U.H.COORSj SCHILDEREN EN TEKENEN BEVORDEREN DE GENEZING Ons ROMANBIJVOEGSEL De Boeren-Baron ONS „SUCCES-PATROON" VAN In het kader der bezigheidstherapie wordt deze behandeling met succes toegepast V HOE BESTEL IK MIJN PATROON? ZATERDAG 22 DECEMBER 1951 PAGINA 4 Kerstmis, feest van licht en geluid. Film, machtig wapen van licht en geluid. Katholiek en K. F. A. „Filmforum" voor het forum der filmliefhebbers. Terug uit het Land der Blautve Wolken. Missionaris als televisie-ster. Er is iets mis met Betty Grable. Vittoria de Sica doet niet aan politiek. Clifton Webb ontdekt een tegenspeelster. Charlie Chaplin gaat zijn studio verkopen. Doof dat zuurbranden op üw maag met 'n paar Renniez. etai&gebouw winkel bel i mrtienngen v verbouwingen .voorhaven loi;ld 34971-39012 2500 OORLOGSSLACHT OFFERS OPGESPOORD Dienst identificatie en berging verdwijnt SPEELGOEDGEWEERTJE DEED HET TE „ECHT" IIE l'OHT #1*: 71 I N IM li T A V- 1.' „En het Woord is vlees geworden en Ftot heeft onder ons gewoond". Kerstmis is het feest van de waarheid, want het Woord Gods, dat vlees werd, is de Waar heid en de verkondiging van de waar heid is de eerste taak van ieder christen, Kerstmls is ook het feest van het licht en het geluid. Het feest van het Licht der Wereld, van de stralende ster van Bethlehem, het feest ook van de engelen zang, van het ere aan God In den hoge en vrede op aarde aan de mensen van goede wil- Op dit feest van licht en geluid is het goed te bedenken, welke machtige wa pens tot verkondiging en verdediging van de waarheid het licht en het geluid van de film kunnen zijn. In deze zin krijgt het Kerstfeest een heel bijzondere betekenis voor iedere katholiek, die, om welke reden ook, belangstelt in de film. Hij dient zich af te vragen, op welke wijz>: hij kan helpen en voorkomen, dat dit nog zo jonge medium wordt mis bruikt om de waarheid te bestrijden en hoe hij het zijne kan bijdragen tot de vervaardiging van goede films, die de waarheid verdedigen. Bén der middelen, die ieder ten dienste staat, is het lidmaatschap van de „Ka tholieke Fllm-Actle". Iedere katholieke bioscoopbezoeker, iedere katholiek, die zich bewust is van zijn verantwoorde lijkheid jegens de naaste, dient deze actie voor de goede film te steunen. Metter daad door eigen smaak en kennis ten aanzien van de film te ontwikkelen. Maar tenminste door zijn lidmaatschap, dat de K.F.A. in staat zal stellen de strijd voor de goede film voort te zetten. In deze geest wensen wij onze lezers een blij en vrolijk, maar vooral een zalig Kerstmis. „Katholieke Film-Actie", het orgaan van het landelijk bureau voor K.F A., houdt op te verschijnen. In het zevende nummer van de tweede jaargang wordt dit bescheiden periodiek, dat in zijn korte bestaan heel veel goeds heeft ge daan, uitgeluid met een artikel, waar boven de redactie de woorden „Happy end" plaatst. Een blij einde Inderdaad, went Het zal worden opgevolgd door een nieuw filmtijdschrift „Filmforum" ge heten, dat de doelstellingen van de K.F.A., maar dan op bredere basis, zal helpen verwezenlijken. Het nieuwe blad, dat onder hoofd- re dactie van A. van Domburg zal ver schijnen. wordt uitgegeven door de stichting „Het werk voor de goede film" (de landelijke K.F.A.) en de bekende uitgeverij „Foreholte" te Voorhout. Het kan tevens worden beschouwd als eeA voortzetting van „Filmfront-Filmstudiën", ft*t beste filmperiodiek, dat in ons land ve-scheen, totdat een conflict tussen '"die en directie er toe leidde, dat het éi voor filmliefhebbers én voor katho- -'•en ongeschikte lectuur werd. Tn de redactie hebben zitting de heren C. loost, B. Bertlna, mr R. F, Borde- w:;k. J. Botermans (Brussel), E. Brum- st ede, A. Koolhaas en J- A. Wlersma, d:s ook de redactie van „Filmfront" vormden. Bovendien zijn pater J. P. Dirkse S.CJ. en dr J. M. L. Peters, directeur van het landelijke bureau der Er is iets mis met Betty Grable. K.F.A. en voorzitter van de K.FC., in de redactie opgenomen. Intussen is reeds een proefnummer verschenen, dat er bijzonder aantrekke lijk en typografisch uitstekend verzorgd uitziet en dat o.a. is toegezonden aan alle abonné's van „Katholieke Film- Actie". Blijkens een ln dit nummer op genomen lijst van artikelen, die in het van 1 Januari as. af maandelijks uit komende tijdschrift zullen verschijnen, mogen belangwekkende en sterk geva rieerde bijdragen worden verwacht over onderwerpen als: „Wie biepaalt het peil der filmproductie?", „Karakteristiek van de tegenwoordige Ihiitse film", Verschil lende vormen van filmactie in Nederland en België", „Film-amateurisme onder de jeugd als opvoedingsmiddel" en „Portret van de pin up". Voorts worden enige vaste rubrieken aangekondigd, terwijl uiteraard de belangrijke actuele films in elk nummer zullen worden besproken. Pater Mark A, Tennien van de con gregatie van Maryknoll, „ster" van de Amerikaanse succesfilm „Het Wonder van het Land der Blauwe Wolken", Is mager maar gezond, na twintig jaren missiewerk in Zuid-China, in Hong Kong aangekomen. Hij is door de Chinese communistische regering uit het land gezeti Pater Tennien, die In Vermont (V.S.) is geboren, heeft als missionaris gewerkt in het berggebied der Blauwe Wolken in Zuid-China. In zijn missiegebied was het aantal bekeringen bijzonder groot. Sinds 1946 hebben zich daar meer dan 12.000 heidenen tot de missie gewend met het verzoek in het katholiek geloof te wor- den onderwezen. Het begin van deze bekering was de redding van een mandarijn en nog vijf andere Chinezen door pater Tennien bij een apto-ongeluk. De hele streek sprak van de doortastendheid en vriendelijk heid van de pater bij dit ongeval en de „goodwill", die hij door zijn kordaat op treden won, was de hefboom, die de sluis voor een stroom van bekeringen opende. De geschiedenis van zijn werk heeft de stof geleverd voor het scenario van de film „Het Wonder van het Land der Blauwe Wolken", die meer dan honderd maal door Amerikaanse televisie-stations is uitgezonden. De film is geproduceerd door de film maatschappij. die door de Missiecongre gatie van Maryknoll is opgericht. Er is iets mis met Betty Grable. Jaren lang heeft haar ster onverminderd aan het Hollywoodse firmanent geschitterd- Nu, zij pog aarzelend, beginnen de film mensen te mompelen: „Grable is niet meer, wat ze gewenst is. Al de laatste Uen jaar niet meer". En de bewijzen? De studio, waarvoor ze een gouden geldbelegging was (in acht jaar tjjds hebben haar films f 50.000.000 opgebracht), heeft haar geschorst, om dat ze een rol had geweigerd. Deze schorsing is na zes maanden nog steeds van kracht. Voor het 'eerst sinds 1939 de datum, waarop de Grable-historie begon heeft men één van haar films de traditionele première in het Londense West End niet waardig gekeurd. Haar baas, Darryl Zanuck. die haar tot ster bombardeerde, zei kort geleden over zijn favoriete: ..Ik heb haar ln maanden niet gezien". Tezelfdertijd gaf hij bevel om alle registers van het Hol lywoodse reclame-orgel open te zetten voor één van zijn andere „ontdekkingen" veertien jaar jonjvr dan Betty Mitzi Gaynor, die ook zingt en danst- Miss Gaynor geen familie van Janet heeft een film helemaal zoor zich alleen: „Golden Girl", die door een hele reeks zal worden gevolgd. En het lot wil, dat ze werd ..ontdekt" in ,.My Blue Heaven", waarin Betty Grable de hoofd rol speelde. De communistische organisatie voor de vrede heeft Vlttorfo de Sica, de maker van films als „De Schoenpo* 'toertjes", „Fietsendieven" en „Het Wonder van Milaan", met tien anderen voorgedragen voor de wereldprys van de trede, Naar aanleiding van deze voordracht heeft de Sica verklaard, dat de betrok ken organisatie politiek bedrijft en dat h(j alleen prijzen wenst aan te nemen van verenigingen, die zich uitsluitend met de kunst bemoeien. „Der" Johan woont op het ogenblik in Wenen en gaat binnenkort optreden in het theater „In der Josefstadt". Clifton Webb, de onweerstaanbare en beroemde Mr Belvedere, verstokt vrij gezel en acteur bij de gratie van zijn eigen zelfgenoegzaamheid, heeft zijn ideale tegenspeelster ontdekt ln Thelma Ritter. Hij loopt met ernstige plannen rond om met haar een hele serie films te gaan maken, aangezien hij er zichzelf van heeft overtuigd de enige persoon op deze wereld, die Clifton Webb ergens van kan overtuigen, is Clifton Webb dat zij de enigla actrice is, die in staat zal zijn, hem waardig tegenspel te leveren. Thelma was het kamermeisje van Bette Davis in de film „All about Eve". Zij is een bekende Broadway-actrice en is door Joseph L. Mankiewiez, die haar in „Letter to three wives" haar debuut op het witte doek liet maken, naar Holly wood gehaald. Charlie Chaplin is tot de ontdekking Advertentie. Ad ver tan tl* 'n Wonder, op hoe korte termijn die helpen. Binnen een paar minuten! Nog vóór die Rennies zijn gesmolten op Uw tong, behoort het zuurbranden tot het verleden Rennies kunt U altijd en overal innemen, onopvallend, zonder water of wat ook. gekomen, dat zijn studio teveel aan on derhoudskosten vergt (een tekort van 85.000 dollars per jaar). Hij heeft daar om besloten haar te verkopen, wanneer hij klaar is met zijn nieuwste film ..Li melight". De studio zal hoogstwaarschijnlijk voor televisie-uitzendingen worden gebruikt. Chaplin zelf ontvangt trouwens bijna dagelijks dringende (en verleidelijke) aanbiedingen van de grote televisie-maat schappijen. Tot nog toe heeft hij echter steeds geweigerd. In de film „Limelight" zal hij de rol van een Engelse voriëté-artist spelen, echter zonder zijn traditionele attri buten. Arthur Lubin, de regisseur van „Fran cis" met de fameuze sprekende ezel heeft medegedeeld, dat de film reeds meer dan 22% millioen gulden heeft opgebracht. De ezel Francis zal nu optreden in een film, die speelt in het millleu van de bekende militaire academie van West Point, die kort geleden van zich heeft doen spreken, doordat de cadetten met de examenopgaven hadden geknoeid. Herinnert u zich nog de „Nederlandse" filmacteur Johan Heesters, die vóór de oorlog placht op te treden in diverse Ufa-fTlms? Noem ze maar op: „Welsse schweigen" (dat moesten niet alleen de vrouwen in de Ufadljd), „Nanon", „Hallo Janine", „Meine Tante, Delne Tante", „Frühlungssymphonie", „Die Fleder- maus" enz. Clifton Webb heeft zijn ideale tegenspeelster ontdekt. (Van onze medische medewerker). Het is al meer dan 10 jaar geleden dat de kunstschilder Adrian Hill in het Ko- ning Eduard VII-Sanatorium te Midhurst (Sussex) voor tuberculose lag te kuren. Wat er in een patiënt omgaat is vaak van hoge menselijke waarde. Een mijner patiënten zei eens enige jaren na het herstel van een ernstig lijden: ik ben er rijker door geworden. Het is do taak van de psychologie en van hetgeen men tegenwoordig psychosomatische genees kunde noemt, om algemene wetmatighe den in deze ervaringen na te speuren. De betekenis van talloze psychische fac toren op het verloop, ja zelfs op het ontstaan, van menige lichamelijke ziekte was aan de wijze geneesheer, die behalve de technische hulpbrenger ook de ver trouwensman van de patiënt was, van ouds bekend, zij het dat hem de wetma tigheid ontging. Bij het langdurige lijden van de tuberculose hadden de psychische veranderingen reeds lang de aandacht ge trokken en menig initiatief om de lijdende mens Juist qua mens te hulp te komen is tot ontwikkeling gekomen. Eén daarvan Is het geval van Hill. HU beleefde het bevrijdende van de scheppende arbeid op »Uh ziekbed. Zijn eerste tekening in het sanatorium was het kamertje, dat een kleine cel voor hem was doch dat hem onder Invloed van het tekenen een grote kamer toescheen. Andere schetsjes volgden weldra. HU voel de dat het hem goed deed. De opgewekte stemming heeft een gunstige Invloed op het verloop van het tuberculeuze proces. Hill hielp ook zijn medepatiënt Bert bij liet tekenen eh weldra'wist hij vele pa tiënten te doen beleven, dat schilderen en tekenen hun genezing kunnen bevorderen. Zo ontstond wat wU thans noemen: de schildertherapie. Merkwaardig is dat velschillende perso nen, die nooit een potlood of Penseel had den gebruikt, na enige lessen een talent als niemand verwacht zou hebben, voor deze beeldende kunst ten toon spreidden. Het effect van deze schildertherapie laat zich begrijpen als we denken aan de verhoogde emotionaliteit, die bij de tu berculosepatiënt veelal wordt aangetroffen. Hetzelfde geldt voor de grotere muzikali teit en andere kunstuitingen, doch we beperken ons tot de schilderkunst. De tuberculose schept geen genialiteit, maar kan zowel door de rust en inkeer die de sanatoriumbehandeling geeft, als door de grotere emotionele gevoeligheid het sluimerende talent tot ontwikkeling bren gen. Bekende schilders als Paulus Pot ter, Lucas van Leyden en Watteau heb ben aan tuberculose geleden. Hill maakte een heel systeem om de patiënten voor de kunst te sensibiliseren en tot activiteit te brengen. Hij hing re producties van bekende meesters aan de wand en elke week werden deze op de zalen verwisseld. Het „schilderij van de week" werd door hem met de patiënten besproken. Systematisch werd het zien van schilderijen geleerd en de kunstzin aangekweekt, Eigenlijk behoeft het geen verwonde ring te wekken, dat de behoefte aan vi suele prikkels bij de tuberculosepatiënt vaak groot is als men bedenkt, dat hij maanden, soms jaren achtereen slechts een uiterst klein stukje van de wereld ziet. In verband hiermede wordt ook de grote behoefte in sanatoria evenals in ge vangenissen aan geïllustreerde bladen en het zien van films duidelijk. Hill had het geluk dat hij geheel be grepen werd door dr G, Todd, de genees heer-directeur van het sanatorium, die direct het belang ervan inzag. De schil dertherapie is een stuk van de behande ling van de patiënt geworden en wordt door de behandelende arts gedoseerd. Het Britse Rode Kruis (B. R. C. S.) stelde Hill gedurende de oorlog in de ge legenheid zijn schildertherapie op grote schaal toe te passen. Deze organisatie legde een collectie reproducties van oude en moderne meesiers aan om deze in de sanatoria op te hangen, zond teken leraren uit om de patiënten te bekwamen en verzorgde voordrachten over kunsthis torie. Florence Nightingale, de bekende ver pleegster, die zulk een grote Invloed heeft gehad bij het totstandkomen van het internationale Rode Kruis, schreef ln 1860 reeds over de betekenis van vorm en kleur voor de genezing; maar thans wordt dit in het gehele raam van bezigheids therapie en actievere behandeling beter begrepen. Ook in Nederland wordt aan schilder therapie gedaan en met evenveel succes. De vele modeshows, welke dit seizoen gegeven zijn, hebben elk een eigen karakter, maar in grote lijnen komen ze toch on geveer op hetzelfde neer. Men kan daaruit derhalve opmaken, wat dit seizoen het meeste in de smaak zal vallen, en het meest gevraagd zal worden. Voor warme winterjaponnen worden naast ruitstoffen en pepita ruitjes, ook heel veel effen japonnen gedragen, al of niet gegarneerd met een afste kende strik, ceintuur of iets dergelijks. Het hierbij afgebeelde model is ook bedoeld van effen stof, met 'n garnering van gestreep te taftzijde of fluweel. Het rok je valt iets klokkend en heeft van voren wat plooien. In de zijhaan valt een binnenwaartse zak. De hizonder vlotte garne ring van het lijfje geeft deze japon een zeer apart cachet. De driekwart mouw is eveneens met een gestreepte manchet af gewerkt. Het patroon is verkrijgbaar in maat 40, 44, 46, 48 a 0.85. Benodigde hoeveelheid stof van 130 c.m. breed van 2.75 tot 3.00 Mtr. Voor de garne ring 50 c.m. van 80 a 90 c.m. breed. Plak aan de adreszijde van een briefkaart, naast en buiten de frankeerzegel het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze naar ATELIER CROON, BEATRIJSSTRAAT 4. ROTTERDAM Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres, woonplaats en maat en nummer van het gewenste patroon. Plak nooit meer dan 1.op een kaart, wat meer geplakt wordt is waardeloos. Girostortingen eveneens ten name van Atelier Croon op nummer 271291. Afgehaald elke dag van 9 tot 12 en van 2 tot 5 uur. Behalve 's Zaterdags. Het personeel van de dienst Identifi catie en Berging, welke op 31 Decem ber a.s. zal worden opgeheven, kwam gisteren voor de laatste maal bijeen ln de Nieuwe Frederikskazerne te Den Haag. Tijdens deze bijeenkomst sprak de commandant Lt. kol. L. van Oyen, woorden van dank tot de vertegen woordigers der organisaties, waarmede men onafgebroken heeft samengewerkt. De diensf Identificatie en Berging droeg sedert zijn oprichting ln Mei 1946 zorg voor het terugvinden, overbrengen en herbegraven der stoffelijke' resten van bijna 2500 Nederlandse oorlogsslachtof fers. Ook werd door het werk van deze dienst de inrichting mogelijk van het Russische kerkhof te Amersfoort en van het Franse kerkhof te Westkapelle. Ten- slote verzamelde de dienst de stoffelijke overschoten van 25000 Duitsers, die thans begraven zijn op het kerkhof te IJsselsteijn. Een jongetje in Amsterdam dat een speelgoedgeweer had gekregen. meest men gisteren naar het ziekenhuis bren gen. omdat het geweertje „echt" ont plofte. De tienjarige knaap V. had name lijk een scherpe patroon gevonden en probeerde of hij daarmee kon schieten. Het ging met het gevolg, dat de Jongen verwondingen aan hand en aan het hoofd opliep, aclufckig W*s h„r niet vu ernstwe aard. De knaap kon sithans na ling in het ziekenhuis naar huis terug keren. Advertentie. HOOFDSTUK I. De koetsier van de oude, muffe vigelante die mijnheer Jefferies drie kilometer lang over de ellendigste weg van heel Lan cashire had geschommeld, hield plotseling de teugels in aan de ingang van een smal weggetje. Zich omdraaiend op zijn Uit plaats. kondigde hij zijn passagier aan, dat deze het overige van de weg te voet zou moeten afleggen. De aangesprokene, een heer van mid delbare leeftijd met een scherp, baard loos gezicht, stak zijn hoofd ongeduldig uit het raam en na eens goed rondgekeken te hebben, riep hij kribbig: Ik heb je toch gezegd, me naar Beckford Hall te brengen, of hoe het huis van Sir John Beek dan ook heet. Nou, daar is het huis van Sir John Beek. Waar? Daar, aan 't eind van dit weggetje. De man knikte in de richting van een klein, laag grijs huisje, waarachter, zoals bij iedere boerderij, schuren en stallen lagen. Och kom, dat is toch een boerderij? Natuurlijk, dat is het, antwoordde de koetsier en glimlachte genoegelijk tegen mijnheer Jefferies. Maar 't is ook het huis van Sir John Beek, het enige huis dat-ie heeft. Mijnheer Jefferies Staarde zijn gids half ongelovig, half verontwaardigd aan, als v oosde hij, dat hem een kool werd ge- "h maar de ander keek hem zo dood- >'dig aan, dat hij dat denkbeeld liet een huis, mompelde hij halfluid. van de oude familie Beek. ■eb al ij d wel gedacht, dat het een o familie was, zei de koetsier, •'e. da! de woorden tot hem ge won. Maar dan zijn ze toch wel i a achteruit geboerd. Dat schijnt wel zo, zei mijnheer Jef- fer.es Nu, je kunt hier op me wachten, het - 1 n et to ere lang duren. De koe'rier knikte, leunde naar voren en werp een oude daken over de rug van het paard. Daarna sloeg hij zijn be nen over elkaar, stak zijn pijp op en gaf zich ever aan vredige overpeinzingen. On ;e: wijl liep mijnheer Jefferies voor zichtig langs het modderige, ongelijke pad. De heggen aan weerszijden waren keurig geschoren en zijn blik kon ongehinderd over een groot, vlak stuk bouwland dwa len. Aan zijn rechterhand, boven de rand van de heg uit, zag hij de silhouette van het hoofd en de schouders van een man en een epen paarden, die langzaam voortgingen. De man had zijn hoed diep In de ogen gedrukt en had een lange, witte baard. Daar zijn ze aan het ploegen, zei Jefferies bij zichzelf en dacht er niet ver der over na, totdat men hem, toen hij op de deur van de boerderij geklopt had en naar Sir John Beek gevraagd, mededeel de, dat „de baas op het land was". Maar hij komt nou gauw thuis, voeg de het stevige, bruinverbrande meisje, dat hem open gedaan had, er aan toe. We gaan zo eten. Is er dan niemand thuis? vroeg Jef feries na een korte stilte. Lady Beek ia er, antwoordde het meisje. Maar ze zal u niet kunnen ont vangen, ze is druk in de keuken. Komt u d'r maar in. Mollyl riep een stroeve stem, vanuit het huis. Ja, mylady, antwoordde Molly. Kom eens eventjes hier. Molly liet de deurknop in de steek en vertrok. Intussen kon mijnheer Jefferies zijn oifigeving eens opnemen. Het was een schilderachtig gebouw met stevige grijze muren, boogvensters en een warm, rood pannendak, maar toch was het geen passende woning voor een baron,zoals Sir John Beek. Er liep een smal tegel pad naar de voordeur, met randen van bloemen en onder de ramen bloeiden muurbloemen en stokrozen. Maar het grasveldje was wild en slecht onderhou den en rechts lag open en bloot het hele erf met de varkenshokken en de mest vaalten compleet. Jefferies keerde zich om en staarde weer naar de velden. De paarden waren aan het einde van de voor gekeerd, nu zwoegden zij langzaam naar hem toe, het lentezonnetje viel stralend op het hoofd van de oude man en deed zijn baard als zilver glanzen. Wenst u mijn man te spreken, mijn heer? Jefferies draaide zich om en nam een beetje verschrikt zijn hoed af. Een grote, oude vrouw stond tegenover hem, met 'n flink, energiek gezicht en heldere, don kere ogen. Zij had een katoenen jak aan, over een wollen rok, een witte schort en op haar overvloedig grijs haar droeg ze een antiek, zwart kanten mutsje. Klaarblijke lijk had zij pas haar mouwen afgestroopt, wan de ene mouw hing open en terwijl zij sprak, knoopte zij de andere rustig dicht. Alles deed zij rustig en bedaard, haar hele optreden was waardig. Ja, ik... wilde Sir John Beek spre ken, maar ik vrees, dat ik ongelegen kom, stamelde Jefferies. Als was hy nog zo'n man van de wereld, de vreemde omstan digheden en een gevoel van onbeschei- den-zün, maakten dat hij zich niet op zijn gemak voelde. Helemaal niet, zei Lady Beek. Als u iets met mijn man te behandelen hebt, ls dit het beste uur, want hij is de hele dag buitenshuis. Mag ik uw naam vragen mijnheer Ik heet Jefferies, Robert Jefferies. Ik geloof niet, dat u of uw man ooit ge hoord hebben, maar als ik U uitleg, waar voor ik kom, zult u mijn bezoek veront schuldigen. Lady Beck keek hem even onderzoe kend aan, dan zei zij, dat zij juist dan tafel gingen en dat hy, als hij hun een voudige maaltijd wilde delen, welkom was. ZiJ bracht hem naar een kamer met eiken lambrisering, schoof een stoel by en liet hem alleen. Jefferies keek de kamer nieuwsgierig rond, de muren waren helaas in imitatie hout geverfd. Er lag zeil op de vloer en de stoelen waren met tryp overtrokken. Er hing niets aan de muur dan een paar verschoten portretten hier en daar, er was geen boek ln de hele kamer. Toen ging de deur open en kwam een jongen van een jaar of zes de kamer ln, een flinke, vierkante knaap met blond haar en de blauwste ogèn, die ooit ln een kindergezichtje straalden. In zyn ene hand had hij een schoen, in de andere een borstel. Terwyi hy door de kamer liep, gaf hy nog een of twee vegen, stond dan Stil vlak voor zijn bezoeker en sprak hem aan met een plat boeren-dialect, maar met een biye glimlach. Oma zei, dat ze vergeten had u te zeggen, dat we altyd ln de keuken eten. Dat is maar goed Ook, in dit kille voorjaarsweer, antwoordde Jefferies vriendelijk. Het kind nam hem een paar minuten ln stilte op, nog met de lach op zyn gezichtje en wilde toen met de woorden: Het ls veel warmer ln de keuken, weer weggaan. Maar de bezoeker riep hem terug. Biyf nog eens even, ventje. Hoe heet Je? Ik moet eerst aan Oma zeggen, wat u gezegd hebt, antwoordde de Jongen. Als ik het gezegd heb, kom lk terug. Hy draafde weg en verscheen al heel gauw weer, nog bezig met zyn schoen. Ik heet John Roger Beck, kondigde hy aan, op die vroiyke, langzame manier, die hem eigen scheen te zijn. O, de Becks heten allemaal John en Roger, zei Jefferies. Opa is John, myn vader was Roger, ik ben John Roger, maar ze noemen me Roger, omdat de Becks van Beekford om de beurt zo heten. Myn vader ls dood, daarom ben ik Roger. Ach, ls Je vader dood?' vroeg Jeffe ries. En Je moeder ook? Ja, zei Roger. D-oö-d. Ik hoor, dat Je al naar school gaat, glimlachte Jefferies. - Nee, schudde Roger heftig. Ik ga nog niet naar school. Oma leert me en nicht Jane. Als lk een beetje ouder ben, ga lk naar een echte school. Een langzame, zware stap klonk nu op het tegelpad, dan volgde het geluid van voeten vegen. Daar is Opa! riep Roger. Hij draafde weg en Jefferies hoorde, hoe hy zyn grootvader vertelde van de bezoeker. D'r is een münheer, Opa en hij biyft by ons eten en we hebben hutspot van daag en Oma vroeg, of-le 't erg vond, dat we ln de keuken aten en hy zei van niet. Hier onderbrak Sir John biykbaar de confidenties van zijn kleinzoon en kwam zelf de kamer binnen om zyn gast hoffe lijk welkom te heten. Toen Jefferies de lange, eerbiedwaar dige figuur in de deuropening zag staan, was hy niet verbaasd de ploeger te her kennen. Sir John Beck was gekleed zoals iedere gewone boer, bpna zoals een dag loner, zyn hoed was verfomfaaid en er kleefde modder aan zijn handen. Ondanks dat,- was hp even rustig en deftig als Lady Beek zelf. zy geleken veel op el kaar, wat waarschymijk kwam doordat zy nauw verwant waren, maar Jefferies merkte op, dat er een zekere goedheid van de oude baron uitstraalde, welke zyn vrouw geheel miste. Het verheugd mij, u te zien, zei' Sir John. Het spyt mij, dat u moet nemen, wat de pot schaft, als wij geweten had den, dat u kwam, zouden wy beter voor u gezorgd hebben. Hy sprak zo harteiyk, alsof Jefferies een oude kennis was, zonder de minste nieuwsgierigheid te laten biyken naar wat de gast nu eigeniyk kwam doen. Jefferies was hem hier heel dankbaar voor, want hy wilde niet gaarne zyn hof- feiyke gastheer beledigen. En al kwam hy met de beste bedoelingen, toch vrees de hy, dat zyn verzoek de oude heer niet aangenaam zou zijn. Ik denk, dat het eten wel zowat op tafel staat, ging Sir John voort. We eten precies om twaalf uur, viel Roger hem in de rede. Kyk 'ns naar m'n schoenen, Opa. Heb ik zelf gepoetst. Kranig myn jongen, zei Sir John goedkeurend. Ga nu gauw je handen wassen, zorg, dat die smeer er af komt. Ik zal het ook even gaan doen, mynheer, als u my even wilt verontschuldigen. Er zyn hier geen leeglopers, een man kan niet werken en toch zijn handen schoon houden. Goddank maakte geen Beek ooit zyn handen vuil, behalve met eer- ïyke arbeid. Zeker niet, zei Jefferies. Een Ietsje twijfel klonk in zyn stem door. wat de oude man dadeiyk opmerkte. Hy was al by de deur. maar nu keerde hy zich om en keek zijn gast half boos, half vragend Geen Beek maakte ooit zjjn han den vuil, tenzy met eerlhk werk, zei hy nog eens. Als het zou gebeuren, dat een van ons zich met vuile zaken Inliet, dan zou hy geen Beek meer z|jn. Hij had luider gesproken en Lady Beek kwam haastig de keuken uit. Wat ls er aan de hand? vroeg zy. Ik zeg deze heer, dat geen Beek ooit zpn handen vuil maakte met smerig werk. riep Sir John met een stem, die beefde van. emotie. De oude vrouw keek van de een naar de ander. Niemand, die de Becks kent, kan er andei's over denken, zeide zy. Ga nu je handen maar wassen, want het eten staat op tafel. U wilt misschien met my meegaan, mynheer? Haar stem was minder vriendelpk dan eerst en Jefferies meende, dat er een verontwaardigde blik in haar ogen was geweest ,toen zij hem aanzag. Nu leidde zij hem naar de keuken, met dezelfde rustige hoffelijkheid als eerst. U moet hier maar zitten, mynheer, aan myn rechterhand, niet te dicht by het vuur. Dit ls mijn nicht Jane, ook een Beek, zoals wy allemaal. Ik ben twee maal een Beek, anders zou ik niet ge trouwd zijn, ik kon de naam er niet aan geven. Mejuffrouw Jane Beck, was een vale, niet meer Jonge dame, met een tamelijk onnozel gezicht, zij antwoordde op deze woorden met een gegiechel. Ik zou myn naam er graag genoeg aan gegeven hebben, als iemand het mu maar gevraagd had, zeide zy. De keuken was een lang, laag ver trek, gezellig met de boogvensters, al zagen die dan ook op het erf uit; de lichtbruine muren waren een beetje berookt. Maar er lag geen vuiltje óp den vloer, die met zand bestrooid was, de eiken tafel en stoelen waren melk wit geboend en de koperen en tinnen voorwerpen blonken prachtig. Molly zette een dampende schotel aan het ene einde en een schaal aard appelen aan het andere einde, ging daarna aan een zytafel zitten met drie of vier knechts, die precies hetzelfde menu hadden als de Becks zelf. We kunnen niet beginnen zonder Sir John, zei Lady Beek, rondziende. Is Opa bpna klaar, Roger? Roger wiens stevige handjes nog voch tig waren van zyn schoonmaak, knikte en gleed in een stoel naast nicht Jane, en even later kwam de heer des huizes binnen, met zün langzame stap, en blijk baar verdiept in sombere gedachten. Hy klopte vinnig op de tafel en onmiddeliyk HU stonden allen, ook de knechts op. Hy bad voor, heel langzaam en devoot. Ik moet me nogmaals verontschul digen over het uiterst eenvoudig maal, dat we u voorzetten zei hy daarna. In vroeger tyden plachten de Becks hun gasten anders te onthalen. Doch u weet misschien hoe, bulten onze schuld, on geluk en tegenslag ons geslacht schynt te vervolgen. Dat is in het grijze ver leden al begonnen met verlies en ver beurdverklaring om politieke rede nenen de voorspoed is nooit meer teruggekeerdKyk eens, het land goed was eens zo groot, het Hep van de Mersey tót de Ribbleen wat ls er van over? Een vervallen, oud huis, een paar «tukken bouwland en de naam. Nu, dat ie genoeg, zei Lady Beek, terwijl zij even ophield met het opschep pen van het eten. Ah, het is genoeg, dat geloof ik wei, antwoordde haar man: Het was genoeg voor my en het zal ook genoeg zijn voor Roger. Roger is de laatste Beck van Beckford. Niet de matste, zei zUn grootmoeder. Neen niet de laatste, hopen we. zei Sir John peinzend. Maar je xunt het nooit weten Wij hadden maar een zoon Sophie, ?n hij stierf jong vergeet dat niet. Ik was ook de enige zoon. De familie sterft uit, zoals ook het land ons ontglipt. Hemel, John, wat ben je somber, riep juffrouw Jane uit: De longen is toah flink genoeg en e,r, waren toch nog andere Becks behalve jij in mijn jonge jaren. Er was nog een Willem, niet. Sophie? Je broer, die naar Amerika ging. Hij zal ook wel getrouwd zijn denk ik.... Jane, zei Lady Beek, eet. Nou, ik weet wel, dat je dat niet horen wilt; zei Jane: Maar ik noem het niet hartelijk. Het bloed kruipt, waar het niet gaan kan en alles en alles bij elkaar, was het toch maar een kleine ruzie.... Je weet niet waar j« over praat, Jane, zei Sir John. AI keek mijnheer Jefferies strak op zijn bord, toch had hij met gespannen aan dacht geluisterd. Hij was evenwel de eer ste om de ongezellige stilte, die hierop volgde, te vehoreken. Uw kleinzoon lijkt niet op u, begon hy: hij lijkt zeker op zijn moeder. Hij lijkt cp haar als twee druppels water, riep de onverbeterlijke juffrouw Beek uit: Ik heb horen zeggen, dat alle Hornocks blond zijn. Hornock Hornock, herhaalde mijn heer Jefferies. Die naam komt me be kend voor. Wonen zy niet in Preston? Daar ziin fabrikanten die zo heten. Dat kan wel, zei Lady Beek kort. Ik geloof, dat zij heel rijk zijn, ging de bezoeker vriendelijk voort. Erg gezien. O. ja. antwoordde de oude dame en daarmee was het afgelopen. Aan het einde van het maal evenwel toen Jefferies zijn gastheer en gastvrouw weer naar de eiken tafel was gevolgd, begon Lady Beek er zelf over: Ik wilde er nlot over spreken, waar het kind of de knechts by waren, even min in tegenwoordigheid van juffrouw Beck, die, zoals u wel gemerkt zult heb ben, wat simpel is. Maar het is nu een maal zo. dat noch Sir John, noch Ik, het huwelijk van onze zoon goedgekeurd hebben. O, niet? vroeg de ander verbaasd. Neen, hernam zij. Het trof ons als een slag, omdat de Hornocks han delslui zijn. Jefferies keek van de een na de ander en onderdrukte een aanvechting om te lachen. De naam Hornock was niet ai- leen door rijkdom bekend, maar ook door voorname connecties. Een tak van de familie was uitstekend door de grote wereld in Londen ontvangen en ge parenteerd aan geslachten, heel wat hoger in rang, dan de Becks van Beck ford. Maar er viel niet aan te twyfelen. de oudjes meenden hèt. Ja, toentertijd vonden we het erg, heel erg, zei Sir John. Er was nooit een dergelijk huwelijk ja de familie ge weest, maar er was ook nog nimmer een Beek geweest, die niet precies wist, wat nij wilde en onze zoon hield vol. Kom, kom, laten we het arme ding de eer geven, die haar toekomt, John, kwam zijn vrouw tussenbeide. -- Zij waren gelukkig zolang hij leefde en zij bleef treuren na zijn dood. Dat mogen wij niet vergeten. En nu hebben we na tuurlijk niets meer met de Hornocks uit te staan. Jeffries zweeg verbaasd. Maar de kleine jongen erft ioch begon hij; toen onderbrak Sir John h m. Niets van de Hornocks, mijnheer. Niets. De oude Samuel Hornock ent de zijn dochter, omdat hij óók of tegen het huwelijk was, toen hij een begrepen had, dat wij haar niet g genoeg vonden. Dat liet ons koud e voelden er niets voor, het geld van koopman in de familie te hebben K zal het best stellen, met wat we h..n nalaten.het zal veel beter voor li' n zijn, als hij moet werken, zoals ook k altijd heb moeten doen. Het bleef even stil, terwijl Sir J en zijn vrouw hun bezoeker vol wachting aankeken Nu moest ik u maar zeggen voor ik gekomen bên, zei m.inhee faries. Ik ben een manusje van neen, wees maar niet bang. >k figuurlijk. Ik doe een bedtje aan kunde, iets aan politiek en ben o.j soort van bemiddelingsbureau eh hoedanigheid stel ik me aan u Von •De oude man keek hem mei. gem gevoelens van ontstemming en w zing aan, maar hij sprak niet en Je' ging verder: Ik meende uit uw gesprekken aan tafel te moeten opmerken, dat u rr, ;t, dat u en uw kleinzoon de enige min'e- lljka afstammelingen zijn van de Becks. Wat zoudt u ervan ,l::ggcn. ala ik u mededeel, dat lk in correspondentie ben met een heer van dezelfde naam, die ey aanspraak op maakt, lid van de familie te zy'n. Ik zou zeggen, dat zoiets onmoge lijk w«s, zei Sir John. Mijnheer Jefferies scheen dit antwoord verwacht te hebben, want hy glimlachte naar Lady Beek en sprak haar aan: Myn correspondent is meer familie van u dan 9an uw man. Ik geloof, dat hij de zoon ls van uw overleden broer. Die bestaat niet, zei Lady Beek Dat verwondert me niet. merkte tilj op. Mijn cliënt zegt. dat zijn vader niet bepaald op goede voet stond met de familie, teen hij Engeland verliet Ik wil «r verder niets over horen, baar 4'r een ongeduldig ge- Laat me tenminste uitspreken her nam Jefferies. die op zyn beurt in«e- duldig werd en kleurde- Dere «mn'g. heid is veertig jaar oud, maar zelfs nü ls het dan nog wel tijd om alles te vergeten en te vergeven. Deze man is van uw eigen familie, lady Beek en heeft de beate bedoelingen met u. Omdat hij weduwnaar is en geen kinderen heeft, wil hij zyn groot fortuin besteden om uw familie ln ere te herstellen. Hij wil het land terugkopen, het huis restaureren. (wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1951 | | pagina 4