Consumptiebeperking ging niet te ver meent dr Holtrop geen toestand van deflatie Nog Naar meer efficiency in de schoenindustrie r „ZWARTE" STUDENTEN PROBLEMEN Pijper's „Halewijn Ned. Kamer van Koophandel voor België/Luxemburg Rood China vergrijpt zich aan priesters Bedenktijd te Pan Moen Dj on GEMEENTE BOXTEL VOOR DE RECHTER 4ete Aanslag op koning Faroek? Voor toekomst gevaar van geldschepping door de overheid Op de goede weg Wederom valse S.O.S.-bericliteu halvering van benzine-gebruik? A Zeer geslaagde première in Utrecht Sterke ontwikkeling onderling handels- verkeer Spionnage in West- Duitsland Vier Nederlandse missionarissen in de gevangenis Koreavrijwilligers op Koninginnedag thuis Administratieve fout99 bij goedkeuring van woningbouw PAGINA DINSDAG 39 APRII 1952 HANDELSBELEMMERINGEN VOOR ONS EEN RAMP Gevaar ligt bij de overheid Oorzaken van de verbruïks- daling In toekomst hogere dividenden nodig met de blauwe N zacbf en geurig NEDERLANDSE BATA-FABRIEK HEEFT ORDERS VOOR AMERIKA Regeringsprogram en herstel LONDEN 9 Geen omvangrijke consolidatie van staatsschuld mogelijk VIJFTIGJARIG BESTAAN GEVIERD Als onderdeel van Franciscanen zwaarst getroffen Tragische terugkeer van een bisschop staatsgreep De vermindering van de industriële bedrijvigheid en de stijging van de werkloosheid, die zich in het derde en vierde kwartaal tegelijk met de verbetering in de betalingsbalans manifesteerden, hebben de vraag doen rijzen naar hun oorzakelijk verband. Zij hebben de twijfel doen opkomen of het regeringsprogramma wellicht te diep had ingegrepen en de stelling doen uitspreken dat met name het aan de bevolking opgelegde „con sumptie-offer" te groot zou zijn geweest. De president van de Ned. Bank, dr M. W. Holtrop, schrijft hierover in het jaar verslag over 1951, te willen vooropstellen, dat onder omstandigheden, die voor Nederland in 1951 golden, een zekere tijdelijke en niet cumulatieve stijging van de werkloosheid een onvermijdelijk te verwachten nevenverschijnsel van de ver betering van de betalingstoalanspositie ^as. Wanneer een betalingsbalanstekort voortspruit uit een overmaat van infla toire financieringen in het binnenland en dat was de situatie in Nederland in 1950 die niet uitsluitend de invoer, maar toch voor een zekér deel ook de binnenlandse bedrijvigheid heeft gestimu leerd, en er komt aan die inflatie een einde, dan zal daarvan uiteraard ook de binnenlandse bedrijvigheid een terugslag ondervinden. In plaats van ons te beklagen over de betrekkelijk geringe terugslag op de bin nenlandse conjunctuur waarop trou wens ook andere verschijnselen, nl. ver schuivingen in de richting van de con sumptieve vraag, hun invloed oefenden - is er aanleiding ons te Verheugen over het feit, dat een zo groot inflatoir betalings balanstekort als 1950 nog vertoonde, met betrekkelijk zo geringe aanpassing van de industriële structuur kon worden her steld. De compenserende stijging van de ex- portafzet heeft daartoe mede bijgedragen. Ware het tekort niet voor een groot deel aan voorraadfinanciering, doch ten volle aan n overmatig investeringsprogramma en een te hoog verbruiksniveau te wijten geweest, dan ware de terugslag op de binnenlandse bedrijvigheid zonder twijfel veel groter geweest. Intussen blijft het gerechtvaardigd, de vraag te stellen of 't regeringsprogramma wellicht toch tc ver gegaan zou kunnen ziji. en aanleiding zou kunnen gaan geven tot een toestand van deflatie, die al even ongewenst zou zijn als de voorafgegane toestand van inflatie en of wellicht m dit programma het accent te zwaar gelegd is op de verbruiksbeperking in plaats van op de beperking der investeringen. De eerste vraag kan slechts ontkennend beantwoord worden. Van de totale over heidsfinanciering is in 1951 geen feflatoir effect uitgegaan. Integendeel: terwijl 1950 inderdaad een deflatoir effect ven de totale overheidshuishouding met zien bracht, geeft 1951 een inflatoir ^efinan- cierd deficit op de totale houding te zien, ondanks het achterblijven van de verwachte uitgaven en inhaal van belastingachterstand. Voor de toekomst schijnt eerder te vrezen, dat de overheid de neiging zal vertonen opnieuw een be roep te doen op inflatoire financierings middelen, dan dat zij door overmatige overschotten de schaal van het monetaire evenwicht in deflatoire richting zou doen doorslaan. Maar ook in de private sector is nog niet gebleken van een duurzaam over heersen van deflatoire tendenties. Ont daan van seizoenmatige en speculatieve elementen geeft de lopende rekening van consumptie-offer der loontrekkenden had zich reeds in de periode voor Maart 1951 yoltrokken. Dit, door de conjuncturele prijsstijging en niet door de regerings maatregelen teweeggebrachte consumptie- offer is inmiddels door de geleidelijke daling van het prijsindexcijfer van het gezinsverbruik, die na Juli 1951 intrad en die evenzeer een conjunctureel karakter droeg, weer gedeeltelijk goedgemaakt, nl. voor de helft. De daling van het reële loonpeil sedert 1 September 1949 bedroeg eind 1951 3,7 pet. Dat na Maart de consumptieve uitgaven van het publiek een scherpe daling ver toonden, is dan ook niet een gevolg ge-, weest van een door de regeringsmaat regelen veroorzaakte koopkrachtvermin dering behalve dan voor zover het de zelfstandigen betreft maar veeleer een gevolg van het feit, dat mede als reactie op het vertrouwenwekkende regerings programma, er een einde kwam aan de jaar 1951 hoogstens een evenwicht te zien en geenszins een overschot. Voorts is evenwicht op de lopende rekening als doelstelling onvoldoende. Volledig herstel is eerst bereikt, wanneer ook het tekort op de kapitaalrekening uit eigen middelen dekking vindt. Dat de in de tweede helft van 1951 ge bleken neiging van de private sector tot herstel van de liquiditeitspositie zich in de toekomst nog lang zou voortzetten, lijkt niet te verwachten, tenzij er een ernstige omslag zou komen in de wereld conjunctuur. Niettemin blijft in dit opzicht waak zaamheid geboden; het ogenblik komt zonder twijfel naderbij waarop niet meer, zoals in het verleden, bijna alle takken van het bedrijfsleven de uit lopende af schrijvingen en onverdeelde winsten ver kregen middelen ten behoeve van herstel en expansie van het eigen bedrijf her investeren. Op dat ogenblik dient de door stroming van ondernemingsinkomen naar privaatinkomen en naar de kapitaalmarkt zo onbelemmerd mogelijk te kunnen plaats vinden en zou het voor de binnenlandse conjunctuurontwikkeling slechts schade lijk kunnen zijn die doorstroming te be lemmeren. In dat licht verdienen ook maatregelen ais loonstop, dividendstop en renlegamma, die een zeer nuttige functie kunnen hebben bij het overwegen van inflatoire tendenties, maar die bij een optreden van deflatoire invloeden ver storend kunnen gaan werken, hernieuwde overweging, zowel naar beginsel als naar vorm. De prijsverhoging, welke uit de af schaffing van de subsidies voortvloeide is na Maart 1951 volledig gecompenseerd door de toegestane loonsverhoging. Het (Van onze speciale verslaggever) In de Bata-fabrieken te Best zijn van deze wereldindustrie schoentechnici uit een aantal landen hijeen om gezamenlijk onder leiding van de uit Londen over gekomen Thomas Bata te bespreken, hoe het meest efficiënt gewerkt kan worden, teneinde zo goedkoop mogelijk schoenen aan de markt te brengen. De heer Bala, met wie wij een onder houd hadden, beschouwde dit als hèt pro bleem, omdat de prijs van de schoenen aangepast moet worden aan de inkomens, die in het algemeen geen te hoge uit gaven veroorloven. Schoenen zjjn altijd een sociale behoefte geweest, maar door dat grotere gebieden tot ontwikkeling ko men, zal de productie kunnen toenemen. Om dit dragen van schoenen door men- Ficuiciucu geen ue lupenae reaening van*uu6l. r tmuc de betalingsbalans over het tweede half- inflatiementaliteit. Deze is er de oorzaak van geweest, dat in het eerste kwartaal van 1951 en vooral in Maart de consump tieve uitgaven van het publiek belangrijk uitgingen boven het reële inkomensniveau en deze op inflatoire wijze werden ge financierd door een beroep op „de kous" en door een beroep op de spaarbanken. De opvatting dat 't regeringsprogramma van Maart 1951 te zeer de nadruk zou hebben gelegd op de vermindering van het verbruik, ir de zin van vermindering van het reële loon, en daardoor zou heb ben bijgedragen tot een vermijdbare toe neming van de werkloosheid, moet met stelligheid worden afgewezen. De vraag is gerezen of de vermindering van werkgelegenheid het nemen van bij zondere overheidsmaatregelen rechtvaar digt of zelfs noodzakelijk maakt en zo ja, van welke aard die maatregelen dienen te zijn. De ervaring leert, dat daarbij vaak te lichtvaardig de toepassing van infla toire bestrijdingsmiddelen wordt aanbe volen. De werkgelegenheid, die gekocht wordt met het bederf van het geld, is te duur betaald. Zij js bovendien nimmer van duurzame aard. Het is daarom van belang om scherp te onderscheiden tussen vermindering van de werkgelegenheid, dia slechts een ge volg is van: a. verschuiving van de vraag; b. die resulteert uit het ophouden van een inflatoire expansie van de vraag en c. die inderdaad een gevolg kan zijn van een deflatoire contractie van de vraag. Het zijn nimmer de beide eerstgenoemde, het is alleen de laatste, die onder bepaalde omstandigheden aanleiding mag geven tot het gebruik van monetaire bestrijdings middelen. Veel meer dan door binnenlandse vraagverschuivingen wordt echter de werkgelegenheid in Nederland bedreigd door verschuivingen jn de internationale vraag. Dubbel moeilijk wordt het voor ons, indien grote nabuurlanden zich ge dwongen zien hun, evenzeer als in Nederland, uit monetaire oorzaken voort gekomen hetalingsbalanstekorten te redresseren door een rechtstreeks ingrij pen m het handelsverkeer. Het rechtstreekse ingrijpen in het inter nationale «Mdelsverkeer is het grootste gevaar, dat de Nederlandse conjunctuur- ontwikkeling in de naaste toekomst be dreigt; het is bovendien een gevaar, waartegenover de binnenlandse conjunc tuur-politiek vrijwel machteloos staat. Het zou een werkelijke ramp zijn voor de kleine landen in Europa, die méér dan de gre4e landen voor hun welvaart af hankelijk zijn van het internationale han delsverkeer, indien de tendentie tot het terugkomen op de liberalisatie van de Europese handel meer dan een tijdelijke noodmaatregel zon blijken te zijn. is echter uit monetair oogpunt gezien alleen dan aan te bevelen, wanneer de deflatoire werking ervan kan dienen ter compensering van elders werkzame in flatoire ontwikkelingen. In een toestand van monetair evenwicht zou zij slechts verstorend kunnen werken. Wat de inflatoire financiering betreft wordt opgemerkt, dat de centrale overheid voor haar eigen huishouding een over schot van 200 (v. j. 160) millioen had. Een veel ongunstiger beeld geeft de huis houding der lagere overheid te zien, die in 1951 tot een bedrag van 370 millioen een beroep op inflatoire financierings middelen moest doen. De kapitaalmarkt heeft niet de middelen opgebracht om de investeringen der lagere publiekrechtelijke organen te financieren. Het resultaat was tenslotte, dat de overheidsdienst als ge heel in 1951 een inflatoir tekort van 170 millioen vertoonde tegen een defla toir overschot in 1950 van 210 millioen. Uit monetair oogpunt vertoonde de overheidssector dus een zeer ernstige achteruitgang. Er blijkt alle aanleiding te zijn voor ongerustheid over de monetaire ontwikkeling in deze sector. T.a.v. de belastingen verklaart dr Holtrop, dat verlaging van de belasting druk voorshands niet mogelijk lijkt, tenzij belangrijke verlaging van het uit gavenniveau voor het Kijk doorvoerbaar zou blijken, of wel dekapitaalmarkt aan zienlijk ruimere mogelijkheden zou bieden voor het opnemen van leningen. Alle tekenen wijzen er op, aldus dr H., dat de betalingsbalanscrisis is overwon nen. Belangrijke en niet geheel beheers bare schommelingen in de betalingsbalans positie zullen niettemin ook in de toe komst steeds mogelijk blijken. Heeft het regeringsprogram het tot dusver bereikte herstel mogelijk gemaakt? Het antwoord moet tegelijk ja en neen luiden. Ja, inzoverre bereikt is dat de Staat, ondanks de verhoogde militaire las ten, voor de eigen dienst geen beroep heeft behoeven te doen op geldcreatie. Ja, even eens in zoverre de restrictieve credietpoli- tiek er toe heeft kunnen bijdragen, dat de credietexpansie binnen enige grenzen bleef. Neen echter in zoverre beide facto ren toch geen einde hadden kunnen stellen aan een voortgezette inflatoire financie ring uit primaire en secundaire liquiditei ten, indien niet in de voorafgaande jaren de latente inflatie was overwonnen door ont trekking aan het verkeer van het teveel aan middelen. Dit is slechts mogelijk ge weest door de afgite van deviezen door de Ned. Bank, verkregen uit de ECA hulp. Het regeringsprogram had voorts de wind mee door de daling van de internationale grondstoffenprijzen. Het verloop van de deviezenvoorraad en zelfs van de betalingsbalans geeft nog maar een oppervlakkige en onvoldoende maatstaf voor de beantwoording van de vraag, of een land al of niet op weg is zich monetair en financieel te herstellen. Een geheel andere maatstaf is die van de verhouding tussen de deviezenvoorraad en het totaal der primaire en secundaire liquiditeiten, resp. van de relatieve bewe ging van deze beide grootheden t.o.v. elkander. LONDEN, Maandag. DE STILTE in Strawberry Hill, één van Londens rustigste rand gemeenten werd enkele dagen geleden verstoord door 't rhythmische dreunen van jungle-trommen Het geluid kwam uit het huis, dat,y achttiende eeuw werd gebouwd d de schrijver Horace Walpole, voora bekend door zijn talloze brieven en zijn ijveren voor het herstel van ae gothièk. die hij vereerde, maar niet begreep. Zijn huis is daar trouwens het beste bewijs van. Het is gebouwd naar de vijftiende-eeuwse kerkstijl. De plafonds zijn evenals de wanden overdadig versierd met goudgekleur de ornamenten en zelfs de planken van de boekenkasten zijn rijkelijk bewerkt. In dit architectonisch zowel als decoratief merkwaardige huis voer de die bewuste avond een groep Afrikanen in in landse kledij exoti sche dansen uit. Onder de toeschou wers bevond zich 'n twintigtal Afri kaanse studenten die een bezoek hadden gebracht aan alle universiteitssteden van Enge land. Tn hun gezelschap bevonden zich een 80 a 100 gekleurde inheemsen". Engeland, met wie zij woonachtig m Eng g'estelijke op_ een week tie doorbrachten, bouw en recreatie thans Want Walpole's oud than, het „St Mary's Cair.om. a (Door Douglas Hyde). die thans in Engeland ,st"^er|"n 4® organiseren en bij te s -verd thans gevoerde besprek) -lopnomen voor meer dan 50 pet deelg Training College". datJff^yertuurd deel van de Paasvaca?fnt'efor Catho- werd aan de „Associatie leinff V een van „colleges", die arbeiders t rijpere geestesontwikkeling brengen steunende op de kathol onderrichtingen. Intussen heeft deze orSalai^['! verscheidene malen per jaar stu weken en weekend-scholen ge houden. in afwachting van ontwiKke- lingscursussen, die men het hele jaar door hoopt in te richten. De titel waaronder de studies van dez speciale week werden gehouden: luidde: ,,De Paus en Afrika" en zij vertegenwoordigden de eerste ge meenschappelijke poging van men aard van Britse en Afrikaanse katho lieken om te komen tot een bestude ring van de problemen van Afrika en. inzonderheid van de Afrikaanse studenten, die in Engeland verblijven. De poging werd gesteund door een aantal lekenorganisaties, terwijl ze onder leiding stond van mgr Kerr McClement. die een jaar geleden door de bisschoppen belast werd met de taak, de 5000 katholieke kolo niale" studenten van gekleurd ras, door de Afrikanen, ofschoon slechts 25 pet uitmaakten van aantal aanwezigen. Met GROTE NADRUK werd al lereerst vastgesteld, dat kleur lingen en blanken dienen te er kennen, dat in Afrika's cultuur en tra dities niet door 't Christendom moet worden ingegrepen, maar dat ze moe ten worden gekerstend en dat, wan neer dit gebeurt, Afrika aanzienlijk kan bijdragen tot de verbreiding van het christendom. Ten tweede bleek uit de gevoerde discussie, hoe nodig het is. dat katho lieke Afrikanen, die in Engeland studeren, zichzelf beschouwen en ook door anderen beschouwd worden als de potentiële christelijke leiders van Afrika en opgeleid cn geschikt ge maakt worden voor zulk een leider schap. Toen een katho lieke anthropoloog mr William Fagg' van het Britse' museum, een lezing nield over Afri kaanse kunst en cultuur opgeluisterd door films en gramofoonplaten, leer den velen van zijn toehoorders een massa dingen over de cultuur van hun eigen volk en voelden zij voor de eerste maal hun belangstelling daarvoor gewekt. Dit kan van groot belang zijn, want maar al te vaak stond in het verleden de bekering van een Afri kaan tot het christendom gelijk met zijn culturele en soms ook met zijn physieke afzondering van zijn mede- Afrikanen, zodat hij geen kans kreeg om dezen te beïnvloeden. Erkenning door katholieken hier te lande van de betekenis der proble men van de kleurlingen-studenten is iets van jongere datum. Een toe nemend aantal personen in Engeland is intussen begonnen, zich voor deze zaak te interesseren, vooral toen men zag, dat de communisten onder die gekleurde studiosi een succesvolle actie voerden. Tot voor kort moesten missiona rissen in Afrika rapporteren, dat bijna iedere student, door de missie scholen afgeleverd, als hij te Londen een hogere opleiding had genoten, terugkeerde zonder geloof en vaak als communist. Dit proces is thans reeds tot geringere proporties terug gebracht. In Engelse katholieke krin gen hoopt men. dat Afrikaanse katholieken in Engeland ook in ge loofszaken zo goed opgeleid zullen worden, dat ze in staat zullen zijn, onder hun landgenoten, die eveneens met hen in Engeland studeren, be keringen te maken, zodat het aantal christenen, dat naar Afrika terug keert groter is. dan dat, hetwelk vandaar uit „op studie" ging. sen, die gewoon waren barrevoets te gaan, nog aan te moedigen heeft de Bata Engelse teams naar Afrika en India ge zonden om door middel van films voor lichting te geven. De deelnemers aan de internationale research-conferentie worden in de ge legenheid gesteld kennis te nemen van verschillende nieuwe machines, waarmee de onderdelen van de fabricage vlugger en economischer uitgevoerd worden. In Best bedraagt de productie thans 85 tot 90 duizend paar schoenen per week waarvan 25 tot 30 duizend van leer en de rest van rubber, een omzet, die men wel denkt, te handhaven, zodat geen vrees behoeft te bestaan, dat de personeelsbe zetting van 2200 mannen en meisjes in gekrompen behoeft te worden. Daar de Bata in 28 landen 37 fabrieken heeft, die alle geheel zelfstandig werken, waaronder ook in Canada en Amerika zelf, doet het vreemd aan te vernemen dat juist Best aan twee export-orders van 100.000 en 50.000 paar schoenen voor de Verenigde Staten werkt. De fabriek in Amerika is echter onmogelijk in staat aan de vraag daar te voldoen, terwiil de prijs in Nederland het laagst is U Men heeft hiervoor speciale leesten moeten laten maken, omdat de voet van de Amerikaanse vrouw langer en smaller is en dus een ander model fchoen vraagt Zoals men weet, is de Bata-industrie oorspronkelijk te Zlin in Tsfecho-Slowa- kpe ontstaan doch deze fabriek achter het IJzeren Gordijn is geheel van het concern losgeraakt en heeft ook een an dere naam. 1 d11 De heer Thomas Bata, zoon van de stichter moet dan ook beschouwd worden als directeur van de Western Company Toen hij m contact kwam met de mt Tsjecho-Slowakije gevluchte machinist die met zijn trein over de grens was ge reden, bood lm deze een huis en een betrekking in zpn fabriek in Canada aan. Britse scheepvaartautoriteiten, die een geheime radiozender trachten op te spo ren welke sinds twee maanden valse e o S-berichten uitzendt, waardoor ver schillende malen reddingsboten voor niets ziin uitgevaren, zijn tot de conclusie ge- tnmen dat deze zich op ongeveer acht van ostende aan de Belgische kust moet bevinden. Het onderzoek wordt V Maandagmiddag' werden wederom valse E O S -signalen opgevangen, waarin ge zegd werd, dat een schip ter hoogte van de kust van Kent op een wrak was ge- Oo grond van peilingen van de stoten P Foreland, Willemsoord min Helder) en Kootwijk, die de bood- de conclusie gekomen. Duitse autodeskundigen hebben op de jaarbeurs te Met een vroegere hoofdm?e" r R-drens- serschmidt vliegtuigfabriek te ^ens- burg, Friedrich Meyerpatent automobielen bijim zal worden veerd. Zij deelden mede, dat er reeds met jeeps en andere in Dudsland vaardigde kleine auto's Pro5vc"buraior genomen. Het nieuwe van de c is, naar zij verklaarden, dat de brandstof wordt vergast vlak voor deze in ac cy linder komt, waardoor de afstand, die in dc meeste auto's daartussen W, ver valt. Zij voegden er aan toe, dat Mey met verschillende landen onderhanden over de verkoop van zijn uitvinding, maar zij weigerden mede te delen, welke landen waren. De secundaire liquiditeiten, in handen van andere institutionele beleggers dan spaarbanken, vertoonden in 1951 geen daling- docb zelfs een geringe stijging, n.l. van 380 millioen tot 420 millioen. Een geleidelijke daling in de komende jaren lijkt waarschijnlijk door o.a. afwikkeling van schade door oorlogs- molestverzekeringmijen. De secundaire liquiditeiten in handen van de overige groepen huishoudingen (hoofdzakelijk 't bedrijfsleven) stegen tot 1830 (v.j. 1780) millioen. Ook in deze groep be vinden zich nog reserves, die in de loop der volgende jaren voor investering zul len worden gebruikt. Een belangrijke verdere liquidatie van liquiditeiten door het bedrijfsleven op korte termijn is niet te verwachten. Het zeer stabiele karakter van de niet-banken bevestigt bet vermoeden, dat de omvang dezer liquiditeiten thans niet groter meer is dan overeenstemt met de behoeften van de houders. Daaruit volgt dan echter ook de conclusie, dat er voor een omvangrijke consolidatie van vlottende schuld geen mogelijkheid be staat. Wel blijft het mogelijk om tot schul- denconsolidatie over te gaan door het ont trekken van nieuwe besparingen aan de kapitaalmarkt. Een dergelijke consolidatie Er is in de geschiedenis van liet Europese theater misschien geen vorm aan te wijzen, welker lotgevallen bij de verschillende natties zo uiteenlopend verliepen als die van de opera. Wat in Italië aan het einde van de 16e eeuw als opera zijn uitgangspunt nam, geboren uit de jarenlange disputen van een groep intellectuelen, was ongeveer het tegendeel van datgene waartoe ruim een eeuw later de opera uitgegroeid was. De Franse Revolutie bracht in haar politiek-economische ontreddering zeker geen feller opgezweepte fanatici voort dan de in de voorafgaande jaren geleverde strijd om een eigen opera. Het Duitse muziekdrama kwam eerst veel later tot ontwik keling en eigenlijk uit een aversie tegen de bestaande vormen. Nederland heeft nimmer op een eigen opera-cultuur kunnen bogen. En wan neer Pijper desondanks een Halewijn" geschrecen heeft ,dan vaart zijn lading onder de vlag van het ..symphonis'^: drama" waarmede wij echter allo" minst bedoelen, dat de componist hier met slinkse manipulaties tussen Scylla en Charybdis door wil zeilen. Laten we in het midden of Pijper met zi.ta symphonisch drama twijfelt aan de „Lebensraum" van de werkelijke opera, of dat zijn creatieve gesteldheid niet in overeenstemming te brengen was met de heersende opera-traditie, veel belangrij ker is het te constateren, dat hij in deze Halewijn zowel het symphonische als het drama in meesterlijk verband heeft gebracht. Het hoofdpunt van het werk, de ca tastrophe voltrekt zich in een adembe nemende spanning, onzchtbaar op het toneel maar in de orkestbak zo impo sant als zelfs een ras-dramaturg zich maar wensen kan. Aan dit moment al leen reedsontleent Pijper's Halewijn een unieke betekenis, maar daarnaast zijn er vele andere momenten wij roemen bijvoorbeeld de slotscène, de ontmoeting met Halewijn die van grote dramatische werking zijn. De behandeling van de stemmen is natuurlijk het probleem van het werk dat het minst effectief opgelost schijnt te zijn in de partij van Halewijn. Hier wordt de verstaanbaarheid van de tekst dikwijls al te zeer bemoei lijkt door de weelderige orkestparti- fcuur*.vooral waar Pijper het lage re gister van de stem voorschrijft. Ove rigens is juist de rijke orchestratie wel in staat om een brillant beeld te geven vian Pijper's instrumentale kunst. Met name de behandeling der blazers Is van grote pracht en praal. Johan de Meester heeft getracht met zijn regie het midden te vinden tussen de hoge mate van de sty lering uit Pij per's muziek en de sfeer van primi tiviteit waarin het libretto zich beweegt. Waar hij een accentuering van het laatste verkoos zoals bijv. in het slot van de stalscène waar de vos ten tonele Zaterdag werd te Brussel de vijftigste algemene ledenvergadering gehouden van de Nederlandse Kamer van Koop handel voor België en Luxemburg. In de vijftig jaar van haar bestaan is de Kamer uitgegroeid tot een krachtige organisatie, die een belangrijke rol speelt in het eco nomisch verkeer tussen de drie Benelux landen. Voorzitter Van Schaardenburgh heeft er in zijn feestrede op gewezen, dat het streven der Kamer naar bevorde ring van '"et onderlinge handelsverkeer tussen de drie landen de laatste jaren parallel liep met de onderhandelingen, die uiteindelijk moeten leiden tot de economische unie tussen de drie landen. Allen weten, dat men nog niet aan dit stadium toe is en welke moeilijkheden nog zijn te overwinnen, om een oplos sing te vinden voor de vele problemen, aldus de voorzitter, die echter van me ning is, dat het getuigt van werkelijk heidszin, dat de talloze vraagstukken tevoren grondig onder ogen worden ge zien. Hij gaf daarna enkele cijfers, waar uit blijkt, dat het onderlinge handelsver keer zich in sterkere mate heeft ontwik keld, dan dat ten opzichte van de andere landen. Nederland was in 1951 verreweg de beste klant van België/Luxemburg en na de V.S. de belangrijkste leverancier. Omgekeerd was België/Luxemburg de eerste leverancier van Nederland en na het Ver. Koninkrijk de beste afnemer. Na afioop van deze vergadering vond een zakenlunch" plaats, waaraan vele hooggeplaatste gasten aanzaten. Jhr H. G. A. Quarles van Ufford, alg. procura tiehouder van de B.P.M. heeft daarbij een rede uitgesproken over „De Taak van de Internationale Aardolie-Industrie". De aardolie-industrie kan slechts werken aldus spreker, indien zij internationaal en geintegreerd is. De Kon. Shell Groep vormt daarvan een goed voorbeeld, die aardolie zoekt en wint in vier wereld delen, met een tankervloot, die alle we reldzeeën bevaart en in ca 80 landen een verkoopapparaat heeft. Spreker ging nog uitvoerig in op de technische en we tenschappelijke ontwikkeling en hij wees tenslotte op de verbetering, die op alle gebied voortdurend bereikt wordt. wordt gevoerd konden we hem het minst waarderen. Voor het overige verdient zijn ensce nering alle bewondering, die zich ook mag uitstrekken tot de smaakvolle costumes en décors van E. F. Doeve. Het w-as de Ned. Opera diie zich voor deze uitvoering ditmaal onder de uit nemende leiding van Eduard Flipse heeft ingespannen. Corry van Beckum gaf een uitstekende creatie van het kouingsEnd en Gerard Holthaus was heaT kundige tegenspeler die in vocaal opzicht een zeer zware taak te vervul len had. De overige rollen weren door Arany Delorie, Jo van de Meent, Cora Canine Meyer, Jan van Mantzen, Gé Smit en Jan Vos sterk bezet. Het Rotterdams Phfïh. Orkest dat enige tijd geleden nog een warm plei dooi gevoerd had voor Pijpers zes ada gio's heeft in een prachtige realisatie van de partituur deze Ha]£wijn-uitvoe ring tot een zeer geslaagde gemaakt, en daarmede een waardige bijdrage *ot de Pij perher denkmg gelevend, B. O. De openbare aanklager van hef West- duitse oppergerechtshof heeft medege deeld, dat een spionnagecomplot is ont dekt. In Berljjn. Frankfort en Keulen zijn verscheidene personen gearresteerd, die bekentenissen hebben afgelegd en details over hun activiteit hebben bekend ge maakt. Daar het onderzoek nog voort duurt, worden deze bijzonderheden voor alsnog door de autoriteiten geheim gehou den. Dit is het eerste geval van spion nage tegen de Westduitse staat. Wel heb ben dc geallieerde autoriteiten in West- Duits] and verscheidene gevallen behan deld van spionnage tegen de bezettende mogendheden. tien procent van alle buitenlandse missionarissen in Cliina vertoeft in gevangenissen, zo verneemt het K.N.P. uit Hong-Kong. Onder lien bevinden zich vier Nederlanders, n.l. de Lazaristen H. Hermans, J. Huys- mans en H. Verhaeren en pater der Vreemde Missiën van Parijs E. Haane. In totaal zitten gevangen 17 bisschoppen, 107 priesters, 17 zusters en 4 broeders. Het laatste overzicht, dat dezer dagen kon worden opgemaakt, meldt, dat uit China verdreven zijn sinds 1 Januari 1951 in totaal 1.763 priesters. Thans verblijven nog in China 1.018 priesters en bisschoppen, 362 zusters en 55 broeders, dat is in totaal 1.435, hetgeen dus overeenkomt met tienmaal het aantal gevangen missionarissen. Het lot van de Chinese priesters en bisschoppen zelf is niet gunstiger, indien men het percentage van de inlandse clerus in ogenschouw neemt. Immers, er vertoeven in de gevangenissen ook nog 2 Chinese bisschoppen en naar schatting 220 Chinese priesters. De actie van de communisten keert zich vooral tegen deze eigen landgenoten, omdat deze hardnekkig weigeren zich aan te sluiten bij de Na tionale Kerk, die in China gelukkig geen kans van slagen schijnt te krijgen. De 145 missionairissien, die in de Chinese gevangenissen vertoeven, beho ren tot 25 verschillende congregaties en orden.. De Paters Jezuieten, die het grootste aantal missionarissen hier heb- Gisteren is te Pan Moen Dj on voor het eerst sinds tien weken een plenaire bijeenkomst van de wapenstilstands onderhandelaars gehouden. Zij duurde 55 minuten. Op verzoek van de Noor delijken zijn de besprekingen voor on bepaalde tijd verdaagd. Men vermoedt dat de Noord-Koreaanse en Chinese af gevaardigden met hun regeringen over leg willen plegen- De partijen zijn over eengekomen niets over het verloop der vergadering mee te delen. Er schijnt door de V.N.-alaevaardigden be langrijk nieuw voorstel te zijn gedaan. Eén van hen zeide tenminste: Het op perbevel van de V-N. is van gevoelen, dat een algehele oplossing van het pro bleem mogelijk is en daarom is vandaag zo'n oplossing voorgesteld". De drie voornaamste kwesties, die een bestand nog in de weg staan zijn: 1. de uitwissaiing van gevangenen; 2. de benoe ming van neutrale waarnemers bij een wapenstilstand; 3. de eis van de V.N., dat de aanleg van vliegvelden wordt beperkt gedurende een wapenstilstand. ben, met 217 priesters. 31 broeders en 25 scholastieken, tellen 18 gevangenen on der hun gelederen. Doch de Franciscanen met hun 184 ordegenoten brengen de zwaarste offers: niet minder dan 31 ver toeven in de gevangenissen. De Paters van het Goddelijk Woord hebben 21 ge vangenen op 125 priesters en broeders, waarmede zij onmiddellijk op de Fran ciscanen volgen. Deze beide congregaties hebben hier bijna alle Duitse paters, de Jezuieten zijn meestal van Franse en Amerikaanse nationaliteit. De laatst uitgedreven bissischop, de 67-jarige mgr Louis Jantzen, bisschop van Tsjoenking, Fransman van geboor te, is acht maanden na zijn uitwijzings bevel in Hong-Kong aangekomen op het moment, dat de communistische politie vreesde, dat hij zou sterven. Hij lijdt aan t.b.c. en hartzwakte. In een toestand van algehele uitput ting is de bisschop vorige week na een moeizame reis uit Tsjoenking in Hong kong gearriveerd. Gedurende de reis heeft men hem voortdurend kamferin- jecties moeten geven om zijn hartslag te stimuleren. Oog Mgr Pinault uit Tjengtoe is in deze zelfde toestand in Hong-Kong ge arriveerd. Reeds op 25 Augustus van het vorig jaar was Mgr Jantzen veroordeeld om i te worden uitgewezen. Maar het decreet werd niet uitgevoerd, omdat de commu nisten hem als chantage-materiaal ge bruikten. Voor zijn vrijlating eisten de communisten een billioen communistische dollars, een bedrag, dat te kort was vol gens hun zeggen, in de boeken van het diocees. In afwachting van de betaling werd de bisschop onder huisarrest ge houden. Nadat tenslotte het bisschoppe lijke paleis was verkocht, werd de bis schop naar een herberg overgebracht en opgesloten in een .kamertje op de boven verdieping. Het was hem niet mogelijk contact met de buitenwereld te krijgen. In Tsjoenking zitten nog twee buiten landse priesters in de gevangenis, voor wie de losprijs van 30 millioen nog niet is betaald. Een cm-respondent van dn Amerikaan se „National Broadcasting Company", Dan Kurzman, meldt, dot koning Faroek van Egypte eind vorige moand bij een aanslag op zijn leren aan de dij werd ge wond. De koning had de aanvaller ap zijn paleis te Cairo in awdiöntle ontvan gen. De aanvaller, die „majoor Sitke" wordt genoemd, ie door de lijfwacht van de koning doodgeschoten, aldus Kurz man. Kurzman heeft <St bcrirfrt aan de ,.N. B, C." gezonden van het eüand Cyprus af. Ongeveer een week geleden is hij uit Cairo vertrokken. Zijn zegslieden ha-aden hem meegedeeld, dat de aanslag deel uit maakte van een staatsgreep, beraamd door de Wafdistische partij, die weer aan de macht wilde komen. Meer dan twintig legerofficieren, de Mohamme- daanse broederschap en een groep dcor de Kominform gesteunde communisten zouden in het complot zijn geweest. Kurzman zegt, dat hij vlak vóór zijn vetrtrek uit Cairo van het complot hoor de. Na de aanslag was koning Faroek naar één van zijn residenties in Noord- Oost-Egypte overgebracht om van de wond tt herstellen. Hij keerde omstreeks midden-April te Cairo terug, aldus de correstpcndent van de jN.B.C.". Onvoorziene omstandigheden voorbe houden zal het detachement Koreavrij willigers dat verleden jaar 31 Maart on der commando van eerste luitenant J. W. Mever naar Korea is vertrokken, op 30 April a.s. in Nederland terugkeren.Het detachement, dat op 29 April in Liver pool arriveert, vertrekt op 30 April met de .Koningin Emma" van de Stoomvaart maatschappij „Zeeland" naar Nederland en wordt plm. 19 uur in Hoek van Hol land verwacht. De debarkatie is voorlopig vastgesteld op 30 April te 20 uur. Alle opvarenden zullen nog dezelfde dag naar huis worden vervoerd. Heden in de namiddag zullen veertien gewonde militairen van het Nederlandse detachement op het vliegveld Valken burg arriveren. Zuster Hoekveen uit Maasdijk, die op 31 Maart 1951 naar Korea vertrok, komt als verpleegster mee. (Van onze correspondent). Voor de meervoudige economische ka mer van de rechtbank te Den Bosch stond gisteren terecht de gemeente Boxtel, waarvan burgemeester mr M. A. M. van Helvoirt als gedaagde verscheen, beschuldigd van het tegen de geldende voorschriften gevoerde bouwbeleid ten aanzien van een aantal woningwetwo ningen. In December 1950 werd officieel aan de gemeente Boxtel meegedeeld, dat in 1951 45 woningen mochten worden ge- oouwd Van Januari tot Augustus 1951 kwamen 42 dezer woningen gereed zon der dat daarvoor de vereiste vergunnin gen waren afgegeven. Er was namelijk nog een rijksgoedkeuring voor nodig ge weest, welke goedkeuring de wet even wel aan de gemeenten zelf heeft over gedragen. De begane „administratieve fout" be stond dan ook slechts hierin, dat van gemeentewege in dit geval slechts een mondelinge en geen schriftelijke goed keuring was verstrekt. Voorts zou de gemeente bij het contin gent van 45 woningen er ook tien hebben bijgeteld, welke van het voor het jaar 1950 toegestane bouwvolume niet waren opgebruikt. Als getuigen werden hierbij o.m. ge- noord de hoofdingenieur-directeur vail i de Wederopbouw en Volkshuisvesting in Noord-Brabant, ir G. Bolsius, de expert mr G. van Vlier, ambtenaar aan het de partement van Wederopbouw, alsmede de aannemer, uitvoerder en opzichter. De officier van Justitie achtte kwade wouw aanwezig en eiste tegen de ge meente Boxtel een boete van 5000. De verdediger, mr G. Kolfschoten, bestreed d-e kwade trouw. Het enige nalatige in deze affaire was, dat de gemeente voor zich geen schriftelijke vergunning had uitgereikt. B. en W. hadden hun best gedaan de woning nood te lenigen en daarvoor staan zij thans terecht. Voorts wees hij op de wrijving, die er bestond tussen de hoofdingenieur-directeur van de We deropbouw en de gemeente BoxteL Ook oe burgemeester wees elke be- .schuldiging van opzet van de hand. Het verdroot hem, dat de overheid zo weinig oegrip toonde voor de moeilijkheden der gemeenten. Tens'otte eiste de officier van Justitie tegen de opdrachtgevers nog een extra boete. namelijk tegen de burgemeester van Boxtel ƒ300 en tegen de beide wet- nouders Valks en v. d. Laan respectieve- _ijk 100 en ƒ200. Tegen de directeur van Gemeentewerken die de leiding bij de bouw r.ad, werd 150 boete geëist. Uitspraak over veertien dagen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1952 | | pagina 3