i
lATERDflj
V3DR3ÖMG
NIEUWE PYRAMIDE
if
BBEÜQN
VI OUD
mm l"
Onze dagelijkse PUZZLE
N
DE HEILIGE VAN DE WEEK
HET GRABBELTONNETJE
Amerika wederom wereldkampioen
mm, a Wm Wm,
ii Mim
Wm
HJ U jj p
Nieuwe vragen
Oplossing Aardrijks-
kundepuzzle
BRIDGE-RUB RIEK
„Avicultura'
in Alioyhallen
Wie-wat-waar?
Oplossing
PAGINA 6
ZATEKUAG 23 JANUARI 1954
Juiste karakteruitbeelding met gezonde inhoud
Hans van Bergen
mm föl
RIJDT VEILIG EN RIJDT
MET PENNZOIL OLIE
koningsgraven te doen.
25 Januari: H. PoppoAbt
m
a a
o
o a
o a
c
m
zag. mm
r3
Oplossing van gisteren
IN 1956:
Lauwerszee
CORRESPONDENTIE-ADRES
POSTBUS 8, HILVERSUM
a
Wij eisen een gezonde aannemelijke
Inhoud. Geen inhoud, waarvoor wij onze
fantasie geweld aan moeten doen, om
er een beetje in te kunnen geloven.
Maar deze gezonde en aannemelijke in
houd moet ons ook perfect worden opge
diend.
Lang niet iedereen, die een behoor
lijke inhoud kan uitdenken, is tot dit
perfecte opdienen in staat.
Hierveor moet men over stijl beschik
ken en over een levendige dialoog. (Dus
behalve fantast ook schrijver zijn!)
Hiervoor moet men over stijl beschik-
technische knobbel hebben, d.w.z. het
verhaal in toneelvorm kunnen opbouwen
met tegen het eind van ieder bedrijf een
zekere climax. (Dus niet louter schrijver
zijn zonder meer, maar wel degelijk to
neel-schrijver!)
Maar bovendien en hieraan willen
wij in dit artikel speciaal onze aandacht
wijden moet men de optredende figu
ren kunnen karakteriseren.
Daarvoor is. een zekere psychologische
kennis van de mens nodig, of laten wij
het liever noemen een psychologische
kijk. Een kijk, die dieper gaat dan alleen
tot de oppervlakte, dan alleen tot de
uiterlijkheden
Want karakteriseren wil niet zeggen:
brute mensen heel erg bruut laten op
treden (tafels en stoelen omver gooien
etcetera) en volkse mensen heel erg
plat doen praten of mensen uit hogere
kringen heel erg overdreven verwaand.
Dit alles zijn slechts uiterlijkheden. On
der deze uiterlijkheden moeten wij naar
de kern zoeken, naar de eigenlijke in
houd., naar het innerlijk van de mens.
Nu moet u eens opletten bij het lezen
van uw stukken. Een minder begaafd
schrijver zal altijd zijn kracht zoeken in
de uiterlijkheden. Daarmee tracht hij zijn
figuren te tekenen. Hij dikt ze stevig
aan, om zijn onvermogen om dieper te
peilen, te camoufleren. Zo ontstaat na
tuurlijk een vals beeld, een drakerig
beeld van de mens. Maar door al het
vuurwerk van uiterlijkheden heeft men
niet zo gauw de volkomen leegheid in
de gaten. Aan het eigenlijke karakteri
seren komt een dergelijk schrijver niet
eens toe.
Een begaafd schrijver peilt onmiddel
lijk veel dieper. Hij gebruikt de uiterlijk
heden' slechts om te accentueren, te on
derstrepen. Meer waarde hecht hij zeker
niet aan de uiterlijkheden.
Een begaafd schrijver probeert van
meet af aan het innerlijk van zijn figu
ren bloot te leggen. Uit het innerlijk
worden ook de conflicten geboren, die
zich op het toneel moeten afspelen. Ieder
conflict krijgt dus zijn logische verkla
ring, vloeit noodzakelijk uit het innerlijk
van de figuren (in bepaalde omstandig
heden geplaatst) voort.
Maar het peilen van dit innerlijk is zo
eenvoudig niet. Een mens is nooit hele
maal wit of zwart. Een Engel is wit en
een duivel is zwart, maar de mens heeft
immer van beiden wat. En als de mens
overwegend wit is, dan heeft hij dit be
vochten op het zwart. De sporen hier
van zullen altijd zichtbaar blijven.
De mens is niet één kleur. Dit zou erg
saai zijn.
De mens is als een regenboog, die alle
kleuren in zich bevat.
Het is de combinatie van kleuren, die
het karakter bepaalt. Bij het ene ka
rakter zal deze kleur overwegend zijn,
bij het andere die kleur. Maar al is de
kleur wit nog zo overwegend, het rood
en het blauw en het groen en het violet
zullen altijd min of meer zichtbaar blij
ven. Al deze omringende kleuren zullen
het wit juist des te beter doen uitko
men. Zullen ons het wit tot een gange-
name kleur maken. Want het wit alleen
is slechts vervelend.
Een mens, getekend in deze volle rijk
dom van kleurschakeringen, spreekt ons
pas aan'. Want zo zijn wij zelf ook en
alle mensen, die wij ontmoeten.
Ik heb eens twee heel verschillende
stukken gelezen. In beide trad een ont
aarde zoon op, een rasechte boef en
bruut, die roofde en stal en moordde.
In beide stukken had deze zoon thuis
een ziek oud vadertje en moedertje zit
ten, die hun levensavond sleten in ver
driet om hun jongen Echt. een gegeven
voor een draak. Maar.in het ene stuk
kwam de jongen heel anders uit de doe
ken dan in het andere.
In I was hij werkelijk een jongen, die
(zoals boven omschreven) tafels en stoe
len omver schopte. Hij kon alleen maar
razen en tieren. Sloeg zijn oude vader
tegen de grond en schold zijn moeder
uit. Dreigde zijn oudjes zelfs voortdu
rend met de Wapenen.
Hier was dus een schrijver aan het
woord, die 't recht helemaal alleen zocht
in de uiterlijkheden. Deze uiterlijkheden
nog eens heel erg aandikte, om de totale
leegheid van zijn figuur te camoufleren.
Van dik hout zaagt men planken, noemt
Sou ua jjbmz jna(5( uaa sna 'iep uaut
eens zwart.
Het leuke is dan altijd dat deze kleur
zwart tegen het eind van het spel plot
seling in helder wit moet veranderen, om
het spel een voldoeninggevend slot te
bezorgen.
Er is natuurlijk niets voldoeningge-
vends aan, omdat de kleurverandering
niet verklaard wordt. De schrijver zoekt
altijd wel naar een aanleiding, maar deze
aanleiding verklaart nog niets.
Zo ontdekt het duivelsjoch in boven
genoemd stuk plotseling dat zijn moe
der een groot offer vooi hem gebiach!
heeft en even plotseling knielt hij be
rouwvol voor zijn moedei neer en ver
wisselt zijn revolver voor haar rozen
krans. Commentaar lijkt mij wel over
bodig!
In II werd de jongen heel anders ge
tekend. Ook een bruut, een rasechte
boef. een rover en een moordenaar Maar
tegenover zijn oudjes stond hij met ont
zag. Voor zijn oudjes vond hij zijn ge
drag „rot". Maar hij kon nu eenmaal
niet anders. Zo was hij nu eenmaal,
tenminstedat dacht hij Hij probeer
de zijn gedrag tegenover zijn ouders
schoon te praten Hij wou niets liever
dan zijn oudjes plezieren
Onmiddellijk dus een gespletenheid,
een mengeling van kleuren. Inmiddellijk
ook een mens, voor wie wij sympathie
kunnen gevoelen, ondanks zijn boosheid.
Een mens, die tenminste een innerlijke
strijd voert met zichzelf.
Zijn bekering wordt wel degelijk van
meet af aan voorbereid. Zijn bekering
is straks ook aanvaardbaar. Want het
wit op het eind van het spel, is in het
begin reeds aanwezig, al blijft het zwart
voorlopig overwegend. Gedurende het
gehele spel is er een strijd gaande tus
sen deze beide kleuren jm de overhand
te krijgen En als tegen het eind van het
spel wit de overhand krijgt, dan geeft
ons dit ook een grote voldoening. Het is
een logische strijd geweest, waarvan wij
getuigen waren.
Als er maar van één kleur sprake was
geweest, had er ook geen verandering,
geen verschuiving van combinatie plaats
kunnen hebben. Tenzij men deze veran
dering forceert, waardoor men draken-
figuren pleegt, in wie wij niet geloven
kunnen.
Hiermee is ook wel duidelijk het on
derscheid gegeven tussen draken en geen
draken. Of de personen zijn in alle le
vensechte kleuren getekend of slechts in
een kleur, zodat de kleurverandering,
die de persoon in het spel ondergaat,
onverklaarbaar blijft, niet logisch uit het
voorafgaande volgt.
Een draak is nooit logisch, altijd ge
forceerd tengevolge van het onvermogen
van de schrijver, om dieper op alle
kleurfacetten in te gaan.
O
Volgens tie dagbladpers heeft men onlangs in Egypte een nieuwe
p\ randde blootgelegd. Nu, op zichzelf is deze ontdekking niet zo
hijster verbazingwekkend, want de rand der Westelijke woestijn
heeft een reeks van deze bouwwerken gekend. Men heeft hier met
ja mm sasiiir
No. 1968. 23 Januari 1954.
Redactie: G. J. A. VAN DAM,
Vossiusstraat 18b, Amsterdam-Z.
Alle correspondentie aan dit adres. Bij
vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel
voor antwoord insluiten.
BEOORDELINGSNORMEN BIJ
PROBLEMISTEN WEDSTRIJDEN
Belofte maakt schuld. In de rubriek van
9 Januari j.l. heb ik beloofd nader terug
te komen op de moeilijkheden, welke zich
voordoen bij de heren, die deel uitmaken
van een jury, welke de inzendingen van
probleemcomponisten moet beoordelen
Naar mijn mening en deze vindt steun
bij verscheidene vooraanstaande compo
nisten en probleemkenners zou een op
lossing te vinden zijn door in den ver
volge uitsluitend probleemwedstrijden uit
te schrijven, gebaseerd op de classificatie,
waaronder de verschillende composities
volgens het materiaalgebruik vallen.
Hierbij is een indeling in vier groepen
mogelijk, te weten:
Groep I. (Zonder dammen in de begin-
stand).
A. 3 tot en met 7 sch. voor elke kleur
(de z.g. „Miniaturen").
B. 8 tot en met 11 sch. voor elke kleur
(„Mozaïeken").
C. 12 tot en met 15 sch. voor elke kleur
(„Athleten").
D. 16 tot en met 18 sch. voor elke kleur
(„Samsons").
Groep II. (Met dam of dammen in de
beginstand).
A. 3 tot en met 8 sch. voor elke kleur
(de z.g. „Notedopjes").
B. 9 tot en met 14 sch. voor elke kleur
(„Acrobaten").
C. 15 tot en met 20 sch. voor elke kleur
(„Giganten").
D. 20 sch. of meer voor elke kleur („Fan-
teisis's")
Elke dam, welke in de beginstand voor
komt, telt in deze »roep voor 2 schijven.
Groep III. (Practische problemen, zonder
dam of dammen).
Hieronder vallen de constructies, welke
door stand en afwikkeling meer overeen
komst vertonen met het partijspel dan de
normale combinatoire en op motieven ge
baseerde problemen. Dit soort construc
ties kan men eveneens in vier klassen
rangschikken, waarbij echter het mate
riaalgebruik voor drie klassen gelijk is.
d.w.z. dat dit kan liggen tussen 5 en 20
sch. voor elke kleur. De vier klassen zijn:
A. Zetdwang-constructies (dus met posi-
tiedwangzetten).
B. Spelstudies of analysevraagstukken.
C. Lokzetten en lok-lokzetten.
D. Openingscombinaties (met 19 tegen
19 of 20 tegen 20 sch.).
Groep IV. (Eindspelen, voortgekomen
uit de partij of gecomponeerd).
a. Eindspelen zonder dam in de begin
stand van 1 tot en met 8 sch. voor elke
kleur („Minerva's").
b. Eindspelen met dam of dammen van
1 tot 10 sch. („Titanen").
Elke dam, welke in de beginstand voor
komt, telt daarbij (evenals bij groep II en
uitsluitend gezien van materieel oogpunt)
voor twee schijven. Positioneel kan een
bepaalde dam natuurlijk in sommige ge
vallen méér waarde hebben, maar dit
blijft voor de indeling volgens het mate
riaalgebruik buiten beschouwing.
Wanneer men nu een competitiewed
strijd wil uitschrijven op een bepaald mo
tief, systeem, thema of dergelijke, kan
men wel toestaan, dat constructies mede
dingen in elk der vier genoemde groepen,
eventueel kan men daarbij groep IV uit
schakelen, omdat dit een zeer bepaald
consttuctiegebied is. Maar aanbeveling
verdient, de beoordeling te doen geschic-
den over tenminste de drie eerste groe
pen, d.w.z. dat tenminste één bewerking,
vallende onder iedere groep (met uitzon
dering van groep IV), is ingezonden, even
tueel ten hoogste vier. De inzendingen
voor elke groep worden op zichzelf en dus
onafhankelijk van die der andere groepen
beoordeeld en met punten gewaardeerd.
De deelnemer, die in de drie groepen het
hoogste gemiddelde behaalt, is no. 1 en
zo vervolgens. Wenst men de deelnemings-
voorwaarden te verzwaren, dan kan be
paald worden, dat voor alle klassen, dat
zijn dus de klassen A, B, C en D, van één
tot vier, constructies dienen te worden in
gezonden. Beoordeling geschiedt op de
zelfde wijze. Hij, die het hoogste gemid
delde behaalt, is eerst, enz.
Compositiewedstrijden, op deze wijze
ingericht, bieden voor geen enkele jury
enige moeilijkheid, aangezien voor alle
groepen en de daaraan verbonden klassen,
alleen maar constructies mogen deelne
men, waarin het ter bewerking opgege
ven motief, systeem of thema is beli
chaamd. Er bestaat dus geen kans op ge
heel „vrije" composities, welke de ver
gelijking met elkander soms zo moeilijk
kunnen maken door de aan iedere groep
en klasse verbonden zeer speciale con
structie-eisen en begrenzingen.
Bereikt wordt dan echter, dat de win
naar van een bepaalde motiefbewerking
volgens deze wedstrijdmethode terecht eti
met- ere kan zeggen de beste te zijn,
althans de onbetwiste kampioen van het
jaar, waarin die wedstrijd is uitgeschre
ven, en'of van dat zeer speciale mo'ipf.
(Zaterdag 23 Januari 1954)
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK
Men zal het wel met ons eens zijn, dat
no. 7096 een fraaie en tegelijk moeilijke
opgave is. We meenden, dat deze compo
nist uitsluitend problemen schiep met zeer
kunstige matbeelden. In deze driezet toont
hij echter, dat zijn stijl niet eenzijdig is.
No. 7097 is een goede eerste plaatsing
Interessant is het na te gaan, hoe zwarts
pogingen om zijn dame te bevrijden voor
wit nieuwe mogelijkheden schept.
Van no. 7098 verwachten we verschil
lende foutieve oplossingen. De oplosser ts
dus gewaarschuwd. De sleutelzet in deze
tweezet ligt goed verborgen; daarom wil
den we het onze lezers niet onthouden.
No. 7096
L. LOSINSKY
le prijs Prebor S.S.S.R. 1953
Mat in drie zetten
Deze methode laat voorts de mogelijk
heid open om componisten, die een vfué-
liefde voor een bepaalde groep of klasse
hebben, hun talenten te doen ontplooi
En tenslotte bevordert deze methode het
ontwikkelen van een constructievaardig
heid op alle terreinen van de problema
tiek, zodat daardoor werkelijke „all
round" componisten worden gevormd.
VOOR ONZE LADDERWEDSTRIJD
£3
WW*
Nijmegen: mr P. C. Goossen. Nijmegen;
dr R. J. F Nivard, Nijmegen; M. E. Nord-
lohne, Leiden; J. G. M. Vos, Rijswijk; C.
v. d Weide, Rotterdam.
No. 7088 door: J. Ch. Boose, Vlaardin-
gen; mr dr R. Bromberg. Roermond; H.
Th. v. Goor, Voorburg; J Maas, Swalmen;
F. U. J. H. Witte, Rotterdam.
No. 7089 door pastoor P. v. d. Heyden,
Budelschoot.
Nagekomen oplossing van no. 7086 J.
Ch. Boose. Vlaardingen.
CORRESPONDENTIE
J. K. te A. Aangeven van de eerste
zet is voldoende. Bij drie- en meerzetten
kan het wel nuttig zijn een paar voorname
varianten te vermelden, vooral voor hen,
die daarin nog minder sterk zijn.
V. d. L. te N. Schaakgeven bij de
eerste zet komt bijna nooit voor, doch
verboden is het niet, wel ongebruikelijk.
Een pion nemen is geen bezwaar, doch
wel officieren. Als dit laatste toch ge
beurt, dan zijn het uitzonderingen.
NV. Ned= Irrijibrt "M ij rqh in gefU
Distributors:;
HausIoio Oliehandel- - Roti^rdajri'.'''
Handékondern.
'Fff: O Keijafèir - Ou'3ênhö_a,'c-.h' (Nf.BV-
Binnen de wanden vpnd de koninklij
ke mumm.e haar laatste rustplaats.
Door de top der pyramide het pyra-
midion, kon de Vorst de zon waar
nemen en zich met de wereld der ster
ren verenigen Men leest wel. dat de
werklieden, die de gangen naar het
grafgewelf aanbrachten, een wrede
dood stierven: de mummie mocht in
haar rust nimmer worden gestoord.
Wanneer men over „de pyramiden"
spreekt, bedoelt men meestal de drie
wereldwonderen nabij Gizeh waarvan
de twee grootste meer dan 140 M. hoog
zijn: de Vorst, die het langste regeer
de verwierf zich de hoogste der drie,
de kleinste bereikte een hoogte van
62 M. Er zijn hogere bouwwerken ter
wereld, maat een oppervlakte van vijf
h.a. aan de voet, wordt niet vaak over
troffen
Ontroering vervult ons. wanneer we
bedenken .dat deze koningsgraven al
een duizend iaar achter de rug hadden,
toen Jacob en Joseph hen. wellicht,
aanschouwden in 't land-der-Pharao s.
Niet, alsof deze pyramiden de oudste
constructies daarginds zijn, of ter
wereld de enige.
Neen Egvpte kent veel oudere
graven, en pyramiden kent men even
eens in Mexico en China, Maar zonder
enige twijfel zijn zij de indrukwek
kendste. Aan haar voet zou Napoleon,
toen n^g „maar" generaal, tot zijn
soldaten de gedenkwaardige woorden
hebben- gesproken: ..Soldats, du haut
de ces pyraimides quarante siècles vous
contempient"' Soldaten, van de hoogte
dezer pyramiden zien veertig eeuwen
op U neder*" Dat was in 1798. aan de
vooravond van de „slag bij de Pyra
miden"; 's anderdaags versloegen de
Fransen de Mamelukken van Mourad-
Beij.
De grootste pyramide is de Cheops-
pyramide, zo.genoemd naar de Egyp
tische heerse.r Cheops, of Koefoe.
Alleen aan de buitenkant telt ze ruim
115.500 steenblokken, waarvan sommi
ge 1V2 M. hoog en 19 M. lang zijn.
De kleinste meten toch altijd nog 55 x
75 c.M.
De oudste geschiedschrijver, Herodo
tus, verhaalt maar men kan hem
niet altijd op zijn woord geloven dat
deze heer Cheops twintig jaar aan zijn
pyramide liet werken en dat hij er
16.000 talenten-zilvers voor betaalde,
ongeveer 3,5 a 4 millioen vóór-oorlogse
guldens!
Vijftig jaar heeft Cheops over Egyp
te geregeerd altijd volgens Herodo
tus en na hem kwamen .zijn broer
Chephren en dan: zijn zoon: Mykeri-
nos. Ook deze twee hebben hun pyra
mide, maar die van Cheops overtreft
ze in grootte. Alleen al moest voor
deze laatste een weg aangelegd worden
naar het gebergte, waaraan tien rnaal
tienduizend slaven gedurende tien jaar
telkens drie maanden werkten Toen
konden de stenen vervoerd worden.
Herodotus blijkt over Cheops zeer
slecht te spreken: hij maakte Egypte
tot een slavenland!
De Cheops-pyramide heeft vooral de
laatste jaren béel wat pennen in be
weging gebracht- Niet weinigen be
schouwen dit bouwwerk ais een ver
steende, Goddelijke openbaring. Zijn
blokken zouden een stenen Bijbel vor
men en voorspélingen bewaren, die
belangrijke gebeurtenissen uit de we
reldgeschiedenis betreffen. Wanneer
men aanneemt, dat deze pyramide
niet naar een vast plan. maar na lang
wikken en wegen, zoeken en tasten
tot stand kwam, dan lijkt deze opvat
ting weinig aannemelijk. Hier te lan
de handelt het boek ,.De stenen spre
ken' over deze „openbaringen". Elders
verwijst een werkje: „Le problème
des Pyramides" deze hele getallen-
mystiek en de opvattingen der „pyra-
midenmystici" naar het rijk der fa
beltjes. Het noemt het onbegrijpelijk,
dat zulke data van overwegend belang,
als het Uitbreken van de tweede we
reldoorlog niet tot de taal der stenen
behoren.
Zeer onlangs heeft de Gereformeer
de professor, dr W. Gispen, in een
brochure, bij de bekende Gereformeer
de uitgever Kok te Kampen versche
nen, de „tijdschaal der pyramiden"
volstrekt van de hand gewezen. Gispen
kent slechts zwijgende stenen van een
zwijgende pyramide De voorstanders
van „Cheops" zullen wij maar zeg-
gen beroepen zich vooral op een
tekst uit het Oude Testament, waar de
profeet Isaïas vaststelt: „Op die dag
zal een altaar voor Jahweh (God) staan
midden in het land van Egypte en op
zijn grenzen een opgerichte steen
(„Petrus Canisius" geeft: een zuil) ter
ere van Jahweh" (Is. XIX; 19). Welnu
aldus de „pyramidenmystici" met
dat „opgerichte teken", die „opgerich
te steen", bedoelt de profeet,... de
pyramide van Cheops.
„Onmogelijk" voert professor
Gispen aan „want le is met het He
breeuwse woord in het oorspronkelijk
zeker geen pyramide bedoeld, doch 'n
gedenkteken en 2e kan van profetie
van de toekomst geen sprake zijn: de
oude profeet leefde plm. 700 v. Chr. en
de Cheops-pyramide dateert van plm.
2900 v Chr.
Ook pater professor dr J. Kroon S.J.
in zijn „Isaïas" rept nergens van een
pyramide (pag. 56). „Zelfs indien Je-
saja", aldus professor Gispen, „de
grote pyramide bedoelde, wat dan nog?
Dan zou daarmee nog niet gezegd zijn,
dat de pyramide-lezers, of pyramide-
stenenvertolkers, juist lazen en de ste
nen zuiver lieten spreken. Want stenen
zijn stom. Zij moeten zich laten mis
handelen. Nergens in de Bijbel staat,
dat de pyramide van Cheops steenge-
worden, bijzondere openbaring is".
Of de „getallen-mystici" zich zullen
laten overtuigen? „De stenen spreken"
beleefde reeds een zesde druk; blijk
baar zijn er zeer velen ,die het gaarne
in hun bezit hebben!
De heilige Poppo was een Vla
ming. Op zijn achttiende jaar
voelde hij het meest voor oorlog
voeren, trok met het leger mee
en weerde zich dapper genoeg.
Maar het werd hem al spoedig
duidelijk, dat deze weg niet de
geschiktste was naar de hemel.
Hij zwoer trouw aan een ander
vaandel, het vaandel van Chris
tus; omstreeks het jaar 500 deed
hij zijn intrede bij de Benedic
tijnen. Deelde zijn karig maal
met de armen, at met hen uit
dezelfde schotel en nam hen
gastvrij op.
Eens meldde zich een zieke
aan de kloosterpoort. Zijn
lichaam was één wonde; hij was
melaats en rilde van de kou.
Poppo liet hem onder zijn eigen
deken slapen, de enige die hij
had. De volgende morgen stond
de melaatse op: zijn zweren iva'
ren genezen.
Eenmaal kloosteroverste, abt.
leefde hij de monniken het
echte, strenge leven van boete
en versterving vóór. Hem werd
het bisdom Straatsburg aange
boden. Poppo verkoos het kloos
ter.
Tijdens een van zijn reizen
kruiste een grote wolf zijn weg;
het dier sleepte een man naar
het bos. De priester wist eerst
niet wat hij zag. Hij begon te
bidden en overwoog, hoe hij
het slachtoffer zou bevrijden.
Zijn gezellen volgden de bloe
dige sporen. Het duurde niet
lang, of zij vonden het ^waar-
verminkte lichaam van de onge
lukkige, droegen het naar hun
overste en verzochten hem de
gewonde te genezen. Poppo ver
kreeg deze genade van God. Als
een herinnering aan dit wonder,
droeg de man de vreselijke lit
tekens nog jaren in zijn hals.
De 25ste Januari 1048 nam God
de ziel tot Zich. Zijn stoffelijk
overschot werd in een kostbare
schrijn ter verering uitgesteld.
No. 2782
L. W. SCHOLTES,
Den Haag
(le publicatie)
No. 2783
W. SCHOLTES,
Den Haag
(le publicatie)
t
j
a
1 0
rt
rt n
1
f
f
f
0. C
O
O
w
n n
-
Stand: Zw 6—8, 18,
19, 23, 26, 28. Wit
29, 31, 34, 37. 38,
18—50. W. sp. 49-
14. Mag zw. 28—33?
No. 2784
JOH. v. d.
BOOGAARD,
Nuland
(le publicatie)
Stand: Zw. 4, 7, 9,
10, 12—14, 16, 18, 19,
22, 26, 36. Wit 21,
24, 25, 27, 30, 32, 34,
37, 38, 45, 47-49. W
sp. en w. Naspel
eveneens uitwer
ken.
No. 2785
LEO SPRINGER,
Den Haag
(le publicatie)
W' A r
No. 7097
J. K. BLOM, Bergschenhoek
Eerste plaatsing. Mat in twee zetten.
Stand: Zw 9, 10, 18, Stand: Zw. 2, 17, D.
20, 22—26, 29, 31. 7. Wit 11, D. 16, D.
Wit 27, 32, 33, 36. 22. Wit speelt en
38, 39, 42, 46, 47, 48. wint. Naar een idee
W. sp. en wint. van mr C. Blanke-
Eindspel eveneens naar.
uitwerken.
De oplossingen van deze vier vraag
stukken worden tot 3 Februari a.s. inge
wacht.
No. 7098
H. HERMANSON
le prijs Bergens Shak Club 1952.
Mat in twee zetten
Wit; Kat, Dc4, Tf5, Rb8—h7, Fe5—fl;
c2, d5; Zwart: Ke4, Db6, Ta7—g2, Pbl-e8;
a2, b4. d4, f3. h6.
Oplossingen over drie weken vóór
Woensdag 10 Februari.
PROBLEEMOPLOSSINGEN
No. 7088. Jac. Haring. 1. Te4—e6 drei
ging 2. e2—e4tt.
1. Ta4 en 1. Td4 falen door 1
e7—e5!. 1. Pc5—e6t door 1Ta5: en 1.
c2c3 door 1Tbl:. Deze auteur heeft
er slag van de argeloze oplosser te ver
schalken.
No. 7089. P. A. Koetsheid. 1. Rh8f6,
Rf5 2. Re5! enz. 1Re4, Rg6, zwart
anders 2. De7t, Pg7t, e3—e4 enz.
Geschiedt onmiddellijk 1. Re5, dan Pf5
en na 2. Pf6, Pe7!. Ook na 1. Dc7 Pf5, er
zijn ook verdedigingszetten door Re4 en
Rg6, 2. Pf6 en hier weer het enige ant
woord 2Pe7!.
Beide problemen werden goed opgelosl
door: ir A. Bergstein, Geleen; J. Dickhaut,
In Rome staat een erg oud gebouw,
het Colasseum. Het heeft veel geleden
in de loop der eeuwen. Toen er voor
het eerst in gespeeld werd, vierde men
honderd dagen feest. Vijfduizend wilde
dieren moesten tegen elkaar vechten.
Dat was ai heel erg. Wat nog veel erger
was; het gevecht van man tegen man.
Dikwijls waren het ter dood ver.ior-
deelden. Vaak ook krijgsgevangenen,
of arme mensen, die hun leven waag
den. Tienduizenden zaten zo maar naar
deze afschuwelijke gebeurtenissen te
kijken. Een beroemd schrijver zegt, dat
er „enkelen" waren, die de wrede „spe
len" niet wilden zien; „enkelen"
slechts. Heel dikwijls was ook de Ro
meinse keizer bij deze uitvoeringen
aanwezig. Ook bij zag toe, wanneer
mannen met scherpe zwaarden en spe
ren tegen elkaar vochten. Vreselijk!
Omstreeks het jaar 400 was er weer
zo'n bloedige strijd aan de gang. Te
midden der toeschouwers zat een klui
zenaar, die naar Rome was gekomen
om de graven van de Apostelen Petrus
en Paulus te 'bezoeken, en de Paus.
Hij ergerde zich verschrikkelijk aan
wat hij zag in het Colosseum. Plotse
ling terwijl er man tegen man gevoch
ten werd, sprong hij midden tussen
de vechtersbazen. Hij riep met luide
stem. moord eri doodslag te staken.
God zou een $tad zeker straffen, die
naar zulke gruwelijke spelen ging kij
ken.
De mensen werden kwaad. Ze begon
nen te roepen en te schelden He,
duurde niet lang, of een regen van
stenen viel over de vrome kiuizenaar
neer Ook, de zwaardvechters wond
den hem. Hij stierf. En men keilde
zijn naam niet eens; Alymachus,
Telemachus, hoe heette hij eigenlijk?
Na zijn wrede dood hielden^de ge
vechten tussen mensen op
1. Wat betekent „O.P." achter de
naam van 'n geestelijke? En „O.F.M.
2. In Engeland leest men wel „M.P."
achter iemands naam. Wat betekent
dat?
3. Vrome mensen adverteren ooit:
Volgende week hopen onze geliefde
ouders „D. v." hun. enz. Waarom
doen zij dit? Betekenis van „D. v."7
4. Heeft de stadsnaam „Leiden" iets
met de Romeinse kolonie „Lugdunum
Batavorum" te maken?
5. En Maastricht met „Mosae
Traiectum"?
6. Noem twee Brabantse dorpen,
waarin waarschijnlijk de naam van
„Wodan" nog voortleeft.
7. Wij geven de beginletters van twee
beroemde Pauselijke zendbrieven,
encyclieken; vul deze letters verder
aan: R.N....; Q.... A.... Waar
over gaat het in deze encyclieken?
8. Te Rome de prachtige kerk van
„Sint Paulus b...." Vul eens in. Waar
om zegt men deze woorden er bij?
9. Waar moet ik ergens het „Alham-
bra" zoeken? Wat betekent deze naam?
10 „Iedere maansverduistering op
aarde is een zonsverduistering op
Vul eens in!
Maai' de
gevechten tussen dieren d'u"l^en„g°kS
wel honderd jaar, tot ze, God dame,
in 526 werden afgeschaft.
WIELINGEN.
l Westenwind. 2 De Dordtse Kil. 3
Een Drent. 4 Het eiland Ameland werd
door J. W. Friso gekocht. 5 Beuningen.
6 Het hoogste duin van Zuid-Holland
is onder Wassenaar, bij Duinrel. 7
Regge, 8 De Lee, 9 N(oorden).
De vorige week eindigde de strijd om
het wereldkampioenschap bridge weder
om in een Amerikaanse zege. Na 224 spel
len stond USA met 49 matchpunten voor
op de Europese bridgers, die vooral in
het begin van de wedstrijd er danig op
los geknoeid hadden. De grote achterstand
die Europa in het begin opgelopen had,
was niet meer in te halen en hoewel de
strijd tegen het einde nog even een span
nend karakter kreeg door enkele goede
Europese prestaties slaagden de Ameri
kanen er toch in de hardnekkige pogingen
der gastheren om de achterstand geheel
weg te werken, een halt toe te roepen.
Een spel uit het begin van deze wed
strijd, waaruit kan blijken waarom de
Amerikanen zoveel punten in het begin
wonnen, is dit:
5 2
9H865
O 6 3
4» 9 7 6 5 2
fB 8 6
CAV43
O A H V 8 5
B
A 10 7 3
9972
<0> B 10 9 4
V 8
H V 9 4
<9 B 10
O 7 2
A H 10 4 3
Zuid gever, Niemand kwetsbaar.
De Amerikanen, die een biedsysteem
gebruikten dat wars was van alle hachelij
ke avonturen en dat zich uitsluitend ba
seerde op normale, gezonde biedingen,
boden in kamer I (USA speelde OW) als
volgt:
Oost Zuid West
x 1 double
2 pas 3 O
pas pas
Noord
x
2
pas
Dit gezonde contract kon niet down ge
speeld worden. Noord kwam met«T» uit.
West troefde de tweede af, haalde de
troeven er uit en ging B spelen, snij
dende in Oost; Zuid nam speelde 9>boer
na. West de vrouw, Noord <9Heer. Daar
<910 viel in de tweede <9slag, verloren
OW slechts lJf«, 2# en 1<9.
In de andere kamer stortten OW (Frank
rijk) zich in een hachelijk avontuur:
Noord Oost Zuid West
x x 1 2 O
pas 3 O pas 39
pas 3 pas 4
pas 4 Q pas pas
Dit slechte eindbod kreeg de afstraffing
die het verdiende; Noord speelde voor,
West moest de tweede «f. aftroeven en
trok ♦boer, Zuid de ♦vrouw. Zuid speel
de nu C?boer, West de vrouw. Noord de
heer en wéér <9, Oost de 7, Zuid de 10
en het aas bij West. West trok nu nog
maals troef, hopende dat deze zouden
vallen. Toen dat niet het geval bleek,
stortte het hele gebouw als een kaarten
huis in. Noord troefde de derde O af en
NZ maakten nog 3 ♦-slagen; 4 down was
dus het resultaat.
De Amerikanen wonnen met dit „ge
wone" spel dus 110 en 250 360 punten, 5
matchpunten.
Of kunnen wij er beter over spreken,
dat de Europeanen zichzelf dit verlies op
de hals haalden? MIMIR.
hout, 21 als volgt, 23 bijwoord, 24 beest,
26 luchtmacht, 29 deel van een berg, 33
vogel, 35 hoog gebouw, 38 vlaktemaat, 39
visgerei, 40 visgerei, 41 pers. vnw. (Duits),
44 landvoogd, 45 naar beneden, 46 Euro
peaan, 48 gewas, 49 land in Europa, 50
godin, 52 kaatsnet, 53 werklustig, 56 Euro
peaan, 58 familielid, 59 naamloze vennoot
schap (Fr.), 63 stand, 65 ongevuld, 68 zang-
noot, 70 zangnoot, 71 onmeetbaar getal, 72
zoals de akten getuigen (Lat.), 73 soort
schip, 75 onder andere, 76 bergruimte, 77
lidwoord.
Horizontaal: 1 Haarlem, 7 karn,
8 olie, 19 Sam, 11 tot, 13 net, 15 ta, 16 ore,
17 lo, 18 Asten, 21 netto, 24 he, 25 eo, 26
Irene, 29 arend, 31 oa, 32 ren, 34 ee, 35 nat,
37 Ede, 38 eer, 39 taai, 41 teer, 43 bestand.
Verticaal: 1 ham, 2 ar, 3 Anton,
4 loten, 5 el, 6 min, 7 kaas, 9 eelt, 10
station, 12 or, 14 toonder, 19 the, 20 een,
22 eer, 23 toe, 27 raat, 28 ereis, 29 Aneta,
30 neer, 33 ed, 36 tab, 38 eed, 40 ae, 42 en.
Horizontaal: 1 voorzetsel, 3 spoe-|57 telwoord, 58 plaats in Frankrijk, 60
dig, 6 watering, 9 geografische mijl (afk.), geneesheer, 61 en andere, 62 getroffen, 64
11 Aziaat, 14 groente, 16 deel van een j gemeen, 66 rang ïn^het leger, ^67 de somnta
schip, 17 voorzetsel, 18 voorzetsel, 19 ge-
heel de uwe, 20 deel van een boom, 22
vogel, 25 namelijk (afk.), 27 soort hand
schoen, 28 rijgsnoer, 30 bloem, 31 onder
andere, 32 voorzetsel, 34 deel van een huis,
35 voorzetsel, 36 maanstand, 37 soort stof,
40 verharde oppervlakte, 42 elasticiteit, 13
vliegengaas, 44 appel, 47 schrijflijn, 50 uit
roep, 51 stofmaat, 52 deel van het kippen
hok, 54 nummer, 55 water in Friesland,
van, 69 aanzien, 70 bergruimte, 71 verzet,
74 jongensnaam, 78 hetzelfde, 79 indien,
80 Oosterse titel, 81 lidwoord-
Verticaal: 1 in orde, 2 deel van
een huis, 3 lidwoord, 4 deel van een bijen
korf, 5 water in N.-Brabant, 6 lidwoord
(Fr.), 7 geestdrift, 8 jongensnaam, 9 steen
soort, 10 pers. vnw., 12 deel van de mast,
13 plaats in België, 14 plaats in Friesland,
15 voegwoord, 19 telwoord (Eng.), 20 stulc gehouden
(Van onze Haagse redactie)
De zestigste nationale pluimvee- en
konijnententoonsteliing „Aviculturawelke
in 1956 wordt gehouden, zal In de Ahoy-
hallen te Rotterdam plaatsvinden. Op het
ogenblik vindt de 59ste expositie in de
Haagse Houtrusthallen plaats. Aan de ten
toonstelling te Rotterdam wil men mede
in verband met het 70-jarig bestaan van
de vereniging bijzondere aandacht wijden.
De opzet zal grootser zijn dan ooit ie
voren. Dat kost meer voorbereiding en
daarom wordt in 1955 geen „Avicultura"
I. „Ons hart is onrustig, totdat het
rust vindt in U" (o God). De aange
haalde woorden in de „Belijdenissen",
misschien juister: „Lofprijzingen" van
de H. Augustinus. (Hoofdstuk I).
II. „Dispereert (wanhoopt) niet, ont-
siet uw vijanden niet". Aldus in een
brief van Jan Pieterszoon Coen tot de
Heren XVII der V.O.C. (Oost-Ind.
Compagnie) 1618.
III. „Die staet, siet toe, dat hij niet
en valle". Aldus werd, na de terecht
stelling van Johan van Oldenbarne-
velt, opgetekend in het resolutieboek
der Staten van Holland.
IV. „Ghij rustte van uw trouwe
plichten, Na 'et rusten van dien ouden
stock" (Oldenbarnevelt). Deze regels
komen voor in Vondel's beroemd ge
dicht op „het stockske van Joan van
Oldenbarnevelt, Vader des Vader-
lants".
V. „Helvetiorum fidei ac vir tuti".
„Aan der Zwitsers trouw en dapper
heid". Dit opschrift staat gebeiteld op
het voetstuk van de wereldberoemde
„Leeuw van Luzern", door Thorwald-
sen. De stervende leeuw herinnert ons
aan de Zwitsers, die koning Lodewijk
XVI van Frankrijk verdedigden ten
koste van hun leven.
VI. „God gaf, God nam, Gods Naam
zij geprezen". Deze woorden staan in
het Bijbelboek Job en wel in het eer
ste hoofdstuk. Zij werden door de
hoofdpersoon gesproken.
VII. „Eureka" (ui-rè-ka): „Ik heb
gevonden". Uitroep van Archimédes,
toen hij, in het bad zijnde, de naar
hem genoemde, natuurkundige wet
ontdekte.
VIII. De zegen „Urbi et orbi" wordt
wel door de H. Vader verleend aan de
stad (Rome) en aan de wereld.
IX. „To be or not to bo". „Zijn of
niet zijn". Eerste versregel, gezegd
door Hamlet in diens beroemde alleen
spraak. Drama van Shakespeare.
XI. „De profundis". „Uit de diepten"
(roep ik tot U). Aanhef van de 130ste
psalm.
De inham van de Waddenzee tussen
Friesland en Groningen, de Lauwers
zee, verkreeg de grootste uitgebreid
heid in de Middeleeuwen. Sedertdien
werd er heel wat ingedijkt en in zee
polders veranderd; totaal een 14.500
ha. Reeds omstreeks 1850 opperde in
genieur Van Diggelen het plan de hele
zaak in te polderen. Daar is niets van
gekomen. Op het ogenblik voelt men
voor inpoldering van 10.000 ha; een re
servoir van 14 m. diepte zal, als zoet
waterpias 1600 ha worden uit
gespaard.
Misschien heeft iemand zich wel eens
afgevraagd: hoe is deze inham aan die
naam „Lauwers" gekomen? Van de
lauweren, die onze beroemde inge
nieurs zich zullen gaan verwerven,
kan de naam uiteraard niet zijn.
Maar.... waar dan wel van?
„Lauwers" is niet de eerste naam.
Veel eeuwen geleden schreef men:
„Lavecen", „Lagbeki", „Loveke" e.d.
Aan het eind der 14e eeuw komt men
pas de vormen: Lauwerze, Lauwer-
sche tegen.
Het woord ,Jau" betekent zoveel als:
bos; „Lauwers" zou „bosbeek" bete
kenen. Nu liep er vroeger op de grens
van Groningen en Friesland een ri
viertje, dat de „Lauwers" heette en
dat met een brede mond uitkwam m
de „Lauwerszee", de oude scheiding
tussen de bisdommen Utrecht en Mun
ster. Blijft de vraag: als het eerste lid:
„lau" is, hoe komt die r er dan aan ta
pas?