met Amsterdams kunstschatten Vreemd gedoe katholieke Standaardwerk in wording Het ware gelaat van een heilige Spreekt de laatste encycliek tegen vernieuwing? zicli uit Kunst en cultuur zijn levens behoeften, geen luxe 1 x: "•K",?La; SS' m. GEÏLLUSTREERDE KATHOLIEKE ENCYCLOPAEDIE BOEKHANDEL H. COEBERGH - HAARLEM Werd liquidatie doorgedreven? Katholieke encyclopaedic onderwijs en opvoeding 4 Ondergang van Museum Amstelkring? I Twee boeken van de II. Theresia h „GOD EN ZIJN WERELD" Crisis in het culturele leven ZATERDAG 7 OCTOBER 1950 PAGINA Uitspraak van Rome Onredelijk requisitoir Er bestaat een vreemde misvatting, dat boeken, die tot de rubriek studieboeken behoren, noodzakelijkerwijs saai zijn en alleen bestemd voor een beperkte groep wetenschappelijke specialisten. Is dit laatste bij sommige wetenschappelijke werken inderdaad het geval- er zijn studieterreinen, die zo nauw verband houden met het leven, dat het voor ieder denkend mens van groot belang is er wegwijs te worden. Zo'n terrein is de paedagogiek, de studie van de opvoeding der jeugd. Want het woord paedagogiek moge een schoolse klank hebben, het vak moge in vroeger jaren vrijwel uitsluitend jachtterrein zijn ge weest van onderwijsmensen, de opvoeding van kinderen is nog altijd op de eerste plaats de taak der ouders. ïStduSaW De mogelijkheden Historisch bezit verkwanseld De weg terug Gebrek aan inzicht (Van onze Amsterdamse redactie n...Velen met ons zullen erkennen, dat ook Am sterdam, rijk aan kunst schatten, deelde in de sloopende geest der mo derniseering, waardoor menige herinnering aan der vaderen arbeid ver loren ging en vele voor werpen, die van strijd en ofler, van kracht en liefde, van grootheid en geestesgave, deels vernield en vernie tigd, deels aan hunne oorspronkelijke be stemming onttrokken werden Zet men deze pas sage uit de circulaire, waarmee de initiatief nemers van Museum Amstelkring zich in September 1844 tot de Amsterdammers richt ten om „de bouwstoffen van het Katholiek ver leden onzer dierbare „Onze Lieve Heer op Solder" zoals talloze Amstelstad voor verde- Nederlandse Katholieken het gekend hebben re ondergang te beboe- den, en wat tot heden in de stormen der tijden bewaard bleet, zoo onge schonden mogelijk aan het nageslacht over te leveren", in de tegenwoor dige tijd, dan geven deze woorden treffend de reactie weer bi] een zeer groot deel van de katholieke en niet-katholieke bevolking van de hoofd stad en zelfs van daarbuiten, gewekt door de gebeurtenissen, die zich de laatste tijd rond Museum Amstelkring hebben afgespeeld. DE ACHTERGROND VAN „DE ZAAK AMSTELKRING" Geenszins ls het de bedoeling van dit artikel stemming te wekken tegen wieook. Gezien de omstandigheden echter waaronaer bepaalde beslissingen genome^.?Um„n kana feit in aanmerking genomen, dat men zins geKchtvaardigd de gegevens die wij van verschillende kanten wisten bijeen te brengen te publiceren om „de zaak Amstel kring" tegen een wat duldelijfiti achtergrond te plaatsen. De beslissingen, die de laatste tijd geno men zijn, mogen wij wel als algemeen be kend veronderstellen: Museum Amstelkring ls in feite geliquideerd. Zusters *en ee o z dervi^mel1ngeveoorehet publiek toegankelijk ZlJMen heeft echter getracht een zeer poot eedeelte van de verzameling ln velling te brengen, waarbij als reden werd opgegeven dat men zich alleen op deze wijze in staat zag de gelden bijeen te brengen nodig voor het voldoen van nog onbetaalde schulden en voor het laten verrichten van een zeer nood zakelijke dakreparatie. Vragen! Hier rijzen aanstond» verschillende vra- ei-at men de „Codex Iurls Canonlci het'officiële kerkelijke wetboek, open bij het icsde deel, dan komt men ln de achf en twintigste titel: ..Over het beheer vin dp kerkeliike goederen verschillende canones ïegen. dle het «ker twyfelaoWig maken of men met de Mquldatie^van ^bet om haar geschiedenis unieke bibliotheek en een deel van de prentenverzameling naar Leiden vervoerd, waar het geveild zou worden bij Burgersdijk en Niermans. Eén map prenten kwam er onder de ha mer en het boekje van Fompejus Occo „In Melius Singula". De prenten brachten 26 op, het boekje, éen van de drie exemplaren die ervan in omloop zijn, 1C00.In de catalogus stond echter niets vermeld van de afkomst van het bewivite boekje en van de prenten. Per soonlijk hebben wij ons ervan kunnen overtuigen, dat men bij een groot gedeelte van de prenten een der passepartouts ge deeltelijk had weggeknipt, waarop het boodschap bij of hij het zelf wilde doen j in geval er een tussendoor was geglipt, waarop het zegel nog niet verwijderd was. Van de kunstvoorwerpen werden er zeven geveild op de kunstauctie van Mak van Waay te Amsterdam. Gezamenlijke opbrengst ongeveer 10.000. Ook hier is men niet verder kunnen komen, toen van wege een met spoed ondernomen tegen actie de veiling althans voorlopig werd opgehouden. Zo is de situatie nu nog, in afwachting van de uitspraak van Rome over de twistvraag of het Museum Am stelkring al of niet als kerkelijk bezit moet worden beschouwd. Hoe echter deze uitspraak zal uitval len, men moge vurig wensen, dat men niet op de ingeslagen weg voortga maar dat men in samenwerking een oplossing moge vinden voor de moeilijkheden. De collectie van Museum Amstelkring dient voor Amsterdam en speciaal voor Katho liek Amsterdam behouden te blijven, overeenkomstig de wens van de initiatief nemers van 1884: „Met het doel de bouw stoffen van het Katholiek verleden onzer dierbare Amstelstad voor verdere onder gang te behoeden, en wat tot heden in de stormen der tijden gespaard bleef zoo zeg»-l van Museum Amstelkring stond ge-1 ongeschonden mogelijk aan het nage- stempeld. De koper kreeg er zelfs de slacht over te leveren om de vrijwillig toegezegde donaties (tijdig) te innen. En wat moet men ervan denken, als men hoort dat een interessante schenking aan het museum, n.l. het bo venstuk van het altaar van de vroegere Franse kerk aan de Kalverstraat, een half jaar geleden gratis aangeboden, niet werd aanvaard? Over de liquidatie van het Museum is naar wH uit zeer betrouwbare bron vernamen - beslist tijdens een vergade ring van het regentencollege, waarluj minstens drie van de hooguit negen regen ten afwezig waren. Nog mysterieuzer wordt de zaak ais men de geheimzinnig heid beschouwt waarmee de liquidatie van de inboedel van het museum is aan gepakt! Toen er geruchten gingen over een even tueel verhuur van „O. L. Heer op Solder" (het voormalige schuilkerk.! e) aan de een of andere kloostergemeenschap werd de pers bij nadere informatie meegedeeld, dat er voor lopig nog niets aan de hand was-het museum was alleen wegens restauratie geslotenMocht er echter iets definitiefs te melden zqn, dan zou dat onmiddellijk op een persconferentie of per communiqué aan de drie grote katho lieke bladen 'worden meegedeeld De pers conferentie moet nu nog worden belegd en het communiqué is ook nog steeds niet ver strekt! Zeer tegen de zin van verschillende beheerders van het Museum is er echter bijna op het twaalfde uur toch lets van hun ver koop-plannen uitgelekt. Hier komt weer de vraag naar voren of het nodig was om te verkopen? Ook al moest .1 i A r i rf.ii-tinocoon xrart Twee boeken die dezer dagen ver schenen behandelen het leven van de H. Theresia, „Het verborgen gelaat", door Ida Friederike. Görres (Ui tg. Spectrum)„De Kleine heilige Theresia" van Maxence van der Meersch (Uitg. De Vissende Kat, Gent, 's-Graver.*iage). Deze beide publicaties vertegenwoor digen in de Theresiaanse literatuur een uitgesproken rectificerende tendens. Ida Fr. Görres tracht het conventionele, ge retoucheerde bloemenmeisjes-portret te corrigeren, dat zo lang representatief Was voor een cultus vol sentimentaliteit en onderschatting. Om dat te bereiken onthult schr. het verborgen, ware gelaat van de heilige. Zij doet het met een verbluffend psycho logisch inzicht, maar tevens met een genadeloze scherpte, zoals alleen een vrouw over een vrouw schreven kan. De Thêrèse Martin die wij uit dit boek leren kennen, is erfelijk belast met een tijdgeest van verburgerlijking en van godsdienstigheid in snuisterij-stijl. Zy Uomt bovendien uit een wereldvreemd en ietwat geborneerd gezinsmilieu. Menige lezer zal zich door dit boek ontdaan ge voelen. Wat hij eraan verliest, is de The resiaanse idylle. Wat hij ermee wint u niet zozeer een nieuw ivaardebcsef van de „kleine weg" (daartoe hebben reeds vele publicaties bijgedragen)als wel het verlossende inzicht, dat deze kleine weg zelfs openstaat voor kleine zielen. Zulk een ziel durft het stoutmoedige laatste hoofdstuk ons te tekenen: het verborgen gelaat van Thérèse Martin is dat van een arm, klein, vermoeiend be perkt, met zichzelf overbelast, nerveus prikkelbaar burgermeisje. Maar juist dit gelaat is het, dat de kleine burger van het Godsrijk weer moed geeft. Een sterk en indrukwekkend boek, dat bo vendien goed vertaald werd. Ook Maxence van der Meersch wil iets rectificeren in de Theresia-opvatting maar hij doet het onrechtstreeks door vooral het kloosterlijk milieu van de Carmel te Lisieux te belichten. Hij doet het met een minimaal begrip voor het kloosterleven en met een ontstellend on vermogen om door te dringen in de psy che van vrouwelijke religieuzen. Daar door werd zijn boek (waarom heet het een roman?) een bitter en onredelijk requisitoir tegen de medezusters te Li sieux, met een overdreven afkeer van lichaamsverstervingen, met een schro melijk opblazen van kleine kloosterlijke plagerijtjes, rijk aan miniatuur-schan daaltjes, vooral aan het adres van de priorin Marie de Gonzague. Bovendien is de vertaling rijk aan ta.al- en vertaalfouten, die soms heel erg zijn. Dat de figuur van S. Theresia temidden van dit alles toch nog hoog oprijst, dankt zij maar in bescheiden mate aan haar opgewonden advocaat-romancier. Schoolleven in de 16e eeuw. Deze prent van Brueghel is een der ruim drie honderd illus traties waarmee de Encyclopae dic voor opvoe ding en onder wijs wordt ver lucht. belangrijker ls, een wetenschap als de paedagogiek met haar vele wijsgerige en godsdienstig zedelijke aspecten kan niet Het initiatief van de uitgeverij „Pax om een Katholieke encyclopaedic van op voeding en onderwijs het licht te doen zien, verdient dan ook de aandacht niet alleen van beroepspaedagogen, maar van ieder die ernst maakt met zijn taak als opvoeder. Deze encyclopaedie, die thans haar voltooiing nadert, is het eerste groot opgezette werk van deze aard in ons land. Zeer terecht heeft de uitgever het werk als een Katholieke encyclopaedic opgezet. Door de Katholieke visie, die aan a^^ fundamentele artikelen ten grondslag ligt, krijgt het boek een grote eenheid. En wat KerKeujivc twiifplaahtig men zich nu de zusters Augustinessen van tegen die het zeker twijieiaopiis j t oHomirnnn in Het Haan tie of men met de liquidatie va" Museum de poging om bijna de genj bibliotheek en een groot deel van de Pr®JJ" tenverzameling en van de curtosa te gelde te maken wel een wettige weg heeft bewan deld. En zelfs in dat geval, als de stlchtings- acte niet zo duidelijk mocht omschrijven of het Museum al of niet als kerkelijk goed „npt worden beschouwd en men dus volgens hun circulaire aan Katholiek Amsterdam d uit een formeel ambtelijk document ais een n°Erügele "aanhalingen uit deze circulaire, A- j een authentiek exemplaar tot waar >?JL™n mogen rekenen, laten wij hier onze bronnen g j verioren des te volgen: „Maar ging er overbllj(seleni dle dierbaarder werden kostbare nalatenschap ons nog resten uit de Kosiuai q zoo onzer Katholieke voorvaderen. en bet dachten wij, het verborgene °P3P 'cene verstrooide bijeenvoegen en zoodoend^«ene verstrooide bijeenvoegen en verzameling tot stand brengen, waarin katholiek verleden van Amsterdam zien afspiegelt". ,Met des te meer vertrouwen doen wij uiv beroep op uwe hulpvaardigheid, omdat wij U tevens kunnen mededee,en, dat alles wat eenmaal, door schenking of koop, voor ons doel wordt aangeworven, als het onver- vreembaar eigendom van het Bisdom Haar lem te allen tijde in Amsterdam zal blijven b<Reedsnin 1937 werd 0.1.V, de heer C. H. W. Baard de collectie van Museum Amstelkring «A,nventariseerd Deze begon met te splitsen gemveniarise diende ten behoeve wat waarde had voor W menu neutraal kQn van de stichting tn laatste ging toen worden aangemerkt. Van dit uarticuliere reeds een gedeelte over naar e P A .rs; t:r- collectie, o.a. de penningencollectie dam". Zo ook ging het met de grafiek* de bibliotheek, waarvan vele stukken het bekende Mirakelprentje van Oo»tza:ne naar elders verhuisden en in particulier d zit Vracht kwamen. D I e gebeurtenissen van 1D37 beschouwend komt men tot de conclusie, dat er toen ook reeds verkeerd is gehandeld d.w.z. in ieder geval niet in de geest van de oprichters of dat men toen de collectie heeft ..uitge kamd'' en definitief heeft vastgesteld. Als men het thans doet voorkomen, dat men door financiële omstandighe den tot de gestelde daad gedwongen is, dan duiken er voor ons nog verschillen de andere mogelijkheden op. Imr"e" men heeft het in elk opzicht nagelaten een beroep te doen op de gemeenschap. Geen parochie, geen vereniging ia om St. Monica zich metterwoon in „Het Haantje kwamen vestigen wegens plaatsgebrek van een deel der verzameling ontdoen, waarom is er dan niet naar een ander plekje in Am sterdam gezocht waarom heeft men dan niet aan het Bisschoppelijk Museum ln Haar lem gedacht, waar deze unieke verzameling eventueel ais een afzonderlijke collectie on getwijfeld een plaatsje had kunnen vinden? Maar bovenal waarom heeft men het religieus-historisch bezit van Katholiek Amsterdam stiekum willen verkwanse len op een openbare velling, els het name loos legaat van de een of andere armoed zaaier? Zou het dan niet billijk zjjn ge weest, dat men voor alles de katholieke Amsterdammers in de gelegenheid had gesteld tegen geldelijke vergoeding een deel van de collectie over te nemen, al was het maar uit piëteit voor de katho lieken van 1884, die het initiatief en de moed hadden met een dergelijke verzame ling te beginnen! Nu werd het overgrote deel van de J... H neutraal behandeld worden, maar behoeft het fundament van een vaste levensbe schouwing. Slechts een Katholiek georiën teerd werk kan voor Katholieken de be trouwbare vraagbaak zijn in zaken de opvoeding en het onderwijs betreffend. Voorts staat de encyclopaedie in het teken van de BelgischNederlandse cul turele samenwerking, doordat de redac tieraad is samengesteld uit drie Neder landse en drie Belgische geleerden. Voor Nedérland hebben prof. dr. A. Chorus, prof. dr. J. J. Gielen en frater S. Rom- bouts zitting in deze raad. terwijl België wordt vertegenwoordigd door prof. dr. V. d'Espallier, prof. dr. JS1. Grijpdonk en prof. dr. A. Kriekemans. Gerhard Steffens ver vult de functie van redactie-secretaris. Wie enigszins thuis is in de moeilijk heden. die het samenstellen van een en cyclopaedie meebrengt, kan zich voorstel len hoeveel werk in de afgelopen maan den door de redactie is volbracht. In talloze vergaderingen, die veelal te Roo sendaal plaatsvonden, heeft de encyclo paedie gaandeweg haar vorm gekregen. Eerst dienden de trefwoorden te worden vastgesteld, en toen deze imposante lijst van plm. 1500 trefwoorden gereed was, moesten de gebieden die ieder der redacteuren voor zijn rekening zou nemen worden afgebakend. Daarna begon het moeilijke werk om de betekenis der be handelde onderwerpen tegen elkaar af te wegen en zo de lengte der artikelen ta bepalen. Een trefwoord als „jeugdbewe ging" of „afwijkende kinderen" vergt uiteraard een bredere behandeling dan de biografie van een minder bekende figuur uit de geschiedenis der paedagogiek. Al dit werk en ook het aanzoeken van medewerkers, bestaande uit een keur van vakspecialisten naast kundige werkers uit de practijk, is thans geschied en het eerste van de drie delen waaruit de ency clopaedie zal bestaan, gaat binnenkort verschijnen. De redactiesecretaris heeft ons ln de gê» legenheid gesteld de drukproeven van het eerste deel te zien en we zeggen niet teveel wanneer we dit werk als een zeer interessant en boeiend boek kenschetsen. De grote aandacht die aan moderne psy chologische en psychiatrische inzichten op paedagogisch terrein is besteed, de vele practische wenken die in de ver schillende artikelen zijn vervat we den ken aan de bijdragen over aesthet-sche opvoeding, over geslachtelijke voorlich ting, over aansluiting van iager- op mid delbaar- en van middelbaar- op hoger on derwijs, over de geweiensontwikketing eter jeugdigen, over het gebed etc.en da verbluffende veelheid van wetenswaardig heden over de geschiedenis der paedago giek en over onderwijsorganisatie en jeugdvorming in het buitenland vallen binnen de belangstellingssfeer van iedera intellectueel. Een zeer doorgevoerd verwijzingssysteem maakt het boek als naslagwerk uitermate bruikbaar en een aantal interessante foto's en weinig bekende prenten geeft er een aantrekkelijk cachet aan. De a.s. uitgave van deze Katholieke encyclopaedie voor opvoeding en onderwijs, die dezer dagen met de intekening van Z. H. de Paus ea van Z. Em. Kardinaal de Jong werd ver eerd, mag als een gebeurterrts beschouwd worden in het Katholieke leven. Adverten'i» Tot 31 October a.3. kunt U nog profiteren van de voorintekenprijs op de VOOR ONDERWIJS EN OPVOEDING IN 3 DELEN MET REGISTER. Deze bedraagt tot die datum per deel f 27.50 (na sluiting van de intekentermjjn wordt de prijs per deel f 32.50) Wacht niet tot het te laat is, doch zend nog heden Uw intekening aan ONS CULTURELE LEVEN EN ZIJN DRAGERS. Zie art. „Crisis in 't culturele leven" In „I'R sematne reiiglensc" van het bisdom Lyon werd de tekst van de encycliek „Humant generis" voorafgegaan door de volgende verklaring van kardi- naai Gerlier: Wij verheugen ons erover de Paus de waarheid te rlê'n bevestigen in problemen, waarin zoveel contro- - rscn haar dreigden te verduisteren. Desondanks zal niemand echter de verdiensten vergeten van ihén, die met trouwhartigheid gezocht hebben; zjj warén uit op het heil der zielen en de opvolger van Petrus wil hen zeker niet ontmoedigen noch ^/««houden in hun pogingen; hij wil hen alleen vrywaren van bepaalde gevaarlijke dwalingen." Men kan niet aan de indruk ontko"L®"v laatste steun gevraagd; men heeft zich niet encycliek van de H. Vader hier en daar nige onrust openlijk tot particulieren gewend; men; heeft gezaaid in de kringen van hen, 1q heeft zelfs de minste moeite niet ge-1 gebieden van het geestelijke en maatschappelUke^even nomen om zich via manier dan ook tot al of niet geloofsgenoten te richten; een beroep op het gemeentebestuur is totaal achterwege gebleven. Deze houding is zelfs zo opvallend, dat zij ook de aandacht van een nlet-katho- liek gemeenteraadslid heeft getrokken, getuige de vragen die mi. R- v. d. Bergh (P.v.d.A.) aan het college van B. en W. ln verband met deze kwestie heeft ge steld. En het antwoord van B, en W. klinkt al even onverdacht als teleurstel lend: men heeft niets gevraagd. Men jam mert. dat de da krep ara tie aan „Het Haan tje" (zo h«et hst pand, waarin het mu seum is' -huisvest). 20 ontzettend veel geld moet"kosten. Bij ons weten verlenen Ki'-k, Provincie en Gemeente steeds een belangrijke financiële tegemoetkoming in de onderhruds- en herstelwerkzaamheden, die aan een gebouw, dat zoals „Het Haantje'' °P de Monumentenlijst voor komt, moeten v>-den verricht. Het wordt ectuer steeds moeilijker de epdachte van zich af te zetten, dat Mu seum Amstelkring MOEST worden geli quideerd. als men er kennis van krijgt, dat men het ondanks de zware geldzor gen bUitówr ds moeite niet waard vond ste moeite niet ge- j gebieden van het geestelijke en maatsendMJ u de pers of op welke j strijdbare voorstanders zijn van vernieuwing. «j belangstellenden, j stelling met hetgeen kard. Gerlier opmerkt, U of hebben zij minstens een vage vrees oa encycliek wel degelijk allerlei belangrijke vernieu wingspogingen wil afremmen en allerlei invloedrijke en inspirerende geesteshernieuwers wil ontmoedig Tegenover niet-katholieke vrienden of collega's moes ten zij wellicht reeds dikwijls de principiële katholieke vrijheid van denken uitleggen en verdedigen; maar nu zien zij voor zichzelf niet helder en duidelijk meer in, hoe met name in de katholieke theologie van denk- vrijheid nog sprake kan zijn, als het hoogste kerkelijke gezag zo sterk de nadruk legt op één bepaald P zolo gisch systeem (het Thomisme), terwijl andere systemen schijnbaar geen serieuze kans krijgen of minstens voortdurend onder verdenking staan. Hun die er zo aan toe zijn, kunnen wij alleen maar antwoorden, dat zij de encycliek nog eens goed moeten lezen. Uit de woorden van de Paus spreekt inderdaad een zekere verontrusting: de nooit aflatende onrust der Kerk voor het handhaven der goddelijke waarheid en voor het heil der zielen. Wie bij het lezen van de rond zendbrief op deze wijze mede verontrust wordt (en dus in de onrust der Kerk zelve gaat delen), hij heeft, dunkt ons, goed begrepen of aangevoeld, waar het de Paus om begonnen is. Ondanks de zorg en de onrust echter, die aan elke encycliek en aan elk woord der Kerk eigen zijn, verliest het Pauselijke schrijven toch nergens zijn sereniteit, welke vooral uitkomt ln de voorzichtigheid der uitspraken en in de restricties, die bijna alk oordeel vergezellen. Aldus wordt er ln deze encycliek niet gegenerali seerd, terwijl de veroordeling van bepaalde personen oj scholen zorgvuldig vermeden wordt. Het schijnt, dat de tijd voor dergelijke openlijke en concrete ver oordelingen nog niet is aangebroken, waarschijnlijk om de eenvoudige reden, dat de theologische stromin gen, welke volgens sommige integralisten veroordelens- waardig zijn, volgens de H. Vader nog geenszins strij den met de leer der Kerk. Zeker, er worden enkele dwalingen genoemd en ook zeer duidelijk als dwalingen gebrandmerkt. Maar de Paus heeft niet voor niets geschreven, dat het meestal niet de grote en belangrijke theologen zijn, die zich aan deze dwalingen schuldig maken, doch veeleer sommige van hun epigonen. Uit bepaalde fragmenten van de encycliek valt zelfs af te leiden, dat de Kerk een gezonde vernieuwing in de theologie krachtdadig vóórstaat. Het feit, dat zij het Thomisme het mee6t geschikt acht voor het onderricht op de seminaria, doet daar niets aan af; het geeft m.i. al genoeg te denken, dat ln het nieuwe officiële kerkelijke document het Thomisme lang niet zo nadrukkelijk en sterk meer geürgeerd wordt als in vroegere documenten. Het gezonde vrfle denken wordt niet verboden ot tegengegaan; er wordt enkel gewaarschuwd voor de gevaren. Daarbij gaat het kerkcljjke gezag er voor namelijk van uit, dat het beter is te voorkomen dan te genezen. De hoogste autoriteit aoht de ernstige hernicuwlngspogingen klaarblijkelijk belangwekkend genoeg, om ze voor gevaar van dwaling op voorband te willen behoeden. Van dat standpunt uit bezien Is het misschien nog niet zo gek, dat voorstanders van vernieuwing zich na het verschijnen van „Humani generis" ongerust gingen voelen Hernieuwers en hervormers (ook in de goede zin van het woord) hebben alle reden om voortdurend ongerust te zijn; vooral om voortdurend ongerust te zijn omtrent zichzelf en omtrent eigen activiteit. De Kerk zelf gaat hen hierin voor: slechts de vruchtbare, actieve en creatieve geesten behoeft zij voor mogelijke dwaling te waarschuwen; de gezeten burgerij en de „laudatores temporis acti" hebben een dérgelijke waar schuwing niet nodig; zij zijn tevreden met het bestaan de en kennen niet de heilige onrust om het wordende. Wie nadenkt loopt meer kana zicb to vergissen dan Iemand die niet nadenkt Aan het culturele leven zo er leven is heeft het overgrote deel van ons volk geen deel, terwijl de kunstenaar die de cultuur draagt in materiële zorgen dreigt te verzinken. De bezinning op de openbaring vereist een zuivere aandacht en een grote voorzichtigheid Leiding en voorlichting zijn daarbij niet overbodig. Men kan na tuurlijk op het standpunt staan, dat elke leiding en elk bindend gezag aan de vrijheid van denken tekort doet. Maar dat is dan wel een zeer eigenaardig stand punt, waarbij kennelijk de vrijheid als hoogste en on aantastbare norm van het denken gesteld wordt. Deze verabsolutering van iets zo relatiefs zal ongemotiveerd voorkomen aan een ieder, die de waarheid als opperste norm van het denken ziet. Hernieuwers zijn dikwijls hartstochtelijke vereerders van de menselijke vrijheid; het kan goed zijn, dat door een daartoe gerechtigde instantie van tijd tot tijd, ter handhaving van het gezonde evenwicht, een ernstig beroep wordt gedaan op hun onrust en hartstocht voor de goddelijke waarheid. Daardoor worden zij niet aangetast in hun eerlijke hunkering naar persoonlijke vrijheid en zelfstandigheid. Integendeel, de waarheid zelf werkt immers zuiverend en bevrijdend. E vrijheid van het menselijke denken mag de eigen wetmatigheid van dat denken nooit schenden. En daar een goddelijk instituut opdracht ontving de waarheid omtrent God en omtrent de diepste levensvragen vrij te houden van elke dwaling, kan men rriaar moeilijk protest aanteke- agji tegen een waarschuwend geluid en een ernstige vingerwijzing. De waarheid Is te belangrijk, om haar terwille van een vermeende vrijheid risico's te laten lopen. De verontrusting, die „Humani generis" in bepaalde kringen heeft gewekt, is wellicht juist mede door de encycliek bedoeld. Het zou jammer zijn, indien weten schappelijke en sociale hernieuwers zouden géan be rusten in hun eigen vernieuwingsdrift. Dat zij risico's durven nemen, is niet bezwaarlijk. Het zou echter tragisch en funest zijn, indien zij zelf die risico's niet zouden zien. Waar zij nog niet tot uitgesproken dwalingen gekomen zijn, mogen zij de Kerk erkente lijk wezen voor het licht dat zij uitzet op hun avon tuurlijke en riskante weg. De waarheid mag niet ver duisterd worden door onbezonnen, onverantwoorde en verwarde nieuwlichterij. Maar zij die in ernstige trouw en onder het goddelijke licht der Kerk, met veel pijn en moeite dikwijls, gezocht hebben en nóg zoeken, zullen volgens het woord van kard. Gerlier door de opvolger van Petrus niet ontmoedigd of belemmerd wordsn. S. JELSMA M.S.C. (Van een medewerker) In de Tweede Kamer is gesproken over kunst en cultuur. De rede die Bernard Verhoeven over deze onder werpen hield zouden wij om zijn artis tieke vorm en inhoud willen beschou wen als een teken voor de uitzonderlijke plaats die dit probleem tussen alle ande re Kamerproblemen inneemt. Hoe graag hadden we gezien dat de Kamer zich unaniem ongerust had gemaakt over het kwijnende culturele leven, uitgaande van de veronderstelling dat een gezond cul tureel leven een noodzakelijk goed is. Daarin zijn we teleurgesteld. vormt de opvoeding van de jeugd het meest urgente probleem. In Nederland, hetzelfde land dat de rechten van de mens ratificeerde waarin gesproken wordt van de algehele opvoeding van de jeugd, is het onderwijs nog altijd gericht op het aan leren van nuttige kundigheden. Men acht het voldoende in onze school- instellingen enkele soepbeenderen te wer pen waarvan inderdaad nog een water achtig cultuursoepje is te trekken, maar laat de kern onaangeroerd n.l. dat de „abituriënten" die H.B.S. en Gymnasium (om twee belangrijke onderwijsinstellin gen te noemen) jaarlijks afleveren over «het algemeen op aesthetisch en cultureel Jerrein analphabeten zijn. -- Het lager onderwijs heeft op dit terrein al heel weinig te bieden, wat ons niet verwondert gezien het huidige kweek school onderwijs, terwijl op de middelbare school alleen in de taallessen enige kans bestaat om over schone zaken te praten, en het tekenonderwijs zonder meer een erbarmelijke persiflage geworden is van wat het zou moeten zijn. De weg terug, dat is de weg omhoog uit het moeras; betekent ophouden met watergeven aan een ztek plantje om het allereerst te verpotten en te bemesten. Geen maatregel van het tweede plan voor cultuurpolitiek aanzien en de kern van de zaak onaangeroerd laten. Allereerst dienen de verantwdbrdelijke elementen zich te realiseren dat geestelij ke armoede minstens zo verschrikkelijk is als materiële nooddruft, dat een bloeiend cultureel leven levensbehoefte is en van uit die overtuiging en mentaliteit hande len, Dan zal men de uitgaven voor kunst en cultuur niet meer gaan zien als sluit post van een begroting of als luxe, maar de algemene opvoeding van de jeugd ter hand nemen. Het is goed in deze maand nu het nieuwe schooljaar begonnen is, dit onder ogen te zien. Een jeugd, ook aesthetisch en cultureel opgevoed, zal later het verlangen bezitten en middelen willen gebruiken zich te om geven met schone zaken. Binnen zo'n mi lieu is cultureel leven mogelijk en is een plaats verzekerd voor een evenwichtige en materieel welvarende artistenstand die aan een behoefte voldoet. woord crisis gebruiken dienen we daarvan een beeld te- geven. Het is het beeld van een volk dat de kar waarin het door de tijd rijdt tracht in te richten in materiële en maatschappelijke perfectie om er be haaglijk in te leven en cultureel in te sterven met een kunstenaarsgroep in een volgkoets, als een pover aanhangsel, hier en daar nog met een enkele binding aan de maatschappij gehecht. Wanneer men kennis neemt van de platvloerse slotscène van het drama Van Meegeren wij bedoelen de verkoop scène dan concluderen we gebrek aan inzicht in de waardigheid en plaats van kunst en cultuur. Wanneer de minister antwoordt op een vraag uit de Kamer dat het werk van de „Vader en zoon"-schepper Ou borg mee gaat voor een buitenlandse expositie om dat een beeld gegeven moet worden van wat er in Nederland op artistiek gebied leeft, dan handelt de minister zoals hij zou doen met een collectie bloembollen waarbij een attractieve verscheidenheid als maatstaf geldt. De vernuftige steunregelingen voor de economisch haveloze kunstenaars zijn in het leven geroepen om de artistenstand op de been te houden, wordt gezeg k Men dient geen kunstenaar op de been te houden. Ze staan vanzelf en allerminst haveloos als men het milieu schept waar in ze een noodzakelijk onderdeel vormen. Voor het scheppen van het milieu waar binnen een cultureel leven kan opbloeien

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1950 | | pagina 7