K. V.P. en Communisten verliezen een zetel I Welke realiseerbare middelen biedt Nieuw-Guinea? Het christendom en de honger Winst voor Chr. Hist, en V.V.D. Nieuwe leden der Eerste Kamer m Goede productie- en export mogelijkheden rOnchristelijke herusting\ UITSLAG DER EERSTE-KAMERVERKIEZINGEN Samenstelling De namen der gekozenen li MRS Verbetering van de Oude IJssel fflm GOD EN ZIJN WERELD WOENSDAG 1 AUGUSTUS 1951 PAGINA Klif Co taal Combinatie van stemmen Stemtechniek Stemivaarde De waarde der uitgebrachte stemmen bedraagt voor Gelderland 177, voor Overijssel 145, voor Groningen 103, voor Drenthe 81, voor Zuid-Holland 296. Mr dr R. H. baron de Vos van Steenwijk (V.V.D.) Dr ir W. Schermerhorn J. van Tilburg Prof. dr F. C. Gerretson Mr dr R. H. baron de Vos van Steenwijk VERLENGING PRIJS- BEHEERSING IN DE V. S. Prov. Staten weigeren subsidieverhoging KLEDINGROOF OP NEDERLANDS SCHIP Waar bleven de singlets J. van Tilburg (P. v. d. A.) GROEP II PARTIJEN Gelderland Overijssel Groningen Partij v. d. Arbeid Anti Rev. V. V. D. Christ. Hist. Communisten Staatk. Geref. K. V. P. 15 10 20 2415 1127 1127 1610 161 322 3220 12 14 1596 665 665 931 399 133 1862 17 9 1666 882 686 490 392 98 Drenthe Totaal 13 8 Totaal 62 9982 47 6251 43 4214 988 532 608 304 76 152 35 2660 6665 3206 3086 3335 1028 455 5332 Zetels 23107 13 13 Prof. dr F, C. Gerretson (C.H.U.) GROEP IV PARTIJEN Zuid-Holland Zetels Christ. Hist12 3168 2 \nti Rev13 3432 2 V. V. D6 1584 1 Partij van de Arbeid 27 7128 4 Communisten 5 1320 i Staatk. Geref3 792 K. V. P16 4224 1 2 1 4 1 Totaal 82 21648 12 12 NIEUW OPERETTE- GEZELSCHAP Onder Paul Harden en Julius Susan Gisteren had de verkiezing plaats van leden der Eerste Kamer door de Provinciale Staten van Gelderland, Overijssel, Groningen, Drenthe en Zuid-Holland. Het resultaat was dat de K.V.P. en de Communisten elk een zetel verloren, terwijl de Christ. Hist. Unie en de V. V. D. elk een zetel wonnen. Nieuwe senatoren zijn: prof dr F. C. Gerretson, Utrecht (C. H.), R. H. baron de Vos van Steenwijk, De Wijk (V.V.D.)W. Schermerhom, De Bilt CP. v. d. A.) en J. van Tilburg, Rotterdam (P. v. d. A.). In de Eerste Kamer komen niet terug H. J. Kuiper (K.V.P.) en J. Schalker (Comm.) mr J. Cramer en A. Kievit (P. v. d. A.). Kamer zijn de provincies ingedeeld in vier groepen n.l. Groep I, omvattende Noord- j Brabant, Zeeland, Utrecht en Limburg; Groep II, bestaande uit Gelderland, Over ijssel, Groningen en Drente; Groep III, ge vormd door de provincies Noord-Holland en Friesland, en Groep IV, enkel bestaan de uit de provincie Zuid-Holland. De Groepen I en II kregen elk 13 Senatoren, de Groepen III en IV elk 12. De verkiezing had heden plaats in de Groepen II en IV; de leden, gekozen door de andere twee groepen, waren niet aan de beurt van aftreden. De Prov, Staten kwamen provincies- ge wij ze bijeen voor het uitbrengen van hun stem. Elke stem heeft een voor elke provincie verschillende stemwaarde. Het aantal op een lijst uitgebrachte stemmen wordt in elke provincie vermenigvuldigd met het voor die provincie geldende stemcijfer. De producten van de tot een zelfde groep behorende provincie worden samengesteld en het totaal vormt voor de berekening van de uitslag het getal, dat gelijk staat met het totaal aantal uitge- De samenstelling der Eerste Kamer is: Partijen K. V. P. P. v. d. A. Anti Rev. Christ. Hist. V.V.D. Comm. 16 14 7 6 4 3 oud 17 14 7 5 3 4 50 50 Indien alle Statenleden hun stem had den uitgebracht op hun eigen lijst, zou er geen wijziging gekomen zijn in de sterkte verhouding der partijen in de Eers.e Kamer. Door een combinatie van stem men van enige fracties werd eenter be reikt. dat de Communist in het Noorden werd uitgestoten. Intussen ging ook voor de K.V.P. de rest-zetel in Zuid-Holland verloren. In Overijssel (47 Statenleden) zijn alle 4T stemmen uitgebracht. Een C.H.U.-lid heeft klaarblijkelijk V.V.D. gestemd,, ver moedelijk om de verdeling van de rest zetels te beïnvloeden. In Groningen (45 Statenleden) zijn 44 stemmen uitgebracht, waarvan 1 blanco. De heer H. Rottinghuis (K.V.P.), lid van Ged. Staten, was ten gevolge van ziekte niet aanwezig. Een C.H.U.-lid heeft klaar blijkelijk V.V.D. gestemd, vermoedelijk om dezelfde redenen als in Overijssel. De blanco-stem is waarschijnlijk uitgebracht door de heer W. Beeftink (Geref. Politiek Verbond). In Gelderland (62 Statenleden) en Drenthe (35 Statenleden) werden alle stemmen uitgebracht. In Zuid-Holland (82 leden) zijn alle stommen uitgebracht. Klaarblijkelijk hebben de heer Weiter en 2 V.V.D.-leden op de C.H.U. gestemd. De C.H.U. heeft 10 lijststemmen; 1. voorkeursstem werd uitgebracht op de heer prof. dr F. C. Gerretson en 1 voorkeurstem op de heer mr F. A. Nelemans. Voor de verkiezing van leden der Eerste Prof. dr ir W. Schermerhorn (P. v. d. A.) brachte geldige stemmen bij een Tweede- Kamerverkiezing. Het totaal wordt ge deeld door het aantal te verdelen zetels in de betrokken groep en dat quotient is de kiesdeler. De totale stemwaarde der uitgebrachte stemmen in Groep II bedraagt 23107; het aantal te verdelen zetels is 13, de kies deler is 1777. De totale stemwaarde der uitgebrachte stemmen in Groep IV bedraagt 21648; het aantal te verdelen zetels is 12, de kiesdeler is 1804. Gekozen zijn in Groep II: Kath. Volkspartij: L. J. C. Beaufort, Nijmegen (aftr.); H. J. M. Verhey, Dl Jam (aftr.) en H. C. Nijkamp, Enschedé. Partij van de Arbeid: J. A. Jonkman, 's-Gravenhage (aftr.); H. Oosterhuls, Am sterdam (aftri); W. Schermerhorn De Bilt; S. de Jong, Enschedé (aftr.). Anti-Rev.: W. Rip, Voorburg (aftr.); J. Tjalma, Hoogeveen (aftr.). Christ.-Hist.: G. Kolff, Geldermalsen (aftr.); G. Vixseboxse, Holten (aftr.). V.V.D.: H. D. Louwes, Ulrum (aftr.) en R. H. baron de Vos van Steenwijk, De Wijk. Gekozen zijn in Zuid-Holland: Kath. Volkspartij: P. J. Witteman, Overveen (aftr.), H. A. M. T. Kolfschoten, Eindhoven (aftr.). Partij van de Arbeid: J. van der Kieft, Bussum (aftr.), J. L. Hoogland, Het Bildt (aftr.), H. J. de Dreu (aftr.), J. van Til burg, Rotterdam. Ant-Rev.: A. Anema, Haarlem (aftr.), J. Schipper, Utrecht (aftr.). Chr.-IIist.: J. de Zwaan, Leiden (aftr.) en H. C. Gerretson, Utrecht. V. V. D.: A. N. Molenaar, Wassenaar (aftr.). Communisten: A. D. Schoonenberg, Amsterdam (aftr.). Dr ir W. Schermerhorn (P. v. d. A-), die van de Tweede Kamer naar de Eerste overgaat, werd 17 December 1894 gebo ren. Hij studeerde aan de Technische Hogeschool te Delft en verwierf in 1918 het diploma van civiel ingenieur. Hij was van 1926-1945 hoogleraar aan de T. H.. van 1931-1945 adviseur van de Rijks waterstaat betreffende landmeetkundige zaken, van 1930-1945 adviseur van de K.L.M. en van 1935-1945 van de K.N.I.L.M. Hij was voorts van 1945-1946 minister president en van 1946-1947 voorzitter van de Commissie-Generaal voor Ned-Indië. Hij was van 4 Juni 1946-9 September 1946 en van 27 Juli 1948 tot ep heden lid van de Tweede Kamer. Jan van Tilburg is 16 Juni 1900 te Rot terdam geboren en bezocht daar de H.B.S. In 1921 wérd hij surnumerair bij de direc te belastingen en in 1926 inspecteur toe gevoegd te Hoorn. Twee jaar later werd hij hoofd van de inspectie te Lobith en na korte tijd in Oldenzaal werkzaam te zijn geweest, keerde hij in 1935 naar Rot terdam terug, waar hij leider werd van de verificateursopleiding. In 1945 volgde zijn benoeming tot hoofdinspecteur. Van de oprichting af was hij docent aan de Rijksbelastingacademie. In de bezettingstijd speelde de heer Van Tilburg een belangrijke rol in de illegali teit. Hij was financieel adviseur van het N.S.F. (Nationaal Steunfonds) en voor zitter van het L.W.C. (Locaal Werkcomité Illegaliteit). Het N-S.F. financierde aan vankelijk de Binnenlandse Strijdkrachten en kreeg in het najaar 1944 (na de spoor wegstaking) uit Londen de opdracht het illegale werk in al zijn vertakkingen gel delijk te steunen. Sinds 1945 iis de heer Van Tilburg lid van de gemeenteraad te Rotterdam en wet houder van financiën; sinds 1946 lid van de Provinciale Staten (P. v. d. Arb.). De wethouder van financiën heeft tevens de zorg uoor de haven aangelegenheden en wethouder Van Tilburg was dan ook als voorzitter van de Raad van Beheer de ziel van de tentoonstelling Rotterdam- Ahoy', welke zo'n groot succes is gewor den. Prof. dr Frederik Carel Gerretson werd 9 Februari 1884 in Rotterdam geboren. Hij promoveerde in Heidelberg tot doc;or philosophie op proefschrift: „Staat und Wirtschaft bei den niedrigen Jagern".- Hij was werkzaam als ambtenaar aan het departement van Koloniën, daarna als chef van de afdeling Algemene Zaken bij de Bataafse Petroleum Mij, vervolgens gis directie-secretaris der K.P.M. In Lon den. In 1925 volgde zijn benoeming tot bijzonder hoogleraar te Utrecht in de geschiedenis van Ned.-Indië en in 1938 ■HHumBBi tot buitengewoon hoogleraar in de ge schiedenis van het Koninkrijk. Hij was voorzitter der Nationale Unie. Mr dr R. H. baron de Vos van Steen wijk werd 3 November 1885 te Zwolle geboren. Hij studeerde te Leiden eerst rechten en daarna staatswetenschappen promoveerde in 1909 op Stellingen tot meester in de rechten en in 1912 tot doctor in de staatswetenschappen op het proefschrift „Stemplicht". In 1911 kwam hij als adjunct-commies bij de provinciale griffie te Haarlem. Daarna werd hij commies-griffier en later griffier der Tweede Kamer. Op 1 November 1931 werd hij benoemd tot Commissaris der Koningin :n de provincie Drenthe. Het wetsvoorstel tot verleng-» ig van de prUscontrölemaatregelen in de Ver. Staten tot 31 Juni 1952 heeft gisteren zijn beslag gekregen, nadat 't door het Huis van Afgevaardigden werd goedge keurd. De Senaat hechtte reeds Vrijdag j.I. haar goedkeuring aan het voorstel. De nieuwe wet beperkt de bevoegdheid van de regering t.a.v. het afkondigen van prijsverlagingen, terwijl in de huidige loonpolitiek geen veranderingen worden aangebracht. De wet geeft de president geen bevoegdheid fabrieken voor de de fensie op te richten of speculatie op de goederenmarkten tegen te gaan. De Prov. staten van Gelderland hebben izich gisteren tot in de late namiddag be- izig gehouden met de problemen van de Verbetering van de Oude IJssel en Aas- Itrang. Wie had verwacht, dat er een iheftig debat zou ontstaan omtrent het voorstel van Ged. Staten om het provin- iciaal subsidie te verhogen tot maximaal |2H millioen gulden, kwam bedrogen uit. (Aangenomen werd tenslotte het voorstel van de minderheid van Ged. Staten om f 200.000 beschikbaar te stelien voor de honorering van de gunningen, die reeds; zijn geschied. Omdat er geen gevaar is/ dat de werkzaamheden direct worden stopgezet, werd de gehele aangelegenheid naar de afdelingen voor onderzoek ver wezen. De heer Matser (KVP) zeide, dat G.S. er blijkbaar op hadden gespeculeerd, dat fde Prov. Staten een en ander wel zouden i accepteren. Hij wilde concreet vernemen, 'wat er verder op stapel staat en drong ivooral aan op onderhandelingen met het Irijk, dat immers vooral sehuldig is door 'de verwaarlozing van deze rivier. De heer Kleijwegt (PvdA) toonde zich eveneens zeer afkerig van de hier ge volgde gang van zaken. G.S. zullen be grijpen. wat een angst de Staten bevangt als op deze wijze wordt gefinancierd. Hoe stelt men zich voor, dat men kan finan cieren met zulke verrassingen? De heer IJsselmuiden, lid van G.S., verdedigde het standpunt van de minder heid van het college. Hij stelde zowel rijks- en provinciale waterstaat, als het waterschap verantwoordelijk. Wanneer een oorspronkelijke begroting van 2V4 ton uitgroeit tot 2% millioen en er vier maal verhoging wordt gevraagd, dan klopt er iets niet. Zijn betoog werd scherp be streden door zijn medegedeputeerde ba ron Van Verschuer, doch deze kon de leden toch niet winnen voor het voorstel der meerderheid van Ged. Staten. Door J. P. K. VAN EECHOUD Nieuw-Guinea is, als men de uitdrukking niet te letterlijk opvat, inder daad een verzameling van bossen en moerassen. Aan de ontwikkeling is nog weinig gedaan en het land ligt er grotendeels, zoals zo ongeveer het land der Batavieren er vóór 2000 jaren ook uitgezien moet hebben. De gang van zaken heeft er toe geleid, dat dit volmaakt achterlijke gebied een autonoom rijkgdeel is geworden en daardoor belast wefyl met een regeringsapparaat ver boven zijn stand.. Het spreekt vanzelf, dat dit apparaat vooralsnog naar verhouding zwaar moet drukken op de begroting. V' il men die begroting binnen redelijke proporties houden, dan dient er op de eerste plaats voor gewaakt te worden, dat deze top niet zwaarder wordt dan strikt nodig is en verenigbaar met de nog geringe behoeften van dit gebied. Anderzijds moet er naar gestreefd worden zo spoedig mogelijk de reeds aanwezige economische mogelijkheden tenvolle uit te buiten. Én tevens dient er voor gezorgd te worden, naast een, eigenlijk vanzelfspre kend efficiënt beheer, dat 't land niet meer importeert dan noodzakelijk is. voor een Verleden week Woensdagmiddag om ongeveer twee uur werd de „Tjitjaleng- ka" van de K. J. C. P. L., die aan ae kade van deze maatschappij in Tandjong Perak gemeerd lag, bestormd door onge veer 200 arbeiders. Zij drongen op het schip door en verdwenen in een van de ruimen, waaruit ongeveer 500 singlets werden gestolen. De politie, die direct aanwezig was, zette de omgeving van het schip af en omsingelde de 200 arbei ders, die daarna stuk voor stuk gevisi teerd werden. Het resultaat was echter maar zeer pover. Slechts op één arbei der werden 21 singlets gevonden. De rest was spoorloos. Welke zijp nu de aanwezige of op korte termijn realiseerbare middelen in Nieuw-Guinea? Allereerst dienen we in het oog te hou den, dat momenteel rond 250.000 zielen onder bestuur zijn gebracht, waarvan omstreeks 50.000 werkbare mannen. Als gevolg van het in het verleden gevoerde beleid, waarbij economische ontwikke ling niet, of althans niet systematisch werd betracht, is dit gehele arbeidsreser- voir in niet noemenswaardige mate in geschakeld in het Westerse productie proces. Er waren behaive de olie geen ondernemingen van betekenis en de schuchtere pogingen om bevolkings cultures in te voeren kunnen hier ge voeglijk worden verwaarloosd. Toch zal. vooraf wanneer de Papoea voor de voor ziening in eigen behoeften meer rationele landbouwmethoden zijn bijgebracht, een groot deel van dit arbeidsreosrvoir in het productieproces kunnen worden inge schakeld. De totale bevolking van Nieuw Guinea wordt echter geschat op 1.000.000 en het potentiële arbeidsreservoir is derhalve 200.000 werkbare mannen. Naargelang 't bestqur ook de overige bevolkingsgroe pen onder controle krijgt, zal ook dit re servoir geleidelijk productief kunnen worden. Weliswaar is een bevolking van 1 mil lioen op een oppervlakte als die van Nieuw Guinea niet veel circa 3 per km2 doch het accent wordt bij deze bedenking meestal verkeerd gelegd. Er zijn verscheidene Afrikaanse koloniën die er wat dat betreft slechter aan toe zijn dan Nieuw Guinea. Angola, Betchuanaland, Frans-Equatoriaal-Afrika, Fr. West-Afri- ka, Noord- en Zuid-Rhodesia en Zuid- west-Afrika hebben alle evenveel of min der bewoners per vierkante kilometer dan Nieuw-Guinea. In deze gebieden en b.v. ook in de Bel gische Congo en evenzeer in Nieuw- Guinea zijn grote oppervlakten leeg of bijna leeg en woont het merendeel der bevolking in grotere of kleinere concen traties bü elkaar. Deze concentratie kan door een juist bestuursbeleid worden be vorderd, waardoor de bestuursvoering aanmerkelijk vereenvoudigd en goed koper wordt en de problemen ,die de gorte afstanden meebrengen, heel wat gemakkelijker op te lossim zijn. Men moet dan ook Nieuw-Guinea niet zien als een van verkeersstand- punt bekeken onverteerbare lap grond, doch als een conglomeraat van min of meer op zich zelf staande streken, die elk naar de bij haar streekeigen pas sende vorm van welvaart streven. Wan neer men de streken, waar de bevolking en dus de productie is geconcentreerd, beschouwt als eilanden in de zee, dan wordt het transportprobleem heel wat gemakkelijker. „Feederlines" van klei ne boten, die de afscheephavens dezer „eilanden" verbinden met de stapelha ven, verzekeren dan een betrouwbare afscheep der exportproducten. Natuurproducten De export van Nieuw-Guinea had tot dusverre nog niet veel te betekenen en het vertoont daarbij wel een groot verschil met het Australische gedeelte. Het Mandaatgebied bracht het vóór de oorlog to,t 70 000 ton copra per jaar, ter wijl wij in ons beste jaar 4500 ton maak ten. Zelfs zonder uitbreiding der klapper arealen kan ook bij ons die export aan merkelijk opgevoerd worden, wanneer voor een behoorlijke kustvaart wordt gezorgd en het bestuur zijn gewicht in de schaal legt. De deskundigen te Me- rauke zijn er van overtuigd, dat de export dan 2000 ton, tot 6000 ton per jaar opgevoerd kan worden. Bij de thans bestaande aanplant kan op 10.000 ton voor geheel Nederlands Nieuw-Guinea zeker gerekend worden, op korte termijn te realiseren. Een, voor Nieuw-Guinea-maatstavëh aanzienlijk exportproduct is ook de copal- hgrs. Ofschoon door gebrek aan toezicht door onoordeelkundige tapmethoden ver scheidene bossen zijn doodgetapt, zijn er zovele grote arealen Agatkis, die nog nimmer in exploitatie waren, dat de vóóroorlogse hoeveelheden gemakkelijk overschreden kunnen worden; een export van vele duizenden tons per jaar is mo gelijk. Bovendien is in Nieuw-Guinea nog nimmer stelselmatig gezocht naar fossiele harsen, die daar toch evenzeer aanwezig moeten zijn als b.v. in Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland, waar elk jaar tiendui zenden tens van dit waardevolle mate riaal op deze manier worden gewonnen. De verzameling bossen en moerassen is zek«r niet waardeloos. De moerassen bevatten millioenen tons aan sagomeel, dat hetzij al» parelsago, hetzij als appre- teersago gewonnen kan worden, vooral in die streken waai de bevolking nog op laag peil staat en geen andere moge lijkheden voor een geldinkomen heeft. In dezelfde streken kunnen onafzienbare Stemmen Stemw. Stemmen Stemw. Stemmen Stemw. Stemmen Stemw. Stemwaarde Nieuw Oud Stemmen Stemw. Nieuw Oud ER zijn wellicht altijd mensen geweest, die honger leden. Het is echter de vraag, of de nood ooit tevoren zo massaal was, zo algemeen bekend en zo vol verbazingwekkende berusting door de toeziende menigte aanvaard. Wat wij van uitgestrekte en betrekkelijk dichtbevolkte Aziatische gebieden weten of kunnen weten, is op zichzelf genomen reeds voldoende om de velen*die het „nog goed" hebben, angstig te maken. Angstig om de ontstellende ellende, die zich van millioenen heeft meester gemaakt en die andere millioenen van nabij bedreigt; om de vele kleinen en zwakken, die een lang zame dood sterven; om de moeders, die niet meer weten hoe haar kinderen in leven te houden. DE berusting omtrent dit alles is angstwekkender dan het verschijnsel zelf. Het feit, dat men de bestaande npod nauwelijks tot zijn bewustzijn laat doordringen en dat hij zo weinig heilige onrust wekt in kringen van hen, die zich christenen noemen, is misschien een. nieuw bewijs voor de lusteloosheid en het gebrek aan inspiratie, waaraan een groot deel der christenheid lijdende is. Dat de tijd der Kruistochten voorbij is, wisten we reeds, maar hoe bijzonder weinig is er overgebleven van Europa's wil tot gemeenschap pelijk christelijk getuigenis? Is het leed der naamlozen misschien te groot en te omvangrijk, om zinvol bevochten te kunnen worden? Stringfellow Barr heeft in zijn geruchtmakende publi catie ontstellende cijfers genoemd en concrete details, welke naar ik meen, nog nergens tegengesproken zijn. De fantastische veronderstelling, waarin hij zijn lezers meeneemt, als hij hen uitnodigt zich te verbeelden, dat zij nog geboren moeten worden en zich in te denken, wat voor kansen zij dan zouden maken om vroegtijdig te sterven en honger te moeten lijden, is niet alleen fantastisch, maar ook erg verhelderend. Men kan hier natuurlijk weer een of ander noodlot zien opdoemen, waartegen het weinig zin heeft zich te verweren. Waar zou degene, die wil helpen, moeten beginnen? Wat hebben de vrij onopvallende initiatie- weldigend en onaantastbaar schijnen als het politieke fatum. We zijn er aan gewend, dat allerlei uitermate belangrijke en concrete vraagstukken praktisch onop losbaar zijn, en we hebben geleerd ons erbij neer te leggen. We hebben voor dergelijke situaties zelfs een gebruikelijk en algemeen toepasbaar codewoord aan vaard en geregeld spreken we over een „impasse". Het nadeel van deze begrijpelijke houding is, dat zij de gemakzucht in de hand werk en de lust om te strijden tegen het „mysterium iniquitatis" doodt. Waar dit het gevolg is, wordt deze negatieve en berustende houding ten enenmale onchristelijk. Niet alleen het geloof, dat bergen kan verzetten, wordt uitgeschakeld of als onpractisch terzijde geschoven; ook de wil om te doen wat men kan, en de verbeeldingskracht, door de naastenliefde geïnspireerd, worden lam gelegd. Laten we ons bepalen tot ons uitgangspunt: de om zich heen grijpende hongersnood. Het klinkt misschien vreemd, mgar honger is een der eerste dingen, waar tegen het christendom zich oorspronkelijk verzet heeft. Christus deed wonderen om het verschijnsel, wanneer Hij het tegenkwam, weg te werken. De eerste christen gemeenten wilden zoveel mogelijk alles gemeenschap pelijk bezitten, o.a. opdat niemand honger zou be hoeven te lijden. De Eucharistie-viering werd vooraf gegaan door een gezamenlijke profane maaltijd, waarbij het de bedoeling was, dat allen hun aandeel naar vermogen zouden bijleggen, zodat arm en rijk zich gelijkelijk konden verzadigen. Wel zouden er altijd armen zijn, maar nooit zou onvrijwillige, door sociale wantoestanden afgedwongen armoede zonder meer geduld mogen worden. Rechtvaardigheid en liefde zouden nooit lijdelijk kunnen toezien, hoe ge weld werd gepleegd aan de materiële voorwaarden voor ons geestelijk bestaan. Honger is het gevoel, dat ons waarschuwt tegen lichamelijke verzwakking, de hartstocht, die het, natuurlijke instinct tot zelfbehoud prikkelt, een hartstocht, die kennelijk primair bestaat om dit zelfbehoud te kunnen realiseren en die niet eerder tot rust komt dan wanneer eraan voldaan wordt. Zodra nonger van natuurlijke en nuttige prikkel ont aardt tot lijden en tot een voortdurend gevoeld gebrek, dat het lichamelijk bestaan ondermijnt, wordt het een onnatuurlijk, beangstigend verschijnsel, dat de mense lijke persoonlijkheid en de orde der schepping aantast. De lichamelijke honger wreekt zich op de honge rende geest, welke verdoofd wordt door de zichzelf overschreeuwende hartstocht. Op de voortwoekerende lichamelijke nood concentreert zich haast onweerstaan baar de volledige menselijke geest. Wie de honger winter meemaakte, weet er over mee te praten. Het gaat dus niet enkel over voedselgebrek en over lichamelijk leed. Door hongersnood wordt een volk bedreigd en gesehonden in zijn hoogste mense lijke waardigheid, in zijn geestelijke energie en in zijn geestelijk concentratie-vermogen. Religieuze be zinning wordt hem moeilijk of haast onmogelijk ge maakt. onbevredigende idee der „impasse"? Langs de weg Wat te d°en? Vasthouden aan het even goedkope als der praktische politiek ook in deze richting christelijke invloed trachten uit te oefenen? Dit laatste in elk geval, dunkt ons. Er zijn in West-Europa nog landen genoeg, waar christenen de regering vormen of mede uitmaken. Deze regeringen, waarvan de vertegenwoor digers elkaar vrij geregeld kunnen ontmoeten, zullen zeker openstaan voor de dringende suggestie en de mogelijkheid van hulpverlening. Laat West-Europa zelf economisch noadli.idend zijn; het wordt bespotte lijk en gruwzaam luchthartig over dit noodlijden te spreken, wanneer men het vergelijkt met dat der mil lioenen ondervoeden. EN dan: in het christelijke gebed bij uitstek staat een bede om het dagelijkse brood, in één adem genoemd met de Heilige Naam, de gezegende Wil en het komende Koninkrijk van de Vader, Die in de hemel is. Wie deze bede in de mond neemt, zou in onze dagen eens bijzonder goed moeten bedenken, dat de Heiland zeker niet zonder zin formuleerde: „Geef ons heden ons dagelijks brood!" S. JELSMA, M.S.C. arealen nipahpalm dienen goedkope alcoholfabricage. bevatten een onbeperkte »n TJ t- Weliswaar zjjn die bos- daar ftfaf'f60 van samenstelling, doch naar staat tegenover dat Nieuw-Guinea zodat selaoiipfhi?eft en grote rivieren, L i» i gekapt kan worden zon der dat transport over land over grote afstanden nodig wordt. Zeer zeker geldt da»t voor ijzerbout, dat ongeveer 12 pet van het Nieuw- Guinea-boa uitmaakt en dat ook door geheel ongeschoolde bevolking kan wor den gekapt. Me.t de toen wel bijzonder beperkte hulpmiddelen werd in 1949 reeds op deze wijze 8000 ton ijzsrhout gekapt en het is gemakkelijk mogelijk daarvan onmiddellijk verscheidene tien duizenden tons te maken. De toenmalige opperhoutvester nam zelfs aan om, wan neer hem enige sleepboten werdén ge geven, 5000 kubiek per maand, derhalve 60.000 kubiek per jaar alleen in West- Nieuw-Guinea te maken. Dat het Nieuw- Guinea-hou.t allesbehalve waardeloos is, bewijst wel de grote activiteit op dit ge-' bied van onze Australische naburen. Nieuw-Guinea heeft honderdduizenden hectaren mangrove-bos van uitstekende kwaliteit waarop een aanzienlijke cutch üaoiba£<t) -winning kan worden gebaseerd. De bossen leveren bovendien nog pala, foelie, massooi en dergelijke producten, terwijl er reeds lang een export bestaat van zeeproducten, ais tripang en lola- schelpen. Ook daailn zijn onze naburen ons ver vooruit. Parelvisserij is in West- Nieuw-Guinea eveneens mogelijk. Dit zijn alle produoten, wier waarde slechts met tienduizenden, hoogstens met honderdduizenden guldens wordt be- somd, doch die op vele plaatsen de loca le bevolking behoorlijke inkomsten kun nen verschaffen en aldus aan de algeme ne verhoging van het welvaartspeil en aan de landsinkomsten hun bijdrage leveren. Wat de tonijn visserij zal opleveren valt nog niet te bepalen. Gezien de Ja-' panse vangsten en het onderzoek van het Zeevisserij-instituut van vóór de oorlog, schijnen de vooruitzichten uitstekend te' zijn. Zijn dit alle reeds in de natuur aanwe zige producten, die slecht» verzameld behoeven te worden, ook nu reeds stqat vast dat er op agrarisch gebied evenzeer vele mogelijkheden zijn voor de bevol- kingslandbouw. Het onderzoek naar gro te arealen voor ondernemingslandbouw en eventuele kolonisatie op grote schaal mag noA n,iet verricht zijn, in de wel on derzochte kleine stukken zijn reeds 30.000 tfA grond van goede kwaliteit bevonden en onvoorwaardelijk geschikt geacht veor permanente landbouw, terwijl blijkens de rapporten alsnog 50.000 HA onder ze kere voorwaarden geschikt te maken zijn Ook hier liggen nu reeds, zonder verder ofiderzoek, op korte termijn realiseerbare mogelijkheden en de vroeger op kleine schaal verrichte proeven hebben reeds lang aangetoond, dat cacao, sisal, diverse voedingsgewassen en dergelijke het in deze contreien goed doen. Grootscheeps of geleidelijk1 Ook de grootste der hierboven genoem de bedragen zijn geen van alle erg im ponerend tegenover een Nederlandse be groting, die met miiliarden rekent. De begroting van Nieuw-Guinea is echter al evenmin imponerend en menige gemeente in Nederland rekent met veel hogere be dragen. 5 Men moat wel onderscheiden tussen enerzijds een ontwikkeling, die geba seerd is op grootscheepse projecten, en anderzijds een regelmatige, geleidelijke ontwikkeling, gebaseerd op de huidige bekende hulpbronnen, met een successie velijk inschakelen van het arbeidspoten tieel in agrarische productie, in kleine be drijven, of in het verzamelen van bos- en zeevoortbrengselen. Met de entamering van grote projecten zullen inderdaad aanzienlijke bedragen zijn gemoeid. Men dient echter in het oog te houden, dat natuurlijk dergelijke' objecten eerst aangevat worden wanneer zij economisch verantwoord zijn en niet meer dan het normale bedrijfsrisico dra gen. Zij zyn dan een normale geldbeleg- waarbij de gegronde verwachting bestaat, lat het geïnvesteerde kapitaal dan wanneo Ttf6?5' niet ander- b.v. entameert. Nederland een inpoldering zullen verdere onderzoekin- 1 ^zen' dat Nieuw-Guinea b.v. een niKKeJertsreserve heeft, waarop een be hoorlijke nikkelwinning kan worden ge baseerd. Wanneer daarvoor geïnvesteerd zouden moeten worden 200 millioen gul den ik noem een willekeurig bedrag dan kan men .toch moeilijk in de gang bare betekenis zeggen, dat Nieu -Guinea ons nu weer 200 millioen kost daar deze investering, door overheid of parti culier, binnenlands of buitenlands, ons behoorlijke inkomsten en deviezen ver zekert. In het tweede geval kan men geen grote sprongen verwachten; de ontwik keling zal betrekkelijk langzaam verlo pen, productie en export zullen geleide lijk stijgen. Daar staat echter tegenover, dat bij een gezond beleid, dat met beide benen op de grond blijft en zich aanpast bij het economisch niveau, de financie ring van deze ontwikkeling slechts be scheiden sommen vereist, die bovendien al spoedig voor een goed deel door Nieuw-Guinea zelf opgebracht kunnen worden. Het lijdt geen twijfel, dat een nor male ontwikkeling waarmee wij vol doen aan onze morele plicht tegenover dit land en zijn bewoners, Nederlandse onderdanen r geen bedragen eist, die Nederland niet zou kunnen opbrengen; terwijl het evenzeer vaststaat, dat Nieuw-Guinea al spoedig een aanmer kelijk deel van deze kosten zelf zal kunnen dragen en binnen afzienbare tijd zich zelf zal kunnen bedruipen. Of Nieuw-Guinea voor Nederland een rijke bron van inkomsten zal zijn, ligt in de toekomst verborgen. De mogelijk heid is in het geheel niet uitgesloten, gunstige indicaties zijn er voldoende. Onlangs verschenen er reeds enige voorlopige berichten over de oprichting van een nieuw operettegezelschap. Thans kunnen wij mededelen, dat dit gezelschap onder de artistieke directie van Paul Harden en Julius Susan binnenkort zijn werkzaamheden zal aanvangen. Met verscheidene prominente figuren op operettegebied zijn de contracten reeds getekend, met andere wordt nog onder handeld. Met ingang van heden wordt de za kelijke leiding gevoerd door de heer L. Trouw, aan wie op zijn verzoek eervol ontslag is verleend uit zijn functie van administrateur van de Rotterdamse schouwburg. Als eerste operette zal worden opge voerd „Das gibt's nur einmal" onder regie van Paul Harden, arrangementen en muzikale leiding van Julius Susan,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1951 | | pagina 4