B elastingkantoor
moderne fabriek
een
„Een goede herder scheert zijn schapen, maar vilt ze niet"
Troni
Laiidbouivschool in
Deventer
ROERMOND HELPT
HONGARIJE
UITGESTIPPELDE LEVENS
PROGRAMMA'S EN EEN
GESLOTEN REPUBLIEK
DONDERDAG 20 NOVEMBER 1952
PAGINA 7
OAS
TWINTIGDUIZEND belastingambtenaren zitten ergens in Nederland op een
stoel of kuieren al speurend langs 's Heren wegen. 'Daar gaan onze centen
zucht de belastingbetaler en hy vergeet met een beminnelijk gemak, dat er
Wellicht heel wat minder belastingambtenaren zouden zijn, als hij even accuraat
en precies wat als deze ambtenaren zelf.
Zij getroost ook ik weet dat nu pas na twee dagen „bélaatinginspeetM
Ik heb ongemannen op stoelen zien zitten alsmaar Aanmaningenuitschry vena.
Ik heb jongemannen op stoelen zien zitten alsmaar Aanmaningen uitsctiryvena.
te verheugen met „Dwangbevelen" en als de belastingen dan al met popuiavr
dan komt dat mede hierdoor, omdat deze dingen dwangbevelen genet en zyn.
Dat is zo'n stug woord. Waarom staat daar niet met grote ieUers gif"
gedrukt Vriendelijke doch desalniettemin dringende invitatie Men ^mijved^
kunnen gaan en dat papier niet laten bezorgen door de d
kastelein de populariteit van de belastinginspectie zou er sïeeMs dooi winnen
maar ik begrijp, dat men met populariseren ook te ver kmi gaan, maar tets ~ou er
sinds de wettelijke belastingregeling in 18^5 of daaromtrent tot stand is gekomen,
nu toch wel eens mogen veranderen. Ik geloof, dat geen enkele Nederlander de
belastin ah eren overijldheid, al ie moderne opvattingen of gebrek-aait degelijkheid,
zou verwijten dat zij in het leven van een belastingman-grouwelyke doodzonden
indien hij zich aan een modernisering in de aangegeven zin van zijn vriendelijke
aanmaningen tot het betalen van belasting te buiten zou gaan.
gen, die ik bij de post krijg, te schikken
onder Ongevraagd drükwerk wordt niet
teruggeven.
Weet U wat het is, zei ik. Jullie heb
ben in die ruim honderd jaren van be
lastingwetgeving nog altijd niets veran
derd. Het verwondert mij nog altijd, dat
die formulieren niet in het oud-Hollands
zijn gesteld. De modernisering, waarvan
ruim een jaar geleden zo hoog werd op
gegeven, was misschien modern, misschien
wel een teken van verval in het oog van
oen beiastingman, maar wij hebben elkaar
thuis eens aangekeken en er nog niets j
van gesnapt. Ik las bijvoorbeeld eerst op
een werknemersverklaring deze beide vra
gen keurig met kleine lettertjes onder
elkaar:
Zijt gij gehuwd?
Zijt gij ongehuwd?
Dat was nu de eerste keer, dat ik
pleizier in het geval kreeg. Het was wel- j
licht de bedoeling om alle twijfel in zulk
een delicate kwestie uit te sluiten, maar
een beetje modernisering zou geen kwaad j
kunnen. U moest al die biljetten en ver
klaringen en aanmaningen en dwangbe
velen eens door ons in elkaar laten zetten.
Ik zei U reeds, dat ik na deze rondgang
door belasting- en ontvangerskantoren
zeer onder de indruk was van de effi
ciency, waarmee hier wordt gewerkt. Nu
heb ik altijd wel in belasting geloofd, zelfs
in erfelijke belasting. Per slot van reke
ning betaalde mijn vader belasting en nu
ik pok. Wij vonden het in het laatste jaar
van de oorlog helemaal niet leuk om in
het donker naar huis te moeten schar
relen en als wij geen belasting betaalden,
zouden wc dat ons hele leven moeten
doen, of 's avonds thuis blijven, of de kans
lopen in het water te sukkelen. Zo bezien
betaalt men per slot van rekening belas
ting evengoed als men brood koopt voor
het gezin. Daar waren we het gauw ge
noeg over eens. Maar de methode waaróp
die belastingen werden geïnd.
Weest U maar blij zei de inspecteur
dat U niet in Amerika woont. Kijk eens,
wij hebben hier de „leggers". De belasting
is zo welwillend voor iedere belasting
plichtige, die daarvoor in aanmerking
komt, een administratie bij te houden.
Wat 'n service nietwaar! Van deze belas
tingplichtigen in ons rayon hebben wij
zulk een administratie, oftewel een legger.
Hier zijn zij. Hij wees als een veldheer
op een slagveld naar hoge kasten vol met
leggers. Als U in Amerika woonde zei
hij zou U dat zelf moeten doen en
als U het niet nauwkeurig doet, in het
gevang kunnen geraken. Hier doen wij
het voor U.
En U kunt nog reclameren ook. Onge
veer vijftig procent van de bezwaarschrif
ten worden toegewezen, maar die moeten
allemaal in de lopende band van de be-
lastingfabriek worden toegepast. Bij het
ontvangkantoor kwamen in het laatste
jaar 2200 mondelinge verzoeken om uitstel
en 1400 schriftelijke binnen, 1800 werden
er verleend, ook weer dus ongeveer de
helft. De ontvanger had hier in een jaar
105000 emargementen.
U zei?
Emargementen oftewel afschrijvingen.
En als het niet klopt moet hij gaan her-
emargeren.
O, zei ik! Of bijbetalen uit zijn eigen
portemonnaie.
In 1951 werden hier 9000 dwangbe
velen uitgegeven en 366 posten oninbaar
verklaard.
Betalingshandelingen aan de ontvanger
hier waren er in 1951 25.000 aan de kassa,
67000 per post en 37000 per giro. En
dan komen daar nog bi.j die van de loon-
en omzetbelasting: 21.000 en nog zo het
een en ander. Bezwaarschriften worden
er 4 a 500 per maand behandeld.
Wat ontvangt U per jaar? wou ik
weten.
Ik niets, zei de inspecteur. Ik schrijf
bij wijze van spreken alleen de kwitanties
uit en de ontvanger int.
Hoeveel?
Rond dertig millioen per jaar. 't Is
maar een kleine inspectie.
Aardig zaakje! vond ik.
Hij vertelde mij iets van de controleurs
en de aanslagregelaars.
Zo'n aanslagregelaar vond eens, dat een
pastoor in de buurt zulke lage tarieven
had voor kerkelijke plechtigheden. Onbe
grijpelijk laag. Dus werd de pastoor eens
aan de tand gevoeld. Waarop deze de in
specteur uitnodigde bij hem te komen
trouwen en sterven.
En waar stort de ontvanger nu al die
gelden? Hij moet er toch mee uit de voe
ten.
Die stort hij op Postrekening no. 1
ten name van 's Rijks Schatkist. Het is
maar dat U het weet.
En ik dacht toen aan Shakespeare s
eerste acte van Hendrik IV: „Ik ben zo
arm als Job meneer, maar niet zo gedul
dig".
Zoals hij in de vierde acte van de „Koop
man van Venetë" de Shylock laat zeggen:
„Nu, trouweloze, heb ik je te grazen".
Daaruit zou men moeten concluderen,
dat er ook toen al belastingen bestonden.
De mensen zijn wat de belastingen
betreft te laks, zei de inspecteur, zij ge
loven het wel. Wat zegt U nu hiervan?
Een kleine werkgever, die 8.500 gulden
loonbelasting achter is. Wat moeten we
daar nu mee aan? Als we de man aanpak
ken, gaat zijn zaak kapot en worden al
zijn arbeiders werkloos. Dat gaat toch ook
niet. Als hij nu maar eens kwam praten.
Maar hij komt niet. En toch heeft hij die
loonbelasting van zijn personeel ingehou
den.
Praten, dat heb ik eens gedaan, zei ik.
En hielp het?
Nou en of! Een beste inspecteur was
dat. Compleet een menselijk wezen.
En ik vertelde mijn verhaal. Het hield
verband met al die belastingen uit de oor
logsjaren, die moesten worden ingehaald.
Mijn vrouw wist er geen raad meer op. Ik
naar de inspecteur. Ik werd netjes ont
vangen. Toen ik zijn kamer binnen kwam,
dacht ik: die man heb ik meer gezien,
maar ik wist in geen velden of wegen
waar. En bij zei het niet ook.
En zei die inspecteur komt U re
clameren tegen uw aanslagen?
-r Helemaal niet zei ik. Wij hebben
sinds het vertrek van de Duitsers nu een
maal een staatsschuld van 27 milliard en
dat moet worden betaald.
Wat komt U dan doen? vroeg hij.
Ik kom reclameren, zei ik, tegen het
feit, dat u mijn levenssysteem in de war
schopt.
Kort en goed, hij vroeg mij dat nader te
verklaren.
Kijk eens, zei ik hem, ik ben katho
liek en ik ga uit van het standpunt, dat
ieder mens in zijn leven zorgen moet
hebben om de hemel te verdien ?n. Daar-
niet laten bezorgen door de deurwaarder, maar door de kastelein.
van is niemand uitgezonderd. Stalin niet
en Truman niet en Faroek niet. Maar stelt
u zich eens voor, zo ging ik verder, dat u
zó bevoorrecht zou zijn, dat u uw eigen
zorgen zou mogen uitzoeken. U zou dan
kunnen kiezen uit bijvoorbeeld: een on
gelukkig huwelijk of een kinderloos hu
welijk, als u graag kinderen zou willen
hebben, of slecht oppassende kinderen of
zo iets of ongelukkige kinderen of ziekten
.of financiële zorgen.
Wat zou u nu in dat geval kiezen?,
vroeg ik die inspecteur.
Ik begrijp niet waar u heen wilt, zei
hij, maar ik zou maar financiële zorgen
na drie en een halve zin had ik al lust wat gezellige chaos te scheppen
in deze voortreffelijke orde
CflM
kiezen, vond hij.
Juist, zei ik. Maar waarom zou u
die kiezen?
Geen antwoord.
Ik zal het u wel zeggen, zei ik, u zou
die kiezen, omdat al die andere zorgen,
die ik noemde, je eigen zorgen zijn. Daar
kan niemand je mee helpen. Alleen de fi
nanciële zorgen zijn de zorgen van een
ander.
Van een ander? Hoezo?
Wel, zei ik, van de man, die zijn
centen niet krijgt. Ziet u, zei ik toen, daar
heb ik nu altijd gelukkig bij geleefd, maar
bij jullie van de belastingen gaat dat niet
op, want als ik dit allemaal niet betaal
en ik gooide zestien belastingaanslagen op
tafel dan stuur je de deurwaarder.
Jullie hebt nu eenmaal het recht van
parate executie. Zo heet dat toch?
En hoe liep dat af, vroeg nu mijn
inspecteur.
O, ik kreeg er een heleboel af. Ik
kreeg zelfs nog geld terug. Hij vroeg me
van alles over wat ik in de oorlog had
gedaan en verdiend en dat bleek nihil te
zijn. En de kinderbijslag wou hij weten.
Afijn, hij informeerde van alles en nog
wat.
En toen ik wegging, keek ik hem nog
eens aan en vroeg hem opnieuw: waar
heb ik u toch meer gezien?
Ik zal het u maar vertellen zei hij
toen: ik zit al vijf jaar lang 's Zondags
naast u in de kerk.
Ik kreeg een kleur, maar ik heb geant
woord: Dan kunt u eens zien hoe aan
dachtig ik pleeg te bidden.
Ziet u, zo zijn wij nu, zei mijn inspec
teur, na dit verhaal en hij wees op een
mooi gecalligrafeerd bordje dat aan de
wand hing. Daar stond met schone krul
letters geschreven: „Est boni pastoris oves
tondere non deglubere".
„Een goede herder scheert zijn schapen,
maar vilt ze niet".
FRANS SCHNEIDERS.
In speciale kassen bestuderen de leerlingen onder leiding vnn liun docent de geheimen der natuur.
Het resultaat van de tweede inzame
ling <fie in Roermond werd georgani
seerd ten behoeve van de Hulpactie voor
Hongarije is nog beter dan de eerste.
Mgr. Hanssen, coadjutor van Roer
mond* bisschop, telegrafeerde naar het
secretariaat van de Stichting „Resultaat
tweede inzameling twee bestelwagens en
ruim driehonderd gulden."
Volgende week Dinsdag zal de laatste
Inzameling in Roermond worden gehou
den. Wellicht zal de opgaande lijn gehand
haafd blijven.
ingsinstitimt voor emigranten
Ik trof in het Zuiden een belastingin
specteur, die een middenweg zou kunnen
Worden genoemd tussen Frangois Villon
en de minister van Financiën. De charme
van het Zuiden en rechtlijnigheid van de
belastingen hadden *ich in deze mens
verenigd. Men vrasS' z'ch a's n'et"be-
lastingdeskundi„e alleen af hoe het mo_
SeUjk is dat een Maastrichtenaar twee
e" halve mete,, boekenkast aan verorde
ningen tot zijn bloed en vlees kan maken.
E" hij had veel bloed en een ordentelijke
hoeveelheid vlees..
°P zijn bureau was geen papiertje te
zien. in zijn boekenkast stonden de ver-
Ordeningen sinds 1845 netjes naar leeftijd
Serangschikt als schoolkinderen tijdens
een gymnastiekles.
Er kwam geen onvertogen woord over
zijn lippen, toen hij ons de gang van za
ken op zijn bureau uitlegde. Ik begon
'oen te begrijpen, dat een inspectie van
de belastingen niet hetzelfde is als het
kantoor van de ontvanger van,'s Rijks be
lastingen.
Na drie en halve zin had ik al lust wat
gezellige chaos te scheppen in deze voor
treffelijke orde. Alles wat hij zeide illus
treerde hij opgewekt met formulieren van
de Inkomstenbelasting 1951, Vermogens
belasting 1952, Aanmaningen Dwangbeve-
lèn. Vorderingen, Akten van be ekening
ch Derden Beslagen.
Het werd al interessant, vooral toen bij
*1' nog bij vertelde, dat een zekere meneer,
te adjunct-commies-titulair werd ge-
hieind, belast was met het opmaken van
s,aten 'o. P.. faillissementsvorderingen
steof dagelijks een halve provincie op de
Hacon gaa' en vorderingen houders van
Penningen. Voorts moest hij de uitstellen
halooen en aan het loket inlichtingen
verstrekken.
Zou'en we nietvroeg ik heel
voorzichtig.
Het gaat er maar om, zei hij,
dat u het begrijpe.
Natuurlijk, zei ik, hef is allemaal
heel duidelijk. Die houders van pennin
gen zijn wjj zeker. Het lijkt mij alleen
Wat moeilijk om dat allemaal uit je
hoofd te weten.
O, zei hij, je hoeft alleen maar
alle belastingwetten en alle verordeningen
*n regelingen uit je hoofd te kennen van
de laatste honderd en tien jaar, maar dat
leer je nu op de belasting-academie in
B-otterdam.
Ziet U 1 Dit jongmens hij leidde mij
intussen door de bureaulokalen is as-
pirant-sehrijver, hij tekent de kosten van
de dwangbevelen aan in de kohieren.
Ki.ik, hier hebt u zo'n dwangbevel
-Ia, die ken ik. zei ik. Beter dan de
Bijbel.
Kijk, zei hij, dan hebt u eerst dit
formulier gehad en hij monde mij een
formuliertje, dat zonder aanhef van Ge
achte of Weledelgeboren H«ei ofIets van
die aard begon met: Het aani U "»tge-
reikte aangiftebiljet voor de 1
belasting over 19.... werd, °ndanll®
toegezonden waarschuwing niette:riigo
vangen. En dan kwam er zo iets van.
binnen vijf dagen (vet onderkast en on
derlijnd, zoals wij aan de krant dat noe
men), en je kon een nieuw formulier kri]-
Ren als het oude was zoekgeraakt en alle
denkbare service meer.
kwam lanrzaam aan onder de in-
ue re£elmaat en de accuratesse,
waarmee hier werd gewerkt.
En toch.... zei ik.
Wat en toch, meneer?
Ziet u mijn eega regelt de financiën
ook de belastingen, zette ik uiteen De
twee ergste dingen in mijn leven ziin
het invullen van een belastingbiljet en
het opmaken van een onkoslenrokenin".
Dat stel ik altijd zo lang mogelijk uit.
Fout meneer, zei hij. Gevolg 20 000
belastingambtenaren.
Zij kreeg, zo voer ik voort, oen
nieuwe aanslag voor een van de ze's en
twintig achterstallige belastingen, die wij
hebben in te halen. Zij deelde het netjes
in over vijf maanden en betaalde de eer
ste termijn zij het ir later dan de
belasting had voorgesteld keurig op de
eerste van de maand. De belasting-
vond, dat het in drie termij-
ons kwamen
een
de tweede en
ontvanger
nen moest worden betaald,
vlif termijnen beter uit. Dus volgde de
eerste betaling per giro netjes op de
eerste van een bepaalde maand. En
maand later, wéér op de eerste
de en daarna volgden de der-
rip en vierde betaling. En toen kre-
iriL wjj ineens een dwangbevel. De
j „-„aarder aan de deur. Aan de
oordeur nog wel. Wij hadden onze
V er eigen termijnen betaald, keurig
telkens met een maand tussenruimte. Dat
konden zij toch zien op dat bureau en
dan konden ze toch begrijpen, dat de
viifde termijn wéér een maand later zou
volgen Toen heeft hij mij aan de hand
van kohieren en ik mag ooit minister
van financiën worden als ik geweten neb
v.,at een kohier was uiteengezet, dat
een belastingkantoor een fabriek was.
Fen moderne fabriek, waar do arbeid aan
de lopende band wordt verricht. Als wij
auto's zouden fabriceren en de man, die
het linkervoorwiel eraan moet /.riten,
zou moeten wachten omdat de beclol-
lingsorders van de vulcaniseer-inrichting
voor de banden in de prullemand zijn
gesmeten, dan zou daar de hele zaak óók
spaak lopen. U hebt eerst een waarschu
wing gehad. Als u dan even was geko
men zou uw regeling voor de betaling
in vijf keer waarschijnlijk zijn goedge
keurd. Nu beeft de man, die de kohieren
naziet, gezien, dal er achterstand i- in
dc betaling en dan gaan automa'isch de
waarschuwingen en dwangbevelen de
deur uit.
Maak die dingen dan wat gezelliger,
zei ik. ik ben nu altijd geneigd deze din-
AFGELOPEN weken liin;; er,in Deventer, in de Rijks Middelbare School
voor 1 ropische Landbouw aan de Brinkgreverweg, weer iets van stille
verbetenheid in de lucht. Er kropt iets in het bloed van driehonderd
jongelui. Deze driehonderd weten wat zij willen. Hun leeftijd is die van
knapen die voor hun eindexamen blokken of hel zojuist tot eerstejaars
(studenten hebben gebracht. Maar hun geestelijke leeftijd ligt hoger. Het
(valt op, wanneer men het uitgaan dezer formidabele middelbare school
beleeft, dat er zo allesbehalve sprake is 'an een H.B.S.-uitgelatenheid. Deze
school is geen kooi, waaruit des middags om vier uur het geweld der
hervonden vrijheid losbreekt. De jonge mannen, die in het Deventerse
Novcmbcrniiddaglicht tc voorschijn treden, stralen dc rustige resoluutheid
uit van mensen, die hun levensprogramma al hebben uitgestippeld: een
stippellijn, die achter een tropische horizon verijlt. Fen horizon, die. lokt
en de toekomst bergt, maar waarboven zich sinds enkele jaren hij voort
during de lelie donderkoppen ener politieke onverdraagzaamheid samen
pakken.
Zo zijn wij dan in Deventer om er de (enige bestaanscrisis waar de school uit-
stoolkracht van het idealisme a tort ou eindelijk met succes door heen is ge-
a raison mee te maken. Heeft het zin. om komen.
Er is op de wereld eigenlijk geen school,
die zozeer door de conjunctuur beïnvloed
wordt als de Rijks Middelbare School voor
Tropische Landbouw te Deventer.
Het huidige leerlingenaantal, driehon
derd, ts een goed gemiddelde. In 1932 be
droeg dit aantal 356. In 1936, een der ergst?
crisisjaren, slechts 68. Vlak na de bevrij
ding, toen iedereen weer nieuwe hoop
vatte, vloog het leerlingenaantal omhoog,
tot tegen het cijfer 500 aan.
Een conjunctuurschool dus. Dalen de
prijzen op de wereldmarkt of wordt de
handel door de politiek in zijn vrije ont
wikkeling gestuit, dan daalt onmiddellijk
de animo voor de Tropische landbouw-
Ook de chemie speelt natuurlijk een belangrijke rol bij de opleiding op de
Landbouwschool te Deventer
nu nog, nu Indonesië haast geen Neder
landse landbouwexperts meer toelaat,
steeds door te gaan met het klassieke
programma van deze schooi, die in 1912
speciaal ten behoeve van de Indische cul
tuurmaatschappijen werd opgericht? Prac-
tisch honderd procent der geslaagden
vond toen onmiddellijk passend werk op
de plantages van Java of Sumatra. Zij
golden voor onvervangbaar. Herhaaldelijk
kwam tot uitdrukking, welk 'n voorkeur
de Deventernaren genoten boven de afge
studeerden van soortgelijke scholen In
binnen- of buitenland. Van „soortgelijke"
scholen kan men eigenlijk niet eens spre
ken, want bet „klassieke programma" van
Deventer is ook een uniek programma.
„Dit is een school, zoals er maar één is
in Europa", aldus de huidige directeur,
dc heer D. J. Duijnhouwer.
g Directeur Duijnhouwer is het type van
;een sterke leraar uit een goede Engelse
speelfilm. Alles aan hem is autoritair-in-
het-paedagogische. Bouwt hij in zijn jon-
jgens naar de toekomst toe. dan doet hij
dit met het ervaringsmateriaal van zi.in
eigen leven, uit de tijd toon hij zélf nog
indischman was. Dat was lang voor 1932,
het jaar waarin zijn tweede jeugd, zijn
directeurschap, begon. De heer Duijnhou
wer geeft Bahasa Indonesia en Javaans.
Heeft het nu nog zin, om met het on
derwijs in deze talen door te gaan?
„Jazeker, want nog altijd hopen onze
jongens in Indonesië hun bestemming te
vinden".
Het komt er echter maar al te weinig
van.
Kort na de oorlog zag het er even fan
tastisch rooskleurig uit. In 1945 konden
ineens achthonderd geslaagden van de
wachtlijst geschrapt worden: heel de op
gespaarde leerlingenoogst der laatste ja-
ren kon worden ingescheept. De school
scheen een nieuwe periode van grote bloei
tegemoet te gaan. De datum van 17 Aug.
1949, toen de gezagsoverdracht plaats had,
betekende echter het (voorlopige) einde
der illusies.
Can junctunrsclwol
Ja, laten wij maar tussen haakjes van
voorlopig spreken. Want dit is met de
school, zowel van de zijde der grote cul
tuurmaatschappijen als van de zijde der
leerlingen.
Het behoorlijke leerlingenaantal van het
ogenblik dankt de school voor een goed
deel aan de emigratiepolitiek der regering.
Het is practisch onmogelijk, dat alle mo
menteel studerenden een toekomst in
Indonesië vinden. Dit jaar zijn 107 leer
lingen afgestudeerd. Van hen willen er
zestig nog altijd per se naar Indonesië.
Hun visum blijft echter alsmaar uit. Mis
schien, dat ze begin volgend jaar een kans
maken; dan wordt in Djakarta namelijk
weer een nieuw quotum van toelaatbare
experts vastgesteld. In afwachting daarvan
vinden ze hier „jobs" in de landbouw,
met name in de N.O.-polder, waar ze niet
te lui zijn om op een tractor te kruipen
en het tastbare bewijs leveren, dat hun
handen niet verkeerd staan.
Maar toch is het een trieste toestand
deze jongens werkzoekend te zien in het
kleine Nederlandse landbouwbedrijf. Ze
zijn bestemd voor pionierswerk, voor het
grote bedrijf op eenzame voorposten. In
feite is er voor hen geen plaats in het
vaderland. Ze moeten gaan emigreren.
]\aar alle werelddelen
Het woord emigratie is nieuw in de
geschiedenis der Tropische Landbouw
school. Wie voor de oorlog naar Indië
toog was immers geen emigrant. Hij had
ziin „patria" achter zich. Hij wist in welke
schoot hij uiteindelijk terug zou keren.
Wie emigreert zegt zijn vaderland prac
tisch voorgoed vaarwel. Hij schept zich
elders een nieuw vaderland en zijn kin
deren en kindskinderen zullen alleen maar
weten: wij komen oorspronkelijk uit Hol
land. Vader, grootvader was daar in
Deventer op een school voor emigranten.
Het heeft er wel de schijn van. dat
Deventer op weg is een school voor emi
granten naar alle werelddelen te worden.
Uit alle uithoeken der wereld krijgt de
heer Duijnhouwer brieven van zijn ex-
leerlingen. Hier, een klein stapeltje op
het bureau: uit de Congo, uit Kenya,
Liberia. Tangajika en Madagascar, uit
Brits Guyana en alle staten van Zuid-
Amerika, uit Canada en Nieuw-Zeeland.
Dit zijn recente emigraties, waaraan de
Stichting Landverhuizing heeft meegehol
pen door het geven van subsidies. Opval
lend groot is de trek naar Nieuw-Zeeland,
waar de arbeidsvoorwaarden buitenge
woon gunstig zijn en het werk der jongens
naar waarde wordt geschat. Ook voor
Canada, dat landbouwparadijs in explo
ratie. is veel liefhebberij. Australië slaat
weinig gunstig bekend: slechts een enke
ling die er een passende werkkring vindt.
Een werkkring is slechts passend, wan
neer zij kans biedt tot ontplooiing van allé
capaciteiten. De Landbouwschool, In De
venter dankt haar wereldfaam aan de
veelzijdige capabiljteit, die zij haar leer
lingen meegeeft.
„Bruikbaar ziin onze mensen in alle op
zichten en het buitenland weet dit", aldus
de directeur.
De jongeman krijgt hier niet alleen les
in zuivere landbouwkunde, maar in alles
wat daar in de practijk mee kan samen
hangen, d.w.z. in landmeten, waterpassen
werktuigkunde, technisch tekenen en
bouwkunde, in bodemkunde en bodemkar-
tering. Hij moet een prachtisch man zijn
die in staat is in de rimboe zijn eigen
huisje ie bouwen. Hij moet ook grondig
op de hoogte zijn van de landbouwme
chanisatie; niet alleen theoretisch, maar
ook zo, dat geen monteur hem iets hoeft
te leren. Als hout- en metaalbewerker
moet hp zijn mannetje kunnen staan. Heel
u ufg,^00r gonst de ]ucht hier van am
bachtelijke bedrijvigheid. Tijdens de va-
canties zijn de leerlingen verplicht werk
zaam te zijn in een landbouwbedrijf in
een machinefabriek of in een garage.'Na
de driejarige cursus zijn ze dan in alle
opzichten klaar voor hun taak in de tro
pische landbouw. Indien ze willen, kunnen
ze daarna nog een vervolgcursus voor de
suiker- of tabakcultures volgen. Voor toe
lating in Deventer wordt drie-jarige HBS
of Mulo-B vereist.
Ondanks de veranderde conjunctuur en
de moeilijke tijdsomstandigheden is aan
de essentie van het opleidingsprogramma
dus nog niets veranderd. De belangstelling
voor Deventer krijgt echter een nieuw
aanzien, doordat steeds meer ouders m
hun zonen heen zenden teneinde hu»
emigratiemogelijkheden te vergroten
De wereld van kohier en dwangbevel