Henry Hathaway filmt een epos
in Ouarzazate
Tegels Passiespel verfilmd
Jan Palfijn, redder van veel
vrouwenlevens
MODEPRAATJE
Ons
Het gouden waagstuk
Slaapt U slecht
I
Toeristenregeling voor
West-Duit&land
HOE BESTEL IK MIJN PATROON?
Door J. S. FLETCHER
V)
ZATERDAG 25 NOVEMBER 1950
„IN AMERIKA HEBBEN
WE MAAR 35 KAMELEN"
PAGINA 4
r I 'P - -I
„KRUISIG HEM"
„VIVIANE" VOOR RADIO
BRUSSEL
BIJ ZUN DERDE EEUWFEEST
origin
zoeker vragend aan
Zegen even tegen mijnheer Fronds
Orson Welles als Djengis Khan
trekt zich niets van de hitte aan
In de zomer van dit jaar zijn 120 man
met schijnwerpers, filmcamera's, gelujds-
apparaten en decors uit Engeland vertrok
ken naar Cassablanca, vervolgens naar
Marrakesh en vandaar over het Atlas
gebergte naar Onarzazate, in Frans Marok
ko om er met voornamelijk Brits personeel
voor een Hollywoodse filmmaatschappij
een film te maken, die gedeeltelijk in
China speelt. De titel van deze cosmopo-
Utlscbe kleurenfilm, die binnenkort ook In
ons land zal worden vertoond, luidt „The
Black Bose".
Het Atlas-gebergte met zijn door sneeuw
bedekte toppen moest voor de Himalaya
doorgaan en Makkaresh, de naastbijgelegen
Stad een autotochtje van vier uur door
de bergen heette plots Cathay, toen de
brandschatting van een stad moest wor
den verfilmd. Het ging allemaal prachtig,
maar met de kamelen liep het mis. Het
draaiboek vermeldde ergens: „350 kame
len bepakt en gezadeld" en de expeditie
had meer dan 1600 mijl gereisd om die
kamelen voor de cameralens te krijgen-
Maar men scheen zich aan de verkeerde
kant van het Atlasgebergte te bevinden.
In Ouarzazate, een sinds twee jaar ont
ruimd fort van het Franse Vreemdelingen
legioen op de Noordgrens van de Sahara,
was geen kameel te bekennen. Die moes
ten over een afstand van 200 mijlen wor
den „geïmporteerd".
„In Amerika hebben we maar 83 kame
len", verzuchtte Henry Hathaway, de Hol
lywoodse regisseur, „we dachten, dat er
hier zat souden zijn. Enfin, verder heb
ben we alles."
Dat „verder alles" had ook betrekking
Op Tyrone Power en Jack Hawkins, twee
Engelse avonturiers uit de dertiende eeuw
en Orson Welles, die de rol van Djengis
Khan speelt. De figuranten bestonden uit
ettelijke duizenden Arabieren, honderden
paarden en hele kudden schapen.
Het leven In Quarzazate ie geen pretje.
De filmmensen moeten om vijf uur des
Tyrone Power
en Jack Hawkins, die in „The
Black Rose", Henry Hathaway's film'
epos in kleuren, de rol spelen van
twee Engelse avonturiers uit de
dertiende eeuw.
morgens hun bed uit en werken door tot
zes uur in de middag. Gedurende het
grootste deel van de dag Is de temperatuur
er 120 graden in de schaduw. De „inboor
lingen" houden tussen 12 en 4 uur siesta,
maar die „krankzinnige blanken honden"
werken aan één stuk door met hoogstens
een half uur rust voor de lunch.
De cameraman Is een massa-scène aan
het opnemen met Tyrone Power en do
schapen. Plotseling wandelt een Arabier
de kudde binnen, neemt hier en daar een
schaap op en onderzoekt het. Tolken hef
fen een waarschuwend gehuil aan- Het
blijkt een misverstand. De Arabier, die
geen notie heeft van films en filmen,
meende, dat er een sehapenmarkt werd
gehouden en wilde wel een paar mooie
beesten kopen.
Regisseur Hathaway staat te de bran
dende zon op zijn schavotje en schreeuwt
van onder zijn Vreemdelingenlegioen-petje
bevelen naar zijn duizenden figuranten.
De bevelen worden eerst in behoorlijk
Engels vertaald, vervolgens in het Frans,
daarna in het Arabisch en tenslotte in het
bergdialect van Ouarzazate. De menigte
(een rijksdaalder per dag per hoofd) ziet
er blij en gelukkig uit en knikt bemoedi
gend, als er weer een nieuw bevel wordt
gegeven. Ze verstaan er toch geen woord
van.
Nu en dan komt Orson Welles een kijkje
nemen in het filmkamp. Hij woont te een
villa te Mogador aan de kust. „Morgen
moet ik weer terug naar Mogador om aan
mijn eigen film „Othello" te werken",
deelt hij mede. Welles trekt zich geen
zier van de hitte aan- In zijn rol moet hij
een tien kilo zware leren jas dragen, die
tot de knieën met bont is gevoerd. Toch
heeft hij nooit haast hem weer uit te trek
ken, als hij met zü» werk klaar is.
Behalve de kamelen heeft de filmexpe
ditie ook last met het zand. In Meknes
moest men speciaal geel zand aanvoeren,
omdat het plaatselijke product te wit was
en het te technicolor niet goed zou doen.
Toen het zand zorgvuldig was uitgespreid,
stak er een zandstorm op, die alles weg
blies en er weer mooi helder wit zand
voor in de plaats legde.
Iedere dag opnieuw wordt er met man
en macht gewerkt. Het filmen te de woes
tijn koet minstens 25.000,— per dag
Tyrone Power moet in een bepaalde scène
spitsroeden lopen. Arabieren, in Chinese
costuums gestoken, worden in twee rijen
opgesteld. Ze krijgen stokken in hun han
den om mr Power voort te drijven. Ditmaal
blijken ze precies te hebben begrepen, wat
er van hen wordt verlangd. Als de opna
me klaar is, moet Power naar de dokter!
Dan is er opnieuw stagnatie. Eerst be
gint er een hond te blaffen, waardoor „hef
geluid wordt bedorven". Dan slaat er een
baby aan het hullen- „Doe iets!" gilt Hat
haway. „Best", antwoordt zijn assistent,
Bluey Hill. „Werp de baby voor de hond!"
Intussen is er weer nieuwe ellende met
de kamelen. De eerste troep, die men bij
een heeft weten te brengen, blijkt niet ge
- - - scl
gens het draaiboek moeten dragen, en
26*
schikt. De wijze schepen van de woestijn
werpen één blik op de pakken, die ze vol-
nemen de benen.
Henry Hathaway laat zich door al deze
tegenslagen niet ontmoedigen. HU is hard
en onverzettelijk en werkt in de Cecil B.
de Mille-traditie. „Het publiek heeft ge
noeg van langdurige strijdtonelen en groot
se natuuropnamen in films, waarin de
mensen, die er in optreden bijna worden
vergeten," legt hij uit. „Voor mij komen
de mensen op de eerste plaats. Als bet
publiek zijn film mooi vindt, zal men zeg
gen: „Dat mag ook wel, na de kosten en
moeiten, die er aan zijn besteed". Als ze
het met mooi vinden zullen ze zeggen:
„Het is altijd hetzelfde met die costuum-
films. Hoe de zaak ook uitpakt, er is
toch geen eer aan te behalen. Dat is altijd
zo, als je een filmepos maakt...."
Als een wat late weerkaatsing van het
spel van licht en schaduw dat zich onder
de titel Tweede Wereld-Festival voor
f-jteï en Schone Kunsten ven België In
1949 te Knokke heeft afgespeeld, hebben
we een tweetal interessante boekjes ons-
vangen, Het eerste is een officiële Franse
uitgave van de Festival-autoriteiten,
welke o.a. een beschouwing bevat van
de Franse regisseur Jean Grémillon over
de Belgische cineast Jacques Feyder,
wiens nagedachtenis tijdens het Festival
werd geëerd, en een aantal arikelen van
vooraanstaande filmers, onder wie Vit-
torio de Sica, maker van „De Schoen-
poetsertje" en „Fietsendieven". Het
boekje, dat typografisch ie verzorgd door
Lue Haesaerts, is rijk met foto's ver
lucht en bevat voorts een volledige test
van de films, die tijdens het Festival zijn
vertoond, alsmede verslagen van alle con
gressen en bijeenkomsten, die in 1949 te
Knokke zijn gehouden.
Het tweede boekje, getiteld „Kritiek
van de kinematograaf" is van de hand
van Johan Daisne, voorzitter van de
jury te Knokke in 1949. Hoewel Daisne
de neiging heeft, de waarde van sommige
in Knokke vertoonde films en daarmee
het belang van het Festival in Knokke
te overschatten, wijdt hij belangwekken
de en vaak scherpzinnige beschouwingen
aan vrijwel alle films, welke er werden
vertoond. Ook dit boekje is geïllustreerd
met een groot aantal foto's, hoofdzake
lijk ontleend aan de besproken films. Te
zamen geven de boekjes een volledig
overzicht van het Festival.
De regering van West-Duitsland heeft
eon Franse uitnodiging aangenomen, om
deel te nemen aan het Filmfestival, dat
in 1931 t« Cannes wordt gehouden. Bo
vendien zal het volgend jaar Juni in
Berlijn een Internationaal Filmfestival
worden gehouden, waartoe zullen wor
den uitgenodigd de Verenigde Staten en
Engeland met elk drie films, Frankrijk.
Italië en Duitsland met twee films en
Nederland, Denemarken, Zwaden, Fin
land, Spanje, Israël Egypte, Mexico.
Australië, Indië en Griekenland elk
met een film.
In het plaatsje Durango in de Ameri
kaanse staat Colorado zag één van de
179 Sioux-Indianen, die door Metro
Goldwyn Mayer in dienst waren geno
men voor de film „Across the wide
Missouri", een grote kerel met een don
kere baard door het stadje zwerven. Hij
slenterde een poosje achter de vreemde
ling aan en ging toen naast hem lopen:
„Zeg, als je een baantje wil, kom dan
even mee. De M-G.M. zoekt voor een film
typen zoals jij Je bent, er voor geknipt".
„Bedankt voor de tip. Ik zal nog wel
eens zien", antwoordde de baardige
vreemdeling.
De volgende dag ontmoetten de twee
elkaar op het terrein, waar de filmopna
men plaats vonden.
„Zie je wel, dat ik gelijk had!" riep
de Sioux ujt; De vreemdeling grijnsde en
taf zijn kaartje af. Er stonden twee woor-
en op: Clark Gable.
James Thurber, een van Amerika'»
grootste humoristen, bracht zün eerste
bezoek aan Hollywood. Er hingen goud-
ge-
het
jUUI6MI 6'
gele sinaasappelen aan de bomen,
kleurde liehtjes fonkelden tussen
groen, er klonk zoete muziek, er waren
schone vrouwen en er stroomde koppige
wijn.
„Vertel me eens, Mr. Thurber", vroeg
II - -* VV**V| - 4 Vb» t
lemandt „wat u van Hollywood denkt?"
„Zal ik u een6 wat zeggen", antwoord
de Mr. Thurber. „Ik heb het afschuwe
te'ke gevoel, dat de boot eik ogenblik de
haven kan binnenvaren en dat we elkaar
dan geen van allen ooit meer zullen
terugzien".
Het zal er sober, haast Spartaans toe
gaan in Mr. Rank's Academie voor Bios
coop-directeuren, die onlangs in een bios
coop te Finchiey is geopend.
De bezoekers van deze academie, welke
de eerste in haar soort in Engeland 1»,
zullen zich aan de de volgende regels
moeten onderwerpen: geen bezoeksters,
geen aleohol, geen hazardspelen, licht uit
om elf uur 's avonds.
Er is slechts één middel tot ontspan
ning: een automaat in de gemeenschap
pelijke slaapzaal voor aspirines.
Tijdens drie repetities, die niet wer
den onderbroken, heeft de Maastrichtse
cineast P. Pans het klaar gespeeld, een
kleurenfilm op te nemen van het be
roemde Passiespel te Tegeien. Waren de
omstandigheden, waaronder hij deze op-
gave heeft moeten volbrengen, gunsti
ger geweest, dan zouden de resultaten
ongetwijfeld nog beter geworden zijn.
Tegenslag is hem niet gaspaard ge
bleven. Het weer werkte niet altijd mee
en bepaalde scènes, die zich <n een scha
duwrijke hoek van het toneel afspeel
den. zouden helderder van tint op de
celluloidhand zijn gekomen, wanneer ze
bij gunstiger belichting waren gespeeld-
Ook was het hem niet altijd mogelijk
om van bewogen passages, d'e uitmunt
ten door meesterlijk gevoerde massa
regie, opnamen te maken. Van de prach
tige intocht in Jeruzalem een van de
hoogtepunten van dit spel zijn slechta
enige fragmenten opgenomen, die helaas
geen bevredigende indruk geven van dit
imposant en kleurrijk gebeuren.
Deze tekorten, dile jammer genoeg
onherstelbaar zijn, vallen des te meer
te betreuren- omdat ze niet alleen voor
komen hadden künnen. maar ook móe-
ten worden, want het filmwerk, dat
Pans desondanks tot stand heeft weten
te brengen, was wat extra moeite dub
bel en dwars waard geweest.
Deze technicolor, waaraan het geluid
nog ontbreekt, is op een speciale voor
stelling voor de pers vertoond. Doe
Maas. die het draaiboek schreef, heeft
duidelijk laten uitkomen, dat de Tegelse
gemeenschap in haar geheel aan het
Passiespel deelneemt. Daarom drong de
cineast binnen in het alledaagse leven
van deze baardige acteura en ver
filmde hen by hun gewone bezigheden.
Ongemerkt nam hij de honderden me
dewerkenden op- toen zij tildens een
H Mis te de open lucht ter H. Tafel
naderden en na afloop daarvan kransen
gingen leggen op de graven van dege
nen, die gedurende hun leven aan het
Passiespel hebben meegedaan.
In deze gedeelten ia „Kruisig Hem"
zoals de titel luidt film in de beste
betekenis van het woord en geen ver
filmd toneel, waarop de opnamen te De
Doolhof uit de aard van de zaak moeat
uitlopen, aangezien mimiek en gebaren
van de spelers op de grote ruimte zijn
berekend. De kleuren zijn soms van
Rubensiaanse schoonheid en de opnamen
van de vonkenspattende ijzergieterij, hei
Laatste Avondmaal, de meesterlijk ge
speelde Kruisweg en de vereenzaamde
en wanhopig gebarende figuur van Ju-
Het ziet er naar uit, dat wjj Zondag
nog buiten schot, zullen blijven, zodat het
weer zijn rustige karakter behoudt en
er plaatselijk mistbanken zijn te verwach
ten, terwijl aan de kust enkele lichte buien
das getuigen van cinematografisch vak- j mogelijk blijven. Dit laatste is een gevolg
manschap. i v an bet feit, dat de aangevoerde lucht
Dat er in deze rolprent, die anderhalf i ®en hmiperatuur van ongeveer vijf gra-
uur duurt, geknipt moet worden, staat1 ?eo zeewater nog een
V-oor ons vast want het temAn hv ia temperatuur van 8 k 9 graden bezit, zodat
l i.!! n fr,lP Jzioh hoven zee in deze vochtige lucht ge-
1 bondiger makketek buien kunne» ontwikkelen, die
vorm ja; de artistieke waarde worden zieh ook aan de kust doen gevoelen,
verhoogd. jn Amerika is het weer heel anders.
Daar vriest het al flink op een breedte
i van Algiers! En'wat erger is, deze vorst
i kwam opeens, na een dag, waarop het
Knctlfk' nainni«D«iizv/v» weer nog zomers aandeed- In de staat
I\Uh li tl Heil 8 W 001 Arkansas was het eergistermiddag nog
(Van onze weerkundige medewerker)
Vanmorgen kwamen er hee! wat ver
schillende soorten weer in ons land voor.
Aan de kust was het buiig, waarbij de
bewolking sterk veranderde, op de ene
plaats was 't bijna onbewolkt, terwijl een
ander station op hetzelfde ogeblil? met
geen mogelijkheid een blauw plekje aan
de hemel kon ontdekken. Landinwaarts
zat men op heel wat plaatsen in de kille
mist, die ook het hemels blauw aan bet
oog onttrok. Bovendien kwam op Gilze-
Rüen lichte vorst voor, terwijl elders
in het land de temperatuur op de meeste
plaatsen het vriespunt niet passeerde.
Zulke grote verschillen zijn meestal
een gevolg van plaatselijke omstandig
heden, die tot uitdrukking komen als
de algemene circulatie in de atmosfeer
niet erg actief is. Zo was het ook van
morgen. Op de oceaan bevond zich toen
op de plaats waar anders in deze tijd van
het jaar de ene depressie na de andere
passeert, een krachtig gebied van hoge
druk. Deze depressies worden zo gedwon
gen een veel Noordelijker route te volgen,
namelijk over het Groenlandse plateau
om zich vervolgens via IJsland en Ierland
naar de golf van Biskaye te verplaatsen,
zonder ons weer veel kwaad te doen.
twintig graden en gistermorgen wees het.
kwik zeven graden beneden liet vries
punt aan, een daling van 27 graden in
18 uur tijdEen mens zou bij zo 'n koude
inval moeite hebben de temperatuur bi)
te houden met zijn kleding
Hoge geallieerde en We-stduitso func
tionarissen zijn het eens geworden over
stappen om West-Duitsland begin 1951 de
coptrèle in handen te geven van het rei-
zen naar en uit dit land. Tot nog toe had
den de geallieerden dit in handen via hun
gecombineerde reisraad.
Maandag 27 November zal radio Brus
sel Vlaams om acht uur 's avonds de
opera in drie bedrijven „Viviane", Libret
to van Louis Lutz en muziek van Oscar
van Hemel, uitzenden.
(Van onze Brusselse correspondent).
Op 28 November aanstaande zal het
drie eeuwen geleden zijn, dat in de
Vlaamse stad Kortrijk werd geboren Jan
Palfijn, één der pioniers van de medi-
sche wetenschap in de Nederlanden,
meer speciaal op het gebied der verlos
kunde.
Jan Palfijn wa» de zoon van wat men
toen noemde een „chirurgijn-barbier".
De zoon moet al vroeg by de vader in
de practijk zijn geweest, want volgens
zijn biografen was hij op zestien-jarige
leeftijd op dit gebied al „volleerd". Hij
ging toen op eigen houtje verder stude
ren: Frans, Latijn, Italiaans en Duits.
Het Latijn schijnt hij echter niet goed
onder de knie te hebben gekregen. Aan
vankelijk ondervond Palfyn veel moei
lijkheden bij zijn anatomische onderzoe
kingen. In het grootste geheim ging hij
's nachts op het kerkhof van Kortrijk
lijken roven, om er thuis eectie op te
verrichten. Toen het plaatselijke genees
kundige collegium dat vernam, diende 't
een klacht in bij de overheden- De jonge
geleerde ontvluchtte zijn geboortestad en
vestigde zich tijdelijk te Gent Na het
staken der vervolging keerde hij naar
Kortrijk terug. Doch het liep daar an
dermaal mis, toen bij zich weer aan zijn
liefhebberij van lijken roven en sectie
overgaf. Hij had nu genoeg van zijn stad
en trok naar Yperen, waar hij als „vrij
burger" werd ontvangen en er de chirur
gie mocht uitoefenen, doch zich op hei
gebied van anatomische studies beper
kingen moest blijven opleggen.
Hij ageerde te boeken, in de Vlaamse
taal geschreven, tegen de beoefening dei
chirurgie door kwakzalvers, maakte stu-
diereizen naar Leuven, Delft en Parijs en
vestigde zich in 1695 andermaal en thans
voor goed te Gent, waar hij dadelijk
het vrye burgerschap verkreeg en de toe
lating er werkzaam te rijn als „chirttr-
gijn-barbier", toenmaals geenszins als
kwakzalversfunctie beschouwd. Van zijn
hand verschenen niet minder dan 24
werken, die in veel talen werden ver
taald.
Het stadsbestuur van Gent gaf hem te
bewijs van grote waardering rmor hem
te benoemen tot docent in de chirurgie.
Voor de Académie des sciences te
Parijs demonstreerde Palfijn in 1727 te
apparaat, de verlostang of forceps,
waarvan de uitvinding (die hem be-
twist wordt) hem de bijnaam van wel
doener der mensheid" bezorgde ornaat
zoveel vrouwenlevens door dat appa
raat gered werden en nog elke dag ge
red worden. Wetenschappelijke boe
ken op geneeskundig gebied noemden
hem „de eerste chirurg van België".
Al die eer en roem, hebben evenwel
niet belet, dat Palfijn arm is gestorven
Hij overleed te Gent op 21 April 1730,
waar zijn stoffelijk overschot in de St.
Jacobskerk werd begraven.
Advertentie
door rheumatiek, spit, ischias, hoofd
en zenuwpijnen, neemt dan Togal.
Verdrijft in ai die gevallen snel en
afdoende die pijnen en U slaapt heerlijk
Toga! baat! Zuivert de nieren en is
onschadelijk voor hart en maag. Bü
apoth. en drogisten f 0.83, f 2.08, f 7.94.
Evenals in Grootmoeders tijd, iE het voor
de jeugd van tegenwoordig een grote ge
beurtenis, als er voor het eerst een lange
bal- of avondjurk aangeschaft moet worden
Er is zeer veel veranderd te de wereld,
maar een ding Is toch wel hetzelfde geble
ven, ook de thans opgroeiende jeugd heeft
haar illusies. Wat zou het leven zonder dat
er ook saai en kleurloos uitzien. Hoe geluk
kig voelen onze jonge meisjes zich niet als
ze voor het eerst op een familie- of ander
feestje met zo'n snoezige jurk voor de dag
komen. En moeilijk te maken Is het ook
niet. Voor de rok, die erg ruim aan het
lijfje gezet is, neemt U drie rechtq banen,
en stikt deze aan elkaar. Nu moet U er
met het aanzetten even op letten, dat er
voormidden geen naad komt, want dat is
niet mooi. Dus voormidden de stofvouw en
achter midden de naad. Het lijfje met ver
lengde taille, heeft een kort aangeknipt
mouwtje. Van achteren is het lijfje recht
met twee coupenaadjes, voor valt het met
een tot niets uitlopend puntje, waar aan
weerszijden ruimte onder uitvalt. Het van
voren apart opgezette schouderstuk is ruim
aan het lijfje gezet. De sjaal, die geheel
rond loopt, moet beslist schuin geknipt
worden, anders kunt U er niet die mooie valling te krijgen. Bij de ronding
der schouders moet U een stevige rijgdraad aan de bovenkant er door halen,
om de ruimte in te werken. Ook kunt U er een paar kleine plooitjes in
leggen, juist dat enigszins opstaande bij de schouders staat buitengewoon
elegant. Voor afwerking is er een strik op gezet, maar bok een bij de tint
passende corsage staat fijn. Dit patroon is verkrijgbaar in maat 30,38,40- 42.
De prijs is 1,00 en er is 4,75 a 5,00 meter stof van 00 a 80 cm breed voor nodig.
PUk aan de ADRBSZIJDE van een briefkaart naast en behalve de FRAN
KEERZEGEL het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zendt deze
aan:
ATELIER CROON - BEATRIJSSTRAAT 4 ROTTERDAM
Schrijf aan de andere zijde, duidelijk, naam adres - woonplaats - nummer
(staat onder de afbeelding) en maat van het gewenste model.
Plak nooit meer dan f 1.— op een briefkaart, want wat meer geplakt us»rdt
is waardeloos.
De patronen kunnen ook per giro worden besteld en betaald, n.l op giro
nummer 2 7 1 2 9 1 eveneens ten name van Atelier Croon te Rotterdam.
ROMAMBIJVOEOSiL
KORTE INHOUD VAN HET
VOORAFGAANDE
Laurence Workman, een jong Ingenieur,
wil de belangrijke uitvinding, die hij heeft
gedaan op het gebied van vliegtuig
motoren, verkopen aan de Engelse rege
ring. Twee samenzweerders, John Bed-
lord en „abbé" Bremond, die zelf profijt
van de uitvinding willen hebben, weten
«era echter enige tekeningen betreffende
vinding te ontstelen. Paul Sabatier,
een Frans geleerde, wie zij de tekeningen
ter bestudering hebben aangeboden, slaagt
er in het geheim te ontdekken. Hij zal
m zijn laboratorium in Frankrijk pro
beren het door Laurence bedoelde vlieg-
te maken. Laurence zelf intussen
neeft zich laten overhalen in dienst te
treden bij de fa Armadale, waar John
Bedford, die bij deze firma veel in de
melk te brokkelen heeft, een oogje op
tem kaïn bomden. in dj2 fabriek krijgt
ure-nee een werkplaats, waar hij zich
ean de uitwerking van zijn uitvinding
kan gaan wijden.
U)
Op regelmatige afstanden wanen
JPj hoge ijzeren hekken,
zo Jat Je kinderen, die daar woonden, er
met overheen konden slaan en op een
gegeven ogenblik bemerkte Laurence dat
de lange wenteltrap waarlangs men naar
z n kamer moest gaan, op iedere verdie
ping over dat balkon liep. Het geheel
d ed hem sterk denken aan de geweldtee
huurkazernes, zoals hij die in Berlijn te-
zien had, alleen was alles hier iets luch
tiger, gezonder en vrolijker, vooral door
de bloemen, welke in groene en rod*
bloembakken in de meeste vensters ston
den. Daar het regende waren er op de
binnenplaats betrekkelijk weinig kinde
ren aan het spelen, maar de trappen wa
ren overbevolkt van het jonge goedje.
Hoog en schel klonk hun kinderlach in da
nauwe hoge trapkoker.
Charity liep door een brede hal naar
een trap waar het minder druk en rumoe
rig was dan bi het andere deel van het
gebouw.
Dit is één van de rustigste gedeelten
Vertelde zij; Maar we moeten helemaal
naar de bovenste verdieping klimmen.
Daar is het veel kalmer en gezonder wo
nen dan beneden
Zeven lange trappen liepen zij op en
hij bemerkte dat de stappen van Let meis
je steeds even veerkrachtig bleven en dat
Zij blijkbaar geen last had van een moei-
jjjke ademhaling. Op de zevende verdie
ping bleef ze eindelijk voor een deur
staan welke zij met een sleutel opende.
Na een kleine hal te zijn overgestoken,
wierp zij de deur open van een zitkamer,
waar een jongen geknield lag voor het
vuur, blijkbaar druk bezig brood te roos
teren. De jongen wendde een smal bleek
gelaat naar de geopende deur en staarde
Laurence aan met een paar grote donkere
ogen.
Dickie, zei Charity, dit is die mijn-
heer, die bij oom Wapie gelogeerd heeft,
toen ik daar was.
De kleine figuur verhief zich van de
grond en stak Laurence een bleke, bijna
doorschijnende hand toe, terwijl hij een
paar hoffelijke woorden uitbracht op zon
derlinge, holle toon. En toen bemerkte
Laurence pas, dat wat hij gehouden had
voor een jongen van een jaar of zestien,
inderdaad een jongeman van negentien o)
twintig jaar moest zijn..,, maai' vreselijk
mismaakt. De jongen had een bochel en
een kippenborst; het ene been was veel
korter dan het andere en aan die voet
droeg hij een schoen met een dikke zool.
Laurence bemerkte, dat, als de jongen liep,
hij met zijn ene hand steunde op zijn ge
zonde knie.
Maar in dat bleke, van smart doorploeg,
de gelaat straalde een paar grote, intel
ligente ogen. Hij keek Laurence lang en
onderzoekend aan, voordat hij zich weer
over het vuur boog o-m zijn brood verder
te gaan roosteren.
Alles is klsar, Charity, zei hij- Het
brood Is geroosterd en ik heb al thee gezet
ook.
Dickie, zei Charity, na zich van haar
1 oed en mantel te hebben ontdaan. Dic
kie neemt ons huishouden waar en hij doet
het wat handig ook!
Het U het enige, dat ik kan doen,
zei de jongen, Laurence aankijkend. En
men moet toch iets doen.
Maar dat is heus geen kleinigheid,
antwoordde Laurence. Ik ben bang, dat
ik van honger zou omkomen, als ik voor
mijn eigen exen zou moeten zorgen en mijn
tljd ^selijk wanordelijk zijn.
wu^anv nlet voor m'i in °rde hield
-ruj ireeK eens om zich heen, terwlil de
K'ul!Ch°?' De haard gl°m gezel-
Ji V ufe knaPPende houtvuur zond
rood-gele hchtsprankels over het gepoetste
metaal. In het midden van de kamer stond
n met een vlekkeloos kleed gedekte tafe'
waarop alle mogelijke lekkernijen prijkten
hoogstwaarschijnlijk afkomstig, van oom
Wapie. Koude kip, 'n paar dikke plakken
ham en n schaaltje mat aardbeien, heer
lijk-gele boter en brood met een zacht
bruine korst. Alle dingen in de kamer
schenen in overeenstemming te zijn met
die gedekte tafel. De wanden waren be
kleed met een neutrale kleur, zacht en
rustig voor de ogen; enkele schilderijen,
welke aan de wand hingen, waren oud en
buitengewoon goed, de stoelen gemakke
lijk en de boekenkast was gevuld met een
groot aantal keurig gebonden boekwerken.
In de vensterbank stonden planten en
bloemen daarboven hing een kanarievogel
in een sierlijk houten kooltje.
Nu krijg ik eigenlijk pas het gevoel,
dat ik in Engeland ben, zei Laurence
enige ogen-blikken later, toen zij aan tafel
waren gegaan. Het is zo echt Engels.
Meer Engels dan in „De drie reizi
gers"? vroeg het meisje.
Ja, want dit is een tehuis.
Wij doen tenminste erg ons best er
dat van te maken, niet, Dickie?
Ik ben er tevreden mee, zei de jongen
met een blik in de richting van zijn zuster,
wat ook Laurence niet ontging. En meer
dan tevreden ook. Als ik Charity niet had
gehad, mijnheer, zou ik niet geweten heb
ben, wat het betekent oen eigen huis te
hebben. Zij heeft voor alles gezorgd.
Neen, dat is niet waar, Dickie. Oom
Wapie heeft ons die kost gegeven.
Dat is tenslotte nog maar een kleinig
heid. Neen, mijnheer, Charity heeft voor
alles gezorgd. U heeft er geen flauw idee
van, hoe hard zij moet werken. Soms werkt
zij wel eens te hard en dan voel ik me zo
minderwaardig, omdat ik niet werken
kan.
Maar jij werkt toch ook, Dickie. Jij
houdt toch het hels huls in orde? zei zijn
zuster.
Ja, maar daarvoor heb ik maar twee
uur van de dag nodig. Dat is niets, ver
geleken bij wat jij moet doen.
Misschien zou u mij wel kunnen hel
pen in mjjn werkplaats, meende Laurence.
Er is daar genoeg licht werk te verrich
ten, U zou de mecanicien kunnen helpen
en al die dingen meer. En mijn correspon
dentle zou u bijvoorbeeld kunnen beha»-
delen.
Hij was zeer verwonderd over de uit
drukking van grote gretigheid, welke over
het gelaat van de jongen gleed en over de
manier, waarop hij zijn zuster smeekte,
hem die kans te willen geven. Maar de re
den van dat alles vernam Laurence pas.
toen Charity hen even alleen had gelaten
en de jongen zich met schitterende ogen
tot hem wendde.
Ik zou zo graag wat geld verdienen!
riep hij uit. U mag er niets van zeggen
maar ik wil zo dolgraag een piano kopen
voor Charity Vroeger zong zij zo veel en
nu doet zij het helemaal niet meer. Mis
schien als zij een piano heeft,.,, st.,..
daar komt ze aan!
Laurence keek hem eens diep in de ogen
en knikte geruststellend.
HOOFDSTUK XV.
Trrwijl Laurenoe een genoeglijke
avond doorbracht bij de Wrayes, bij
welke gelegenheid zijn vriendschap voor
het meisje nog sterker werd dan zij eerst
geweest was, zat een man in één van de
arbeiderswijken van Belgrado op zijn een
zame kamer te eten. Naast zijn bord lag
het telegram van Laurence en van tüd
tot tijd wierp hij er een blik op, als wilde
hij de bijzonderheden van treinverbin
dingen en andere aansluitingen uit zijn
hoofd leren. Eenmaal keek hij over zijn
schouder naar de klok om dan weer even
onverstoorbaar verder te eten.
Ik behoef me niet te haasten, mom
pelde hü en sneed zich met het grootste
gemak nog een flinke plak worst af en
een dik stuk zwart brood. Ook die din
gen verdwenen in zijn maag, gevolgd
door een groot stuk oude kaas, waarna
hij zijn kruik bier met een diepe zucht
van voldoening tot op de bodem ledigde.
Hierna stond hij op, raadpleegde nog
maals de klok en haalde dan uit een
hoekkast een lederen valies te voor
schijn, waarin hij vlug enkele toiletarti
kelen borg. De voorbereidselen voor zijn
reis naar Londen waren spoedig getrof
fen. Gekleed was h\j reeds. Hij had zich
gestoken in een blauw kamgaren
costuum met lichtbruine schoenen, welke
dracht door de arbeiders met een goed
salaris verre werd verkozen boven grijze
tweedcostuums en eenvoudige zwarte
laarzen. Enkele minuten nadat hij zijn
maal beëindigd had, trok hij een lichte
regenjas aan, drukte een zwarte vtlthoed
in de ogen en nam zijn valies van de stoel,
wierp nog een blik om zich heen en ver
liet de kamer, de deur achter zich in het
slot trekkend. Hij had liever, dat het stof
zich in zijn kamer ophoopte in de tijd,
dat hi) afwezig was, dan dat hij zijn deur
zou open laten voor ledereen, die wilde
komen rondsnuffelen.
Met zijn valies in de hand liep Herman
Groot de straat op, wachtte even op een
tram en stapte in. De tram bracht hem
dwars door de binnenstad naar een voor
stadje van Belgrado, dat uiterlijk een
grote tegenstelling bood met de wijk, die
Herman Groot zoeven verlaten had. Daar
stonden grote herenhuizen en villa's te
midden van prachtige tuinen en hoge
bomen. Uit de vensters straalde licht dat
warme plekken vormde in de scheme
ring van de zomeravond. Zo nu en dan
drong het geluid van vrolijk gelach tot
hemdoor en dan fronste de man de
wenkbrauwen. Daar woonden de
„bazen"rij, die het meeste geld
hadden.
Herman Groot liep door, totdat hij een
villa bereikt had, welke, groter dan alle
andere, omringd was door een stenen
muur. Tussen 'n aantal hoge struiken
zocht hij zich een weg naar die muur en
bleef hem volgen, totdat hij een kleine
Armadale, dat Groot, van de fabriek,
hier is met een boodschap voor hem. Dan
zal hij we) alles begrijpen.
Kom binnen, alstublieft, antwoordde
de bediende en ging de bezoeker vóór
naar een kleine wachtkamer in de brede
hal van het huis. Groot zette zijn valies
op een stoel en keek om zich heen naar
de schilderijen aan de muur. Na enkele
minuten keerde de bediende terug met
het verzoek hem te volgen.
Een minuut later bevond Groot zich in
de kamer van Francis Armadale. De be
diende trok de deur achter zich dicht.
Maar toch wendde Groot zich even om,
teneinde zich er van te overtuigen, dat
die deur inderdaad goed dicht was. Daar
na liep hij pas in de richting van zijn
patroon, zonder een woord te zeggen.
Francis Armadale was een man van
circa vijf en dertig jaar. Hij scheen juist
gedineerd te hebben, want hij rookte 'n
dikke sigaar, terwijl een kopje koffie
voor hem op tafel stond. Slank gebouwd,
zeer elegant, onberispelijk gekleed,
scheen hij de laatste man ter wereld, die
belang zou stellen in machines en moto
ren; men zou hem aangezien hebben voor
een cavalerie-officier Zijn gezicht was
knap en regelmatig, maar de donkere
ogen waren een beetje te koel en stonden
iets te dicht bij de lange neus. De lynen
om de mond waren onaangenaam en men
voelde, dat men stond tegenover een
man, die onmenselijk wreed zou kunnen
zijn, als het nodig was.
Francis Armadale, die op echt Engelse
manier op het haardkleed stond, de rug
naar het vuur gewend en de handen op
de rug, keek zijn bezoeker strak aan,
maar pas, toen deze heel dicht genaderd
was, nam hij zijn sigaar uit de mond en
vroeg op gedempte toon.
Groot6 haalde het telegram van Lau
rence uit zijn 2ak en legde dat op tafel
neer.
Armadale ging zitten en terwijl hij
zijn kop koffie van de tafel nam, gleden
zijn ogen over het telegram.
Het is gekomen, zei Groot.
Hij is al heel gauw aan het werk
gegaan, merkte Armadale op. Uit het feit
dat hij jouw hulp nodig heeft, mogen wij
tenminste wel afleiden, dat hü aan het
werk gevaan is. En je vertrekt zeker
onmiddelijk?
Ja' onmiddellijk. Ik ben helemaal
Klaar.
Tfhie Seld voor de reis?
VaLh«eft hij achtergelaten.
„„„i .Da,n hebben wy verder niet
i hespreken, zou Ik zeggen,
srbeen eens om zich heen en
kenkast 3 te s"ellen in een boe-
Armadale zag hem onderzoekend aan
en vroeg eindelijk:
Of wel?
Groot kuchte eens achter zijn grote
ui ^2 f1? terwij] hij naar de boekenkast
bleef kijken, antwoordde hij:
Ik heb horen zeggen, dat het leven
in Bonden erg c, mr is.
Het geen dus zeggen wil, dat je op
slag wilt hebben, niet waar?
Groot gaf geen antwoord.
Goed. Afgesproken. Wij zullen Je
weekgeld eei zo groot maken.
En een premie als., begon Groot.
Je, natuurlijk. Een flink bedrag als
aliea in orde is.
Groot draalde de slappe hoed in zijn
handen rond.
Moet ik, als gewoonlijk hier rap
port uitbrngen?
Neen, zolang je In Londen bent,
bréng j-e maar rapport uit aan mijnheer
Bedford.
Die man ken :k we'. zei Groot.
Ik heb hem al o®" Pfar maal gezien.
Goed, maar denk er aan, G-root, dat
je moet doen, alsof je hem helemaal niet
kent, als je hem m de fabriek mocht te
genkomen. Ik wil je liever niets op
schrift geven, want men weet nooit, wa'
er kan gebeuren. Denk je, dat je he-t
adres van John Bedford zal kunnen ont
houden. als ik hot je een paar maal zeg?
Éénmaal is genoeg, ZOj Groot,
Onthoud het dian goed en vergeet
het niet. Heus Queen Arane Mansions
1000.
Groot het zij kin even op da borst
zakken en mompelde een paar maal het
adres. Dan hief hij het hoofd .weer op.
Ik heb het, zei hij. Ik zal hot niet
vergelen.
Best. Ik zal Bedford even van je
komst verwittigen. Het Is de man, die in
Londen die zaak in ban»-en heeft. En ik
geloof, dat je nu wel kunt gaan, Groot.
Hier, steek die sigaret; in je zak. En ik
wens je een goede reis.
Deze wens en ook de sigaren nam
Groot met een lichte buiging in' ont-
vangst. Een ogenblik later had hij de
kamer verlaten en Armadale bediende
zich nog ©ens van zijn likeur .Daarna
nam hij een brief uit zijn zak en las die
een paar maai aandachtigover.
Ik weet niet, of die nieuwe stap van
Bedfort wel zo goed is, als hij schrijft
mompelde hij- Tenslotte weten wij
geen van allen, wat we aan Sabatier en
aan die Brémond hebben. In zo'n zaak
kan men eigenlijk niemand vertrouwen.
En als het Groot gelukt, jets meer te
weten te komen, zullen wij gelukkig niet
meer zo afhankelijk zijn van die twee-
Het is verdaaid jammer, dat het mij zo
tegengelopen is Ik was toch de eerste,
die bemerkte, dat Workman iets uitge
vonden had, Had Groot zijn geheim toen
maar kunnen vinden. Dan had ik die an
deren niet nodig gehad. Maar jaeen
half ei is beter dan een lege dop. Ik mag
niet vergeten, Bedfort mengen een brief
te schrijven.
Maar het toeval wilde, dat Armadale
die brief nooit schreef, Hij versliep zioh
de volgende morgen en toen hij opstond
was zijn stemming verre van rooskleurig.
Zijn bediende, die hem niet had durven
wekken, uit vrees voor een standje, moest
het ontgelden en na het vlug naar binnen
gewerkte ontbijt stapte Armadale in zijn
wagen en reed met veel te grote snel
heid naar zijn kantoor, Het gevolg was,
dat hij op een druk punt in botsing
kwam met een andere auto, uit zijn wa
gen werd geslingerd en acht-en-veertig
uur lang buiten bewustzijn in het zieken
huis lag.
En zo arriveerde Groot in Londen,
zonder dat iemand anders dan Laurence
Workman hem verwachtte. Groot rustte
een beetje uit, keek eens rond en trok
tegen het vallen van de avond naar
Queen Anne Mansions, waar hij de wo
ning van John Bedford gauw gevonden
had- .Een bediende met een ongunstig
uiterlijk, die John Bedford al jaren trouw
was gebléven, vertelde hem, dat mijn
heer op dat ogenblik zat te dineren en
niet gestoord kon worden, waarop Groot
de man verzocht, zijn heer en meester
te willen zeggen, dat een zekere Groot
van de fabriek in Belgrado hem wilde
spreken en dat hij een belangrijke bood-
schap voor hem had.
O. dat zal ik hem dan even gaan
vertellen, antwoordde de bediende.
Nu had John Bedford diezelfde avond
Laurence in de opwelling van het ogen
blik verzocht, bij hem thuis te komen
dineren en daar Laurence begreep, dat
hij toch niet aan het werk zou kunnen
gaan, vóórdat Groot gearriveerd was, had
hij dat voorstel in dank aanvaard. En op
dat ogenblik, dat Groot zich liet aandie
nen, zaten de twee mannen juist over
hem te spreken.
Je verwacht die mecanicien mor
gen dus, is het niet? vroeg Bedford.
Ja en ik zal blij zijn, als hij goed
en we] hier is.
Een goed werkman?
Buitengewoon. Scherp van verstand
en met een heldere kijk op het mechanis-
me van een machine.
En te vertrouwen?
Absoluut.
Maar toch niet met dat grote ge
heim van je".
Laurence begon te lachen.
- Neen, dat vertrouw ik geen sterve
ling toe.
Op hetzelfde moment trad de bediende
de kamer binnen en fluisterde Bedford
iets in het oor. Deze keek vlug op en riep
dan uit:
We] heb ik van m'n leven! Als je
het over de duivel hebtLaat die
man binnenkomen.
Een ogenblik later trad Herman Groot
de kamer binnen, in stomme verbazing
aangestaard door Laurence Workman,
wiens geheim hij van plan was te ver
raden.
HOOFDSTUK XVI.
Dit was misschien de eerste maal in
zijn leven, dat John Bedford zich zelf
in stilte zat te verwensen voor zijn ver
regaande stommiteit. Het gebeurde maar
hoogst zelden, dat hij iets ondernam, zon
der er eerst lange tijd over te hebban
nagedacht. En toeh was hij nu zo dom
geweest Herman Groot de kamer te laten
binnentreden, waar ook Laurence Work
man zich bevond, terwijl hij heel goed
had kunnen weten, dat die kamer de
laatste plaats ojf aarde was, waar die
twee mannen elkaar zouden mogen ont
moeten. Een enkele blik op het gelaat
van Workman vertelde hem. dat deze
niet wist, wat hij er van denken moest;
hij was half uit zijn stoel opgestaan en
staarde Groot aan, alsof hü zijn ogen niet
kon geloven. Daarna richtte hij zijn blik
op Bedfort, als zocht hij bij hem een
verklaring voor dat raadselachtige geval.
(wordt vervolgd).