l
EEUWIGE MENS
BEROEP EN CHRISTELIJK
LEVEN
DE STEM VAN DE TIJD
OVER DE GRENZEN
HONDENPRAAT
Jongeren lezen de Blijde Boodschap
GROOTSCHEEPS
OF NIET
De bewaker van mijn broeder
lSïï£\^
Daar waar ivij staan liggen
onze kansen
Alle volken
Cultuur en techniek
ZATERDAG 30 JANUARI 1954
PAGINA 7
-
De wereld is zo klein als de plek1
•waar je staat en zo groot als je be
langstelling. Daarom kun je klein
beginnen, in 't klein doorgaan, en
aldoor weten, dat je met iets groots
bezig bent. Al onze bewegingen,
daden en initiatieven hebben een
onmetelijke invloedssfeer. Ze van
gen aan op de plek waar we staan,
zijn gericht op onze onmiddellijke
nabijheid en reiken ovei alle hori
zonnen. We spreken en worden
verstaan, we handelen en wekken
reacties, we zijn lamlendig en
brengen vertraging teweeg. Onze
hand reikt niet ver; onze invloed
wel.
Uit de scheppende handen is het
heelal voortgekomen als een heel
netwerk van verhoudingen en rela
ties. Alles is met elkaar verbonden.
Bergen, rivieren en de zee. Zon,
aarde, regen en groeikracht. Le
ven, verlangen, liefde en kinderen.
Gezin, arbeid, industrie, handel en
volk. Mensen en mensen. Alles
werkt samen. Het sterven van het
een dient tot het leven van het
ander.
In heel dat netwerk staan wij op
een bepaald knooppunt. Daar zijn
we en werken we en oefenen we
invloed uit. Op onze eigen plek en
nergens anders. Thuis, waar ik
woon. Bij déze knaap, met wie ik
praat. Bij m'n meisje. Bij die col
lega. Bij déze lui van de club.
Ik ben ergens neergezet. Nu
moet ik niet doen alsof ik hier mets
heb te maken. Nu niet alleen maar
bomen over „de" wereld, „de"
Kerk, „de" politiek, „de" jeugd en
„de" maatschappij. Maar goed zijn
allereerst en deugdelijk voor deze
plek van de wereld, dit levend deel
der Kerk, deze medeburgers, dit
jong mens, dit brok maatschappij.
En 'dan verder zien. Zo ver als ik
maar kan. Met wijde belangstel
ling. Bewust van m'n onnaspeur
lijke invloed op alles en allen, op
de loop en het lot van hemel en
aarde.
In geen andere geest dient deze
pagina te worden gelezen. Wat God
wil is tegelijkertijd klein en groot.
Wie „ja" zegt op Gods initiatieven,
omvat met z'n jawoord alles wat is
en leeft: God Zélf, alles wat uit
Hem bestaat en naar Hem op weg
is Wie „ja" zegt, begint, heel con
creet, in de geringe ruimte van het
eigen hart en bij de naaste, d.i. de
gene die het dichtst bij staat. Hij
eindigt in de eindeloosheid van het
goddelijk Hart, waarin
oorsprong vond.
Sportjournalisten
Kunstenaars
Medici
Uw greep, o God, in 't stof
van deze aarde:
de mens
gestalte van Uw lof
komt tot zich zelf
als een steeds wijkend perspectief
en kan zich zelf niet behelzen;
zoekt in de plooiïng van zijn aards bestaan
te delven
naar de Eeuwigheid.
H. M.
alles
z n
Onze verlatenheid
T oneelspelers
Ingenieurs en architecten
1 Mei 1953
W M Ir
„Onder de volmaakte christen verstaan wij de mens van zijn tijd, de
kenner en uitbuiter van alle vorderingen van wetenschap en techniek,
de mens, die geen vreemdeling is temidden van het leven, zoals dit
zich thans op aarde ontwikkelt. De wereld zal er geen spijt van hebben,
wanneer een steeds groter aantal christenen zich zal inschakelen in
iedere geleding van het openbare en private leven."
„Keert terug naar uw arbeidsmilieu's en zegt: Het Koninkrijk Gods
is nabijGrijpt iedere gelegenheid aan om uw collega's te doen
begrijpen, van hoeveel rust en vrede hun zielen zouden overvloeien,
indien zij uiteindelijk het besluit nemen, om zich opnieuw aan de zoete
heerschappij van Christus te onderwerpen."
„De Heilige Geest zal u eerst en vooral
duidelijk doen zien, hoe geen enkel ter
rein van de menselijke activiteit aan de
hernieuwde werking van Christus ont
trokken kan worden. Men moet erken
nen, dat het Evangelie de menselijke
geest geheel en al moet doordesemen en
indien sommigen nog aarzelen met be
trekking tot de noodzakelijkheid van een
radicale hervorming in christelijke zin,
dan moet gij hen eraan herinneren, dat
de theoretische en openbare activiteit in
al haar vertakkingeneen christelijke
bezieling moeten krijgen en dat zij niet
aan de invloed van het denken en de
genade van Christus mogen worden
onttrokken".
„De allereerste voorwaarde om dit
doel (voorlichting van de publieke opinie
in alles wat de sport aangaat) te herei
ken is, dat gij diep in u zelf de sport
oprechte achting toedraagt en aan deze
overtuiging met overredingskracht blijk
geeft, dat gij er de voordelen, de echte
verdiensten en de werkelijke waarde
van. belicht en dat gij dit doet met die
sobere terughoudendheid, welke dui
zendmaal welsprekender en krachtiger
is dan vervelende redeneringen of lyri
sche dithyramben".
„Bekroont uw kunstidealen, dierbare
zonen, met godsdienstige idealen, waar
door de eerste worden versterkt en ver
volledigd. De kunstenaar is op zich een
bevoorrechte onder de mensen: maar de
christen-kunstenaar is in zekere zin een
uitverkorene, omdat het de uitverko
renen eigen is de volmaaktheden van
God te overwegen, te genieten en uit
te beelden".
„Dat is de grootheid van uw taak,
mijne heren, in waarheid medewerkers
tc zijn van God in de verdediging en
ontplooiing van Zijn schepping. Het is
in deze zin, dat de H. Schrift zegt van
de medicus, dat „God hem heeft ge
schapen" (Eccl. 38, 1). Hij heeft hem ge-
Nee, vriend, hier kun jij je niet aan
onttrekken. Ik ben niet van plan weer
van voren af aan te beginnen en te gaan
jeremieren, dat de wereld zo slecht is, dat
we niet weten, waar dat naar toe moet.
Dat nemen we bij deze als een feit aan.
Maar nu komt het erop aan, wat j(j moet
doen. Wanneer jij zo klaagt, dan wil je
daarmee zeggen, dat je er zelf niets mee te
maken wilt hebben, dat je zelf idealist
wilt blijven ondanks alles. Maar dat legt
ook een taak en plicht op je schouders: jij
moet de wereld dan beter maken. Als ij
later bij Christus aankomt, en Hij je
vraagt wat je zo al gedaan hebt; en wan
neer jij moet zeggen, dat je je ver ge
houden hebt van deze boze wereld, dan zal
Hij je niet al te vriendelijk aankijken en
je vragen: wat heb jij er tegen gedaan:
Alleen maar geklaagd; alleen maar ge
kankerd? Dus de zaak maar op zijn beloop
gelaten? Maar je zult dan misschien zeg
gen: Ik heb zo braaf mogelijk geleefd' 'k
heb m'n ziel willen redden. Maar Christus
zal je dan vragen: hoe is dat nu mogelijk?
Wie alleen zijn eigen huid wil redden, is
een grote egoïst. Heb je dan niets gedaan?
U.S.A.
Katholieke jongeren verzetten
zich tegen rassenonderscheid.
Begin bij dc jeugd!
Énkele „Kruisvaarders-studenten
van New-Orleans zijn begonnen met
een kindervacantie-kamp voor blan
ken en zwarten.
In Chicago heeft er voor het
eerst in de geschiedenis een
bijeenkomst plaats gehad van
700 studenten uit 85 katholieke
colleges om te spreken over het
rassen-recht.
Katholieken en het Isolationisme.
In de Commonwealth van Nov.
1953 noemt James O'Gara als een
der voornaamste oorzaken van het
Isolationisme en Nationalisme van
Katholieken: de reeds zeer oude
tendenz onder de Katholieken om
overal de meest simplistische oplos-
sin" te kiezen. Dit komt het meest
duidelijk tot uiting in hun houding
tegenover de Communisten Voor
vele Amerikaanse K£th°i*
het Communisme '°utlr
des aanstoots. Als de 9? V„
ergens vóór zijn, dan zijn deze K
tholieken automatisch tegen.
Australië.
Onder het motto: „Landen zon
der mensen en mensen zonder land
zijn de Australische Bisschoppen
een grote actie begonnen voor de
immigratie. Mgr Crennan, secretaris
van het Kath. Comité voor immi
gratie heeft in een congres in Mel
bourne een uitgebreid plan voorge
legd waarmee lui twee onderschei
den'problemen wil oplossen: 1) De
goede voorbereiding van de immi
gratie door katholieke hulpgroepen.
2) De Vereniging in n zelfde milieu
van verspreide familieleden.
Spanje.
Sociale Missie.
Na een algemeen religieuse Missie
heeft men in Spanje een „Na-Missie
gehouden over liet sociale
Paters, speciaal hiervoor onderlegd,
onder leiding van de bisschoppen van
Bilbao en Malaga, hebben in 37 een
tra deze na-Missie gehouden De on
derwerpen waren de volgende- De
menselijke waardigheid. Verlosrin»
van het proletariaat. De juiste ver
deling van de rijkdommen De tus
senkomst van Kerk en staat. Het
probleem van het staken.
Frankrijk.
De JAC (Jeunesse Agricole
Chrétienne) en de J.E.C. (Jeunesse
Etudiante Chrétienne) vieren 7 Fe
bruari hun vijf en twmtig jang be
staan. De J.E.C. heeft als speciaal
punt. van ha-'.r Proiparn
gesteld: de studiegelegenheid onder
alle klassen voor personen die Bij
zondere aanleg hebben.
De verenigde Katholieke jongeren
van Frankrijk, de A.C.J.F. (Associa
tion Catholique de la Jeunesse Eran-
qaise) hielden eind December 1953
hun 55ste vergadering met een on
geëvenaard aantal deelnemers. De
A.C.J.F. is sinds 1949 het overkoe
pelende orgaan van de verschillende
organisaties van de arbeiders-, stu
denten-, boeren-, matrozen- en
onafhankelijke jeugd. (De J.'O.C.;
J.E.C.; J.A.C.; J.M.C. en J.I.C.).
België.
Over de kwestie van het ontslag
van een groot aantal arbeiders in de
mijnen van de Borinage heeft mgr
Himmer. bisschop van Doornik een
open brief geschreven, waarin luj
het. recht van de arbeiders op arbeid
verdedigt. „Weer dreigt in een ar
beidsconflict het geld het te winnen
van de persoon, de economie van het.
menselijke, het, geweld van het.
recht. Het is onaanvaardbaar dat de
beslissing over het sluiten van een
bedrüf uitsluitend bepaald wordt
door de kracht van het kapitaal,
zonder voldoende rekening te hou
den met de rechten van de arbei
ders. Men vergeet bovendien vooral
bij mijn-werk teveel dat de arbeider
veel meer riskeert dan de aan
deelhouders. Deze immers riskeren
alleen een gedeelte van hun kapi
taal, de arbeider riskeert z'n leven!"
Je was toch verantwoordelijk voor ie
medemensen en voor de wereld. En je
hebt geen enkel initiatief genomen? Je
zag toch, hoe rot de zaak was; je zag, hoe
verleidelijk de wereld was voor zovelen,
die er in op en in onder gingen en je hebt
maar gekankerd en alleen maar vroom
gekeken- Egoïst! Ga weg van mij!
Of is het niet zo? De stem van de tijd
is de stem van God. Alles roept om ver
nieuwing, dus God vraagt van ons, dat we
meehelpen aan de vernieuwing van de
wereld. Meer dan ooit voelt de mens van
tegenwoordig zijn verantwoordelijkheid
voor het geheel. We ondervinden dat >n
de sociale kwestie, waarin werkgevers en
werknemers zich voor elkaar verantwoor
delijk weten. We ervaren dat bij een ramp
zoals vorig jaar omtrent deze tijd gebeur
de. Heel Nederland voelde er zich verant
woordelijk voor en deed al het mogelijke,
om het leed te verzachten. Het stelde zich
niet tevreden met klagen en jammeren.
Het kwam tot de daad De stem van ds
tijd! Er komt een apostolisch geslacht op.
dat niet stil wil blijven staan bij de slo
gan: redt uw ziel, maar dat er in waar-
achtig christelijk verantwoordelijkheids
gevoel aan toevoegt: door de zielen van
anderen te redden. De stem van de tijd
laat zien, hoe de mens van tegenwoordig
meer dan ooit te voren afhankelijk is van
zijn milieu en de christen en de leken
apostel en welke christen is geen apos
tel voelt in zich een heilig moeten, om
ieder naar krachten, naar talenten, naar
de roep van de Kerk en naar de roep van
de Geest, om dit milieu te heiligen, opdat
christenen kunnen leven en sterven in dit
milieu als christen. Hier kun jij je niet
afzijdig houden. Dat kan gewoon niet. Ik
wilde, dat je dit begreep. Jij bent verant
woordelijk voor dat stukje wereld, waar
in je leeft en werkt. Hier heb jij Christus
tegenwoordig te stellen door je voorbeeld,
door je gedrag, door het christelijk uit
oefenen van je beroep.
Je moet niet wachten, tot je geroepen
wordt; iedere christen is geroepen. Houdt
dat voor gezegd.
En nu niet te veel praten, maar doen-
Vandaag, morgen. Beginnen in je eigen
0mKjVlnB' De wereld moet vernieuwd
worden, maar die vernieuwing wordt je
met in de schoot geworpen. Daar moet
voor gebeden worden, daar moet voor ge-
f"' door jou. Het uur
•je verantwoordelijkheid op
slaat. Neem
je als een christen.
H B.
Vernieuwing? Accoord. Van
uit God? Accoord. Maar wat nu?
Dat alles is immers vrij vaag.
Met deze twee slagwoorden kan
ik geen nieuwe wereld opbou
wen. God zegt mij immers niet,
boe het nu dan wel moet. En het
Evangelie? Dat kan misschien
goed zijn en actueel voor de tijd,
dat bet geschreven werd. Maar
de tijden zijn sindsdien een klein
beetje veranderd. (Heeft u dat
ook in de gaten. Daar was ik ook
achter gekomen)Ik zie best in,
dat de eerste voorwaarde voor
een betere en nieuwe mensheid
is de gehoorzaamheid aan het
Woord van God. Dit moet elke
vernieuwing dragen. Maar het
Evangelie zegt mij daarom nog
niet, hoe dat nu
in feite moet ge
beuren in deze
concrete omstan-
digheden. God
spreekt echter ook op een
andere wijze tot de mens.
Hij staat hoven de geschie
denis en leidt de geschiedenis,
ook al merken we het niet. Zo
hoog staat Hij boven en zo innig
staat Hij in de geschiedenis. Het
tijdsgebeuren wijst mij de weg,
welke ik gaan moet. De stem van
de tijd is de stem van God.
Wanneer ik rondom me heen zie,
naar de gesprekken luister van dit
geslacht, wanneer ik zie naar de
nieuwe wijsbegeerte, welke opkomt,
naar de literatuur, naar de film, de
muziek, dan bemerk ik b.v. dat het
woord van Graham Greene uitkomt:
deze tijd is de tijd van de verlatenheid.
Teleurgesteld door de gebeurtenissen
heeft de mens zich weer teruggetrok
ken op zichzelf, is hij alleen en ver
laten geworden. Dan weet ik b.v. dat
alleen een innige omgang met God
mij uit deze verlatenheid zal kunnen
trekken. Maar wanneer ik van de
andere kant zie, hoe hoog het Myste
rie van God is, dan voel ik me voor
Hem nog verlatener. Is het dan won
der, dat de christen van tegenwoor
dig zich meer dan vroeger getrokken
voelt tot de persoon van Christus:
deze mens als wij en toch de Zoon
van de levende God. In Hem voel ik
mij geborgen en veilig en weet ik,
dat God bij mij is. De stem van de
tijd: de stem van God.
En wanneer we zien, hoe de mens
van deze tijd aards gezind is, hoe de
aarde, het sociale probleem, de zicht
bare dngen hem veel zeggen; en
wanneer we van de andere kant zien
hoe geheel deze wereld, welke toch
zoveel voor ons betekent, welke zo'n
grote invloed op ons heeft, ons toch
niet gelukkig kan maken, dan weten
we, dat er ergens iets moet zijn- Mis
schien is het dit, dat de wereld, zo
als zij feitelijk door de mens geor
ganiseerd is, van God verlaten is.
Er is geen rekening gehouden met
God m.a.w. de wereld is in zonde,
van God verlaten en dit is de diep
ste oorzaak van al de ellende.
Ook door dit tijdsgebeuren spreekt
God tot ons en wijst ons om de we
reld, de aarde, het gezin, het beroep,
weer tot God terug te brengen en zo
te heiligen en aldus de voorwaarde
te scheppen voor een waarachtige
vernieuwing van de wereld. De stem
van de tijd is de stem van God. Dit
is Gods Wil nu voor dit geslacht:
heilig de aarde.
Heiliging van het aardse
We zien dan ook overal een im
mens pogen tot heiliging van net
aardse. Nieuwe meer christelijke op
vattingen over huwelijk en gezin ko
men op. Door woord
en geschrift, publiek
en in besloten clubs
zien we overal po
gingen tot opbouw
=z van een spirituali
teit van het huwe
lijk het geslachtelijk, van het lichaam-
Maar vooral zien we tegenwoordig
een grote stroming om het milieu te
heiligen, zo maar niet in het vage
weg, maar zoals het feitelijk bestaat
in vermaak en politiek in ambt en
beroep. We zien ook, hoe onze te
genwoordige Paus, meer dan wie ook
meelevend met de noden van dit ge
slacht telkens en telkens hierop zin
speelt. Ja. we kunnen zeggen deze
Paus is de Paus van de heiliging van
het beroep. Of hij tot medici spreekt
of tot bankdirecteuren, verpleegsters
of tabakshandelaren, altijd wijst hij
op hun beroep en hoe zij zich moeten
heiligen in en door hun beroep en
tevens hoe zij zo het apostolaat moe
ten uitoefenen.
We geven hier een staaltje, hoe
concreet hij dit ziet. Zo spreekt hij
b.v. tot de tramconducteurs: „Hij
moet de passagiers waarschuwen of
raadgeven, en als hij de kaartjes ver
koopt, moet hij meestal ook nog
kleingeld teruggeven: een taak, die
zijn plicht nog ingewikkelder maakt-
Hij moet opletten, dat de mensen
achterinstappen en aan de voorkant
uitstappen eh dat niemand het rook
verbod overtreedt".
Een enkel specimen van de vele.
Het wordt ons duidelijk, dat hier de
grote taak ligt van net tegenwoordig
geslacht, dat het zó het beste en het
meest efficiënt zijn plicht van apos
tolaat vervult. Het is juist ook hier
op, dat deze Zaterdagavondpagina
van de Maasbode-pers voortdurend
wil drukken. De stem immers vah de
tijd
IS DE STEM VAN GOD
H. B.
schapen als een instrument van Zijn
barmhartigheid, om de kwalen van zijn
broeders tc verzachten, .ls een gids en
een raadsman om hun wijsheid te le
ren, als bewaarder van Zijn kennis van
de mens en van Zijn behulpzame goed
heid".
„Welk een afstand ligt er tussen dit
ideaal en de prikkel van de ijdele roem
of het stoffelijk belangDeze prikkel
kan intelligente en begaafde virtuozen
voortbrengen; maar zij missen het we
zenlijke. de expressie van een vurige en
fijnzinnige ziel. Voor hen is het beroep
veeleer een vak; voor u is het een roe
ping, als men voor wat u betreft met dit
grote woord die innerlijke en als het
ware onweerstaanbare aandrift mag
aanduiden, die u dwingt in het hart van
uw toehoorders of uw toeschouwers de
gevoelens over te planten, waarvan het
uwe is vervuld en die zich willen uiten".
Vanaf de eenvoudigste woning tot
de prachtigste gebouwen toe, moet men
verband weten te leggen tussen het
practisch nutèn de waardigheid en
aesthetische waarde....". „Vanzelfspre
kend eist de volmaaktheid van deze ver
binding van techniek, comfort en schoon
heid van de ingenieurs en architecten,
ervaring en smaak, die natuurlijke ga
ven veronderstellen, welke door studie
en arbeid zijn gecultiveerd en verrijkt".
„Het is (tenslotte) dc dag, waarop de
gelovige mensheid door het werk van
haar geest en handen een cultuur ter
ere van God belooft te scheppen, een
cultuur, die verre van de mens van God
te verwijderen, hem steeds dichter bij
God brengt".
„Draagt daarom zorg, dat gij steeds
uw arbeid volgens zjjn diepere betekenis
blijft zien, namelijk als uw persoonlijk
aandeel in de verbetering van de ge
meenschap. pank zjj die arbeid kunt gij
een wettige aanspraak maken op een
opbrengst welke voldoende is voor uw
materiële en culturele behoeften, over
eenkomstig uw stand en staat".
(Dit „artikel" bestaat louter uit tek
sten verzameld uit vele toespraken, ge
durende de laatste jaren door de H.
Vader te Rome bij gelegenheid van
wijzen wij graag op de uitstekende
audiënties gehouden.. Geïnteresseerden
studie: „Hóe rijm ik beroep en Christelijk
leven?" door H. van Santvoort, uitgege
ven te Heemstede in 't kader van het
tijdschrift „Actio Catholica".).
Vr. A"l dat gepraat over die eerste
mensen en de paradijselijke toestand,
waarin zij leefden, lijken mij meer een
sprookje toe De H. Schrift zegt er maar
weinig van. Ik moet dus proberen of ik
langs n andere weg iets van hen te weten
kan komen. Nu heeft men tegenwoordig
een methode, om de godsdienst en de cul
tuur van de vroegste mensen na te gaan,
ook al zijn zij honde: döuizenden jaren
geleden gestorve en staat hun geschie
denis niet op schrift. Welnu deze methode
leert ons, dat de vroegste mensen, wat
het technisch-kunnen betreft zo ongeveer
op de laagste trap van de beschaving
stonden.
Ze staan, zoals de Duitsers het uitdruk
ken, nog op de „Sammelstufe". Dat wil
zeggen: ze maken nog niets, planten niet,
bouwen niet, en leven van hetgeen hun
voor de hand ligt Zij verzamelen nog
slechts. Dit komt toch maar moeilijk
overeen met datgene, wat U van de eer
ste mensen zegt. Of is het misschien zo,
dat de mens na de zondeval alle zin voor
techniek heeft verloren? Dat lijkt ook
wat onwaarschijnlijk.
Ant. Ik ken inderdaad de methode,
waarover U spreekt. Deze staat bekend
als de cultuur-historische methode. Daar
mee werkend heeft men kunnen nagaan,
dat de godsdiensten van de vroegste
mensen betrekkelijk zuiver waren, en
ook, dat hun technisch-kunnen nog op
de onderste sport staat. Nu wat is daar
tegen U wilt toch niet de vergissing
begaan: cultuur en techniek te verwis
selen. Er is klaarblijkelijk een groot ver
schil tussen. Ik ken mensen met een
grote innerlijke beschaving nu en in het
verleden, maar die technisch weinig on
derlegd zijn en waren.
En ook omgekeerd. Het zou dus
helemaal niet verwonderlijk zijn, dat
deze eerste mensen een zeer hoge be
schaving gehad hadden, maar technisch
ten achter waren. De nadruk lag toen
zeker niet zo sterk als tegenwoordig op
de organisatie van het aardse. Daarbij
was de aarde gewillig, en zo konden ze
leven van wat de aarde voortbracht,
zonder al te grote inspanning.
H. B.
„Hond", zeg ik, „hoe is dat nou oij
jullie? Hebben jullie honden nooit 't
gevoel, dat je de hele wereld 'ns op
haar kop zou willen zetten?"
Hond bezag mij met één wantrou
wend oog, om met het ander een nog
niet geheel afgewerkte kluif in de
gaten te houden. Vervolgens demon
streerde hij het meest opvallende
voordeel van het staartspreken, door
al kluivende en kauwende mij rustig
van antwoord te dienen.
„Wij honden voelen er niets voor
om de hele wereld op haar kop te zet
ten", aldus Hond. „Niet dat de wereld
ons, zoals ze in feite is, onverdeeld
bevalt. Nee, dèt niet. Maar we hebben
er als hond zijnde 'n hekel aan ons
vast te bijten in het onmogelijke of
zinloze".
„Wat bedoel je, Hond?", vroeg ik
twijfelend. „De zaak is deze", ver
volgde hij, de afgekloven kluif stev'g
in de poot houdend ter onderstreping
van zijn betoog, „als ik de aardbol op
z'n kop zou willen zetten, dan krijg
ik dat niet klaar. Daar is die aardbol
te onhandig groot voor, of ik te klein
Bovendien is 't niet nodig, want zoals
je weet, zet de aardbol zichzelf voort
durend op z'n kop. Ja zeker! Je hebt
toch wel 'ns van de wentelingen der
aarde om haar eigen as gehoord!
Goed, die radicale omwenteling, die
jij en je kamraden zo af en toe van
plan zijn te ondernemen, zijn waar
deloos en niet ter zake dienende
„Hond", zeg ik, „ben jij dan van
de conservatieve vleugel? Meen jij
dat we alles dan maar bij 't oude
moeten laten? Niks veranderen?"
„Hoor 'ns even" zegt Hond, „je
moet bij mij niet met vleugels aan
komen zetten; ik ben tenslotte 'i
hond. Maar wat ik indirect wil zeg
gen is dit: je moet je vastbijten in
iets wat je wel op z'n kop kunt zet
ten. Neem nu zo'n kluif. Daar heb
je houvast aan. Daar kun je mee
werken. Dit is dichtbij en je kunt
er wat mee doen. Zo is er voor jou
en voor ieder mens altijd wel ergens
'n kluif te vinden. Laat 't waar we
zen, dat zo'n kluif maar 'n heel klein
stukje van de totale wereld is: 't is
in elk geval 'n bereikbaar stukje. Je
neemt 't in je poot en je wentelt d«t
stukje wereld zo vaak om als je wilt.
En als je klaar bent of bijna klaar,
neem je weer 'n andere kluif. Zie je,
dat is mooi en degelijk werk. En
voedzaam. Ik als hond zou iedere
revolutionnair willen aanraden z'n
revolutie te beginnen in z'n eigm
achtertuintje Weet je hoe ik aan
deze heerlijke kluif ben gekomen?
Door de hele wereld op haar kop te
zetten? Nee! Maar door in jouw klei
ne achtertuintje de vuilnis-emmer op
U z'n kop te zetten! Welnu, in ieder
mensenhart en in iedere mensenstad
is wel ergens 'n achtertuintje met 'n
vuilnisemmer! Daar zoekt ieder z'n
kluif".
Als de storm opsteekt,
verschijnt de Heer.
De storm jaagt in je rug,
trekt voor je uit,
sleept je opzij;
of zit hij gedoken in je hart,
als een angstige vogel,
die er plotseling klapwiekend uitvliegt'
Boven de stormen staat de Heer.
Vind je het overdreven?
Pas op.
De bewoners van de Zeeuwse eilanden zouden het verhaal
ook overdreven hebben genoemd, als het hun 's Zaterdags
was verteld.
Als de storm opsteekt,
verschijnt de Heer.
Gods Geest is niet in de stormwind.
De Heer staat bóven de stormen.
Hij alleen kan rust geven aan je hart,
„dat al zo moe is,
altijd maar luider slaat
en niet rusten wil".
Onrust komt nooit van God.
God alleen geeft rust.
De rust die een nieuw mensentypd maakt,
ongekend in onze jachtcrige samenleving.
De rust waardoor je die gestadige gelijkmatigheid krijgt.
De rust van vertrouwen op God.
De rust van Gods liefde.
Boven de stormen staat de Heer,
Hij beurt u er boven uit, en draagt u in Zijn hand:
de rust van de mens in Gods hand.
Of slaapt de Heer in de stormwind?
Wees gerust.
Hèm, noch de appel van Zijn gesloten oog kan iets deren.
De appel van Zijn oog zijt gij.
Wees gerust.
Als de storm opsteekt,
Verschijnt de Heer.
Vlucht dan niet naar de mensen,
maar roep tot Hèm: Heer red ons, wij vergaan!
En de rust van Gods liefde komt in je hart.
R. BECKERS, pr.
Welke stad is
nu de hoofdstad
van Nederland:
Amsterdam of
Den Haag? Zie
daar een vraag,
die zo spoedig
mogelijk moet
worden opgelost en
waaraan tot dusverre
in jongeren-kringen
slechts weinig aandacht
werd geschonken. Dit
laatste schrijven w(j
hier iret zonder ver
driet neer. Waarom
heeft de jeugd zich
nu niet eens sterk en
eendrachtig achter de
oplossing van dit ern
stig vraagstuk gezet,
om daarmee de mond
te snoeren van al dege
nen, die maar doorgaan
met te beweren, dat de
jeugd zich tegenwoordig
voor niets meer interes
seert? Het is toch dui
delijk. dat Nederland 'n
hoofdstad moet hebhen
en dat we het als
Nederlanders over de
keuze van die hoofdstad
eens moeten zijn of zien
te worden. Door de af
wezigheid van de jeugd
ontstaat nu het gevaar,
dat heel de kwestie bin
nenkort en binnenska
mers wordt uitgemaakt
door enkele oude hoog
leraren in de vader
landse geschiedenis, die
minister Beel dan wel
bij ontstentenis van
de stem der jongeren
van advies zullen
dienen.
Ons voorstel komt
hierop neer: wij zouden
dit hoofdstedelijk pro
bleem in de jongeren-
kernen ter discussie ge
bracht willen zien Hier
ligt nu inderdaad een
stevige en concrete
kluif voor gespreks
groepen, die naar reele
onderwerpen zoeken. De
ouderen hebben hier
dit moeten we hun na
geven een vraagstuk
opgeworpen, niet alleen
van eminent belang,
maar ook in staat om
ieder die jong van hart
is te boeien en
in beweging te
brengen.
Amsterdam of
Den Haag dus?
Dat is de vraag.
Ter verduidelij
king moge erop
gewezen worden, dat de
rechten, welke Medem-
blik op de titel van
„Hoofdstad des lands"
doet gelden slechts be
rusten op de opgewon
den praatjes en betogen
van een ijsbereider daar
ter plaatse, die door zijn
agitatie de belangrijke
kwestie in de sfeer van
de belangenstrijd poogt
te trekken. Men vrage
als inleider voor de ge-
spreksavonden terzake
dus geen inleider uit
Medemblik,
Wij zelf zijn afkom
stig uit Gouda, zijn der
halve niet vooringeno
men en verklaren ons
bereid om tegen een
vergoeding van 50
't genoemde vraagstuk
voor jongeren-groepen
in te leiden en te
bespreken (reiskosten
niet inbegrepen.
KARAKTEROLOOG.