Opium voor de massa of Zegen
voor de mensheid?
Grote mogelijkheden
Apostolaat
voor een
In Maastricht staat een katholieke
hotelvakschool
Studenten scheppen eigen sfeer
Godsdienstonderricht voor christenen
„Katli. Nederland is trots op zijn
boerenorganisaties"
Met vrouw en twee (bakvis)-dochters
op vacantie
Vernieuwing in de
methodiek
Gezonde ontspanning of
verdoving?
Prinses Beatrix opent
kazerne
Felle brand in villa van
Am. ambassade
Vij ftienhonderd diners in één ruk
Frisse wind
Walt Disney in ons land
GOD EN ZIJN WERELD
r
"N
jgATERDAG 30 JUNI l%j
PAGINA 5
Nu de televisie ook in Nederland binnenkort het
stadium van experimenteren verlaat en ook onze
huiskamers zal binnentreden, dringen zich vanzelf
vele vragen op betreffende de waarde van televisie
als ontspanningselement en als culturele en gods
dienstige factor in t leven van de hedendaagse mens
Butler brak zijn arm
Geslaagd experiment
Op eigen benen
Sfeer en persoonlijkheid
Vertrouwen en optimisme
MEER DAN 90 PCT IN
EIGEN BOND
DE TELEVISIE WINT VELD
„De televisie is liet nieuwste verdovingsmiddel van onze eeuw". „De
televisie is een machtig instrument ter verspreiding van de goede princiepen
in de wereld". Deze twee stellingen, die bijna diametraal tegenover elkaar
staan, komen beide uit Amerika, waar de „video"-programma's al dagelijks
door meer dan acht millioen toestellen worden opgevangen; een getal dat
binnen vier jaar volgens gezaghebbende televisie-autoriteiten gegroeid zal
zijn tot twintig millioen. Meer dan honderd televisiestations zenden hun
dagelijkse programma's uit, dikwijls van de vroege ochtend tot middernacht.
Kort geleden zijn de plannen klaar gekomen voor de oprichting van 1807
nieuwe zenders op het vasteland van de Verenigde Staten en 51 in de
andere gebieden, die tot de V. S. behoren. In Amerika is de televisie in
deze millioenen gezinnen een facet van het huiselijk leven geworden, dat
even gewoon is als de radio in het Nederlandse gezinsleven.
karakter van de tel-evesie-staiUcms zal al
tijd weer het peil omlaag getrokken wor
den naar liet meest sensationele en ge
durfde. Gelukkig zal in ons vaderland het
televisie-apparaat in handen blijven van
de omroepverenigingen, die zich toch
uiteraard bij al haar uitzendingen voort
durend op haar principiële basis zullen
bezinnen.
Dat de televisie in staat is cultureel
zeer hoogstaande en aangrijpende uitzen
dingen te brengen, zal iedereen duidelijk
zijn, diie de programma's doorbladert in
de B.B.C. Radio Times (Televisie-editie),
en ik heb dan ook een televisie-bestrijder
op één avond zien bekeren door een in
drukwekkende weergave van Bernard
Sbaw's „Saint Joan".
Televisie en Passiviteit
Er blijft dan nog altijd de opwerping
dat de televisie de mens volkomen pas
sief maakt. De grote meesterwerken
van de literatuur zullen niet meer ge
lezen worden; bij een examen is het
voldoende de televisie-versie van een
boek of toneelstuk gezien te hebben.
Maar kan op dit laatste niet worden
geantwoord, dat nu vele mensen een
beeldende weergave van klassieke to
neelstukken kunnen zien, waartoe zij
anders om financiële of andere redenen
onmogelijk in staat waren, en zal de
televisie-versie niet nog sterker het ver
langen oproepen om het toneelstuk te
zien?
De populariteit van Shakespeare's
grote drama's heeft zeker niet geleden
door de verfilming en het bezoek aan
de schouwburg is zeker niet afgenomen.
De moeilijkheid om op het ogenblik in
Londen 'n plaats te bemachtigen voor de
Ook ten Vaticane is de televisie doorgedrongen. De H. Vader terwijl hij
voor 't eerst een televisie-ontvangst in het Vaticaan bijwoont.
Wat is het oordeel van de Amerikanen
ra enige jaren praktijk van de televisie?
De telle televisie-bestrijders zijn o.a. ge
groepeerd rondom een katholiek maan
blad ..Integrity", waaraan de eerste zin
van dit artikel ontleend is: Voor deze
groep katholieke leken, die in vele van de
eigentijdse vraagstukken een zeer fel, soms
enigszins extreem standpunt innemen, is
de televisie bijna een kwaad in zich, waar
op maar één reactie mogelijk is: weer
staan, bestrijden en niet schipperen. Voor
hen is de televisie een van de nieuwste
verdovingsmiddelen van onze zieke eeuw,
dat als vader heeft de onverzadigbare
technische geest van onze tijd en als moe
der de passiviteit, die een gevolg is van
de steeds sterkere degradering van de
menselijke en scheppende elementen in
de arbeid.
Het moderne leven en het eentonige
arbeidsmilieu maken hem moe, lusteloos
en nerveus, en hij heeft een verdovings
middel nodiig om te kunnen vergeten.
De film had hier al gedeeltelijk in voor
zien, maar de televisie heeft hem dit
bedwelmende middel nu in huis ge
bracht. Hij behoeft maar een knop om
te draaien en hij kan zich wegdromen
in een wereld van schijnmarmer, luxe
en genot, wat het niveau is, waarop vol
gens deze televisiebestrijders, zich de
meeste Amerikaanse uitzendingen be
wegen.
17 uur per week
En zoals bij ieder verdovend middel
treedt ook bij de televisie een sterke
verslaafheid naar voren, waardoor de
„video"-slaven de onhoffelijkste men
sen ter wereld worden. Men neemt niet
de minste notitie van gasten, die onver
wachts op bezoek komen, of deze krij
gen tevoren al te horen als conditie van
de gastvrijheid, dat zij anderhalf uur
naar de „thriller" zullen moeten kijken,
die vanavond wordt uitgezonden.
Gelukkig klinken ons uit Amerika ook
andere geluiden tegen, die niet de hoop
hebben opgegeven de televisie te maken
tot een instrument dat ten goede gericht
wordt. Toch moeten deze voorstanders
ook toegeven dat het aantal uren, dat de
gemiddelde bezitter van een ontvangtoe
stel voor zijn televisiescherm doorbrengt
17 uur per week is, in de eerste 3 maan
den na aankoop, en daarna niet onder de
13 uur per week zakt. Dezelfde statistieken
tonen dan ook een onmiddellijke vermin
dering van het lezen in het gezin, vooral
ook bij de kinderen, die vroeger een groot
gedeelte van de Zaterdag en Zondagmid
dag met een boek doorbrachten, en nu
niet van het toestel weg te slaan zijn. Wel
U het gemiddelde bioscoopbezoek iets te
ruggelopen n.l. van 4 a 5 maal per maand
tot 3 maal per maand.
Beperking van uitzendingen
Ofschoon de extreme richting van de
Integrity-groep, die de televisie op zich
als een kwaad verwerpt, niet aanvaard
baar is, zullen wij toch van het begin af
hier in ons vaderland moeten strijden
tegen de slavernij, die de televisie tracht
op te dringen. Een voortdurende campag
ne tot matiging in het volgen van de uit
zendingen, maar ook een beperking van
het aantal uren der uitzendingen, en
die niet alleen om financiële motieven
tullen noodzakelijk zijn.
Hoge kwaliteit
Maar de voornaamste bestrijding van
de narcotische effecten, die de televisie
kan hebben is een hoge norm voor de
kwaliteit van de uitzendingen, ook van de
loutere ontspanningsprogramma's, waarbij
ook weer gewaakt dient te worden voor
een overschatting van de grote massa;
toals wel eens by de actie voor de betere
film is gebeurd.
Culturele taak
Hiermede raken wij dus vanzelf ook de
culturele en opvoedkundige taak van de
televisie.
De tegenstanders im Amerika willen ook
hier niet in geloven. Door het commerciële
opvoeringen van Shakespeare's „Anto-
nius en Cleopatra" en Shaw's „Antonius
en Cleopatra", die nu maanden achter
een iedere avond lopen, naast vele an
dere spelen van Shakespeare, is hier
van wel een duidelijk bewijs.
Bovendien zal de televisie zich een
eigen medium moeten scheppen voor
het overbrengen van ideeën, dat in het
geheel niiet louter passief maakt, maar
dart integendeel evenals de goede film
activerend werkt.
Boekdrukkunst en Televisie
De excessen en gevaren van volledige
passiviteit, die de televisie met zich mee
brengt, zijn in zekere mate, zij het dan ook
in een mindere graad, opgeroepen door
de uitvinding van de boekdrukkunst, zo
dat Kardinaal Newman in zijn „Idea of a
University" schreef, precies 100 jaar ge
leden: „Wat de stoommachine doet met
de stof, moet de drukpers doen met de
geest. Het moet mechanisch gaan. De
mensen moeten passief ontwikkeld wor
den, bijna zonder dat zij het zelf weten,
alleen maar door vermeerdering en ver
spreiding van boeken".
Toch zal ook Newman de uitvinding van
de boekdrukkunst niet betreurd hebben,
om het verkeerde gebruik dat er van ge
maakt wordt, en de passiviteit, die er het
gevolg van kan zijn. De haren rijzen ons
te berge waAneer wij lezen dat in Ame
rika 2000 tijdschriften maandelijks uitko
men met een oplaag van 200 millioen
exemplaren per maand en dat in 5 cafe-
gorteën van deze tijdschriften de oplagen
als volgt verdeeld zijn: 3.223.000 ex. met
detectiveverhalen; 9.263.000 tijdschriften
met liefde en avontuur; 7.976.000 met „true
confessions"; 10.755.000 gewijd aan de film
en 25.215.000 ex. van beeldromans. Moeten
wij daarom de drukpers afschaffen?
Bovendien is zelfs de stelling te verde
digen d'at, evenals de boekdrukkunst een
deel van de taak van het persoonlijk on
derricht heeft overgenomen, zo ook de te
levisie een gedeelte van de opvoedkun
dige functie van het boek zal overnemen.
Ik denk hier vooral aan de televisie-uit
zending voor scholen, en het televisie-
kinderuuitje van de B.B.C.dat ook een
zeer sterk didactische inslag heeft, kan
bier reeds een voorbeeld van genoemd
worden.
De voorstanders van de televisie zijn
geneigd hier ook weer te ver te gaan en
willen de boekdrukkunst zelfs de schuld
geven van heel de verburgerlijking en
verdorring van onze huidige samenleving,
zoals wanneer Père Richard schrijft: „De
gevolgen van de beschaving, die door de
boekdrukkunst is gebracht, zijn naar vo
ren getreden in alle vormen van het gods
dienstige en profane leven van de laatste
vier eeuwen.
De nieuwe kloostergemeenschappen
hebben de architectuur van de kloosters
prijsgegeven, en de veelkleurige harmo
nieuze habijten geruild voor gewone hul
zen en zwarte togen. Tegelijkertijd ver
wisselde de burgerlijke maatschappij haar
rijke costuums en schitterende kleuren
voor het plechtige zwart en de hoge hoed".
Dit is wel een beetje een kras verwijt aan
de uitvinder van de boekdrukkunst.
Televisie-scenario's dringende
behoefte
Wil de televisie haar culturele taak ver
vullen en verhinderen dat het niveau af
zakt tot een louter verdovende passieve
ontspanning, zal het een dringende eis
zijn, dat onze auteurs zich nu zonder
uitstel toeleggen op het verwerven van
de techniek van het televisie-scenario,
we ke uiteraard weer geheel verschilt van
het film-medium.
Wanneer onze televisie-uitzendingen
volop beginnen, moeten w(j klaar zijn, en
niet improviseren, of teren op het buiten
land. Dan alleen zullen wij de televisie
kunnen maken tot een instrument, dat de
mens het denken niet afleert, maar Inte
gendeel stimuleert. Maar deze auteurs
zullen er ook voor moeten waken niet te
hoog te willen mikken, want anders wordt
het doel voorbijgeschoten.
Morele gevaren
De Christophoren, de Amerikaanse Ka
tholieke Actie-bewegimg, die voortdurend
de katholieken in Amerika aanspoort, het
televisie-apparaat toch niet aan beginsel
lozen over te laten, maar zelf dit apparaat
te bedienen, „get in on the ground
floor" is hun leus waarschuwen ook
in hun publicaties tegen de morele geva
ren van de televisie.
In de mededelingen van April 1950 ge
ven zij het volgende optelsommetje dat
gestuurd werd naar de „Federal Commu
nications Commission" in Washington in
een protest van een groep inwoners van
Califoroië, die in het programma van één
week over 6 televisie-stations vergast wa
ren op: 91 moorden, 7 roofovervallen, 3
gevallen van kinderroof, 10 diefstallen, 2
gevallen van brandstichting, de moord op
15 tot 20 personen door een ontploffing, 2
zelfmoorden, 1 geval van chantage, plus
moordaanslagen, talloze vechtpartijen, ge
vallen van dronkenschap, omgekochte
rechters, politie-chefs en jury's.
Deze staalkaart is waarschuwend ge
noeg om zelfs in ons land, waar gezien
het peil van onze radio-uitzendingen, der
gelijke excessen niet te verwachten zijn,
toch waakzaam te zijn, en om de nood
zakelijkheid van een censuur in welke
vorm dan ook te bepleiten.
Twee democratische en twee repu
blikeinse senatoren hebben ook in de V.S.
een wetsontwerp ingediend, waarin de op
richting van een speciale adviesraad voor
televisie en radio wordt bepleit," die scherp
toezicht moet uitoefenen op de kwaliteit
van de uitzendingen, en ook zendvergun
ning kan weigeren of intrekken.
Grote perspectieven voor
godsdienstige uitzendingen
Zeer getroffen ben ik zelf geweest door
de indrukwekkende uitzending van de
Kruiswegstaties op Goede Vrijdag door
het televisie-station van de B.B.C. Hier
realiseerde ik opeens de grote mogelijk
heden, die hier liggen voor de boodschap
van Christus aan heel de wereld.
De anti-televisie groep verwerpt ook
het argument dat de televisie door ons
gebruikt moet worden voor het aposto
laat. Gods wegen zijn niet onze wegen,
zo redeneren zij. Omdat wij nu eenmaal
dit nieuwe communicatie-middel heb
ben uitgevonden, menen wij dat God
ook onze wegen zal volgen. Het omge
keerde is meestal waar in de heilsge
schiedenis. Zijn spreekbuis voor het
Joodse volk was iemand, die stotterde,
Mozes. De H. Theresia ls de grootste
missionaris geweest, ofschoon zij leefde
in de afgeslotenheid van haar cel in de
Karmel. Maria kiest de armste kinderen
uit voor haar boodschap. Niemand kan
God begrijpen, en dus is het even voor
barig om te zeggen dat God dit middel
wil gebruiken, als te zeggen dat God
het niet wil' gebruiken.
En dan gaan zij verder en zeggen met
een aanhaling vain Chesterton: dat de
verhouding tot wat de mensen hebben
te zeggen als regel omgekeerd evenre
dig is, met het vermogen om het te zeg
gen. juist omdat wij inwendig zo wei
nig de heiligheid in ons dragen, zo zeg
gen zij, moeten wij het van de daken
schreeuwen. Wat heiligen te zeggen heb
ben, kan honderden jaren lang verloren
begraven liggen in een koffer en later
gevonden en gedrukt warden door een
obscuur uitgevertje om dan met mil
lioenen exemplaren verkocht te worden.
„Verkondig het van de daken"
Deze argumenten zijn zeer zwak. Zegt
Christus zelf niiet in Matth. 10, 17: „ver
kondigt het van de daken". Deze redevoe
ringen zouden leiden tot een consequent
verwaarlozen van alle moderne aposto-
laatsmiddelen.
De Paus zelf antwoordt dan ook op deze
mensen met de woorden, die hij sprak bij
de eerste televisie van Zijne Heiligheid:
„Wij verwachten hiervan de verstrek
kendste gevolgen, door de steeds dui
delijkere schittering van de openba
ring".
De religieuze televisie uitzending heeft
zich snel ontwikkeld. Op 24 December
1948 werd voor het eerst de H. Mis van
Kerstnacht uitgezonden uit de Notre Dame
in Parijs, en een paar uur later werd ook
in New York de Nachtmis uitgezonden.
Kardinaal Suhard en Kardinaal SpeUman
namen beiden hier hét initiatief. In deze
pontificale nachtmis sprak Kardinaal
Suhard over bet Evangelie, dat nu niet
alleen gepredikt wordt van de daken,
maar dwars door de muren.
„Eens zullen wij gevraagd worden: wat
hebt u met deze nieuwe uitvinding ge
daan? En wee ons, wanneer wij moeten
zeggen dat wij deze hebben gelaten in de
handen van de tweedracht-zaaiers en de
defaitisten. Wat een vreugde daarentegen,
wanneer wij zulk een middel tot uitbrei
ding van de Kerk en het Koninkrijk Gods
goed hebben gebruikt", aldus de Kardinaal
in deze toespraak, die hij besloot met de
woorden:
„Daarom danken wij God voor deze
nieuwe weg tot redding van onze broe
ders en tot verspreiding van die blijde
boodschap van Uw Zoon".
Hageveld, Heemstede.
Drs TH. ZWARTKRUIS, Pr.
(Van onze correspondent).
Op Woensdag 4 Juli zal Prinses Beatrix
te Baarn de marechausseekazerne, waarin
de Paleisbrigade is ondergebracht, officieel
openen. Op deze datum zal de kazerne,
die in de bossen van het Koninklijk
domein ligt, officieel aan de Paleis
brigade, welke onder meer belast is mei
de bewaking van het paleis, worden over
gedragen.
9
Een beeld dat in Amerika al heel gewoon is, en nu ook bij ons ingeburgerd
zal worden. Boven de tribune van het voetbalterrein zitten de televisie
reporters die door middel van hun apparaten de spanning van het sportveld
in de huiskamers brengen.
Gisteren heeft een vrij ernstige brand
gewoed in de villa van de luchtvaartatta
ché van de Amerikaanse ambassade, colo
nel Lewis J. Wright te Wassenaar. De
brand werd ontdekt door de vrouw van
de butler. Toen brandweer en politie bij
de brandende villa aankwamen, bleek de
gehele benedenverdieping reeds in lichter
laaie te staan. Terwijl het blussingswerk
ter hand werd genomen, ontruimde men
de vertrekken, die nog niet door het vuur
waren aangetast. Een gedeelte van de
kostbare inboedel kon bij omwonenden
in veiligheid worden gebracht.. Niettemin
beloopt de schade een bedrag van vele
duizènden guldens. Bijtijds wist men
enkele kisten jachtpatronen uit het huis
te verwijderen. De butler, die overhaast
uit zijn bed sprong, brak zijn arm en
moest naar het ziekenhuis worden over
gebracht- Na ruim een uur kon met het
nablussingswerk worden begonnen, dat
een paar uur in beslag nam. De bene
denverdieping brandde uit. Verzekering
dekt de schade.
Van één onzer verslaggevers)
MAASTRICHT, Vrijdag.
Er lag, sedert eeuwen, naar het leek aan de Maastrichtse Bosstraat
een stok-oud, doch gerenommeerd hotel. Een gedistingeerde facade zonder
het tegenwoordig zo onvermijdelijke, vlammende neon van een lokkende
lichtreclame. Een wijde hall waarin men, temidden van een overdaad aan
helder marmer en glimmend koper, over een rode loper schreed naar de
glazen deuren, waarachter, in het zacht rose licht van een enkele wand-
lamp, het hotel en zijn gasten sluimerden in een haast gewijde stilte. Een
lange, smalle eetzaal: zo sfeervol (en zo onpractisch)dat men de neiging
had, er een diner alleen bij kaarslicht op te dienen. Enfin: een van die
hotels waarin men, doelbewust, zo omtrent de voorlaatste wereldoorlog de
klok heeft stil gezet, met het tragische gevolg dat het de laatste jaren in
de eetzaal veel nadrukkelijker naar vervlogen tijden dan naar Tong a la
meunière rook.
Zo was dat met het gerenommeerde Hotel
du Lévrier et de l'Aigle Noir aan de
Maastrichtse Bosstraat toen verleden jaar,
onder de bezielende leiding van directeur
kapelaan Spronck en de onvermoeibare
Maastrichtse promotor, de heer Beau
mont, de eerste Nederlandse Katholieke
Middelbare hotel-vakschool er beslag op
legde en de oude muren geen twee weken
later hoorbaar kreunden onder de frisse
wind welke dertig nijvere leerlingen
voorbestemd om straks een leidende
functie te bekleden in het hotellbedrijf
dwars door de gerenommeerdheid heen
hadden laten waaien.
Het leek wel wat °P een revolutie. Er
kwam k raison van dertig mille plus
een verbouwing een les-keuken die
aan de allerhoogste eisen voldoet (haar
capaciteit bedraagt, desgewenst, vijftien
honderd diners in één ruk!); er kwam
bovenal een sfeer die nog slechts weinig
met vervlogen eeuwen te maken had. In
het hotelvak staat men liefst met beide
voeten op de grond. En in een middel
bare hotel-vakschool doet men niet
anders.
Want wilt gij, ter illustratie, 'n paar
grepen uit het lesrooster? Godsdienst,
zegt het lesrooster, en beroepsmoraal,
en sociologie, kunstgeschiedenis, vijf ta
len (Nederlands, Frans, Duits, Engels en
Spaans), boekhouden, rechts- en wets-
kennis, handelsrekenen, voedingsleer, me
nu-leer, kostprijsberekening, bedrijfspsy
chologie, binnenhuis architectuur, boetse
ren, siertekenen, receptie enzomaarvoort
enzomaarverder.
De Maastrichtse Middelbare Hotelvak
school, die nu precies een jaar geleden
met dertig cursisten begon, was in zekere
zin een experiment. Men worstelde, uiter-
(Van onze Amsterdamse redacteur)
Terwijl zijn vrouw en zijn twee bak-
vlssendochters Diana en Sharon resp. 17
en 19 jaar oud, in Amsterdam aan het
winkelen waren, heeft Walt Disney (49
jaar), die met zijn gezin Vrijdagmldda
op Schiphol was aangekomen In het Am-
stel Hotel zijn vacantietrip even onder
broken om iets te vertellen over zijn
werk. Voor enkele dagen verblijft hij in
ons land, om dan vla Denemarken en
natuurlijk Parijs terug te keren naar
Engeland. Vrouw en kindei en blijven
voorlopig in ,.la ville lumière" achter.
In zijn grijze sportcostume met rood
hemd en blauwe das een kleurencom
binatie die geen enkele Nederlander zou
durven dragen overigens en gesierd
met een oranje strikje ter gelegenheid
van de verjaardag van Prins Bernhard,
F ET geven van geloofsonderricht is geen gemak
kelijk kunstje, dat iedereen verstaat of dat ieder
een gemakkelijk kan aanleren. Dat katholieken
klagen over de wijze, waarop zij in de godsdienst
werden onderwezen, is een vrij algemeen verschijnsel.
Ook vandaag nog heerst er geen algemene geestdrift
bij jonge mensen over hetgeen zij zich van hun cate-
chesatie-jaren herinneren. Men mag hieruit natuurlijk
geen generaliserende conclusies trekken, als zou er de
laatste tientallen jaren geen enkele godsdienstleraar
geweest zijn, die deze naam eigenlijk verdiende, of als
zou de methode, welke de laatste tijd. in zwang was,
tot geen enkel resultaat hebben geleid.
Van de andere kant kan men zich niet aan de indruk
onttrekken, dat nog heel veel tot dusver onbevredi
gend is gebleven in alles wat met geloofsonderricht te
maken heeft. Er zijn positieve vorderingen gemaakt en
winstpunten peboekt. zowel in het schoolonderricht als
In de voorlichting van andersdenkenden; maar het
vermoeden is misschien gewettigd, dat we nog slechts
op voeg zijn en dat nog radicale wijzigingen, voorna
melijk in de methodiek, zullen volgen.
De nieuwe Katechismus b.v. wordt niet gezien als
het gelukkige einde van veel tasten en zoeken, doch
als een eerste stap in de goede richting. De auteurs
van „De Triptiek van het Godsrijk" zijn zeker blij met
het gunstig onthaal, dat hun boek heeft gevonden,
maar de „nieuwheid" van hun methode en stijl zien
zij wis en zeker niet als het laatste wat bereikt kan en
moet worden.
De bezwaren, welke ondanks de gunstige ontwikke
ling nog vaak vernomen worden, zijn tweeërlei. „Het
is allemaal te intellectualistisch", zegt men, en: „het
geheel is niet christo-centrisch genoeg". Laat ik om
misverstand zoveel mogelijk uit te sluiten voorop
stellen, dat ik het in de grond van de zaak met beide
bezwaren roerend eens ben. Ik meen, dat ons geloofs
onderricht er alleen maar bij kan winnen, indien het
door degenen, die er mee te maken hebben, alsook
door theologen, psychologen en paedagogen voortdu
rend uitermate critisch bekeken wordt. De zaak, waar
het om gaat, is alle aandacht en alle moeite waard.
Het geloofsonderricht maakt immers deel uit van de
prediking van het Godsrijk en geschiedt dus in god
delijke opdracht. Wanneer men dit in gedachten houdt,
zal men des te scherper kunnen aanvoelen, wat het
meest wezenlijke en het doorslaggevende is ln beide
bovengenoemde bezwaren. Men zou ze onder één
noemer kunnen samenbrengen, om dan te formuleren:
ons godsdienstonderricht is over het algemeen nog
lang niet genoeg prediking van Christus' Godsrijk.
Wat het eerste bezwaar betreft: de onderrichting is
te intellectualistisch. De godsdienstige waarheden, door
het christendom verkondigd en beleden, zijn inderdaad
waarheden en kunnen dus in zekere zin door het
menselijk intellect benaderd, overwogen, uitgediept, in
hun betekenis ontleed, gerangschikt én geordend wor
den. Dezelfde godsdienstige waarheden zijn echter ook
en vooral goddelijke openbaring; dat wil zeggen: ze
zijn tot ons gekomen met op zichzelf en zonder meer,
maar langs een zeer concrete, door God gekozen weg,
zodat we ze slechts bij het eindpunt van die weg
kunnen ontmoeten en ontvangen. Eigenlijk komt het
in het kort hierop neer: de weg, waarlangs de gods
dienstige waarheden, die bijgebracht en onderwezen
moeten worden, ons bereiken, is Christus. Maar dat
betekent dan meteen, dat men deze waarheden slechts
kan leren kennen en naar waarde beoordelen in een
ontmoeting van persoon tot persoon met deze Christus.
En een ontmoeting van persoon tot persoon ligt dieper
en is breder dan het intellectuele vlak.
De vraag is m.i, gewettigd, of practisch in ons ge
loofsonderricht niet vaak de volgende methode wordt
toegepast: wat Christus gepredikt heeft, wordt als
object Christus uit handen genomen en min of meer
wetenschappelijk onderzocht en verklaard, om het zo
duidelijk en overzichtelijk mogelijk bij de leerlingen
te brengen. De bedoeling is natuurlijk uitstekend, maar
waar blijft Christus zelf bij deze méthode. Wat moet ik
met de Heilige Drieëenheid, de persoon en de werking
van de H. Geest, de schepping en de zondeval doen,
indien mij deze werkelijkheden worden voorgezet als
onderdelen uit een systeem van waarheden en indien
ik er niet op word geattendeerd door een levend en
concreet mens, die Jesus Christus heet en die ik heb
leren kennen en vertrouwen? Uit zuiver intellectueel
oogpunt kan men er misschien geen enkel bezwaar
tegen aanvoeren, dat deze kennismaking en deze groei
van vertrouwen nog even worden uitgesteld, omdat
Drieëenheid, Schepping en zondeval logisch en chro
nologisch nu eenmaal voorafgaan aan de menswording
van Gods Zoon. Maar het christendom, dat onderwezen
•n gepredikt moet worden, overschrijdt krachtens zijn
wezen nu eenmaal de grenzen van het intellectuele.
Het is van begin tot einde een ontmoeting met God in
de mens Jesus. En anders niets. Het is incarnatie _en
voortgezette incarnatie. Het is heilsgeschiedenis, méér
dan volgens de wetten der (menselijke) logica opge
bouwde levensbeschouwing. Het kan nooit vruchtbaar
geabstraheerd worden tot voorwerp van het intellect,
want het wordt door God als voorwerp en levend
eigendom aangeboden aan volledige menselijke per
soonlijkheden,
Men bemerkt intussen, dat het bezwaar van super-
intellectualisme het bezwaar van te weinig christo-
centrisch te zijn met zich brengt.
Het is opvallend, hoe ook de gereformeerde Thijs
Booy hierop wijst in zijn „Kerk en Jeugd". Doch afge
zien van Thijs Booy, kan men zich afvragen, hoe
Christus en Zijn Apostelen het christendom onder
wezen. Voor de Apostelen gold het „wee mij, zo ik iets
anders verkondig dan Jesus Christus, en Die gekrui
sigd!" En het eerste waar Christus zélf naar streeft bij
Zijn onderricht, is: het geloof der leerlingen en toe
hoorders in Hém. Hij predikt Zichzelf. Zijn woorden
krijgen eerst betekenis voor degene, die in Hem ge
lóóft. Wanneer men in Hem gelooft, kan men ook gaan
geloven in hetgeen Hij zegt en doet. Wat aan Hem
voorafgaat is voorbereiding. Wat op Hem volgt is vol
tooiing. Hij Is niet enkel het begin: Hij is ook het
middelpunt. Zonder Hem betekent het christendom
ïliets en heeft het geen zin erover te praten of het te
onderwijzen. Hij is niet enkel begin en middelpunt:
Hij is ook het einde en de laatste vervulling. Want de
laatste dag wordt door Paulus „De dag van Jesus
Christus" genoemd, d.w.z. de dag waarop Z ij n Ko
ninkrijk. na de laatste dynamiek der Verlossing, vol
ledig gekomen zal zijn.
Nü de vraag, ter inleiding waarvan ik het boven
staande geschreven heb: hoe kan men ooit dit chris
tendom, waarin de Godmens Jesus Christus déze plaats
Inneemt, bevredigend prediken en onderrichten, tenzij
men begint vóór alles aandacht te vragen voor deze
Godmens?
Deze vraag klemt, dunkt me, te meer daar zij, die
onderwezen moeten worden, kinderen of eenvoudigen
zijn, even ongevoelig voor intellectualistische vaardig
heden als bevattelijk voor concrete feiten en voor
contact met een groot, geheimzinnig, eerlijk en vol
strekt betrouwbaar Mens.
We zullen hier, naar ik meen en hoop, nog eens op
terug moeten komen.
si, 8. JELSMA M.S.C.
-ra-iir
heeft Disney in een ongedwongen onder
houd een tipje van de sluier van zijn
toekomstige plannen opgelicht.
Terwijl zijn eerste speelfilm „Treasure
Island" in Engeland klaar is gekomen en
de tweede („Robin Hood") haar vol
tooiing nadert „Ik film goedkoper in
Engeland dan in de V.S." hoeft Disney
al weer nieuwe plannen. Zijn volgende
tekenfilm zal zijn „Peter Pan", een ver
haal waarover hij en zijn medewerkers
enthousiast zijn. „Dit is een verhaal dat
je meesleept, terwijl je voor andere moet
vechten om er een „zien-baar" product
van te maken", vertelde hij. Overigens
is zijn laatste en grootste getekende
hoofdfilm „Alice in Wonderland" ook al
klaardeze zal in December a.s. in ons
land worden vertoond.
Documentaires zoals „Bevervallei",
„Robbeneiland" en „Insecteneiland"
een film die wij hier in ons land om
streeks Kerstmis te zien zullen krijgen
zal hij ook blijven maken, alleen al om
dat hij er plezier in heeft en dat is, zo
lijkt het ons, een acceptabel argument.
Disney is hier op vacantie, dus zijn
de momenten waarop hij zich even in
een zakelijk gesprek dompelt, schaars.
Maar men kan deze man niet beter
leren kennen dan uit zijn werk. Disney
is geen man van veel woorden, integen.
deel. Hij praat niet erg vlot ovir zijn
werk, maar wat hij toont, dat vindt hij
de hoofdzaak. Geen onverstandig stand
punt trouwens. „Ik ben blij, dat ik nu
nog even gelegenheid heb vacantie te
nemen in Europa", zo zuchtte Disney,
„want mijn oudste dochter heeft nu zo
ongeveer de leeftijd bereikt, waarop
ze op eigen benen begint te staan en
het kon wel eens de laatste maal zijn,
dat ze met pappie op reis wil",
aard, met materiële moeilijkheden: men
wist verder, dat slechts de practijk zou
kunnen uitwijzen met welke vorm van
paedagogie men de school, de leerlingen
en het hotelbedrijf_ het meest zou kunnen
dienen.
En nu, na een jaar, kan kapelaan
Spronck, de directeur die dag en nacht in
touw is voor zijn school en zijn jongens,
met de hand op het hart verklaren:
„Het experiment is geslaagd. Het blijkt
niet alleen uit het feit, dat wij uit bin
nen- en buitenland tal van blijken van
waardering hebben gekregen voor het
werk dat hier verrichten (er kwam
zelfs al uit Zuid-Afrika een voorste) tot
uitwisseling van leerlingen), het blijkt
vooral uit de practische resultaten van dit
eerste cursusjaar. Zeven-en-twintlg van
de twee-en-dertig leerlingen die verle
den jaar de school mee openden, hebben
het eerste cursusjaar overleefd. Zij heb
ben, zowel op het gebied der omvangrijke
theorie als dat der moeilijke practijk,
vorderingen geboekt die niet de eerste
de beste experts verstomd hebben doen
staan. Doch wat het meest belangrijke
is: zjj hebben in deze school gelegen
in het hart van een cultuurcentrum als
de stad Maastricht vooral aan per-
sooniykheid gewonnen. En het is op de
vorming van deze persoonlijkheid dat
het schoolbestuur welbewust het accent
heeft gelegd".
En inderdaad: men meet de resultaten
van een Middelbare Hotel Vakschool, ge
schoeid op katholieke leest, niet alléén
aan de kwaliteit van het feestdiner waar
op de leerlingen zich op deze afscheids
avond zelf hebben getracteerd. Men meet
haar niet alleen aan het feit, dat het
restawant (dat met enife hotelruimte
nog steeds voor gasten aangehouden
wordt) zich op een steeds drukker be
zoek van uiterst tevreden fijnproevers
mag verheugen. Men meet haar vooral
aan de sfeer welke de leerlingen toe
komstige leiders in een bedrijf, waarin
sfeer vermoedelijk wel belangrijker is
dan al het andere er hebben weten
te scheppen. Die sfeer is uitstekend. Zij
getuigt van geestdrift, liefde voor het
vak, fantasie, gevoel voor humor en
smaak. Wie gezien heeft hoe de leerlin
gen vandaag hun recreatiezaal-in-aan-
bouw, waaruit men de schilders en de
timmerlieden voor een dag verwijderd
had, met uiterst primitieve middelen en
op eigen initiatief omtoverden tot een
feestlokaal dat zelfs een ervaren binnen
huis-architect tot nadenken zou kunnen
stemmen; wie, zoals de architect onder
wiens leiding de noodzakelijke verbou
wingen in het oude hotel nu tot stand
komen,met de leerlingen hun eigen
ideeën omtrent de bouw van een „blok
hut" (op de eerste etage!) besprak hij
ontdekt onmiddellijk, dat in deze middel
bare hotelvakschool waarachtig geen ge
brek is aan persoonlijkheid, sfeer en
enthousiasme.
Enthousiasme?
Er zijn er onder de leerlingen die straks
een week van hun vacantie op eigen ver
zoek „offeren" teneinde de nieuwe recrea
tie-zaal en de „blokhut" van een sfeer
volle finishing touch te voorzien alvorens
de nieuwe leerlingen half September in
Maastricht zullen arriveren.
Zij hebben het, ondanks een uiterst
zware studie, best gehad, de leerlingen
van directeur Spronck. Zij hebban boven
dien wel pleizier gehad. Maastricht, dat
gewend is iedere stadgenoot die in den
vreemde iets presteert, in optocht van het
station te halen, zal bijvoorbeeld niet
gauw vergeten hoe een der leerlingen die
in Leeuwarden een nationaal biljartkam
pioenschap op zijn naam geschreven had,
in triomph van de trein gehaald en
vervolgens in optocht door de stad ge
reden werdNeen: gij behoeft U over
het lot van deze hotelvakschool, die ver
leden jaar nog een experiment heette,
geen zorgen te maken. Leerlingen, direc
teur, bestuur, leeraren en promotor gaan
straks ondanks alle materiele moeilijk
heden welke men nog te overwinnen
heeft het nieuwe cursusjaar vol ver
trouwen ep met optimisme tegemoet!
„Negentig procent van de katholieke
boeren ln ons land, dat zijn in totaal
75.000 gezinnen, zijn bij de K.N.B.T.B.
aangesloten. Alhoewel slechts 40 pet van
de boeren en tuinders in Nederland
katholiek zijn, heeft de voorbije tijd wel
geleerd,, dat dit geenszins een bezwaar
hoeft te zijn om een sterke katholieke
boerenorganisatie, waarop katholiek Ne
derland trots is, in het leven te roepen".
Dit betoogde dezer dagen tr J. Wellen
op het grote internationale landbouw-
congres dat op het ogenblik in Rome ge
houden wordt en waarvoor een enorme
belangstelling bestaat uit alle landen van
de wereld. Ons land Is er vertegenwoor
digd door acht experts, die door de Kath
Ned. Boeren- en Tuindersbond afgevaar
digd zijn.
In zijn lange diep doordachte rede zette
ir Wellen voor'het congres de organisatie
van de Ned. K.N.B.T.B. uiteen. „Door
een nauwe samenwerking met de rege
ring", zo zei ir Wellen o.a., „kregen de
Nederlandse boeren een goede pachtwet,
waarin de belangen van pachters en
eigenaars naar behoren zijn geregeld,
goede eociele voorzieningen voor de land
arbeiders, collectieve contracten, lonen en
arbeidsvoorwaarden die voor iedere pro
vincie jaarlijks worden geregeld en de
zekerheid, dat het goed geleide en sociaal-
economisch verantwoorde bedrijf een be
staan voor de boer oplevert (o.a. door
prijzengaranties enz.)".
Ir Wellen besloot aldus: „Meer dan
honderd door de staat gesubsidieerd»
katholieke land- en tuinbouwscholen dra
gen zorg voor de vorming van de jonga
boeren en tuinders, terwijl ruim hon
derd katholieke landbouwhuishoudseholen,
eveneens door de staat gesubsidieerd, de
huishoudelijke scholing van de boeren- en
tuindersdochters voor hun rekening ne
men. Grote sterke coöperatieve organisa
ties dragen zorg voor credietverstrekking,
verwerking van zuivelproducten, aan- en
verkoop van landbouwbenodigdheden enz.,
terwijl het coöperatiewezen in het alge
meen sterk wordt bevorderd".
Op verschillende congresdagen zal uit
naam van de gedelegeerde van ieder
land een van hen een nationaal onder
werp, op de land- en tuinbouw betrek
king hebbende, uiteenzetten, waarna
dan op internationale wijze daarover
van gedachten wordt gewisseld. De
congresleden zullen ook op een van de
dagen van het Congres, dat tot 2 Juli
duurt, door Z. H. de Paus ln audiëntie
worden ontvangen.