Opium voor de massa of Zegen voor de mensheid? Grote mogelijkheden Apostolaat voor een In Maastricht staat een katholieke hotelvakschool Studenten scheppen eigen sfeer Godsdienstonderricht voor christenen „Katli. Nederland is trots op zijn boerenorganisaties" Met vrouw en twee (bakvis)-dochters op vacantie Vernieuwing in de methodiek Gezonde ontspanning of verdoving? Prinses Beatrix opent kazerne Felle brand in villa van Am. ambassade Vij ftienhonderd diners in één ruk Frisse wind Walt Disney in ons land GOD EN ZIJN WERELD r "N jgATERDAG 30 JUNI l%j PAGINA 5 Nu de televisie ook in Nederland binnenkort het stadium van experimenteren verlaat en ook onze huiskamers zal binnentreden, dringen zich vanzelf vele vragen op betreffende de waarde van televisie als ontspanningselement en als culturele en gods dienstige factor in t leven van de hedendaagse mens Butler brak zijn arm Geslaagd experiment Op eigen benen Sfeer en persoonlijkheid Vertrouwen en optimisme MEER DAN 90 PCT IN EIGEN BOND DE TELEVISIE WINT VELD „De televisie is liet nieuwste verdovingsmiddel van onze eeuw". „De televisie is een machtig instrument ter verspreiding van de goede princiepen in de wereld". Deze twee stellingen, die bijna diametraal tegenover elkaar staan, komen beide uit Amerika, waar de „video"-programma's al dagelijks door meer dan acht millioen toestellen worden opgevangen; een getal dat binnen vier jaar volgens gezaghebbende televisie-autoriteiten gegroeid zal zijn tot twintig millioen. Meer dan honderd televisiestations zenden hun dagelijkse programma's uit, dikwijls van de vroege ochtend tot middernacht. Kort geleden zijn de plannen klaar gekomen voor de oprichting van 1807 nieuwe zenders op het vasteland van de Verenigde Staten en 51 in de andere gebieden, die tot de V. S. behoren. In Amerika is de televisie in deze millioenen gezinnen een facet van het huiselijk leven geworden, dat even gewoon is als de radio in het Nederlandse gezinsleven. karakter van de tel-evesie-staiUcms zal al tijd weer het peil omlaag getrokken wor den naar liet meest sensationele en ge durfde. Gelukkig zal in ons vaderland het televisie-apparaat in handen blijven van de omroepverenigingen, die zich toch uiteraard bij al haar uitzendingen voort durend op haar principiële basis zullen bezinnen. Dat de televisie in staat is cultureel zeer hoogstaande en aangrijpende uitzen dingen te brengen, zal iedereen duidelijk zijn, diie de programma's doorbladert in de B.B.C. Radio Times (Televisie-editie), en ik heb dan ook een televisie-bestrijder op één avond zien bekeren door een in drukwekkende weergave van Bernard Sbaw's „Saint Joan". Televisie en Passiviteit Er blijft dan nog altijd de opwerping dat de televisie de mens volkomen pas sief maakt. De grote meesterwerken van de literatuur zullen niet meer ge lezen worden; bij een examen is het voldoende de televisie-versie van een boek of toneelstuk gezien te hebben. Maar kan op dit laatste niet worden geantwoord, dat nu vele mensen een beeldende weergave van klassieke to neelstukken kunnen zien, waartoe zij anders om financiële of andere redenen onmogelijk in staat waren, en zal de televisie-versie niet nog sterker het ver langen oproepen om het toneelstuk te zien? De populariteit van Shakespeare's grote drama's heeft zeker niet geleden door de verfilming en het bezoek aan de schouwburg is zeker niet afgenomen. De moeilijkheid om op het ogenblik in Londen 'n plaats te bemachtigen voor de Ook ten Vaticane is de televisie doorgedrongen. De H. Vader terwijl hij voor 't eerst een televisie-ontvangst in het Vaticaan bijwoont. Wat is het oordeel van de Amerikanen ra enige jaren praktijk van de televisie? De telle televisie-bestrijders zijn o.a. ge groepeerd rondom een katholiek maan blad ..Integrity", waaraan de eerste zin van dit artikel ontleend is: Voor deze groep katholieke leken, die in vele van de eigentijdse vraagstukken een zeer fel, soms enigszins extreem standpunt innemen, is de televisie bijna een kwaad in zich, waar op maar één reactie mogelijk is: weer staan, bestrijden en niet schipperen. Voor hen is de televisie een van de nieuwste verdovingsmiddelen van onze zieke eeuw, dat als vader heeft de onverzadigbare technische geest van onze tijd en als moe der de passiviteit, die een gevolg is van de steeds sterkere degradering van de menselijke en scheppende elementen in de arbeid. Het moderne leven en het eentonige arbeidsmilieu maken hem moe, lusteloos en nerveus, en hij heeft een verdovings middel nodiig om te kunnen vergeten. De film had hier al gedeeltelijk in voor zien, maar de televisie heeft hem dit bedwelmende middel nu in huis ge bracht. Hij behoeft maar een knop om te draaien en hij kan zich wegdromen in een wereld van schijnmarmer, luxe en genot, wat het niveau is, waarop vol gens deze televisiebestrijders, zich de meeste Amerikaanse uitzendingen be wegen. 17 uur per week En zoals bij ieder verdovend middel treedt ook bij de televisie een sterke verslaafheid naar voren, waardoor de „video"-slaven de onhoffelijkste men sen ter wereld worden. Men neemt niet de minste notitie van gasten, die onver wachts op bezoek komen, of deze krij gen tevoren al te horen als conditie van de gastvrijheid, dat zij anderhalf uur naar de „thriller" zullen moeten kijken, die vanavond wordt uitgezonden. Gelukkig klinken ons uit Amerika ook andere geluiden tegen, die niet de hoop hebben opgegeven de televisie te maken tot een instrument dat ten goede gericht wordt. Toch moeten deze voorstanders ook toegeven dat het aantal uren, dat de gemiddelde bezitter van een ontvangtoe stel voor zijn televisiescherm doorbrengt 17 uur per week is, in de eerste 3 maan den na aankoop, en daarna niet onder de 13 uur per week zakt. Dezelfde statistieken tonen dan ook een onmiddellijke vermin dering van het lezen in het gezin, vooral ook bij de kinderen, die vroeger een groot gedeelte van de Zaterdag en Zondagmid dag met een boek doorbrachten, en nu niet van het toestel weg te slaan zijn. Wel U het gemiddelde bioscoopbezoek iets te ruggelopen n.l. van 4 a 5 maal per maand tot 3 maal per maand. Beperking van uitzendingen Ofschoon de extreme richting van de Integrity-groep, die de televisie op zich als een kwaad verwerpt, niet aanvaard baar is, zullen wij toch van het begin af hier in ons vaderland moeten strijden tegen de slavernij, die de televisie tracht op te dringen. Een voortdurende campag ne tot matiging in het volgen van de uit zendingen, maar ook een beperking van het aantal uren der uitzendingen, en die niet alleen om financiële motieven tullen noodzakelijk zijn. Hoge kwaliteit Maar de voornaamste bestrijding van de narcotische effecten, die de televisie kan hebben is een hoge norm voor de kwaliteit van de uitzendingen, ook van de loutere ontspanningsprogramma's, waarbij ook weer gewaakt dient te worden voor een overschatting van de grote massa; toals wel eens by de actie voor de betere film is gebeurd. Culturele taak Hiermede raken wij dus vanzelf ook de culturele en opvoedkundige taak van de televisie. De tegenstanders im Amerika willen ook hier niet in geloven. Door het commerciële opvoeringen van Shakespeare's „Anto- nius en Cleopatra" en Shaw's „Antonius en Cleopatra", die nu maanden achter een iedere avond lopen, naast vele an dere spelen van Shakespeare, is hier van wel een duidelijk bewijs. Bovendien zal de televisie zich een eigen medium moeten scheppen voor het overbrengen van ideeën, dat in het geheel niiet louter passief maakt, maar dart integendeel evenals de goede film activerend werkt. Boekdrukkunst en Televisie De excessen en gevaren van volledige passiviteit, die de televisie met zich mee brengt, zijn in zekere mate, zij het dan ook in een mindere graad, opgeroepen door de uitvinding van de boekdrukkunst, zo dat Kardinaal Newman in zijn „Idea of a University" schreef, precies 100 jaar ge leden: „Wat de stoommachine doet met de stof, moet de drukpers doen met de geest. Het moet mechanisch gaan. De mensen moeten passief ontwikkeld wor den, bijna zonder dat zij het zelf weten, alleen maar door vermeerdering en ver spreiding van boeken". Toch zal ook Newman de uitvinding van de boekdrukkunst niet betreurd hebben, om het verkeerde gebruik dat er van ge maakt wordt, en de passiviteit, die er het gevolg van kan zijn. De haren rijzen ons te berge waAneer wij lezen dat in Ame rika 2000 tijdschriften maandelijks uitko men met een oplaag van 200 millioen exemplaren per maand en dat in 5 cafe- gorteën van deze tijdschriften de oplagen als volgt verdeeld zijn: 3.223.000 ex. met detectiveverhalen; 9.263.000 tijdschriften met liefde en avontuur; 7.976.000 met „true confessions"; 10.755.000 gewijd aan de film en 25.215.000 ex. van beeldromans. Moeten wij daarom de drukpers afschaffen? Bovendien is zelfs de stelling te verde digen d'at, evenals de boekdrukkunst een deel van de taak van het persoonlijk on derricht heeft overgenomen, zo ook de te levisie een gedeelte van de opvoedkun dige functie van het boek zal overnemen. Ik denk hier vooral aan de televisie-uit zending voor scholen, en het televisie- kinderuuitje van de B.B.C.dat ook een zeer sterk didactische inslag heeft, kan bier reeds een voorbeeld van genoemd worden. De voorstanders van de televisie zijn geneigd hier ook weer te ver te gaan en willen de boekdrukkunst zelfs de schuld geven van heel de verburgerlijking en verdorring van onze huidige samenleving, zoals wanneer Père Richard schrijft: „De gevolgen van de beschaving, die door de boekdrukkunst is gebracht, zijn naar vo ren getreden in alle vormen van het gods dienstige en profane leven van de laatste vier eeuwen. De nieuwe kloostergemeenschappen hebben de architectuur van de kloosters prijsgegeven, en de veelkleurige harmo nieuze habijten geruild voor gewone hul zen en zwarte togen. Tegelijkertijd ver wisselde de burgerlijke maatschappij haar rijke costuums en schitterende kleuren voor het plechtige zwart en de hoge hoed". Dit is wel een beetje een kras verwijt aan de uitvinder van de boekdrukkunst. Televisie-scenario's dringende behoefte Wil de televisie haar culturele taak ver vullen en verhinderen dat het niveau af zakt tot een louter verdovende passieve ontspanning, zal het een dringende eis zijn, dat onze auteurs zich nu zonder uitstel toeleggen op het verwerven van de techniek van het televisie-scenario, we ke uiteraard weer geheel verschilt van het film-medium. Wanneer onze televisie-uitzendingen volop beginnen, moeten w(j klaar zijn, en niet improviseren, of teren op het buiten land. Dan alleen zullen wij de televisie kunnen maken tot een instrument, dat de mens het denken niet afleert, maar Inte gendeel stimuleert. Maar deze auteurs zullen er ook voor moeten waken niet te hoog te willen mikken, want anders wordt het doel voorbijgeschoten. Morele gevaren De Christophoren, de Amerikaanse Ka tholieke Actie-bewegimg, die voortdurend de katholieken in Amerika aanspoort, het televisie-apparaat toch niet aan beginsel lozen over te laten, maar zelf dit apparaat te bedienen, „get in on the ground floor" is hun leus waarschuwen ook in hun publicaties tegen de morele geva ren van de televisie. In de mededelingen van April 1950 ge ven zij het volgende optelsommetje dat gestuurd werd naar de „Federal Commu nications Commission" in Washington in een protest van een groep inwoners van Califoroië, die in het programma van één week over 6 televisie-stations vergast wa ren op: 91 moorden, 7 roofovervallen, 3 gevallen van kinderroof, 10 diefstallen, 2 gevallen van brandstichting, de moord op 15 tot 20 personen door een ontploffing, 2 zelfmoorden, 1 geval van chantage, plus moordaanslagen, talloze vechtpartijen, ge vallen van dronkenschap, omgekochte rechters, politie-chefs en jury's. Deze staalkaart is waarschuwend ge noeg om zelfs in ons land, waar gezien het peil van onze radio-uitzendingen, der gelijke excessen niet te verwachten zijn, toch waakzaam te zijn, en om de nood zakelijkheid van een censuur in welke vorm dan ook te bepleiten. Twee democratische en twee repu blikeinse senatoren hebben ook in de V.S. een wetsontwerp ingediend, waarin de op richting van een speciale adviesraad voor televisie en radio wordt bepleit," die scherp toezicht moet uitoefenen op de kwaliteit van de uitzendingen, en ook zendvergun ning kan weigeren of intrekken. Grote perspectieven voor godsdienstige uitzendingen Zeer getroffen ben ik zelf geweest door de indrukwekkende uitzending van de Kruiswegstaties op Goede Vrijdag door het televisie-station van de B.B.C. Hier realiseerde ik opeens de grote mogelijk heden, die hier liggen voor de boodschap van Christus aan heel de wereld. De anti-televisie groep verwerpt ook het argument dat de televisie door ons gebruikt moet worden voor het aposto laat. Gods wegen zijn niet onze wegen, zo redeneren zij. Omdat wij nu eenmaal dit nieuwe communicatie-middel heb ben uitgevonden, menen wij dat God ook onze wegen zal volgen. Het omge keerde is meestal waar in de heilsge schiedenis. Zijn spreekbuis voor het Joodse volk was iemand, die stotterde, Mozes. De H. Theresia ls de grootste missionaris geweest, ofschoon zij leefde in de afgeslotenheid van haar cel in de Karmel. Maria kiest de armste kinderen uit voor haar boodschap. Niemand kan God begrijpen, en dus is het even voor barig om te zeggen dat God dit middel wil gebruiken, als te zeggen dat God het niet wil' gebruiken. En dan gaan zij verder en zeggen met een aanhaling vain Chesterton: dat de verhouding tot wat de mensen hebben te zeggen als regel omgekeerd evenre dig is, met het vermogen om het te zeg gen. juist omdat wij inwendig zo wei nig de heiligheid in ons dragen, zo zeg gen zij, moeten wij het van de daken schreeuwen. Wat heiligen te zeggen heb ben, kan honderden jaren lang verloren begraven liggen in een koffer en later gevonden en gedrukt warden door een obscuur uitgevertje om dan met mil lioenen exemplaren verkocht te worden. „Verkondig het van de daken" Deze argumenten zijn zeer zwak. Zegt Christus zelf niiet in Matth. 10, 17: „ver kondigt het van de daken". Deze redevoe ringen zouden leiden tot een consequent verwaarlozen van alle moderne aposto- laatsmiddelen. De Paus zelf antwoordt dan ook op deze mensen met de woorden, die hij sprak bij de eerste televisie van Zijne Heiligheid: „Wij verwachten hiervan de verstrek kendste gevolgen, door de steeds dui delijkere schittering van de openba ring". De religieuze televisie uitzending heeft zich snel ontwikkeld. Op 24 December 1948 werd voor het eerst de H. Mis van Kerstnacht uitgezonden uit de Notre Dame in Parijs, en een paar uur later werd ook in New York de Nachtmis uitgezonden. Kardinaal Suhard en Kardinaal SpeUman namen beiden hier hét initiatief. In deze pontificale nachtmis sprak Kardinaal Suhard over bet Evangelie, dat nu niet alleen gepredikt wordt van de daken, maar dwars door de muren. „Eens zullen wij gevraagd worden: wat hebt u met deze nieuwe uitvinding ge daan? En wee ons, wanneer wij moeten zeggen dat wij deze hebben gelaten in de handen van de tweedracht-zaaiers en de defaitisten. Wat een vreugde daarentegen, wanneer wij zulk een middel tot uitbrei ding van de Kerk en het Koninkrijk Gods goed hebben gebruikt", aldus de Kardinaal in deze toespraak, die hij besloot met de woorden: „Daarom danken wij God voor deze nieuwe weg tot redding van onze broe ders en tot verspreiding van die blijde boodschap van Uw Zoon". Hageveld, Heemstede. Drs TH. ZWARTKRUIS, Pr. (Van onze correspondent). Op Woensdag 4 Juli zal Prinses Beatrix te Baarn de marechausseekazerne, waarin de Paleisbrigade is ondergebracht, officieel openen. Op deze datum zal de kazerne, die in de bossen van het Koninklijk domein ligt, officieel aan de Paleis brigade, welke onder meer belast is mei de bewaking van het paleis, worden over gedragen. 9 Een beeld dat in Amerika al heel gewoon is, en nu ook bij ons ingeburgerd zal worden. Boven de tribune van het voetbalterrein zitten de televisie reporters die door middel van hun apparaten de spanning van het sportveld in de huiskamers brengen. Gisteren heeft een vrij ernstige brand gewoed in de villa van de luchtvaartatta ché van de Amerikaanse ambassade, colo nel Lewis J. Wright te Wassenaar. De brand werd ontdekt door de vrouw van de butler. Toen brandweer en politie bij de brandende villa aankwamen, bleek de gehele benedenverdieping reeds in lichter laaie te staan. Terwijl het blussingswerk ter hand werd genomen, ontruimde men de vertrekken, die nog niet door het vuur waren aangetast. Een gedeelte van de kostbare inboedel kon bij omwonenden in veiligheid worden gebracht.. Niettemin beloopt de schade een bedrag van vele duizènden guldens. Bijtijds wist men enkele kisten jachtpatronen uit het huis te verwijderen. De butler, die overhaast uit zijn bed sprong, brak zijn arm en moest naar het ziekenhuis worden over gebracht- Na ruim een uur kon met het nablussingswerk worden begonnen, dat een paar uur in beslag nam. De bene denverdieping brandde uit. Verzekering dekt de schade. Van één onzer verslaggevers) MAASTRICHT, Vrijdag. Er lag, sedert eeuwen, naar het leek aan de Maastrichtse Bosstraat een stok-oud, doch gerenommeerd hotel. Een gedistingeerde facade zonder het tegenwoordig zo onvermijdelijke, vlammende neon van een lokkende lichtreclame. Een wijde hall waarin men, temidden van een overdaad aan helder marmer en glimmend koper, over een rode loper schreed naar de glazen deuren, waarachter, in het zacht rose licht van een enkele wand- lamp, het hotel en zijn gasten sluimerden in een haast gewijde stilte. Een lange, smalle eetzaal: zo sfeervol (en zo onpractisch)dat men de neiging had, er een diner alleen bij kaarslicht op te dienen. Enfin: een van die hotels waarin men, doelbewust, zo omtrent de voorlaatste wereldoorlog de klok heeft stil gezet, met het tragische gevolg dat het de laatste jaren in de eetzaal veel nadrukkelijker naar vervlogen tijden dan naar Tong a la meunière rook. Zo was dat met het gerenommeerde Hotel du Lévrier et de l'Aigle Noir aan de Maastrichtse Bosstraat toen verleden jaar, onder de bezielende leiding van directeur kapelaan Spronck en de onvermoeibare Maastrichtse promotor, de heer Beau mont, de eerste Nederlandse Katholieke Middelbare hotel-vakschool er beslag op legde en de oude muren geen twee weken later hoorbaar kreunden onder de frisse wind welke dertig nijvere leerlingen voorbestemd om straks een leidende functie te bekleden in het hotellbedrijf dwars door de gerenommeerdheid heen hadden laten waaien. Het leek wel wat °P een revolutie. Er kwam k raison van dertig mille plus een verbouwing een les-keuken die aan de allerhoogste eisen voldoet (haar capaciteit bedraagt, desgewenst, vijftien honderd diners in één ruk!); er kwam bovenal een sfeer die nog slechts weinig met vervlogen eeuwen te maken had. In het hotelvak staat men liefst met beide voeten op de grond. En in een middel bare hotel-vakschool doet men niet anders. Want wilt gij, ter illustratie, 'n paar grepen uit het lesrooster? Godsdienst, zegt het lesrooster, en beroepsmoraal, en sociologie, kunstgeschiedenis, vijf ta len (Nederlands, Frans, Duits, Engels en Spaans), boekhouden, rechts- en wets- kennis, handelsrekenen, voedingsleer, me nu-leer, kostprijsberekening, bedrijfspsy chologie, binnenhuis architectuur, boetse ren, siertekenen, receptie enzomaarvoort enzomaarverder. De Maastrichtse Middelbare Hotelvak school, die nu precies een jaar geleden met dertig cursisten begon, was in zekere zin een experiment. Men worstelde, uiter- (Van onze Amsterdamse redacteur) Terwijl zijn vrouw en zijn twee bak- vlssendochters Diana en Sharon resp. 17 en 19 jaar oud, in Amsterdam aan het winkelen waren, heeft Walt Disney (49 jaar), die met zijn gezin Vrijdagmldda op Schiphol was aangekomen In het Am- stel Hotel zijn vacantietrip even onder broken om iets te vertellen over zijn werk. Voor enkele dagen verblijft hij in ons land, om dan vla Denemarken en natuurlijk Parijs terug te keren naar Engeland. Vrouw en kindei en blijven voorlopig in ,.la ville lumière" achter. In zijn grijze sportcostume met rood hemd en blauwe das een kleurencom binatie die geen enkele Nederlander zou durven dragen overigens en gesierd met een oranje strikje ter gelegenheid van de verjaardag van Prins Bernhard, F ET geven van geloofsonderricht is geen gemak kelijk kunstje, dat iedereen verstaat of dat ieder een gemakkelijk kan aanleren. Dat katholieken klagen over de wijze, waarop zij in de godsdienst werden onderwezen, is een vrij algemeen verschijnsel. Ook vandaag nog heerst er geen algemene geestdrift bij jonge mensen over hetgeen zij zich van hun cate- chesatie-jaren herinneren. Men mag hieruit natuurlijk geen generaliserende conclusies trekken, als zou er de laatste tientallen jaren geen enkele godsdienstleraar geweest zijn, die deze naam eigenlijk verdiende, of als zou de methode, welke de laatste tijd. in zwang was, tot geen enkel resultaat hebben geleid. Van de andere kant kan men zich niet aan de indruk onttrekken, dat nog heel veel tot dusver onbevredi gend is gebleven in alles wat met geloofsonderricht te maken heeft. Er zijn positieve vorderingen gemaakt en winstpunten peboekt. zowel in het schoolonderricht als In de voorlichting van andersdenkenden; maar het vermoeden is misschien gewettigd, dat we nog slechts op voeg zijn en dat nog radicale wijzigingen, voorna melijk in de methodiek, zullen volgen. De nieuwe Katechismus b.v. wordt niet gezien als het gelukkige einde van veel tasten en zoeken, doch als een eerste stap in de goede richting. De auteurs van „De Triptiek van het Godsrijk" zijn zeker blij met het gunstig onthaal, dat hun boek heeft gevonden, maar de „nieuwheid" van hun methode en stijl zien zij wis en zeker niet als het laatste wat bereikt kan en moet worden. De bezwaren, welke ondanks de gunstige ontwikke ling nog vaak vernomen worden, zijn tweeërlei. „Het is allemaal te intellectualistisch", zegt men, en: „het geheel is niet christo-centrisch genoeg". Laat ik om misverstand zoveel mogelijk uit te sluiten voorop stellen, dat ik het in de grond van de zaak met beide bezwaren roerend eens ben. Ik meen, dat ons geloofs onderricht er alleen maar bij kan winnen, indien het door degenen, die er mee te maken hebben, alsook door theologen, psychologen en paedagogen voortdu rend uitermate critisch bekeken wordt. De zaak, waar het om gaat, is alle aandacht en alle moeite waard. Het geloofsonderricht maakt immers deel uit van de prediking van het Godsrijk en geschiedt dus in god delijke opdracht. Wanneer men dit in gedachten houdt, zal men des te scherper kunnen aanvoelen, wat het meest wezenlijke en het doorslaggevende is ln beide bovengenoemde bezwaren. Men zou ze onder één noemer kunnen samenbrengen, om dan te formuleren: ons godsdienstonderricht is over het algemeen nog lang niet genoeg prediking van Christus' Godsrijk. Wat het eerste bezwaar betreft: de onderrichting is te intellectualistisch. De godsdienstige waarheden, door het christendom verkondigd en beleden, zijn inderdaad waarheden en kunnen dus in zekere zin door het menselijk intellect benaderd, overwogen, uitgediept, in hun betekenis ontleed, gerangschikt én geordend wor den. Dezelfde godsdienstige waarheden zijn echter ook en vooral goddelijke openbaring; dat wil zeggen: ze zijn tot ons gekomen met op zichzelf en zonder meer, maar langs een zeer concrete, door God gekozen weg, zodat we ze slechts bij het eindpunt van die weg kunnen ontmoeten en ontvangen. Eigenlijk komt het in het kort hierop neer: de weg, waarlangs de gods dienstige waarheden, die bijgebracht en onderwezen moeten worden, ons bereiken, is Christus. Maar dat betekent dan meteen, dat men deze waarheden slechts kan leren kennen en naar waarde beoordelen in een ontmoeting van persoon tot persoon met deze Christus. En een ontmoeting van persoon tot persoon ligt dieper en is breder dan het intellectuele vlak. De vraag is m.i, gewettigd, of practisch in ons ge loofsonderricht niet vaak de volgende methode wordt toegepast: wat Christus gepredikt heeft, wordt als object Christus uit handen genomen en min of meer wetenschappelijk onderzocht en verklaard, om het zo duidelijk en overzichtelijk mogelijk bij de leerlingen te brengen. De bedoeling is natuurlijk uitstekend, maar waar blijft Christus zelf bij deze méthode. Wat moet ik met de Heilige Drieëenheid, de persoon en de werking van de H. Geest, de schepping en de zondeval doen, indien mij deze werkelijkheden worden voorgezet als onderdelen uit een systeem van waarheden en indien ik er niet op word geattendeerd door een levend en concreet mens, die Jesus Christus heet en die ik heb leren kennen en vertrouwen? Uit zuiver intellectueel oogpunt kan men er misschien geen enkel bezwaar tegen aanvoeren, dat deze kennismaking en deze groei van vertrouwen nog even worden uitgesteld, omdat Drieëenheid, Schepping en zondeval logisch en chro nologisch nu eenmaal voorafgaan aan de menswording van Gods Zoon. Maar het christendom, dat onderwezen •n gepredikt moet worden, overschrijdt krachtens zijn wezen nu eenmaal de grenzen van het intellectuele. Het is van begin tot einde een ontmoeting met God in de mens Jesus. En anders niets. Het is incarnatie _en voortgezette incarnatie. Het is heilsgeschiedenis, méér dan volgens de wetten der (menselijke) logica opge bouwde levensbeschouwing. Het kan nooit vruchtbaar geabstraheerd worden tot voorwerp van het intellect, want het wordt door God als voorwerp en levend eigendom aangeboden aan volledige menselijke per soonlijkheden, Men bemerkt intussen, dat het bezwaar van super- intellectualisme het bezwaar van te weinig christo- centrisch te zijn met zich brengt. Het is opvallend, hoe ook de gereformeerde Thijs Booy hierop wijst in zijn „Kerk en Jeugd". Doch afge zien van Thijs Booy, kan men zich afvragen, hoe Christus en Zijn Apostelen het christendom onder wezen. Voor de Apostelen gold het „wee mij, zo ik iets anders verkondig dan Jesus Christus, en Die gekrui sigd!" En het eerste waar Christus zélf naar streeft bij Zijn onderricht, is: het geloof der leerlingen en toe hoorders in Hém. Hij predikt Zichzelf. Zijn woorden krijgen eerst betekenis voor degene, die in Hem ge lóóft. Wanneer men in Hem gelooft, kan men ook gaan geloven in hetgeen Hij zegt en doet. Wat aan Hem voorafgaat is voorbereiding. Wat op Hem volgt is vol tooiing. Hij Is niet enkel het begin: Hij is ook het middelpunt. Zonder Hem betekent het christendom ïliets en heeft het geen zin erover te praten of het te onderwijzen. Hij is niet enkel begin en middelpunt: Hij is ook het einde en de laatste vervulling. Want de laatste dag wordt door Paulus „De dag van Jesus Christus" genoemd, d.w.z. de dag waarop Z ij n Ko ninkrijk. na de laatste dynamiek der Verlossing, vol ledig gekomen zal zijn. Nü de vraag, ter inleiding waarvan ik het boven staande geschreven heb: hoe kan men ooit dit chris tendom, waarin de Godmens Jesus Christus déze plaats Inneemt, bevredigend prediken en onderrichten, tenzij men begint vóór alles aandacht te vragen voor deze Godmens? Deze vraag klemt, dunkt me, te meer daar zij, die onderwezen moeten worden, kinderen of eenvoudigen zijn, even ongevoelig voor intellectualistische vaardig heden als bevattelijk voor concrete feiten en voor contact met een groot, geheimzinnig, eerlijk en vol strekt betrouwbaar Mens. We zullen hier, naar ik meen en hoop, nog eens op terug moeten komen. si, 8. JELSMA M.S.C. -ra-iir heeft Disney in een ongedwongen onder houd een tipje van de sluier van zijn toekomstige plannen opgelicht. Terwijl zijn eerste speelfilm „Treasure Island" in Engeland klaar is gekomen en de tweede („Robin Hood") haar vol tooiing nadert „Ik film goedkoper in Engeland dan in de V.S." hoeft Disney al weer nieuwe plannen. Zijn volgende tekenfilm zal zijn „Peter Pan", een ver haal waarover hij en zijn medewerkers enthousiast zijn. „Dit is een verhaal dat je meesleept, terwijl je voor andere moet vechten om er een „zien-baar" product van te maken", vertelde hij. Overigens is zijn laatste en grootste getekende hoofdfilm „Alice in Wonderland" ook al klaardeze zal in December a.s. in ons land worden vertoond. Documentaires zoals „Bevervallei", „Robbeneiland" en „Insecteneiland" een film die wij hier in ons land om streeks Kerstmis te zien zullen krijgen zal hij ook blijven maken, alleen al om dat hij er plezier in heeft en dat is, zo lijkt het ons, een acceptabel argument. Disney is hier op vacantie, dus zijn de momenten waarop hij zich even in een zakelijk gesprek dompelt, schaars. Maar men kan deze man niet beter leren kennen dan uit zijn werk. Disney is geen man van veel woorden, integen. deel. Hij praat niet erg vlot ovir zijn werk, maar wat hij toont, dat vindt hij de hoofdzaak. Geen onverstandig stand punt trouwens. „Ik ben blij, dat ik nu nog even gelegenheid heb vacantie te nemen in Europa", zo zuchtte Disney, „want mijn oudste dochter heeft nu zo ongeveer de leeftijd bereikt, waarop ze op eigen benen begint te staan en het kon wel eens de laatste maal zijn, dat ze met pappie op reis wil", aard, met materiële moeilijkheden: men wist verder, dat slechts de practijk zou kunnen uitwijzen met welke vorm van paedagogie men de school, de leerlingen en het hotelbedrijf_ het meest zou kunnen dienen. En nu, na een jaar, kan kapelaan Spronck, de directeur die dag en nacht in touw is voor zijn school en zijn jongens, met de hand op het hart verklaren: „Het experiment is geslaagd. Het blijkt niet alleen uit het feit, dat wij uit bin nen- en buitenland tal van blijken van waardering hebben gekregen voor het werk dat hier verrichten (er kwam zelfs al uit Zuid-Afrika een voorste) tot uitwisseling van leerlingen), het blijkt vooral uit de practische resultaten van dit eerste cursusjaar. Zeven-en-twintlg van de twee-en-dertig leerlingen die verle den jaar de school mee openden, hebben het eerste cursusjaar overleefd. Zij heb ben, zowel op het gebied der omvangrijke theorie als dat der moeilijke practijk, vorderingen geboekt die niet de eerste de beste experts verstomd hebben doen staan. Doch wat het meest belangrijke is: zjj hebben in deze school gelegen in het hart van een cultuurcentrum als de stad Maastricht vooral aan per- sooniykheid gewonnen. En het is op de vorming van deze persoonlijkheid dat het schoolbestuur welbewust het accent heeft gelegd". En inderdaad: men meet de resultaten van een Middelbare Hotel Vakschool, ge schoeid op katholieke leest, niet alléén aan de kwaliteit van het feestdiner waar op de leerlingen zich op deze afscheids avond zelf hebben getracteerd. Men meet haar niet alleen aan het feit, dat het restawant (dat met enife hotelruimte nog steeds voor gasten aangehouden wordt) zich op een steeds drukker be zoek van uiterst tevreden fijnproevers mag verheugen. Men meet haar vooral aan de sfeer welke de leerlingen toe komstige leiders in een bedrijf, waarin sfeer vermoedelijk wel belangrijker is dan al het andere er hebben weten te scheppen. Die sfeer is uitstekend. Zij getuigt van geestdrift, liefde voor het vak, fantasie, gevoel voor humor en smaak. Wie gezien heeft hoe de leerlin gen vandaag hun recreatiezaal-in-aan- bouw, waaruit men de schilders en de timmerlieden voor een dag verwijderd had, met uiterst primitieve middelen en op eigen initiatief omtoverden tot een feestlokaal dat zelfs een ervaren binnen huis-architect tot nadenken zou kunnen stemmen; wie, zoals de architect onder wiens leiding de noodzakelijke verbou wingen in het oude hotel nu tot stand komen,met de leerlingen hun eigen ideeën omtrent de bouw van een „blok hut" (op de eerste etage!) besprak hij ontdekt onmiddellijk, dat in deze middel bare hotelvakschool waarachtig geen ge brek is aan persoonlijkheid, sfeer en enthousiasme. Enthousiasme? Er zijn er onder de leerlingen die straks een week van hun vacantie op eigen ver zoek „offeren" teneinde de nieuwe recrea tie-zaal en de „blokhut" van een sfeer volle finishing touch te voorzien alvorens de nieuwe leerlingen half September in Maastricht zullen arriveren. Zij hebben het, ondanks een uiterst zware studie, best gehad, de leerlingen van directeur Spronck. Zij hebban boven dien wel pleizier gehad. Maastricht, dat gewend is iedere stadgenoot die in den vreemde iets presteert, in optocht van het station te halen, zal bijvoorbeeld niet gauw vergeten hoe een der leerlingen die in Leeuwarden een nationaal biljartkam pioenschap op zijn naam geschreven had, in triomph van de trein gehaald en vervolgens in optocht door de stad ge reden werdNeen: gij behoeft U over het lot van deze hotelvakschool, die ver leden jaar nog een experiment heette, geen zorgen te maken. Leerlingen, direc teur, bestuur, leeraren en promotor gaan straks ondanks alle materiele moeilijk heden welke men nog te overwinnen heeft het nieuwe cursusjaar vol ver trouwen ep met optimisme tegemoet! „Negentig procent van de katholieke boeren ln ons land, dat zijn in totaal 75.000 gezinnen, zijn bij de K.N.B.T.B. aangesloten. Alhoewel slechts 40 pet van de boeren en tuinders in Nederland katholiek zijn, heeft de voorbije tijd wel geleerd,, dat dit geenszins een bezwaar hoeft te zijn om een sterke katholieke boerenorganisatie, waarop katholiek Ne derland trots is, in het leven te roepen". Dit betoogde dezer dagen tr J. Wellen op het grote internationale landbouw- congres dat op het ogenblik in Rome ge houden wordt en waarvoor een enorme belangstelling bestaat uit alle landen van de wereld. Ons land Is er vertegenwoor digd door acht experts, die door de Kath Ned. Boeren- en Tuindersbond afgevaar digd zijn. In zijn lange diep doordachte rede zette ir Wellen voor'het congres de organisatie van de Ned. K.N.B.T.B. uiteen. „Door een nauwe samenwerking met de rege ring", zo zei ir Wellen o.a., „kregen de Nederlandse boeren een goede pachtwet, waarin de belangen van pachters en eigenaars naar behoren zijn geregeld, goede eociele voorzieningen voor de land arbeiders, collectieve contracten, lonen en arbeidsvoorwaarden die voor iedere pro vincie jaarlijks worden geregeld en de zekerheid, dat het goed geleide en sociaal- economisch verantwoorde bedrijf een be staan voor de boer oplevert (o.a. door prijzengaranties enz.)". Ir Wellen besloot aldus: „Meer dan honderd door de staat gesubsidieerd» katholieke land- en tuinbouwscholen dra gen zorg voor de vorming van de jonga boeren en tuinders, terwijl ruim hon derd katholieke landbouwhuishoudseholen, eveneens door de staat gesubsidieerd, de huishoudelijke scholing van de boeren- en tuindersdochters voor hun rekening ne men. Grote sterke coöperatieve organisa ties dragen zorg voor credietverstrekking, verwerking van zuivelproducten, aan- en verkoop van landbouwbenodigdheden enz., terwijl het coöperatiewezen in het alge meen sterk wordt bevorderd". Op verschillende congresdagen zal uit naam van de gedelegeerde van ieder land een van hen een nationaal onder werp, op de land- en tuinbouw betrek king hebbende, uiteenzetten, waarna dan op internationale wijze daarover van gedachten wordt gewisseld. De congresleden zullen ook op een van de dagen van het Congres, dat tot 2 Juli duurt, door Z. H. de Paus ln audiëntie worden ontvangen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1951 | | pagina 5