de commissaris luisterde. Hij wierp een
steelse blik naar het „Hart van Shehera
zade", dat op tafel lag. Na een kort ant
woord gegeven te hebben, legde Myddle
ton de hoorn neer. Zijn gezicht stond
eraitlg.
De operatie is gelukt, zei hij tot
Quild, maar mijn vrouw is zó zwak, dat
de doktoren er niet gerust op zijn. 'k
Moet direct naar 't ziekenhuis komen.
Neem mijn wagen, bood de super
hartelijk aan. Ik zal dit zaakje hier wel
uitpluizen. Als 'k O'Brien ook maar op
één tegenstrijdigheid betrap, neem 'k
hem mee.
Myddleton knikte. Zonder van O'Brien
notitie te nemen, stapte hij haastig de
kamer uit. Even zwegen de twee, die
achtergebleven waren. Toen zei Quiid:
En nu voor de dag met de waarheid,
O'Brien!
Ik kan u geen andere verklaring
geven, super, dan die 'k commissaris
Myddleton aan de hand deed.
Ook goed. Quild zuchtte. Misschien
zelfs beter zo. Je kunt 't me niet moeilijk
maken op onze wandeling naar de Yard,
wel? Anders requireer ik assistentie.
Mijn woord, super, dat ik het
„Hart" niet van Springham gestolen heb.
Van wien dan?
Van niemand.
O'Brien, 'k bood je een kans en
deed daarmee meer, dan 'k als politie
man verantwoorden kan. Maar 'k mag
jou, en Springham niet dat is het ver
schil. 'k Heb het onderzoek in de zaak-
Whitaker geleid. Al kostte 't moeite
tenslotte wist ik Myddleton te overtui
gen, dat ze met die zelfmoordtheorie er
naast waren, 't Was moord, zo geraffi
neerd als 't maar kon. Ik voor mij ben
overtuigd, dat Springham 't deed; 'k heb
alleen nog geen doorslaand bewijs. Maar
't zou me bitter tegenvallen, als 'k dat
vanavond niet kreeg, 'k Heb machtiging
tot huiszoeking op „De Berken" en we
zullen met 't fijnst denkbare stofkam
metje te werk gaan. Quild pauzeerde
even. Je begrijpt dus, dat ik niet aan de
kant vatfcSpringham sta. Hij vermoordde
Whitake^ stal het „Hart" en liet die ge
tikte brief achter. De handtekening, of
wat daarvoor moet doorgaan, maakte hij
na. Onleesbaar gekrabbel, in een klodder
inkt. 'k Wou, dat je de geboden kans ge
accepteerd had, O'Brien.
Patrick keek de super onzeker aan.
'k Zal u de waarhlid zeggen 'k heb
het „Hart" in bewaring van de rechtma
tige eigenares, juffrouw Dorothy Whita
ker. Als u me niet gelooft u kunt haar
opbellen, waar 'k bij ben.
Quild schudde van neen. Onnodig, 'k
Geloof je. Onder ons gezegd en gezwe
gen 'k had het wel gedacht, 'k Ben
de juffrouw Warr van Lonely Moor nog
niet vergeten. Zij weet te volbrengen,
waar zij hagr zinnen op heeft gezet. Van
nu af zal ik als bewaarder van het
„Hart" moeten optreden.
Met een snelle beweging greep O'Brien
het juweel van tafel en borg het weer in
de binnenzak van zijn vest. Ik geef 't
niet af, super, of 'k moet van juffrouw
Whitaker de verzekering hebben, dat zij
er mee accoord gaat. Vr-ag 't haar.
De super masseerde weer eens een
neusvleugel. Toen schokschouderde hij.
Veel maakt het eigenlijk niet ui*. Ik
weet wie 't heeft en 'k zal ,1e onder toe
zicht laten stellen, tot de zaak-Springham
afgewikkeld is.
U kunt me op elk uur van de dag
of nacht bereiken, super. Mag 'k nu nog
een vraag stellen. U bent zo zeker van
Springham's schuld. Ik pleit niet vóór
hem, maar als ik politieman was, zou 'k
niet rusten, voor 'k óók Francis Graham
te pakken had. Waarom laat u hém rustig
rondlopen?
Quild glimlachte. Ik kan wel zien,
dat je geen politieman bent, O'Brien!
Francis Graham heb ik uitgeschakeld.
Weet u dan, wie hij is.
De super kneep de ogen dicht. Geen
hij. Een zij. De vrouw van 't mannetje in
de maan. Of 'k zou me al heel sterk moe
ten vergissen. Hij keek naar de .scherven
op de grond. Die vaas zal 'k jc ver
goeden, O'Brien. Als 'k niet een precies
eendere op de kop kan tikken, betaal k,
wat 't gebroken exemplaar je gekost
heeft.
Neem 't niet zo tragisch, sl,P®r'
Was immers een ongeluk! O'Brien nuKte
zich, om de scherven op te rapen.
sellng staakte hij die bezigheid; hij zette
de tanden in de muis van zijn Imkerhand.
Zo wist hij nog tijdig een kreet te smoren
Toen hij zich oprichtte en de scherven op
tafel legde, stond zijn gezicht weer ge
woon.
Quild ging naar de deur. Met de hand
op de knop draaide hli rich om.
Geef juffrouw Whitaker de raad,
O'Brien, zich van het 'Hart van Shehera
zade' te ontdoen. Zij zal er makkelijk een
koper voor vinden, al krijgt ze niet de
prijs, die 't waard is. Om je de waarheid
te zeggen 't is een heel gevaarlijk bezit
ccblcksn
Ongetwijfeld, super. Toch kan soms
een gemis nog gevaarlijker blijken te
Z1J0'Brten was er niet zeker van, of Quild
de laatste opmerking gehoord had.
XL
Tafel vijftien in 't restaurant van 't
Regent's Palace was voor Patrick O'Brien
gereserveerd. En dat met alleen. De kell-
ner reikte hem een- menu over, door de
afwezige gastheer zelf opgesteld. Patrick
moest, bekennen, dat deze er slag van had.
Hetgeen de keuken van 't Regent's Palace
afleverde, was voortreffelijk; de wijnen
waren exquis. Alleen iemand, die 't
woord tevredenheid uit zijn levensboek
geschrapt had, zou er een aanmerking on
durven maken.
O Brien zat van zijn koffie en havana
te gemeten, toen de kellner op hem toe
trad en mededeelde, dat hij op suite 18,
tweede etage verwacht werd. Patrick
knikte, bleef nog een paar minuten, in
zijn stoel achterover geleund, roken.
Daarna legde hij een royale fooi gereed
en wandelde naar de hotelafdeling.
Do suite^ waar hij moest wezen, lag
bijna aan 't einde van de lange gang.
Hij drukte op 't 1/oren schalknopje. De
deur werd geopend door een forse kerel,
die eerder aan een beroeps-bokser dan
aan een huisknecht deed denken. Zijn
uitpuilende ogen namen de bezoeker
van onder tot boven op; toch wist
O'Brien, dat Max Evans hem kende,
even goed ais hij 't Evans deed.
De flessen vervolgens in een inmaak-
ketel zetten (op een treef of plankje of
doek), deze met lauw water bijvullen tot
op 2/3 hoogte van de fles. Het water
verhitten tot 80 gr. C. en de tomaten een
uur op deze temperatuur pasteurise
ren.
De flessen uit, de ketel halen, wegzet
ten op een plankje of houten aanrecht en
bedekken met een doek om springen te
voorkomen. De klemmen pas verwijderen
als de flessen volkomen koud zijn.
Tomatenpuree in flessen
De tomaten wassen, klein snijden en in
een gesloten pan vlug tot moes koken.
De massa goed zeven, zodat schillen
en pitten verwijderd worden.
Het tomatensap al of niet verder tot
purée indampen en overdoen in uitge
kookte of gezwavelde flessen of flesjes.
De flessen sluiten met uitgekookte of
gezwavelde kurken, deze goed in de fles-
Advertentie
beveiligt U en Uw kinderen ter»'
wijl U slaapt tegen muggebeten.
FLACON 50 en 90 et.
sen drukken, gelijk afsnijden met de bo
venrand van de fles en de hals van de
fles in gesmolten lak of paraffine dom
pelen.
Tomatenketchup
1 kg tomaten 2 dl. azijn 100 gr,
suiker 1 theelepel zout iets pijpka
neel kruidnagel gemberpoeder.
De tomaten wassen, in vieren snijden
en met ongeveer de helft van de azijn
gaar laten koken. De massa zeven en ver
mengen met de rest van de azijn, de sui
ker, het zout en de kruiden. De purée
onder goed roeren vrij dik inkoken. De
grove kruiden verwijderen en de ketchup
overdoen in schone flesjes. Op de
ketchup 'n laagje slaolie schenken en de
flesjes losjes met een kurk sluiten.
Als de zomer voorbij is
draagt de Parisienne haast
uitsluitend mantelpakken net
zoals ze in het voorjaar doet.
Hoewel ze onder geen voor
waarde ook niet jn huis
overdag haar manteltje uit
doet, houdt ze toch erg van
mooie blouses. En de keuze
is groot, vooral nu sommige
zaken zich speciaal op het
creëren van blouses toeleg
gen. Natuurlijk zijn ze ook te
vinden in de couture, maar
daar vormen ze slechts e.®h
onderdeel; er wordt altijd
meer aandacht besteed aan
japonnen en tailleurs.
Dat is stellig de oorzaak
van het succes van zaken als
Denise et Mad.
Deze beide vrouwen heb
ben een onuitputtelijke fan
tasie als het blouses betreft.
Die van piqué samen met or-
gandi verwerkt in strepen
een streep organdi, een streep
piqué hadden dadelijk veel
succes, omdat nog niemand op die com
binatie was gekomen.
Meestal zijn de blouses alleen van voren
zo bewerkt omdat niet meer dan een
smalle strook zichtbaar is, ook al wordt
de tailleur open gedragen zoals in huis
gewoonlijk het geval is.
De klassieke witte overhemdblouse blijft
altijd mode. Maar dit jaar werd ze min-
Zwart tulle overhemdblouse met goud
geborduurd, model Denise et Mad.
Witte geborduurde oigandiblouse, model
Denise et Mad.
ueLStiTw«an ^n- Kleine plooitjes, ja-
W rt'«even of geplisseérde stro
ken fleveji deze blouses veel chic, helaas
z'Jn. uiterst teer en eisen
ïlu*J^u?r het ls nu «enmaal
de blouse, die een klassiek mantelpak tot
ochtend-, middag- of avondtailleur be
stempelt en veel coquette vrouwen blij
ven daarom de witte blouses getrouw
Zij, die wat practischer zijn aangelegd,
verkiezen gekleurde blouses. Als de tint
in overeenstemming met die van de hoed
is gekozen, doet het etfect niet onder vóór
dat van een witte.
Maar ook 's avonds heeft de blouse suc
ces Een kwart tulle chemisier met goud
of zilver geborduurd, maar strak van lijn,
wordt op het ogenblik door veel vrouwen
verkozen boven een geklede japon. Men
heeft hier niet altijd gelegenheid deze te
dragen, terwijl een geklede avondblouse
van een eenvoudige tailleur een uitste
kend toilet maakt voor een gezellig eten
tje buitenshuis.
Een tulle overrok, die als een schortje
om het middel wordt gestrikt maakt er
een avondjaponnetje van. In dit laatste
geval wordt net Jasje natuurlijk niet ge-
ara gen.
Met de hand gebreide of gehaakte pulls
in staal, goud of zilverdraad zijn even
mooi en bovendien is het onnodig ze te
strijken.
Voor de vrouw van tegenwoordig, die
met werk is overstelpt, ig dit een heel
SeOok''deze pulls sluiten bijna altijd hoog
aan de hals, slechts een enkele keer zijn
ze in bateauvorm uitgesneden.
Al deze blouses kunnen zowel bij een
korte als lange rok worden gedragen. Nu
we nagenoeg allen noodgedwongen prac-
tisch zijn geworden, spreekt het vanzelf,
dat de blouses zo'n succes hebben.
D. K. W.
Volgens afspraak word ik hier ver
wacht, zei hij kort.
Jawel, mijnheer. Wie kan k zeggen,
dat u bent?
O'Brien lachte grimmig. Geen poppen
kast, Max Evans! Zo beroerd is je ge
heugen niet, om nu_ jj te zijn,
hoe 'k Je op „Ue Berken ln de luren
lesde.
Uitstekend, mijnheer. Komt u bin
nen. Evans ging O Brien voor én schoof
een fauteuil voor hem aan. 'k Zal zeg
gen, dat u er bent,
J. Een ogenblikje! weerhield O'Brien
hem. Je weet 5Cr dat je broer gis
teren vermoord ls?
Max Evans keek O'Brien aan, slikt»
een paar maal. maar antwoordde niet.
,w,at -jwer is, ging Patrick voort, hij
werd doodgeschoten mei de revolver
van Guy Heward, die David Murdock
sla) op last van je patroon Enfin, daar
weet je zelf natuurlijk alles van, Heward
al°dfk op hè krÜSen- Lag er nog
'k Begrijp niet, waar u 't over hebt,
mijnheer. Ik ken geen Guy Heward en
eyenrmn een David Murdock. Wat de
deur dicht doet 'k heb geen broer
mijnheer.
Niet meer, bedoel je. Dat klopt. En
schiet nu maar op, stuntelige leugenaar
La Je baas waarschuwen.
Evans- gehoorzaamde met een stalen
gezicht. O'Brien hoorde hem in de aan
grenzende kamer op gedempte toon met
iemand spreken, 't Was een dof gemom
pel; hij kon niets van 't gesprokene on
derscheiden. Na enige minuten trad de
man binnen, die in Jim Stebbin's bar de
tik van Hawkins op zijn bol gekregen
had.
U bent een man van de klok,
O'Brien, zei hij goedkeurend, terwijl hJJ
tegenover zijn bezoeker plaats nam. we
zullen de zaken wat vlot afdoen, om
negen uur heb ik een afspraak, waarDij
'k me niet mag laten wachten.
Dat kan, knikte Patrick. Allereerst
mijn gelukwens, dat u vanmiddag oij
Jim Stebbens er zo goed afgekomen
bent. Wat was 't eigenlijk voor een der
rie?
De ander glimlachte. Een misverstand;
de moeite heus niet waard. Uw komsi
mag 'k zeker wel zó opvatten, dat u be
reid bent, zaken met me te doen.
Vraag tegen vraag, mijnheer Spring
ham. Wat is de reden, dat u iets wilt
terugkopen, dat toch uw eigendom zou
zijn' U weet. dat juffrouw Whitaker de
diefstal op „De Berken" pleegde; 'k heb
't briefje gelezen, dat u haar er over
schreef. Was 't niet practischer, in iedor
geval goedkoper geweest, als u de Yard
in de arm genomen had?
Goedkoper wel, practischer niet.
Weer glimlachte Springham. 't Is een
vreemde geschiedenis met het „Hart van
Shejierazade". Ik wilde het destijds van
Sir Godfrey kopen; hij ging er niet op in.
Eerstens was hij er aan gehecht. En dan
hij had het gekocht met de weten
schap, dat het van Laszlo Varady in De-
bretzin gestolen was. Zelfs mensen, die
anders zeer nauwgezet zijn, laten zich in
hun verzamelwoede wel eens tot hande
lingen verleiden, die de toets der eerlijk
heid niet kunnen doorstaan. Zo verging
het ook Whitaker. Later verkocht hij me
toch het „Hart" door nood gedwongen.
Feitelijk ben ik dus aan heling mede
plichtig. Dat is de enige reden, waarom
ik Scotland Yard er buiten houd.
Dan had u een kortere weg kunnen
volgen en juffrouw Whitaker dwingen, u
het „Hart" terug te geven.
Juffrouw Whitaker is een eigenzin
nig persoontje, mijnheer O'Brien. Ze be
weert. dat haar broer het recht niet had,
het „Hart" zonder haar toestemming te
verkopen. Ik heb geen lust, het op een
civiel proces te laten aankomen daar
zijn jaren mee gemoeid. Vandaar, dat ik
dé weg ingeslagen heb, die u bekend is.
-r Hoeveel wilt u er voor betalen?
U ziet het geval niet zuiver, mijn
heer O'Brien. Er is geen sprake van be
taling. Ik heb een beloning op het terug
bezorgen gesteld. Zij bedraagt tweedui
zend pond.
Een uitstekende mop! Patrick lachte
zachtjes.
Geen mop. mijnheer O'Brien. Ik
vraag iets terug, dat ik als rnljn eigen
dom beschouw. Laat ik. het zó uitdruk
ken; iets, dat door mij verloren werd.
De eerlijke vinder wordt beloond, niet
betaald. Mijn beloning is heus zo kwaad
niet.
O'Brien dacht na. Niet over het aan
bod. Dat kwam met ln aanmerking. Maar
hij vroeg zich af. of zijn theorie, zo zorg
vuldig opgebouwd, toch nog zou ineen
storten. Twijfel was in hem gerezen, toen
Springham binnentrad, één en al glim
lach. Hij had iets anders verwacht. En
toch...- Neen; O'Brien wilde niet aan
een mystificatie geloven. Ziin theorie was
zuiver, kon met missen. Daarom moest
hij Springham nog een tijdje aan de
praat houden een kwartier, een half uur
liefst. Misschien maakte hij de fout,
waaromWinen ^esPflnnon op wachtte: in
een enkel wóórd, een gebaar. De fout
alles men' darmede stond of viel
Terwijl u over mijn voorstel na-
aenKt mijnheer O'Brien, kunnen we wel
tets drinken. Springham ging naar het
DUitet, haalde uit een kastje een karaf
en twee smalle glazen. Echte Napoleon-
cognac, zei hij met trots, de glazen vul-
lend. Hij overhandigde er één aan
O Brien. Een godendrank. Op wie zullen
w? klinken? Een goed idee 0p onze
vijanden! Aan hen de nederlaag aan
ons het succes!
Hii lachte na deze zonderlinge toast
bracht zijn glas naar de lippen. Eensklaps
zette hij het weer neer en keek O'Brien
met vragende blik aan.
Toch geen geheelonthouder, hoop ik'
Patrick schudde het hoofd,
Ver van dat. mijnheer Springham!
Hij hief zijn glas op. aarzelde Ik ben
alleen een voorzichtig man akelig
voorzichtig misschien. Hebt u bezwaar
van glas te ruilen?
Springham fronste de wenkbrauwen,
't Scheen, alsof hij zich door de vraag
beledigd gevoelde. Eetl 0genbiik later
lachte hij echter uit volle borst.
In mijn hart moet ik u gelijk geven,
mijnheer Brien! Een mens kan nooit tè
voorzichtig zijn!
Nietwaar? Patrick zuchtte. We le
ven in zo n verdorven wereld!
(Wordt vervolgd)