WAAR HET GELD VOOR
WORDT BESTEED
van
PAGINA
Eden lioopt op ont
spanning inzake Triest
Extra baten uit achterstallige belastingen
voor 1953 niet van enige betekenis
Voorzichtigheid blijft
neboden!
UITGAVEN
INKOMSTEN
Niettemin bevatten de cijfers een aan»
tal zorgwekkende aspecten. Naast een
daling bij sommige categorieën van uit
gaven moet bij andere categorieën een
stijging worden geconstateerd. Deze stij
gingen blijken niet alleen bij de militaire
uitgaven gezocht te moeten worden, maar
bij bepaalde onderdelen van de civiele
sector eveneens aanwezig te zijn. Voor
een deel houdt dit ongetwijfeld verband
met de hogere uitgaven in het belang der
werkgelegenheid, doch bij een verdere
analyse der cijfers blijkt, dat ook andere
naar haar aard weinig flexibele uitgaven
als b.v. die voor onderwijs sinds 1950 ia
percentages van nationaal inkomea
steeds zijn gestegen.
Dit alles noopt tot ernstige bezinning.
Duidelijk blijkt uit de cijfers, dat een on
verhoopte algemene teruggang der con
junctuur onze Staatshuishouding voor wel
haast onoverkoombare moeilijkheden zal
plaatsen. Doch ook zonder een zodanige
algemene achteruitgang in de economische
toestand zal het'in de komende periode
nodig Zijn, dat men zich ernstig reken
schap geeft van de beperktheid der aan
wezige mogelijkheden, welke het onver
mijdelijk maakt, dat de overheid zich bij
haar uitgavenbeleid de grootste beperkin
gen zal moeten opleggen.
Van gezaghebbende zijde wordt ver
nomen, dat de Britse minister van bui
tenlandse zaken Eden de Italiaanse mi
nister-president De Gasperi Maandag
avond heeft medegedeeld te hopen dat
het door hem, Eden, aan Joego-Slavië
te brengen bezoek o.m. zal leiden tot
een vermindering der ItaliaanseJoe
goslavische spanning over het vraagstuk
Tfiëst.
De beide staatslieden bespraken dit
vraagssuk aan de vooravond van het
vierdaagse officiële bezoek, dat minis
ter Eden. als gast van maarschalk Tito,
aan Joego-Slavië zal brengen.
In een na het onderhoud uitgegeven
verklaring wordt gezegd dat „lang en
vriendschappelijk is gesproken over de
algemene politieke toestand, waarbij
speciaal aandacht is geschonken aan
het vraagstuk-Triëst, het Middellandse-
Zeegebied, de Raad van Europa, de
r> tv c n
MILITAIRE EN CIVIELE UITGAVEN
Militaire Civiele uitgaven
Jaar uitgaven Lopende uitg. Kap.uitg.
3946 5,37 37,29 4,02
3947 6,22 31,42 4,81
1948 8.07 24.93 3,27
3949 4,81 21,04 2,12
3950 5,23 17,20 5,04
1951 5,66 16,84 5,40
3952 7,32 14,98 2,85
3952 7,53 17,50 3,93
3953 7,15 16,01 3,09
Oorspr.
Herzien.
Bovenstaande cijfers tonen aan, dat de
militaire uitgaven thans zwaarder drukken
dan de eerste jaren na de oorlog het ge
val is geweest. Daarbij moet worden be
dacht, dat het percentage voor 1948 welis
waar nog hoger is, doch dit is in belanft-
rjjke mate beïnvloed door uitgaven, die
vorige dienstjaren betroffen.
Voor wat de civiele uitgaven betreft
blijkt uit de cijfers, dat voor 1953 een
ernstige poging is gedaan om de uitgaven
binnen voor de gegeven omstandigheden
redelijke grenzen te houden.
Ten laste van de Gewone Dienst
Regeling kleuteronderwijs
Nieuwe regeling Voorbereidend
Hoger Onderwijs
Rente gevestigde schuld i.v.m.
lening Koopvaardij-pens.fonds
Kosten noodvoorziening ouden
van dagen wegens vrijstelling
van een bedrag ad 100 aan
eigen inkomsten van de inko
mensaftrek
1) Oorspr. begroting 1952.
2) Herziene begroting 1952.
Het laagste percentage na de oorlog
ongeveer 25 pet is n°8 belangrijk hoger
dan in 1938, toen de Rijksuitgaven 19 pet
van het nationaal inkomen uitmaakten. In
dit verschil weerspiegelt zich echter de in
vloed van de sindsdien sterk gewijzigde
omstandigheden. De minister geeft daarom
een analyse van de factoren, welke sinds
de afloop van de oorlog het uitgavenbeleid
hebben beheerst. Hiertoe bestaat naar zijn
mening des te meer aanleiding, omdat het
in de begroting voor 1953 neergelegde uit-
.gavenprogramma in grote lijnen een voort
zetting vormt van het in die jaren ge
voerde financieel beleid. Bij deze analyse
wordt een onderscheid gemaakt tussen de
militaire en de civiele sector.
Het uitgavenbeleid in de militaire sector
is achtereenvolgens in overwegende mate
Totaal 55.UUU
Voor bijdragen in tekorten op de
exploitatie van particuliere woningen,
gebouwd met toepassing van de finan
cieringsregeling woningbouw 1947/48.
wordt 12.5 millioen geraamd, een be
drag, dat vrijwel overeenkomt met dat
Nadelig saldo
Gewone Dienst
Buitengewone Dienst I
Uitgaven
Middelen
Voordelig saldo
Landb.-Egalisatiefonds
Nadelig saldo
Gewone Dienst,
Buitengew. Dienst I en
Landb.-Egalisatifonds
Voordelig saldo
Buitengew. Dienst II
(Kapitalsuitg. en ontv.)
Uitgaven
Middelen
Nadelig saldo
Gehele dienst
Uitgaven <incl nad.
saldo Landb. Eg.-
fonds)
Middelen
Buitengewone
Dienst II
Oorspr. Herzien
19152 1952
Oorspr. Herzier
1952 1952
Defensie
Buitenlandse betrekkingen
Indon. en Overz. Rijksdelen
Politie en justitie
Onderwijs en cultuur
Waterstaat
Verkeer
Handel en nijverheid
Land- en tuinb. veeteelt en
visserij
Subsidiebeleid via het Landb.
Eg. fonds
Soc. voorz., emigratie en
volksgezondheid
Volkshuisvesting
Herstel oorlogsschade
Diensten van alg. aard
Niet toegerekende uitg. voor
pensioenen en wachtgelden
Nationale Schuld
Uitk. aan Gemeentefonds
wegens derving ondern. bel.
Afschrijvingen
verdienen de volgende punten de aan
dacht.
In de eerste plaats dc nog steeds be
staande achterstand in de militaire uit
gaven, welke als het ware de ontwikke
ling in het jongste verleden heeft geflat
teerd. Het geleidelijk op peil komen van
deze uitgaven betekent een aanzienlijke
belasting der 'overheidsfinanciën. Daar
naast staat, dat in het afgelopen jaar be
langrijke bedragen aan de circulatie zijn
onttrokken als gevolg van het inhalen
van achterstand in dc belastingheffing;
voor het jaar 1953 kan evenwel op een
bate van enige betekenis uit dezen hoofde
nfet meer worden gerekend.
Bij het beoordelen van de geschetste
ontwikkeling moet men in aanmerking
nemen, dat de recente verbetering van
het betalingsverkeer met het buitenland
ten dele is tot stand gekomen onder in
vloed van factoren, die geen permanent
karakter dragen. Met name wijst de Mi
nister op het relatief lage niveau van de
invoer.
Voorts dient te worden bedacht, dat de
Nederlandse export, alhoewel hij zich tot
dusverre bevredigend heeft kunnen ont
wikkelen, nog steeds kwetsbaar is. Te
denken valt hierbij o.m. aan de geringe
geografische spreiding en aan de op
komende concurrentie van andere landen.
De hierboven genoemde factoren lijken,
naar het oordeel van de Minister, de
conclusie te wettigen, dat op een zo gun
stige betalingsbalanspositie, als Neder
land in de afgelopen twaalf maanden
heeft gekend, niet blijvend kan worden
gerekend en dat men de spectaculaire ver
betering van de goud- en deviezenpnsitie
stellig niet mag zien als maatstaf voor de
toekomstige ontwikkeling van de Neder
landse economie. Voorzichtigheid ten aao-
zien van Nederlands externe posit'.e
blijft dus geboden. Voorkomen dienr te
worden, dat de deviezenreserves opnieuw
als gevolg van een evenwichtsverstoring
een aanzienlijke aderlating zouden onder
gaan.
DR neemt niet weg, dat binnen de
aldus gestelde grenzen het handhaven
van een hoog niveau van werkgelegen
heid een van de voornaamste doelstel
lingen blijft van het Regeringsbeleid.
Totaal
DEFENSIE
IN MILLIOENEN GULDENS
inkomsten
belasting
soc.voorzieningen
EMIGRATIE. VOLKSGEfW.ln
EN VOLKSHUISVESTING
loonbelasting
vennootschaps
belasting
NATIONALE SCHULD
ONDERWIJS
EN CULTUUR
OMZETBELASTING
HERSTEL VAN
OORLOGSSCHADE
INVOERRECHTEN
EN ACCIJNZEN
WATERSTAAT
EN VERKEER
OVERIGE
BELASTINGEN
POLITIE EN
JUSTITIE
NIET-BELASTING
INKOMSTEN