B elastingkantoor moderne fabriek een „Een goede herder scheert zijn schapen, maar vilt ze niet" Troni Laiidbouivschool in Deventer ROERMOND HELPT HONGARIJE UITGESTIPPELDE LEVENS PROGRAMMA'S EN EEN GESLOTEN REPUBLIEK DONDERDAG 20 NOVEMBER 1952 PAGINA 7 OAS TWINTIGDUIZEND belastingambtenaren zitten ergens in Nederland op een stoel of kuieren al speurend langs 's Heren wegen. 'Daar gaan onze centen zucht de belastingbetaler en hy vergeet met een beminnelijk gemak, dat er Wellicht heel wat minder belastingambtenaren zouden zijn, als hij even accuraat en precies wat als deze ambtenaren zelf. Zij getroost ook ik weet dat nu pas na twee dagen „bélaatinginspeetM Ik heb ongemannen op stoelen zien zitten alsmaar Aanmaningenuitschry vena. Ik heb jongemannen op stoelen zien zitten alsmaar Aanmaningen uitsctiryvena. te verheugen met „Dwangbevelen" en als de belastingen dan al met popuiavr dan komt dat mede hierdoor, omdat deze dingen dwangbevelen genet en zyn. Dat is zo'n stug woord. Waarom staat daar niet met grote ieUers gif" gedrukt Vriendelijke doch desalniettemin dringende invitatie Men ^mijved^ kunnen gaan en dat papier niet laten bezorgen door de d kastelein de populariteit van de belastinginspectie zou er sïeeMs dooi winnen maar ik begrijp, dat men met populariseren ook te ver kmi gaan, maar tets ~ou er sinds de wettelijke belastingregeling in 18^5 of daaromtrent tot stand is gekomen, nu toch wel eens mogen veranderen. Ik geloof, dat geen enkele Nederlander de belastin ah eren overijldheid, al ie moderne opvattingen of gebrek-aait degelijkheid, zou verwijten dat zij in het leven van een belastingman-grouwelyke doodzonden indien hij zich aan een modernisering in de aangegeven zin van zijn vriendelijke aanmaningen tot het betalen van belasting te buiten zou gaan. gen, die ik bij de post krijg, te schikken onder Ongevraagd drükwerk wordt niet teruggeven. Weet U wat het is, zei ik. Jullie heb ben in die ruim honderd jaren van be lastingwetgeving nog altijd niets veran derd. Het verwondert mij nog altijd, dat die formulieren niet in het oud-Hollands zijn gesteld. De modernisering, waarvan ruim een jaar geleden zo hoog werd op gegeven, was misschien modern, misschien wel een teken van verval in het oog van oen beiastingman, maar wij hebben elkaar thuis eens aangekeken en er nog niets j van gesnapt. Ik las bijvoorbeeld eerst op een werknemersverklaring deze beide vra gen keurig met kleine lettertjes onder elkaar: Zijt gij gehuwd? Zijt gij ongehuwd? Dat was nu de eerste keer, dat ik pleizier in het geval kreeg. Het was wel- j licht de bedoeling om alle twijfel in zulk een delicate kwestie uit te sluiten, maar een beetje modernisering zou geen kwaad j kunnen. U moest al die biljetten en ver klaringen en aanmaningen en dwangbe velen eens door ons in elkaar laten zetten. Ik zei U reeds, dat ik na deze rondgang door belasting- en ontvangerskantoren zeer onder de indruk was van de effi ciency, waarmee hier wordt gewerkt. Nu heb ik altijd wel in belasting geloofd, zelfs in erfelijke belasting. Per slot van reke ning betaalde mijn vader belasting en nu ik pok. Wij vonden het in het laatste jaar van de oorlog helemaal niet leuk om in het donker naar huis te moeten schar relen en als wij geen belasting betaalden, zouden wc dat ons hele leven moeten doen, of 's avonds thuis blijven, of de kans lopen in het water te sukkelen. Zo bezien betaalt men per slot van rekening belas ting evengoed als men brood koopt voor het gezin. Daar waren we het gauw ge noeg over eens. Maar de methode waaróp die belastingen werden geïnd. Weest U maar blij zei de inspecteur dat U niet in Amerika woont. Kijk eens, wij hebben hier de „leggers". De belasting is zo welwillend voor iedere belasting plichtige, die daarvoor in aanmerking komt, een administratie bij te houden. Wat 'n service nietwaar! Van deze belas tingplichtigen in ons rayon hebben wij zulk een administratie, oftewel een legger. Hier zijn zij. Hij wees als een veldheer op een slagveld naar hoge kasten vol met leggers. Als U in Amerika woonde zei hij zou U dat zelf moeten doen en als U het niet nauwkeurig doet, in het gevang kunnen geraken. Hier doen wij het voor U. En U kunt nog reclameren ook. Onge veer vijftig procent van de bezwaarschrif ten worden toegewezen, maar die moeten allemaal in de lopende band van de be- lastingfabriek worden toegepast. Bij het ontvangkantoor kwamen in het laatste jaar 2200 mondelinge verzoeken om uitstel en 1400 schriftelijke binnen, 1800 werden er verleend, ook weer dus ongeveer de helft. De ontvanger had hier in een jaar 105000 emargementen. U zei? Emargementen oftewel afschrijvingen. En als het niet klopt moet hij gaan her- emargeren. O, zei ik! Of bijbetalen uit zijn eigen portemonnaie. In 1951 werden hier 9000 dwangbe velen uitgegeven en 366 posten oninbaar verklaard. Betalingshandelingen aan de ontvanger hier waren er in 1951 25.000 aan de kassa, 67000 per post en 37000 per giro. En dan komen daar nog bi.j die van de loon- en omzetbelasting: 21.000 en nog zo het een en ander. Bezwaarschriften worden er 4 a 500 per maand behandeld. Wat ontvangt U per jaar? wou ik weten. Ik niets, zei de inspecteur. Ik schrijf bij wijze van spreken alleen de kwitanties uit en de ontvanger int. Hoeveel? Rond dertig millioen per jaar. 't Is maar een kleine inspectie. Aardig zaakje! vond ik. Hij vertelde mij iets van de controleurs en de aanslagregelaars. Zo'n aanslagregelaar vond eens, dat een pastoor in de buurt zulke lage tarieven had voor kerkelijke plechtigheden. Onbe grijpelijk laag. Dus werd de pastoor eens aan de tand gevoeld. Waarop deze de in specteur uitnodigde bij hem te komen trouwen en sterven. En waar stort de ontvanger nu al die gelden? Hij moet er toch mee uit de voe ten. Die stort hij op Postrekening no. 1 ten name van 's Rijks Schatkist. Het is maar dat U het weet. En ik dacht toen aan Shakespeare s eerste acte van Hendrik IV: „Ik ben zo arm als Job meneer, maar niet zo gedul dig". Zoals hij in de vierde acte van de „Koop man van Venetë" de Shylock laat zeggen: „Nu, trouweloze, heb ik je te grazen". Daaruit zou men moeten concluderen, dat er ook toen al belastingen bestonden. De mensen zijn wat de belastingen betreft te laks, zei de inspecteur, zij ge loven het wel. Wat zegt U nu hiervan? Een kleine werkgever, die 8.500 gulden loonbelasting achter is. Wat moeten we daar nu mee aan? Als we de man aanpak ken, gaat zijn zaak kapot en worden al zijn arbeiders werkloos. Dat gaat toch ook niet. Als hij nu maar eens kwam praten. Maar hij komt niet. En toch heeft hij die loonbelasting van zijn personeel ingehou den. Praten, dat heb ik eens gedaan, zei ik. En hielp het? Nou en of! Een beste inspecteur was dat. Compleet een menselijk wezen. En ik vertelde mijn verhaal. Het hield verband met al die belastingen uit de oor logsjaren, die moesten worden ingehaald. Mijn vrouw wist er geen raad meer op. Ik naar de inspecteur. Ik werd netjes ont vangen. Toen ik zijn kamer binnen kwam, dacht ik: die man heb ik meer gezien, maar ik wist in geen velden of wegen waar. En bij zei het niet ook. En zei die inspecteur komt U re clameren tegen uw aanslagen? -r Helemaal niet zei ik. Wij hebben sinds het vertrek van de Duitsers nu een maal een staatsschuld van 27 milliard en dat moet worden betaald. Wat komt U dan doen? vroeg hij. Ik kom reclameren, zei ik, tegen het feit, dat u mijn levenssysteem in de war schopt. Kort en goed, hij vroeg mij dat nader te verklaren. Kijk eens, zei ik hem, ik ben katho liek en ik ga uit van het standpunt, dat ieder mens in zijn leven zorgen moet hebben om de hemel te verdien ?n. Daar- niet laten bezorgen door de deurwaarder, maar door de kastelein. van is niemand uitgezonderd. Stalin niet en Truman niet en Faroek niet. Maar stelt u zich eens voor, zo ging ik verder, dat u zó bevoorrecht zou zijn, dat u uw eigen zorgen zou mogen uitzoeken. U zou dan kunnen kiezen uit bijvoorbeeld: een on gelukkig huwelijk of een kinderloos hu welijk, als u graag kinderen zou willen hebben, of slecht oppassende kinderen of zo iets of ongelukkige kinderen of ziekten .of financiële zorgen. Wat zou u nu in dat geval kiezen?, vroeg ik die inspecteur. Ik begrijp niet waar u heen wilt, zei hij, maar ik zou maar financiële zorgen na drie en een halve zin had ik al lust wat gezellige chaos te scheppen in deze voortreffelijke orde CflM kiezen, vond hij. Juist, zei ik. Maar waarom zou u die kiezen? Geen antwoord. Ik zal het u wel zeggen, zei ik, u zou die kiezen, omdat al die andere zorgen, die ik noemde, je eigen zorgen zijn. Daar kan niemand je mee helpen. Alleen de fi nanciële zorgen zijn de zorgen van een ander. Van een ander? Hoezo? Wel, zei ik, van de man, die zijn centen niet krijgt. Ziet u, zei ik toen, daar heb ik nu altijd gelukkig bij geleefd, maar bij jullie van de belastingen gaat dat niet op, want als ik dit allemaal niet betaal en ik gooide zestien belastingaanslagen op tafel dan stuur je de deurwaarder. Jullie hebt nu eenmaal het recht van parate executie. Zo heet dat toch? En hoe liep dat af, vroeg nu mijn inspecteur. O, ik kreeg er een heleboel af. Ik kreeg zelfs nog geld terug. Hij vroeg me van alles over wat ik in de oorlog had gedaan en verdiend en dat bleek nihil te zijn. En de kinderbijslag wou hij weten. Afijn, hij informeerde van alles en nog wat. En toen ik wegging, keek ik hem nog eens aan en vroeg hem opnieuw: waar heb ik u toch meer gezien? Ik zal het u maar vertellen zei hij toen: ik zit al vijf jaar lang 's Zondags naast u in de kerk. Ik kreeg een kleur, maar ik heb geant woord: Dan kunt u eens zien hoe aan dachtig ik pleeg te bidden. Ziet u, zo zijn wij nu, zei mijn inspec teur, na dit verhaal en hij wees op een mooi gecalligrafeerd bordje dat aan de wand hing. Daar stond met schone krul letters geschreven: „Est boni pastoris oves tondere non deglubere". „Een goede herder scheert zijn schapen, maar vilt ze niet". FRANS SCHNEIDERS. In speciale kassen bestuderen de leerlingen onder leiding vnn liun docent de geheimen der natuur. Het resultaat van de tweede inzame ling <fie in Roermond werd georgani seerd ten behoeve van de Hulpactie voor Hongarije is nog beter dan de eerste. Mgr. Hanssen, coadjutor van Roer mond* bisschop, telegrafeerde naar het secretariaat van de Stichting „Resultaat tweede inzameling twee bestelwagens en ruim driehonderd gulden." Volgende week Dinsdag zal de laatste Inzameling in Roermond worden gehou den. Wellicht zal de opgaande lijn gehand haafd blijven. ingsinstitimt voor emigranten Ik trof in het Zuiden een belastingin specteur, die een middenweg zou kunnen Worden genoemd tussen Frangois Villon en de minister van Financiën. De charme van het Zuiden en rechtlijnigheid van de belastingen hadden *ich in deze mens verenigd. Men vrasS' z'ch a's n'et"be- lastingdeskundi„e alleen af hoe het mo_ SeUjk is dat een Maastrichtenaar twee e" halve mete,, boekenkast aan verorde ningen tot zijn bloed en vlees kan maken. E" hij had veel bloed en een ordentelijke hoeveelheid vlees.. °P zijn bureau was geen papiertje te zien. in zijn boekenkast stonden de ver- Ordeningen sinds 1845 netjes naar leeftijd Serangschikt als schoolkinderen tijdens een gymnastiekles. Er kwam geen onvertogen woord over zijn lippen, toen hij ons de gang van za ken op zijn bureau uitlegde. Ik begon 'oen te begrijpen, dat een inspectie van de belastingen niet hetzelfde is als het kantoor van de ontvanger van,'s Rijks be lastingen. Na drie en halve zin had ik al lust wat gezellige chaos te scheppen in deze voor treffelijke orde. Alles wat hij zeide illus treerde hij opgewekt met formulieren van de Inkomstenbelasting 1951, Vermogens belasting 1952, Aanmaningen Dwangbeve- lèn. Vorderingen, Akten van be ekening ch Derden Beslagen. Het werd al interessant, vooral toen bij *1' nog bij vertelde, dat een zekere meneer, te adjunct-commies-titulair werd ge- hieind, belast was met het opmaken van s,aten 'o. P.. faillissementsvorderingen steof dagelijks een halve provincie op de Hacon gaa' en vorderingen houders van Penningen. Voorts moest hij de uitstellen halooen en aan het loket inlichtingen verstrekken. Zou'en we nietvroeg ik heel voorzichtig. Het gaat er maar om, zei hij, dat u het begrijpe. Natuurlijk, zei ik, hef is allemaal heel duidelijk. Die houders van pennin gen zijn wjj zeker. Het lijkt mij alleen Wat moeilijk om dat allemaal uit je hoofd te weten. O, zei hij, je hoeft alleen maar alle belastingwetten en alle verordeningen *n regelingen uit je hoofd te kennen van de laatste honderd en tien jaar, maar dat leer je nu op de belasting-academie in B-otterdam. Ziet U 1 Dit jongmens hij leidde mij intussen door de bureaulokalen is as- pirant-sehrijver, hij tekent de kosten van de dwangbevelen aan in de kohieren. Ki.ik, hier hebt u zo'n dwangbevel -Ia, die ken ik. zei ik. Beter dan de Bijbel. Kijk, zei hij, dan hebt u eerst dit formulier gehad en hij monde mij een formuliertje, dat zonder aanhef van Ge achte of Weledelgeboren H«ei ofIets van die aard begon met: Het aani U "»tge- reikte aangiftebiljet voor de 1 belasting over 19.... werd, °ndanll® toegezonden waarschuwing niette:riigo vangen. En dan kwam er zo iets van. binnen vijf dagen (vet onderkast en on derlijnd, zoals wij aan de krant dat noe men), en je kon een nieuw formulier kri]- Ren als het oude was zoekgeraakt en alle denkbare service meer. kwam lanrzaam aan onder de in- ue re£elmaat en de accuratesse, waarmee hier werd gewerkt. En toch.... zei ik. Wat en toch, meneer? Ziet u mijn eega regelt de financiën ook de belastingen, zette ik uiteen De twee ergste dingen in mijn leven ziin het invullen van een belastingbiljet en het opmaken van een onkoslenrokenin". Dat stel ik altijd zo lang mogelijk uit. Fout meneer, zei hij. Gevolg 20 000 belastingambtenaren. Zij kreeg, zo voer ik voort, oen nieuwe aanslag voor een van de ze's en twintig achterstallige belastingen, die wij hebben in te halen. Zij deelde het netjes in over vijf maanden en betaalde de eer ste termijn zij het ir later dan de belasting had voorgesteld keurig op de eerste van de maand. De belasting- vond, dat het in drie termij- ons kwamen een de tweede en ontvanger nen moest worden betaald, vlif termijnen beter uit. Dus volgde de eerste betaling per giro netjes op de eerste van een bepaalde maand. En maand later, wéér op de eerste de en daarna volgden de der- rip en vierde betaling. En toen kre- iriL wjj ineens een dwangbevel. De j „-„aarder aan de deur. Aan de oordeur nog wel. Wij hadden onze V er eigen termijnen betaald, keurig telkens met een maand tussenruimte. Dat konden zij toch zien op dat bureau en dan konden ze toch begrijpen, dat de viifde termijn wéér een maand later zou volgen Toen heeft hij mij aan de hand van kohieren en ik mag ooit minister van financiën worden als ik geweten neb v.,at een kohier was uiteengezet, dat een belastingkantoor een fabriek was. Fen moderne fabriek, waar do arbeid aan de lopende band wordt verricht. Als wij auto's zouden fabriceren en de man, die het linkervoorwiel eraan moet /.riten, zou moeten wachten omdat de beclol- lingsorders van de vulcaniseer-inrichting voor de banden in de prullemand zijn gesmeten, dan zou daar de hele zaak óók spaak lopen. U hebt eerst een waarschu wing gehad. Als u dan even was geko men zou uw regeling voor de betaling in vijf keer waarschijnlijk zijn goedge keurd. Nu beeft de man, die de kohieren naziet, gezien, dal er achterstand i- in dc betaling en dan gaan automa'isch de waarschuwingen en dwangbevelen de deur uit. Maak die dingen dan wat gezelliger, zei ik. ik ben nu altijd geneigd deze din- AFGELOPEN weken liin;; er,in Deventer, in de Rijks Middelbare School voor 1 ropische Landbouw aan de Brinkgreverweg, weer iets van stille verbetenheid in de lucht. Er kropt iets in het bloed van driehonderd jongelui. Deze driehonderd weten wat zij willen. Hun leeftijd is die van knapen die voor hun eindexamen blokken of hel zojuist tot eerstejaars (studenten hebben gebracht. Maar hun geestelijke leeftijd ligt hoger. Het (valt op, wanneer men het uitgaan dezer formidabele middelbare school beleeft, dat er zo allesbehalve sprake is 'an een H.B.S.-uitgelatenheid. Deze school is geen kooi, waaruit des middags om vier uur het geweld der hervonden vrijheid losbreekt. De jonge mannen, die in het Deventerse Novcmbcrniiddaglicht tc voorschijn treden, stralen dc rustige resoluutheid uit van mensen, die hun levensprogramma al hebben uitgestippeld: een stippellijn, die achter een tropische horizon verijlt. Fen horizon, die. lokt en de toekomst bergt, maar waarboven zich sinds enkele jaren hij voort during de lelie donderkoppen ener politieke onverdraagzaamheid samen pakken. Zo zijn wij dan in Deventer om er de (enige bestaanscrisis waar de school uit- stoolkracht van het idealisme a tort ou eindelijk met succes door heen is ge- a raison mee te maken. Heeft het zin. om komen. Er is op de wereld eigenlijk geen school, die zozeer door de conjunctuur beïnvloed wordt als de Rijks Middelbare School voor Tropische Landbouw te Deventer. Het huidige leerlingenaantal, driehon derd, ts een goed gemiddelde. In 1932 be droeg dit aantal 356. In 1936, een der ergst? crisisjaren, slechts 68. Vlak na de bevrij ding, toen iedereen weer nieuwe hoop vatte, vloog het leerlingenaantal omhoog, tot tegen het cijfer 500 aan. Een conjunctuurschool dus. Dalen de prijzen op de wereldmarkt of wordt de handel door de politiek in zijn vrije ont wikkeling gestuit, dan daalt onmiddellijk de animo voor de Tropische landbouw- Ook de chemie speelt natuurlijk een belangrijke rol bij de opleiding op de Landbouwschool te Deventer nu nog, nu Indonesië haast geen Neder landse landbouwexperts meer toelaat, steeds door te gaan met het klassieke programma van deze schooi, die in 1912 speciaal ten behoeve van de Indische cul tuurmaatschappijen werd opgericht? Prac- tisch honderd procent der geslaagden vond toen onmiddellijk passend werk op de plantages van Java of Sumatra. Zij golden voor onvervangbaar. Herhaaldelijk kwam tot uitdrukking, welk 'n voorkeur de Deventernaren genoten boven de afge studeerden van soortgelijke scholen In binnen- of buitenland. Van „soortgelijke" scholen kan men eigenlijk niet eens spre ken, want bet „klassieke programma" van Deventer is ook een uniek programma. „Dit is een school, zoals er maar één is in Europa", aldus de huidige directeur, dc heer D. J. Duijnhouwer. g Directeur Duijnhouwer is het type van ;een sterke leraar uit een goede Engelse speelfilm. Alles aan hem is autoritair-in- het-paedagogische. Bouwt hij in zijn jon- jgens naar de toekomst toe. dan doet hij dit met het ervaringsmateriaal van zi.in eigen leven, uit de tijd toon hij zélf nog indischman was. Dat was lang voor 1932, het jaar waarin zijn tweede jeugd, zijn directeurschap, begon. De heer Duijnhou wer geeft Bahasa Indonesia en Javaans. Heeft het nu nog zin, om met het on derwijs in deze talen door te gaan? „Jazeker, want nog altijd hopen onze jongens in Indonesië hun bestemming te vinden". Het komt er echter maar al te weinig van. Kort na de oorlog zag het er even fan tastisch rooskleurig uit. In 1945 konden ineens achthonderd geslaagden van de wachtlijst geschrapt worden: heel de op gespaarde leerlingenoogst der laatste ja- ren kon worden ingescheept. De school scheen een nieuwe periode van grote bloei tegemoet te gaan. De datum van 17 Aug. 1949, toen de gezagsoverdracht plaats had, betekende echter het (voorlopige) einde der illusies. Can junctunrsclwol Ja, laten wij maar tussen haakjes van voorlopig spreken. Want dit is met de school, zowel van de zijde der grote cul tuurmaatschappijen als van de zijde der leerlingen. Het behoorlijke leerlingenaantal van het ogenblik dankt de school voor een goed deel aan de emigratiepolitiek der regering. Het is practisch onmogelijk, dat alle mo menteel studerenden een toekomst in Indonesië vinden. Dit jaar zijn 107 leer lingen afgestudeerd. Van hen willen er zestig nog altijd per se naar Indonesië. Hun visum blijft echter alsmaar uit. Mis schien, dat ze begin volgend jaar een kans maken; dan wordt in Djakarta namelijk weer een nieuw quotum van toelaatbare experts vastgesteld. In afwachting daarvan vinden ze hier „jobs" in de landbouw, met name in de N.O.-polder, waar ze niet te lui zijn om op een tractor te kruipen en het tastbare bewijs leveren, dat hun handen niet verkeerd staan. Maar toch is het een trieste toestand deze jongens werkzoekend te zien in het kleine Nederlandse landbouwbedrijf. Ze zijn bestemd voor pionierswerk, voor het grote bedrijf op eenzame voorposten. In feite is er voor hen geen plaats in het vaderland. Ze moeten gaan emigreren. ]\aar alle werelddelen Het woord emigratie is nieuw in de geschiedenis der Tropische Landbouw school. Wie voor de oorlog naar Indië toog was immers geen emigrant. Hij had ziin „patria" achter zich. Hij wist in welke schoot hij uiteindelijk terug zou keren. Wie emigreert zegt zijn vaderland prac tisch voorgoed vaarwel. Hij schept zich elders een nieuw vaderland en zijn kin deren en kindskinderen zullen alleen maar weten: wij komen oorspronkelijk uit Hol land. Vader, grootvader was daar in Deventer op een school voor emigranten. Het heeft er wel de schijn van. dat Deventer op weg is een school voor emi granten naar alle werelddelen te worden. Uit alle uithoeken der wereld krijgt de heer Duijnhouwer brieven van zijn ex- leerlingen. Hier, een klein stapeltje op het bureau: uit de Congo, uit Kenya, Liberia. Tangajika en Madagascar, uit Brits Guyana en alle staten van Zuid- Amerika, uit Canada en Nieuw-Zeeland. Dit zijn recente emigraties, waaraan de Stichting Landverhuizing heeft meegehol pen door het geven van subsidies. Opval lend groot is de trek naar Nieuw-Zeeland, waar de arbeidsvoorwaarden buitenge woon gunstig zijn en het werk der jongens naar waarde wordt geschat. Ook voor Canada, dat landbouwparadijs in explo ratie. is veel liefhebberij. Australië slaat weinig gunstig bekend: slechts een enke ling die er een passende werkkring vindt. Een werkkring is slechts passend, wan neer zij kans biedt tot ontplooiing van allé capaciteiten. De Landbouwschool, In De venter dankt haar wereldfaam aan de veelzijdige capabiljteit, die zij haar leer lingen meegeeft. „Bruikbaar ziin onze mensen in alle op zichten en het buitenland weet dit", aldus de directeur. De jongeman krijgt hier niet alleen les in zuivere landbouwkunde, maar in alles wat daar in de practijk mee kan samen hangen, d.w.z. in landmeten, waterpassen werktuigkunde, technisch tekenen en bouwkunde, in bodemkunde en bodemkar- tering. Hij moet een prachtisch man zijn die in staat is in de rimboe zijn eigen huisje ie bouwen. Hij moet ook grondig op de hoogte zijn van de landbouwme chanisatie; niet alleen theoretisch, maar ook zo, dat geen monteur hem iets hoeft te leren. Als hout- en metaalbewerker moet hp zijn mannetje kunnen staan. Heel u ufg,^00r gonst de ]ucht hier van am bachtelijke bedrijvigheid. Tijdens de va- canties zijn de leerlingen verplicht werk zaam te zijn in een landbouwbedrijf in een machinefabriek of in een garage.'Na de driejarige cursus zijn ze dan in alle opzichten klaar voor hun taak in de tro pische landbouw. Indien ze willen, kunnen ze daarna nog een vervolgcursus voor de suiker- of tabakcultures volgen. Voor toe lating in Deventer wordt drie-jarige HBS of Mulo-B vereist. Ondanks de veranderde conjunctuur en de moeilijke tijdsomstandigheden is aan de essentie van het opleidingsprogramma dus nog niets veranderd. De belangstelling voor Deventer krijgt echter een nieuw aanzien, doordat steeds meer ouders m hun zonen heen zenden teneinde hu» emigratiemogelijkheden te vergroten De wereld van kohier en dwangbevel

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1952 | | pagina 7