i lATERDflj V3DR3ÖMG NIEUWE PYRAMIDE if BBEÜQN VI OUD mm l" Onze dagelijkse PUZZLE N DE HEILIGE VAN DE WEEK HET GRABBELTONNETJE Amerika wederom wereldkampioen mm, a Wm Wm, ii Mim Wm HJ U jj p Nieuwe vragen Oplossing Aardrijks- kundepuzzle BRIDGE-RUB RIEK „Avicultura' in Alioyhallen Wie-wat-waar? Oplossing PAGINA 6 ZATEKUAG 23 JANUARI 1954 Juiste karakteruitbeelding met gezonde inhoud Hans van Bergen mm föl RIJDT VEILIG EN RIJDT MET PENNZOIL OLIE koningsgraven te doen. 25 Januari: H. PoppoAbt m a a o o a o a c m zag. mm r3 Oplossing van gisteren IN 1956: Lauwerszee CORRESPONDENTIE-ADRES POSTBUS 8, HILVERSUM a Wij eisen een gezonde aannemelijke Inhoud. Geen inhoud, waarvoor wij onze fantasie geweld aan moeten doen, om er een beetje in te kunnen geloven. Maar deze gezonde en aannemelijke in houd moet ons ook perfect worden opge diend. Lang niet iedereen, die een behoor lijke inhoud kan uitdenken, is tot dit perfecte opdienen in staat. Hierveor moet men over stijl beschik ken en over een levendige dialoog. (Dus behalve fantast ook schrijver zijn!) Hiervoor moet men over stijl beschik- technische knobbel hebben, d.w.z. het verhaal in toneelvorm kunnen opbouwen met tegen het eind van ieder bedrijf een zekere climax. (Dus niet louter schrijver zijn zonder meer, maar wel degelijk to neel-schrijver!) Maar bovendien en hieraan willen wij in dit artikel speciaal onze aandacht wijden moet men de optredende figu ren kunnen karakteriseren. Daarvoor is. een zekere psychologische kennis van de mens nodig, of laten wij het liever noemen een psychologische kijk. Een kijk, die dieper gaat dan alleen tot de oppervlakte, dan alleen tot de uiterlijkheden Want karakteriseren wil niet zeggen: brute mensen heel erg bruut laten op treden (tafels en stoelen omver gooien etcetera) en volkse mensen heel erg plat doen praten of mensen uit hogere kringen heel erg overdreven verwaand. Dit alles zijn slechts uiterlijkheden. On der deze uiterlijkheden moeten wij naar de kern zoeken, naar de eigenlijke in houd., naar het innerlijk van de mens. Nu moet u eens opletten bij het lezen van uw stukken. Een minder begaafd schrijver zal altijd zijn kracht zoeken in de uiterlijkheden. Daarmee tracht hij zijn figuren te tekenen. Hij dikt ze stevig aan, om zijn onvermogen om dieper te peilen, te camoufleren. Zo ontstaat na tuurlijk een vals beeld, een drakerig beeld van de mens. Maar door al het vuurwerk van uiterlijkheden heeft men niet zo gauw de volkomen leegheid in de gaten. Aan het eigenlijke karakteri seren komt een dergelijk schrijver niet eens toe. Een begaafd schrijver peilt onmiddel lijk veel dieper. Hij gebruikt de uiterlijk heden' slechts om te accentueren, te on derstrepen. Meer waarde hecht hij zeker niet aan de uiterlijkheden. Een begaafd schrijver probeert van meet af aan het innerlijk van zijn figu ren bloot te leggen. Uit het innerlijk worden ook de conflicten geboren, die zich op het toneel moeten afspelen. Ieder conflict krijgt dus zijn logische verkla ring, vloeit noodzakelijk uit het innerlijk van de figuren (in bepaalde omstandig heden geplaatst) voort. Maar het peilen van dit innerlijk is zo eenvoudig niet. Een mens is nooit hele maal wit of zwart. Een Engel is wit en een duivel is zwart, maar de mens heeft immer van beiden wat. En als de mens overwegend wit is, dan heeft hij dit be vochten op het zwart. De sporen hier van zullen altijd zichtbaar blijven. De mens is niet één kleur. Dit zou erg saai zijn. De mens is als een regenboog, die alle kleuren in zich bevat. Het is de combinatie van kleuren, die het karakter bepaalt. Bij het ene ka rakter zal deze kleur overwegend zijn, bij het andere die kleur. Maar al is de kleur wit nog zo overwegend, het rood en het blauw en het groen en het violet zullen altijd min of meer zichtbaar blij ven. Al deze omringende kleuren zullen het wit juist des te beter doen uitko men. Zullen ons het wit tot een gange- name kleur maken. Want het wit alleen is slechts vervelend. Een mens, getekend in deze volle rijk dom van kleurschakeringen, spreekt ons pas aan'. Want zo zijn wij zelf ook en alle mensen, die wij ontmoeten. Ik heb eens twee heel verschillende stukken gelezen. In beide trad een ont aarde zoon op, een rasechte boef en bruut, die roofde en stal en moordde. In beide stukken had deze zoon thuis een ziek oud vadertje en moedertje zit ten, die hun levensavond sleten in ver driet om hun jongen Echt. een gegeven voor een draak. Maar.in het ene stuk kwam de jongen heel anders uit de doe ken dan in het andere. In I was hij werkelijk een jongen, die (zoals boven omschreven) tafels en stoe len omver schopte. Hij kon alleen maar razen en tieren. Sloeg zijn oude vader tegen de grond en schold zijn moeder uit. Dreigde zijn oudjes zelfs voortdu rend met de Wapenen. Hier was dus een schrijver aan het woord, die 't recht helemaal alleen zocht in de uiterlijkheden. Deze uiterlijkheden nog eens heel erg aandikte, om de totale leegheid van zijn figuur te camoufleren. Van dik hout zaagt men planken, noemt Sou ua jjbmz jna(5( uaa sna 'iep uaut eens zwart. Het leuke is dan altijd dat deze kleur zwart tegen het eind van het spel plot seling in helder wit moet veranderen, om het spel een voldoeninggevend slot te bezorgen. Er is natuurlijk niets voldoeningge- vends aan, omdat de kleurverandering niet verklaard wordt. De schrijver zoekt altijd wel naar een aanleiding, maar deze aanleiding verklaart nog niets. Zo ontdekt het duivelsjoch in boven genoemd stuk plotseling dat zijn moe der een groot offer vooi hem gebiach! heeft en even plotseling knielt hij be rouwvol voor zijn moedei neer en ver wisselt zijn revolver voor haar rozen krans. Commentaar lijkt mij wel over bodig! In II werd de jongen heel anders ge tekend. Ook een bruut, een rasechte boef. een rover en een moordenaar Maar tegenover zijn oudjes stond hij met ont zag. Voor zijn oudjes vond hij zijn ge drag „rot". Maar hij kon nu eenmaal niet anders. Zo was hij nu eenmaal, tenminstedat dacht hij Hij probeer de zijn gedrag tegenover zijn ouders schoon te praten Hij wou niets liever dan zijn oudjes plezieren Onmiddellijk dus een gespletenheid, een mengeling van kleuren. Inmiddellijk ook een mens, voor wie wij sympathie kunnen gevoelen, ondanks zijn boosheid. Een mens, die tenminste een innerlijke strijd voert met zichzelf. Zijn bekering wordt wel degelijk van meet af aan voorbereid. Zijn bekering is straks ook aanvaardbaar. Want het wit op het eind van het spel, is in het begin reeds aanwezig, al blijft het zwart voorlopig overwegend. Gedurende het gehele spel is er een strijd gaande tus sen deze beide kleuren jm de overhand te krijgen En als tegen het eind van het spel wit de overhand krijgt, dan geeft ons dit ook een grote voldoening. Het is een logische strijd geweest, waarvan wij getuigen waren. Als er maar van één kleur sprake was geweest, had er ook geen verandering, geen verschuiving van combinatie plaats kunnen hebben. Tenzij men deze veran dering forceert, waardoor men draken- figuren pleegt, in wie wij niet geloven kunnen. Hiermee is ook wel duidelijk het on derscheid gegeven tussen draken en geen draken. Of de personen zijn in alle le vensechte kleuren getekend of slechts in een kleur, zodat de kleurverandering, die de persoon in het spel ondergaat, onverklaarbaar blijft, niet logisch uit het voorafgaande volgt. Een draak is nooit logisch, altijd ge forceerd tengevolge van het onvermogen van de schrijver, om dieper op alle kleurfacetten in te gaan. O Volgens tie dagbladpers heeft men onlangs in Egypte een nieuwe p\ randde blootgelegd. Nu, op zichzelf is deze ontdekking niet zo hijster verbazingwekkend, want de rand der Westelijke woestijn heeft een reeks van deze bouwwerken gekend. Men heeft hier met ja mm sasiiir No. 1968. 23 Januari 1954. Redactie: G. J. A. VAN DAM, Vossiusstraat 18b, Amsterdam-Z. Alle correspondentie aan dit adres. Bij vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel voor antwoord insluiten. BEOORDELINGSNORMEN BIJ PROBLEMISTEN WEDSTRIJDEN Belofte maakt schuld. In de rubriek van 9 Januari j.l. heb ik beloofd nader terug te komen op de moeilijkheden, welke zich voordoen bij de heren, die deel uitmaken van een jury, welke de inzendingen van probleemcomponisten moet beoordelen Naar mijn mening en deze vindt steun bij verscheidene vooraanstaande compo nisten en probleemkenners zou een op lossing te vinden zijn door in den ver volge uitsluitend probleemwedstrijden uit te schrijven, gebaseerd op de classificatie, waaronder de verschillende composities volgens het materiaalgebruik vallen. Hierbij is een indeling in vier groepen mogelijk, te weten: Groep I. (Zonder dammen in de begin- stand). A. 3 tot en met 7 sch. voor elke kleur (de z.g. „Miniaturen"). B. 8 tot en met 11 sch. voor elke kleur („Mozaïeken"). C. 12 tot en met 15 sch. voor elke kleur („Athleten"). D. 16 tot en met 18 sch. voor elke kleur („Samsons"). Groep II. (Met dam of dammen in de beginstand). A. 3 tot en met 8 sch. voor elke kleur (de z.g. „Notedopjes"). B. 9 tot en met 14 sch. voor elke kleur („Acrobaten"). C. 15 tot en met 20 sch. voor elke kleur („Giganten"). D. 20 sch. of meer voor elke kleur („Fan- teisis's") Elke dam, welke in de beginstand voor komt, telt in deze »roep voor 2 schijven. Groep III. (Practische problemen, zonder dam of dammen). Hieronder vallen de constructies, welke door stand en afwikkeling meer overeen komst vertonen met het partijspel dan de normale combinatoire en op motieven ge baseerde problemen. Dit soort construc ties kan men eveneens in vier klassen rangschikken, waarbij echter het mate riaalgebruik voor drie klassen gelijk is. d.w.z. dat dit kan liggen tussen 5 en 20 sch. voor elke kleur. De vier klassen zijn: A. Zetdwang-constructies (dus met posi- tiedwangzetten). B. Spelstudies of analysevraagstukken. C. Lokzetten en lok-lokzetten. D. Openingscombinaties (met 19 tegen 19 of 20 tegen 20 sch.). Groep IV. (Eindspelen, voortgekomen uit de partij of gecomponeerd). a. Eindspelen zonder dam in de begin stand van 1 tot en met 8 sch. voor elke kleur („Minerva's"). b. Eindspelen met dam of dammen van 1 tot 10 sch. („Titanen"). Elke dam, welke in de beginstand voor komt, telt daarbij (evenals bij groep II en uitsluitend gezien van materieel oogpunt) voor twee schijven. Positioneel kan een bepaalde dam natuurlijk in sommige ge vallen méér waarde hebben, maar dit blijft voor de indeling volgens het mate riaalgebruik buiten beschouwing. Wanneer men nu een competitiewed strijd wil uitschrijven op een bepaald mo tief, systeem, thema of dergelijke, kan men wel toestaan, dat constructies mede dingen in elk der vier genoemde groepen, eventueel kan men daarbij groep IV uit schakelen, omdat dit een zeer bepaald consttuctiegebied is. Maar aanbeveling verdient, de beoordeling te doen geschic- den over tenminste de drie eerste groe pen, d.w.z. dat tenminste één bewerking, vallende onder iedere groep (met uitzon dering van groep IV), is ingezonden, even tueel ten hoogste vier. De inzendingen voor elke groep worden op zichzelf en dus onafhankelijk van die der andere groepen beoordeeld en met punten gewaardeerd. De deelnemer, die in de drie groepen het hoogste gemiddelde behaalt, is no. 1 en zo vervolgens. Wenst men de deelnemings- voorwaarden te verzwaren, dan kan be paald worden, dat voor alle klassen, dat zijn dus de klassen A, B, C en D, van één tot vier, constructies dienen te worden in gezonden. Beoordeling geschiedt op de zelfde wijze. Hij, die het hoogste gemid delde behaalt, is eerst, enz. Compositiewedstrijden, op deze wijze ingericht, bieden voor geen enkele jury enige moeilijkheid, aangezien voor alle groepen en de daaraan verbonden klassen, alleen maar constructies mogen deelne men, waarin het ter bewerking opgege ven motief, systeem of thema is beli chaamd. Er bestaat dus geen kans op ge heel „vrije" composities, welke de ver gelijking met elkander soms zo moeilijk kunnen maken door de aan iedere groep en klasse verbonden zeer speciale con structie-eisen en begrenzingen. Bereikt wordt dan echter, dat de win naar van een bepaalde motiefbewerking volgens deze wedstrijdmethode terecht eti met- ere kan zeggen de beste te zijn, althans de onbetwiste kampioen van het jaar, waarin die wedstrijd is uitgeschre ven, en'of van dat zeer speciale mo'ipf. (Zaterdag 23 Januari 1954) DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK Men zal het wel met ons eens zijn, dat no. 7096 een fraaie en tegelijk moeilijke opgave is. We meenden, dat deze compo nist uitsluitend problemen schiep met zeer kunstige matbeelden. In deze driezet toont hij echter, dat zijn stijl niet eenzijdig is. No. 7097 is een goede eerste plaatsing Interessant is het na te gaan, hoe zwarts pogingen om zijn dame te bevrijden voor wit nieuwe mogelijkheden schept. Van no. 7098 verwachten we verschil lende foutieve oplossingen. De oplosser ts dus gewaarschuwd. De sleutelzet in deze tweezet ligt goed verborgen; daarom wil den we het onze lezers niet onthouden. No. 7096 L. LOSINSKY le prijs Prebor S.S.S.R. 1953 Mat in drie zetten Deze methode laat voorts de mogelijk heid open om componisten, die een vfué- liefde voor een bepaalde groep of klasse hebben, hun talenten te doen ontplooi En tenslotte bevordert deze methode het ontwikkelen van een constructievaardig heid op alle terreinen van de problema tiek, zodat daardoor werkelijke „all round" componisten worden gevormd. VOOR ONZE LADDERWEDSTRIJD £3 WW* Nijmegen: mr P. C. Goossen. Nijmegen; dr R. J. F Nivard, Nijmegen; M. E. Nord- lohne, Leiden; J. G. M. Vos, Rijswijk; C. v. d Weide, Rotterdam. No. 7088 door: J. Ch. Boose, Vlaardin- gen; mr dr R. Bromberg. Roermond; H. Th. v. Goor, Voorburg; J Maas, Swalmen; F. U. J. H. Witte, Rotterdam. No. 7089 door pastoor P. v. d. Heyden, Budelschoot. Nagekomen oplossing van no. 7086 J. Ch. Boose. Vlaardingen. CORRESPONDENTIE J. K. te A. Aangeven van de eerste zet is voldoende. Bij drie- en meerzetten kan het wel nuttig zijn een paar voorname varianten te vermelden, vooral voor hen, die daarin nog minder sterk zijn. V. d. L. te N. Schaakgeven bij de eerste zet komt bijna nooit voor, doch verboden is het niet, wel ongebruikelijk. Een pion nemen is geen bezwaar, doch wel officieren. Als dit laatste toch ge beurt, dan zijn het uitzonderingen. NV. Ned= Irrijibrt "M ij rqh in gefU Distributors:; HausIoio Oliehandel- - Roti^rdajri'.''' Handékondern. 'Fff: O Keijafèir - Ou'3ênhö_a,'c-.h' (Nf.BV- Binnen de wanden vpnd de koninklij ke mumm.e haar laatste rustplaats. Door de top der pyramide het pyra- midion, kon de Vorst de zon waar nemen en zich met de wereld der ster ren verenigen Men leest wel. dat de werklieden, die de gangen naar het grafgewelf aanbrachten, een wrede dood stierven: de mummie mocht in haar rust nimmer worden gestoord. Wanneer men over „de pyramiden" spreekt, bedoelt men meestal de drie wereldwonderen nabij Gizeh waarvan de twee grootste meer dan 140 M. hoog zijn: de Vorst, die het langste regeer de verwierf zich de hoogste der drie, de kleinste bereikte een hoogte van 62 M. Er zijn hogere bouwwerken ter wereld, maat een oppervlakte van vijf h.a. aan de voet, wordt niet vaak over troffen Ontroering vervult ons. wanneer we bedenken .dat deze koningsgraven al een duizend iaar achter de rug hadden, toen Jacob en Joseph hen. wellicht, aanschouwden in 't land-der-Pharao s. Niet, alsof deze pyramiden de oudste constructies daarginds zijn, of ter wereld de enige. Neen Egvpte kent veel oudere graven, en pyramiden kent men even eens in Mexico en China, Maar zonder enige twijfel zijn zij de indrukwek kendste. Aan haar voet zou Napoleon, toen n^g „maar" generaal, tot zijn soldaten de gedenkwaardige woorden hebben- gesproken: ..Soldats, du haut de ces pyraimides quarante siècles vous contempient"' Soldaten, van de hoogte dezer pyramiden zien veertig eeuwen op U neder*" Dat was in 1798. aan de vooravond van de „slag bij de Pyra miden"; 's anderdaags versloegen de Fransen de Mamelukken van Mourad- Beij. De grootste pyramide is de Cheops- pyramide, zo.genoemd naar de Egyp tische heerse.r Cheops, of Koefoe. Alleen aan de buitenkant telt ze ruim 115.500 steenblokken, waarvan sommi ge 1V2 M. hoog en 19 M. lang zijn. De kleinste meten toch altijd nog 55 x 75 c.M. De oudste geschiedschrijver, Herodo tus, verhaalt maar men kan hem niet altijd op zijn woord geloven dat deze heer Cheops twintig jaar aan zijn pyramide liet werken en dat hij er 16.000 talenten-zilvers voor betaalde, ongeveer 3,5 a 4 millioen vóór-oorlogse guldens! Vijftig jaar heeft Cheops over Egyp te geregeerd altijd volgens Herodo tus en na hem kwamen .zijn broer Chephren en dan: zijn zoon: Mykeri- nos. Ook deze twee hebben hun pyra mide, maar die van Cheops overtreft ze in grootte. Alleen al moest voor deze laatste een weg aangelegd worden naar het gebergte, waaraan tien rnaal tienduizend slaven gedurende tien jaar telkens drie maanden werkten Toen konden de stenen vervoerd worden. Herodotus blijkt over Cheops zeer slecht te spreken: hij maakte Egypte tot een slavenland! De Cheops-pyramide heeft vooral de laatste jaren béel wat pennen in be weging gebracht- Niet weinigen be schouwen dit bouwwerk ais een ver steende, Goddelijke openbaring. Zijn blokken zouden een stenen Bijbel vor men en voorspélingen bewaren, die belangrijke gebeurtenissen uit de we reldgeschiedenis betreffen. Wanneer men aanneemt, dat deze pyramide niet naar een vast plan. maar na lang wikken en wegen, zoeken en tasten tot stand kwam, dan lijkt deze opvat ting weinig aannemelijk. Hier te lan de handelt het boek ,.De stenen spre ken' over deze „openbaringen". Elders verwijst een werkje: „Le problème des Pyramides" deze hele getallen- mystiek en de opvattingen der „pyra- midenmystici" naar het rijk der fa beltjes. Het noemt het onbegrijpelijk, dat zulke data van overwegend belang, als het Uitbreken van de tweede we reldoorlog niet tot de taal der stenen behoren. Zeer onlangs heeft de Gereformeer de professor, dr W. Gispen, in een brochure, bij de bekende Gereformeer de uitgever Kok te Kampen versche nen, de „tijdschaal der pyramiden" volstrekt van de hand gewezen. Gispen kent slechts zwijgende stenen van een zwijgende pyramide De voorstanders van „Cheops" zullen wij maar zeg- gen beroepen zich vooral op een tekst uit het Oude Testament, waar de profeet Isaïas vaststelt: „Op die dag zal een altaar voor Jahweh (God) staan midden in het land van Egypte en op zijn grenzen een opgerichte steen („Petrus Canisius" geeft: een zuil) ter ere van Jahweh" (Is. XIX; 19). Welnu aldus de „pyramidenmystici" met dat „opgerichte teken", die „opgerich te steen", bedoelt de profeet,... de pyramide van Cheops. „Onmogelijk" voert professor Gispen aan „want le is met het He breeuwse woord in het oorspronkelijk zeker geen pyramide bedoeld, doch 'n gedenkteken en 2e kan van profetie van de toekomst geen sprake zijn: de oude profeet leefde plm. 700 v. Chr. en de Cheops-pyramide dateert van plm. 2900 v Chr. Ook pater professor dr J. Kroon S.J. in zijn „Isaïas" rept nergens van een pyramide (pag. 56). „Zelfs indien Je- saja", aldus professor Gispen, „de grote pyramide bedoelde, wat dan nog? Dan zou daarmee nog niet gezegd zijn, dat de pyramide-lezers, of pyramide- stenenvertolkers, juist lazen en de ste nen zuiver lieten spreken. Want stenen zijn stom. Zij moeten zich laten mis handelen. Nergens in de Bijbel staat, dat de pyramide van Cheops steenge- worden, bijzondere openbaring is". Of de „getallen-mystici" zich zullen laten overtuigen? „De stenen spreken" beleefde reeds een zesde druk; blijk baar zijn er zeer velen ,die het gaarne in hun bezit hebben! De heilige Poppo was een Vla ming. Op zijn achttiende jaar voelde hij het meest voor oorlog voeren, trok met het leger mee en weerde zich dapper genoeg. Maar het werd hem al spoedig duidelijk, dat deze weg niet de geschiktste was naar de hemel. Hij zwoer trouw aan een ander vaandel, het vaandel van Chris tus; omstreeks het jaar 500 deed hij zijn intrede bij de Benedic tijnen. Deelde zijn karig maal met de armen, at met hen uit dezelfde schotel en nam hen gastvrij op. Eens meldde zich een zieke aan de kloosterpoort. Zijn lichaam was één wonde; hij was melaats en rilde van de kou. Poppo liet hem onder zijn eigen deken slapen, de enige die hij had. De volgende morgen stond de melaatse op: zijn zweren iva' ren genezen. Eenmaal kloosteroverste, abt. leefde hij de monniken het echte, strenge leven van boete en versterving vóór. Hem werd het bisdom Straatsburg aange boden. Poppo verkoos het kloos ter. Tijdens een van zijn reizen kruiste een grote wolf zijn weg; het dier sleepte een man naar het bos. De priester wist eerst niet wat hij zag. Hij begon te bidden en overwoog, hoe hij het slachtoffer zou bevrijden. Zijn gezellen volgden de bloe dige sporen. Het duurde niet lang, of zij vonden het ^waar- verminkte lichaam van de onge lukkige, droegen het naar hun overste en verzochten hem de gewonde te genezen. Poppo ver kreeg deze genade van God. Als een herinnering aan dit wonder, droeg de man de vreselijke lit tekens nog jaren in zijn hals. De 25ste Januari 1048 nam God de ziel tot Zich. Zijn stoffelijk overschot werd in een kostbare schrijn ter verering uitgesteld. No. 2782 L. W. SCHOLTES, Den Haag (le publicatie) No. 2783 W. SCHOLTES, Den Haag (le publicatie) t j a 1 0 rt rt n 1 f f f 0. C O O w n n - Stand: Zw 6—8, 18, 19, 23, 26, 28. Wit 29, 31, 34, 37. 38, 18—50. W. sp. 49- 14. Mag zw. 28—33? No. 2784 JOH. v. d. BOOGAARD, Nuland (le publicatie) Stand: Zw. 4, 7, 9, 10, 12—14, 16, 18, 19, 22, 26, 36. Wit 21, 24, 25, 27, 30, 32, 34, 37, 38, 45, 47-49. W sp. en w. Naspel eveneens uitwer ken. No. 2785 LEO SPRINGER, Den Haag (le publicatie) W' A r No. 7097 J. K. BLOM, Bergschenhoek Eerste plaatsing. Mat in twee zetten. Stand: Zw 9, 10, 18, Stand: Zw. 2, 17, D. 20, 22—26, 29, 31. 7. Wit 11, D. 16, D. Wit 27, 32, 33, 36. 22. Wit speelt en 38, 39, 42, 46, 47, 48. wint. Naar een idee W. sp. en wint. van mr C. Blanke- Eindspel eveneens naar. uitwerken. De oplossingen van deze vier vraag stukken worden tot 3 Februari a.s. inge wacht. No. 7098 H. HERMANSON le prijs Bergens Shak Club 1952. Mat in twee zetten Wit; Kat, Dc4, Tf5, Rb8—h7, Fe5—fl; c2, d5; Zwart: Ke4, Db6, Ta7—g2, Pbl-e8; a2, b4. d4, f3. h6. Oplossingen over drie weken vóór Woensdag 10 Februari. PROBLEEMOPLOSSINGEN No. 7088. Jac. Haring. 1. Te4—e6 drei ging 2. e2—e4tt. 1. Ta4 en 1. Td4 falen door 1 e7—e5!. 1. Pc5—e6t door 1Ta5: en 1. c2c3 door 1Tbl:. Deze auteur heeft er slag van de argeloze oplosser te ver schalken. No. 7089. P. A. Koetsheid. 1. Rh8f6, Rf5 2. Re5! enz. 1Re4, Rg6, zwart anders 2. De7t, Pg7t, e3—e4 enz. Geschiedt onmiddellijk 1. Re5, dan Pf5 en na 2. Pf6, Pe7!. Ook na 1. Dc7 Pf5, er zijn ook verdedigingszetten door Re4 en Rg6, 2. Pf6 en hier weer het enige ant woord 2Pe7!. Beide problemen werden goed opgelosl door: ir A. Bergstein, Geleen; J. Dickhaut, In Rome staat een erg oud gebouw, het Colasseum. Het heeft veel geleden in de loop der eeuwen. Toen er voor het eerst in gespeeld werd, vierde men honderd dagen feest. Vijfduizend wilde dieren moesten tegen elkaar vechten. Dat was ai heel erg. Wat nog veel erger was; het gevecht van man tegen man. Dikwijls waren het ter dood ver.ior- deelden. Vaak ook krijgsgevangenen, of arme mensen, die hun leven waag den. Tienduizenden zaten zo maar naar deze afschuwelijke gebeurtenissen te kijken. Een beroemd schrijver zegt, dat er „enkelen" waren, die de wrede „spe len" niet wilden zien; „enkelen" slechts. Heel dikwijls was ook de Ro meinse keizer bij deze uitvoeringen aanwezig. Ook bij zag toe, wanneer mannen met scherpe zwaarden en spe ren tegen elkaar vochten. Vreselijk! Omstreeks het jaar 400 was er weer zo'n bloedige strijd aan de gang. Te midden der toeschouwers zat een klui zenaar, die naar Rome was gekomen om de graven van de Apostelen Petrus en Paulus te 'bezoeken, en de Paus. Hij ergerde zich verschrikkelijk aan wat hij zag in het Colosseum. Plotse ling terwijl er man tegen man gevoch ten werd, sprong hij midden tussen de vechtersbazen. Hij riep met luide stem. moord eri doodslag te staken. God zou een $tad zeker straffen, die naar zulke gruwelijke spelen ging kij ken. De mensen werden kwaad. Ze begon nen te roepen en te schelden He, duurde niet lang, of een regen van stenen viel over de vrome kiuizenaar neer Ook, de zwaardvechters wond den hem. Hij stierf. En men keilde zijn naam niet eens; Alymachus, Telemachus, hoe heette hij eigenlijk? Na zijn wrede dood hielden^de ge vechten tussen mensen op 1. Wat betekent „O.P." achter de naam van 'n geestelijke? En „O.F.M. 2. In Engeland leest men wel „M.P." achter iemands naam. Wat betekent dat? 3. Vrome mensen adverteren ooit: Volgende week hopen onze geliefde ouders „D. v." hun. enz. Waarom doen zij dit? Betekenis van „D. v."7 4. Heeft de stadsnaam „Leiden" iets met de Romeinse kolonie „Lugdunum Batavorum" te maken? 5. En Maastricht met „Mosae Traiectum"? 6. Noem twee Brabantse dorpen, waarin waarschijnlijk de naam van „Wodan" nog voortleeft. 7. Wij geven de beginletters van twee beroemde Pauselijke zendbrieven, encyclieken; vul deze letters verder aan: R.N....; Q.... A.... Waar over gaat het in deze encyclieken? 8. Te Rome de prachtige kerk van „Sint Paulus b...." Vul eens in. Waar om zegt men deze woorden er bij? 9. Waar moet ik ergens het „Alham- bra" zoeken? Wat betekent deze naam? 10 „Iedere maansverduistering op aarde is een zonsverduistering op Vul eens in! Maai' de gevechten tussen dieren d'u"l^en„g°kS wel honderd jaar, tot ze, God dame, in 526 werden afgeschaft. WIELINGEN. l Westenwind. 2 De Dordtse Kil. 3 Een Drent. 4 Het eiland Ameland werd door J. W. Friso gekocht. 5 Beuningen. 6 Het hoogste duin van Zuid-Holland is onder Wassenaar, bij Duinrel. 7 Regge, 8 De Lee, 9 N(oorden). De vorige week eindigde de strijd om het wereldkampioenschap bridge weder om in een Amerikaanse zege. Na 224 spel len stond USA met 49 matchpunten voor op de Europese bridgers, die vooral in het begin van de wedstrijd er danig op los geknoeid hadden. De grote achterstand die Europa in het begin opgelopen had, was niet meer in te halen en hoewel de strijd tegen het einde nog even een span nend karakter kreeg door enkele goede Europese prestaties slaagden de Ameri kanen er toch in de hardnekkige pogingen der gastheren om de achterstand geheel weg te werken, een halt toe te roepen. Een spel uit het begin van deze wed strijd, waaruit kan blijken waarom de Amerikanen zoveel punten in het begin wonnen, is dit: 5 2 9H865 O 6 3 4» 9 7 6 5 2 fB 8 6 CAV43 O A H V 8 5 B A 10 7 3 9972 <0> B 10 9 4 V 8 H V 9 4 <9 B 10 O 7 2 A H 10 4 3 Zuid gever, Niemand kwetsbaar. De Amerikanen, die een biedsysteem gebruikten dat wars was van alle hachelij ke avonturen en dat zich uitsluitend ba seerde op normale, gezonde biedingen, boden in kamer I (USA speelde OW) als volgt: Oost Zuid West x 1 double 2 pas 3 O pas pas Noord x 2 pas Dit gezonde contract kon niet down ge speeld worden. Noord kwam met«T» uit. West troefde de tweede af, haalde de troeven er uit en ging B spelen, snij dende in Oost; Zuid nam speelde 9>boer na. West de vrouw, Noord <9Heer. Daar <910 viel in de tweede <9slag, verloren OW slechts lJf«, 2# en 1<9. In de andere kamer stortten OW (Frank rijk) zich in een hachelijk avontuur: Noord Oost Zuid West x x 1 2 O pas 3 O pas 39 pas 3 pas 4 pas 4 Q pas pas Dit slechte eindbod kreeg de afstraffing die het verdiende; Noord speelde voor, West moest de tweede «f. aftroeven en trok ♦boer, Zuid de ♦vrouw. Zuid speel de nu C?boer, West de vrouw. Noord de heer en wéér <9, Oost de 7, Zuid de 10 en het aas bij West. West trok nu nog maals troef, hopende dat deze zouden vallen. Toen dat niet het geval bleek, stortte het hele gebouw als een kaarten huis in. Noord troefde de derde O af en NZ maakten nog 3 ♦-slagen; 4 down was dus het resultaat. De Amerikanen wonnen met dit „ge wone" spel dus 110 en 250 360 punten, 5 matchpunten. Of kunnen wij er beter over spreken, dat de Europeanen zichzelf dit verlies op de hals haalden? MIMIR. hout, 21 als volgt, 23 bijwoord, 24 beest, 26 luchtmacht, 29 deel van een berg, 33 vogel, 35 hoog gebouw, 38 vlaktemaat, 39 visgerei, 40 visgerei, 41 pers. vnw. (Duits), 44 landvoogd, 45 naar beneden, 46 Euro peaan, 48 gewas, 49 land in Europa, 50 godin, 52 kaatsnet, 53 werklustig, 56 Euro peaan, 58 familielid, 59 naamloze vennoot schap (Fr.), 63 stand, 65 ongevuld, 68 zang- noot, 70 zangnoot, 71 onmeetbaar getal, 72 zoals de akten getuigen (Lat.), 73 soort schip, 75 onder andere, 76 bergruimte, 77 lidwoord. Horizontaal: 1 Haarlem, 7 karn, 8 olie, 19 Sam, 11 tot, 13 net, 15 ta, 16 ore, 17 lo, 18 Asten, 21 netto, 24 he, 25 eo, 26 Irene, 29 arend, 31 oa, 32 ren, 34 ee, 35 nat, 37 Ede, 38 eer, 39 taai, 41 teer, 43 bestand. Verticaal: 1 ham, 2 ar, 3 Anton, 4 loten, 5 el, 6 min, 7 kaas, 9 eelt, 10 station, 12 or, 14 toonder, 19 the, 20 een, 22 eer, 23 toe, 27 raat, 28 ereis, 29 Aneta, 30 neer, 33 ed, 36 tab, 38 eed, 40 ae, 42 en. Horizontaal: 1 voorzetsel, 3 spoe-|57 telwoord, 58 plaats in Frankrijk, 60 dig, 6 watering, 9 geografische mijl (afk.), geneesheer, 61 en andere, 62 getroffen, 64 11 Aziaat, 14 groente, 16 deel van een j gemeen, 66 rang ïn^het leger, ^67 de somnta schip, 17 voorzetsel, 18 voorzetsel, 19 ge- heel de uwe, 20 deel van een boom, 22 vogel, 25 namelijk (afk.), 27 soort hand schoen, 28 rijgsnoer, 30 bloem, 31 onder andere, 32 voorzetsel, 34 deel van een huis, 35 voorzetsel, 36 maanstand, 37 soort stof, 40 verharde oppervlakte, 42 elasticiteit, 13 vliegengaas, 44 appel, 47 schrijflijn, 50 uit roep, 51 stofmaat, 52 deel van het kippen hok, 54 nummer, 55 water in Friesland, van, 69 aanzien, 70 bergruimte, 71 verzet, 74 jongensnaam, 78 hetzelfde, 79 indien, 80 Oosterse titel, 81 lidwoord- Verticaal: 1 in orde, 2 deel van een huis, 3 lidwoord, 4 deel van een bijen korf, 5 water in N.-Brabant, 6 lidwoord (Fr.), 7 geestdrift, 8 jongensnaam, 9 steen soort, 10 pers. vnw., 12 deel van de mast, 13 plaats in België, 14 plaats in Friesland, 15 voegwoord, 19 telwoord (Eng.), 20 stulc gehouden (Van onze Haagse redactie) De zestigste nationale pluimvee- en konijnententoonsteliing „Aviculturawelke in 1956 wordt gehouden, zal In de Ahoy- hallen te Rotterdam plaatsvinden. Op het ogenblik vindt de 59ste expositie in de Haagse Houtrusthallen plaats. Aan de ten toonstelling te Rotterdam wil men mede in verband met het 70-jarig bestaan van de vereniging bijzondere aandacht wijden. De opzet zal grootser zijn dan ooit ie voren. Dat kost meer voorbereiding en daarom wordt in 1955 geen „Avicultura" I. „Ons hart is onrustig, totdat het rust vindt in U" (o God). De aange haalde woorden in de „Belijdenissen", misschien juister: „Lofprijzingen" van de H. Augustinus. (Hoofdstuk I). II. „Dispereert (wanhoopt) niet, ont- siet uw vijanden niet". Aldus in een brief van Jan Pieterszoon Coen tot de Heren XVII der V.O.C. (Oost-Ind. Compagnie) 1618. III. „Die staet, siet toe, dat hij niet en valle". Aldus werd, na de terecht stelling van Johan van Oldenbarne- velt, opgetekend in het resolutieboek der Staten van Holland. IV. „Ghij rustte van uw trouwe plichten, Na 'et rusten van dien ouden stock" (Oldenbarnevelt). Deze regels komen voor in Vondel's beroemd ge dicht op „het stockske van Joan van Oldenbarnevelt, Vader des Vader- lants". V. „Helvetiorum fidei ac vir tuti". „Aan der Zwitsers trouw en dapper heid". Dit opschrift staat gebeiteld op het voetstuk van de wereldberoemde „Leeuw van Luzern", door Thorwald- sen. De stervende leeuw herinnert ons aan de Zwitsers, die koning Lodewijk XVI van Frankrijk verdedigden ten koste van hun leven. VI. „God gaf, God nam, Gods Naam zij geprezen". Deze woorden staan in het Bijbelboek Job en wel in het eer ste hoofdstuk. Zij werden door de hoofdpersoon gesproken. VII. „Eureka" (ui-rè-ka): „Ik heb gevonden". Uitroep van Archimédes, toen hij, in het bad zijnde, de naar hem genoemde, natuurkundige wet ontdekte. VIII. De zegen „Urbi et orbi" wordt wel door de H. Vader verleend aan de stad (Rome) en aan de wereld. IX. „To be or not to bo". „Zijn of niet zijn". Eerste versregel, gezegd door Hamlet in diens beroemde alleen spraak. Drama van Shakespeare. XI. „De profundis". „Uit de diepten" (roep ik tot U). Aanhef van de 130ste psalm. De inham van de Waddenzee tussen Friesland en Groningen, de Lauwers zee, verkreeg de grootste uitgebreid heid in de Middeleeuwen. Sedertdien werd er heel wat ingedijkt en in zee polders veranderd; totaal een 14.500 ha. Reeds omstreeks 1850 opperde in genieur Van Diggelen het plan de hele zaak in te polderen. Daar is niets van gekomen. Op het ogenblik voelt men voor inpoldering van 10.000 ha; een re servoir van 14 m. diepte zal, als zoet waterpias 1600 ha worden uit gespaard. Misschien heeft iemand zich wel eens afgevraagd: hoe is deze inham aan die naam „Lauwers" gekomen? Van de lauweren, die onze beroemde inge nieurs zich zullen gaan verwerven, kan de naam uiteraard niet zijn. Maar.... waar dan wel van? „Lauwers" is niet de eerste naam. Veel eeuwen geleden schreef men: „Lavecen", „Lagbeki", „Loveke" e.d. Aan het eind der 14e eeuw komt men pas de vormen: Lauwerze, Lauwer- sche tegen. Het woord ,Jau" betekent zoveel als: bos; „Lauwers" zou „bosbeek" bete kenen. Nu liep er vroeger op de grens van Groningen en Friesland een ri viertje, dat de „Lauwers" heette en dat met een brede mond uitkwam m de „Lauwerszee", de oude scheiding tussen de bisdommen Utrecht en Mun ster. Blijft de vraag: als het eerste lid: „lau" is, hoe komt die r er dan aan ta pas?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 6