Ons succes-patroon van deze week Ons ROMANBIJVOEGSEL De Boeren-Baron BALLET JOOSS: EENHEID IN VERSCHEIDENHEID Kolenuitvoer der Y.S. HOE BESTEL IK MIJN PATROON? PAGINA 4 ZATERDAG 29 DECEMBER 1951 Terugblik op 1951. Alleen maar prettige herinne ringen. Amerika met de grootste, Engeland met de beste productie. Opvallend aantal goede comedies. Als Amerika de hand in eigen boezem steekt. Verbetering in de keuze der onderwerpen. Italië bleef beneden de verwachtingen, Frankrijk stelde teleur. Nederlandse productie bleef beperkt tot documentaires. In 1952 mogelijk 80 min ton GEEN ECHTE LEVENS BLIJHEID 3.50 tot 4.50 meter stof van 90 c.m. breed is voor nodig. Op de laatste Zaterdag van het Jaar lijkt het ons goed, om een korte terug blik te werpen op datgene, wat 1951 ons land op het gebied van de film aan prettige verrassingen heeft gebracht. Met opzet willen we alleen maar aan gename herinneringen ophalen, omdat het ten einde spoedende jaar ons op velerlei ander gsebied ai genoeg narig heid heeft Itzorgd, Trouwens, de plaatsruimte laat ons geen andere keus, want ook ln de bioscoop Ir het aantal onprettige surprises zo groot, dat we ie zelf* niet bij benadering zouden kunnen opsommen. Natuurlijk was Amerika in 1951 weer het land met de grootste filmproductie. Maar de erepalm voor de beste produc tie met de naar verhouding mees te goede en zelfs uitstekende films komt toe aan Engeland, dat Italië van zijn plaats heeft verdrongen ondanks de economische moeilijkheden, waarmee het bedrijf in Groot-Brittannië heeft te kampen. Opvallend is het grote aantal come dies, dat de Engelse productie ditmaal heeft opgeleverd. Maar dan comedies van teen kwaliteit, een ontwapenende vrolijkheid, een rake humor en een bewonderenswaardige geestigheid, die op de eerste plaats het intellect prikkelen en pas op de tweede plaats de lever. Ook hier geldt het gezegde: lest best. Want ..Een man in een wit pak", de comedie, die pas tegen het einde van het jaar het witte doek in ons land be reikte, overtreft haar voorgang- tens in originaliteit van gegeven en gaafheid van uitwerking. Alexander Macken- drick, die het vorige jaar reeds naam maakte met „Whisky Galore", een mees terwerkje van humor en satyre, heeft met deze film zijn nog jonge talent be vestigd. Met een visuele humor, die sedert de komst van de „sprekende'^ film haast verloren scheen, verhaalt' hij van een jonge uitvinder in de tex tielbranche, die op zoek is naar een onverslijtbaar vuil afstotend weefsel en die daarbij arbeiders en kapitalisten, broederlijk verenigd, tegenover zich vindt. „Een man in een wit pak" is één van de acht films, die in 1951 het praedicaat Film van de Maand verwier ven. Twee andere Engjelse comedies, die de aandacht vroegen, waren „Noblesse Oblige" en „Morgen ben ik rijk". Bei de hadden dit gemeen, dat de held van het verhaal een volslagen juister nog, amoreel ifrdividu was in het eerste geval een charmante jonge man, die heel zijn familie uitroeit om een hertogskroon te bemachtigen, in het tweede geval een plichtsgetrouw^ ambtenaar van de Bank of England, die er plotseling met een zending goudsta ven vandoor gaat. In allo drie comedies wordt <je hoofd rol gespeeld door Alec Guinneiss, een acteur, die langzamerhand een onmis baar onderdeel schijnt te worden van iedere Engelse filmklucht. Tenslotte was er nog 'het vermakelijke geval van twee mijnwerkers uit Wales, die naar Londen trekken om daar een door hen gewonnen geldprijs ln ontvangst te nemen. Deze film, evenals da beide andere een product uit de Ealing Stu dio's, die onder de inspirerende leiding staan van Sir Michael Balcon, wordt onder de titel „Twee bolhoeden naar Londen" in ons land vertoond. Van een heel ander genre, maar niet minder verdienstelijk is de film „White Corridors" van de regisseur Charles Crichton. Een eerlijk en ontroerend werk over het leven in een volkshospi taal. Ook op het gebied van de „thriller heeft de Engelse filmindustrie een uit zonderlijk knappe prestatie geleverd met „Ultimatum", een vrije, maar wei nig zeggende vertaling van „Seven days to noon" waarin de giebroeders Boul- ting heel Londen betrekken bij de jacht op een krankzinnig geworden atoom geleerde. die de Britse hoofdstad me- vernietiging bedreigt. Een werkstuk vol oorspronkelijkheid, menselijkheid en een voud, dat zeer terecht het praedicaat Film' van de Maand verwierf. Onder de titel „The Woman in ques tion" heeft Anthony Asquith een poli- tiedrama geregisseerd, dat is gebaseerd op de subjectiviteit van het menselijke oordeel. Een bijzonder sterke en span nende film naar een opvallend gegeven, dat alle ongezonde sensatie müt van de Amerikaanse gangsterfilm. Tenslotte vermelden we nog „The Browning Version" van dezelfde regis seur met Michael Redgrave in de on vergetelijke rol van kost'-ch ooileraar en de nog pas op in ons land verschenen „Hoffmanns Vertellingen", waarin het fameuze duo PowellPressburger in technicolor zijn visie geeft op Offen bach's opera van dezelfde naam. Amerika blijkt de beste films te ma ken. als het de hand in eigen boezem steekt en de aan gene zijde van de Oceaan bestaande misstanden aan de kaak stelt. Voorbeelden hiervan zijn „Sunset Boulevard" van Billy Wilder met Gloria Swanson, „Asphalt Jungle", waarin John Hutton een Amerikaanse misdadigerswereld toont, die van alle valse luister en heldendom is beroofd (beide werden tot Film van de Maand uitgeroepen) en „No way out", een film van Joseph L. Mankiewlcz, die de waanzin van de rassenhaat hekelt. Een Ibwijs van een verheugende ver betering in de keuze van de verfilmde onderwerpen, die ook het afgelopen jaar weer viel te constateren, al is er dan nog geen sprake van een verhoging van het peil ovet de hele linie, was „The Men", een film van Stanley Kramer en Fred Zinneman, waarin met vele pijn lijke. maar ook het hart verwarmende details het lijden en de overwinning- op-zichzelf worden geschilderd van een Amerikaanse soldaat, die tijdens de oor log aan het ruggemerg werd gewond. Zonder vals medelijden en zonder een goedkope oplossing confronteert deze film, die eveneens het praedicaat Film van de Maand verwierf, de toeschouwer met één van de wrede na-oorlogse pro blemen, dat wordt opgelost door de on verwoestbare menselijke wil om het le ven te overwinnen. In dezelfde geest be handelde Stanley Kramer in zijn film „Bright Victory" de innerlijke strijd van de blinden uit de jongste wereldoorlog, die moeten wennen aan een verder leven in duisternis. over het geheel het verrassende tempo, dat juist de grote aantrekkelijkheid van de Disney-f'ilmsi uitmaakt. Een pretentieloze, maar c-nwelcrstaan- baar charmante familieeomedde werd door Vencente Minnelli geregisseerd onder de titel „De Vader van de bruid" met Spencer Tracy en Joan Bennett in de hoofdrollen. Een aucces, dat men poog de te herhalen met „Vader plukt de vruchten". Tenslotte zij nog vermeld „Verraad te Boedapest", een film rond het schijn proces tegen kardinaal Mindszenty, die wegens de strubbelingen met de cen trale commissie voor de filmkeuring, die haar aanvankelijk ontoelaatbaar ver klaarde, nog niet in normale roulatie kon worden gebracht. Van de twee films van Walt Disney, waarmee het Nederlandse publiek dit jaar kon kennnismaken, was „Dumbo het vliegende olifantje, verreweg de beste. In „Alice in Wonderland", zijn nieuw te product, wisselen „Kitsch" en geestige passages elkaar op de gebrul kelijke manier af, maar de film mis' De Italiaanse filmproductie is dit jaar zowel wat betreft kwantiteit als kwali teit beneden de verwachtingen geble ven. Toch zijn er enkele uitmuntende films in vertoning gekomen, waaron der Pietro Germi's ..De Weg der Hoop", een klassiek voorbeeld; van zuivere film- montage. Een actueel sociaal drama over werkloze mijnwerkers op Sicilië, die door een oplichter tot een hopeloze reis naar Frankrijk worden overge haald. Ook „Vrouwen zonder naam" (Donne senza nomi), die met een internatio naal gezelschap acteurs door de Hongaar Geza Radvanyi in Italië werd gemaakt, ia een voorbeeld van wat de film in so ciaal opzicht kan bereiken, als zij een enkele maal haar taak en plicht ver staat. Deze film, waarin het drama van de heemlo:l3 vrouwen wordt behandeld* verwierf eveneens het praedicaat Film van de Maand. Een film, die zeer veel opzien baarde en in de grote steden weken lang werd geprolongeerd, is „Morgen is te laat.", waarin het delicate onderwerp van de sexueld voorlichting op fijngevoeligle wijde wordt behandeld. De Franse filmproductie heeft dit jaar diep teleurgesteld. De jury van journa listen, die over de toekenning van de jaarlijkse „Prix Louis Delluc" voor de beste Franse film van het jaar moet be slissen, hoeft tenminste ditmaal beslo ten geen prijs toe te kennen, omdat het gehalte van de films niet goed genoeg was. Toch herinneren we even aan Jean Delannoy's-film „God heeft de mensen nodig", die dit jaar voor het eerst in ons land werd vertoond. Als filmwerk minder sterk, lag aan dit product een buitengewocw belangwekkend, boeiend en aangrijpend gegeven ten grondslag- De film „Schipper naast God", hoe zeer ook als film een mislukking, stip pen we even aan, omdat zij is vervaar digd naar het toneelstuk van de Neder landse auteur Jan de Hartog. Het enige Zwitserse product, dat ver diende aandacht trok, werd vervaardigd door Leopold Lindtberg, die naam maak te met „De laatste kans" en „Marie- Louise". Ook deze film, die onder de titel „Vier in een jeep" de lotgevallen beschrijft van een Amerikaanse, een Engelse, een Franse en een Russische militair, die in een jeep door de inter nationale zóne van Wenen patrouilleren, werd tot Film van de Maand uitverko ren. De Amerikaanse minister voor binnen landse zaken heeft medegedeeld, dat de Ver. Staten het volgend jaar mogelijk bijna 80 millioen jon kolen naar alle delen van de wereld zullen uitvoeren, hetgeen een record-hoeveelheid voor alle tijden zou zijn. De uitvoer naar West-Europa en enkele andere buitenlandse gebieden zal het volgend Jaar vermoedelijk 50 millioen ton groot zijn. De administrateur voor vaste brand stoffen heeft verklaard, dat de Ameri kaanse kolenuitvoer van 1951 de op één na de grootste voorgekomen export zou zijn. Men verwacht, dat er in 1951 29,-4 millioen ton vlamkolen naar West-Europa uitgevoerd zullen zijn en 28,6 millioen ton naar andere gebieden. In 1951 zal ver moedelijk de uitvoer naar Canada van anthraciet 3Ys millioen ton groot zijn geweest en die naar West-Europa en andere gebieden 2)4 millioen ton. Alleen in 1947 is de uitvoer groter geweest. West-Europa voert op het ogenblik Amerikaanse kolen in op een jaarbasis van ongeveer 42 millioen ton. Het gebrek aan kolenwagens, de capac telt der havens en de omvang der beschikbare scheeps- ruimte kunnen echter moeilijkheden voor het exportprogramma veroorzaken, tenzij de uitvoer gelijk over het gehele jaar verdeeld zou worden. De Ver. Staten zullen in de maanden Januari en Februari a.8. 7.570.000 ton Uolen naar de landen, die Marshall-hulp ontvangen, uitvoeren en 960.000 ton naar andere landen, zo is medegedeeld door 't Amerikaanse departement van handel. Noelle de Mosa (links) en Kurt Pandler in „Colombinade", een nieuwe nummer van het ballet Jooss. Alec Guinness rechtsnis de uitvinder in „Een man in een wit pak', waarmee Alexander Mackendrick, maker van „Whisky Galore", zijn jonge talent bevestigde. Een Nederlandse speelfilm van nor male vertoningsduur heeft het jaar 1951 niet opgeleverd. De productie in ons land is beperkt gebleven tot enkele waarvan Bert Haanstra's Holland" op het Fiimfesti- van Cannes de „Grand Prix" der documentaires verwierf. Niet minder knap, zij het (tot nog toe?) niet internationaal onderscheiden, i3 ,,'t Schot ia te boord", een zeldzaam gaaf filmpje, dat Herman van der Horst in opdracht van het E, C. A# heeft ver vaardigd over de Scheveningse haring visserij. Verder zijn in vertoning gekomen ..Mensen en microben" van Max de i Haas, waarin propaganda wevdt ge maakt voor maïsaal onderzoek op t-'b.c. en ..Tussen Keulen en Parijs", een zeer verdienstelijke filmreportage van Piet van der Ham over de reis naar Rome, d-ie 1600 leden van de K. A. B. dit jaar hebben gemaakt. Sinds de dagen dat de danskunst der Germaanse landen verstrikt lag in de cerebrale Laban- en Wigman-scholen is het Jooss-ballet gekomen met een meer natuurlijke ontplooiing der choreograph!- sche fantasie. In het bijzonder ook zijn terugkomst in ons land, waarvan gister avond in Den Haag het gevulde Gebouw voor K. en W. de première had, bewees dat een gestyleerde bewegingskunst nog niet tot cerebrale verstarring behoeft te leiden en dat cc» perfecte dansdiscipiine waarvan het gehele gezelschap getuigt allerminst stereotyp behoeft te worden. Wat ditmaal bijzonder van het Baltel Jooss opviel, was de gelijkwaardigheid der krachten. Hoewel Ulla Söderbaum en Hans Züllig als de primi inter pares zich gemakkelijk onderscheidden, staken hun prestaties toch niet zó ver boven de an deren uit, dat deze tot figuranten zouden verlaagd worden. Er heerste daarentegen zulk een harmonie, zulk een eenheid in de verscheidenheid van bewegingen, dat men het Jooss-ballet als een wezenlijk heid aanschouwt. Verreweg de sterkste spanning ontstond in „De Groene Tafel", dat inmiddels een repertoirestuk van het Ballet Jooss geworden is en veel tot zijn bestaansrecht heeft bijgedragen. Een wrange na-oorlogse kreet schreeuwt bijna uit deze lugubere danifantasie van vallende krijgers, versteende mensen figuren. die op een immens grafzerk nog eenmaal in nachtelijke v.ren hun doden dans uitvsoran. mat d« dood zei als zweerder dezer horden. En het is deze groteske kracht, die zowel het positief als negatief vermogen van dit ballet uit maakt. Werkelijke levensvreugde waartoe meerdere choreographieën aanleiding hadden kunnen geven, echte levensblij heid, zich ln spontane danskunst uil-end, bezlf deze groep niet. Het is waarschijn lijk haar noodlot nog aan veel oorlogs ellende verankerd te zitten. De hulde, die men aan de pianisten Klug Rinker en Bittér moet bewijzen voor hun grote volgzaamheid wordt be schaduwd door een misplaatst intermezzo van een sereen orgelstuk van César Franck als het Prélude. Fugue et Va riations", waarvan het eerste deel meer op een walsje leek dan op een invocatie. Overigens was het zot om „le maltre an- gelique" tussen lichtighed-en van Tans- man en Strauss te plaatsen. Een monnik stuwt men ook niet naar een cabaret M M. Dit jaar tienduizenden vluchtelingen naar W.-Berljjn. In 1951 hebben ongeveer 61 000 Oost-Berlijners om politiek asyi in West-Berlijn verzocht, van wie 1300 poli tiemannen. Slechts 16.350 werden als po litieke vluchtelingen aanvaard. De meeste anderen verblijven thans illegaal in West- Berlijn. Zeer elegant cocktailjaponnetje voor de uitgaande jongedames. Zeer eenvoudig van lijn is dit model met aangeknipte mouw en iets ruim aangezette vierbaans klokkende rok. De ceintuur wordt met een flinke strik gesloten. De mouw is met een manchet afgewerkt. De enige garnering die gedragen wordt is een ketting van paarlen of andere mooie kralen. Ook zeer modern is een ketting van kleine bloemetjes of vruchtjes. Wat de stof voor deze japon betreft is er keuze in overvloed. Het mooist is taftzijde. Dan blijven kraagje en strik mooi uit staan; zulks staat bijzonder elegant. De sluiting valt op de rug en wordt met knoopjes gesloten. Dit patroon is verkrijgbaar in maat: 42, 44 en 46 a 0.85. Plak aan de adreszijde van een briefkaart, naast en buiten de frankeerzegel het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze naar ATELIER CROON, BEATRIJSSTRAAT 4, ROTTERDAM Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres, woonplaats en maat en nummer van het gewenste patroon. Plak nooit meer dan 1op een kaart, wat meer geplakt wordt is waardeloos. Girostortingén eveneens ten name van Atelier Croon op nummer 271231. Afgehaald elke dag van 9 tot 12 en van 2 tot 5 uur. Benalve s Zaterdags. 3) Maar lady Beek had zich met een harde trek op het gelaat afgewend en sir John, die beefde, en wiens gelaat ■donkerrood was geworden, hief nog maals bevelend zijn hand op, zodat de man stil hield en half -boos, half ge amuseerd van de een naar de ander keek. Kom, zeide hij, dit is kinderwerk. Het is dwaas, het bestaan te blijven ne- -Ijeren van iemand, die even goed leeft als u of ik. Ik zal u nu yerlaten, ma»r ik verzoek u, na te denken over wat u gezegd heeft. Denk eens goed na. vóór u een kans vergooit, die een groot ver schil zal maken in het leven van die aardige kleine jongen. Ik hoop over een ■dag of wat nader van u te horen. Mijn adres is.... Hij wilde zijn kaartje te voorschijn halen, maar sir John hield hem weer met een armbeweging tegen. U zult nu al antwoord hebben, zei hij. Hij ging naar een -ouderwets bureau in de hoek, ontsloot een lade en nam er een rol perkament uit. Toen hij deze uitspreidde, bleek het <je stamboom der Becks te zijn. Wat een familie! De stam vader was uit de dagen van Willem de Veroveraar en er waren huwelijken met de beste huizen, de titel was een der oudste van het land. Kijk eens hier, zei sir John zacht jes en wees onder op het blad, waar een naam meermalen doorgestreept was. Uitgewist! riep Jefferies uit. Uitgewist, herhaalde sir John heel plechtig en terwijl hij het perkament weer oprolde, voegde hij er aan toe: Dat is mijn antwevrd, mijnheer. HOOFDSTUK II. Op een donkere middag diezelfde winter, werd de kleine Roger haastig bij het bed van zijn grootvader geroepen. De oude sir John was al een paar we ken ziek geweest en n-u wisten Molly en nicht Jane zeker, dat hij ging sterven, Roger hoorde, hoe zij er over fluisterden, toen de dokter was weggegaan. Lady Beek, die hem uitgeleide had gedaan, zei er niets over, haar gezicht Was heel strak en bleek, maar zij weende niet. daarom hcopte Roger, dat nicht- Jane het •bij het verkeerde eind had. want hij dacht, dat meit moest huilen, als er iemand stierf. Hij huilde zelf bijna, toen hij naar opa keek, want hij zag, dat er tranen in opa's ogen waren en zijn stem beefde erg. Ik zou graag een beetje langer voor jou geleefd hebben, mijn jongen, maar als ons uur gekomen is, moeten wij er in berusten. Jij zult nu Beck van Beek- ford zijn. Doe je plicht. Houd 'je hoofd hoog en je handen schoon. Sir John zuchtte en sloot zijn diep liggende donkere ogen, alsof nu een grote last van hem afgenomen was- Ro ger stond hem stil aan te kijken en hield met moeite zijn tranen in, terwijl zijn handen, tot vuistjes gebald, strak langs zijn lichaam hingen. Even later open de de oude man zijn ogen weer en glimlachte zwakjes. Ga nu maar, Roger en verbeet niet, wat ik je gezegd heb. Roger haalde diep adem. Dat is alles, zei sir John zacht cn langzaam. Ja dat is alles. Het zal je goed gaan. als je doet, wat ik je gezegd heb. Houd je hoofd hoog en je handen schoon. Lady Beek kwam naderbij en tilde hem op het bed. Je moest opa maar een zoen geven, zeide zij op een vreemde, stille manier. Roger gehoorzaamde en sir'John, nog glimlachend, probeerde zwakjes zijn hand op het blonde hoofdje te leggen. Hij was er te uitgVeput voor, zijn kracht schoot te kort en zijn vrouw nam zijn grote, bevende hand, bracht die naar kopje van Roger en liet ze daar even rusten. God zegen je, mijn jongen, zei sir John. en toen barstten Roger's tranen los, zijn grootmoeder zettte hem haastig neer en duwde hem de kamer uit. Hij zag de goede oude man nooit meer in leven. Treurig en somber waren de dagen, die volgden. Kleine Roger zat onnatuur lijk stil op zijn stoeltje in de keuken, hoorde iedere bijzonderheid van de be grafenis bepraten, met de breedsprakig heid, die zijn omgéving eigen was. Hij wist precies, wat de kist kostte, hoe zij er Uitzag en waar zij van gemaakt was- Hoeveel mensen er voor de begrafenis waren uitgenodigd en wat zij zouden eten. Hij wist, dat zijn grootvader 'n prach tig lijk was. om te schilderen, met zijn sneeuwwitte baard. Roger zelf Was *en paar maal naar de sterfkamer geslopen en had gevonden, dat grootvader er zo wat hetzelfde uitzag als vroeger, alleen wal bleker.... en zijn hartje was haast gebroken, toen nicht Jane met die won derlijke wreedheid van haar, hem uit legde, dat, al scheen het ook. dat opa sliep, hij toch nooit en nooit terug zou komen en dat hij, Roger, alleen op de wereld was, of bijna, want dat hij niet moest verwachten, dat oma zon slag lang overleven zou. Oma zat bewegenloos aan het hoofd einde van het bed, met de handen in haar schoot en keek naar het stille ge zicht van haar trouwe echtgenoot. Zij weende helemaal niet, ook niet, toen zij bij het open graf stonden. Nicht Jane huilde heel erg en Roger ook, hij voelde zich onuitsprekelijk ellendig en verla ten, toen zij ten laatste keer naar huis gingen. Later kwam hij weer een beetje bij, want iedereen praatte tegen hem en gaf hem lekkers en boer Rainford zsi, dat hij een flinke, kleine vent was en me vrouw Heptonstal hoopte, dat hij zo flink zou opgroeien, als ze nu van hem verwachtten en nicht Jane vertelde ver halen over zijn pienterheid en vlugheid, die hij heel duidelijk hoorde, al zat hij aan het andere eind van de tafel. Er werd veel notitie van hem geno men, veel hartelijke en vriendelijke woorden gesproken en hij hoorde de mensen ook tegen oma zeggen, dat hij een hele troost voor haar zou zijn en toen opende oma ha-ar lippen om te zeggen, dat zij dat ook hoopte en er op rekende. De volgende morgen was het werkelijk veel prettiger de gordijnen weer om hoog te vinden en al was hij er niets minder bedroefd om, toch was het plei- zieriger, dat je weer hard kon praten en zelfs lachen. Lady Beck, met haar gewone, nuch tere verstand, had bevolen, dat de za ken weer zo spoedig mogelijk haar oude gang moesten gaan. Zij had een weduw- mutsje op, maar droeg verder haar daagse japon en Roger's stijve, niauwe zwarte pakje, werd weggehangen voor de Zondag en hij kon zijn daagse plunje weer aantrekken, die hij het prettigst vond. Er was echter één verandering die hij. al was hij nog zo jong, toch op prijs stelde: hij nam een duidelijk be langrijkere plaats in dan vroeger, lady Beck was de eerst» om hem zijn nieuwe titel t» geven. Zeg sir Roger, dat het ontbijt klaar is, zeide zij tegen Molly met vaste stem. de morgen na de begrafenis, en Molly gehoorzaamde haastig. Zij vond de jonge baron langzaam heen pn weer wiegende op de deur van een leeg varkenskot. Het ontbijt is klaar en ga er alsje blief af, sir Roger, zei Molly eerbiedig. Een paar weken geleden zou zij hem zonder plichtplegingen er a£ getrokken hebben, met een fikse oorvijg er bij. Roger gehoorzaamde peinzend. Waarom noem je me zo, Molly? vroeg hij, terwijl hij met haar naar huis liep. Omdat je nu sir Roger bent, zei Molly. Jij bent nu Beek van Beckford, 'r. baron. Wat is dat? vroeg de Jongen. Nou, heb je dat niet altijd op je opa's brieven gezien, isir John Beek. Dat zullen ze nu op jouw brieven zetten. Roger zette grote ogen op en de twee stapten plechtstatig het huis binnen. Het feit. dat hij tot nu toe zo goed als geen correspondentie gehad had, nam mets weg van zijn besef van eigen grootheid. In de namiddag kwam zijn gewichtigheid nog eens beter uit. Op zijn eigen verzoek bracht hij zelf de middagkoffie naar Jem Wainwent, die de heg aan het knippen was. Toen de man hem zag komen, liet hij zijn schaar in de steek en liep hem tegemoet. Je moest nu niet meer zulke bood schapjes doen, meende Jem. Nee, jong, ik bedoel, Sir Roger, je moest andere lui boodschappen geven in plaats van ze zelf te doen. Maar ik doe het graag, zei het ventje en zette zijn blauwe ogen wagenwijd open. Nou, als je ze graag doet. dan weet ik het niet", zei Jem. Maar Jij bent nou baas en als je niet wilt sjouwen, dan zijn d'r nog genoeg anderen. De meid had dit wel voor je kunnen dren, of Tom. Tom kon wel wat meer doen voor de kost. Hij nam de kruik bier en voor hij ze aan zijn mond zette, knikte hij de kleine jongen toe: Het beste, Sir Roger Beck en dat je een even goede baas mag zijn als je Opa. Al was het nog zo vreemd en al voel de hij een soort gemis, toch was er een zekere vreugde in Roger, toen hij Jem de kruik zag leeg drinken. Je bent nou baasde lui onder je Het was wel erg. dat iedereen zo be droefd was. omdat Opa dood was maar Jem Wainwent was toch een aardige man. Roger had nog nooit geweten, hoe aardig en hoe eerbiedig. Toen het bier op was en de kruik op de grond stond, zei hij de oude man met veel waardigheid, dat hij altijd goed voor hem zou zijn en hem nooit te hard zou laten werken en misschien, hier dacht hij enige ogenblik ken na, als Jeth eens een wije dag wou hebben, zou hij er over denken, Jein ant woordde, niet zo «eiblèdig deze keer, door met zijn duim over zijn schouder naar het huis te wijzen en grijnzend op te merken, dat er daar nog iemand was die ook een beetje in de melk te brokke len had. Maar ik ben toch baas, Jem, -zei je dat niet? riep de kleine baron. Ja, jij bent baas, zei Jem. met zijn mond vol brood en spek. En je moest je hoofd hoog houden, maar ik zou nog maar niks zeggen over vrije dagen voor het volk, totdat je een beetje ouder bent. Zijn hoofd hoog houden precies wat Opa gezegd had. Nou, dat kon Roger in elk geval doen en dat deed het kereltje ook, toen hij naar huis liep met de kruik, na heel plechtig afscheid van dé knecht. Ook Tom, die met de melkkar reed, was heel aardig tegen de jonge meester, hij poetste zijn schoenen en maakte een fluitje voor hem en las hem Zondags avonds stukjes uit de krant voor. Nog niet zo heel lang geleden had Tom hem een oorvijg toegediend, toen hij niet vlug genoeg op zij ging bij een gelegen heid, dat Tom het erg druk had. Deze verandering in gedragslijn was heel vleiend. Iedereen was op die prettige manier veranderd, behalve Oma. Oma was zwijgzamer dan ooit en precies even bevelend en even stip omtrent som mige nare dingen, die voor een ventje van Roger's leeftijd altijd even vervelend zijn en die Roger toch altijd weer vergat en die hij zich nu zeker moest herinne ren, omdat hij nu een baron was. Nicht Jane gaf er niet om, of hij zijn voeten veegde of de deur dicht deed zij zou hem zelfs gerust aan tafel hebben laten komen met vuile handen. Maar Oma niet. Het was vreemd, dat Oma de enige in huis scheen te zijn, die maar niet kon begrijpen, dat hij een Beck van Beckford was. Op een middag drentelde hij de keuken binnen toen Lady Beek aan het deeg kneden was, hij was juist bij Tom ge weest en had hem verteld, wat hij alle maal ging doen als hij groot was en hij was dus in een uitstekend humeur. Zijn grootmoeder keek hem scherp aan, in haar hart dacht zij met een soort treurige trots, hoe hard hij groeide en wat een stevig kereltje hij was, maar haar uiterlijk verraadde niets van haar in wendige voldoening. Neem Je pet af Roger, zeide zij. Ik zie ook, dat je je voeten niet half genoeg hebt geveegd, ging zij voort. Ga terug en haal ze nog eens goed over de mat. Hij gehoorzaamde een beetje onwillig. Ik heb ze geveegd Oma. Ga terug en doe het over, herhaalde Lady Beek. Roger klom van de stoei af, waarop hij half was gaan zitten en liep de keuken door met een heleboel onnodig geklepper. Hij Hét de deur half open staan en vol voerde het bevel met veel gestamp en geschraap. Dan keerde hij terug, kletste de deur dicht en deed net of hij floot, toen hij naar zijn stoel liep Lady Beek. na hem «ven gewaarschuwd te hebben, dat hij niet zoveel lawaai be hoefde te maken, als hij deur nog eens dicht deed, schonk geen aandach. aan die tekenen van misnoegen en gedurende een paar minuten weerklonk er geen ander galuid door de keuken, dan het lichte ge ritsel dat Lady Beek maakte met het kneden van het deeg. Wat later keek zij weer naar haar klein zoon die nog op zijn stoel hing met ge fronste wenkbrauwen en ontevreden zijn benen Het bengelen. Haal eens even een takkenbos voor me, Roger, zeide zij. Roger wierp haar een verontwaardigde blik toe. liep naar de deur. deed die langzaam open en riep Molly. W.aarvoor doe je dat? vroeg zijn grootmóeder. Ik zal haar zeggen een takkenbos te gaan halen, antwoordde hij waaidig. Maar ik heb j o u gezegd er een te halen, vlug, doe het nu. Roger keek haar nog eens half op standig. half verwijtend aan, maar na een ogenblik aarzelen ging hij toch zijn bood schap doen. Terugkomend zette hij de •bos bij de haard neer en kwam bij de tafel staan, waar Lady Beek bezig was. Oma, zei hij: ik geloof, dat u me die dingen maar niet meer moest laten doen. Waarom niet? vroeg zij. ophoudend met kneden. Ik ben nu Beek van Beckford, zei Roger: En Jem Wainwent zegt. ik ben baas. O ja? zei Lady Beek: Daar zullen we dadelijk wel eens over praten. Zij maakte haar deeg af, deed het in de grote, bruine pannen, die klaar stonden, en zette ze bij het vuur te rijzen. Dan veegde zij haar handen af, maakte haar schort los, vouwde het op en wenkte Roger. Kijk eens hier, mijn jongen, je groot vader was Beck van Beckford en hij heeft alle dagen van zijn leven hard gewerkt, ik ben tweemaal een Beek en ik heb mijn plicht gedaan in dit huis. vroeg en laat, even hard als de vrouw van een dagloner. Als jij Beck van Beckford bent. dan moet jij je plicht doen. zoals wij allemaal. De Becks zijn zeldzame mensen, ieder van hen, en jij moet werken zoals zij. O, werk kan me niet scheien, riep Roger: Ik zou best willen ploegen of spit ten of zo, maar ik vind, dat ik niet op boodschapjes uitgestuurd moest worden, nu ik baas ben. Luister eens, Roger, zei Lady Beek: Dat zullen we nu eens en voor goed uit maken. Je kunt wel Beck van Beckford zijn en een baron, maar ik zal je laten zien, wie baas is. Daarop nam zij bezit van de stoel, dien hij kort geleden verlaten had en legde hem zonder meer over haar knie Beware! zei nicht Jane, die in de deuropening verscheen: Geef je de jongen een pak slaag, nicht Sophie? Lady Beek zette Roger weer op zijn voeten en gaf geen antwoord behalve een minachtende blik. Roger was ijselijk dankbaar, dat de kas tijding eindigde. Niet omdat het to'n vre selijke pijnlijke bewerking was. want dat was het niet. het was meer een symbool van het baas-zijn dan een straf, maar hij zou het vreselijk gevonden hebben, als oma hem geslagen had waar nicht Jane bij was. Hij slenterde naar het raam en deed alsof hij uitkeek, al was het ook stikdonker. Och, here! hernam juffrouw Beek: Ik had nooit gedacht, dat je dat zou doen, Sophie. Hou je mond. aisjeolieft zei Lady Btek geprikkeld: Het deed mij (neer pijn om het te doen dan hem om het te krij gen, laat ik je dat vertellen. Maar de jon gen moet flink worden en als hij zichzelf omhoog steekt', moet hij op zijn plaats gezet worden, Roger schudde zichzelf eens en, zich omdraaiend, ging hij naar zijn grootmoe der toe en omhelsde haar. Dan ging hij op zijn eigen kleine stoeltje in de hoek zitten en glimlachte. Oma glimlachte ook, een vreemd, beverig lachje en keek nicht Jane triomfantelijk aan. Nou, hij is er niet kwaad om. zei nicht Jane. Zij begreep die helemaal niet. maar het scheen, dat zij elkander begrepen. Het ventje voelde zich beter, dan vóór die kleine scène. Zijn kleine wereld was weer gewoon geworden, had zich hersteld, ondanks alle verandering begreep hij, dat zijn verhouding tot zijn. grootmoeder de zelfde gebleven was. En van grootmoeder hield hij toch het meest. Vreemd genoeg gebeurde er gedurende het deeg-kneden nóg eens iets opmerke lijks in Roger's leven. Het volgend voorjaar kwam er weer een vreemdeling naar Beckford; niet mijnheer Jefferies, maar een jonge, chique heer stapte uit een hoge gele dogcart en wierp de teugels aan een knecht in livrei toe. Zowel het wagentje als de knecht waren gehuurd, maar dat wist Roger niet. Hij was het landpad afgedwaald, op zoek naar primula's en had het wagentje gezien, toen hij bij de hoofdweg gekomen was. Zou jij de jongen zijn, die ik zoek? zei de vreemde met een raar neusgeluid, als sprak hij half tot zichzelf. Het kind zag naar hem op, zijn ge zicht was prettig, donker, met zwarte, heel heldere ogen. Ik heet Roger Beck, verkondigde hij. Sir Roger noemen ze me nu. De andere glimlachte. Sir Roger, ik ben blij, je te ontmoe ten", zei hij. Jij bent de jongen die ik zoek. Ik kon je eerst niet bereiken, maar nu misschien Hij legde zijn hand op de schouder van de kleine en klopte er zachtjes op. terwijl hij sprak. Maar Roger schudde de hand ineens van zch af. Ik denk, dat u zich vergist, zei hij. Ik ken u niet en ik denk Oma ook niet. Dan, alsof hij vreesde, niet beleefd genoeg geweest te zijn, voegde hij er aan toe: Maar komt u binnen. U kunt hij ons thee drinken. De vreemdeling, die zijn hand had la ten zakken, glimlachte weer, en na een korte stilte voegde Roger er vol twijfel aan toe: Maar we drinken laat thee, want Oma kneedt het deeg. Werkt zij zo hard? zei de man half vragend, half peinzend. Wat zou je zeg gen, jongmens, als ik je vertelde, dat je Oma nooit meer behoeft te werken? Roger liet grinnikend zijn kleine, witte tandjes zien. Dan zou ik u niet geloven, antwoord de hij. Mijn Oma moet werken en ik moet werken. Al de Beoks moeten dat, dat zei Opa.., Er kwam een wolk over het gelaat van de ander, maar het kind merkte dat biet. want hij was vooruit gelopen en wierp de keukendeur open. Een heer voor u, Oma! riep hij vro lijk en dan met een achterwaartse bewe ging van zijn hoofd naar de bezoeker: Komt u binnen. Toen de nieuw aangekomene binnentrad, richtte Lady Beek zich op, al trok zij ook niet de handen uit de deegklomp, waar zij mee bezig was, en keek hem scherp aan. ,<Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1951 | | pagina 4