Nieuw-Guinea heeft eigen
wetgeving
Verdediging uitsluitend
Marine-eenheden
nodig
door
UITSLAG HISTORISCHE
KERST-PRIJSVRAAG
Het was VERBIJSTEREND"
it
Stortvloed van milddadigheid
Eeuwviering van
liet K.N.M.I.
E
<§od en Zn n wereld
Hoofdprijs viel in Schiedam
zegt de directeur van het Nationaal Rampenfonds
Geruchten over „schat
van
Belgische konink
lijke familie
Midden-Amerikaanse
burenruzie
De hoofdprijzen zijn gewonnen door:
Honderd andere prijzen gaan naar:
•J
ZATERDAG 30 JANUARI 1954
PAGINA 5
Mijnbouw
Sociale voorzieningen
Indische Nederlanders
Met kracht dient er naar te worden ge
streefd, aldus de missie in haar conclusies,
dat de verschillende bevolkingsgroepen in
harmonie met elkaar gaan leven. Thans
is dit nog te weinig het geval. De Indo-
Europese groep is agressief en militant,
hetgeen voortdurend spanningen moet op
leveren. Met name zijn de wensen van
het Nieuw-Guinea Verbond, welke in de
richting gaan van een maatschappelyke
structuur, gelijkend op die in het voor
Bosexploitatie zeer hachelijke
zaak
Ambtelijke carrière niet aan
lokkelijk
Papoeabrigade gewenst
Buys Ballot-medaille voor
dr Swoboda
Tegenspraak uit Brussel
President van Guatemala
beschuldigt collega van
De korte, gedrongen
figuur waaraan alles
de militair verraadt
staat op als we bij hem
binnentreden. „Eigen
lijk heb ik het nu, bui
ten de dienst, drukker
dan ooit, wanneer ik
thuis kom, kan ik wer
kelijk nooit zeggen".
Tweede stortvloed
Wel, daarin is men
voortreffeijk geslaagd.
Eind December 1953
had men het sprookjes
achtige bedrag van ruim
133 millioen binnen
(aan binnenlandse gif
ten ruim 93 millioen,
buitenlandse ruim 39
millioen).
„Kom even langs
Gesprek met luit.
generaal P. Alons
Treffende reacties
Nicaragua
Als een vaststaand feit wordt in Nieuw-Guinea algemeen aangenomen,
dit de Nederlandse souvereiniteit over dit gebiedsdeel geliandliaa za blij
ven Dit heeft de parlementaire missie naar Nieuw-Guinea geconstateerd
tiidens baar van 13 Augustus tot 5 September durende reis door dit Over-
z,Ue rijksdeel. Haar bevindingen legde zij neer in een verslag van onge-
veer 90 kolommen druks, waaraan een groot aantal bijlagen is gevoegd van
in totaal ruim 80 kolom druks. Uit al deze kolommen blijkt, dat de missie
zich uitvoerig heeft laten voorlichten. Tientallen suggesties worden gedaan
om verbetering in vaak onhoudbare toestanden te brengen, zoals op hel
gebied van de volkshuisvesting, gezondheidszorg, boswezen, onderwijs, be
lastingen enz.
heer aldaar, werd toegestaan, dat zij
hun vrije overtocht gedurende drie jaar
behouden. Van weerszijden zou dan na
gegaan kunnen worden, of het bevalt. Dit
zou wellicht een belangrijk hulpmiddel
kunnen zijn het grote personeelsge
brek enigszins op te lossen.
Over de mijnbouwkundige mogelijk
heden is nog betrekkelijk weinig be
kend. Behalve de olie van West-Nieuw-
Guinea is de economische betekenis van
de mijnbouw betrekkelijk klein. Aanwe
zig zijn goud, steen- en bruinkool, nikkel,
cobalt, chroom en ijzer en fosfaat- en
kalkgesteente. Of economische exploita
tie mogelijk is, is thans nog niet te zeg
gen. Van belang blijft, dat exploratie
krachtig ter hand wordt genomen of
bevorderd.
De bevolkingsgroepen op
telen volgens de opgaven vian Euro-
plm. 700.000 Papoea's, plm.12.lOT turn
peanen, plm. Ara-
zenden Chinezen e 700.OOO Papoea's
bieren. Van oe Qng«j^od.
ongev
Vsn -
nig bekend. Men spreekt
7iin er ongeveer 350.000 onder bestuur ge
bracht van de overigen is nog zeer wei
nig bekend. Men spreekt van een aantal
van 70 tot 80 talen.
Uitbreiding en intensivering van het on
derwijs is zeer gewenst en noodzakelijk.
Hierbij dient men ér vooral op te letten,
dat het onderwijs geen kopie wordt van
het Nederlandse systeem, Maleis blijvel
voorlopig voertaal, maar het Nederlands
moet een betere en bredere plaats krijgen.
Het is echter van het grootste belang, dat
de jeugdige Papoea's het inzicht wordt bij
gebracht, dat de uitoefening van een vak
zeker zo belangrijk en nuttig is in de sa
menleving als het bekleden van een kan
toorfunctie.
Het onderwijs aan autochthonen is ge
heel toevertrouwd aan zending en missie.
Dit wordt door de meerderheid van de
parlementaire missie in de gegeven om
standigheden juist geacht.
De taak van de overheid 's PrlD*e
slechts de mogelijkheden te ®=»>eppen^oor
de werkzaamheid van missie en
op dit terrein en deze werkzaamheid tinan
cieel te steunen.
malige Nedcrlandsch-Indië. gevaarlijk, zo
wel voor de ontwikkeling van de Papoea
als ook voor de Indo-Europeaan zelf.
De driehoeksverhouding, welke in Ne
derlandsch-Indië bestond dient tot elke
prijs te worden vermeden. De denkbeelden
hieromtrent dient men te ecarteren door
een zeer vaste politiek waarbij uiteraard
elke discriminatie dient te worden ver
meden.
De missie heeft de indruk gekregen, dat
de bosexploitatie een van de hachelijkste
zaken is, waar het gouvernement thans
voor staat. Tot nu toe is practisch zonder
enige lijn gewerkt; niettemin dient de bos
exploitatie met spoed te worden aange
pakt, omdat het hout noodzakelijk is voor
de opbouw Thans moet in een houtnjK
land als Nieuw-Guinea hout wordeni ge-
importeerd. Ten einde in de houtbehoefte
te voorzien moet men twee wegen inslaan,
enerzijds het bevorderen van de coöpera
tieve bosbouw en anderzijds het stimuleren
van de bedrijfsbosbouw door particulieren.
Het zou aanbeveling verdienen, indien
aan militairen, die nog op Nieuw-Guinea
willen blijven en bijvoorbeeld hun krach
ten zouden willen wijden aan het bosbe-
Op het terrein van de sociale voorzie
ningen op Nieuw-Guinea moet nog heel
wat gedaan worden. In de eerste plaats
zal het noodzakelijk zijn de woongele-
genheden van de arbeiders tot een bevre
digende oplossing te brengen.
Voorts zal er gestreefd moeten wor
den naar verlaging van de prijzen. Over
wogen zal dienen te worden, of niet van
meet af aan gestreefd zal moeten worden
naar vrije geneeskundige verzorging voor
iedereen.
Te zware belastingdruk
Van velerlei zijden werd de missie
gewezen op de zware belastingdruk, wel
ke om. speciaal de kolonisten belem
mert in de ontplooiing van hun bedrij
ven. Er schijnen thans echter maat
regelen in voorbereiding, ten einde een
meer gezonde toestand te scheppen.
Wat betreft de volksgezondheid komt
de missie tot de volgende conclusies:
De gezondheidsdienst ljjkt nog niet
opgewassen tegen de taak, Nieuw-Guinea
verantwoord te verzorgen. Er zijn ver
schillende desiderata t.o.v. de behui
zing der ziekenhuizen, de woningen
voor de staf en vooral ook voor het
lagere personeel, de uitbreiding van
het personeel en de regeling der va
catures.
Herziening van de bestaande wetgeving-
teneinde deze te doen passen op de speci
fieke toestanden en maatschappelijke be
hoeften, is noodzakelijk. Er moet kort ge
zegd een eigen Nieuw-Guincse wetgeving
worden opgebouwd.
Het zal op Nieuw-Guinea voor de ho
gere ambtenaren in de naaste toekomst
niet mogelijk zijn carrière te maken. Het
aantal mensen, dat noodzakelijk is op
ieder bestuursgebied, zal immers slechts
betrekkelijk gering zijn-
De huidige arbeidsvoorwaarden voor
ambtenaren zijn op het ogenblik zonder
meer slecht te noemen, doch ook indien
men deze verbetert, dan nog is het de
vraag, of men de gewenste krachten kan
aantrekken. Overwogen dient te worden
of niet een geheel ander stelsel gevolgd
moet worden. Een Nieuw-Guinea's amb
tenarenkorps zal noodzakelijk zijn. Bij dit
nieuw op te bouwen korps moeten voor
lopig ook Nederlandse ambtenaren en an
dere vakmensen gedetacheerd worden.
De missie werd er op gewezen, dat ook
de salariëring van de militairen over het
algemeen slecht is te noemen. De algeme
ne klacht was, dat de begroting voor de
landmacht op Nieuw-Guinea te laag is,
zodat verschillende toch zeer noodzake
lijke benodigdheden niet kunnen worden
aangeschaft.
De bewapening is ouderwets en veel
soortig. Zwaarder wapentuig is op Nieuw-
Guinea niet aanwezig. Ook voor ontspan
ning waren er nog vele wensen.
Algemeen is de missie van oordeel, dat
de defensie van Nieuw-Guinea uitsluitend
aan de marine behoort te worden toever
trouwd, dus door de vloot, de M.L.D. en
het korps mariniers.
In een dergelijk gebiedsdeel zou de aan
wezigheid van leger en marine beide on
gezonde wrjjving en competentie-geschil
len kunnen geven, terwijl het bovendien
een verdubbeling met zich brengt van al
lerlei diensten en derhalve ook voor per
soneel en materieel, met de daaruit voort
vloeiende financiële consequenties. De
missie wil hierbij opmerken, dat op het
ogenblik de onderlinge verstandhouding
goed is te noemen.
Wanneer de defensie in handen van de
marine wordt gelegd, dient men op
Nieuw-Guinea uiteraard een groot con
tingent mariniers te legeren.
Daarnaast dient met de oprichting van
een Papoea-brigade met aparte status te
worden begonnen. De missie is van oor
deel, dat de defensie van dit gebiedsdeel
voor een belangrijk deel door Papoea's
dient te geschieden.
Vandaag werd het 100-jarig bestaan
gevierd vin het K.N.M.I. te De Bilt op
gericht op 31 Januari 1854 bij Koninklijk
Besluit van de toen regerende Koning
Willem III.
Dit besluit was het resultaat van een
door Buys Ballot met grote overtuiging
en hardnekkigheid bij Thorbeeke ge
wekte belangstelling voor een van
ctnatswege gevestigd instituut voor de be
oefening en de toepassing der meteoro
logische wetenschap.
Op deze feestelijke herdenkingsbijeen
komst werd de gouden B"y H
medaille uitgereikt aan dr Gust. 1.
Swoboda, algemeen secretaris van d
„Organisation Meteorologique Internatio
nale" te Lausanne. Deze onderscheiding
wordt verleend uit een fonds, ingesteld
bij het 40-jarig hoogleraarschap van dr
Buys Ballot in 1887.
Door Z.K.H. Prins Bernhard werd een
herdenkingsrede uitgesproken, terwijl
voorts het woord gevoerd werd door o.a.
Z.E. Minister Algera, prof. dr W. Bleeker,
prof. dr ir A. J. Kluijver, voorzitter van
de afd. wis- en natuurkundige weten
schappen van de Kon. Ned. Academie,
alsmede door prof. dr ir A Vening Mei-
nesz voorzitter van het college van cura
toren van het K.N.M.I.
Op dit eeuwfeest van het K.N.M.I.
komen wij later uitvoerig terug.
Enkele buitenlandse persbureaux heb
ben melding gemaakt wm een schat^
Belgische koninklijke de oorJog
m de rumes van het u Ca]ais
gebombardeerde havens akt zou
zou bevinden. Deze s^at' orzietj Van het
zijn geweest in een zak, voo
Belgische koninklijke wapen zou op
Mei 1940 door een diensthoofd van
Belgische posterijen in de kelders va
havenstation in veiligheid zijn Sebr
De wederopbouw van dit havenstation,
waarmee binnenkort een aanvang za
worden gemaakt zou, aldus deze benen-
ten, deze schat van de Belgische konink
lijke familie waarschijnlijk weer aan het
licht brengen.
Van betrouwbare zijde te Brussel wordt
met betrekking tot deze berichten ver
klaard, dat er geen enkele koninklijke
schat bestaat, die in Frankrijk ver
stopt is.
Het is echter niet onmogelijk, zo wordt
verklaard, dat in de emotievolle dagen
van Mei 1940 een zak met documenten
van de koninklijke familie hier of daar
is ondergebracht en verloren is geraakt.
9?
WIJ vonden hem in het
gebouw van het Rode
Kruis aan de Haagse
Prinsessegracht: de comman
dant van het plaatselijke
Rode Kruiscorps. Maar eigen
lijk hadden we hem aan de
Statenlaan 81 moeten spre
ken: als directeur van het
Nationaal Rampenfonds.
Maar luit.-gen. P. Alons,
de laatste commanderende
generaal van de K.N.I.L.- en
K.L.-troepen in Indonesië
hij heeft alle acties aldaar
ook meegemaakt is er
waarlijk de man niet naar
om zich in formaliteiten te
verliezen. Inderdaad: in de
ochtenduren verricht hjj
zijn taak als Rode Kruis-
commandant en in de mid
daguren kunt U hem als
de werkzaamheden hem niet
elders roepen aantreffen
in het herenhuis aan de Sta
tenlaan, een herenhuis, dat
echter van boven tot on
der gonst van de werkzaam
heden.
HET was ongeveer een
jaar geleden, dat men
aan deze generaal ver
zocht de leiding op zich te
nemen van het bureau van
het Nationaal Kampenfonds.
„Directeur" is zijn titel
een volkomen belangeloze
functie en de generaal
ontdekte al heel gauw, dat
nij een van de drukste func-
ties in Nederland ging bezet
ten. Want het Nationaal
Rampenfonds had zich tot
taak gesteld na de stort-
van water, die in de
nacht van 31 Januari op 1
ferriTTd Nederland geteis
terd had, die andere stort
vloed de bijna niet te ge
loven milddadigheid niet
van Nederland alleen, maar
werkelijk van de hele we
reld in de juiste banen te
leiden.
Die tweede stortvloed
toen de angst en ontstelte
nis over de eerste ramp even
waren weggeëbd verbaas
de eenieder. „Mij ook", zegt
de generaal, „het ivas bijna
verbijsterend wat er niet al
lemaal binnenkwam. En ik
zag als een van mijn eerste
taken te zorgen, dat wat
er op allerlei wijze binnen
kwam: per aangetekende,
per chèque, per postwissel,
zo maar in de hand gedrukt
aan het loket geregis
treerd werd, goed verant
woord. Onmiddellijk nam ik
daartoe maatregelen al
les moest gestort worden
op een apart gironummer -
de Centrale Accountants
dienst werd ingeschakeld,
we moesten zij het in de
meest bescheiden mate
enig personeel aantrekken
en na enkele dagen begon
nen de zaken te lopen".
N al spoedig bleek het,
hoewel het geld bij hon
derduizenden binnen
stroomde, er ook geld moest
worden uitgegeven. De van
haard en hof verdrevenen,
die dikwijls in de allermoei
lijkste toestand verkeerden,
hadden dringend behoefte
aan alles. Er werd ook groot
scheeps aan goederen gege
ven, maar dit alles moest nog
worden uitgezocht. „Neen,
we moesten er niet te lang
over praten", zegt generaal
Alons, „we moesten dóen,
helpen, onmiddellijk helpen.
Dat hebben we dan ook ge
daan, maar" en hier kwam
de practische aard van deze
generaal naar voren „ik
dacht: we moeten het kalm
aandoen. Het loopt nu wel
reusachtig met de giften,
maar gaat dat door? En als
ik begin uit te geven en voor
het Nationaal Rampenfonds
verplichtingen op me neem,
dan zou ik toch wel graag
zien, dat die verplichtingen
ook later gehonoreerd kon
den worden
„Van ambassadeurs en ge
zanten kwamen er in die
eerste weken na de ramp
herhaaldelijk verzoeken om
even langs te komen, dan
kon ik een chèque in ont
vangst nemen, soms met een
bedrag dat alléén al een
fortuin vertegenwoordigde.
En dikwijls met de medede
ling: dit is maar een begin,
er komt nog véél meer.
Maar door de ontzaglijke
vrijgevigheid en een ere
saluut aan hen, die, onmid
dellijk na de ramp, toezegden
een bepaald percentage van
hun salaris te zullen geven,
een jaar lang en dit ook
volhielden werden wij in
staat gesteld de hele Huis-
raadschade te regelen, het
geen een bedrag van on
geveer 80 millioen zal
vorderen, merkwaardigerwijs
practisch parallel lopend met
onze oorspronkelijke schat
ting. En dit heeft reeds een
vlot verloop".
OOK Prins Bernhard heeft
hier zeker veel verga
derd?
„Prins Bernhard was hier
vier maanden lang bijna een
dagelijkse bezoeker" zegt ge
neraal Alons „en een bezoe
ker, van wiens adviezen we
een ontzaglijke hulp gehad
hebben. Dikwijls kwam
Prins Bernhard nog in vlie-
gerkleding, zó uit de heli
copter op Ypenburg, naar de
Statenlaan gereden om dan
in de late middaguren en
-avond urenlang aan onze
beraadslagingen deel te ne
men".
De stroom is nu zeker wel
opgehouden?
„Inderdaad, wanneer U
met stroom bedoelt een gro
te hoeveelheid giften"
„Maar", we spraken de gene
raal een week geleden, „er
is nog geen dag voorbij ge
gaan, dat we niet een bedrag
binnenkregen en soms waren
die bedragen nog werkelijk
niet onbeduidend. Bovendien
komt er nog een kapitale
som los van de actie „Kun
stenaars Helpen", welke ex
positie op het ogenblik in
het Rijksmuseum te Am
sterdam loopt en die tot 7
Februari duurt. Honderd
duizend loten zijn bijna
geplaatst om de dertien
honderd kunstwerken, die
door de kunstenaars be
schikbaar gesteld zijn, aan
de man te brengen. Er wa
ren nog een 3000 over. Wie
dus nog een kans wil heb
ben dient er gauw bij te
zijn".
Hoe reageren de getrof
fenen op de hulp?
De generaal kijkt eens
nadenkend. „De Nederlander
is niet bepaald iemand, die
direct onmiddellijk spontaan
naar de pen grijpt om zijn
dankbaarheid te uiten. Maar
er zijn toch wel zeer treffen
de en soms roerende brieven
gekomen van de meest een
voudige mensen, maar ook
van burgemeesters".
Maar dat is bijna een
hoofdstukje apart.
Generaal Alons heeft meer
op zijn programma die dag.
We moeten hem verlaten na
ons kort bezoek, dat ons ech
ter in staat stelde te con
stateren, dat er door het Na
tionaal Rampenfonds voor
treffelijk werk is geleverd
in de leniging van een nood,
die bijna niet te lenigen
scheen en met de zekerheid,
dat er onder generaal Alon's
leiding door het Rampen
fonds een prachtig staaltje
van efficiënt werken is ge
leverd, waardoor de hulp,
die zo dringend nodig was,
niet alleen snel, maar ook
doeltreffend en vooral ver
antwoord kon worden gebo
den.
Twee grote struikelblokken wa
ren ei in onze Historische Kerst
prijsvraag, die ondanks de lang
niet gemakkelijke opgaven toch
bij onze lezerskring, gezien de
stortvloed van oplossingen die
binnenkwam, werkelijk ingesla
gen blijkt te zijn.
Want kwamen de inzenders
eerst druppelsgewijs met hun ant
woorden op de problemen aan,
tegen de tijd dat de termijn van
inzending sloot, werd de stroom
bijna een lawine.
En het was werkelijk geen won
der dat de prijsvraagredacteur,
hoe blij ook met de duizenden
reacties, ook wel eens zuchtend
keek naar de steeds aangroeiende
stapel, die op één bureau niet
meer te bergen was, dra al uit
inderhaast gerequireerde kasten
begon te puilen en tenslotte zelfs
over verschillende redactie-ka
mers verdeeld moest worden.
Maar goed: laat die prijsvraag
redacteur ook maar eens zuchten,
want hij had heel wat zuchten van
wanhoop bij zijn lezers opgewekt.
Zoals we zeiden: twee grote
struikelblokken waren er bij de
vragenreeks. Dat was probleem
II, het beeld van Pater Brugman
en probleem VII: Waar bevindt
zich de gedenksteen?
toch ook altijd nog gemeengoed te
zijn (probleem IX), maar de „Go
din van 2000 kg" (X) bracht weer
verwarring in de gelederen.
„Praalgraf van Medusa" en
„Praalgraf van Kaïdinaal van
Rossum" b.v. lagen toch wel wat
ver buiten Delft, waar het beeld
zich bevindt boven het graf van
Prins Willem de Eerste.
Het laatste gesprek tussen Filips
II en Willem van Oranje (XI)
bracht ook bij velen puntenaan-
was, hoewel het opmerkelijk was,
hoevelen hier de Graaf van Lei-
cester naar Engeland zagen ver
trekken.
Ook de Gebroeders De Witt was
voor bijna alle oplossers een
„zacht eitje'" (probleem XII), hoe
wel men toch dikwijls de punten
weer prijsgaf, door het stand
beeld in Den Haag te plaatsen in
plaats van in Dordrecht.
Mossadeq kunnen we stilzwij
gend voorbijgaan, we kunnen ons
niet herinneren dat ook maar één
inzender hier strafpunten opliep
(probleem XIII), terwijl probleem
XIV, het Vrijheidsmonument op
Plein 1813 in Den Haag, niet zo
erg veel zorgen heeft gegeven.
Echter: de inzender, die het in het
Siegenwald zocht als een herinne
ring aan de Frans-Duitse oorlog
van 1870, had de plank wel glad
misgeslagen.
Het Verzoekschrift der Edelen
(probleem XV), het Turfschip in
Breda (probleem XVI) en het
Dansen om De Vrijheidsboom in
Amsterdam (probleem XVII) ga
ven bijna alle inzenders, die het
tot dan toe dapper hadden volge
houden, gelegenheid een prachtige
eindspurt in te zetten. Aan het
slot zaten beslist niet de moeilijk
heden deze keer.
Verbazingwekkend was het hoe-
velen onzer lezers een complete
score, zonder een enkel verlies-
punt, wisten te krijgen. En het
aardige is wel, dat de vaderlandse
geschiedenis in alle kringen van
onze bevolking nog leeft. Want
niet alleen vele intellectuelen ho
ren bij deze selecte groep, ook
anderen die soms niet anders
dan lagere school gehad hadden
en dat soms vijftig, zestig jaar
geleden bleken zóveel interes
se voor dit vak overgehouden te
hebben, dat ze met een triomfan
telijk gebaar een feilloze oplossing
op tafel konden deponeren.
Na lang wikken en wegen - want de hoofdprijzen moesten aange-
i,i wezen worden onder hen, die de origineelste of historisch meest ver
Pater Brugman als teken antwoorde oplossing inzonden heeft de jury de hoofdprijs tenslotte
van tegenspraak
Enige weken geleden hebben we
al een tipje opgelicht van de
sluier, die het antwoorden-arse-
naal toen nog bedekte en reeds
toen hadden we ontdekt en U
laten weten, dat de talentvolle
Franciscaanse spreker ook werd
aangezien voor de staf van de
pedel van de Nijmeegse universi
teit, voor Erasmus, Arminius en
zelfs Paus Adrianus VI. We kun
nen de collectie thans gevoegelijk
uitbreiden met „een dominé",
Alexander Hegius, Geert Groote,
Savonarola. Luther, Calvijn, Vos-
maer, Comenius, H. Willibrordus,
Petrus Canisius, Thomas a Kern-
pis, Pater Poirters, „preekstoel in
de St Jan om zo de voornaamste
maar te noemen. Wanneer U het
dus mis gehad heeft, kunt U uit
deze opsomming opmaken, dat het
nog op vele manieren méér
mis kon. Laat dit U tot troost zijn.
En dan die gedenksteen in Mui
den, die daar toch werkelijk aan
de openbare school bevestigd is.
Hulde voor degenen, die er achter
kwamen. Voor de rest zij U weer
gezegd, dat er geen plaats rond
de hele voormalige Zuiderzee ge
legen is, die niet in het stuk voor
komt. Diepe bewondering hebben
we voor de dappere, die in de auto
stapte, en net zo lang rond het
IJsseltneer toerde, totdat hij met
zijn auto-neus tegen de gedenk
steen aanstond. Maar voor die tijd
had hij reeds 25 andere plaatsen
bezocht
Dat Jan van Schaffelaar (pro
bleem I) weinig moeilijkheden
bood, is wel duidelijk Onze lezers
kénnen hun vaderlandse geschie
denis, wat dat hoofdstuk betreft,
uitstekend.
Ook probleem III bood aan
velen de mogelijkheid om snel en
zeker de vereiste punten te sco
ren, hoewel men nogal eens in de
war was, wie deze vorstelijke
persoon nu precies was (er zijn
ook zoveel Willems in onze vader
landse geschiedenis).
Probleem IV en. V, de vermoor
ding van Prins Willem I en de
Marteldood van de H.H. Martela
ren van Gorcum brachten meestal
het maximum punten-aantal, ter
wijl van het „palingtrekken' (VI)
ook iedereen wel gehoord had.
Alleen „ringsteken" is toch wer
kelijk iets anders!
Probleem VIII, de afstand van
Karei V te Brussel, bracht links
en rechts puntenverlies. „Colum
bus krijgt toestemming om een
ontdekkingsreis te maken" was
er in ieder geval geografisch vele
honderden kilometer.", naast.
De woorden van Jan Pieterszoon
Coen „Dispereert niet" blijken
met algemene stemmen toegekend aan de heer-
A. B, Berkhout, Buys Ballotsingel 71b, Schiedam.
De tweede prijs ging naar de heer:
F. W. Groenendaal, Zuiderstraat 82, te Delft.
De derde prijs bleek toe te komen aan:
Frater Ireneüs, Sonniusstraat 3, Den Bosch.
De namen van de honderd andere deelnemers, die voor een prijs in
aanmerking kwamen, vindt U hieronder apart vermeld.
- j - ,-Anr him cnmc
'Tenslotte: vre danken al de inzenders voor hun soms Prachtig ver
zorgde inzendingen. We hebben diepe bewondering voor allen, die de
top-score wisten te bereiken en niet minder voor hen, dl t
luR h7ai ,.Qrfnrmfipn was in de meeste
De reformatie als waarschuwing
AT GELOVIGE PROTESTANTEN een druk gc-
Dbruik maken van de Bijbel, is ons bekend. Op
school worden zij veel uitgebreider en nauw
keuriger in de Bijbel, Oud en Nieuw Testament, onder
richt dan wij katholieken. Thuis heeft men de zogc-
aan wij,*.* i ujt eike dag een fragment
wordt gckzen.ln de'kerk staat de Bijbel in het mid-
d VPo"ge„s Luther en Calvijn eni h«i M
op de dag: van vandaag:, bevat de B jI Ruiten
d i g e openbaring van God aan de me vjnden
flaa'rom' lceTt^hct 'prtd'^stantisme^'dan ook, dat de H. gisch verschijnsel, dat wij katholieken daarna veel te
Schrift het laatste en hoogste gezag is in aangelegen- veel de Bijbel maar Bijbel hebben gelaten, het aan de
heden van het geloof. Wat wij als christenen geloven, protestanten overlatend er een gelovig gebruik van
aldus de hervormers, wordt uitsluitend door dc n-
Schrift uitgemaakt.
allen te onderrichten, met de belofte dat Hijzelf
met die mensen zou zijn tot het einde der tijden.
Het is een tragisch ogenblik geweest in de geschie
denis der christenheid, toen men de Bijbel losrukte
uit haar zinvol verband. En het is eveneens een tra-
De regering van Guatemala heeft de
president van de nabuurstaat Nicaragua
ervan beschuldigd betrokken te zijn bij
een complot' om Guatemala binnen te
trekken en de regering omver te werpen
In een door het bureau van president
Jacobo Arbenz-Guzman uitgegeven wit
boek wordt gezegd, dat president Anasta-
sia Sommza van Nicaragua twee verban
nen Guatemalaanse pontic) gesteund heeft
bij een samenzwering om Guatemala van
de kust en van de nabuurianden uit bin
nen te vallen. Het witboek bevat foto-
copieën, waaruit zou blijken, dat de zoon
van de president van Nicaragua had voor
gesteld, dat de „samenzweerders mili
taire uitrusting waaronder Britse Vam-
pire-straaljagers, zouden kopen van
Hamburgse firma.
Voor een protestant komt de kerk dus op de tweede
plaats. De kerk staat, evenals de dominee, in dienst
van de Bijbel. De kerk moet aan de Bijbel gehoor
zamen en volstrekt onderworpen zijn.
HET VERSCHIL met de katholieke geloofs
overtuiging is vooral hierin gelegen: de ka
tholiek beroept zich allereerst op de Kerk
van Christus en gaat daar, bij die Kerk, de open
baring en de boodschap van God zoeken. In die
Kerk, aldus de katholieke leer, is de H. Geest
AAN HET EINDE van deze kleine reeks beschou
wingen over het protestantisme doen we er wel
licht goed aan te bedenken, dat dit protestan
tisme niet „alleen maar" een dwaling is. Het is
waar, dat naar onze diepste overtuiging de Reformatie
een dikwijls eenzijdige en onvolledige voorstelling van
het christendom geeft. Het is ook waar, dat in het
protestantisme, dat de Bijbel isoleert en als enig uit
gangspunt neemt, het practische gevaar ligt opgeslo
ten van versplinteringen, secten en afscheidingen. De
geschiedenis heeft bewezen, hoe reëel dat gevaar is.
Intussen leeft er in die bonte wereld van het pro
testantisme ook veel waarachtige christelijke geloofs-
aanwezig en ^rkzaamjJlJdtto in leer en
leven en deze Kerk komt tot ons met haar onfeil- De extreme groepen, die zijn vervallen tot onge-
baar leergezag, puttend uit Bijbel en Overlevering. zonde opvattingen en practijken, aan de hand van uit
Vraag een katholiek: „Waarom geloof je dat? hun verband gerukte en willekeurig geïnterpreteerde
En hii zal moeten antwoorden: „Omdat de Kerk bijbelteksten, worden ook door het weldenkend deel
van Christus het leert". Stel een protestant dezelf- der protestanten niet wp ,n
de vraag, en hij zal moeten antwoorden: „Omdat
het door de Bijbel wordt geleera.
Waarom stelt de katholiek dan zon onbeperkt
vertrouwen in het gezag van de Kerk. O at
Christus deze Kerk heeft aangewezen om Zijn
werk op aarde voort te zetten en aan mensen
niet aan boeken de opdracht heeft gegeven
ernstig genomen. Wat we In
voorgaande artikeltjes hebben beschreven als ken
merkend voor de protestantse leer, is met name en
vooral van toepassing op het zgn. orthodoxe protes
tantisme, zoals dat in ons land voornamelijk wordt
beleden in de Nederlands Hervormde en de Gerefor
meerde Kerken.
Dit orthodox protestantisme heeft in elk geval een
duidelijke stellingneming: geloof in de volstrekte zon
digheid van de mens en het uitsluitend heil door het
geloof in de Godmens Jezus Christus, die door het
Evangelie tot ons spreekt. Dat is de hoofdgedachte
geweest van de eerste hervormers en aan deze hoofd
gedachte willen de orthodox protestanten trouw
blijven.
IN DIE HOOFDGEDACHTE kunnen wü een heel
eind met hen meegaan. Wij betreu-en het uiter
aard dat zü uit deze gedachte eenzijdige conclusies
trekken en dat zij er een scheiding en versplintering
in de éne christenheid mee hebben gemotiveerd Maar
we mogen niet ontkennen dat in orthodox-protestantse
kringen soms op bepaalde christelijke waarden, die
van wezenlijk belang zijn, méér nadruk wordt gelegd
dan in de praktijk van een deel der katholieke gelo
vigen. Het belang van een persoonlijk en bewust be
leefd geloof in Christus, van persoonlijke aandacht
voor de Bijbel, van deemoedig persoonlijk gebed, van
inwendige devotie (waardevoller dan een veelheid van
louter uitwendige devoties), van een eerlijk schuld
bewustzijn tegenover God: dat alles en oog meer leeft
heel sterk in het orthodox protestantisme Het is daar
een voortdurend getuigenis, waardoor ieder die met
dit protestantisme en z'n oprechte aanhangers in aan
raking komt, wordt gewaarschuwd, dat nien deze
waarden als allerwezenlijkst en van beslissende bete
kenis moet beschouwen.
Natuurlijk leven deze waarden óók, en zelfs voller
en harmonischer, in de katholieke Kerk. Maar het
kan geen kwaad, dat we er tevens herhaaldelijk aan
herinnerd worden door ernstige mensen uit onze on
middellijke omgeving, die in de praktijk van hun
dagelijks leven er soms duidelijker getuigenis van
afleggen dan wij.
Misschien ligt hier voor de goddelijke Voorzienigheid
een reden om het ernstige kwaad van een reeds
eeuwen lang verdeelde christenheid toe te laten. Uit
het kwade moet het goede te voorschijn komen. De
Reformatie is niet enkel een menselijk probleem, maar
ook een mysterie, waarvan het „waarom ligt ver
borgen in de ondoorgrondelijke diepten van een
goddelijke wijsheid. S. JELSMA M.S.C.
er een entteie Keer naast gieken.
en over de inrendind.rKunnen
niet corresponderen. Hoe graag we dat ook zouden willen doen, het
zou ons eenvoudig te ver voeren.
Zuster Alix, Robert Fruinstr. 35, Rotterdam.
C Alkemade, Goudsesingel 19b, Rotterdam.
P. Greg. Ammerlaan, Carmelklooster, Zenderen -.Overijssel).
F. M. Banens, Hoog Kanje 3, Zeist.
Joh. v. Berkel, Hoefbladlaan 9, Den Haag.
Zuster Bernardi, Antoniuslaan 92, Blerick.
H. Biermans, Schietbaanlaan 48, Rotterdam.
F. H. Burgers, Carel v. Nieveltstraat 6b, Rotterdam.
H. Burgers, Kral. Plaslaan 180, Rotterdam.
Broeder Chrysostomus, Dr Jan Ingenhouszplein 2, Breda.
Kap. N. A. Commandeur, Veurstraat 1, Rotterdam
L. Corsten, Kamperfoelielaan 14, Wageningen.
G. A. Daniels, Rusthoekstraat 54, Schevenmgen.
H. A. A. Degen, Van Aerssenstraat 158, Den Haag.
k! J. Derks, Berg en Dalseweg 81, Nijmegen.
A. F. Disch, Heerenstraat 6, Utrecht.
Broeder Dositheus, Warande 155, Schiedam.
C. W. A. Dubois, Weissenbruchstraat 151, Den Haag.
J. M. Dijsselbloem pr., Mathenesserlaan 305, Rotterdam,
Mevr. M. v. d. Elshout—Eys, De Savornin Lohmanlaan 6o, Rotterdam.
Mevr. M. EykenboomScholte, Breitnerstraat 29a, Rotterdam.
Jos. Flagge, Zeelsterstraat 49, Eindhoven.
C. Geraets—Schlick, Parkweg 215, Voorburg.
J. B. v. Gessel, Ophoviuslaan 28, Den Bosch.
P. Goudhoofd, Tollensstraat 40b, Rotterdam.
C. Graaf, Pijnackerstraat 9, Amsterdam.
Mej. A. Groenendaal p/a Valkenboslaan 301, Den Haag.
Jos. Groenendaal, Beeklaan 147, Den„*la£^\
J. F. Th. v. Hal, Nieuwe Binnenweg -06, Rotterdam.
G. Hanse, Insulindestraat 216b, Rotterdam
Mevr. E. HarlemanSteenbergen, P. C. Hooftplein 7, Rotterdam
J. H. Harleman, P. C. Hooftplein 7, Rotterdam.
L. Haverink, Pontanuslaan 61, Arnhem.
G. J. Hendriks, Sint Annastraat 58, Nijmegen.
G. Hoekstra, Statenweg 75c, Rotterdam.
W. v. 't Hooft, Huize „Joseph" E 124, Hintham.
Maria Jebo, Rijksstraatweg 37, Ubbergen.
A. de Jongh, St. Ignatiusstraat 37, Breda.
J. C. Joosten, v. Bijlandtstraat 106, Den Haag.
P. J. A. Juffermans pr., Mathenesserdijk 113, Rotterdam.
Mej. T. Jungerhans, Heemraadssingel 295, Rotterdam.
R. v. Kempen, Sint Martinusstraat 1, BreustEysden (Limburg).
C. v" d. Kerkhof, Straatweg 172b, Hillegersberg.
J. Kiggen, Bilderdijkplein 31, Voorburg.
Mevr. C. KnüppeSluis, Heemraadssingel 295, Rotterdam.
Fr. Koch, arts te Geldrop.
Mej. Emma Koevoets, Burg. Geillstraat 34, Terneuzen.
P. C. A. de Kok, Balistraat 111, Den Haag
S. Kooke, Multatulistraat 28, Rotterdam.
E. Koot—Siemens, KI. Houtweg 125, Haarlem.
Riny de Kort, Korhaanstraat 135a, Rotterdam.
A. J. ten Kroode, Kometensingel 179, Amsterdam.
A. M. Kwanten, Schiedamsesingel 227 Rotterdam.
C. J. M. Leyten, Markt 23, Etten (Noord-Brabant).
P. Lommerse, Weeresteinstraat 23, Hillegom.
Zuster Marie-Louise, R. K. Meisjesschool, Pieter Langendijkstr.
Den Haag.
Jan Matheeuwsen, Spoordonk B 30a, Oirschot (Noord-Brabant).
Jan van Mechelen, Bolwerk Noord 65, Bergen op Zoom.
H. v. Meel, Speelmanstraat 31c, Rotterdam.
F. v. d. Meerendonk, De Savornin Lohmanlaan 103a, Rotterdam.
H. Meeusen, Mathenesserlaan 447b, Rotterdam.
Mr A. Middelhoff, Diepenbrockstraat 21, Amsterdam.
H. Middelhoff, Diepenbrockstraat 21, Amsterdam.
J. Middelhoff, Pasteurstraat 15, Amsterdam.
J. van Mierlo, Nieuwe Langendijk 23, Delft.
Mej. E. Muller, Kon. Julianalaan 41, Voorburg.
J. van Osch, Joh. Seb. Bachstraat 2, Utrecht.
F. J. Padt, Bachmanstraat 45, Den Haag.
Broeder Paschalis, Warande 155, Schiedam.
C. Peeters, St. Joannes de Deo, Westeinde 132, Den Haag
Edward Peeters, Copernicusstraat 406, Den Haag.
L. Raymakers, burgemeester, Grave.
B. van Rossum, Nieuwe Kerkstraat 52, Vlaardingen.
H. van Rul, Straatweg 172, Hillegersberg. -
Broeder Sabinus, Warande 155, Schiedam.
J. Schaaf, Bosboomlaan 8, Schiedam.
J. Schils, Nispensestraat 125, Roosendaal.
Mr H. Schürmann, De Carpentierstraat 143, Den Haag.
F. Spieksma, Frederiklaan 2, Rijswijk.
Th. Staverman, Geraniumstraat 39, Almelo.
A. Stolk, Valkenboslaan 88, Den Haag.
B. Stoopman, Sint Annastraat 174, Nijmegen.
A. Streevelaar, Engelsestraat 141b, Rotterdam,
i. Past. Th. Taman, Veurstraat 1, Rotterdam.
9 A. M. Hi v. Term, Bergweg 17, Maastricht.
B. Tunderman, Burg. Meineszlaan 16b, Rotterdam.
A. v. d. Vegt, Tramstraat 20, Dongen (Noord-Brabant).
Mej. M. Verham, Banierstraat 75a, Rotterdam.
Broeder Vitus, Karrestraat 16, Breda.
A. v. Vlijmen, Oost Sidelinge 53b, Rotterdam.
J. M. Vollebregt, Walenburgerweg 120, Rotterdam.
A. v. Voorst tot Voorst, Benoordenhout 227, Dér. Haag.
W. de Voort, Kerklaan 240, Rijswijk.
W. de Vries, Koekoeklaan 12, Eindhoven.
H. Walenkamp, arts te Warmond.
C. van Weerelt, Honingerdijk 41a, Rotterdam.
A. J. Wensveen, v. d. Madestraat 25, Delft.
H. v. Woerden, Rhijngeesterstraatweg 38, Oegstgeest.
J. van Wijngaarden, Zwart janstraat 110, Rotterdam
L. Zeef, Volmarijnstraat 128a, Rotterdam.