Nog eens de Latijnse
Het College van Curatoren
School
OUDE TIJD
VRIJHEID VAN PROCESSIE
VOORGESTELD
EEN JAAR IGOLEN* EN
STAALGEMEENSCHAP
Nieuws uit STAD EN OMTREK
Om het fraaiste
hoofd mèt haar
Uit die goede
Verplaatsing fabriek naar Rucphen
In 1955: zeven doordringende ogen
bewaken Waterweg-scheepvaart
H. Vader blijft
vooruitgaan
Katholieke Kring
WALDO RIJSCHOOL
Confrontatie met de nieuwe tijd (I)
Rotterdamse loodsen krijgen portofoon
HrfP flp»"
Grondwetscommissie brengt eindrapport uit
Beperking budgetrecht Eerste Kamer
VLAARDINGEN
Toch nog nieuw
alastrimgeval
Oude vrouw verbrand
Opmerkelijke toeneming handelsverkeer
WOENSDAG 10 FEBRUARI 1954
S
PAGINA 2
Cosmasleden bekampten elkaar
in broederlijke strijd
Personeels-tekort
De besten
LEGATEN
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
Scholarchen
Het dagboek van een deugniet
„DE DILETTANT" BRENGT
„EEN MOEDER"
MUSEUM-CONCERT
WEER WATERLEIDINGBUIS
GESPRONGEN
FIETS GESTOLEN
GOUDEN HUWELIJKSFEEST
69915
GESLIPT
BURGERLIJKE STAND
Achter de Poldervaart
DE GLADHEID
ALLES IN TWEEVOUD
De inrichting
1 I
owwêHGtaj
moKATomm
|(i
m
Varen op lichtlijnen
De Portofoon
Winst voor industrie
AGENDA
/iV ROTTERDAM
NED. VRACHTENMARKT
De troonopvolging
De Staten-Generaal
Godsdienst
De hoofdstad Amsterdam
LAATSTE BERICHTEN
ECHTPAAR DOOR GAS
BEWUSTELOOS
VIERSPELENKAMP
TE VLAARDINGEN
WESTFRIESE BOLLEN
BLOEIEN IN BOVENKARSPEL
t.
V ooruitzichten
Bij resolutie van 16 Januari 1589 werd door de Vroede Vaderen van
onze stad besloten een Latijnse school op te richten. Van deze school
was mr Lucas Janszoon de eerste rector. Volgens de registers van transpor/
was deze school gelegen in de Lange Kerkstraat. Ze is omstreeks 1630
verplaatst naar het Oude Kerkhof, alwaar thans de school voor B. L. O.
is gevestigd. Dat 1589 het stichtingsjaar van de Latijnse school is, blijkt uit
de herdenking van het 150-jarig bestaan dat op 17 December 1739 plechtig
werd herdacht in de Grote Kerk met een Latijnse rede van de
September 1739 benoemde nieuwe rector, Hendrik Niewaert.
Na een tienjarig bestaan kreeg de
Latijnse school een commissie van toe
zicht, genaamd het college van curatoren,
bestaande uit ds Nathanaël Pieterszoon
Maarland, geboortig van Schiedam, bur
gemeester Mathijs Willemszoon van Muyl-
wijk, van 1587 tot 1623 lid van de Vroed
schap en burgemeester Jan Willemszoon
van Haarlem, van 1588 tot 1616 lid van de
Vroedschap. Aan dit college was ook op
gedragen bij vacature van een rector can-
didaten te stellen. Bij de benoeming van
dit college, bij resolutie van 22 November
1599, werden geen bepalingen of statuten
vastgesteld, naar welke de heren cura
toren zich hadden te regelen.
In de opvolging van de leden van dit
college van curatoren komen enige vaca
turen voor, tot aan het jaar 1665. We zui
len dit nader verklaren: Jan Willemszoon
van Haarlem werd 15 Januari 1616 te
Schiedam begraven en eerst na een jaar,
bij resolutie van 23 Januari 1617 een op
volger benoemd in de persoon van burge
meester Wouter Jacobszoon Scharp, die
naast ds Van Maarland en burgemeester
Van Muylwijk het college vormden. Als
burgemeester Scharp 13 Juni 1618 te
Schiedam is begraven, geschiedt er geen
benoeming van een opvolger. In de reso
lutie van 29 April 1624 lezen wij, dat tot
curatoren zijn benoemd: Maerten Joris
Een der zalen van Maison de Klerk in
de Weenastraat was gisterenavond één
kolossale kapsalon waar tientallen dames
en heren met benijdenswaardige haardos
sen met schaar en kam onderhanden wer
den genomen. Het gold hier een voor
ronde van het nationale competitie-con
cours, georganiseerd voor en door het per
soneel in het kappersbedrjjf.
Nadat de geoefende handen van de kap
pers hun werk hadden gedaan, begonnen
de juryleden, gewapend met grote aante-
kenlijsten hun ronde om de punten te no
teren na een critisch bekijken van coupe,
krullen en golven. Het ging allemaal heel
precies, want er stond tenslotte een zilve
ren wisselbeker op het spel.
De dames kregen een moderne dag
coiffure die was voorbereid door middel
van een watergolf. De heren werden in
half-lang model geknipt en opgemaakt en
het was geen wonder dat tijdens het ge
zellig samenzijn na afloop van de wed
strijd de hoofden van de aanwezigen een
lust voor het oog waren.
Toen schaar en kam even rustten, sprak
de landelijke voorzitter, de heer T. J. A.
Sturkenboom uit Utrecht, over de sociale
kant van het vak.
Hij meende, dat de verzwaarde lasten
van de kapperspatroons al ruimschoots
waren gecompenseerd door de tariefsver
hogingen. Een loonsverhoging van 6 pet.
in plaats van 5 pet. voor de bedienden
achtte hij volkomen gerechtvaardigd. De
lonen in de C. A. O. vastgesteld waren
z.i. veel te laag.
Een gevolg van een en ander leidt tot
een tekort van kappersbedienden; er zijn
in den lande ditmaal slechts 150 nieuwe
leerlingen ingeschreven. Uiteindelijk wor
den de patroons zelf hiervan de dupe.
Voor een traineren van de komende
loonsherzieningen zouden de bedienden
moeten bedanken en hij deed een ernstig
beroep op de niet-georganiseerden, de be
dienden-organisatie door hun lidmaatschap
te verstevigen.
De jury was ietwat teleurgesteld over
het resultaat. De helft van de deelnemers
hadden de grens voor de finale nog niet
bereikt (deze finale wordt op 25 April a.s.
in de Handelsbeurs te Utrecht gehouden).
Voor het dameskapsel waren 270 punten
te halen. Vier deelnemers waren boven
de finale-grens van 204 punten gebleven,
n.l. mej. Fl. Wubbelink (le prijs), de heer
A. D. Kats-Lagrand, mej. M. v. Hoek en
mej. M. W. Zimmerman.
Voor het herenkapsel waren 360 punten
te halen. Tien deelnemers waren boven
de finale grens van 270 punten gebleven,
n.l. de heren H. Koekebakker (le prijs),
C. P. Kaat, J. F. Bierhuis uit Berkel, A. G.
Kemper, J. C. Willemsen uit Maassluis, B.
Loose, A. G. Heeren uit Schiedam, C. C.
de Geus, Jè Tonnekreek en Botermans.
Naar wij vernemen heeft een onlangs in
het Westland overleden 83-jarige onge
huwde man, die uit den tijd zijner vroe
gere geestelijke studie steeds den bij
naam van „de Bisschop" had behouden,
Z. D. H. den Bisschop van Haarlem tot
universeel erfgenaam van zijn zeer aan
zienlijk vermogen gemaakt, behoudens
eenige door hem vermaakte legaten.
Onder die legaten behooren schenkingen
aan verschillende St. Vincentius-Vereeni-
gingen in den omtrek zijner woonplaats
Zoo werd aan de St. Vincentius-Vereeni-
ging alhier 4000, aan die in Den Haag
10.000 en aan die in andere plaatsen le
gaten tot verschillend bedrag vermaakt.
(Nwe Schiedamsche Courant van 19 Fe-
buari 1904).
QAGBIAD VOOR SCHtfDAM fH OMSTRf K f N
76ste Jaargang No. 22378
Coij, Frans Brasser en Mr Muylwijk. In de
resolutie van 25 Januari 1635 worden „ghe
committeert tot Scholasters ofte Curateurs
over de Latijnsche Schole" de burgemees
ter Coij en de oud-Burgemeester Doen
Joriszoon Beijs.
Op Goede Vrijdag 3 April 1665 werden
geëligeerd tot Scholarchen ofte Commis
sarissen op le scholen", dr Adriaen van
der Dusse, en Ds. Lucas Meysterius, al
dus het Electieboek. Volgens deze electie
was het college van curatoren vervangen
door een commissie van scholarchen. Deze
laatste benaming vraagt een- nadere be
schrijving de scholarchen zijn het beste
te vergelijken met de sinds 1808 ingestel
de plaatselijke schoolcommissie. Deze
commissie van scholarchen had tot taak 't
toezicht te houden „op de scholen", dal
zijn de Latijnse en de Franse school. Aan
het onderwijs van de onvesmogende kin
deren werd in die jaren weinig aandacht
geschonken.
Op Goede Vrijdag 19 April 1680 werden
tot scholarchen geëligeerd Pieter van
Cleef (sinds 1666 al scholarch) en Ds.
Everardus Bronser. Ruim twee jaren la
ter, in de vroedschapsvergadering van 28
December 1682, werd „in deliberatie ge-
leit, wat voor heeren men behoort aente
stellen, tot het opsight en de goede ordre
op het Latijnsche School, alhier, ende zijn
daertoe genomineert ende gecozen, de hee
ren mr Theodorus van Bleijswijck, Bur
gemeester, mr. Gregorius Blaeuw Raedt
ende Pensionaris ende Dom. Everardus
Bronser bedienaer des Goddelijcken
Woordts alhier". Het college van curato
ren was hiermede opnieuw hersteld. Doch
de commissie van scholarchen bleef even
eens bestaan, en dat was nodig ook, daar
het onderwijs van de onvermogende kin
deren met de dag urgenter werd. Na deze
heroprichting is een geregelde opvolging
van leden in de college van curatoren.
Als op 20 Januari 1795 de Bataafse vrij
heid wordt uitgeroepen, krijgen de katho
lieken ook een kans, zitting te nemen in
het college van curatoren. De eerste, die
als zodanig daarvoor in aanmerking komt,
is een priester, en wel de pater Domini
caan Thomas van Beekom, die bij resolu
tie van 15 April 1808 als curator van de
Latijnse school werd benoemd. Tot 1818
heeft pastoor Van Beekom deze functie
vervuld. In genoemd jaar verliet Zijneerw.
de stad Schiedam. Na zijn vertrek heeft
tot aan 1870 geen katholiek meer zitting
gehad in het college van curatoren. In
genoemd jaar werd de Latijnse school on
dergebracht bij de Hogere Burgerschool.
Over deze laatstgenoemde school was een
commissie van toezicht gesteld, bestaande
uit vijf leden, waaronder ook een katho
liek, de heer J. A. Nolet Wz., die tevens
werden benoemd tot curatoren van de La
tijnse school, zoals wij in ons vorig arti
kel breder hebben uiteengezet.
L. A. ABMA.
Donderdag 18 dezer geeft, zoals reeds
gemeld, de Katholieke Kring in 't Pas
sage-Theater. voor zijn leden het blijspel
„Het dagboek van een deugniet", van A.
N. Ostrovsky, regie Peter Scharoff. Er
spelen o.a. in mede Guus Oster en Mien
Duymaer van Twist.
De Schiedamse Toneelvereniging „De
Dilettant" voert Zaterdag 13 dezer in
Musis Sacrum het toneelstuk „Een Moe
der" op van Cor Hermus, onder regie van
J. Nijs. De muziek wordt verzorgd door
C. v. Hasselt.
Donderdag 18 Februari a.s. zal er door
het blaaskwintet van het Rotterdams
Kamerorkest een concert worden gegeven
in de Aula van het Stedelijk Museum.
Leden van dit kwintet, geheel bestaande
uit leraren van de Schiedamse Muziek
school Centraal, zijn de heren: Thomas
Mayer (fluit), Peter de Wildt (hobo), Aart
Smit (klarinet), Maarten Smith (hoorn) en
Bertus v. ei. Brink (fagot).
Medewerking verleent de bekende con
certpianist Alex van Amerongen. Er zullen
werken van Teleman, Mozart, Rossini,
Ibert en Saint-Saens ten gehore gebracht
worden. Hoewel van hoge muzikale waar
de, zullen zeker de uit te voeren composi
ties ook door hen. die niet regelmatig
concerten bezoeken, gewaardeerd kunnen
worden.
Op de Vlaardingerdijk is gisteren ter
hoogte van de Rembrandtlaan onder het
wegdek een waterleidingbuis gesprongen.
Politie en Gemeentewerken hebben direct
de nodige maatregelen getroffen.
Ten nadele van C. v. d. K., wonende
Strijensestraat, is in de Blauwe Steeg een
fiets gestolen, die hij er niet op slot had
neergezet.
Vandaag hebben de heer en mevrouw
P. W. Seykens, wonende Nieuwe Haven,
hun gouden huwelijksfeest gevierd.
Advertentie.
De kantoren der Redactie en Admini
stratie zijn gevestigd te Schiedam, Dam
18, telefoon 66152 Giro-nummer 590943
Abonnementsprijs 6.25 per kwartaal.
2.15 per maand, „50 per week.
Advertentieprijs op gewone kolombreedte 0.15
per millimeter noogte.
Ingezonden Mededelingen op redactionele
kolombreedte 1 0.30 pei millimeter hoogte. Bij
contract geiden lagere tarieven, welke bij de
administratie ot bij de erkende advertentie
bureau* verkrijgbaar zijn.
Kampioenen (kleine advertentiën» tot 20 woor
den 50 cent Elk woord meer 3 cent. Maximum
60 woorden Plaatsing uitsluitend bij vooruit
betaling.
Alle advertentie-orders worden afgesloten en
geplaatst overeenkomstig de Regelen voor het
Advertentiewezen.
De 13-jarige H. P., wonende Gordon-
straat, is gisteren op de Noordvest met
zijn fiets tengevolge van de gladheid ge
slipt. Hij bekwam een lichte hersenschud
ding en werd door de Gen. Dienst naar
zijn woning vervoerd.
GEBOREN: Tir.y J., dr van J. W. Eijs-
bergen en T. Oosten; Jacobus A„ zn van
P. M. Hartog en J. C. M. Leliveld; Hen-
drika, dr van A. Schenk en H. de Jonge;
Bernardus G. M„ zn van H. W. G. Lans
bergen en C. G. M. Bakker; Wladimir,
zn van N. van Klinken en D. Borisenko;
Henderika dr van A. J. v. d. Zee en E.
van Donselaar; Willem P., zn van L. Dijks
hoorn en M. Lucieer.
OVERLEDEN: J. Th. J. de Jamaer 89 j.;
N. Snijders 80 j.
De lage, oude veestal staat scherp afgetekend tegen de heldere vrieslucht.
De houten luikjes van de wasemgaten, aan de Juwzijde van de stal, zijn
weggeschoven. De wasem van de grote koeienlongen en van warm, stomende
koeienlijven kolkt er uit. We stoten de knarsende, over de stenen slepende,
staldeur open en kijken in de halve duisternis van de laaggezolderde ruimte
of Barend binnen is. Ergens horen we het regelmatig gespriets van vloeistof
in een emmer. Meteen zegt een brommende stem; „Kom er in en trek die
deur achter je dicht." Halverwege in de stal zit Barend, pruim achter de
kiezen, klep van de pet in de nek, de koeien van hun vracht te verlossen.
„Heb je je vrije dag?" informeert hij.
„Nee buurman," zeggen we, „we hebben zogezegd vorstverlet en als het
niet zo guur was stonden we nu op de ijzers, maar nou komen we maar
liever eventjes buurten in je warme stal."
Vaag zien we een klep op en neer wippen, ten teken dat het begrepen is.
„Zeg Barend," vragen we, „hoe staan de mensen hier tegenover die aan
sluiting bij Schiedam?"
'n Hele poos horen we niets, maar dat moet je bij deze baas altijd rustig
afwachten. Hij is klaar met z'n koe, gooit de melk door de zeef en terwijl
hij ons in het voorbijgaan eventjes onderzoekend aankijkt, doopt hij een
twijfelachtig doekje in een bakje met 'n nog twijfelachtiger substantie en
begint daarmee de spenen van de volgende koe „schoon" te wassen.
De wetenschap, dat er in dat bakje een „desinfecterende" vloeistof moet
zitten, redt ons van sombere bijgedachten.
De stilte wordt al een beetje ongezellig, eindelijk, na een meesterlijk schot
pruimensap tussen de twee voorste koeienpoten door. schraapt Barend z'n
keel en komt hij los.
„Kijk eens jongmens",Barend voelt zich soms hinderlijk oud en wijs
„je schrijft nou wel aardige verhaaltjes in de krant over dat ouderwetse
Kethel, maar je zult toch moeten toegeven, dat er hier de laatste jaren heel
wat veranderd is."
We trekken vragend de wenkbrauwen op, pikken ook een melkstoeltje, dat
boven ons hoofd tussen een zolderbalk geklemd zit en wachten, ons even
wicht zoekend op het éénpotige stalmeubeltje, wat er komen gaat.
„En als jij denkt man, dat wij die veranderingen aan Schiedam te danken
hebben, dan ben jij er vies naast. Want kijk eens," vervolgt Barend, „door
al die stadse vluchtelingen, die hier onder de oorlog op de boerderijen zaten,
door de omgang met onderduikers, het ondergronds verzet, het gedwongen
werken in Duitsland en de militaire dienst van velen hier, in Indonesië, zijn
de jongelui van ons dorp veel moderner geworden dan wij vroeger waren."
Nu moeten we de lezers hier verklaren, dat Barend z'n oude stal vol heeft
staan met prachtig, veelal zelf gefokt stamboekvee en dat hij met het laatste
nieuws, op het gebied van voederen en bemesting, op de hoogte is. Hij over
ziet dus klaar, de oude en de nieuwe tijd.
„Buurman", zeggen we, „we krijgen zo'n gevoel, dat jij iets tegen Schie
dam hebt".
'n Heftig knikken en een grommend „sjuust" is het antwoord.
Als oud-stedelingen voelen we ons verplicht 'n lans voor Schiedam te
breken.
„Luister eens Barend," zeggen we, „jullie schijnt nu nooit tevreden. Kijk
rond, wat er allemaal in een paar jaar gebeurd is.
'n Pracht van een Tuindorp is gebouwd, de wegen zijn hersteld en ver
beterd, de waterleiding werd goedkoper en hier en daar naar nieuwe ge
bruikers geleid, we kregen een flinke riolering met een schitterend pomp
station, het contract met Delft over de levering van electriciteit werd niet
vernieuwd, nu komt de stroom van Rotterdam met een ondergrondse leiding
en we betalen het goedkope stadstarief.
Misschien heb ik nog wel het een en ander vergeten, maar wou jij buur
man dat geen verbeteringen noemen?"
Barend, die juist weer met een volle emmer naar de zeef moet, staat een
moment met een meewarig, spottend gezicht over ons heen gebogen, sprietst
langs onze oren een sappige straal in een vergeten dot hooi en zegt: „Als
ik direct weer op m'n gemak zit, dan zal ik je mijn mening hierover 'eens
uit de doeken doen, en zet wat er nu komt maar gerust in je krant, want
wat ik je hier ga vertellen is het gedacht van elke ouwe Kethelaar".
I. E. RIFERIO.
De gevolgen van de merkwaardige
weersgesteldheid van hedenochtend, heb
ben hier ter stede niet zulk een uitwer
king gehad als te Rotterdam. Bovendien is
de gemeentereiniging vannacht bezig ge
weest met het bestrooien van de Rotter-
damsedijk en het Koemarktplein.
Vrijwel in heel de stad kon het rijver-
keer normaal doorgang vinden, hoewel op
tal van plaatsen voorzichtig gereden moest
Het raadslid mr Engelsman heeft aan
B. en W. de volgende vrager gesteld:
1. Is het juist, dat de gemeenteraad van
Rucphen grond heelt bescnikbaar gesteld
aan een hier ter stede gevestigde carton-
nagefabriek. welke dus klaarblijkelijk van
plan is haar bedrijf daarheen te ver
plaatsen?
2. Is uw college ook bekend om welke
redenen dit bedrijf de voorkeur geeft aan
verplaatsing van de fabriek naar Rucphen?
3. Is uw college bereid te bevoegder
plaatse te informeren of bij deze voorge
nomen verplaatsing door het gemeente
bestuur van Rucphen geheel gehandeld is
in de geest van de circulaire van de minis
ter van Binnenlandse Zaken aan de col
leges van Ged. Staten, waarbij uitdrukke
lijk is gesteld dat de koeten, die de ge
meenten maken voor de vestiging van
industrieën in beginsel volledig ten laste
van de industrieën behoren te komen?
Noot. We kunnen hierbij aantekenen,
dat het hie' om de Nefaver gaat. Naar ons
ter ore kwam, wenste deze haar complex
hier ter stede te moderniseren, maar van
gemeentewege werd hiertoe geen toestem
ming gegeven, omdat de gemeente op het
standpunt staat, dat dit bedrijf zich op
de nieuwe industrie-gronden langs de
Schie moet vestigen. Het telt ongeveer 100
man personeel.
Dit jaar zullen twee van de zeven radar-posten langs de Nieuwe Waterweg
gereed komen; zij zijn opgericht aan de Sluisjesdijk en aan 't tankhoofd van
de Petroleumhaven te Rotterdam.
De gehele keten van radarposten waarmede de gehele Nieuwe Waterweg
van huiten Hoek van Holland tot in het hart van Rotterdam zal zijn
bestreken, zal in 1955 in werking kunnen zijn.
Dit zijn enkele punten uit een zeer belangrijke inleiding die de heer
J. M. F. A. van Dijk, directeur van het Ned. Radar Proefstation
in hotel Atlanta te Rotterdam hield voor leden
Verkeers-instituut.
van
lar
het
Nederlands
Een groot aantal prominenten w.o. de
Rotterdamse burgemeester mr G. E. v
Walsum, wethouder J. v. Tilburg, de ge
meente-secretaris de heer J. Hasper, de
heer J. de Vries, directeur-generaal voor
de Scheepvaart, de heer A. v. Anrooy,
voorzitter van de Radar-Commissie, tal
van vertegenwoordigers van grote ver
voersmaatschappijen als scheepvaartlijnen
en K.L.M., woonden de lunchvergadering
bij, die door de heer dr ir M. H. Damme
oud directeur-generaal van de PTT, werd
voorgezeten.
De heer Van Dijk achtte in de oorlog
voering de uitvinding van de radar be
langrijker dan die van de atoombom. De
radar stelde de westelijke geallieerden <n
staat, onzichtbare doelen op land, ter zee
en in de lucht op te sporen.
In oorlogstijd werd de havenradar ont
worpen ten behoeve van de haven van
Liverpool. Thans wordt geschat dat een
derde deel van de wereld-handelsvloot van
3000 ton en meer uitgerust is met scheeps-
radar.
De scheepsradar is allereerst bestemd
voor het gebruik op open water. Het ge
bruik ervan op binnenwateren bij slech'
zicht is zeer riskant, omdat men er niet
mee „om een hoekje" kan kijken.
De scheepsradar verhoudt zich tot de
ualradio als een kleine piano tot een con
certvleugel-
Ook wanneer er een keten van zeven
radarposten de Nieuwe Waterweg be
waakt, dan nog blijft het riskant bij slecht
zicht „binnengepraat" te worden. Het
beste blijft dat schepen die buitengaats
zijn ook buitengaats blijven of, wanneer
zij zich in de haven bevinden, niet uit
varen.
Wanneer echter een schip zich in de
vaargeul bevindt en dus in een dwang
positie verkeert, dan zal de radar van
zeer bijzondere waarde blijken. De kapi
tein blijft echter steeds verantwoordelijk
Een wal-radarpost heeft bovenop een
V
ète •♦"PAOaq.
Wl ANTfftNË
1BI„L
m*
"'v V.v'
fi?AC>
N
WMMWIM
sa
OVïftMACH-
TIHSS-RbtWE
am
Een der zeven icalradarposten
doorsnee.
antenne. Daaronder bevindt zich de ver
dieping met de zender-modulator-ontvan
ger. Daaronder de verdieping met de
radar-indicatoren, de schermen waarop
men kan zien wat zich in de verte afspeelt.
Het vertrek daaronder staat ter beschik
king van de Marine. Daaronder bevindt
zich de overnachtingsruimte. Geheel
onderin is het Diesel-aggregaat. Hiermede
is het mogelijk de post werkzaam te hou
den wanneer de electrische stroom zou
uitvallen
In het algemeen zal storing niet voor
komen, omdat alles in tweevoud is uit-
a.rititiililai&rtfim'
■finiiWiï''m
Een bocht in de vaargeul met drie
„lichlijnen' voor ivelker kruisingen
wordt gewaarschuwd.
gevoerd zodat onmiddellijk kan worden
overgeschakeld op een duplicaat, wanneer
een onderdeel weigert.
Een der grote voordelen van de radar
is niet alleen technisch maar ook psycho
logisch het vaststellen van de positie van
een schip ten opzichte van de lichtlijnen.
Een lichtlijn is een denkbeeldige lijn
midGen door een vaargeul. Men kan die
lijn volgen door twee op de wal geplaatste
lichtpunten in eikaars verlengde te zien
Bij een bocht snijden elkaar verschil
lende lichtlijnen. Nu kan een radarpost
aan een schip mededelen, of het dicht bij
een lichtlijnen-kruispunt is en hoeveel
graden koers moet worden gewijzigd, wan
neer dit kruispunt is bereikt. Gezagvoer
ders en loodsen zullen meer waarde hech
ten aan positie-informatie loodrecht op
de lichtlijnen dan in de lengte, hoewel
aeze ook van tijd tot tijd worden gegeven
Ook informaties worden gegeven bij het
passeren van een boei of bij het passeren
of achteropvaren van een ander schip en
waarschuwingen ten aanzien van voorrang
in het schepenverkeer.
De loodsen zullen een lichte, draagbare
radio-ontvang- en zendinstallatie mede-
krügen die op 12 geselecteerde golflengten
kunnen werken; bjj het passeren van de
verschillende radarstations kan dan van
het ene golfkanaal op het andere worden
overgeschakeld-
Veerdiensten hebben een eigen radio
golfkanaal.
De radar-loodsing heeft nog andere
facetten. Wanneer de veren vrij kunnen
varen zal een regelmatiger personeelsaan-
voer plaats vinden en worden vele kost
bare uren gewonnen. Hoewel in 1955 de
gehele radio-loodsing in bedrijf komt
de kosten draagt de gemeente Rotterdam
zal het nog wel even duren eer de be
dienaren ervan geheel geschoold zijn.
Rotterdam heeft zijn tradities hoog ge
houden door hier baanbrekend werk te
verrichten', ongetwijfeld zullen Antwerpen
Hamburg en Bremen volgen.
De interessante lezing die intense be
langstelling had, werd ingeleid door
ir Damme. Burgemeester Van Walsum
hoopte dat vele Rotterdammers een blij
vende belangstelling voor het Verkeers-
instituut zouden hebben.
worden Over het algemeen waren de
chauffeurs zo verstandig niet al te hart
te rijden.
Inmiddels is hedenochtend op de Dam
bij de beurs een Haagse kolenauto door
de gladheid van het wegdek naar de
Korte Haven toegegleden, tengevolge
waarvan hij op het ijs van de Korts Ha
ven terecht kwam. De wagen bleef ech
ter met de achterwielen aan de kademuur
hangen. De twee inzittenden konden zich
bijtijds in veiligheid stellen.
Het tramverkeer tussen Schiedam en
Rotterdam heeft nogal stagnatie onder
vonden.
Passage Theater: lm weissen Rös! (a 1
Monopole Theater: Opium voo-- Cairo
(14 jaar.
STEDELIJK MJISEUM
Tentoonstelling „Kinderen uiten zich"
van 10 Febr. tot 25 Maart dagelijks 25 u.
Stedelijk Museum: Concert blaaskwintet
R.K.O., 8 uur.
TONEEL EN MUZIEK
Donderdag 11 Februari
Schouwburg, 8 uur: „Anastasia" („Theater")
Lantaren, 8 uur: „Sebastiaan" (Rott. Co-
medie) (volw.).
BI08C0PEN
Programma's van 5 t/m 11 Februari
Arena: De verovering van de Mount Everest
(a" L Capitol: Salto des doods (14 j.); Cen
traal: De zoon van niemand (14 Cineac: De
waarheid omtrent ons huwelijk (strikt volw.)
Colosseum: De banneling van Ballantrae (14
Harmonie: De schatgravers van Doodskopeiland
(a. L)Lutusca: Zij, die van de zonde leven
(volw.); Luxor: De Ster (a. I.)Passage (Schie
dam): lm weissen Röss'l (a. 1.); Prinses: Anna
(volw.); Rex: Meedogenloos (14 J.); 't Venster:
De kleine wereld van Don Camillo (a. I. Vic
toria: De banneling van Ballantrae <14 J.>.
ROTTERDAM, 9 Februari 1954.
8 Februari, n.m.: 80 ton buizen, vletten, 340
ton copra 1/varen, 187 ton zaad 1/varen, 1050
ton fosfaat 1/varen Steln, 225 en 135 ton kunst
mest Walsoorden.
9 Februari, v.m.: geen wei...
De staatscommissie tot herziening van
de grondwet, ingesteld op 17 April 1950,
voorzitter de minister van Staat mr J.
R. H. van Schaik, heeft, naar wjj gisteren
reeds in een groot deel van onze oplage
berichtten, haar eindverslag uitgebracht.
Wjj herinneren er aan, dat de com
missie in 1951 een interimrapport uit
bracht, waarin werden behandeld: de
wijze van herziening der grondwet; de
overgang naar een nieuwe rechtsorde; uit
breiding van het aantal Kamerleden; uit
breiding van het passief kiesrecht; bui
tenlandse betrekkingen; vervallen verkla
ren van revolutionnaire vertegenwoor
digers van het lidmaatschap van vertegen
woordigende lichamen; drukpersvrijheid
en verbod van bepaalde uitgaven-
Het interimrapport is in het thans ver
schenen eindrapport opnieuw afgedrukt.
Het eindrapport is gedateerd 6 Jan. 1954,
Het beslaat 106 bladzijden, gevolgd door
17 minderheidsnota's en 12 tussentijds uit
gebrachte adviezen.
Uit de inhoudsopgave van het rapport
blijkt dat de commissie de grondwet in
twintig hoofdstukken wil verdelen (nu zijn
er veertien).
De commissie is ervan uitgegaan, dat
de hoofdbeginselen van onze grondwet als
beproefd, geen wijziging behoefden en zij
haar voorstellen diende te doen op de
basis van de historische continuïteit.
Met betrekking tot het noodrecht heeft
de commissie het standpunt ingenomen,
dat het geen aanbeveling verdient dit in'
het geschreven recht formulering te doen
vinden.
In de eerste afdeling van het tweede
hoofdstuk heeft de staatscommissie een
wijziging in de regeling van de troonop
volging voorgesteld. Zij heeft zich laten
leiden door de gedachte, welke in 1922
reeds voorop is gesteld, dat deze regeling
een blijvende nationaal koningschap moet
waarborgen. Voorgesteld wordt, het Ko
ninklijk Gezin en niet het stamhuis als
uitgangspunt voor de troonopvolging te
nemen.
Bij de regentschapsregeling opent de
commissie de mogelijkheid van een op
treden van een regentschapsraad voor het
geval dat onverhoopt geen geschikte can-
didaat voor het regentschap aanwezig is.
In het belangrijkste derde hoofdstuk
adviseert de commissie het budget-recht
van de Eerste-Kamer te beperken in die
zin, dat deze Kamer niet meer alle af
zonderlijke hoofdstukken ter goedkeu
ring krijgt voorgelegd. Voor de hoofd
stukken betreffende het Huis des Ko-
nings, de hoge colleges van staat en de
nationale schuld handhaaft de commis
sie de bestaande regeling, zodat deze
drie hoofdstukken de Eerste Kamer aan
leiding kunnen geven tot het houden
van algemene beschouwingen over de
algemene lijnen van het regeringsbe
leid.
De commissie stelt vervolgens voor
de zittingsduur van de Eerste Kamer te
laten samenvallen met die van de
Tweede Kamer hetgeen mede brengt dat
alle leden van de Eerste Kamer voortaan
tegelijk aftreden.
De commissie heeft overwogen of de
toenemende werkzaamheden (ook in het
buitenland) voor de Kamerleden aanlei
ding geven de mogelijkheid te openen
tot stemoverdracht of tot het invoeren
van 't systeem van plaatsvervangende
Kamerleden. Zij is hierbij tot een ne
gatief resultaat gekomen.
In het hoofdstuk van de godsdienst
is het voornaamste punt de regeling van
godsdienstoefeningen buiten gebouwen en
besloten plaatsen (processies). De com
missie stelt voor de bestaande beper
kingen te doen vervallen, doch wil de
mogelijkheid scheppen een verbod uit
te vaardigen op grond van vrees voor
verstoring der openbare orde en rust.
Verder wordt voorgesteld, dat de staat
zijn verplichting tot betaling van de
overheidstractementen aan predikanten
en geestelijken zal afkopen.
Ten slotte zij nog vermeld, dat tussen
tijds adviezen zijn uitgebracht met be
trekking tot de zittingsduur van de
leden van vertegenwoordigende licha
men in verband met staatsnoodrecht, de
minderjarigheid des konings, de ver
goeding voor leden van de Tweede Ka-
mer bij afwezigheid gedurende een hele
zitting, de vergoeding voor leden van
het seniorenconvent, de pensioenrege
ling voor Tweede-Kamerleden, stern-
overdracht en plaatsvervanging, de uit
oefening van het stemrecht door in het
buitenland verblijvend personeel van de
buitenlandse dienst, bevoegdheidsover
dracht aan supra-nationale organisaties,
de instelling van een speciale com
missie om na te gaan of een grondwet
telijke regeling gewenst is voor de in
veel collectieve arbeids- en ondernemers
overeenkomsten opgenomen verplichting
tot onderwerping aan een bindend advies,
de procedure tot grondwetsherziening en
ten slotte het nadere advies tot opne
ming in het artikel over de inhuldiging
des konings, dat deze geschiedt in de
hoofdstad Amterdam.
De commissie heeft 52 plenaire ver
gaderingen gehouden. Het aantal verga
deringen van de subcommissies bedraagt
meer dan 100.
Ook heden duurde de langzame ver
betering in de toestand van de H. Vader
voort. Volgens de Vaticaanse persdienst
was de Paus in staat „voldoende voedsel
via de mond" tot zich te nemen. Het
voedsel was van „half-vloeibare aard".
Zijn lijfarts, prof. Lisi, bracht hem
vanmorgen opnieuw het gebruikelijk be-
zoek.
Gisteravond mocht de Paus weer een
weinig beweging nemen in Zijn kamer.
Een lek in de gasleiding was oorzaak,
dat het echtpaar Brobbel, De Ruijterstraat
12, hedenmorgen bewusteloos is geraakt.
De man werd plm. 3.45 wakker on voelde
zich onwel. Hij begaf zich naar de keuken
en verloor daar het bewustzijn. Toen hij
weer bij kwam, vond hij zijn vrouw be
wusteloos in bed. Hij heeft haar nog naar
een andere kamer weten te brengen, maar
werd toen zelf opnieuw onwel.
Op zijn hulpgeroep snelde zijn buurman
v. d. L. te hulp en nam de nodige maat
regelen. ITit het onderzoek bleek, dat
beide echtelieden door gas waren be
dwelmd. Hun toestand is nu weer goed
te noemen.
250
175
30
20
De uitslagen van Dinsdag zijn
J. H. van Duijl M. Oostveen 10-
15.62 83 16 16 0
43.75 14 4 7 0
1.578 13 19 3 0
0.606 18 33 2 0
WaterM. Kooij 5—5.
3 75 150 33 25 2
2.86 100 15 26 2
1.666 21 18 3 0
0.540 15 37 2 0
16
4
19
33
P.
33
15
18
37
2
2
2
2
d.
0
0
2
2
0.
5.18
3.50
0.684
0.545
4.54
6.66
1.166
0.405
Sinds gisteren is in het ziekenhuis te
's-Gravenhage een nieuwe alastrim-pa-
tiënt opgenomen, zodat het aantal zie
ken nu 22 bedraagt. De nieuwe patiënt
is in quarantaine geweest op Ockenburg
(Van onze correspondent)
Te Arnhem is de 89-jarige weduwe C.
V.—A. in de Spoorwegstraat, die te dicht
bij een gloeiende kachel zat, in brand
geraakt en zó ernstig gewond, dat zij
vandaag in het Gemeenteziekenhuis aan
de bekomen brandwonden is overleden.
Midden in het Westfriese bollengebied.
het stamland van vele tulpenvariëteiten
als William Copland, Rose Copland en
Krelage's Triumph, in Bovenkarspel na
melijk, zal op Woensdag 17 Februari de
Westfriese Flora worden geopend.
De tentoonstelling heeft dit jaar met
een ernstige hinderpaal te kampen gehad,
want de bollen lieten zich slecht „trek
ken". Dit trekken, waaronder men verstaat
het op geforceerde wijze tot bloei brengen
van de bollen, ondervond moeilijkheden
door de hoge temperaturen in October,
waardoor de bloemontwikkeling in de bol
werd geremd.
Deze moeilijkheid kon evenwel worden
overwonnen en zo zullen er straks rond
90.000 bloemen te bezichtigen zijn op deze
Flora, welke kwekers en exporteurs wil
laten kennis maken met de nieuwe aan
winsten en de kwaliteit wil tonen van de
in West-Friesland gekweekte handels
soorten.
Vandaag een jaar geleden, op 10 Fe
bruari, werd de eerste gemeenschappe
lijke Europese markt werkelijkheid voor
steenkolen, ijzererts en schroot. Jean
Monnet zei op die dag: „Sinds vanmorgen
zijn wij, Duitsers. Belgen, Fransen, Neder
landers, Italianen en Luxemburgers
Europeanen geworden. Er zal geen Duitse
steenkool en geen Frans staal meer zijn
maar de Europese steenkolen en 't Euro
pese staal zullen vr\j van 't ene land naar
het andere vervoerd kunnen worden, alsof
er slechts één land bestaat met 155 mil
lioen verbruikers."
Deze woorden waren misschien wat a]
te optimistisch, feit is dat op een beperkt
gebied dat echter fundamenteel is voor
de ontwikkeling zowel economisch als
sociaal, van de zes ieden-staten van de
Gemeenschap de Hoge Autoriteit bevoegd
heden verwierf die tot dusverre door de
nationale regeringen werden uitgeoefend
De voornaamste belemmeringen bij de
onderlinge uitwisseling van de producten,
die vallen onder de Europese Gemeen
schap voor Kolen en Staal (douane
rechten, contingenten en deviezenbelem-
meringen) en de voornaamste discrimina
ties op het gebied van de prijzen der
producten en op het terrein van het tran
sport zijn verdwenen. De uitwisseling van
de goederen is sterk toegenomen.
Het meest in het oog springende en
meest onmiddellijke gevolg van de open
stelling der gemeenschappelijke markt is
een sterke toeneming van het handels
verkeer tussen de landen van de Gemeen
schap. Alle zes landen en alle producten
van de Gemeenschap hebben die opgaande
lijn gevolgd.
De uitwisseling van steenkool tussen
Frankrjjk en het Saargebied niet meege
rekend, was er toch een grotere in- en
uitvoer van steenkolen tussen de zes
landen van de Gemeenschap onderling, die
3.425.000 tonnen groter was (21,7 pet) in
1953 dan in het voorafgaande jaar 1952.
De in- en uitvoer beliep in
1953 19.265.000 ton
1952 15.840.000 ton
Verschil 'n toeneming met 3.425.000 ton.
Deze toeneming van de onderlinge in- en
uitvoeren is des te merkwaardiger omdat
zij plaats had in een periode waarin het
steenkoolverbruik over het algemeen iets
terugliep, voor sommige groepen verbrui
kers zelfs met 7 pet. in vergelijking
met 1952.
Voor de verschillende landen afzonder
lijk ziet het beeld er uit als volgt:
Kolen producerende landen
Duitsland
België
Frankrijk met het
Saargebied
Nederland
1000
1.235
1.272
671
247
36,1
37,1
19,6
7.2
Kolen ontvangende landen
1000
453
489
»/o
13.2
14.3
690
833
37
997
20.2
24.3
LI
29 1
en
Duitsland
België
Frankrijk met het
Saargebied
Italië
Luxemburg
Nederland
Het is ten dele aan de vergrote
uitvoer tussen de landen van de Gemeen
schap te danken, dat de invoer van Ameri
kaanse steenkolen terugliep van 16.339.000
ton in 1952 tot 6 527.000 ton in 1953. Een
vermindering met. 60 pet.
Er valt ook een vermindering te con
stateren van de invoer uit alle derde
landen buiten de Gemeenschap. De invoer
beliep in 1952 22.310.000 ton tegen 13.578.000
ton in 1953. De vermindering bedroeg
8.732.000 ton.
Deze hoeveelheid is kleiner dan de hoe
veelheid die minder uit Amerika werd
aangevoerd omdat de uitvoer uit Engeland
naar de landen van de Gemeenschap
toenam.
De uitvoer uit de landen van de Gemeen
schap naar andere landen var. de Gemeen
schap is eveneens toegenomen en wel van
4.452.000 ton in 1952 tot 5 839.00ft ton in 1953
Voor het erts leverde de openstelling
van de gemeenschappelijke markt zeer
belangrijke veranderingen op. In Januari
en Februari van het vorig jaar werden
gemiddeld 959.000 ton per maand verzon
den. In alle maanden na de openstelling
van de gemeenschappelijke markt met
uitzondering van de stakingsmaand tn
Frankrijk kon de uitvoer worden ge
handhaafd op meer dan 1.100.000 ton per
maand.
Voor het schroot spreken de cijfers nog
sterker. In Januari en Februari werd ge
middeld per maand slechts 35.000 ton
schroot geleverd van het ene land binnen
de Gemeenschap naar het andere. Van
1 Maart tot 1 December liep dit zelfde
maandgemiddeldé op tot 77.000 ton. Gedu
rende de eerste elf maanden van 1953 werd
in de verschillende landen uit de andere
landen van de Gemeenschap aangevoerd
758.00 ton schroot tegen 396.000 ton in
dezelfde periode van 1952.
Het is duidelijk dat alle doeleinden van
het verdrag niet in één jaar verwezenlijkt
konden worden. Ook de gemeenschappe
lijke markt toonde nog gebreken. De Hoge
Autoriteit heeft echter voor de volkomen
verwezenlijking van de bepalingen van het
Verdrag een overgangstermijn van 5 jaren
tot haar beschikking.
Dinsdag zijn in een bijeenkomst te Lu
xemburg met de vertegenwoordigers van
de regeringen van de zes leden-staten
der K.S.G. de vooruitzichten besproken
betreffende de ontwikkeling van de ko
len-markt in het tweede kwartaal van
1954.
Volgens de gegevens verstrekt door de
vertegenwoordigers van de regeringen
zullen in het tweede kwartaal meer dan
voldoende steenkolen en cokes beschik
baar zijn ter dekking van de behoeften.
Aan een verdeling van de beschikbare
brandstoffen binnen het kader van de
gemeenschap behoeft dus niet te worden
gedacht.
Er kwam een zekere ongerustheid tot
uiting over de voorraden die nog steeds
bij de mijnen liggen opgeslagen en die
als gevolg van de koude-periode niet
belangrijk zijn ingekrompen. Er is wel
een vermindering van de voorraden huis
brandkolen geconstateerd, maar wegens
het bevriezen van de waterwegen werd
de afvoer van industriekolen van de mij
nen onmogelijk. De hoop bestaat, dat
sommige afnemers hun eigen voorraden
hebben moeten aanspreken en dat na de
vorstperiode de mijnen grote hoeveelhe
den naar haar afnemers kunnen verzen
den.