Nieuw-Guinea heeft eigen wetgeving Verdediging uitsluitend Marine-eenheden nodig door UITSLAG HISTORISCHE KERST-PRIJSVRAAG Het was VERBIJSTEREND" it Stortvloed van milddadigheid Eeuwviering van liet K.N.M.I. E <§od en Zn n wereld Hoofdprijs viel in Schiedam zegt de directeur van het Nationaal Rampenfonds Geruchten over „schat van Belgische konink lijke familie Midden-Amerikaanse burenruzie De hoofdprijzen zijn gewonnen door: Honderd andere prijzen gaan naar: •J ZATERDAG 30 JANUARI 1954 PAGINA 5 Mijnbouw Sociale voorzieningen Indische Nederlanders Met kracht dient er naar te worden ge streefd, aldus de missie in haar conclusies, dat de verschillende bevolkingsgroepen in harmonie met elkaar gaan leven. Thans is dit nog te weinig het geval. De Indo- Europese groep is agressief en militant, hetgeen voortdurend spanningen moet op leveren. Met name zijn de wensen van het Nieuw-Guinea Verbond, welke in de richting gaan van een maatschappelyke structuur, gelijkend op die in het voor Bosexploitatie zeer hachelijke zaak Ambtelijke carrière niet aan lokkelijk Papoeabrigade gewenst Buys Ballot-medaille voor dr Swoboda Tegenspraak uit Brussel President van Guatemala beschuldigt collega van De korte, gedrongen figuur waaraan alles de militair verraadt staat op als we bij hem binnentreden. „Eigen lijk heb ik het nu, bui ten de dienst, drukker dan ooit, wanneer ik thuis kom, kan ik wer kelijk nooit zeggen". Tweede stortvloed Wel, daarin is men voortreffeijk geslaagd. Eind December 1953 had men het sprookjes achtige bedrag van ruim 133 millioen binnen (aan binnenlandse gif ten ruim 93 millioen, buitenlandse ruim 39 millioen). „Kom even langs Gesprek met luit. generaal P. Alons Treffende reacties Nicaragua Als een vaststaand feit wordt in Nieuw-Guinea algemeen aangenomen, dit de Nederlandse souvereiniteit over dit gebiedsdeel geliandliaa za blij ven Dit heeft de parlementaire missie naar Nieuw-Guinea geconstateerd tiidens baar van 13 Augustus tot 5 September durende reis door dit Over- z,Ue rijksdeel. Haar bevindingen legde zij neer in een verslag van onge- veer 90 kolommen druks, waaraan een groot aantal bijlagen is gevoegd van in totaal ruim 80 kolom druks. Uit al deze kolommen blijkt, dat de missie zich uitvoerig heeft laten voorlichten. Tientallen suggesties worden gedaan om verbetering in vaak onhoudbare toestanden te brengen, zoals op hel gebied van de volkshuisvesting, gezondheidszorg, boswezen, onderwijs, be lastingen enz. heer aldaar, werd toegestaan, dat zij hun vrije overtocht gedurende drie jaar behouden. Van weerszijden zou dan na gegaan kunnen worden, of het bevalt. Dit zou wellicht een belangrijk hulpmiddel kunnen zijn het grote personeelsge brek enigszins op te lossen. Over de mijnbouwkundige mogelijk heden is nog betrekkelijk weinig be kend. Behalve de olie van West-Nieuw- Guinea is de economische betekenis van de mijnbouw betrekkelijk klein. Aanwe zig zijn goud, steen- en bruinkool, nikkel, cobalt, chroom en ijzer en fosfaat- en kalkgesteente. Of economische exploita tie mogelijk is, is thans nog niet te zeg gen. Van belang blijft, dat exploratie krachtig ter hand wordt genomen of bevorderd. De bevolkingsgroepen op telen volgens de opgaven vian Euro- plm. 700.000 Papoea's, plm.12.lOT turn peanen, plm. Ara- zenden Chinezen e 700.OOO Papoea's bieren. Van oe Qng«j^od. ongev Vsn - nig bekend. Men spreekt 7iin er ongeveer 350.000 onder bestuur ge bracht van de overigen is nog zeer wei nig bekend. Men spreekt van een aantal van 70 tot 80 talen. Uitbreiding en intensivering van het on derwijs is zeer gewenst en noodzakelijk. Hierbij dient men ér vooral op te letten, dat het onderwijs geen kopie wordt van het Nederlandse systeem, Maleis blijvel voorlopig voertaal, maar het Nederlands moet een betere en bredere plaats krijgen. Het is echter van het grootste belang, dat de jeugdige Papoea's het inzicht wordt bij gebracht, dat de uitoefening van een vak zeker zo belangrijk en nuttig is in de sa menleving als het bekleden van een kan toorfunctie. Het onderwijs aan autochthonen is ge heel toevertrouwd aan zending en missie. Dit wordt door de meerderheid van de parlementaire missie in de gegeven om standigheden juist geacht. De taak van de overheid 's PrlD*e slechts de mogelijkheden te ®=»>eppen^oor de werkzaamheid van missie en op dit terrein en deze werkzaamheid tinan cieel te steunen. malige Nedcrlandsch-Indië. gevaarlijk, zo wel voor de ontwikkeling van de Papoea als ook voor de Indo-Europeaan zelf. De driehoeksverhouding, welke in Ne derlandsch-Indië bestond dient tot elke prijs te worden vermeden. De denkbeelden hieromtrent dient men te ecarteren door een zeer vaste politiek waarbij uiteraard elke discriminatie dient te worden ver meden. De missie heeft de indruk gekregen, dat de bosexploitatie een van de hachelijkste zaken is, waar het gouvernement thans voor staat. Tot nu toe is practisch zonder enige lijn gewerkt; niettemin dient de bos exploitatie met spoed te worden aange pakt, omdat het hout noodzakelijk is voor de opbouw Thans moet in een houtnjK land als Nieuw-Guinea hout wordeni ge- importeerd. Ten einde in de houtbehoefte te voorzien moet men twee wegen inslaan, enerzijds het bevorderen van de coöpera tieve bosbouw en anderzijds het stimuleren van de bedrijfsbosbouw door particulieren. Het zou aanbeveling verdienen, indien aan militairen, die nog op Nieuw-Guinea willen blijven en bijvoorbeeld hun krach ten zouden willen wijden aan het bosbe- Op het terrein van de sociale voorzie ningen op Nieuw-Guinea moet nog heel wat gedaan worden. In de eerste plaats zal het noodzakelijk zijn de woongele- genheden van de arbeiders tot een bevre digende oplossing te brengen. Voorts zal er gestreefd moeten wor den naar verlaging van de prijzen. Over wogen zal dienen te worden, of niet van meet af aan gestreefd zal moeten worden naar vrije geneeskundige verzorging voor iedereen. Te zware belastingdruk Van velerlei zijden werd de missie gewezen op de zware belastingdruk, wel ke om. speciaal de kolonisten belem mert in de ontplooiing van hun bedrij ven. Er schijnen thans echter maat regelen in voorbereiding, ten einde een meer gezonde toestand te scheppen. Wat betreft de volksgezondheid komt de missie tot de volgende conclusies: De gezondheidsdienst ljjkt nog niet opgewassen tegen de taak, Nieuw-Guinea verantwoord te verzorgen. Er zijn ver schillende desiderata t.o.v. de behui zing der ziekenhuizen, de woningen voor de staf en vooral ook voor het lagere personeel, de uitbreiding van het personeel en de regeling der va catures. Herziening van de bestaande wetgeving- teneinde deze te doen passen op de speci fieke toestanden en maatschappelijke be hoeften, is noodzakelijk. Er moet kort ge zegd een eigen Nieuw-Guincse wetgeving worden opgebouwd. Het zal op Nieuw-Guinea voor de ho gere ambtenaren in de naaste toekomst niet mogelijk zijn carrière te maken. Het aantal mensen, dat noodzakelijk is op ieder bestuursgebied, zal immers slechts betrekkelijk gering zijn- De huidige arbeidsvoorwaarden voor ambtenaren zijn op het ogenblik zonder meer slecht te noemen, doch ook indien men deze verbetert, dan nog is het de vraag, of men de gewenste krachten kan aantrekken. Overwogen dient te worden of niet een geheel ander stelsel gevolgd moet worden. Een Nieuw-Guinea's amb tenarenkorps zal noodzakelijk zijn. Bij dit nieuw op te bouwen korps moeten voor lopig ook Nederlandse ambtenaren en an dere vakmensen gedetacheerd worden. De missie werd er op gewezen, dat ook de salariëring van de militairen over het algemeen slecht is te noemen. De algeme ne klacht was, dat de begroting voor de landmacht op Nieuw-Guinea te laag is, zodat verschillende toch zeer noodzake lijke benodigdheden niet kunnen worden aangeschaft. De bewapening is ouderwets en veel soortig. Zwaarder wapentuig is op Nieuw- Guinea niet aanwezig. Ook voor ontspan ning waren er nog vele wensen. Algemeen is de missie van oordeel, dat de defensie van Nieuw-Guinea uitsluitend aan de marine behoort te worden toever trouwd, dus door de vloot, de M.L.D. en het korps mariniers. In een dergelijk gebiedsdeel zou de aan wezigheid van leger en marine beide on gezonde wrjjving en competentie-geschil len kunnen geven, terwijl het bovendien een verdubbeling met zich brengt van al lerlei diensten en derhalve ook voor per soneel en materieel, met de daaruit voort vloeiende financiële consequenties. De missie wil hierbij opmerken, dat op het ogenblik de onderlinge verstandhouding goed is te noemen. Wanneer de defensie in handen van de marine wordt gelegd, dient men op Nieuw-Guinea uiteraard een groot con tingent mariniers te legeren. Daarnaast dient met de oprichting van een Papoea-brigade met aparte status te worden begonnen. De missie is van oor deel, dat de defensie van dit gebiedsdeel voor een belangrijk deel door Papoea's dient te geschieden. Vandaag werd het 100-jarig bestaan gevierd vin het K.N.M.I. te De Bilt op gericht op 31 Januari 1854 bij Koninklijk Besluit van de toen regerende Koning Willem III. Dit besluit was het resultaat van een door Buys Ballot met grote overtuiging en hardnekkigheid bij Thorbeeke ge wekte belangstelling voor een van ctnatswege gevestigd instituut voor de be oefening en de toepassing der meteoro logische wetenschap. Op deze feestelijke herdenkingsbijeen komst werd de gouden B"y H medaille uitgereikt aan dr Gust. 1. Swoboda, algemeen secretaris van d „Organisation Meteorologique Internatio nale" te Lausanne. Deze onderscheiding wordt verleend uit een fonds, ingesteld bij het 40-jarig hoogleraarschap van dr Buys Ballot in 1887. Door Z.K.H. Prins Bernhard werd een herdenkingsrede uitgesproken, terwijl voorts het woord gevoerd werd door o.a. Z.E. Minister Algera, prof. dr W. Bleeker, prof. dr ir A. J. Kluijver, voorzitter van de afd. wis- en natuurkundige weten schappen van de Kon. Ned. Academie, alsmede door prof. dr ir A Vening Mei- nesz voorzitter van het college van cura toren van het K.N.M.I. Op dit eeuwfeest van het K.N.M.I. komen wij later uitvoerig terug. Enkele buitenlandse persbureaux heb ben melding gemaakt wm een schat^ Belgische koninklijke de oorJog m de rumes van het u Ca]ais gebombardeerde havens akt zou zou bevinden. Deze s^at' orzietj Van het zijn geweest in een zak, voo Belgische koninklijke wapen zou op Mei 1940 door een diensthoofd van Belgische posterijen in de kelders va havenstation in veiligheid zijn Sebr De wederopbouw van dit havenstation, waarmee binnenkort een aanvang za worden gemaakt zou, aldus deze benen- ten, deze schat van de Belgische konink lijke familie waarschijnlijk weer aan het licht brengen. Van betrouwbare zijde te Brussel wordt met betrekking tot deze berichten ver klaard, dat er geen enkele koninklijke schat bestaat, die in Frankrijk ver stopt is. Het is echter niet onmogelijk, zo wordt verklaard, dat in de emotievolle dagen van Mei 1940 een zak met documenten van de koninklijke familie hier of daar is ondergebracht en verloren is geraakt. 9? WIJ vonden hem in het gebouw van het Rode Kruis aan de Haagse Prinsessegracht: de comman dant van het plaatselijke Rode Kruiscorps. Maar eigen lijk hadden we hem aan de Statenlaan 81 moeten spre ken: als directeur van het Nationaal Rampenfonds. Maar luit.-gen. P. Alons, de laatste commanderende generaal van de K.N.I.L.- en K.L.-troepen in Indonesië hij heeft alle acties aldaar ook meegemaakt is er waarlijk de man niet naar om zich in formaliteiten te verliezen. Inderdaad: in de ochtenduren verricht hjj zijn taak als Rode Kruis- commandant en in de mid daguren kunt U hem als de werkzaamheden hem niet elders roepen aantreffen in het herenhuis aan de Sta tenlaan, een herenhuis, dat echter van boven tot on der gonst van de werkzaam heden. HET was ongeveer een jaar geleden, dat men aan deze generaal ver zocht de leiding op zich te nemen van het bureau van het Nationaal Kampenfonds. „Directeur" is zijn titel een volkomen belangeloze functie en de generaal ontdekte al heel gauw, dat nij een van de drukste func- ties in Nederland ging bezet ten. Want het Nationaal Rampenfonds had zich tot taak gesteld na de stort- van water, die in de nacht van 31 Januari op 1 ferriTTd Nederland geteis terd had, die andere stort vloed de bijna niet te ge loven milddadigheid niet van Nederland alleen, maar werkelijk van de hele we reld in de juiste banen te leiden. Die tweede stortvloed toen de angst en ontstelte nis over de eerste ramp even waren weggeëbd verbaas de eenieder. „Mij ook", zegt de generaal, „het ivas bijna verbijsterend wat er niet al lemaal binnenkwam. En ik zag als een van mijn eerste taken te zorgen, dat wat er op allerlei wijze binnen kwam: per aangetekende, per chèque, per postwissel, zo maar in de hand gedrukt aan het loket geregis treerd werd, goed verant woord. Onmiddellijk nam ik daartoe maatregelen al les moest gestort worden op een apart gironummer - de Centrale Accountants dienst werd ingeschakeld, we moesten zij het in de meest bescheiden mate enig personeel aantrekken en na enkele dagen begon nen de zaken te lopen". N al spoedig bleek het, hoewel het geld bij hon derduizenden binnen stroomde, er ook geld moest worden uitgegeven. De van haard en hof verdrevenen, die dikwijls in de allermoei lijkste toestand verkeerden, hadden dringend behoefte aan alles. Er werd ook groot scheeps aan goederen gege ven, maar dit alles moest nog worden uitgezocht. „Neen, we moesten er niet te lang over praten", zegt generaal Alons, „we moesten dóen, helpen, onmiddellijk helpen. Dat hebben we dan ook ge daan, maar" en hier kwam de practische aard van deze generaal naar voren „ik dacht: we moeten het kalm aandoen. Het loopt nu wel reusachtig met de giften, maar gaat dat door? En als ik begin uit te geven en voor het Nationaal Rampenfonds verplichtingen op me neem, dan zou ik toch wel graag zien, dat die verplichtingen ook later gehonoreerd kon den worden „Van ambassadeurs en ge zanten kwamen er in die eerste weken na de ramp herhaaldelijk verzoeken om even langs te komen, dan kon ik een chèque in ont vangst nemen, soms met een bedrag dat alléén al een fortuin vertegenwoordigde. En dikwijls met de medede ling: dit is maar een begin, er komt nog véél meer. Maar door de ontzaglijke vrijgevigheid en een ere saluut aan hen, die, onmid dellijk na de ramp, toezegden een bepaald percentage van hun salaris te zullen geven, een jaar lang en dit ook volhielden werden wij in staat gesteld de hele Huis- raadschade te regelen, het geen een bedrag van on geveer 80 millioen zal vorderen, merkwaardigerwijs practisch parallel lopend met onze oorspronkelijke schat ting. En dit heeft reeds een vlot verloop". OOK Prins Bernhard heeft hier zeker veel verga derd? „Prins Bernhard was hier vier maanden lang bijna een dagelijkse bezoeker" zegt ge neraal Alons „en een bezoe ker, van wiens adviezen we een ontzaglijke hulp gehad hebben. Dikwijls kwam Prins Bernhard nog in vlie- gerkleding, zó uit de heli copter op Ypenburg, naar de Statenlaan gereden om dan in de late middaguren en -avond urenlang aan onze beraadslagingen deel te ne men". De stroom is nu zeker wel opgehouden? „Inderdaad, wanneer U met stroom bedoelt een gro te hoeveelheid giften" „Maar", we spraken de gene raal een week geleden, „er is nog geen dag voorbij ge gaan, dat we niet een bedrag binnenkregen en soms waren die bedragen nog werkelijk niet onbeduidend. Bovendien komt er nog een kapitale som los van de actie „Kun stenaars Helpen", welke ex positie op het ogenblik in het Rijksmuseum te Am sterdam loopt en die tot 7 Februari duurt. Honderd duizend loten zijn bijna geplaatst om de dertien honderd kunstwerken, die door de kunstenaars be schikbaar gesteld zijn, aan de man te brengen. Er wa ren nog een 3000 over. Wie dus nog een kans wil heb ben dient er gauw bij te zijn". Hoe reageren de getrof fenen op de hulp? De generaal kijkt eens nadenkend. „De Nederlander is niet bepaald iemand, die direct onmiddellijk spontaan naar de pen grijpt om zijn dankbaarheid te uiten. Maar er zijn toch wel zeer treffen de en soms roerende brieven gekomen van de meest een voudige mensen, maar ook van burgemeesters". Maar dat is bijna een hoofdstukje apart. Generaal Alons heeft meer op zijn programma die dag. We moeten hem verlaten na ons kort bezoek, dat ons ech ter in staat stelde te con stateren, dat er door het Na tionaal Rampenfonds voor treffelijk werk is geleverd in de leniging van een nood, die bijna niet te lenigen scheen en met de zekerheid, dat er onder generaal Alon's leiding door het Rampen fonds een prachtig staaltje van efficiënt werken is ge leverd, waardoor de hulp, die zo dringend nodig was, niet alleen snel, maar ook doeltreffend en vooral ver antwoord kon worden gebo den. Twee grote struikelblokken wa ren ei in onze Historische Kerst prijsvraag, die ondanks de lang niet gemakkelijke opgaven toch bij onze lezerskring, gezien de stortvloed van oplossingen die binnenkwam, werkelijk ingesla gen blijkt te zijn. Want kwamen de inzenders eerst druppelsgewijs met hun ant woorden op de problemen aan, tegen de tijd dat de termijn van inzending sloot, werd de stroom bijna een lawine. En het was werkelijk geen won der dat de prijsvraagredacteur, hoe blij ook met de duizenden reacties, ook wel eens zuchtend keek naar de steeds aangroeiende stapel, die op één bureau niet meer te bergen was, dra al uit inderhaast gerequireerde kasten begon te puilen en tenslotte zelfs over verschillende redactie-ka mers verdeeld moest worden. Maar goed: laat die prijsvraag redacteur ook maar eens zuchten, want hij had heel wat zuchten van wanhoop bij zijn lezers opgewekt. Zoals we zeiden: twee grote struikelblokken waren er bij de vragenreeks. Dat was probleem II, het beeld van Pater Brugman en probleem VII: Waar bevindt zich de gedenksteen? toch ook altijd nog gemeengoed te zijn (probleem IX), maar de „Go din van 2000 kg" (X) bracht weer verwarring in de gelederen. „Praalgraf van Medusa" en „Praalgraf van Kaïdinaal van Rossum" b.v. lagen toch wel wat ver buiten Delft, waar het beeld zich bevindt boven het graf van Prins Willem de Eerste. Het laatste gesprek tussen Filips II en Willem van Oranje (XI) bracht ook bij velen puntenaan- was, hoewel het opmerkelijk was, hoevelen hier de Graaf van Lei- cester naar Engeland zagen ver trekken. Ook de Gebroeders De Witt was voor bijna alle oplossers een „zacht eitje'" (probleem XII), hoe wel men toch dikwijls de punten weer prijsgaf, door het stand beeld in Den Haag te plaatsen in plaats van in Dordrecht. Mossadeq kunnen we stilzwij gend voorbijgaan, we kunnen ons niet herinneren dat ook maar één inzender hier strafpunten opliep (probleem XIII), terwijl probleem XIV, het Vrijheidsmonument op Plein 1813 in Den Haag, niet zo erg veel zorgen heeft gegeven. Echter: de inzender, die het in het Siegenwald zocht als een herinne ring aan de Frans-Duitse oorlog van 1870, had de plank wel glad misgeslagen. Het Verzoekschrift der Edelen (probleem XV), het Turfschip in Breda (probleem XVI) en het Dansen om De Vrijheidsboom in Amsterdam (probleem XVII) ga ven bijna alle inzenders, die het tot dan toe dapper hadden volge houden, gelegenheid een prachtige eindspurt in te zetten. Aan het slot zaten beslist niet de moeilijk heden deze keer. Verbazingwekkend was het hoe- velen onzer lezers een complete score, zonder een enkel verlies- punt, wisten te krijgen. En het aardige is wel, dat de vaderlandse geschiedenis in alle kringen van onze bevolking nog leeft. Want niet alleen vele intellectuelen ho ren bij deze selecte groep, ook anderen die soms niet anders dan lagere school gehad hadden en dat soms vijftig, zestig jaar geleden bleken zóveel interes se voor dit vak overgehouden te hebben, dat ze met een triomfan telijk gebaar een feilloze oplossing op tafel konden deponeren. Na lang wikken en wegen - want de hoofdprijzen moesten aange- i,i wezen worden onder hen, die de origineelste of historisch meest ver Pater Brugman als teken antwoorde oplossing inzonden heeft de jury de hoofdprijs tenslotte van tegenspraak Enige weken geleden hebben we al een tipje opgelicht van de sluier, die het antwoorden-arse- naal toen nog bedekte en reeds toen hadden we ontdekt en U laten weten, dat de talentvolle Franciscaanse spreker ook werd aangezien voor de staf van de pedel van de Nijmeegse universi teit, voor Erasmus, Arminius en zelfs Paus Adrianus VI. We kun nen de collectie thans gevoegelijk uitbreiden met „een dominé", Alexander Hegius, Geert Groote, Savonarola. Luther, Calvijn, Vos- maer, Comenius, H. Willibrordus, Petrus Canisius, Thomas a Kern- pis, Pater Poirters, „preekstoel in de St Jan om zo de voornaamste maar te noemen. Wanneer U het dus mis gehad heeft, kunt U uit deze opsomming opmaken, dat het nog op vele manieren méér mis kon. Laat dit U tot troost zijn. En dan die gedenksteen in Mui den, die daar toch werkelijk aan de openbare school bevestigd is. Hulde voor degenen, die er achter kwamen. Voor de rest zij U weer gezegd, dat er geen plaats rond de hele voormalige Zuiderzee ge legen is, die niet in het stuk voor komt. Diepe bewondering hebben we voor de dappere, die in de auto stapte, en net zo lang rond het IJsseltneer toerde, totdat hij met zijn auto-neus tegen de gedenk steen aanstond. Maar voor die tijd had hij reeds 25 andere plaatsen bezocht Dat Jan van Schaffelaar (pro bleem I) weinig moeilijkheden bood, is wel duidelijk Onze lezers kénnen hun vaderlandse geschie denis, wat dat hoofdstuk betreft, uitstekend. Ook probleem III bood aan velen de mogelijkheid om snel en zeker de vereiste punten te sco ren, hoewel men nogal eens in de war was, wie deze vorstelijke persoon nu precies was (er zijn ook zoveel Willems in onze vader landse geschiedenis). Probleem IV en. V, de vermoor ding van Prins Willem I en de Marteldood van de H.H. Martela ren van Gorcum brachten meestal het maximum punten-aantal, ter wijl van het „palingtrekken' (VI) ook iedereen wel gehoord had. Alleen „ringsteken" is toch wer kelijk iets anders! Probleem VIII, de afstand van Karei V te Brussel, bracht links en rechts puntenverlies. „Colum bus krijgt toestemming om een ontdekkingsreis te maken" was er in ieder geval geografisch vele honderden kilometer.", naast. De woorden van Jan Pieterszoon Coen „Dispereert niet" blijken met algemene stemmen toegekend aan de heer- A. B, Berkhout, Buys Ballotsingel 71b, Schiedam. De tweede prijs ging naar de heer: F. W. Groenendaal, Zuiderstraat 82, te Delft. De derde prijs bleek toe te komen aan: Frater Ireneüs, Sonniusstraat 3, Den Bosch. De namen van de honderd andere deelnemers, die voor een prijs in aanmerking kwamen, vindt U hieronder apart vermeld. - j - ,-Anr him cnmc 'Tenslotte: vre danken al de inzenders voor hun soms Prachtig ver zorgde inzendingen. We hebben diepe bewondering voor allen, die de top-score wisten te bereiken en niet minder voor hen, dl t luR h7ai ,.Qrfnrmfipn was in de meeste De reformatie als waarschuwing AT GELOVIGE PROTESTANTEN een druk gc- Dbruik maken van de Bijbel, is ons bekend. Op school worden zij veel uitgebreider en nauw keuriger in de Bijbel, Oud en Nieuw Testament, onder richt dan wij katholieken. Thuis heeft men de zogc- aan wij,*.* i ujt eike dag een fragment wordt gckzen.ln de'kerk staat de Bijbel in het mid- d VPo"ge„s Luther en Calvijn eni h«i M op de dag: van vandaag:, bevat de B jI Ruiten d i g e openbaring van God aan de me vjnden flaa'rom' lceTt^hct 'prtd'^stantisme^'dan ook, dat de H. gisch verschijnsel, dat wij katholieken daarna veel te Schrift het laatste en hoogste gezag is in aangelegen- veel de Bijbel maar Bijbel hebben gelaten, het aan de heden van het geloof. Wat wij als christenen geloven, protestanten overlatend er een gelovig gebruik van aldus de hervormers, wordt uitsluitend door dc n- Schrift uitgemaakt. allen te onderrichten, met de belofte dat Hijzelf met die mensen zou zijn tot het einde der tijden. Het is een tragisch ogenblik geweest in de geschie denis der christenheid, toen men de Bijbel losrukte uit haar zinvol verband. En het is eveneens een tra- De regering van Guatemala heeft de president van de nabuurstaat Nicaragua ervan beschuldigd betrokken te zijn bij een complot' om Guatemala binnen te trekken en de regering omver te werpen In een door het bureau van president Jacobo Arbenz-Guzman uitgegeven wit boek wordt gezegd, dat president Anasta- sia Sommza van Nicaragua twee verban nen Guatemalaanse pontic) gesteund heeft bij een samenzwering om Guatemala van de kust en van de nabuurianden uit bin nen te vallen. Het witboek bevat foto- copieën, waaruit zou blijken, dat de zoon van de president van Nicaragua had voor gesteld, dat de „samenzweerders mili taire uitrusting waaronder Britse Vam- pire-straaljagers, zouden kopen van Hamburgse firma. Voor een protestant komt de kerk dus op de tweede plaats. De kerk staat, evenals de dominee, in dienst van de Bijbel. De kerk moet aan de Bijbel gehoor zamen en volstrekt onderworpen zijn. HET VERSCHIL met de katholieke geloofs overtuiging is vooral hierin gelegen: de ka tholiek beroept zich allereerst op de Kerk van Christus en gaat daar, bij die Kerk, de open baring en de boodschap van God zoeken. In die Kerk, aldus de katholieke leer, is de H. Geest AAN HET EINDE van deze kleine reeks beschou wingen over het protestantisme doen we er wel licht goed aan te bedenken, dat dit protestan tisme niet „alleen maar" een dwaling is. Het is waar, dat naar onze diepste overtuiging de Reformatie een dikwijls eenzijdige en onvolledige voorstelling van het christendom geeft. Het is ook waar, dat in het protestantisme, dat de Bijbel isoleert en als enig uit gangspunt neemt, het practische gevaar ligt opgeslo ten van versplinteringen, secten en afscheidingen. De geschiedenis heeft bewezen, hoe reëel dat gevaar is. Intussen leeft er in die bonte wereld van het pro testantisme ook veel waarachtige christelijke geloofs- aanwezig en ^rkzaamjJlJdtto in leer en leven en deze Kerk komt tot ons met haar onfeil- De extreme groepen, die zijn vervallen tot onge- baar leergezag, puttend uit Bijbel en Overlevering. zonde opvattingen en practijken, aan de hand van uit Vraag een katholiek: „Waarom geloof je dat? hun verband gerukte en willekeurig geïnterpreteerde En hii zal moeten antwoorden: „Omdat de Kerk bijbelteksten, worden ook door het weldenkend deel van Christus het leert". Stel een protestant dezelf- der protestanten niet wp ,n de vraag, en hij zal moeten antwoorden: „Omdat het door de Bijbel wordt geleera. Waarom stelt de katholiek dan zon onbeperkt vertrouwen in het gezag van de Kerk. O at Christus deze Kerk heeft aangewezen om Zijn werk op aarde voort te zetten en aan mensen niet aan boeken de opdracht heeft gegeven ernstig genomen. Wat we In voorgaande artikeltjes hebben beschreven als ken merkend voor de protestantse leer, is met name en vooral van toepassing op het zgn. orthodoxe protes tantisme, zoals dat in ons land voornamelijk wordt beleden in de Nederlands Hervormde en de Gerefor meerde Kerken. Dit orthodox protestantisme heeft in elk geval een duidelijke stellingneming: geloof in de volstrekte zon digheid van de mens en het uitsluitend heil door het geloof in de Godmens Jezus Christus, die door het Evangelie tot ons spreekt. Dat is de hoofdgedachte geweest van de eerste hervormers en aan deze hoofd gedachte willen de orthodox protestanten trouw blijven. IN DIE HOOFDGEDACHTE kunnen wü een heel eind met hen meegaan. Wij betreu-en het uiter aard dat zü uit deze gedachte eenzijdige conclusies trekken en dat zij er een scheiding en versplintering in de éne christenheid mee hebben gemotiveerd Maar we mogen niet ontkennen dat in orthodox-protestantse kringen soms op bepaalde christelijke waarden, die van wezenlijk belang zijn, méér nadruk wordt gelegd dan in de praktijk van een deel der katholieke gelo vigen. Het belang van een persoonlijk en bewust be leefd geloof in Christus, van persoonlijke aandacht voor de Bijbel, van deemoedig persoonlijk gebed, van inwendige devotie (waardevoller dan een veelheid van louter uitwendige devoties), van een eerlijk schuld bewustzijn tegenover God: dat alles en oog meer leeft heel sterk in het orthodox protestantisme Het is daar een voortdurend getuigenis, waardoor ieder die met dit protestantisme en z'n oprechte aanhangers in aan raking komt, wordt gewaarschuwd, dat nien deze waarden als allerwezenlijkst en van beslissende bete kenis moet beschouwen. Natuurlijk leven deze waarden óók, en zelfs voller en harmonischer, in de katholieke Kerk. Maar het kan geen kwaad, dat we er tevens herhaaldelijk aan herinnerd worden door ernstige mensen uit onze on middellijke omgeving, die in de praktijk van hun dagelijks leven er soms duidelijker getuigenis van afleggen dan wij. Misschien ligt hier voor de goddelijke Voorzienigheid een reden om het ernstige kwaad van een reeds eeuwen lang verdeelde christenheid toe te laten. Uit het kwade moet het goede te voorschijn komen. De Reformatie is niet enkel een menselijk probleem, maar ook een mysterie, waarvan het „waarom ligt ver borgen in de ondoorgrondelijke diepten van een goddelijke wijsheid. S. JELSMA M.S.C. er een entteie Keer naast gieken. en over de inrendind.rKunnen niet corresponderen. Hoe graag we dat ook zouden willen doen, het zou ons eenvoudig te ver voeren. Zuster Alix, Robert Fruinstr. 35, Rotterdam. C Alkemade, Goudsesingel 19b, Rotterdam. P. Greg. Ammerlaan, Carmelklooster, Zenderen -.Overijssel). F. M. Banens, Hoog Kanje 3, Zeist. Joh. v. Berkel, Hoefbladlaan 9, Den Haag. Zuster Bernardi, Antoniuslaan 92, Blerick. H. Biermans, Schietbaanlaan 48, Rotterdam. F. H. Burgers, Carel v. Nieveltstraat 6b, Rotterdam. H. Burgers, Kral. Plaslaan 180, Rotterdam. Broeder Chrysostomus, Dr Jan Ingenhouszplein 2, Breda. Kap. N. A. Commandeur, Veurstraat 1, Rotterdam L. Corsten, Kamperfoelielaan 14, Wageningen. G. A. Daniels, Rusthoekstraat 54, Schevenmgen. H. A. A. Degen, Van Aerssenstraat 158, Den Haag. k! J. Derks, Berg en Dalseweg 81, Nijmegen. A. F. Disch, Heerenstraat 6, Utrecht. Broeder Dositheus, Warande 155, Schiedam. C. W. A. Dubois, Weissenbruchstraat 151, Den Haag. J. M. Dijsselbloem pr., Mathenesserlaan 305, Rotterdam, Mevr. M. v. d. Elshout—Eys, De Savornin Lohmanlaan 6o, Rotterdam. Mevr. M. EykenboomScholte, Breitnerstraat 29a, Rotterdam. Jos. Flagge, Zeelsterstraat 49, Eindhoven. C. Geraets—Schlick, Parkweg 215, Voorburg. J. B. v. Gessel, Ophoviuslaan 28, Den Bosch. P. Goudhoofd, Tollensstraat 40b, Rotterdam. C. Graaf, Pijnackerstraat 9, Amsterdam. Mej. A. Groenendaal p/a Valkenboslaan 301, Den Haag. Jos. Groenendaal, Beeklaan 147, Den„*la£^\ J. F. Th. v. Hal, Nieuwe Binnenweg -06, Rotterdam. G. Hanse, Insulindestraat 216b, Rotterdam Mevr. E. HarlemanSteenbergen, P. C. Hooftplein 7, Rotterdam J. H. Harleman, P. C. Hooftplein 7, Rotterdam. L. Haverink, Pontanuslaan 61, Arnhem. G. J. Hendriks, Sint Annastraat 58, Nijmegen. G. Hoekstra, Statenweg 75c, Rotterdam. W. v. 't Hooft, Huize „Joseph" E 124, Hintham. Maria Jebo, Rijksstraatweg 37, Ubbergen. A. de Jongh, St. Ignatiusstraat 37, Breda. J. C. Joosten, v. Bijlandtstraat 106, Den Haag. P. J. A. Juffermans pr., Mathenesserdijk 113, Rotterdam. Mej. T. Jungerhans, Heemraadssingel 295, Rotterdam. R. v. Kempen, Sint Martinusstraat 1, BreustEysden (Limburg). C. v" d. Kerkhof, Straatweg 172b, Hillegersberg. J. Kiggen, Bilderdijkplein 31, Voorburg. Mevr. C. KnüppeSluis, Heemraadssingel 295, Rotterdam. Fr. Koch, arts te Geldrop. Mej. Emma Koevoets, Burg. Geillstraat 34, Terneuzen. P. C. A. de Kok, Balistraat 111, Den Haag S. Kooke, Multatulistraat 28, Rotterdam. E. Koot—Siemens, KI. Houtweg 125, Haarlem. Riny de Kort, Korhaanstraat 135a, Rotterdam. A. J. ten Kroode, Kometensingel 179, Amsterdam. A. M. Kwanten, Schiedamsesingel 227 Rotterdam. C. J. M. Leyten, Markt 23, Etten (Noord-Brabant). P. Lommerse, Weeresteinstraat 23, Hillegom. Zuster Marie-Louise, R. K. Meisjesschool, Pieter Langendijkstr. Den Haag. Jan Matheeuwsen, Spoordonk B 30a, Oirschot (Noord-Brabant). Jan van Mechelen, Bolwerk Noord 65, Bergen op Zoom. H. v. Meel, Speelmanstraat 31c, Rotterdam. F. v. d. Meerendonk, De Savornin Lohmanlaan 103a, Rotterdam. H. Meeusen, Mathenesserlaan 447b, Rotterdam. Mr A. Middelhoff, Diepenbrockstraat 21, Amsterdam. H. Middelhoff, Diepenbrockstraat 21, Amsterdam. J. Middelhoff, Pasteurstraat 15, Amsterdam. J. van Mierlo, Nieuwe Langendijk 23, Delft. Mej. E. Muller, Kon. Julianalaan 41, Voorburg. J. van Osch, Joh. Seb. Bachstraat 2, Utrecht. F. J. Padt, Bachmanstraat 45, Den Haag. Broeder Paschalis, Warande 155, Schiedam. C. Peeters, St. Joannes de Deo, Westeinde 132, Den Haag Edward Peeters, Copernicusstraat 406, Den Haag. L. Raymakers, burgemeester, Grave. B. van Rossum, Nieuwe Kerkstraat 52, Vlaardingen. H. van Rul, Straatweg 172, Hillegersberg. - Broeder Sabinus, Warande 155, Schiedam. J. Schaaf, Bosboomlaan 8, Schiedam. J. Schils, Nispensestraat 125, Roosendaal. Mr H. Schürmann, De Carpentierstraat 143, Den Haag. F. Spieksma, Frederiklaan 2, Rijswijk. Th. Staverman, Geraniumstraat 39, Almelo. A. Stolk, Valkenboslaan 88, Den Haag. B. Stoopman, Sint Annastraat 174, Nijmegen. A. Streevelaar, Engelsestraat 141b, Rotterdam, i. Past. Th. Taman, Veurstraat 1, Rotterdam. 9 A. M. Hi v. Term, Bergweg 17, Maastricht. B. Tunderman, Burg. Meineszlaan 16b, Rotterdam. A. v. d. Vegt, Tramstraat 20, Dongen (Noord-Brabant). Mej. M. Verham, Banierstraat 75a, Rotterdam. Broeder Vitus, Karrestraat 16, Breda. A. v. Vlijmen, Oost Sidelinge 53b, Rotterdam. J. M. Vollebregt, Walenburgerweg 120, Rotterdam. A. v. Voorst tot Voorst, Benoordenhout 227, Dér. Haag. W. de Voort, Kerklaan 240, Rijswijk. W. de Vries, Koekoeklaan 12, Eindhoven. H. Walenkamp, arts te Warmond. C. van Weerelt, Honingerdijk 41a, Rotterdam. A. J. Wensveen, v. d. Madestraat 25, Delft. H. v. Woerden, Rhijngeesterstraatweg 38, Oegstgeest. J. van Wijngaarden, Zwart janstraat 110, Rotterdam L. Zeef, Volmarijnstraat 128a, Rotterdam.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 5