GEDWONGEN AFSCHRIJVINGSFONDS
VOOR OUDE HUIZEN ONAANVAARDBAAR
MODIEUS ZONDER EXCESSEN
Naar groter protectionisme in
de Ver. Staten?
Verklaringen omtrent
ziekteongeschiktheid
Meesters van het Petit Palais
Reclame
Her mes en Gé lot vormen zich een
vaste klantenkring
UIT DE BOEKENWERELD
Een eeuw Franse Kunst in het
Museum Boymans
Financiering Woningbouw
Plan Van Saane is een huurbelasting
Verklaringen in ver
band met behandeling
Maakt
DINSDAG 18 NOVEMBER 1952
MG1NA 7
GEEN RECHTSGROND VOOR
EEN DERGELIJKE
BELASTING
Afroming van afschrijvingen
Een onjuist uitgangspunt
Wat de eigenaar toekomt
Belasting op vrijheid van
consumptie of besparing
Het probleem van de
vervanging
Sou
A
Missel,fen worden republikeinen fc Z2%
(Model Gélot)
REGELING VAN DE DUITSE
SCHULDEN
EUROPESE LANDBOUW-
INTEGRATIE
Frans-Nederlandse overeen-
Garantiefonds voor
Amerikaanse beleggers
ENGELAND BEPERKT
INVOER ZACHT HOUT
IN BUSSUM MOET DE
SPOORBAAN OMHOOG
Courbet de realist
I)e modernen
Verklaringen om aan
verlangens te voldoen
DUITSERS WILLEN HANDELS
MERKEN TERUG
Kunnen de moeilijkheden, voor de Over
heid bij de Financiering van de woning
bouw bij de komende verhoging van de
huren anders dan door een huurbelasting
worden opgelost door een regeling, welke
het gezamenlijke woningbezit in Neder
land in staat zou stellen te komen tot
eer> jaarlijkse productie op de wijze zoals
dit ook vroeger het geval was? De heer
H- v. Saane, dir. v. d. Ned. Mij. voor
Volkshuisvesting heeft een regeling uit
gedacht, welke door het Ned. Econ. In
stituut te Rotterdam is uitgewerkt en
vermeld werd in ons blad van Zaterdag
8 November (pag. 3)
In het kort komt de regeling hierop
neer: De huurdermoet de volledige waar
de van de door hem geconsumeerde „wo-
ningdienst" betalen. De huren van <j
oude woningen moeten daarom v®r..0<T
Worden tot een peil, waarbij afscnnjv j,
op vervangingswaarde mogelijk isj-
gegaan moet worden van een
peil, waarbij het voor de huis dek_
mogelijk is zijn exploitatiekos^
ken en een redelijk inkomen^gemeten,
maar dat geen ruimte laa huUrpeil
kelijke afschrijvingen. Dit basis nuuip 11
zou 119 net van het niveau van Mei I94U
moeten bedragen. Volledige afschruvmg
nn oostpeen vervangingswaarde zou mo-
gelifk zlfn op een huurpeil van 155 van
het niveau van voor de oorlog. Het ver
schil tussen 155 en 119 pet. van het voor
oorlogse huurpeil, of ca. 36 pet. van het
vooroorlogse huurpeil zou verplicht in
een afschrijvingsfonds moeten worden ge
stort. Voor deze storting ontvangt de huis
eigenaar een renteloos certificaat, dat
vrij verhandelbaar is. De nominale waarde
van het certificaat wordt slechts uit
gekeerd wanneermen de verplich
ting op zich neemt daarmede wonin
gen zonder overheidssteun te bouwen. De
koers van het certificaat is derhalve af
hankelijk van de rentabiliteit van de wo
ningbouw, of juister van de bouwkosten
en het voor nieuwe woningen toegelaten
en te bedingen huurpeil. Bij het huidige
peil van bouwkosten en een huurpeil van
circa 190 t.o.v. de vooroorlogse huren voor
nieuw te bouwen woningen zou een
van 60 pet. voor het certificaatte ver
wachten zijn. Dit is de kerngedachte van
de regeling.
Men ziet dat het onrendabele deel van
fle bouwkosten in dit systeem met be
taald wordt door de overheid, maar
door dc eigenaar van vooroorlogse wonin
gen Het koersverlies dat hij by verkoop
van certificaten, ontvangen voor ver
plichte stortingen in het afschrijvings
fonds, moet lijden dient ter betaling van
dc onrendabele bouwkosten. Dc regeling
betekent dus niet anders dan dat een
deel van de huur. i.e. een deel van- dc
afschrijvingen welke aan de eigenaar van
vooroorlogse woningen toekomt, aan deze
eigenaar wordt Ontroofd om daarmede
nieuwbouw te financieren.
Indien voor de nieuwbouw van
woningen lasten op de bevolking moeten
wordpn gelegd, dan zullen deze moeten
worden gedrageU door alle5 lageij van de,
bevolking 1
Sedert jaren hebben wij het standpunt
verdedigd dat de huiseigenaar een onder
nemer is. Hij is geen obligatiehouder, Hij
geniet geen vast. inkomen. Hij loopt de
risico's van huui-daling, vergroting van
jnet aanbod van\w<jningen zodanig dat de
vraag wordt overtroffen, verzakking van
fundering enz. Dat dëze risico's bestaan
heeft de ontwikkeling van de dertiger
■jaren bewezen. Daarom gaat het niet aan
hem te bevriezen óp een crisis laagte
niveau van 1940.
Uitgangspunt van de regeling van de
heer Van Saane is dat de huurdei -* af
gezien van de afschrijvingen - een huur
krijgt welke zijn exploitatiekosten c ekl cn
hem een redelijk inkomen verschaft, zon
der meer wordt er dan maar van uitge
gaan dat het Mei-1940-peil rendabel was.
Dit was nu echter juist voor vele wonin
gen niet het geval. Dr ir H. G. van Beuse-
kom wijst er in zijn enkele jaren na de
bevrijding verschenen boek „De Volks
huisvesting" op. dat de kosten van de ex
ploitatie voor vele onroerende goederen
in 1940 niet ten volle door de huurop
brengst werden gedekt en in ieder geval
voor het eigen kapitaal geen beh j
rendement opleverden. De ?"e°rj>?"*sa
van talrijke huizenmaatschappijen, de
Crisis-hypotheekaflossingswet hebben een
en ander ook duidelijk aangetoond. Voor
de niet in de goedkope tijd van de dertiger
laren gebouwde huizen was er dus veelal
geen rendabel huurpeil op het niveau van
"ola^het uitgangspunt van een rendabele
huur op het niveau van Mei
mo loo' oniuist is, is het gevolg dat ook
alle verdere berekeningen en conclusies,
welke hierop gebaseerd zijn, onjuist moe
ten zijn Afgezien' hiervan is er op de be
rekening, dat een huurpeil van 155 van
de vooroorlogse huur voldoende zou zijn
voor een rendabele huur plus afschrijving
op vervangingswaarde heel veel aan te
merken. Bij de afschrijving op basis van
de vervangingswaarde wordt uitgegaan
van eon index van 200 t.o.v. 100 vóór
1939-'40. Dit is echter veel te laag en be
hoort 250 te zijn. De motivering van 200
is dat de stijging van de totale bouwkos
ten ten dele moet worden toegeschreven
aan kwaliteitsverbetering en dat daarom
alleen voor nieuwe woningen de index
250 afschrijving is genomen. Maar de
knappe bouwèr die voor het dubbele van
de prijs kort vóór de oorlog de woningen,
welke gebouwd zijn, zeg in de jaren 1920-
'40. kan herbouwen, is niet te vinden.
Voor de onderhoudskosten wordt een
stijging van 240 pet aangenomen, terwijl
het volgens deskundigen 275 a -80 pc_
moet zijn. De kapitaalrente wordt voor iy u
op 45 pet van de vooroorlogse huur gesteld
en dit percentage wordtwoor de huidige
toestand onveranderd gehandhaafd. Daai
de afschriivingen op de vervangingsbasis
dienen te geschieden brengt dit met zich
mee dat 0ok de kapitaalrente op het
bedrag van het kapitaal, dat nodig is voor
de vervanging, móet zijn gebaseerd.
Voorts dient ook de stijging van de rente,
welke sedert de dertiger jaren is ingetre
den, in aanmerking te worden genomen.
Neemt men al deze factoren in aanmer
king. dan komt men tot een geheel andere
berekening dan die van het plan-Van-
Saanc. Wy menen dat by het door ons
verdedigde uitgangspunt de huur van de
oude woningen zou moeten worden opge
trokken tot circa 255 a 265 pet van de
vooroorlogse huur. By een dergelijke
huur is er dan nog geen enkele rechts
grond aan te geven waarom van de ver
hoging met 155 a 165 pet t. o. v. het voor
oorlogse peil een gedeeltelijke wcgbelas-
ting zou dien plaats te vinden.
Voor de goede orde wijzen wij er na
drukkelijk op, dat wij hiermede niet een
directe aanpassing van de huren tot 255 a
265 pet van het voorooologse niveau be
pleiten. Voorts menen wij dat bij een a.s.
huurverhoging compensaties' door loons
verhoging enz., zoals door ons ook in het
verleden betoogd, niet achterwege'kunnen
blijven.
Afgezien van het bezwaar dat wij tegen
de verkapte huurbelasting als zodanig
hebben,, is er o. i. nog een principieel be
zwaar aan te voeren tegen de gedachte
van verplichte storting van afschrijvin
gen in een afschrijvingsfonds. Wij kunnen
niet inzien waarom alleen op de huis
eigenaar een dergelijke verplichting tot
storting in een afschrijvingsfonds zou moe
ten worden gelegd. Waarom dan piet ver
plichte storting van afschrijvingen voor
fabrieken, machines, vervoermiddelen
enz. in een afschryvingsfonds? Hcj is dui
delijk dat een dergelijke beperking van
het beschikkingsrecht voor alle kapitaal
goederen onaanvaardbaar is en tevens on
uitvoerbaar. Maar alleen een beperking
van dc beschikkingsmacht t. a.v. afschrij
vingen op vooroorlogs onroerend goed
gaat niet aan. De motivering van het rap
port dat het wenselijk zon zijp met het
oog op de kapitaalschaarste is ten enen
male onvoldoende en bovendien onjuist.
De koers van de certificaten zal vol
gens het -exposé plm. 60 pet zijn bij een
huurpeil van 190 t.o.v. vooroorlogswo-
ningen voor nieuw te bouwen woningen.
Een huurpeil van 190 voor nieuw te bou
wen woningen is bij een huurverhoging
van vooroorlogse woningen tóf; byv.
145 a 150 pet van de vooroorlogse huur
«een reëel uitgangspunt. Door de
as huurverhoging wil men immers
juist, het grote verschil tussen voor
oorlogse woningen en na-oorlogse wo
ningen uit de wereld helpen. Als de hu
ren voor nieuw te bouwen woningen
niet op 190 worden gesteld, dan. is het
gevolg dat het onrendabele deel van de
nieuwbouw groter wordt. Dit moet wor
den betaald door de eigenaren van de
oude woningen met het gevolg, dat de
koers van het certificaat bil overdracht
veel lager zal komèn dan de genoemde
60 pet. Dit betekent dus een hogere weg-
belasting van de afschrijvings quote van
de vooroorlogse woningen, begrepen in
de huur.
Gesteld wordt dat de vrijheid van
consumptie of besparing voor de huis
eigenaar behouden blijft door de ver
handelbaarheid van het certificaat en
dat nationaal gezien het totale be
drag aan afschrijvingen bespaard blijft
en slechts voor de woningbouw kan
worden aangewend. Dit .is een onjuiste
redenering. Stel een huiseigenaar heeft
voor een afschrijvingsquota van 1000
een certificaat van 1000 ontvangen we
gens storting in het afschrijvingsfonds
en hij verkoopt dit certificaat beneden
pari, zeg tegen 50 pet., dus tegen 500.
De koper van het certificaat ontvangt
1000 voor het certificaat en stopt die
in de nieuwbouw. In dat geval zijn 500
van deze 1000 afkomstig van belas
tingheffing van de eigenaar van oude
woningen. De overige 500 moeten wor
den verkregen uit nieuwe besparingen.
Het is dus niet juist dat in het uitge
dachte systeem het totale bedrag der
afschrijvingen bespaard blijft. Ook zonder
dit systeem zouden 500 van de J 1000
aan nieuwe besparingen aanwezig Z'.in.
Is het voorts niet zot te zeggen dat de
huiseigenaar de „vrijheid van keuze tus
sen besparing of consumptie of deel
neming aan de woningbouw krygt
Voor deze „vrijheid" wordt o0a 60 pet.
of meer belasting betaald! Ook als ny
kiest besparing of deelneming aan de
nieuwbouw betaalt hij deze belasting.
De gedachte van de regeling is 25.000
nieuwe woningen te bouwen met steun
van het verplichte afschrijvingsfonds.
Dit zou een goede oplossing zijn voor
de vervanging van oude woningen. Naast
de reeds gegeven dfitiek kan nog wor
den opgemerkt dat er by 25.000 stuks
nieuwbouw meer woningen worden.ver
vangen dan overeenkomt met bet jaar
lijkse aantal woningen dat moet wor
den vervangen. Dit betekent dat een
deel van de expansie van de woning
voorraad zou worden gefinancierd dooi
de belastingheffing van eigenaren van
oude woningen. Nu is deze expansie be
hoefte zeer groot door de bevolkings
groei. Een dergelijke uitbreiding van tie
woningvoorraad behoort echter te wor
den gefinancierd door nieuwe bespa
ringen en niet door belastingheffing van
eigenaren van oude woningen.
Volgons bet exposé v. Saane is een
behoorlijke vervanging tot dusverre ach
terwege gebleven. De schuld hiervan
kan men echter o.i. niet geven aan de
huiseigenaren. Sedert de crisi9 der dertiger
jaren is er in zeer vele gevallen in de
huur geen afschrijvingsquote meer be
grepen.
Toch zijn cr ook in dc dertiger jaren
veei woningen gebouwd. Dat kwam
omdat de huur overeenkwam met een
rendabel exploitatiepeil van nieuwe wo
ningen. (Na de oorlog klopte het zaakje
niet meer omdat de overheid een ver
keerde "huurpolitiek heeft gevoerd). In
de jaren 1930—1940 is op voldoende
schaal gebouwd zelfs in een mate dat in
de grotere steden de aanbouw uitging
boven de behoefte. Wel zijn er volgens
van Beusekom dringende behoeften
vooral t.a.v. de boüw van woningen voor
minder draagkrachtige gezinnen onbe
vredigd gebleven De fout lag naar wy
menen in het feit, dal. men de woning
wet niet heeft gebruikt voor do bouw
van woningen voor minderdraagkrach-
tigen, de economisch zwakkeren, doch
wel voor de bouw van woningen' voor
andere categorieën der bevolking.
Gezien de wijze waarop dit plan is
gepubliceerd, menen wij er goed aan te
doen er de aandacht op te vestigen, dat
het Ned. Economisch Instituut slechts
een theoretische uitwerking heeft ge
geven van de gedachte van de opdracht
gever, dc heer v. Saane. Het rapport van
het N.E.I. betekent niet een beoorde
ling van de mérites' van de ideeën van
de heer v. Saane Het wil dus niet zeg
gen dat het N.E.I. het eens is met het
principe van de regeling. Het is dus ook
mogelijk dat het N.EX volkomen afwij
zend staat tegenover de grondgedachte
van het systeem.
OMMIGE vrouwen draven naar dc grote warenhuizen voor het minste of
geringste wat ze nodig hebben, al is het maar een doosje spelden. Als ze er
eenmaal zijn doen ze meteen even een rondgang over alle verdiepingen. Ze
beginnen met de pannen en de eetserviezen in de soussol en eindigen met op de
bovenste verdieping doodop in de theesalon op een stoel neer te rallen.
Toch zijn er minder dames die daar
tijd en liefhebberij voor hebben dan vroe
ger. Natuurlijk is het aantal bezoeksters,
die zo maar wat ronddrentelen in de
warenhuizen nog altijd groot, maar el
kaar verdringen om een lapje te betasten
wordt alleen nog maar in uitverkooptijd
gGTe"enover die vaste warenhuisklan
ten staan de vrouwen, die er nooit een
voet zetten, zoveel mogelijk alles in
haar eigen stadskwartier kopen en ver-
der adressen van winkels hebben, die
over de hele stad verspreid zijn.
Achter in de rue Vaugirard wonen, en
pinda's halen vlak bij de Madeleine is
heel gewoon. Koekjes kopen op Passy en
een taart weer heel ergens anders, ook
al woont men in de rue Vaugirard, is
niets buitengewoons. Zo hebben som
mige winkeliers tal van klanten die hun
een mensenleven trouw blijven. Dit geldt
niet alleen voor lekkernijen, maar ook i
voor kledingstukken, 't Eigenaardige is, i
dat mensen, die van jongs af de ge-
woonte hebben bij hun inkopen op kwa-1
liteit te letten, de trouwste klanten zijn. j
De anderen zijn wispelturig en lopen van j
de ene zaak naar de andere.
Toch slagen sommige zaken er in, zich Tricot rand on een bol van dof leer
enkele jaren een clientèle te vormen.
wat liberaler I invoer door de republikeinen doorgedre-
1 ven met steun van enkele democraten, die
de verschillende bijzondere belangen ver
tegenwoordigden.
Vele autoriteiten op handelsgebied in de
V. S. zijn echter veel minder pessimistisch
over de handelsvooruitzichten nu de repu
blikeinen aan het bewind zijn, dan veie
Europeanen.
Zij wijzen er op, dat generaal Eisenho
wer, de nieuwe president der V. S., ver
klaard heeft, dat de V. S. buitenlandse
invoer moeten toelaten, teneinde de Geal
lieerden in staat te stellen de dollars te
verdienen, welke nodig zijn voor het ko
pen van de Amerikaanse goederen. Verder
Men verwacht, dat er in het Ameri
kaanse Congres, dat in Januari bijeen
komt. en waarin de republikeinen de
meerderheid hebben, een nieuwe strijd
zal ontbranden over de handelspolitiek ten
aanzien van Europa. Alles wyst er op,
dat protectionistische belangen in de V. S.
nog meer zullen aandringen op hogere in
voerrechten of grotere'invoercontrole voor
buitenlandse goederen.
Handelsdeskundigen zijn het er over het
algemeen over eens, dat de houding"'van
het Congres grotendeels bepaald zal wor
den door de toestand van het Amerikaanse
bedrijfsleven in het komende jaar. Aan
houdende welvaart zou de kans op invoer
beperkingen kleiner maken, maar een te
rugslag zou vrij zeker groter protectionis
me bevorderen.
Daar de republikeinen de naam hebben
voorstanders te zijn van beschermende
maatregelen tegen buitenlandse concur
rentie voor de Amerikaanse industrie,
vergrootte hun overwinning in de Ame
rikaanse verkiezingen de vrees in Europa
voor het oprichten van nieuwe belemme-
doilarmafkt. Tijdens voorafgaande zittin-
de invoer van goederen op de
Zwart en wit tweed mantelpak van
Hern ies
die al even trouw belooft te zijn. Zo
heeft Hermès, de wereldbekende leer-
zaak in de Faubourg St Honarê, nog
geen tien jaar geleden een afdeling van
japonnen en mantels geopend en zich
'speciaal toegelegd op klassieke tailleurs
cn mantels. Hij volgt natuurlijk de, mode,
maar zonder in excessen te vallen. En
die mantelpakken hebben verbazend veel
succes bij dames, die een groot gedeelte
van het jaar op haar landgoed verblijven
en er als ze in dc stad komen toch niet
dorps willen uitzien. Ook Creed werkt
voor een dergelijke clientèle. Zijn tail
leurs zijn comfortabel, goed van snit en
van magnifieke Schotse stoffen. Daar
door betekenen ze een klasse, die menig
mantelpak uit andere huizen moeilijk
bereikt.
Hetzelfde kan gezegd van de dames
hoeden van Gélot. De grootvader van
de tegenwoordige Gélot verkocht reeds
in dezelfde winkel op de place Vendröme
herenhoeden naar maat. In heel Europa
en Amerika is deze zaak trouwens al
jaren en jaren bekend.
Maar de tegenwoordige Gélot heeft
een afdeling dameshoeden «an zijn zaak
toegevoegd, natuurlijk ook uitsluitend
maathoeden. Hij heeft het aangedurfd,
zo min mogelijk rekening te houden
met de mode en maakt noeden, waar
van het jaren duurt voor z« ouderwets
worden.
Hij legt zich speciaal op sport- en
regenhoeden toe en zyn clientèle bestaal
voornamelijk uit dames, die een groot
gedeelte van het jaar buiten doorbren
gen, een makkelijke hoed willen dragen,
maar er toch voor niets ter wereld pro
vinciaals uit willen zien.
Om de mode zo weinig mogelijk te vol
gen en toch hoeden en mantelpakken
te maken, die modern zyn, zoals Gélot
en Creed b.v. doen, eist misschien meer
smaak dan haar vooruit te lopen, wat
couturiers cn modisten altijd willen. Het
is waar, dat hun clientèle zich er niet
toe leent, wat die van Gélot en Creed
wel doet.
DINY K—W
een garantiefonds inhouden, dat de beleg
gers zou beschermen tegen plaatselijke
risico's van Inbeslagneming, nationalisa
tie of welke andere vorm ook van ont
eigening.
Waarschijnlijk, zo zeggen de ontwerpers
van het plan, zou het bestaan van een
garantiefonds de mogelijkheid van het ver
strekken van leningen door banken en
andere financiële instellingen aan onder
nemingen, welke fot investeringen in het
buitenland willen overgaan en niet over
voldoende contanten beschikken, aanzien
lijk vergroten. De door de beleggers te
betalen verzekeringspremies zouden aan
dit op gezag van de Amerikaanse rege
ring gevormde garantiefonds ten goede
komen.
De garantieverstrekking voor particu
liere beleggingen in het buitenland is een
van de vele oplossingen, waaraan door
het Bureau voor Wederzijdse Beveiliging
gedacht wordt ter vervanging van de
rechtstreekse gratis hulpverlening aan
het buitenland. In economische kringen
is men van mening, dat zij tevens de mo-
De eerstkomende dagen is «r volgens het
Westduitse economische nieuwsbureau
V. W. D. overeenstemming te verwachten
tussen de Duitse, Engelse, Amerikaanse en
Franse delegaties te Londen over het ont
werp voor de regeringsverdragen tot re
geling van de Duitse buitenlandse nüchul-
den. Enkele nog openstaande techniscne
punten zullen waarschijnlijk in de loop
van deze week geregeld kunnen worden.
Nadat de vier regeringsdelegaties over
eenstemming zullen hebben bereikt, wordt
het ontwerp voor de regeringsverdragen
toegezonden aan dé 61 andere schuld-
eiserslanden, waarvan de regeringen kun
nen toetreden tot de overeenkomst. De
ondertekening van het ontwerp vindt pas
plaats nadat de verklaringen van ie an
dere regeringen ontvangen zullen zijn en
dan eventueel nodig zijnde kleine wijzi
gingen in de tekst aangebracht zijn.
male handelsbetrekkingen met het buiten
land in overweging te nemen.
„De heilige Joannes Chrysosto-1 weg naar het Amerikaans, piesid
mus", door Zr Dr M. Costanza schap is vol gevaren
C.R.S.S.met, tekeningen van
II. earlier Uitg, J. H. Gottme.r,
Haarlem.
Wat weten we eigenlijk van onze gro
te mannen uit het verleden? Joannes
Guldenmond was een beroemd redenaar,
die zelfs het hof de harde waarheid durf
de zeggen en die het daarom niet ge
makkelijk heeft gehad. Zover strekt de
kennis van vele intellectuelen zich wel
licht nog wel uit. Maar wie heeft zijn
leven bestudeerd, zijn machtige rede
voeringen gelezen?
Het boek van Zr dr M Costanza is
ware onthulling gewor
den en we geloven dat het dit voor ve
ren zal zijr? De schrijfster tekent hem
met enkele rake «'oorden. „Voor
zijn vijanden was bij de last,'£®
ger van hun leven, het gewetenjat tot
geen an
dan: „Ere aan God voor al-
zwijgen moest worden gebllmu.t',v1oést
misdadiger die zo spoedig ptogelj j
verdwijnen. Voor zijn vrienden vas J
de kracht en de steun, ja, de vreuf,'J®
hun leven. Voor de H. Kerk de 'eia.
de heilige". En zelf kende bij
der ideaal
Ige".
Deze karakterschets wordt in dit bui
tengewoon boeiende boek prachtig uit
gewerkt. Geen sentimentaliteit, zoais
We in vele heiligen levens aantreffen,
maar realistische weergave van een
vechtersleven, een heilig vechtersleven.
En we leren Chrysostomus ook kennen
zijn eigen redevoeringen, schitteren
de documenten van welsprekendheid e-
yuri8e geloofsijver. Maar die hem harde
!evensstrijd en ballingschap brachten en
eh slotte, bet leven kostten.
Ben dramatisch leven, prachtig en
Vetenschappelijk beschreven. Een boek
Voor katholieken van deze tijd.
„Eisenhower, mens en symbool",
door John Gun Uier, vertaling M.
Mok Uitg. F. G, Kroonder,
Bussum.
Een boek over Eisenhower, vooral van
de hand van een Gunther, de voortref
felijke Amerikaanse journalist, die al
«zoveel inside-boeken heeft geschreven,
moet wel de belangstelling trekken. Voor
al omdat we naar de trant van deze
schrijver, de gekarakteriseerde door een
groot aantal anecdotes en kleinere feit
jes beter leren kennen.
Belangwekkend is vooral het verle
den van Eisenhower De oorlog „Is voor
m\j een kruistocht in de traditionele zin
van dit veel misbruikte woord". Deze
uitlating tekent hem ten volle uit. Zo
gaat het pagina na pagina, zo verrijst
voor ons een Eisenhower, die waardig
was de vrije wereld naar de zege te lei
den.
En de toekomst? We moeten afwach
ten. Misschien heeft sympathie de schrij
ver tot een zekere illusie verleid. De
Het apparaat der Rijksoverheid",
„Het appara ker de Bruine
door mr G. H. ölotenw'
- Uitg. Staatsdrukkerij- en uit
geversbedrijf, 's-Gravenhage.
,Het apparaat der Rijksoverheid is ecu
onderwerp, dat zich er uitstekend uwe
leent om op dorre, saaie wijze belic
worden. Mr G. Slotemaker de Bruine ts
er echter in geslaagd over dit onderwerp
een boekje te schrijven, dat verrast door
oorspronkelijke aanpak en prettig-leesbare
f V, P-e schriive>' maakt in deze brochure
behartigenswaardige opmerkingen, m. n.
treft flciency in het Rijksapparaat be-
Tevens doet hij enige overwegenswaar-
dige suggesties aan de hand ter bevorde
ring van een betere, doelmatiger fune-
tionnering van het apparaat der Riiks-
ovérheid. J
In het bijzonder denken wij aan zijn
voorstel tot periodieke herziening det
taakverdeling over de ministeriële depar
tementen en tot centralisering van alle
„apparaatsbemoeienissen" onder de
minister-president. Voor allen, wie do
efficiency van het Rijksapparaat ter harte
gaat, een interessante, instructieve bro
chure.
„Ilct raadsel van Cora Bergo",
door Sigge Stable Uitg. Born,
Assen.
De bekende Zweedse schrijfster behan
delt in deze roman een geval van geheu
genverlies dat de kern vormt van het
knap vertelde verhaal ener ontluikende
liefde tegen de achtergrond van schilder
achtige natuur.beschrijving.
„Return to Chesterton" door Maisie
Ward Uitg. Sheed Ward,
London.
Maisie Ward's onvolprezen biografie van
Chesterton heeft een vervolg gekregen.
No°' nimmer gepubliceerde documenten on
niet het minst de brieven en gesprekken
waarmee Chesterton-vri.enden de schrijf
ster naar aanleiding van haar boek over
stelpen vormen de bronnen van dit nieu
we werk, dat uiteraard geen volledig beeld
van G.KC. geeft, maar het reeds bestaande
beeld op boeiende en vaak geestige wijze
^Over'chesterton's jeugd, over zijn Fleet-
street-periode met name de ontwikkeling
'van zijn eigen blad „G.K.'s Weekly" be
vat het boek nieuwe, interessante bijzon
derheden. Apiusante anecdotes geven het
boek een blijde toon, die goed bij de fi
guur van de beschrevene past.
zeggen zij, dat de republikeinen, nu zij aan gelijkheid schept hervatting van de nor-
het bewind zijn, mogelijk op het gebied ,-'-i1
van de handelspolitiek veel liberaler zul
len zijn dan zij als oppositiepartij waren.
Dc behandeling in het Congres van de
verlenging van de in Juni a.s. allopende
wet op dc handel pp basis van wederke
righeid zal echter de grote proef voor de
houding van het Congres zijn.
Men acht het zeer onwaarschijnlijk, dat
het Congres, met zijn geringe republi
keinse meerderheid, deze wet zal verwer
pen. Wel is men er vrij zeker van, dat
machtige protectionistische belangen
krachtige pogingen zullen ondernemen om
amendementen in te dienen tot beperking
van bepaalde invoer uit het buitenland.
Verder verwacht men, dat de leden van
de internationalistische vleugel van de re
publikeinse partij, die tot de eerste aan
hangers van generaal Eisenhower behoor
den, de zijde van de democratische voor
standers van de vrijhande zullen kiezen,
wanneer deze tegen verdere beperkingen
zullen strijden.
Volgens Amerikaanse economische
kringen zou het Bureau voor Wederzijdse
Beveiliging een programma hebben uitge
werkt voor garantieverlening aan Ameri
kaanse particuliere beleggers in het bui
tenland Dit programma zou vorming van
Tijdens het bezoek van de Frans,e mi
nister van landbouw, Camille Lourens aan
minister S. L. Mansholt te Den Haag, heb
ben beide ministers van, landbouw een in
formatieve bespreking gehouden over de
vooruitzichten van de West-Europese
landbouwintegratie. Met het oog' op de
komende West-EÜropese ministersconfe
rentie, die de Franse regering in Janurai
1953 belegt, bleek in belangrijke mate over
eenstemming te bestaan met betrekking
tot de té volgen procedure.
Tijdens een lunch in de Franse ambas
sade te Den Haag heeft minister Lourens
aan dr J. J. van der Lee, chef van de di
rectie der internationale organisaties van
het ministerie van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening, de versierselen uitge
reikt verbonden aan diens benoeming tot
.officier du merites agricöles", welke on-
De Engelse minister van handel, Thor-
neycroft, heeft bekend gemaakt, dat met
ingang van 18 November voor de invoer
van zacht hout dat in 1953 in Engeland,
aankomt, weer vergunningen nodig zijn.
Hij verklaarde, dat gehoopt wordt, dat het
niet nodig zal zijn een nauwkeurige limiet
voor de totale invoer vast te stellen. De
minister deelde mede, dat het in het be
lang van de betalingsbalans nodig is
streng toezicht te houden op het verbruik
van zacht hout.
Gisteravond behandelde de Bus$umse
raad een kern plan, dat, als het geheel
zal zfjn uitgevoerd, millioenen zal kosten
doch dat zeer noodzakelijk is in verband
met de sterke groei van Bussum, de bouw
van een nieuw modem raadhuis en de
geringe gelegenheid welke Bussum heeft
lot uitbreiding, waardoor hoogbouw
noodzakelijk zal worden. Hoewel de raad
het een „gedurfd" plan vond aanvaardde
hy het beginsel. Een uitvoerige bespre
king werd voorts gewijd aan het spoor
wegprobleem dat men zeer urgent noem
de. Bussum wordt doorsneden door een
dei- drukste lijnen van het land, de ver
binding van Amsterdam met het Noorden
en Oosten van het land. De gemeente is
niet in staat tunnels of viaducten te bou
wen in verband met de ligging der we
gen. De N.S. hebben daarom een plan
ingediend volgens hetwelk de spoorbaan
omhoog moet en de wegen in de ge
meente Bussum op hetzelfde niveau kun
nen blijven. De raad diende een motie in
waarbij er bij de Spoorwegen en de re
gering op aan gedrongen wordt, spoed
met deze plannen te betrachten, in ver
band met een evenwichtige ontwikke
ling van de kern der gemeente. Het col
lege van B. en W. vond deze motie
echter van zulk een Importantie, dat be
sloten werd haar aan te houden en er
later een prae-advies over uit te bren
gen. De verhoging der sP°9!?aa"'„ziL
(Van onze medische medewerker)
Een vorige maal hebben we gezien, dat aan het afgeven van een geneeskundige ver
klaring een gehele problematiek verbonden is. Dit wordt maar al te gemakkelijk
vergeten, In het algemeen moet het aantal verklaringen tot het noodzakelijke beperkt
blyven en er moeten slechts die vragen aan een arts worden gesteld, die uitsluitend
dour een medicus beantwoord kunnen worden. In onze ingewikkelde maatschappij is
het niet meer mogelijk het afgeven van allerlei verklaringen achterwege te laien
zonder gewichtige belangen van de patiënten te schaden. Wanneer behandeling of
genezing er onder zouden lydcn als geen verklaring wordt afgegeven zou de arts zyn
taak uit het oog verloren hebben. Vandaag zullen we van de vele verklaringen die
mogelijk zijn, die omtrent ziekte en ongeschiktheid bespreken.
derscheiding de heer Van der Lee dankt naar schatting 'n bedrag van 12 millioen
aan zijn verdiensten voor de landbouwin- gulden kosten,
tegratie.
Als typisch voorbeeld hiervan kan het
zieken voedsel gelden, dat gelukkig met de
distributie tot het verleden behoort en
waarvoor de Gezondheidsraad voorschrif
ten had opgesteld.
Eveneens duidelijk is,dat-voor physische
therapie de behandelende geneesheer aan
de physico-therapeut een briefje mag af
geven daar dit als het ware als een voort
zetting van de behandeling te beschouwen
is.
Hetzelfde geldt voor briefjes voor bril
len, kunstogen, bandages, steunzolen, eias-
tieka kousen, orthopaedische apparaten
enz. voor opticiën, bandagist of instru
mentmaker en is te vergelijken met het
afgeven van een. recept voor de apotheker.
Ook briefjes aan dé kruisvereniging voor
het in bruikleen afstaan van verplegings-
artikelen zijn toegestaan, evenals voor het
inroepen van de hulp. der wijkverpleeg
ster.
Niet toegestaan is een briefje van de
behandelende arts over wijziging van ar
beidsvoorwaarden b.v.: ander werk, geen
nachtdienst e.d. Hij mag dit de werkgever
niet kenbaar maken. Beoordeling van da
arbeidsvoorwaarden behoort te geschie
den door de bedrijfsarts of de controleren
de geneesheer. Wel mag de behandelende
arts in een gesloten brief vooraf aan deze
arts inlichtingen verschaffen om zodoende
voor de belangen van zijn patiënt op te
komen.
Verklaringen voor opneming in een
ziekenhuis sanatorium, rusthuis of
krankzinnigengesticht zijn uiteraard ge
oorloofd, voor het laatste zelfs wettelijk
vereist. Vermelding van diagnose ge
schiedt echter principieel alleen aan
een medische instantie.
Anders ligt het geval bij de uitzending
van kinderen naar officieel erkende ge
zondheidskolonies. De beslissing behoort
genomen te worden door een hierttoe aan
gewezen arts, die de beschikbare plaatsen
het best eerlijk kan verdelen. Ook de
keuringen, zoals die voor het officiële for
mulier van het Staatstoezicht op de Volks
gezondheid vereist zijn, behoren, uitge
zonderd in plaatsen waar het niet anders
kan, niet door de behandelende geneesheer
verricht te worden.
Alle verklaringen voor uitzending naar
Het Petit Palais, het museum van de Stad Parijs, heeft een «root en
belangrijk deel van zijn collectie kunstwerken naar bet Museum Boymans
te Rotterdam gezonden. Deze wordt thans geëxposeerd in de prachtige
zalen van dit altijd weer opvallend fraaie Museum. Het is een opmerkelijk
mooie tentoonstelling die, alleen al wat zijn ontstaan betreft, spreekt tot
elke burger van het nijvere Rotterdam. Zoals ook de verzameling van het
Museum Boymans niet ontstaan is uit een historisch bezit, van graaf
of prins maar in hoofdzaak gegroeid uit giften en legaten van kunst
minnaars en tevens vrienden van Rotterdam, zo ook is de Parijse ver
zameling hijeen gebracht door belangrijke giften van Franse collectionneurs
wa[ 1S er 111 dit rijke land, in deze rijke stad veel hijeen te brengen,
dat een plaats verdient onder de meesterwerken, vooral uit de zo vrucht
bare 19e eeuw, uit het fin de siècle en uit onze halve eeuw!
Een verzameling die zo ontstaat heeft
vanzelfsprekend niet het karakter van
een geheel dat, compleet met hoogtepun
ten en al, een ontwikkelingsbeeld schetst
en de grote meesters oaar evenredigheid
een plaats geeft. De verzameling van het
Petit Palais is er dus een die zonder
meer bestaat in een aantal werken^van
grote meesters. De een komt er daarbij
door de wisselvalligheid der schenkingen
royaler af dan de ander.
Een <lie bij deze collectie schitterend
vertegenwoordigd is, is Courbet; gen
grandioze zaal vol schilderijen van een
man die. vrijwel alleen, mei de roman
tiek afrekende en er het realisme voor
In de plaats stelde. In zijn zelfbewuste
kop (no. 11) ontwaart men de revolu-
tionnair. die n'£t alleen de minachting
oogstte van het kunstminnend publiek
uit zijn dagen rond het midden van
de vorige eeuw maar bovendien door
zijn revolutionnair gedrag in storm
achtige dagen uit Frankrijk moest
vluchten.
Dat door zijn tijd zo gewraakte realis
me blijkt heden nog wel mee te vallen.
We moeten het gevai in het licht van de
tijd zien. Het moet zijn opgevallen, dat
Courbets gr&s en zyn bomen groen wa
ren, zijn rotsen grauw en zijn luchten
blauw'temidden van het theatrale ro
mantische duister. Nog heden bewon
deren we zijn heldere indringende visie
en zijn klare taal (no. 25 en 29). Als men
het vrij jonge portret van Juliette Cour
bet (no. 23) ui' 1844 vergelijkt met het
traditionele portret van Couture (no.
35), dan verkiest men de levensechte
Courbet boven het gladde werkstuk van
Couture, waarop de man ins
gezet met een gewiló 'oneellit P p
overigens meesterlijk ^Jïimmer"
schedel en met een smeuïge „81
op het overhemd; een vlot gev
voor het salonpubtiek *em tien
geven die dan alleen slaat op de at
wezigheid van fouten.
Men sta ons toe in deze besprekin* met
opnieuw lof toe te zwaaien ajionjs.
bekende schoonheid van V de
ten en hun voorgangers, zowellaL aan o
Jongkind, Manet. Monet. Sisley,
en
nisme
Corot. uons--;, -r-anne de baanbre-
kèSrS8di1 het"fraaie vlak-van schildering
nn z'chzelf predikte, ia in deze collectie
vertegenwoordigd en vóór we de zalen
uU deze periode betreden passeren.we een
corridor waar een paar tekeningen e zien
rijn van Ingres. Het zijn een paar por
tretjes getekend met het .gemak der vir
tuozen.
In de laatste kabinetten vraagt meer
recent o.a. van Rouault. Matisse en Picas
so onze aandacht, schilders bij wie alles
gaat om de inhoud of liever gezegd om
de bedoeling. Het metier is daarbij ge
sneuveld. Ga bij deze doeken niet dicht
bij kijken, als ge nog hecht aan een fraai
geschilderd en doorwerkt oppervlak, want
het js verschrikkelijk. Vooral Rouault
creëert een niet toonbaar oppervlak,
rauw, rul. vuil en dor. Het gaat hem er
om een religieuze sfeer te scheppen, waar
aan de invloed van het zonnige glas-in-
lood venster niet vreemd is (no. 119 en
122)Matisse zoekt naar een synthese
van een fel en expressief verbeeld on
derwerp en een grillig lijn- en kleuren
spel.
In «en klein kabinet hangen «nkele
werken van Odillon Redon. die we gaarne
apart vermelden. Het zijn hoogst merk
waardige producten passend bij de zeld
zame en merkwaardige figuur die Redon
was. Hij opent voor de toeschouwer een
sinistere vreemde wereld waarvan hij
alleen het geheim kent; z0 zijn zijn litho's
en ook de meeste van zijn schilderijen.
Wij willen in dit verband wijzen op de
fantastische kleurstelling in no. 105,
waarop hij de rode Arabier (wat een
prachtig rood!) ëen paarse guitaar in de
hand geeft.
Een minder sterke schilder achten wij
Aristide Maillol, die voor alles beeldhou
wer is. Dat is zijn kracht; het is duidelijk
waarneembaar ia no. 79 de zee In
het ruimtelijk verbeelden, van een men
selijke figuur, in de opbouw der volumi
na en het verglijden van de contouren,
naarmate, men van standpunt verandert,
is de meester sterker dan in het schilde
ren van zo'n ondérwerp. Het schilderij
is weinig picturaal en arm aan kleur.
Fraai opgesteld treft men op de tentoon
stelling ook beeldhouwwerken aan die
aangevuld werden met. <ie bezittingen van
het Rotterdams museum zelf.
We moeten wederom een keuze maken.
Laat ons Carpeaux kiezen, de schepper
van het fraaie beeldhouwwerk „de dans"
voor front van de Parijse Opera.
Van hem is er o.a. een buste van de
„Prince Royal" (no. 10), een zeer char
mant werkstuk, leder zal met grote sym
pathie dit kopje beschouwen. Het is een
en al hartelijkheid. Het kopje rust als een
bloemknop op de ranke hals en de jonge
schoudertjes. Het harde marmer is onder
de knappe handen van Carpeaux een
teder materiaal geworden. Zeker, het is
traditioneel en wat romantisch, maar in
dat soort zeer sterk.
Al kan de hedendaagse kunstenaars er
niet ,op door gaan", al is zijn tijd in
feite voorbij 'dit soort „bezwaren" hoort
men heden vaak), het moet voor de be
zoeker een hartelijk en charmant afscheid
van dc tentoonstelling zijn vooral waar hij
zich op het laatst heeft bezig gehouden
met de moeilijk doorgrondbare modernen.
niet-erkende gezondheidskolonies, kinder
hulzen, gezinnen e.d. zijn voor de behan
delende arts verboden.
Het geven van inlichtingen aan de bede-
vaarts-arts moet tot de behandeling gere
kend worden en is derhalve geoorloofd
evenals briefjes of telefonische medede
lingen omtrent zlekenvervoer.
Helaas zijn de deviezen nog beperkt be
schikbaar zodat wanneer he't geweest is,
dat iemand voor herstel van gezondheid
naar het buitenland moét en met zijn tou-
ristendeviezen niet toekomt, hij bij het
Departement van Sociale Zaken en Volks
gezondheid een aanvrage kan indienen.
Daarbij moet hij een verklaring insluiten
van zijn behandelende geneesheer waarin
de medische gronden van de uitzending
uiteengezet worden. Deze verklaring moet
in een gesloten enveloppe gericht zijn aan
de Geneeskundige Hoofdinspecteur van de
Volksgezondheid.
Moeilijker ligt het bij het verzoeken om
gezinshulp, omdat de medische indicatie
hier vaak niet zo gemakkelijk van de so
ciale te schelden is. Het ideaal is als de
hulp bij een centrale controlerende instel
ling b.v. een geneeskundige dienst, wordt
aangevraagd waar dan zowel de medische
als de sociale facetten beoordeeld worden.
In plaatsen waar dit niet mogelijk is kan
de behandelende arts zich rechtstreeks tot
de instelling richten met een strikt-me-
disch oordeel b.v. drie weken bedrust. Het
is de taak van de maatschappelijke werk
ster om te beoordelen hoeveel hulp dit
voor het gezin betekent.
Dagelijks komt de vraag naar betere
huisvesting helaas nog aan de orde. De
behandelende geneesheer mag geen ver
klaring daaromtrent afgeven, hetgeen di
rect begrijpelijk is als men bedenkt, dat hij
de woningmogelijkheden en de verlangens
van de talloze gegadigden niet kan over
zien. Het huisvestingsbureau of de ge
meentelijke woningdienst wijst een con
trolerend geneesheer aan. In de regel is
dit in kleinere plaatsen de gemeente-arts
en in grotere een arts van de Gemeen
telijke Geneeskundige Dienst.
Bij levensgevaar van een der familie
leden mag de behandelende geneesheer,
omdat het steeds om spoedgevallen gaat,
een verklaring afgeven voor een S.O.S.-
bericht per radio.
Tenslotte een aangelegenheid, die we
nauwelijks bij onze lezers durven veron
derstellen, maar die gezien het bekende
zwarte schaap in de familie wel eens voor
komt, n.l. het bezoek van gedetineerden
aan zieke familieleden. Als de directeur
van de strafinrichting geen genoegen
neemt met een verklaring van de patiënt
zelf moet hij een controlerende arts aan
wijzen of aan de gevangenis-arts opdragen
bij de behandelende geneusheer inlichtin
gen in te winnen omdat bij uitzondering is
toegestaan, dat de behandelende genees
heer in dat geval inlichtingen verstrekt.
Op de gedragslijn voor andere gevallen
zullen we binnenkort nader ingaan.
Da Westduitse vereniging van kamers
van koophandel (Industrie und Handels-
tag) heeft er'op aangedrongen dat <ia Wes
telijke Geallieerden de na de oorlog in-
beslaggenomen handelsmerken aan West-
Dultsland terug zullen geven. Dit zou
volgens de vereniging moeten geschieden
vóór de conventies van Bonn tussen
West-Duitsland en de Westelijke mogend
heden. waarover in de loop van deze
maand in het Westduitse parlement ge
debatteerd zal worden, geratificeerd wor
den.
De vereniging heeft een brief gezon
den aan het parlement, waarin zij mede
deelt. dat door het verlies van de Duit
se handelsmerken aan de Geallieerden, na
de oorlog voor de Westduitse export een
bedrag van ongeveer 1 milliard D.M. ver
loren is gegaan. Volgens de brief is het
voor Duitse firma's moeilijk haar oude
markten te heroveren met nieuwe han
delsmerken, welke de afnemers niet ken
nen. De conventies van Bonn staan on
derhandelingen ti>e over het teruggeven
van Duitse handelsmerken.
De houding van de drie Westelijke Ge
allieerden zou volgens de brief van in
vloed zijn op de houding van andere lan
den. Om die reden zouden de Ver. Staten,
Engeland en Frankrijk vóór de ratifica
tie der conventies door West-Duitsland
de Duitse handelsmerken aan Weet.
Duitsland moeten teruggevao.