Consumptiebeperking ging
niet te ver meent dr Holtrop
geen toestand van deflatie
Nog
Naar meer efficiency in de
schoenindustrie
r
„ZWARTE" STUDENTEN
PROBLEMEN
Pijper's „Halewijn
Ned. Kamer van Koophandel
voor België/Luxemburg
Rood China vergrijpt zich aan
priesters
Bedenktijd te Pan Moen Dj on
GEMEENTE BOXTEL VOOR
DE RECHTER
4ete
Aanslag op
koning Faroek?
Voor toekomst gevaar van geldschepping
door de overheid
Op de goede weg
Wederom valse
S.O.S.-bericliteu
halvering van
benzine-gebruik?
A
Zeer geslaagde première in Utrecht
Sterke ontwikkeling onderling handels-
verkeer
Spionnage in West-
Duitsland
Vier Nederlandse missionarissen in de
gevangenis
Koreavrijwilligers op
Koninginnedag thuis
Administratieve fout99 bij goedkeuring
van woningbouw
PAGINA
DINSDAG 39 APRII 1952
HANDELSBELEMMERINGEN
VOOR ONS EEN RAMP
Gevaar ligt bij de overheid
Oorzaken van de verbruïks-
daling
In toekomst hogere dividenden
nodig
met de blauwe N
zacbf en geurig
NEDERLANDSE BATA-FABRIEK
HEEFT ORDERS VOOR
AMERIKA
Regeringsprogram en herstel
LONDEN
9
Geen omvangrijke consolidatie
van staatsschuld mogelijk
VIJFTIGJARIG BESTAAN
GEVIERD
Als onderdeel van
Franciscanen zwaarst getroffen
Tragische terugkeer van een
bisschop
staatsgreep
De vermindering van de industriële bedrijvigheid en de stijging van
de werkloosheid, die zich in het derde en vierde kwartaal tegelijk met
de verbetering in de betalingsbalans manifesteerden, hebben de vraag doen
rijzen naar hun oorzakelijk verband. Zij hebben de twijfel doen opkomen
of het regeringsprogramma wellicht te diep had ingegrepen en de stelling
doen uitspreken dat met name het aan de bevolking opgelegde „con
sumptie-offer" te groot zou zijn geweest.
De president van de Ned. Bank, dr M.
W. Holtrop, schrijft hierover in het jaar
verslag over 1951, te willen vooropstellen,
dat onder omstandigheden, die voor
Nederland in 1951 golden, een zekere
tijdelijke en niet cumulatieve stijging van
de werkloosheid een onvermijdelijk te
verwachten nevenverschijnsel van de ver
betering van de betalingstoalanspositie
^as. Wanneer een betalingsbalanstekort
voortspruit uit een overmaat van infla
toire financieringen in het binnenland
en dat was de situatie in Nederland in
1950 die niet uitsluitend de invoer,
maar toch voor een zekér deel ook de
binnenlandse bedrijvigheid heeft gestimu
leerd, en er komt aan die inflatie een
einde, dan zal daarvan uiteraard ook de
binnenlandse bedrijvigheid een terugslag
ondervinden.
In plaats van ons te beklagen over de
betrekkelijk geringe terugslag op de bin
nenlandse conjunctuur waarop trou
wens ook andere verschijnselen, nl. ver
schuivingen in de richting van de con
sumptieve vraag, hun invloed oefenden -
is er aanleiding ons te Verheugen over het
feit, dat een zo groot inflatoir betalings
balanstekort als 1950 nog vertoonde, met
betrekkelijk zo geringe aanpassing van de
industriële structuur kon worden her
steld.
De compenserende stijging van de ex-
portafzet heeft daartoe mede bijgedragen.
Ware het tekort niet voor een groot deel
aan voorraadfinanciering, doch ten volle
aan n overmatig investeringsprogramma
en een te hoog verbruiksniveau te wijten
geweest, dan ware de terugslag op de
binnenlandse bedrijvigheid zonder twijfel
veel groter geweest.
Intussen blijft het gerechtvaardigd, de
vraag te stellen of 't regeringsprogramma
wellicht toch tc ver gegaan zou kunnen
ziji. en aanleiding zou kunnen gaan geven
tot een toestand van deflatie, die al even
ongewenst zou zijn als de voorafgegane
toestand van inflatie en of wellicht m dit
programma het accent te zwaar gelegd is
op de verbruiksbeperking in plaats van
op de beperking der investeringen.
De eerste vraag kan slechts ontkennend
beantwoord worden. Van de totale over
heidsfinanciering is in 1951 geen feflatoir
effect uitgegaan. Integendeel: terwijl 1950
inderdaad een deflatoir effect ven de
totale overheidshuishouding met zien
bracht, geeft 1951 een inflatoir ^efinan-
cierd deficit op de totale
houding te zien, ondanks het achterblijven
van de verwachte uitgaven en inhaal van
belastingachterstand. Voor de toekomst
schijnt eerder te vrezen, dat de overheid
de neiging zal vertonen opnieuw een be
roep te doen op inflatoire financierings
middelen, dan dat zij door overmatige
overschotten de schaal van het monetaire
evenwicht in deflatoire richting zou doen
doorslaan.
Maar ook in de private sector is nog
niet gebleken van een duurzaam over
heersen van deflatoire tendenties. Ont
daan van seizoenmatige en speculatieve
elementen geeft de lopende rekening van
consumptie-offer der loontrekkenden had
zich reeds in de periode voor Maart 1951
yoltrokken. Dit, door de conjuncturele
prijsstijging en niet door de regerings
maatregelen teweeggebrachte consumptie-
offer is inmiddels door de geleidelijke
daling van het prijsindexcijfer van het
gezinsverbruik, die na Juli 1951 intrad en
die evenzeer een conjunctureel karakter
droeg, weer gedeeltelijk goedgemaakt,
nl. voor de helft. De daling van het reële
loonpeil sedert 1 September 1949 bedroeg
eind 1951 3,7 pet.
Dat na Maart de consumptieve uitgaven
van het publiek een scherpe daling ver
toonden, is dan ook niet een gevolg ge-,
weest van een door de regeringsmaat
regelen veroorzaakte koopkrachtvermin
dering behalve dan voor zover het de
zelfstandigen betreft maar veeleer een
gevolg van het feit, dat mede als reactie
op het vertrouwenwekkende regerings
programma, er een einde kwam aan de
jaar 1951 hoogstens een evenwicht te zien
en geenszins een overschot. Voorts is
evenwicht op de lopende rekening als
doelstelling onvoldoende. Volledig herstel
is eerst bereikt, wanneer ook het tekort
op de kapitaalrekening uit eigen middelen
dekking vindt.
Dat de in de tweede helft van 1951 ge
bleken neiging van de private sector tot
herstel van de liquiditeitspositie zich in
de toekomst nog lang zou voortzetten,
lijkt niet te verwachten, tenzij er een
ernstige omslag zou komen in de wereld
conjunctuur.
Niettemin blijft in dit opzicht waak
zaamheid geboden; het ogenblik komt
zonder twijfel naderbij waarop niet meer,
zoals in het verleden, bijna alle takken
van het bedrijfsleven de uit lopende af
schrijvingen en onverdeelde winsten ver
kregen middelen ten behoeve van herstel
en expansie van het eigen bedrijf her
investeren. Op dat ogenblik dient de door
stroming van ondernemingsinkomen naar
privaatinkomen en naar de kapitaalmarkt
zo onbelemmerd mogelijk te kunnen plaats
vinden en zou het voor de binnenlandse
conjunctuurontwikkeling slechts schade
lijk kunnen zijn die doorstroming te be
lemmeren. In dat licht verdienen ook
maatregelen ais loonstop, dividendstop en
renlegamma, die een zeer nuttige functie
kunnen hebben bij het overwegen van
inflatoire tendenties, maar die bij een
optreden van deflatoire invloeden ver
storend kunnen gaan werken, hernieuwde
overweging, zowel naar beginsel als naar
vorm.
De prijsverhoging, welke uit de af
schaffing van de subsidies voortvloeide is
na Maart 1951 volledig gecompenseerd
door de toegestane loonsverhoging. Het
(Van onze speciale verslaggever)
In de Bata-fabrieken te Best zijn van
deze wereldindustrie schoentechnici uit
een aantal landen hijeen om gezamenlijk
onder leiding van de uit Londen over
gekomen Thomas Bata te bespreken, hoe
het meest efficiënt gewerkt kan worden,
teneinde zo goedkoop mogelijk schoenen
aan de markt te brengen.
De heer Bala, met wie wij een onder
houd hadden, beschouwde dit als hèt pro
bleem, omdat de prijs van de schoenen
aangepast moet worden aan de inkomens,
die in het algemeen geen te hoge uit
gaven veroorloven. Schoenen zjjn altijd
een sociale behoefte geweest, maar door
dat grotere gebieden tot ontwikkeling ko
men, zal de productie kunnen toenemen.
Om dit dragen van schoenen door men-
Ficuiciucu geen ue lupenae reaening van*uu6l. r tmuc
de betalingsbalans over het tweede half- inflatiementaliteit. Deze is er de oorzaak
van geweest, dat in het eerste kwartaal
van 1951 en vooral in Maart de consump
tieve uitgaven van het publiek belangrijk
uitgingen boven het reële inkomensniveau
en deze op inflatoire wijze werden ge
financierd door een beroep op „de kous"
en door een beroep op de spaarbanken.
De opvatting dat 't regeringsprogramma
van Maart 1951 te zeer de nadruk zou
hebben gelegd op de vermindering van
het verbruik, ir de zin van vermindering
van het reële loon, en daardoor zou heb
ben bijgedragen tot een vermijdbare toe
neming van de werkloosheid, moet met
stelligheid worden afgewezen.
De vraag is gerezen of de vermindering
van werkgelegenheid het nemen van bij
zondere overheidsmaatregelen rechtvaar
digt of zelfs noodzakelijk maakt en zo ja,
van welke aard die maatregelen dienen
te zijn. De ervaring leert, dat daarbij vaak
te lichtvaardig de toepassing van infla
toire bestrijdingsmiddelen wordt aanbe
volen. De werkgelegenheid, die gekocht
wordt met het bederf van het geld, is te
duur betaald. Zij js bovendien nimmer
van duurzame aard.
Het is daarom van belang om scherp te
onderscheiden tussen vermindering van
de werkgelegenheid, dia slechts een ge
volg is van: a. verschuiving van de vraag;
b. die resulteert uit het ophouden van een
inflatoire expansie van de vraag en c. die
inderdaad een gevolg kan zijn van een
deflatoire contractie van de vraag. Het
zijn nimmer de beide eerstgenoemde, het
is alleen de laatste, die onder bepaalde
omstandigheden aanleiding mag geven tot
het gebruik van monetaire bestrijdings
middelen.
Veel meer dan door binnenlandse
vraagverschuivingen wordt echter de
werkgelegenheid in Nederland bedreigd
door verschuivingen jn de internationale
vraag. Dubbel moeilijk wordt het voor
ons, indien grote nabuurlanden zich ge
dwongen zien hun, evenzeer als in
Nederland, uit monetaire oorzaken voort
gekomen hetalingsbalanstekorten te
redresseren door een rechtstreeks ingrij
pen m het handelsverkeer.
Het rechtstreekse ingrijpen in het inter
nationale «Mdelsverkeer is het grootste
gevaar, dat de Nederlandse conjunctuur-
ontwikkeling in de naaste toekomst be
dreigt; het is bovendien een gevaar,
waartegenover de binnenlandse conjunc
tuur-politiek vrijwel machteloos staat. Het
zou een werkelijke ramp zijn voor de
kleine landen in Europa, die méér dan
de gre4e landen voor hun welvaart af
hankelijk zijn van het internationale han
delsverkeer, indien de tendentie tot het
terugkomen op de liberalisatie van de
Europese handel meer dan een tijdelijke
noodmaatregel zon blijken te zijn.
is echter uit monetair oogpunt gezien
alleen dan aan te bevelen, wanneer de
deflatoire werking ervan kan dienen ter
compensering van elders werkzame in
flatoire ontwikkelingen. In een toestand
van monetair evenwicht zou zij slechts
verstorend kunnen werken.
Wat de inflatoire financiering betreft
wordt opgemerkt, dat de centrale overheid
voor haar eigen huishouding een over
schot van 200 (v. j. 160) millioen had.
Een veel ongunstiger beeld geeft de huis
houding der lagere overheid te zien, die
in 1951 tot een bedrag van 370 millioen
een beroep op inflatoire financierings
middelen moest doen. De kapitaalmarkt
heeft niet de middelen opgebracht om de
investeringen der lagere publiekrechtelijke
organen te financieren. Het resultaat was
tenslotte, dat de overheidsdienst als ge
heel in 1951 een inflatoir tekort van
170 millioen vertoonde tegen een defla
toir overschot in 1950 van 210 millioen.
Uit monetair oogpunt vertoonde de
overheidssector dus een zeer ernstige
achteruitgang. Er blijkt alle aanleiding te
zijn voor ongerustheid over de monetaire
ontwikkeling in deze sector.
T.a.v. de belastingen verklaart dr
Holtrop, dat verlaging van de belasting
druk voorshands niet mogelijk lijkt, tenzij
belangrijke verlaging van het uit
gavenniveau voor het Kijk doorvoerbaar
zou blijken, of wel dekapitaalmarkt aan
zienlijk ruimere mogelijkheden zou bieden
voor het opnemen van leningen.
Alle tekenen wijzen er op, aldus dr H.,
dat de betalingsbalanscrisis is overwon
nen. Belangrijke en niet geheel beheers
bare schommelingen in de betalingsbalans
positie zullen niettemin ook in de toe
komst steeds mogelijk blijken.
Heeft het regeringsprogram het tot
dusver bereikte herstel mogelijk gemaakt?
Het antwoord moet tegelijk ja en neen
luiden. Ja, inzoverre bereikt is dat de
Staat, ondanks de verhoogde militaire las
ten, voor de eigen dienst geen beroep heeft
behoeven te doen op geldcreatie. Ja, even
eens in zoverre de restrictieve credietpoli-
tiek er toe heeft kunnen bijdragen, dat de
credietexpansie binnen enige grenzen
bleef. Neen echter in zoverre beide facto
ren toch geen einde hadden kunnen stellen
aan een voortgezette inflatoire financie
ring uit primaire en secundaire liquiditei
ten, indien niet in de voorafgaande jaren de
latente inflatie was overwonnen door ont
trekking aan het verkeer van het teveel
aan middelen. Dit is slechts mogelijk ge
weest door de afgite van deviezen door de
Ned. Bank, verkregen uit de ECA hulp.
Het regeringsprogram had voorts de wind
mee door de daling van de internationale
grondstoffenprijzen.
Het verloop van de deviezenvoorraad
en zelfs van de betalingsbalans geeft nog
maar een oppervlakkige en onvoldoende
maatstaf voor de beantwoording van de
vraag, of een land al of niet op weg is
zich monetair en financieel te herstellen.
Een geheel andere maatstaf is die van de
verhouding tussen de deviezenvoorraad
en het totaal der primaire en secundaire
liquiditeiten, resp. van de relatieve bewe
ging van deze beide grootheden t.o.v.
elkander.
LONDEN, Maandag.
DE STILTE in Strawberry Hill,
één van Londens rustigste rand
gemeenten werd enkele dagen
geleden verstoord door 't rhythmische
dreunen van jungle-trommen Het
geluid kwam uit het huis, dat,y
achttiende eeuw werd gebouwd d
de schrijver Horace Walpole, voora
bekend door zijn talloze brieven en
zijn ijveren voor het herstel van ae
gothièk. die hij vereerde, maar niet
begreep. Zijn huis is daar trouwens
het beste bewijs van. Het is gebouwd
naar de vijftiende-eeuwse kerkstijl.
De plafonds zijn evenals de wanden
overdadig versierd met goudgekleur
de ornamenten en zelfs de planken
van de boekenkasten zijn rijkelijk
bewerkt.
In dit architectonisch zowel als
decoratief merkwaardige huis voer
de die bewuste
avond een groep
Afrikanen in in
landse kledij exoti
sche dansen uit.
Onder de toeschou
wers bevond zich
'n twintigtal Afri
kaanse studenten
die een bezoek hadden gebracht aan
alle universiteitssteden van Enge
land.
Tn hun gezelschap bevonden zich
een 80 a 100 gekleurde inheemsen".
Engeland, met wie zij
woonachtig m Eng g'estelijke op_
een week tie doorbrachten,
bouw en recreatie thans
Want Walpole's oud than,
het „St Mary's Cair.om. a
(Door Douglas Hyde).
die thans in Engeland ,st"^er|"n 4®
organiseren en bij te s -verd
thans gevoerde besprek) -lopnomen
voor meer dan 50 pet deelg
Training College". datJff^yertuurd
deel van de Paasvaca?fnt'efor Catho-
werd aan de „Associatie leinff
V
een
van „colleges", die arbeiders t
rijpere geestesontwikkeling
brengen steunende op de kathol
onderrichtingen.
Intussen heeft deze orSalai^['!
verscheidene malen per jaar stu
weken en weekend-scholen ge
houden. in afwachting van ontwiKke-
lingscursussen, die men het hele jaar
door hoopt in te richten. De titel
waaronder de studies van dez
speciale week werden gehouden:
luidde: ,,De Paus en Afrika" en zij
vertegenwoordigden de eerste ge
meenschappelijke poging van men
aard van Britse en Afrikaanse katho
lieken om te komen tot een bestude
ring van de problemen van Afrika
en. inzonderheid van de Afrikaanse
studenten, die in Engeland verblijven.
De poging werd gesteund door een
aantal lekenorganisaties, terwijl ze
onder leiding stond van mgr Kerr
McClement. die een jaar geleden
door de bisschoppen belast werd met
de taak, de 5000 katholieke kolo
niale" studenten van gekleurd ras,
door de Afrikanen, ofschoon
slechts 25 pet uitmaakten van
aantal aanwezigen.
Met GROTE NADRUK werd al
lereerst vastgesteld, dat kleur
lingen en blanken dienen te er
kennen, dat in Afrika's cultuur en tra
dities niet door 't Christendom moet
worden ingegrepen, maar dat ze moe
ten worden gekerstend en dat, wan
neer dit gebeurt, Afrika aanzienlijk
kan bijdragen tot de verbreiding van
het christendom.
Ten tweede bleek uit de gevoerde
discussie, hoe nodig het is. dat katho
lieke Afrikanen, die in Engeland
studeren, zichzelf beschouwen en ook
door anderen beschouwd worden als
de potentiële christelijke leiders van
Afrika en opgeleid
cn geschikt ge
maakt worden voor
zulk een leider
schap.
Toen een katho
lieke anthropoloog
mr William Fagg'
van het Britse'
museum, een lezing nield over Afri
kaanse kunst en cultuur opgeluisterd
door films en gramofoonplaten, leer
den velen van zijn toehoorders een
massa dingen over de cultuur van
hun eigen volk en voelden zij voor
de eerste maal hun belangstelling
daarvoor gewekt.
Dit kan van groot belang zijn,
want maar al te vaak stond in het
verleden de bekering van een Afri
kaan tot het christendom gelijk met
zijn culturele en soms ook met zijn
physieke afzondering van zijn mede-
Afrikanen, zodat hij geen kans kreeg
om dezen te beïnvloeden.
Erkenning door katholieken hier te
lande van de betekenis der proble
men van de kleurlingen-studenten is
iets van jongere datum. Een toe
nemend aantal personen in Engeland
is intussen begonnen, zich voor deze
zaak te interesseren, vooral toen men
zag, dat de communisten onder die
gekleurde studiosi een succesvolle
actie voerden.
Tot voor kort moesten missiona
rissen in Afrika rapporteren, dat
bijna iedere student, door de missie
scholen afgeleverd, als hij te Londen
een hogere opleiding had genoten,
terugkeerde zonder geloof en vaak
als communist. Dit proces is thans
reeds tot geringere proporties terug
gebracht. In Engelse katholieke krin
gen hoopt men. dat Afrikaanse
katholieken in Engeland ook in ge
loofszaken zo goed opgeleid zullen
worden, dat ze in staat zullen zijn,
onder hun landgenoten, die eveneens
met hen in Engeland studeren, be
keringen te maken, zodat het aantal
christenen, dat naar Afrika terug
keert groter is. dan dat, hetwelk
vandaar uit „op studie" ging.
sen, die gewoon waren barrevoets te
gaan, nog aan te moedigen heeft de Bata
Engelse teams naar Afrika en India ge
zonden om door middel van films voor
lichting te geven.
De deelnemers aan de internationale
research-conferentie worden in de ge
legenheid gesteld kennis te nemen van
verschillende nieuwe machines, waarmee
de onderdelen van de fabricage vlugger
en economischer uitgevoerd worden.
In Best bedraagt de productie thans
85 tot 90 duizend paar schoenen per week
waarvan 25 tot 30 duizend van leer en de
rest van rubber, een omzet, die men wel
denkt, te handhaven, zodat geen vrees
behoeft te bestaan, dat de personeelsbe
zetting van 2200 mannen en meisjes in
gekrompen behoeft te worden.
Daar de Bata in 28 landen 37 fabrieken
heeft, die alle geheel zelfstandig werken,
waaronder ook in Canada en Amerika
zelf, doet het vreemd aan te vernemen
dat juist Best aan twee export-orders van
100.000 en 50.000 paar schoenen voor de
Verenigde Staten werkt. De fabriek in
Amerika is echter onmogelijk in staat
aan de vraag daar te voldoen, terwiil de
prijs in Nederland het laagst is U
Men heeft hiervoor speciale leesten
moeten laten maken, omdat de voet van
de Amerikaanse vrouw langer en smaller
is en dus een ander model fchoen vraagt
Zoals men weet, is de Bata-industrie
oorspronkelijk te Zlin in Tsfecho-Slowa-
kpe ontstaan doch deze fabriek achter
het IJzeren Gordijn is geheel van het
concern losgeraakt en heeft ook een an
dere naam. 1 d11
De heer Thomas Bata, zoon van de
stichter moet dan ook beschouwd worden
als directeur van de Western Company
Toen hij m contact kwam met de mt
Tsjecho-Slowakije gevluchte machinist
die met zijn trein over de grens was ge
reden, bood lm deze een huis en een
betrekking in zpn fabriek in Canada aan.
Britse scheepvaartautoriteiten, die een
geheime radiozender trachten op te spo
ren welke sinds twee maanden valse
e o S-berichten uitzendt, waardoor ver
schillende malen reddingsboten voor niets
ziin uitgevaren, zijn tot de conclusie ge-
tnmen dat deze zich op ongeveer acht
van ostende aan de Belgische kust
moet bevinden. Het onderzoek wordt
V Maandagmiddag' werden wederom valse
E O S -signalen opgevangen, waarin ge
zegd werd, dat een schip ter hoogte van
de kust van Kent op een wrak was ge-
Oo grond van peilingen van de
stoten P Foreland, Willemsoord
min Helder) en Kootwijk, die de bood-
de conclusie gekomen.
Duitse autodeskundigen hebben op de
jaarbeurs te Met
een vroegere hoofdm?e" r R-drens-
serschmidt vliegtuigfabriek te ^ens-
burg, Friedrich Meyerpatent
automobielen bijim zal worden
veerd. Zij deelden mede, dat er reeds
met jeeps en andere in Dudsland
vaardigde kleine auto's Pro5vc"buraior
genomen. Het nieuwe van de c
is, naar zij verklaarden, dat de brandstof
wordt vergast vlak voor deze in ac cy
linder komt, waardoor de afstand, die
in dc meeste auto's daartussen W, ver
valt. Zij voegden er aan toe, dat Mey
met verschillende landen onderhanden
over de verkoop van zijn uitvinding, maar
zij weigerden mede te delen, welke
landen waren.
De secundaire liquiditeiten, in handen
van andere institutionele beleggers dan
spaarbanken, vertoonden in 1951 geen
daling- docb zelfs een geringe stijging,
n.l. van 380 millioen tot 420 millioen.
Een geleidelijke daling in de komende
jaren lijkt waarschijnlijk door o.a.
afwikkeling van schade door oorlogs-
molestverzekeringmijen. De secundaire
liquiditeiten in handen van de overige
groepen huishoudingen (hoofdzakelijk 't
bedrijfsleven) stegen tot 1830 (v.j.
1780) millioen. Ook in deze groep be
vinden zich nog reserves, die in de loop
der volgende jaren voor investering zul
len worden gebruikt. Een belangrijke
verdere liquidatie van liquiditeiten door
het bedrijfsleven op korte termijn is niet
te verwachten.
Het zeer stabiele karakter van de
niet-banken bevestigt bet vermoeden, dat
de omvang dezer liquiditeiten thans niet
groter meer is dan overeenstemt met de
behoeften van de houders. Daaruit volgt
dan echter ook de conclusie, dat er
voor een omvangrijke consolidatie van
vlottende schuld geen mogelijkheid be
staat.
Wel blijft het mogelijk om tot schul-
denconsolidatie over te gaan door het ont
trekken van nieuwe besparingen aan de
kapitaalmarkt. Een dergelijke consolidatie
Er is in de geschiedenis van liet Europese theater misschien geen vorm
aan te wijzen, welker lotgevallen bij de verschillende natties zo uiteenlopend
verliepen als die van de opera. Wat in Italië aan het einde van de 16e eeuw
als opera zijn uitgangspunt nam, geboren uit de jarenlange disputen van
een groep intellectuelen, was ongeveer het tegendeel van datgene waartoe
ruim een eeuw later de opera uitgegroeid was. De Franse Revolutie bracht
in haar politiek-economische ontreddering zeker geen feller opgezweepte
fanatici voort dan de in de voorafgaande jaren geleverde strijd om een
eigen opera. Het Duitse muziekdrama kwam eerst veel later tot ontwik
keling en eigenlijk uit een aversie tegen de bestaande vormen.
Nederland heeft nimmer op een eigen
opera-cultuur kunnen bogen. En wan
neer Pijper desondanks een Halewijn"
geschrecen heeft ,dan vaart zijn lading
onder de vlag van het ..symphonis'^:
drama" waarmede wij echter allo"
minst bedoelen, dat de componist hier
met slinkse manipulaties tussen Scylla
en Charybdis door wil zeilen.
Laten we in het midden of Pijper met
zi.ta symphonisch drama twijfelt aan de
„Lebensraum" van de werkelijke opera,
of dat zijn creatieve gesteldheid niet in
overeenstemming te brengen was met de
heersende opera-traditie, veel belangrij
ker is het te constateren, dat hij in deze
Halewijn zowel het symphonische als
het drama in meesterlijk verband heeft
gebracht.
Het hoofdpunt van het werk, de ca
tastrophe voltrekt zich in een adembe
nemende spanning, onzchtbaar op het
toneel maar in de orkestbak zo impo
sant als zelfs een ras-dramaturg zich
maar wensen kan. Aan dit moment al
leen reedsontleent Pijper's Halewijn
een unieke betekenis, maar daarnaast
zijn er vele andere momenten wij
roemen bijvoorbeeld de slotscène, de
ontmoeting met Halewijn die van
grote dramatische werking zijn.
De behandeling van de stemmen is
natuurlijk het probleem van het werk
dat het minst effectief opgelost schijnt
te zijn in de partij van Halewijn.
Hier wordt de verstaanbaarheid van
de tekst dikwijls al te zeer bemoei
lijkt door de weelderige orkestparti-
fcuur*.vooral waar Pijper het lage re
gister van de stem voorschrijft. Ove
rigens is juist de rijke orchestratie
wel in staat om een brillant beeld te
geven vian Pijper's instrumentale
kunst. Met name de behandeling der
blazers Is van grote pracht en praal.
Johan de Meester heeft getracht met
zijn regie het midden te vinden tussen
de hoge mate van de sty lering uit Pij
per's muziek en de sfeer van primi
tiviteit waarin het libretto zich beweegt.
Waar hij een accentuering van het
laatste verkoos zoals bijv. in het slot
van de stalscène waar de vos ten tonele
Zaterdag werd te Brussel de vijftigste
algemene ledenvergadering gehouden
van de Nederlandse Kamer van Koop
handel voor België en Luxemburg. In de
vijftig jaar van haar bestaan is de Kamer
uitgegroeid tot een krachtige organisatie,
die een belangrijke rol speelt in het eco
nomisch verkeer tussen de drie Benelux
landen. Voorzitter Van Schaardenburgh
heeft er in zijn feestrede op gewezen,
dat het streven der Kamer naar bevorde
ring van '"et onderlinge handelsverkeer
tussen de drie landen de laatste jaren
parallel liep met de onderhandelingen,
die uiteindelijk moeten leiden tot de
economische unie tussen de drie landen.
Allen weten, dat men nog niet aan dit
stadium toe is en welke moeilijkheden
nog zijn te overwinnen, om een oplos
sing te vinden voor de vele problemen,
aldus de voorzitter, die echter van me
ning is, dat het getuigt van werkelijk
heidszin, dat de talloze vraagstukken
tevoren grondig onder ogen worden ge
zien. Hij gaf daarna enkele cijfers, waar
uit blijkt, dat het onderlinge handelsver
keer zich in sterkere mate heeft ontwik
keld, dan dat ten opzichte van de andere
landen. Nederland was in 1951 verreweg
de beste klant van België/Luxemburg
en na de V.S. de belangrijkste leverancier.
Omgekeerd was België/Luxemburg de
eerste leverancier van Nederland en na
het Ver. Koninkrijk de beste afnemer.
Na afioop van deze vergadering vond
een zakenlunch" plaats, waaraan vele
hooggeplaatste gasten aanzaten. Jhr H.
G. A. Quarles van Ufford, alg. procura
tiehouder van de B.P.M. heeft daarbij een
rede uitgesproken over „De Taak van de
Internationale Aardolie-Industrie". De
aardolie-industrie kan slechts werken
aldus spreker, indien zij internationaal
en geintegreerd is. De Kon. Shell Groep
vormt daarvan een goed voorbeeld, die
aardolie zoekt en wint in vier wereld
delen, met een tankervloot, die alle we
reldzeeën bevaart en in ca 80 landen
een verkoopapparaat heeft. Spreker ging
nog uitvoerig in op de technische en we
tenschappelijke ontwikkeling en hij
wees tenslotte op de verbetering, die op
alle gebied voortdurend bereikt wordt.
wordt gevoerd konden we hem het
minst waarderen.
Voor het overige verdient zijn ensce
nering alle bewondering, die zich ook
mag uitstrekken tot de smaakvolle
costumes en décors van E. F. Doeve.
Het w-as de Ned. Opera diie zich voor
deze uitvoering ditmaal onder de uit
nemende leiding van Eduard Flipse
heeft ingespannen. Corry van Beckum
gaf een uitstekende creatie van het
kouingsEnd en Gerard Holthaus was
heaT kundige tegenspeler die in vocaal
opzicht een zeer zware taak te vervul
len had.
De overige rollen weren door Arany
Delorie, Jo van de Meent, Cora Canine
Meyer, Jan van Mantzen, Gé Smit en
Jan Vos sterk bezet.
Het Rotterdams Phfïh. Orkest dat
enige tijd geleden nog een warm plei
dooi gevoerd had voor Pijpers zes ada
gio's heeft in een prachtige realisatie
van de partituur deze Ha]£wijn-uitvoe
ring tot een zeer geslaagde gemaakt, en
daarmede een waardige bijdrage *ot de
Pij perher denkmg gelevend,
B. O.
De openbare aanklager van hef West-
duitse oppergerechtshof heeft medege
deeld, dat een spionnagecomplot is ont
dekt. In Berljjn. Frankfort en Keulen zijn
verscheidene personen gearresteerd, die
bekentenissen hebben afgelegd en details
over hun activiteit hebben bekend ge
maakt. Daar het onderzoek nog voort
duurt, worden deze bijzonderheden voor
alsnog door de autoriteiten geheim gehou
den. Dit is het eerste geval van spion
nage tegen de Westduitse staat. Wel heb
ben dc geallieerde autoriteiten in West-
Duits] and verscheidene gevallen behan
deld van spionnage tegen de bezettende
mogendheden.
tien procent van alle buitenlandse missionarissen in Cliina vertoeft
in gevangenissen, zo verneemt het K.N.P. uit Hong-Kong. Onder lien
bevinden zich vier Nederlanders, n.l. de Lazaristen H. Hermans, J. Huys-
mans en H. Verhaeren en pater der Vreemde Missiën van Parijs E. Haane.
In totaal zitten gevangen 17 bisschoppen, 107 priesters, 17 zusters en
4 broeders. Het laatste overzicht, dat dezer dagen kon worden opgemaakt,
meldt, dat uit China verdreven zijn sinds 1 Januari 1951 in totaal 1.763
priesters. Thans verblijven nog in China 1.018 priesters en bisschoppen,
362 zusters en 55 broeders, dat is in totaal 1.435, hetgeen dus overeenkomt
met tienmaal het aantal gevangen missionarissen.
Het lot van de Chinese priesters en
bisschoppen zelf is niet gunstiger, indien
men het percentage van de inlandse
clerus in ogenschouw neemt. Immers, er
vertoeven in de gevangenissen ook nog
2 Chinese bisschoppen en naar schatting
220 Chinese priesters. De actie van de
communisten keert zich vooral tegen deze
eigen landgenoten, omdat deze hardnekkig
weigeren zich aan te sluiten bij de Na
tionale Kerk, die in China gelukkig geen
kans van slagen schijnt te krijgen.
De 145 missionairissien, die in de
Chinese gevangenissen vertoeven, beho
ren tot 25 verschillende congregaties en
orden.. De Paters Jezuieten, die het
grootste aantal missionarissen hier heb-
Gisteren is te Pan Moen Dj on voor
het eerst sinds tien weken een plenaire
bijeenkomst van de wapenstilstands
onderhandelaars gehouden. Zij duurde
55 minuten. Op verzoek van de Noor
delijken zijn de besprekingen voor on
bepaalde tijd verdaagd. Men vermoedt
dat de Noord-Koreaanse en Chinese af
gevaardigden met hun regeringen over
leg willen plegen- De partijen zijn over
eengekomen niets over het verloop der
vergadering mee te delen. Er schijnt
door de V.N.-alaevaardigden be
langrijk nieuw voorstel te zijn gedaan.
Eén van hen zeide tenminste: Het op
perbevel van de V-N. is van gevoelen,
dat een algehele oplossing van het pro
bleem mogelijk is en daarom is vandaag
zo'n oplossing voorgesteld".
De drie voornaamste kwesties, die een
bestand nog in de weg staan zijn: 1. de
uitwissaiing van gevangenen; 2. de benoe
ming van neutrale waarnemers bij een
wapenstilstand; 3. de eis van de V.N., dat
de aanleg van vliegvelden wordt beperkt
gedurende een wapenstilstand.
ben, met 217 priesters. 31 broeders en 25
scholastieken, tellen 18 gevangenen on
der hun gelederen. Doch de Franciscanen
met hun 184 ordegenoten brengen de
zwaarste offers: niet minder dan 31 ver
toeven in de gevangenissen. De Paters
van het Goddelijk Woord hebben 21 ge
vangenen op 125 priesters en broeders,
waarmede zij onmiddellijk op de Fran
ciscanen volgen. Deze beide congregaties
hebben hier bijna alle Duitse paters, de
Jezuieten zijn meestal van Franse en
Amerikaanse nationaliteit.
De laatst uitgedreven bissischop, de
67-jarige mgr Louis Jantzen, bisschop
van Tsjoenking, Fransman van geboor
te, is acht maanden na zijn uitwijzings
bevel in Hong-Kong aangekomen op het
moment, dat de communistische politie
vreesde, dat hij zou sterven. Hij lijdt aan
t.b.c. en hartzwakte.
In een toestand van algehele uitput
ting is de bisschop vorige week na een
moeizame reis uit Tsjoenking in Hong
kong gearriveerd. Gedurende de reis
heeft men hem voortdurend kamferin-
jecties moeten geven om zijn hartslag te
stimuleren.
Oog Mgr Pinault uit Tjengtoe is in
deze zelfde toestand in Hong-Kong ge
arriveerd.
Reeds op 25 Augustus van het vorig
jaar was Mgr Jantzen veroordeeld om
i te worden uitgewezen. Maar het decreet
werd niet uitgevoerd, omdat de commu
nisten hem als chantage-materiaal ge
bruikten. Voor zijn vrijlating eisten de
communisten een billioen communistische
dollars, een bedrag, dat te kort was vol
gens hun zeggen, in de boeken van het
diocees. In afwachting van de betaling
werd de bisschop onder huisarrest ge
houden. Nadat tenslotte het bisschoppe
lijke paleis was verkocht, werd de bis
schop naar een herberg overgebracht en
opgesloten in een .kamertje op de boven
verdieping. Het was hem niet mogelijk
contact met de buitenwereld te krijgen.
In Tsjoenking zitten nog twee buiten
landse priesters in de gevangenis, voor
wie de losprijs van 30 millioen nog niet
is betaald.
Een cm-respondent van dn Amerikaan
se „National Broadcasting Company",
Dan Kurzman, meldt, dot koning Faroek
van Egypte eind vorige moand bij een
aanslag op zijn leren aan de dij werd ge
wond. De koning had de aanvaller ap
zijn paleis te Cairo in awdiöntle ontvan
gen. De aanvaller, die „majoor Sitke"
wordt genoemd, ie door de lijfwacht van
de koning doodgeschoten, aldus Kurz
man.
Kurzman heeft <St bcrirfrt aan de ,.N.
B, C." gezonden van het eüand Cyprus
af. Ongeveer een week geleden is hij uit
Cairo vertrokken. Zijn zegslieden ha-aden
hem meegedeeld, dat de aanslag deel uit
maakte van een staatsgreep, beraamd
door de Wafdistische partij, die weer
aan de macht wilde komen. Meer dan
twintig legerofficieren, de Mohamme-
daanse broederschap en een groep dcor
de Kominform gesteunde communisten
zouden in het complot zijn geweest.
Kurzman zegt, dat hij vlak vóór zijn
vetrtrek uit Cairo van het complot hoor
de. Na de aanslag was koning Faroek
naar één van zijn residenties in Noord-
Oost-Egypte overgebracht om van de
wond tt herstellen. Hij keerde omstreeks
midden-April te Cairo terug, aldus de
correstpcndent van de jN.B.C.".
Onvoorziene omstandigheden voorbe
houden zal het detachement Koreavrij
willigers dat verleden jaar 31 Maart on
der commando van eerste luitenant J. W.
Mever naar Korea is vertrokken, op 30
April a.s. in Nederland terugkeren.Het
detachement, dat op 29 April in Liver
pool arriveert, vertrekt op 30 April met
de .Koningin Emma" van de Stoomvaart
maatschappij „Zeeland" naar Nederland
en wordt plm. 19 uur in Hoek van Hol
land verwacht. De debarkatie is voorlopig
vastgesteld op 30 April te 20 uur. Alle
opvarenden zullen nog dezelfde dag naar
huis worden vervoerd.
Heden in de namiddag zullen veertien
gewonde militairen van het Nederlandse
detachement op het vliegveld Valken
burg arriveren. Zuster Hoekveen uit
Maasdijk, die op 31 Maart 1951 naar
Korea vertrok, komt als verpleegster
mee.
(Van onze correspondent).
Voor de meervoudige economische ka
mer van de rechtbank te Den Bosch
stond gisteren terecht de gemeente
Boxtel, waarvan burgemeester mr M. A.
M. van Helvoirt als gedaagde verscheen,
beschuldigd van het tegen de geldende
voorschriften gevoerde bouwbeleid ten
aanzien van een aantal woningwetwo
ningen. In December 1950 werd officieel
aan de gemeente Boxtel meegedeeld, dat
in 1951 45 woningen mochten worden ge-
oouwd Van Januari tot Augustus 1951
kwamen 42 dezer woningen gereed zon
der dat daarvoor de vereiste vergunnin
gen waren afgegeven. Er was namelijk
nog een rijksgoedkeuring voor nodig ge
weest, welke goedkeuring de wet even
wel aan de gemeenten zelf heeft over
gedragen.
De begane „administratieve fout" be
stond dan ook slechts hierin, dat van
gemeentewege in dit geval slechts een
mondelinge en geen schriftelijke goed
keuring was verstrekt.
Voorts zou de gemeente bij het contin
gent van 45 woningen er ook tien hebben
bijgeteld, welke van het voor het jaar
1950 toegestane bouwvolume niet waren
opgebruikt.
Als getuigen werden hierbij o.m. ge-
noord de hoofdingenieur-directeur vail i
de Wederopbouw en Volkshuisvesting in
Noord-Brabant, ir G. Bolsius, de expert
mr G. van Vlier, ambtenaar aan het de
partement van Wederopbouw, alsmede
de aannemer, uitvoerder en opzichter.
De officier van Justitie achtte kwade
wouw aanwezig en eiste tegen de ge
meente Boxtel een boete van 5000.
De verdediger, mr G. Kolfschoten,
bestreed d-e kwade trouw. Het enige
nalatige in deze affaire was, dat de
gemeente voor zich geen schriftelijke
vergunning had uitgereikt. B. en W.
hadden hun best gedaan de woning
nood te lenigen en daarvoor staan zij
thans terecht. Voorts wees hij op de
wrijving, die er bestond tussen de
hoofdingenieur-directeur van de We
deropbouw en de gemeente BoxteL
Ook oe burgemeester wees elke be-
.schuldiging van opzet van de hand. Het
verdroot hem, dat de overheid zo weinig
oegrip toonde voor de moeilijkheden der
gemeenten.
Tens'otte eiste de officier van Justitie
tegen de opdrachtgevers nog een extra
boete. namelijk tegen de burgemeester
van Boxtel ƒ300 en tegen de beide wet-
nouders Valks en v. d. Laan respectieve-
_ijk 100 en ƒ200. Tegen de directeur van
Gemeentewerken die de leiding bij de
bouw r.ad, werd 150 boete geëist.
Uitspraak over veertien dagen.