Henry Hathaway filmt een epos in Ouarzazate Tegels Passiespel verfilmd Jan Palfijn, redder van veel vrouwenlevens MODEPRAATJE Ons Het gouden waagstuk Slaapt U slecht I Toeristenregeling voor West-Duit&land HOE BESTEL IK MIJN PATROON? Door J. S. FLETCHER V) ZATERDAG 25 NOVEMBER 1950 „IN AMERIKA HEBBEN WE MAAR 35 KAMELEN" PAGINA 4 r I 'P - -I „KRUISIG HEM" „VIVIANE" VOOR RADIO BRUSSEL BIJ ZUN DERDE EEUWFEEST origin zoeker vragend aan Zegen even tegen mijnheer Fronds Orson Welles als Djengis Khan trekt zich niets van de hitte aan In de zomer van dit jaar zijn 120 man met schijnwerpers, filmcamera's, gelujds- apparaten en decors uit Engeland vertrok ken naar Cassablanca, vervolgens naar Marrakesh en vandaar over het Atlas gebergte naar Onarzazate, in Frans Marok ko om er met voornamelijk Brits personeel voor een Hollywoodse filmmaatschappij een film te maken, die gedeeltelijk in China speelt. De titel van deze cosmopo- Utlscbe kleurenfilm, die binnenkort ook In ons land zal worden vertoond, luidt „The Black Bose". Het Atlas-gebergte met zijn door sneeuw bedekte toppen moest voor de Himalaya doorgaan en Makkaresh, de naastbijgelegen Stad een autotochtje van vier uur door de bergen heette plots Cathay, toen de brandschatting van een stad moest wor den verfilmd. Het ging allemaal prachtig, maar met de kamelen liep het mis. Het draaiboek vermeldde ergens: „350 kame len bepakt en gezadeld" en de expeditie had meer dan 1600 mijl gereisd om die kamelen voor de cameralens te krijgen- Maar men scheen zich aan de verkeerde kant van het Atlasgebergte te bevinden. In Ouarzazate, een sinds twee jaar ont ruimd fort van het Franse Vreemdelingen legioen op de Noordgrens van de Sahara, was geen kameel te bekennen. Die moes ten over een afstand van 200 mijlen wor den „geïmporteerd". „In Amerika hebben we maar 83 kame len", verzuchtte Henry Hathaway, de Hol lywoodse regisseur, „we dachten, dat er hier zat souden zijn. Enfin, verder heb ben we alles." Dat „verder alles" had ook betrekking Op Tyrone Power en Jack Hawkins, twee Engelse avonturiers uit de dertiende eeuw en Orson Welles, die de rol van Djengis Khan speelt. De figuranten bestonden uit ettelijke duizenden Arabieren, honderden paarden en hele kudden schapen. Het leven In Quarzazate ie geen pretje. De filmmensen moeten om vijf uur des Tyrone Power en Jack Hawkins, die in „The Black Rose", Henry Hathaway's film' epos in kleuren, de rol spelen van twee Engelse avonturiers uit de dertiende eeuw. morgens hun bed uit en werken door tot zes uur in de middag. Gedurende het grootste deel van de dag Is de temperatuur er 120 graden in de schaduw. De „inboor lingen" houden tussen 12 en 4 uur siesta, maar die „krankzinnige blanken honden" werken aan één stuk door met hoogstens een half uur rust voor de lunch. De cameraman Is een massa-scène aan het opnemen met Tyrone Power en do schapen. Plotseling wandelt een Arabier de kudde binnen, neemt hier en daar een schaap op en onderzoekt het. Tolken hef fen een waarschuwend gehuil aan- Het blijkt een misverstand. De Arabier, die geen notie heeft van films en filmen, meende, dat er een sehapenmarkt werd gehouden en wilde wel een paar mooie beesten kopen. Regisseur Hathaway staat te de bran dende zon op zijn schavotje en schreeuwt van onder zijn Vreemdelingenlegioen-petje bevelen naar zijn duizenden figuranten. De bevelen worden eerst in behoorlijk Engels vertaald, vervolgens in het Frans, daarna in het Arabisch en tenslotte in het bergdialect van Ouarzazate. De menigte (een rijksdaalder per dag per hoofd) ziet er blij en gelukkig uit en knikt bemoedi gend, als er weer een nieuw bevel wordt gegeven. Ze verstaan er toch geen woord van. Nu en dan komt Orson Welles een kijkje nemen in het filmkamp. Hij woont te een villa te Mogador aan de kust. „Morgen moet ik weer terug naar Mogador om aan mijn eigen film „Othello" te werken", deelt hij mede. Welles trekt zich geen zier van de hitte aan- In zijn rol moet hij een tien kilo zware leren jas dragen, die tot de knieën met bont is gevoerd. Toch heeft hij nooit haast hem weer uit te trek ken, als hij met zü» werk klaar is. Behalve de kamelen heeft de filmexpe ditie ook last met het zand. In Meknes moest men speciaal geel zand aanvoeren, omdat het plaatselijke product te wit was en het te technicolor niet goed zou doen. Toen het zand zorgvuldig was uitgespreid, stak er een zandstorm op, die alles weg blies en er weer mooi helder wit zand voor in de plaats legde. Iedere dag opnieuw wordt er met man en macht gewerkt. Het filmen te de woes tijn koet minstens 25.000,— per dag Tyrone Power moet in een bepaalde scène spitsroeden lopen. Arabieren, in Chinese costuums gestoken, worden in twee rijen opgesteld. Ze krijgen stokken in hun han den om mr Power voort te drijven. Ditmaal blijken ze precies te hebben begrepen, wat er van hen wordt verlangd. Als de opna me klaar is, moet Power naar de dokter! Dan is er opnieuw stagnatie. Eerst be gint er een hond te blaffen, waardoor „hef geluid wordt bedorven". Dan slaat er een baby aan het hullen- „Doe iets!" gilt Hat haway. „Best", antwoordt zijn assistent, Bluey Hill. „Werp de baby voor de hond!" Intussen is er weer nieuwe ellende met de kamelen. De eerste troep, die men bij een heeft weten te brengen, blijkt niet ge - - - scl gens het draaiboek moeten dragen, en 26* schikt. De wijze schepen van de woestijn werpen één blik op de pakken, die ze vol- nemen de benen. Henry Hathaway laat zich door al deze tegenslagen niet ontmoedigen. HU is hard en onverzettelijk en werkt in de Cecil B. de Mille-traditie. „Het publiek heeft ge noeg van langdurige strijdtonelen en groot se natuuropnamen in films, waarin de mensen, die er in optreden bijna worden vergeten," legt hij uit. „Voor mij komen de mensen op de eerste plaats. Als bet publiek zijn film mooi vindt, zal men zeg gen: „Dat mag ook wel, na de kosten en moeiten, die er aan zijn besteed". Als ze het met mooi vinden zullen ze zeggen: „Het is altijd hetzelfde met die costuum- films. Hoe de zaak ook uitpakt, er is toch geen eer aan te behalen. Dat is altijd zo, als je een filmepos maakt...." Als een wat late weerkaatsing van het spel van licht en schaduw dat zich onder de titel Tweede Wereld-Festival voor f-jteï en Schone Kunsten ven België In 1949 te Knokke heeft afgespeeld, hebben we een tweetal interessante boekjes ons- vangen, Het eerste is een officiële Franse uitgave van de Festival-autoriteiten, welke o.a. een beschouwing bevat van de Franse regisseur Jean Grémillon over de Belgische cineast Jacques Feyder, wiens nagedachtenis tijdens het Festival werd geëerd, en een aantal arikelen van vooraanstaande filmers, onder wie Vit- torio de Sica, maker van „De Schoen- poetsertje" en „Fietsendieven". Het boekje, dat typografisch ie verzorgd door Lue Haesaerts, is rijk met foto's ver lucht en bevat voorts een volledige test van de films, die tijdens het Festival zijn vertoond, alsmede verslagen van alle con gressen en bijeenkomsten, die in 1949 te Knokke zijn gehouden. Het tweede boekje, getiteld „Kritiek van de kinematograaf" is van de hand van Johan Daisne, voorzitter van de jury te Knokke in 1949. Hoewel Daisne de neiging heeft, de waarde van sommige in Knokke vertoonde films en daarmee het belang van het Festival in Knokke te overschatten, wijdt hij belangwekken de en vaak scherpzinnige beschouwingen aan vrijwel alle films, welke er werden vertoond. Ook dit boekje is geïllustreerd met een groot aantal foto's, hoofdzake lijk ontleend aan de besproken films. Te zamen geven de boekjes een volledig overzicht van het Festival. De regering van West-Duitsland heeft eon Franse uitnodiging aangenomen, om deel te nemen aan het Filmfestival, dat in 1931 t« Cannes wordt gehouden. Bo vendien zal het volgend jaar Juni in Berlijn een Internationaal Filmfestival worden gehouden, waartoe zullen wor den uitgenodigd de Verenigde Staten en Engeland met elk drie films, Frankrijk. Italië en Duitsland met twee films en Nederland, Denemarken, Zwaden, Fin land, Spanje, Israël Egypte, Mexico. Australië, Indië en Griekenland elk met een film. In het plaatsje Durango in de Ameri kaanse staat Colorado zag één van de 179 Sioux-Indianen, die door Metro Goldwyn Mayer in dienst waren geno men voor de film „Across the wide Missouri", een grote kerel met een don kere baard door het stadje zwerven. Hij slenterde een poosje achter de vreemde ling aan en ging toen naast hem lopen: „Zeg, als je een baantje wil, kom dan even mee. De M-G.M. zoekt voor een film typen zoals jij Je bent, er voor geknipt". „Bedankt voor de tip. Ik zal nog wel eens zien", antwoordde de baardige vreemdeling. De volgende dag ontmoetten de twee elkaar op het terrein, waar de filmopna men plaats vonden. „Zie je wel, dat ik gelijk had!" riep de Sioux ujt; De vreemdeling grijnsde en taf zijn kaartje af. Er stonden twee woor- en op: Clark Gable. James Thurber, een van Amerika'» grootste humoristen, bracht zün eerste bezoek aan Hollywood. Er hingen goud- ge- het jUUI6MI 6' gele sinaasappelen aan de bomen, kleurde liehtjes fonkelden tussen groen, er klonk zoete muziek, er waren schone vrouwen en er stroomde koppige wijn. „Vertel me eens, Mr. Thurber", vroeg II - -* VV**V| - 4 Vb» t lemandt „wat u van Hollywood denkt?" „Zal ik u een6 wat zeggen", antwoord de Mr. Thurber. „Ik heb het afschuwe te'ke gevoel, dat de boot eik ogenblik de haven kan binnenvaren en dat we elkaar dan geen van allen ooit meer zullen terugzien". Het zal er sober, haast Spartaans toe gaan in Mr. Rank's Academie voor Bios coop-directeuren, die onlangs in een bios coop te Finchiey is geopend. De bezoekers van deze academie, welke de eerste in haar soort in Engeland 1», zullen zich aan de de volgende regels moeten onderwerpen: geen bezoeksters, geen aleohol, geen hazardspelen, licht uit om elf uur 's avonds. Er is slechts één middel tot ontspan ning: een automaat in de gemeenschap pelijke slaapzaal voor aspirines. Tijdens drie repetities, die niet wer den onderbroken, heeft de Maastrichtse cineast P. Pans het klaar gespeeld, een kleurenfilm op te nemen van het be roemde Passiespel te Tegeien. Waren de omstandigheden, waaronder hij deze op- gave heeft moeten volbrengen, gunsti ger geweest, dan zouden de resultaten ongetwijfeld nog beter geworden zijn. Tegenslag is hem niet gaspaard ge bleven. Het weer werkte niet altijd mee en bepaalde scènes, die zich <n een scha duwrijke hoek van het toneel afspeel den. zouden helderder van tint op de celluloidhand zijn gekomen, wanneer ze bij gunstiger belichting waren gespeeld- Ook was het hem niet altijd mogelijk om van bewogen passages, d'e uitmunt ten door meesterlijk gevoerde massa regie, opnamen te maken. Van de prach tige intocht in Jeruzalem een van de hoogtepunten van dit spel zijn slechta enige fragmenten opgenomen, die helaas geen bevredigende indruk geven van dit imposant en kleurrijk gebeuren. Deze tekorten, dile jammer genoeg onherstelbaar zijn, vallen des te meer te betreuren- omdat ze niet alleen voor komen hadden künnen. maar ook móe- ten worden, want het filmwerk, dat Pans desondanks tot stand heeft weten te brengen, was wat extra moeite dub bel en dwars waard geweest. Deze technicolor, waaraan het geluid nog ontbreekt, is op een speciale voor stelling voor de pers vertoond. Doe Maas. die het draaiboek schreef, heeft duidelijk laten uitkomen, dat de Tegelse gemeenschap in haar geheel aan het Passiespel deelneemt. Daarom drong de cineast binnen in het alledaagse leven van deze baardige acteura en ver filmde hen by hun gewone bezigheden. Ongemerkt nam hij de honderden me dewerkenden op- toen zij tildens een H Mis te de open lucht ter H. Tafel naderden en na afloop daarvan kransen gingen leggen op de graven van dege nen, die gedurende hun leven aan het Passiespel hebben meegedaan. In deze gedeelten ia „Kruisig Hem" zoals de titel luidt film in de beste betekenis van het woord en geen ver filmd toneel, waarop de opnamen te De Doolhof uit de aard van de zaak moeat uitlopen, aangezien mimiek en gebaren van de spelers op de grote ruimte zijn berekend. De kleuren zijn soms van Rubensiaanse schoonheid en de opnamen van de vonkenspattende ijzergieterij, hei Laatste Avondmaal, de meesterlijk ge speelde Kruisweg en de vereenzaamde en wanhopig gebarende figuur van Ju- Het ziet er naar uit, dat wjj Zondag nog buiten schot, zullen blijven, zodat het weer zijn rustige karakter behoudt en er plaatselijk mistbanken zijn te verwach ten, terwijl aan de kust enkele lichte buien das getuigen van cinematografisch vak- j mogelijk blijven. Dit laatste is een gevolg manschap. i v an bet feit, dat de aangevoerde lucht Dat er in deze rolprent, die anderhalf i ®en hmiperatuur van ongeveer vijf gra- uur duurt, geknipt moet worden, staat1 ?eo zeewater nog een V-oor ons vast want het temAn hv ia temperatuur van 8 k 9 graden bezit, zodat l i.!! n fr,lP Jzioh hoven zee in deze vochtige lucht ge- 1 bondiger makketek buien kunne» ontwikkelen, die vorm ja; de artistieke waarde worden zieh ook aan de kust doen gevoelen, verhoogd. jn Amerika is het weer heel anders. Daar vriest het al flink op een breedte i van Algiers! En'wat erger is, deze vorst i kwam opeens, na een dag, waarop het Knctlfk' nainni«D«iizv/v» weer nog zomers aandeed- In de staat I\Uh li tl Heil 8 W 001 Arkansas was het eergistermiddag nog (Van onze weerkundige medewerker) Vanmorgen kwamen er hee! wat ver schillende soorten weer in ons land voor. Aan de kust was het buiig, waarbij de bewolking sterk veranderde, op de ene plaats was 't bijna onbewolkt, terwijl een ander station op hetzelfde ogeblil? met geen mogelijkheid een blauw plekje aan de hemel kon ontdekken. Landinwaarts zat men op heel wat plaatsen in de kille mist, die ook het hemels blauw aan bet oog onttrok. Bovendien kwam op Gilze- Rüen lichte vorst voor, terwijl elders in het land de temperatuur op de meeste plaatsen het vriespunt niet passeerde. Zulke grote verschillen zijn meestal een gevolg van plaatselijke omstandig heden, die tot uitdrukking komen als de algemene circulatie in de atmosfeer niet erg actief is. Zo was het ook van morgen. Op de oceaan bevond zich toen op de plaats waar anders in deze tijd van het jaar de ene depressie na de andere passeert, een krachtig gebied van hoge druk. Deze depressies worden zo gedwon gen een veel Noordelijker route te volgen, namelijk over het Groenlandse plateau om zich vervolgens via IJsland en Ierland naar de golf van Biskaye te verplaatsen, zonder ons weer veel kwaad te doen. twintig graden en gistermorgen wees het. kwik zeven graden beneden liet vries punt aan, een daling van 27 graden in 18 uur tijdEen mens zou bij zo 'n koude inval moeite hebben de temperatuur bi) te houden met zijn kleding Hoge geallieerde en We-stduitso func tionarissen zijn het eens geworden over stappen om West-Duitsland begin 1951 de coptrèle in handen te geven van het rei- zen naar en uit dit land. Tot nog toe had den de geallieerden dit in handen via hun gecombineerde reisraad. Maandag 27 November zal radio Brus sel Vlaams om acht uur 's avonds de opera in drie bedrijven „Viviane", Libret to van Louis Lutz en muziek van Oscar van Hemel, uitzenden. (Van onze Brusselse correspondent). Op 28 November aanstaande zal het drie eeuwen geleden zijn, dat in de Vlaamse stad Kortrijk werd geboren Jan Palfijn, één der pioniers van de medi- sche wetenschap in de Nederlanden, meer speciaal op het gebied der verlos kunde. Jan Palfijn wa» de zoon van wat men toen noemde een „chirurgijn-barbier". De zoon moet al vroeg by de vader in de practijk zijn geweest, want volgens zijn biografen was hij op zestien-jarige leeftijd op dit gebied al „volleerd". Hij ging toen op eigen houtje verder stude ren: Frans, Latijn, Italiaans en Duits. Het Latijn schijnt hij echter niet goed onder de knie te hebben gekregen. Aan vankelijk ondervond Palfyn veel moei lijkheden bij zijn anatomische onderzoe kingen. In het grootste geheim ging hij 's nachts op het kerkhof van Kortrijk lijken roven, om er thuis eectie op te verrichten. Toen het plaatselijke genees kundige collegium dat vernam, diende 't een klacht in bij de overheden- De jonge geleerde ontvluchtte zijn geboortestad en vestigde zich tijdelijk te Gent Na het staken der vervolging keerde hij naar Kortrijk terug. Doch het liep daar an dermaal mis, toen bij zich weer aan zijn liefhebberij van lijken roven en sectie overgaf. Hij had nu genoeg van zijn stad en trok naar Yperen, waar hij als „vrij burger" werd ontvangen en er de chirur gie mocht uitoefenen, doch zich op hei gebied van anatomische studies beper kingen moest blijven opleggen. Hij ageerde te boeken, in de Vlaamse taal geschreven, tegen de beoefening dei chirurgie door kwakzalvers, maakte stu- diereizen naar Leuven, Delft en Parijs en vestigde zich in 1695 andermaal en thans voor goed te Gent, waar hij dadelijk het vrye burgerschap verkreeg en de toe lating er werkzaam te rijn als „chirttr- gijn-barbier", toenmaals geenszins als kwakzalversfunctie beschouwd. Van zijn hand verschenen niet minder dan 24 werken, die in veel talen werden ver taald. Het stadsbestuur van Gent gaf hem te bewijs van grote waardering rmor hem te benoemen tot docent in de chirurgie. Voor de Académie des sciences te Parijs demonstreerde Palfijn in 1727 te apparaat, de verlostang of forceps, waarvan de uitvinding (die hem be- twist wordt) hem de bijnaam van wel doener der mensheid" bezorgde ornaat zoveel vrouwenlevens door dat appa raat gered werden en nog elke dag ge red worden. Wetenschappelijke boe ken op geneeskundig gebied noemden hem „de eerste chirurg van België". Al die eer en roem, hebben evenwel niet belet, dat Palfijn arm is gestorven Hij overleed te Gent op 21 April 1730, waar zijn stoffelijk overschot in de St. Jacobskerk werd begraven. Advertentie door rheumatiek, spit, ischias, hoofd en zenuwpijnen, neemt dan Togal. Verdrijft in ai die gevallen snel en afdoende die pijnen en U slaapt heerlijk Toga! baat! Zuivert de nieren en is onschadelijk voor hart en maag. Bü apoth. en drogisten f 0.83, f 2.08, f 7.94. Evenals in Grootmoeders tijd, iE het voor de jeugd van tegenwoordig een grote ge beurtenis, als er voor het eerst een lange bal- of avondjurk aangeschaft moet worden Er is zeer veel veranderd te de wereld, maar een ding Is toch wel hetzelfde geble ven, ook de thans opgroeiende jeugd heeft haar illusies. Wat zou het leven zonder dat er ook saai en kleurloos uitzien. Hoe geluk kig voelen onze jonge meisjes zich niet als ze voor het eerst op een familie- of ander feestje met zo'n snoezige jurk voor de dag komen. En moeilijk te maken Is het ook niet. Voor de rok, die erg ruim aan het lijfje gezet is, neemt U drie rechtq banen, en stikt deze aan elkaar. Nu moet U er met het aanzetten even op letten, dat er voormidden geen naad komt, want dat is niet mooi. Dus voormidden de stofvouw en achter midden de naad. Het lijfje met ver lengde taille, heeft een kort aangeknipt mouwtje. Van achteren is het lijfje recht met twee coupenaadjes, voor valt het met een tot niets uitlopend puntje, waar aan weerszijden ruimte onder uitvalt. Het van voren apart opgezette schouderstuk is ruim aan het lijfje gezet. De sjaal, die geheel rond loopt, moet beslist schuin geknipt worden, anders kunt U er niet die mooie valling te krijgen. Bij de ronding der schouders moet U een stevige rijgdraad aan de bovenkant er door halen, om de ruimte in te werken. Ook kunt U er een paar kleine plooitjes in leggen, juist dat enigszins opstaande bij de schouders staat buitengewoon elegant. Voor afwerking is er een strik op gezet, maar bok een bij de tint passende corsage staat fijn. Dit patroon is verkrijgbaar in maat 30,38,40- 42. De prijs is 1,00 en er is 4,75 a 5,00 meter stof van 00 a 80 cm breed voor nodig. PUk aan de ADRBSZIJDE van een briefkaart naast en behalve de FRAN KEERZEGEL het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zendt deze aan: ATELIER CROON - BEATRIJSSTRAAT 4 ROTTERDAM Schrijf aan de andere zijde, duidelijk, naam adres - woonplaats - nummer (staat onder de afbeelding) en maat van het gewenste model. Plak nooit meer dan f 1.— op een briefkaart, want wat meer geplakt us»rdt is waardeloos. De patronen kunnen ook per giro worden besteld en betaald, n.l op giro nummer 2 7 1 2 9 1 eveneens ten name van Atelier Croon te Rotterdam. ROMAMBIJVOEOSiL KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE Laurence Workman, een jong Ingenieur, wil de belangrijke uitvinding, die hij heeft gedaan op het gebied van vliegtuig motoren, verkopen aan de Engelse rege ring. Twee samenzweerders, John Bed- lord en „abbé" Bremond, die zelf profijt van de uitvinding willen hebben, weten «era echter enige tekeningen betreffende vinding te ontstelen. Paul Sabatier, een Frans geleerde, wie zij de tekeningen ter bestudering hebben aangeboden, slaagt er in het geheim te ontdekken. Hij zal m zijn laboratorium in Frankrijk pro beren het door Laurence bedoelde vlieg- te maken. Laurence zelf intussen neeft zich laten overhalen in dienst te treden bij de fa Armadale, waar John Bedford, die bij deze firma veel in de melk te brokkelen heeft, een oogje op tem kaïn bomden. in dj2 fabriek krijgt ure-nee een werkplaats, waar hij zich ean de uitwerking van zijn uitvinding kan gaan wijden. U) Op regelmatige afstanden wanen JPj hoge ijzeren hekken, zo Jat Je kinderen, die daar woonden, er met overheen konden slaan en op een gegeven ogenblik bemerkte Laurence dat de lange wenteltrap waarlangs men naar z n kamer moest gaan, op iedere verdie ping over dat balkon liep. Het geheel d ed hem sterk denken aan de geweldtee huurkazernes, zoals hij die in Berlijn te- zien had, alleen was alles hier iets luch tiger, gezonder en vrolijker, vooral door de bloemen, welke in groene en rod* bloembakken in de meeste vensters ston den. Daar het regende waren er op de binnenplaats betrekkelijk weinig kinde ren aan het spelen, maar de trappen wa ren overbevolkt van het jonge goedje. Hoog en schel klonk hun kinderlach in da nauwe hoge trapkoker. Charity liep door een brede hal naar een trap waar het minder druk en rumoe rig was dan bi het andere deel van het gebouw. Dit is één van de rustigste gedeelten Vertelde zij; Maar we moeten helemaal naar de bovenste verdieping klimmen. Daar is het veel kalmer en gezonder wo nen dan beneden Zeven lange trappen liepen zij op en hij bemerkte dat de stappen van Let meis je steeds even veerkrachtig bleven en dat Zij blijkbaar geen last had van een moei- jjjke ademhaling. Op de zevende verdie ping bleef ze eindelijk voor een deur staan welke zij met een sleutel opende. Na een kleine hal te zijn overgestoken, wierp zij de deur open van een zitkamer, waar een jongen geknield lag voor het vuur, blijkbaar druk bezig brood te roos teren. De jongen wendde een smal bleek gelaat naar de geopende deur en staarde Laurence aan met een paar grote donkere ogen. Dickie, zei Charity, dit is die mijn- heer, die bij oom Wapie gelogeerd heeft, toen ik daar was. De kleine figuur verhief zich van de grond en stak Laurence een bleke, bijna doorschijnende hand toe, terwijl hij een paar hoffelijke woorden uitbracht op zon derlinge, holle toon. En toen bemerkte Laurence pas, dat wat hij gehouden had voor een jongen van een jaar of zestien, inderdaad een jongeman van negentien o) twintig jaar moest zijn..,, maai' vreselijk mismaakt. De jongen had een bochel en een kippenborst; het ene been was veel korter dan het andere en aan die voet droeg hij een schoen met een dikke zool. Laurence bemerkte, dat, als de jongen liep, hij met zijn ene hand steunde op zijn ge zonde knie. Maar in dat bleke, van smart doorploeg, de gelaat straalde een paar grote, intel ligente ogen. Hij keek Laurence lang en onderzoekend aan, voordat hij zich weer over het vuur boog o-m zijn brood verder te gaan roosteren. Alles is klsar, Charity, zei hij- Het brood Is geroosterd en ik heb al thee gezet ook. Dickie, zei Charity, na zich van haar 1 oed en mantel te hebben ontdaan. Dic kie neemt ons huishouden waar en hij doet het wat handig ook! Het U het enige, dat ik kan doen, zei de jongen, Laurence aankijkend. En men moet toch iets doen. Maar dat is heus geen kleinigheid, antwoordde Laurence. Ik ben bang, dat ik van honger zou omkomen, als ik voor mijn eigen exen zou moeten zorgen en mijn tljd ^selijk wanordelijk zijn. wu^anv nlet voor m'i in °rde hield -ruj ireeK eens om zich heen, terwlil de K'ul!Ch°?' De haard gl°m gezel- Ji V ufe knaPPende houtvuur zond rood-gele hchtsprankels over het gepoetste metaal. In het midden van de kamer stond n met een vlekkeloos kleed gedekte tafe' waarop alle mogelijke lekkernijen prijkten hoogstwaarschijnlijk afkomstig, van oom Wapie. Koude kip, 'n paar dikke plakken ham en n schaaltje mat aardbeien, heer lijk-gele boter en brood met een zacht bruine korst. Alle dingen in de kamer schenen in overeenstemming te zijn met die gedekte tafel. De wanden waren be kleed met een neutrale kleur, zacht en rustig voor de ogen; enkele schilderijen, welke aan de wand hingen, waren oud en buitengewoon goed, de stoelen gemakke lijk en de boekenkast was gevuld met een groot aantal keurig gebonden boekwerken. In de vensterbank stonden planten en bloemen daarboven hing een kanarievogel in een sierlijk houten kooltje. Nu krijg ik eigenlijk pas het gevoel, dat ik in Engeland ben, zei Laurence enige ogen-blikken later, toen zij aan tafel waren gegaan. Het is zo echt Engels. Meer Engels dan in „De drie reizi gers"? vroeg het meisje. Ja, want dit is een tehuis. Wij doen tenminste erg ons best er dat van te maken, niet, Dickie? Ik ben er tevreden mee, zei de jongen met een blik in de richting van zijn zuster, wat ook Laurence niet ontging. En meer dan tevreden ook. Als ik Charity niet had gehad, mijnheer, zou ik niet geweten heb ben, wat het betekent oen eigen huis te hebben. Zij heeft voor alles gezorgd. Neen, dat is niet waar, Dickie. Oom Wapie heeft ons die kost gegeven. Dat is tenslotte nog maar een kleinig heid. Neen, mijnheer, Charity heeft voor alles gezorgd. U heeft er geen flauw idee van, hoe hard zij moet werken. Soms werkt zij wel eens te hard en dan voel ik me zo minderwaardig, omdat ik niet werken kan. Maar jij werkt toch ook, Dickie. Jij houdt toch het hels huls in orde? zei zijn zuster. Ja, maar daarvoor heb ik maar twee uur van de dag nodig. Dat is niets, ver geleken bij wat jij moet doen. Misschien zou u mij wel kunnen hel pen in mjjn werkplaats, meende Laurence. Er is daar genoeg licht werk te verrich ten, U zou de mecanicien kunnen helpen en al die dingen meer. En mijn correspon dentle zou u bijvoorbeeld kunnen beha»- delen. Hij was zeer verwonderd over de uit drukking van grote gretigheid, welke over het gelaat van de jongen gleed en over de manier, waarop hij zijn zuster smeekte, hem die kans te willen geven. Maar de re den van dat alles vernam Laurence pas. toen Charity hen even alleen had gelaten en de jongen zich met schitterende ogen tot hem wendde. Ik zou zo graag wat geld verdienen! riep hij uit. U mag er niets van zeggen maar ik wil zo dolgraag een piano kopen voor Charity Vroeger zong zij zo veel en nu doet zij het helemaal niet meer. Mis schien als zij een piano heeft,.,, st.,.. daar komt ze aan! Laurence keek hem eens diep in de ogen en knikte geruststellend. HOOFDSTUK XV. Trrwijl Laurenoe een genoeglijke avond doorbracht bij de Wrayes, bij welke gelegenheid zijn vriendschap voor het meisje nog sterker werd dan zij eerst geweest was, zat een man in één van de arbeiderswijken van Belgrado op zijn een zame kamer te eten. Naast zijn bord lag het telegram van Laurence en van tüd tot tijd wierp hij er een blik op, als wilde hij de bijzonderheden van treinverbin dingen en andere aansluitingen uit zijn hoofd leren. Eenmaal keek hij over zijn schouder naar de klok om dan weer even onverstoorbaar verder te eten. Ik behoef me niet te haasten, mom pelde hü en sneed zich met het grootste gemak nog een flinke plak worst af en een dik stuk zwart brood. Ook die din gen verdwenen in zijn maag, gevolgd door een groot stuk oude kaas, waarna hij zijn kruik bier met een diepe zucht van voldoening tot op de bodem ledigde. Hierna stond hij op, raadpleegde nog maals de klok en haalde dan uit een hoekkast een lederen valies te voor schijn, waarin hij vlug enkele toiletarti kelen borg. De voorbereidselen voor zijn reis naar Londen waren spoedig getrof fen. Gekleed was h\j reeds. Hij had zich gestoken in een blauw kamgaren costuum met lichtbruine schoenen, welke dracht door de arbeiders met een goed salaris verre werd verkozen boven grijze tweedcostuums en eenvoudige zwarte laarzen. Enkele minuten nadat hij zijn maal beëindigd had, trok hij een lichte regenjas aan, drukte een zwarte vtlthoed in de ogen en nam zijn valies van de stoel, wierp nog een blik om zich heen en ver liet de kamer, de deur achter zich in het slot trekkend. Hij had liever, dat het stof zich in zijn kamer ophoopte in de tijd, dat hi) afwezig was, dan dat hij zijn deur zou open laten voor ledereen, die wilde komen rondsnuffelen. Met zijn valies in de hand liep Herman Groot de straat op, wachtte even op een tram en stapte in. De tram bracht hem dwars door de binnenstad naar een voor stadje van Belgrado, dat uiterlijk een grote tegenstelling bood met de wijk, die Herman Groot zoeven verlaten had. Daar stonden grote herenhuizen en villa's te midden van prachtige tuinen en hoge bomen. Uit de vensters straalde licht dat warme plekken vormde in de scheme ring van de zomeravond. Zo nu en dan drong het geluid van vrolijk gelach tot hemdoor en dan fronste de man de wenkbrauwen. Daar woonden de „bazen"rij, die het meeste geld hadden. Herman Groot liep door, totdat hij een villa bereikt had, welke, groter dan alle andere, omringd was door een stenen muur. Tussen 'n aantal hoge struiken zocht hij zich een weg naar die muur en bleef hem volgen, totdat hij een kleine Armadale, dat Groot, van de fabriek, hier is met een boodschap voor hem. Dan zal hij we) alles begrijpen. Kom binnen, alstublieft, antwoordde de bediende en ging de bezoeker vóór naar een kleine wachtkamer in de brede hal van het huis. Groot zette zijn valies op een stoel en keek om zich heen naar de schilderijen aan de muur. Na enkele minuten keerde de bediende terug met het verzoek hem te volgen. Een minuut later bevond Groot zich in de kamer van Francis Armadale. De be diende trok de deur achter zich dicht. Maar toch wendde Groot zich even om, teneinde zich er van te overtuigen, dat die deur inderdaad goed dicht was. Daar na liep hij pas in de richting van zijn patroon, zonder een woord te zeggen. Francis Armadale was een man van circa vijf en dertig jaar. Hij scheen juist gedineerd te hebben, want hij rookte 'n dikke sigaar, terwijl een kopje koffie voor hem op tafel stond. Slank gebouwd, zeer elegant, onberispelijk gekleed, scheen hij de laatste man ter wereld, die belang zou stellen in machines en moto ren; men zou hem aangezien hebben voor een cavalerie-officier Zijn gezicht was knap en regelmatig, maar de donkere ogen waren een beetje te koel en stonden iets te dicht bij de lange neus. De lynen om de mond waren onaangenaam en men voelde, dat men stond tegenover een man, die onmenselijk wreed zou kunnen zijn, als het nodig was. Francis Armadale, die op echt Engelse manier op het haardkleed stond, de rug naar het vuur gewend en de handen op de rug, keek zijn bezoeker strak aan, maar pas, toen deze heel dicht genaderd was, nam hij zijn sigaar uit de mond en vroeg op gedempte toon. Groot6 haalde het telegram van Lau rence uit zijn 2ak en legde dat op tafel neer. Armadale ging zitten en terwijl hij zijn kop koffie van de tafel nam, gleden zijn ogen over het telegram. Het is gekomen, zei Groot. Hij is al heel gauw aan het werk gegaan, merkte Armadale op. Uit het feit dat hij jouw hulp nodig heeft, mogen wij tenminste wel afleiden, dat hü aan het werk gevaan is. En je vertrekt zeker onmiddelijk? Ja' onmiddellijk. Ik ben helemaal Klaar. Tfhie Seld voor de reis? VaLh«eft hij achtergelaten. „„„i .Da,n hebben wy verder niet i hespreken, zou Ik zeggen, srbeen eens om zich heen en kenkast 3 te s"ellen in een boe- Armadale zag hem onderzoekend aan en vroeg eindelijk: Of wel? Groot kuchte eens achter zijn grote ui ^2 f1? terwij] hij naar de boekenkast bleef kijken, antwoordde hij: Ik heb horen zeggen, dat het leven in Bonden erg c, mr is. Het geen dus zeggen wil, dat je op slag wilt hebben, niet waar? Groot gaf geen antwoord. Goed. Afgesproken. Wij zullen Je weekgeld eei zo groot maken. En een premie als., begon Groot. Je, natuurlijk. Een flink bedrag als aliea in orde is. Groot draalde de slappe hoed in zijn handen rond. Moet ik, als gewoonlijk hier rap port uitbrngen? Neen, zolang je In Londen bent, bréng j-e maar rapport uit aan mijnheer Bedford. Die man ken :k we'. zei Groot. Ik heb hem al o®" Pfar maal gezien. Goed, maar denk er aan, G-root, dat je moet doen, alsof je hem helemaal niet kent, als je hem m de fabriek mocht te genkomen. Ik wil je liever niets op schrift geven, want men weet nooit, wa' er kan gebeuren. Denk je, dat je he-t adres van John Bedford zal kunnen ont houden. als ik hot je een paar maal zeg? Éénmaal is genoeg, ZOj Groot, Onthoud het dian goed en vergeet het niet. Heus Queen Arane Mansions 1000. Groot het zij kin even op da borst zakken en mompelde een paar maal het adres. Dan hief hij het hoofd .weer op. Ik heb het, zei hij. Ik zal hot niet vergelen. Best. Ik zal Bedford even van je komst verwittigen. Het Is de man, die in Londen die zaak in ban»-en heeft. En ik geloof, dat je nu wel kunt gaan, Groot. Hier, steek die sigaret; in je zak. En ik wens je een goede reis. Deze wens en ook de sigaren nam Groot met een lichte buiging in' ont- vangst. Een ogenblik later had hij de kamer verlaten en Armadale bediende zich nog ©ens van zijn likeur .Daarna nam hij een brief uit zijn zak en las die een paar maai aandachtigover. Ik weet niet, of die nieuwe stap van Bedfort wel zo goed is, als hij schrijft mompelde hij- Tenslotte weten wij geen van allen, wat we aan Sabatier en aan die Brémond hebben. In zo'n zaak kan men eigenlijk niemand vertrouwen. En als het Groot gelukt, jets meer te weten te komen, zullen wij gelukkig niet meer zo afhankelijk zijn van die twee- Het is verdaaid jammer, dat het mij zo tegengelopen is Ik was toch de eerste, die bemerkte, dat Workman iets uitge vonden had, Had Groot zijn geheim toen maar kunnen vinden. Dan had ik die an deren niet nodig gehad. Maar jaeen half ei is beter dan een lege dop. Ik mag niet vergeten, Bedfort mengen een brief te schrijven. Maar het toeval wilde, dat Armadale die brief nooit schreef, Hij versliep zioh de volgende morgen en toen hij opstond was zijn stemming verre van rooskleurig. Zijn bediende, die hem niet had durven wekken, uit vrees voor een standje, moest het ontgelden en na het vlug naar binnen gewerkte ontbijt stapte Armadale in zijn wagen en reed met veel te grote snel heid naar zijn kantoor, Het gevolg was, dat hij op een druk punt in botsing kwam met een andere auto, uit zijn wa gen werd geslingerd en acht-en-veertig uur lang buiten bewustzijn in het zieken huis lag. En zo arriveerde Groot in Londen, zonder dat iemand anders dan Laurence Workman hem verwachtte. Groot rustte een beetje uit, keek eens rond en trok tegen het vallen van de avond naar Queen Anne Mansions, waar hij de wo ning van John Bedford gauw gevonden had- .Een bediende met een ongunstig uiterlijk, die John Bedford al jaren trouw was gebléven, vertelde hem, dat mijn heer op dat ogenblik zat te dineren en niet gestoord kon worden, waarop Groot de man verzocht, zijn heer en meester te willen zeggen, dat een zekere Groot van de fabriek in Belgrado hem wilde spreken en dat hij een belangrijke bood- schap voor hem had. O. dat zal ik hem dan even gaan vertellen, antwoordde de bediende. Nu had John Bedford diezelfde avond Laurence in de opwelling van het ogen blik verzocht, bij hem thuis te komen dineren en daar Laurence begreep, dat hij toch niet aan het werk zou kunnen gaan, vóórdat Groot gearriveerd was, had hij dat voorstel in dank aanvaard. En op dat ogenblik, dat Groot zich liet aandie nen, zaten de twee mannen juist over hem te spreken. Je verwacht die mecanicien mor gen dus, is het niet? vroeg Bedford. Ja en ik zal blij zijn, als hij goed en we] hier is. Een goed werkman? Buitengewoon. Scherp van verstand en met een heldere kijk op het mechanis- me van een machine. En te vertrouwen? Absoluut. Maar toch niet met dat grote ge heim van je". Laurence begon te lachen. - Neen, dat vertrouw ik geen sterve ling toe. Op hetzelfde moment trad de bediende de kamer binnen en fluisterde Bedford iets in het oor. Deze keek vlug op en riep dan uit: We] heb ik van m'n leven! Als je het over de duivel hebtLaat die man binnenkomen. Een ogenblik later trad Herman Groot de kamer binnen, in stomme verbazing aangestaard door Laurence Workman, wiens geheim hij van plan was te ver raden. HOOFDSTUK XVI. Dit was misschien de eerste maal in zijn leven, dat John Bedford zich zelf in stilte zat te verwensen voor zijn ver regaande stommiteit. Het gebeurde maar hoogst zelden, dat hij iets ondernam, zon der er eerst lange tijd over te hebban nagedacht. En toeh was hij nu zo dom geweest Herman Groot de kamer te laten binnentreden, waar ook Laurence Work man zich bevond, terwijl hij heel goed had kunnen weten, dat die kamer de laatste plaats ojf aarde was, waar die twee mannen elkaar zouden mogen ont moeten. Een enkele blik op het gelaat van Workman vertelde hem. dat deze niet wist, wat hij er van denken moest; hij was half uit zijn stoel opgestaan en staarde Groot aan, alsof hü zijn ogen niet kon geloven. Daarna richtte hij zijn blik op Bedfort, als zocht hij bij hem een verklaring voor dat raadselachtige geval. (wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1950 | | pagina 4