Ons succes-patroon
van deze week
Ons
ROMANBIJVOEGSEL
De Boeren-Baron
BALLET JOOSS: EENHEID IN
VERSCHEIDENHEID
Kolenuitvoer der Y.S.
HOE BESTEL IK MIJN PATROON?
PAGINA 4
ZATERDAG 29 DECEMBER 1951
Terugblik op 1951. Alleen maar prettige herinne
ringen. Amerika met de grootste, Engeland met de
beste productie. Opvallend aantal goede comedies.
Als Amerika de hand in eigen boezem steekt.
Verbetering in de keuze der onderwerpen. Italië bleef
beneden de verwachtingen, Frankrijk stelde teleur.
Nederlandse productie bleef beperkt tot documentaires.
In 1952 mogelijk 80 min ton
GEEN ECHTE LEVENS
BLIJHEID
3.50 tot 4.50 meter stof van 90 c.m.
breed is voor nodig.
Op de laatste Zaterdag van het Jaar
lijkt het ons goed, om een korte terug
blik te werpen op datgene, wat 1951 ons
land op het gebied van de film aan
prettige verrassingen heeft gebracht.
Met opzet willen we alleen maar aan
gename herinneringen ophalen, omdat
het ten einde spoedende jaar ons op
velerlei ander gsebied ai genoeg narig
heid heeft Itzorgd, Trouwens, de
plaatsruimte laat ons geen andere keus,
want ook ln de bioscoop Ir het aantal
onprettige surprises zo groot, dat we
ie zelf* niet bij benadering zouden
kunnen opsommen.
Natuurlijk was Amerika in 1951 weer
het land met de grootste filmproductie.
Maar de erepalm voor de beste produc
tie met de naar verhouding mees
te goede en zelfs uitstekende films komt
toe aan Engeland, dat Italië van zijn
plaats heeft verdrongen ondanks de
economische moeilijkheden, waarmee het
bedrijf in Groot-Brittannië heeft te
kampen.
Opvallend is het grote aantal come
dies, dat de Engelse productie ditmaal
heeft opgeleverd. Maar dan comedies
van teen kwaliteit, een ontwapenende
vrolijkheid, een rake humor en een
bewonderenswaardige geestigheid, die op
de eerste plaats het intellect prikkelen
en pas op de tweede plaats de lever.
Ook hier geldt het gezegde: lest best.
Want ..Een man in een wit pak", de
comedie, die pas tegen het einde van
het jaar het witte doek in ons land be
reikte, overtreft haar voorgang- tens in
originaliteit van gegeven en gaafheid
van uitwerking. Alexander Macken-
drick, die het vorige jaar reeds naam
maakte met „Whisky Galore", een mees
terwerkje van humor en satyre, heeft
met deze film zijn nog jonge talent be
vestigd. Met een visuele humor, die
sedert de komst van de „sprekende'^
film haast verloren scheen, verhaalt'
hij van een jonge uitvinder in de tex
tielbranche, die op zoek is naar een
onverslijtbaar vuil afstotend weefsel en
die daarbij arbeiders en kapitalisten,
broederlijk verenigd, tegenover zich
vindt. „Een man in een wit pak" is
één van de acht films, die in 1951 het
praedicaat Film van de Maand verwier
ven.
Twee andere Engjelse comedies, die
de aandacht vroegen, waren „Noblesse
Oblige" en „Morgen ben ik rijk". Bei
de hadden dit gemeen, dat de held van
het verhaal een volslagen
juister nog, amoreel ifrdividu was in
het eerste geval een charmante jonge
man, die heel zijn familie uitroeit om
een hertogskroon te bemachtigen, in
het tweede geval een plichtsgetrouw^
ambtenaar van de Bank of England, die
er plotseling met een zending goudsta
ven vandoor gaat.
In allo drie comedies wordt <je hoofd
rol gespeeld door Alec Guinneiss, een
acteur, die langzamerhand een onmis
baar onderdeel schijnt te worden van
iedere Engelse filmklucht.
Tenslotte was er nog 'het vermakelijke
geval van twee mijnwerkers uit Wales,
die naar Londen trekken om daar een
door hen gewonnen geldprijs ln ontvangst
te nemen. Deze film, evenals da beide
andere een product uit de Ealing Stu
dio's, die onder de inspirerende leiding
staan van Sir Michael Balcon, wordt
onder de titel „Twee bolhoeden naar
Londen" in ons land vertoond.
Van een heel ander genre, maar niet
minder verdienstelijk is de film „White
Corridors" van de regisseur Charles
Crichton. Een eerlijk en ontroerend
werk over het leven in een volkshospi
taal.
Ook op het gebied van de „thriller
heeft de Engelse filmindustrie een uit
zonderlijk knappe prestatie geleverd
met „Ultimatum", een vrije, maar wei
nig zeggende vertaling van „Seven days
to noon" waarin de giebroeders Boul-
ting heel Londen betrekken bij de jacht
op een krankzinnig geworden atoom
geleerde. die de Britse hoofdstad me-
vernietiging bedreigt. Een werkstuk vol
oorspronkelijkheid, menselijkheid en een
voud, dat zeer terecht het praedicaat
Film' van de Maand verwierf.
Onder de titel „The Woman in ques
tion" heeft Anthony Asquith een poli-
tiedrama geregisseerd, dat is gebaseerd
op de subjectiviteit van het menselijke
oordeel. Een bijzonder sterke en span
nende film naar een opvallend gegeven,
dat alle ongezonde sensatie müt van
de Amerikaanse gangsterfilm.
Tenslotte vermelden we nog „The
Browning Version" van dezelfde regis
seur met Michael Redgrave in de on
vergetelijke rol van kost'-ch ooileraar en
de nog pas op in ons land verschenen
„Hoffmanns Vertellingen", waarin het
fameuze duo PowellPressburger in
technicolor zijn visie geeft op Offen
bach's opera van dezelfde naam.
Amerika blijkt de beste films te ma
ken. als het de hand in eigen boezem
steekt en de aan gene zijde van de
Oceaan bestaande misstanden aan de
kaak stelt. Voorbeelden hiervan zijn
„Sunset Boulevard" van Billy Wilder
met Gloria Swanson, „Asphalt Jungle",
waarin John Hutton een Amerikaanse
misdadigerswereld toont, die van alle
valse luister en heldendom is beroofd
(beide werden tot Film van de Maand
uitgeroepen) en „No way out", een
film van Joseph L. Mankiewlcz, die de
waanzin van de rassenhaat hekelt.
Een Ibwijs van een verheugende ver
betering in de keuze van de verfilmde
onderwerpen, die ook het afgelopen jaar
weer viel te constateren, al is er dan
nog geen sprake van een verhoging van
het peil ovet de hele linie, was „The
Men", een film van Stanley Kramer en
Fred Zinneman, waarin met vele pijn
lijke. maar ook het hart verwarmende
details het lijden en de overwinning-
op-zichzelf worden geschilderd van een
Amerikaanse soldaat, die tijdens de oor
log aan het ruggemerg werd gewond.
Zonder vals medelijden en zonder een
goedkope oplossing confronteert deze
film, die eveneens het praedicaat Film
van de Maand verwierf, de toeschouwer
met één van de wrede na-oorlogse pro
blemen, dat wordt opgelost door de on
verwoestbare menselijke wil om het le
ven te overwinnen. In dezelfde geest be
handelde Stanley Kramer in zijn film
„Bright Victory" de innerlijke strijd van
de blinden uit de jongste wereldoorlog,
die moeten wennen aan een verder
leven in duisternis.
over het geheel het verrassende tempo,
dat juist de grote aantrekkelijkheid van
de Disney-f'ilmsi uitmaakt.
Een pretentieloze, maar c-nwelcrstaan-
baar charmante familieeomedde werd
door Vencente Minnelli geregisseerd
onder de titel „De Vader van de bruid"
met Spencer Tracy en Joan Bennett in
de hoofdrollen. Een aucces, dat men poog
de te herhalen met „Vader plukt de
vruchten".
Tenslotte zij nog vermeld „Verraad te
Boedapest", een film rond het schijn
proces tegen kardinaal Mindszenty, die
wegens de strubbelingen met de cen
trale commissie voor de filmkeuring, die
haar aanvankelijk ontoelaatbaar ver
klaarde, nog niet in normale roulatie
kon worden gebracht.
Van de twee films van Walt Disney,
waarmee het Nederlandse publiek dit
jaar kon kennnismaken, was „Dumbo
het vliegende olifantje, verreweg de
beste. In „Alice in Wonderland", zijn
nieuw te product, wisselen „Kitsch" en
geestige passages elkaar op de gebrul
kelijke manier af, maar de film mis'
De Italiaanse filmproductie is dit jaar
zowel wat betreft kwantiteit als kwali
teit beneden de verwachtingen geble
ven. Toch zijn er enkele uitmuntende
films in vertoning gekomen, waaron
der Pietro Germi's ..De Weg der Hoop",
een klassiek voorbeeld; van zuivere film-
montage. Een actueel sociaal drama
over werkloze mijnwerkers op Sicilië,
die door een oplichter tot een hopeloze
reis naar Frankrijk worden overge
haald.
Ook „Vrouwen zonder naam" (Donne
senza nomi), die met een internatio
naal gezelschap acteurs door de Hongaar
Geza Radvanyi in Italië werd gemaakt,
ia een voorbeeld van wat de film in so
ciaal opzicht kan bereiken, als zij een
enkele maal haar taak en plicht ver
staat. Deze film, waarin het drama van
de heemlo:l3 vrouwen wordt behandeld*
verwierf eveneens het praedicaat Film
van de Maand.
Een film, die zeer veel opzien baarde
en in de grote steden weken lang werd
geprolongeerd, is „Morgen is te laat.",
waarin het delicate onderwerp van de
sexueld voorlichting op fijngevoeligle
wijde wordt behandeld.
De Franse filmproductie heeft dit jaar
diep teleurgesteld. De jury van journa
listen, die over de toekenning van de
jaarlijkse „Prix Louis Delluc" voor de
beste Franse film van het jaar moet be
slissen, hoeft tenminste ditmaal beslo
ten geen prijs toe te kennen, omdat het
gehalte van de films niet goed genoeg
was.
Toch herinneren we even aan Jean
Delannoy's-film „God heeft de mensen
nodig", die dit jaar voor het eerst in
ons land werd vertoond. Als filmwerk
minder sterk, lag aan dit product een
buitengewocw belangwekkend, boeiend
en aangrijpend gegeven ten grondslag-
De film „Schipper naast God", hoe
zeer ook als film een mislukking, stip
pen we even aan, omdat zij is vervaar
digd naar het toneelstuk van de Neder
landse auteur Jan de Hartog.
Het enige Zwitserse product, dat ver
diende aandacht trok, werd vervaardigd
door Leopold Lindtberg, die naam maak
te met „De laatste kans" en „Marie-
Louise". Ook deze film, die onder de
titel „Vier in een jeep" de lotgevallen
beschrijft van een Amerikaanse, een
Engelse, een Franse en een Russische
militair, die in een jeep door de inter
nationale zóne van Wenen patrouilleren,
werd tot Film van de Maand uitverko
ren.
De Amerikaanse minister voor binnen
landse zaken heeft medegedeeld, dat de
Ver. Staten het volgend jaar mogelijk
bijna 80 millioen jon kolen naar alle delen
van de wereld zullen uitvoeren, hetgeen
een record-hoeveelheid voor alle tijden
zou zijn. De uitvoer naar West-Europa en
enkele andere buitenlandse gebieden zal
het volgend Jaar vermoedelijk 50 millioen
ton groot zijn.
De administrateur voor vaste brand
stoffen heeft verklaard, dat de Ameri
kaanse kolenuitvoer van 1951 de op één
na de grootste voorgekomen export zou
zijn. Men verwacht, dat er in 1951 29,-4
millioen ton vlamkolen naar West-Europa
uitgevoerd zullen zijn en 28,6 millioen ton
naar andere gebieden. In 1951 zal ver
moedelijk de uitvoer naar Canada van
anthraciet 3Ys millioen ton groot zijn
geweest en die naar West-Europa en
andere gebieden 2)4 millioen ton. Alleen
in 1947 is de uitvoer groter geweest.
West-Europa voert op het ogenblik
Amerikaanse kolen in op een jaarbasis
van ongeveer 42 millioen ton. Het gebrek
aan kolenwagens, de capac telt der havens
en de omvang der beschikbare scheeps-
ruimte kunnen echter moeilijkheden voor
het exportprogramma veroorzaken, tenzij
de uitvoer gelijk over het gehele jaar
verdeeld zou worden.
De Ver. Staten zullen in de maanden
Januari en Februari a.8. 7.570.000 ton
Uolen naar de landen, die Marshall-hulp
ontvangen, uitvoeren en 960.000 ton naar
andere landen, zo is medegedeeld door
't Amerikaanse departement van handel.
Noelle de Mosa (links) en Kurt Pandler in „Colombinade", een nieuwe
nummer van het ballet Jooss.
Alec Guinness rechtsnis de uitvinder in „Een man in een wit pak',
waarmee Alexander Mackendrick, maker van „Whisky Galore", zijn jonge
talent bevestigde.
Een Nederlandse speelfilm van nor
male vertoningsduur heeft het jaar 1951
niet opgeleverd. De productie in ons
land is beperkt gebleven tot enkele
waarvan Bert Haanstra's
Holland" op het Fiimfesti-
van Cannes de „Grand Prix" der
documentaires verwierf.
Niet minder knap, zij het (tot nog
toe?) niet internationaal onderscheiden,
i3 ,,'t Schot ia te boord", een zeldzaam
gaaf filmpje, dat Herman van der Horst
in opdracht van het E, C. A# heeft ver
vaardigd over de Scheveningse haring
visserij.
Verder zijn in vertoning gekomen
..Mensen en microben" van Max de
i Haas, waarin propaganda wevdt ge
maakt voor maïsaal onderzoek op t-'b.c.
en ..Tussen Keulen en Parijs", een zeer
verdienstelijke filmreportage van Piet
van der Ham over de reis naar Rome,
d-ie 1600 leden van de K. A. B. dit jaar
hebben gemaakt.
Sinds de dagen dat de danskunst der
Germaanse landen verstrikt lag in de
cerebrale Laban- en Wigman-scholen is
het Jooss-ballet gekomen met een meer
natuurlijke ontplooiing der choreograph!-
sche fantasie. In het bijzonder ook zijn
terugkomst in ons land, waarvan gister
avond in Den Haag het gevulde Gebouw
voor K. en W. de première had, bewees
dat een gestyleerde bewegingskunst nog
niet tot cerebrale verstarring behoeft te
leiden en dat cc» perfecte dansdiscipiine
waarvan het gehele gezelschap getuigt
allerminst stereotyp behoeft te worden.
Wat ditmaal bijzonder van het Baltel
Jooss opviel, was de gelijkwaardigheid
der krachten. Hoewel Ulla Söderbaum en
Hans Züllig als de primi inter pares zich
gemakkelijk onderscheidden, staken hun
prestaties toch niet zó ver boven de an
deren uit, dat deze tot figuranten zouden
verlaagd worden. Er heerste daarentegen
zulk een harmonie, zulk een eenheid in
de verscheidenheid van bewegingen, dat
men het Jooss-ballet als een wezenlijk
heid aanschouwt. Verreweg de sterkste
spanning ontstond in „De Groene Tafel",
dat inmiddels een repertoirestuk van het
Ballet Jooss geworden is en veel tot zijn
bestaansrecht heeft bijgedragen.
Een wrange na-oorlogse kreet schreeuwt
bijna uit deze lugubere danifantasie van
vallende krijgers, versteende mensen
figuren. die op een immens grafzerk nog
eenmaal in nachtelijke v.ren hun doden
dans uitvsoran. mat d« dood zei als
zweerder dezer horden. En het is deze
groteske kracht, die zowel het positief als
negatief vermogen van dit ballet uit
maakt.
Werkelijke levensvreugde waartoe
meerdere choreographieën aanleiding
hadden kunnen geven, echte levensblij
heid, zich ln spontane danskunst uil-end,
bezlf deze groep niet. Het is waarschijn
lijk haar noodlot nog aan veel oorlogs
ellende verankerd te zitten.
De hulde, die men aan de pianisten
Klug Rinker en Bittér moet bewijzen
voor hun grote volgzaamheid wordt be
schaduwd door een misplaatst intermezzo
van een sereen orgelstuk van César
Franck als het Prélude. Fugue et Va
riations", waarvan het eerste deel meer
op een walsje leek dan op een invocatie.
Overigens was het zot om „le maltre an-
gelique" tussen lichtighed-en van Tans-
man en Strauss te plaatsen. Een monnik
stuwt men ook niet naar een cabaret
M M.
Dit jaar tienduizenden vluchtelingen
naar W.-Berljjn. In 1951 hebben ongeveer
61 000 Oost-Berlijners om politiek asyi in
West-Berlijn verzocht, van wie 1300 poli
tiemannen. Slechts 16.350 werden als po
litieke vluchtelingen aanvaard. De meeste
anderen verblijven thans illegaal in West-
Berlijn.
Zeer elegant cocktailjaponnetje voor de
uitgaande jongedames. Zeer eenvoudig
van lijn is dit model met aangeknipte
mouw en iets ruim aangezette vierbaans
klokkende rok.
De ceintuur wordt met een flinke
strik gesloten. De mouw is met een
manchet afgewerkt. De enige garnering
die gedragen wordt is een ketting van
paarlen of andere mooie kralen.
Ook zeer modern is een ketting van
kleine bloemetjes of vruchtjes. Wat de
stof voor deze japon betreft is er keuze
in overvloed. Het mooist is taftzijde.
Dan blijven kraagje en strik mooi uit
staan; zulks staat bijzonder elegant.
De sluiting valt op de rug en wordt
met knoopjes gesloten.
Dit patroon is verkrijgbaar in maat:
42, 44 en 46 a 0.85.
Plak aan de adreszijde van een briefkaart, naast en buiten de frankeerzegel
het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze naar
ATELIER CROON, BEATRIJSSTRAAT 4, ROTTERDAM
Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres, woonplaats en maat
en nummer van het gewenste patroon.
Plak nooit meer dan 1op een kaart, wat meer geplakt wordt is
waardeloos.
Girostortingén eveneens ten name van Atelier Croon op nummer 271231.
Afgehaald elke dag van 9 tot 12 en van 2 tot 5 uur. Benalve s Zaterdags.
3)
Maar lady Beek had zich met een
harde trek op het gelaat afgewend en
sir John, die beefde, en wiens gelaat
■donkerrood was geworden, hief nog
maals bevelend zijn hand op, zodat de
man stil hield en half -boos, half ge
amuseerd van de een naar de ander
keek.
Kom, zeide hij, dit is kinderwerk.
Het is dwaas, het bestaan te blijven ne-
-Ijeren van iemand, die even goed leeft
als u of ik. Ik zal u nu yerlaten, ma»r
ik verzoek u, na te denken over wat u
gezegd heeft. Denk eens goed na. vóór
u een kans vergooit, die een groot ver
schil zal maken in het leven van die
aardige kleine jongen. Ik hoop over een
■dag of wat nader van u te horen. Mijn
adres is....
Hij wilde zijn kaartje te voorschijn
halen, maar sir John hield hem weer met
een armbeweging tegen.
U zult nu al antwoord hebben, zei
hij.
Hij ging naar een -ouderwets bureau
in de hoek, ontsloot een lade en nam
er een rol perkament uit. Toen hij deze
uitspreidde, bleek het <je stamboom der
Becks te zijn. Wat een familie! De stam
vader was uit de dagen van Willem de
Veroveraar en er waren huwelijken met
de beste huizen, de titel was een der
oudste van het land.
Kijk eens hier, zei sir John zacht
jes en wees onder op het blad, waar een
naam meermalen doorgestreept was.
Uitgewist! riep Jefferies uit.
Uitgewist, herhaalde sir John heel
plechtig en terwijl hij het perkament
weer oprolde, voegde hij er aan toe:
Dat is mijn antwevrd, mijnheer.
HOOFDSTUK II.
Op een donkere middag diezelfde
winter, werd de kleine Roger haastig bij
het bed van zijn grootvader geroepen.
De oude sir John was al een paar we
ken ziek geweest en n-u wisten Molly
en nicht Jane zeker, dat hij ging sterven,
Roger hoorde, hoe zij er over fluisterden,
toen de dokter was weggegaan. Lady
Beek, die hem uitgeleide had gedaan,
zei er niets over, haar gezicht Was heel
strak en bleek, maar zij weende niet.
daarom hcopte Roger, dat nicht- Jane het
•bij het verkeerde eind had. want hij
dacht, dat meit moest huilen, als er
iemand stierf. Hij huilde zelf bijna, toen
hij naar opa keek, want hij zag, dat er
tranen in opa's ogen waren en zijn stem
beefde erg.
Ik zou graag een beetje langer voor
jou geleefd hebben, mijn jongen, maar
als ons uur gekomen is, moeten wij er
in berusten. Jij zult nu Beck van Beek-
ford zijn. Doe je plicht. Houd 'je hoofd
hoog en je handen schoon.
Sir John zuchtte en sloot zijn diep
liggende donkere ogen, alsof nu een
grote last van hem afgenomen was- Ro
ger stond hem stil aan te kijken en hield
met moeite zijn tranen in, terwijl zijn
handen, tot vuistjes gebald, strak langs
zijn lichaam hingen.
Even later open de de oude man zijn
ogen weer en glimlachte zwakjes.
Ga nu maar, Roger en verbeet niet,
wat ik je gezegd heb.
Roger haalde diep adem.
Dat is alles, zei sir John zacht cn
langzaam. Ja dat is alles. Het zal je
goed gaan. als je doet, wat ik je gezegd
heb. Houd je hoofd hoog en je handen
schoon.
Lady Beek kwam naderbij en tilde
hem op het bed.
Je moest opa maar een zoen geven,
zeide zij op een vreemde, stille manier.
Roger gehoorzaamde en sir'John, nog
glimlachend, probeerde zwakjes zijn
hand op het blonde hoofdje te leggen.
Hij was er te uitgVeput voor, zijn kracht
schoot te kort en zijn vrouw nam zijn
grote, bevende hand, bracht die naar
kopje van Roger en liet ze daar even
rusten.
God zegen je, mijn jongen, zei sir
John. en toen barstten Roger's tranen
los, zijn grootmoeder zettte hem haastig
neer en duwde hem de kamer uit.
Hij zag de goede oude man nooit meer
in leven.
Treurig en somber waren de dagen,
die volgden. Kleine Roger zat onnatuur
lijk stil op zijn stoeltje in de keuken,
hoorde iedere bijzonderheid van de be
grafenis bepraten, met de breedsprakig
heid, die zijn omgéving eigen was. Hij
wist precies, wat de kist kostte, hoe zij
er Uitzag en waar zij van gemaakt was-
Hoeveel mensen er voor de begrafenis
waren uitgenodigd en wat zij zouden
eten.
Hij wist, dat zijn grootvader 'n prach
tig lijk was. om te schilderen, met zijn
sneeuwwitte baard. Roger zelf Was *en
paar maal naar de sterfkamer geslopen
en had gevonden, dat grootvader er zo
wat hetzelfde uitzag als vroeger, alleen
wal bleker.... en zijn hartje was haast
gebroken, toen nicht Jane met die won
derlijke wreedheid van haar, hem uit
legde, dat, al scheen het ook. dat opa
sliep, hij toch nooit en nooit terug zou
komen en dat hij, Roger, alleen op de
wereld was, of bijna, want dat hij niet
moest verwachten, dat oma zon slag
lang overleven zou.
Oma zat bewegenloos aan het hoofd
einde van het bed, met de handen in
haar schoot en keek naar het stille ge
zicht van haar trouwe echtgenoot. Zij
weende helemaal niet, ook niet, toen zij
bij het open graf stonden. Nicht Jane
huilde heel erg en Roger ook, hij voelde
zich onuitsprekelijk ellendig en verla
ten, toen zij ten laatste keer naar huis
gingen.
Later kwam hij weer een beetje bij,
want iedereen praatte tegen hem en gaf
hem lekkers en boer Rainford zsi, dat
hij een flinke, kleine vent was en me
vrouw Heptonstal hoopte, dat hij zo
flink zou opgroeien, als ze nu van hem
verwachtten en nicht Jane vertelde ver
halen over zijn pienterheid en vlugheid,
die hij heel duidelijk hoorde, al zat hij
aan het andere eind van de tafel.
Er werd veel notitie van hem geno
men, veel hartelijke en vriendelijke
woorden gesproken en hij hoorde de
mensen ook tegen oma zeggen, dat hij
een hele troost voor haar zou zijn
en toen opende oma ha-ar lippen om te
zeggen, dat zij dat ook hoopte en er op
rekende.
De volgende morgen was het werkelijk
veel prettiger de gordijnen weer om
hoog te vinden en al was hij er niets
minder bedroefd om, toch was het plei-
zieriger, dat je weer hard kon praten
en zelfs lachen.
Lady Beck, met haar gewone, nuch
tere verstand, had bevolen, dat de za
ken weer zo spoedig mogelijk haar oude
gang moesten gaan. Zij had een weduw-
mutsje op, maar droeg verder haar
daagse japon en Roger's stijve, niauwe
zwarte pakje, werd weggehangen voor
de Zondag en hij kon zijn daagse plunje
weer aantrekken, die hij het prettigst
vond. Er was echter één verandering
die hij. al was hij nog zo jong, toch op
prijs stelde: hij nam een duidelijk be
langrijkere plaats in dan vroeger, lady
Beck was de eerst» om hem zijn nieuwe
titel t» geven.
Zeg sir Roger, dat het ontbijt klaar
is, zeide zij tegen Molly met vaste stem.
de morgen na de begrafenis, en Molly
gehoorzaamde haastig. Zij vond de jonge
baron langzaam heen pn weer wiegende
op de deur van een leeg varkenskot.
Het ontbijt is klaar en ga er alsje
blief af, sir Roger, zei Molly eerbiedig.
Een paar weken geleden zou zij hem
zonder plichtplegingen er a£ getrokken
hebben, met een fikse oorvijg er bij.
Roger gehoorzaamde peinzend.
Waarom noem je me zo, Molly?
vroeg hij, terwijl hij met haar naar huis
liep.
Omdat je nu sir Roger bent, zei
Molly. Jij bent nu Beek van Beckford,
'r. baron.
Wat is dat? vroeg de Jongen.
Nou, heb je dat niet altijd op je
opa's brieven gezien, isir John Beek.
Dat zullen ze nu op jouw brieven zetten.
Roger zette grote ogen op en de twee
stapten plechtstatig het huis binnen. Het
feit. dat hij tot nu toe zo goed als geen
correspondentie gehad had, nam mets weg
van zijn besef van eigen grootheid. In
de namiddag kwam zijn gewichtigheid
nog eens beter uit. Op zijn eigen verzoek
bracht hij zelf de middagkoffie naar Jem
Wainwent, die de heg aan het knippen
was. Toen de man hem zag komen, liet
hij zijn schaar in de steek en liep hem
tegemoet.
Je moest nu niet meer zulke bood
schapjes doen, meende Jem.
Nee, jong, ik bedoel, Sir Roger, je
moest andere lui boodschappen geven in
plaats van ze zelf te doen.
Maar ik doe het graag, zei het ventje
en zette zijn blauwe ogen wagenwijd
open.
Nou, als je ze graag doet. dan weet
ik het niet", zei Jem. Maar Jij bent nou
baas en als je niet wilt sjouwen, dan zijn
d'r nog genoeg anderen. De meid had dit
wel voor je kunnen dren, of Tom. Tom
kon wel wat meer doen voor de kost.
Hij nam de kruik bier en voor hij ze
aan zijn mond zette, knikte hij de kleine
jongen toe:
Het beste, Sir Roger Beck en dat je
een even goede baas mag zijn als je Opa.
Al was het nog zo vreemd en al voel
de hij een soort gemis, toch was er een
zekere vreugde in Roger, toen hij Jem de
kruik zag leeg drinken.
Je bent nou baasde lui onder je
Het was wel erg. dat iedereen zo be
droefd was. omdat Opa dood was maar
Jem Wainwent was toch een aardige
man. Roger had nog nooit geweten, hoe
aardig en hoe eerbiedig. Toen het bier
op was en de kruik op de grond stond,
zei hij de oude man met veel waardigheid,
dat hij altijd goed voor hem zou zijn en
hem nooit te hard zou laten werken en
misschien, hier dacht hij enige ogenblik
ken na, als Jeth eens een wije dag wou
hebben, zou hij er over denken, Jein ant
woordde, niet zo «eiblèdig deze keer,
door met zijn duim over zijn schouder
naar het huis te wijzen en grijnzend op
te merken, dat er daar nog iemand was
die ook een beetje in de melk te brokke
len had.
Maar ik ben toch baas, Jem, -zei je
dat niet? riep de kleine baron.
Ja, jij bent baas, zei Jem. met zijn
mond vol brood en spek. En je moest je
hoofd hoog houden, maar ik zou nog maar
niks zeggen over vrije dagen voor het
volk, totdat je een beetje ouder bent.
Zijn hoofd hoog houden precies wat
Opa gezegd had. Nou, dat kon Roger in
elk geval doen en dat deed het kereltje
ook, toen hij naar huis liep met de kruik,
na heel plechtig afscheid van dé knecht.
Ook Tom, die met de melkkar reed, was
heel aardig tegen de jonge meester, hij
poetste zijn schoenen en maakte een
fluitje voor hem en las hem Zondags
avonds stukjes uit de krant voor.
Nog niet zo heel lang geleden had Tom
hem een oorvijg toegediend, toen hij niet
vlug genoeg op zij ging bij een gelegen
heid, dat Tom het erg druk had. Deze
verandering in gedragslijn was heel
vleiend. Iedereen was op die prettige
manier veranderd, behalve Oma.
Oma was zwijgzamer dan ooit en precies
even bevelend en even stip omtrent som
mige nare dingen, die voor een ventje
van Roger's leeftijd altijd even vervelend
zijn en die Roger toch altijd weer vergat
en die hij zich nu zeker moest herinne
ren, omdat hij nu een baron was. Nicht
Jane gaf er niet om, of hij zijn voeten
veegde of de deur dicht deed zij zou
hem zelfs gerust aan tafel hebben laten
komen met vuile handen. Maar Oma niet.
Het was vreemd, dat Oma de enige in
huis scheen te zijn, die maar niet kon
begrijpen, dat hij een Beck van Beckford
was.
Op een middag drentelde hij de keuken
binnen toen Lady Beek aan het deeg
kneden was, hij was juist bij Tom ge
weest en had hem verteld, wat hij alle
maal ging doen als hij groot was en hij
was dus in een uitstekend humeur.
Zijn grootmoeder keek hem scherp aan,
in haar hart dacht zij met een soort
treurige trots, hoe hard hij groeide en
wat een stevig kereltje hij was, maar haar
uiterlijk verraadde niets van haar in
wendige voldoening.
Neem Je pet af Roger, zeide zij.
Ik zie ook, dat je je voeten niet half
genoeg hebt geveegd, ging zij voort. Ga
terug en haal ze nog eens goed over de
mat.
Hij gehoorzaamde een beetje onwillig.
Ik heb ze geveegd Oma.
Ga terug en doe het over, herhaalde
Lady Beek.
Roger klom van de stoei af, waarop hij
half was gaan zitten en liep de keuken
door met een heleboel onnodig geklepper.
Hij Hét de deur half open staan en vol
voerde het bevel met veel gestamp en
geschraap. Dan keerde hij terug, kletste
de deur dicht en deed net of hij floot,
toen hij naar zijn stoel liep
Lady Beek. na hem «ven gewaarschuwd
te hebben, dat hij niet zoveel lawaai be
hoefde te maken, als hij deur nog eens
dicht deed, schonk geen aandach. aan die
tekenen van misnoegen en gedurende een
paar minuten weerklonk er geen ander
galuid door de keuken, dan het lichte ge
ritsel dat Lady Beek maakte met het
kneden van het deeg.
Wat later keek zij weer naar haar klein
zoon die nog op zijn stoel hing met ge
fronste wenkbrauwen en ontevreden zijn
benen Het bengelen.
Haal eens even een takkenbos voor
me, Roger, zeide zij.
Roger wierp haar een verontwaardigde
blik toe. liep naar de deur. deed die
langzaam open en riep Molly.
W.aarvoor doe je dat? vroeg zijn
grootmóeder.
Ik zal haar zeggen een takkenbos te
gaan halen, antwoordde hij waaidig.
Maar ik heb j o u gezegd er een te
halen, vlug, doe het nu.
Roger keek haar nog eens half op
standig. half verwijtend aan, maar na een
ogenblik aarzelen ging hij toch zijn bood
schap doen. Terugkomend zette hij de
•bos bij de haard neer en kwam bij de
tafel staan, waar Lady Beek bezig was.
Oma, zei hij: ik geloof, dat u me die
dingen maar niet meer moest laten doen.
Waarom niet? vroeg zij. ophoudend
met kneden.
Ik ben nu Beek van Beckford, zei
Roger: En Jem Wainwent zegt. ik ben
baas.
O ja? zei Lady Beek: Daar zullen we
dadelijk wel eens over praten.
Zij maakte haar deeg af, deed het in de
grote, bruine pannen, die klaar stonden,
en zette ze bij het vuur te rijzen. Dan
veegde zij haar handen af, maakte haar
schort los, vouwde het op en wenkte
Roger.
Kijk eens hier, mijn jongen, je groot
vader was Beck van Beckford en hij heeft
alle dagen van zijn leven hard gewerkt,
ik ben tweemaal een Beek en ik heb mijn
plicht gedaan in dit huis. vroeg en laat,
even hard als de vrouw van een dagloner.
Als jij Beck van Beckford bent. dan moet
jij je plicht doen. zoals wij allemaal. De
Becks zijn zeldzame mensen, ieder van
hen, en jij moet werken zoals zij.
O, werk kan me niet scheien, riep
Roger: Ik zou best willen ploegen of spit
ten of zo, maar ik vind, dat ik niet op
boodschapjes uitgestuurd moest worden,
nu ik baas ben.
Luister eens, Roger, zei Lady Beek:
Dat zullen we nu eens en voor goed uit
maken. Je kunt wel Beck van Beckford
zijn en een baron, maar ik zal je laten
zien, wie baas is.
Daarop nam zij bezit van de stoel, dien
hij kort geleden verlaten had en legde
hem zonder meer over haar knie
Beware! zei nicht Jane, die in de
deuropening verscheen: Geef je de jongen
een pak slaag, nicht Sophie?
Lady Beek zette Roger weer op zijn
voeten en gaf geen antwoord behalve een
minachtende blik.
Roger was ijselijk dankbaar, dat de kas
tijding eindigde. Niet omdat het to'n vre
selijke pijnlijke bewerking was. want dat
was het niet. het was meer een symbool
van het baas-zijn dan een straf, maar hij
zou het vreselijk gevonden hebben, als
oma hem geslagen had waar nicht Jane
bij was. Hij slenterde naar het raam en
deed alsof hij uitkeek, al was het ook
stikdonker.
Och, here! hernam juffrouw Beek: Ik
had nooit gedacht, dat je dat zou doen,
Sophie.
Hou je mond. aisjeolieft zei Lady
Btek geprikkeld: Het deed mij (neer pijn
om het te doen dan hem om het te krij
gen, laat ik je dat vertellen. Maar de jon
gen moet flink worden en als hij zichzelf
omhoog steekt', moet hij op zijn plaats
gezet worden,
Roger schudde zichzelf eens en, zich
omdraaiend, ging hij naar zijn grootmoe
der toe en omhelsde haar. Dan ging hij
op zijn eigen kleine stoeltje in de hoek
zitten en glimlachte. Oma glimlachte ook,
een vreemd, beverig lachje en keek nicht
Jane triomfantelijk aan.
Nou, hij is er niet kwaad om. zei
nicht Jane.
Zij begreep die helemaal niet. maar het
scheen, dat zij elkander begrepen.
Het ventje voelde zich beter, dan vóór
die kleine scène. Zijn kleine wereld was
weer gewoon geworden, had zich hersteld,
ondanks alle verandering begreep hij, dat
zijn verhouding tot zijn. grootmoeder de
zelfde gebleven was. En van grootmoeder
hield hij toch het meest.
Vreemd genoeg gebeurde er gedurende
het deeg-kneden nóg eens iets opmerke
lijks in Roger's leven.
Het volgend voorjaar kwam er weer een
vreemdeling naar Beckford; niet mijnheer
Jefferies, maar een jonge, chique heer
stapte uit een hoge gele dogcart en wierp
de teugels aan een knecht in livrei toe.
Zowel het wagentje als de knecht waren
gehuurd, maar dat wist Roger niet. Hij
was het landpad afgedwaald, op zoek naar
primula's en had het wagentje gezien, toen
hij bij de hoofdweg gekomen was.
Zou jij de jongen zijn, die ik zoek?
zei de vreemde met een raar neusgeluid,
als sprak hij half tot zichzelf.
Het kind zag naar hem op, zijn ge
zicht was prettig, donker, met zwarte,
heel heldere ogen.
Ik heet Roger Beck, verkondigde
hij. Sir Roger noemen ze me nu.
De andere glimlachte.
Sir Roger, ik ben blij, je te ontmoe
ten", zei hij. Jij bent de jongen die ik
zoek. Ik kon je eerst niet bereiken, maar
nu misschien
Hij legde zijn hand op de schouder van
de kleine en klopte er zachtjes op. terwijl
hij sprak. Maar Roger schudde de hand
ineens van zch af.
Ik denk, dat u zich vergist, zei hij.
Ik ken u niet en ik denk Oma ook niet.
Dan, alsof hij vreesde, niet beleefd genoeg
geweest te zijn, voegde hij er aan toe:
Maar komt u binnen. U kunt hij ons thee
drinken.
De vreemdeling, die zijn hand had la
ten zakken, glimlachte weer, en na een
korte stilte voegde Roger er vol twijfel
aan toe: Maar we drinken laat thee, want
Oma kneedt het deeg.
Werkt zij zo hard? zei de man half
vragend, half peinzend. Wat zou je zeg
gen, jongmens, als ik je vertelde, dat je
Oma nooit meer behoeft te werken?
Roger liet grinnikend zijn kleine, witte
tandjes zien.
Dan zou ik u niet geloven, antwoord
de hij. Mijn Oma moet werken en ik
moet werken. Al de Beoks moeten dat, dat
zei Opa..,
Er kwam een wolk over het gelaat van
de ander, maar het kind merkte dat biet.
want hij was vooruit gelopen en wierp de
keukendeur open.
Een heer voor u, Oma! riep hij vro
lijk en dan met een achterwaartse bewe
ging van zijn hoofd naar de bezoeker:
Komt u binnen.
Toen de nieuw aangekomene binnentrad,
richtte Lady Beek zich op, al trok zij ook
niet de handen uit de deegklomp, waar zij
mee bezig was, en keek hem scherp aan.
,<Wordt vervolgd)