w -
DOUBLE EN REDOUBLE
PUZZLE
IA
VOOROOdG
DE RECHTGELEIDE?
FUOW
BR1DGE-RUBRIEK
is m m
m m
DE HEILIGE VAN DE WEEK
HET GRABBELTONNETJE
AVONDHEMEL IN MAART
Enkele regie-tips
ÉH'wm\ A
Onze dagelijkse
BUSSINK'S DEVENTER KOEK
Vorige vragen
beantwoord
Tien nieuwe vragen
Huis-, tuin- of keuken-
puzzle
ZA1EKDAG 6 MAAKT 1954
Hans van Befgeji
m
m m
p a b öj
t m' m m m
VaW
p x a
I 'Q O ïTO,
ed'da
..s >.tt
a a a
mM
f
Oplossing van gisteren
H. Gabriel d&V Addolorata
CORRESPONDENTIE-ADRES:
POSTBUS 8, HILVERSUM
Regisseren is een moeilijke taak. Ik
kan het U clan ook onmogelijk in een
enkel artikeltje leren, zelfs niet in een
lange reeks van artikelen. Wat ik nu
dan wil is: slechts enkele tips geven
aan de regisseurs van die verenigingen,
die bij gebrek aan een ervaren regisseur
gedwongen zijn uit haar eigen midden
een regisseur aan te wijzen.
Van het allergrootste belang is op de
eerste plaats, dat de spelers het stuk
begrijpen. Ik heb het hier niet over hun
rol, maar over het stuk. De rol komt pas
op de tweede plaats.
Gezamenlijk moet er een stuk ver
tolkt worden, dus moet de individuele
rol even op de achtergrond treden. Het
gaat hier niet om persoonlijke presta
ties, maar om een gezamenlijke presta
tie van de club. Hiertoe moet eenieder
meewerken. Hiervoor moeten persoon
lijke belangen en persoonlijke eerzucht
wijken. Dit vereist een teamgeest.
Het stuk moet op de eerste plaats dus
door iedere medewerkende door en door
gekend en begrepen worden.
U zult dit misschien als een volkomen
overbodig advies kenmerken. De prac-
tijk wijst anders uit. Het komt maar al
te vaak voor, dat men eenvoudig zijn
rol leert zonder van het stuk in zijn ge
heel kennis te nemen, laat staan het
stuk te begrijpen. Men beschouwt zich
zelf dan eenvoudig als eenling, die
straks schitteren moet op de planken.
Men neemt genoegen met kennis te ne
men van het karakter, dat men uitbeel
den moet en men bestudeert zijn eigen
rol zonder de minste interesse voor de
andere rollen. Vooral bij de zogenaam
de „zware" stukken 'komt dit heel vaak
voor. Men denkt ook dikwijls, dat men
het stuk in zijn geheel wel leert kennen
op de verdere repetities.
Men begrijpt de gevolgen van een
dergelijke houding tegenover het spel.
Begrip van eigen rol vereist eerstens
begrip van het hele spel. Maar wat moet
er op deze wijze van het gezamenlijke
spel terecht komen? Het wordt louter
een vertolking van naast elkander
staande rollen. En waar blijft het vor
mende en culturele element op een der
gelijke manier?
De regisseur dient er dus op de eerste
plaats voor te zorgen, dat al zijn mede
werkers het gehele spel kennen en vat
ten.
Hiervoor moet hij het voorlezen en
desnoods nog een tweede keer voorlezen
en uitleggen, nog voordat hij de rollen
gaat verdelen!
Hij moet de karakters uitleggen en de
situaties en de verschillende reacties in
de zich voordoende conflicten aanne
melijk maken. Hij moet het stuk door en
door bespreken.
Dan pas moet hij overgaan tot het
verdelen van de rollen. De leden van
de vereniging kennen nu elke rol en
haar karakter en weten dus, of zij deze
of gene rol kunnen aanvaarden of niet.
Kent de regisseur zijn spelers nog niet
al te best, dan is het aan te raden, dat
hij het spel nogmaals laat voorlezen en
nu door de spelers zelf in een voorlopi
ge rolverdeling, die hij tijdens het voor
lezen naar willekeur veranderen kan.
Is het eenmaal zover, dat de rollen
definitief zijn uitgedeeld, dan worden de
data van de eerste repetities vastgesteld.
Maar er wordt nog geen enkele rol in
gestudeerd!! Er wordt slechts gelezen en
nogmaals gelezen!
Iedere speler leest en herleest het stuk
thuis in zijn geheel, totdat er hem of
haar niets meer van het stuk ontgaat.
En op de eerste repetities wordt er ge
speeld met het teksboekje in de hand!
Alleen deze methode waarborgt straks
een evenwichtig teamspel. En de regis
seur kan op deze manier, als hij het
nodig oordeelt, altijd nog een verande
ring in de rolverdeling aanbrengen,
zonder dat hier veel kostbare tijd, die
reeds aan het instuderen van de rol is
gewijd, wordt weggegooid. Een derge
lijke rolverandering wordt dan ook min
der pijnlijk gevoeld. Over het algemeen
moet men het verlies van een of andere
rol nooit te veel betreuren, als hiermee
het stuk en straks de opvoering van het
stuk gediend zijn.
Na enkele weken van herhaaldelijk
lezen van het stuk en na enkele repeti
ties met het tekstboekje in de hand be
gint de eigenlijke instudering van de
rol.
Nu moet de regisseur streng optreden,
want verdere repetities met boekjes in
de hand zijn uit den boze! En hier moet
stipt de hand aan gehouden worden, wil
men op de uitvoering zelf een degelijke
rollenkennis waarborgen.
De regisseur dient nu wel iedere re
petitie duidelijk aan te geven, welk ge
deelte op de eerstvolgende repetitie ge
repeteerd zal worden, zodat de spelers
hier rekening mee kunnen houden bij
het instuderen van hun rol.
Ook dient het aanbeveling, dat niet op
iedere repetitie domweg maar een heel
bedrijf onder handen genomen wordt.
Men kan bepaalde moeilijke scènes uit
een bedrijf nemen en deze op één avond
herhaalde malen achter elkaar repete
ren. En voor bepaalde scènes zijn meesal
niet meer dan 2 of 3 spelers vereist.
Voor deze heeft men dan ook niet een
geheel repetitie-lokaal nodig, zodat deze
scènes (liefst buiten de gewone repeti
ties om) bij de regisseur of een van de
spelers thuis gerepeteerd kunnen wor
den. Op deze manier, kan de regisseur
aan bepaalde personen of bepaalde
scènes meer speciale aandacht besteden
zonder door andere rompslomp te wor
den afgeleid.
Op de eerste repetities met het tekst
boekje in de hand moet echter wel het
stuk telkens in zijn geheel gerepeteerd
worden!
wm wm anw
No. 1971. 6 Maart 1954
Redactie: G. J. A. VAN DAM,
Vossiusstraat 18B, Amsterdam-Z.
OPLOSSINGEN
No. 2801. (v. D.) 19, 10, 18, 2. 16 w.
No. 2802. (v. D.) lü, 8. 13, 29 w. (Zonder
schijf op 17 in de beginstand).
No. 2803. (v. D.) 19. 37. 4 w.
No. 2804. (v. D.) 10, 17, 7, 4 w.
No. 2805. (Stuurman). 4238, 3429, 19,
28, 3, 5 (31), 47X37 (30 of?), 49—43, 41—37
w. Een fraai geheel, jammer is de aan
wezigheid van de volgende B.O. 3439, 19,
28, 5, 28 (46), 43 (14), 3 wint, welke inder
tijd bij de plaatsing in de K. v. D. 1942
schijnbaar niet is opgemerkt en ook aan
de auteur niet bekend is, want de heer
Stuurman heeft mij deze compositie voor
herplaatsing gezonden, zonder de B.O. te
vermelden. De constructie is gelukkig te
redden door in de beginstand 37 op 38 te
plaatsen, met als eerste zet 42—37.
No. 2806. (v. d. Boogaard). 24, 41, 44, 10,
30, 43, 12. Op sublieme wijze heeft de heer
v. d. Boogaard hier een prachtig eindspei
van de bekende eindspel-componist J. F.
Moser in probleemvorm verwerkt. Indien
zwart nu speelt 27, wint wit door 8 (22),
3 (37A), 17 (20), 14 enz. Op zw. A 38 door
17 (20), 14 (42), 3 enz. De ondervar. zijn nu
niet moeilijk meer.
No. 2807. (Leo Springer). In dit interes
sante eindspel, waarin schijnbaar voor wit
op geen enkele manier winst is te behalen,
wint wit niettemin vrij simpel door twee
verrassende openingszetten, namelijk
427! (47) en 22!!, waarna op 4741 volgt
31!; op zw. 18 volgt 13; op zw. 17 volgt 6
(47—41), 28 (46) en 5. Wit mag als 1ste zet
niet spelen 24—19, want dan forceert zwart
remise door 47!, 19—13 (dreigt 42, waar
door 3641 wordt belet), maar zwart speelt
dan 47—41, 27, (14), 47, 9 remise! Een klein,
maar fijn eindspel, in zijn genre even
mooi als het nu volgende miniatuur-spel-
studietje van zijn vader, de oud-wereld
kampioen.
No. 2808. (B. Springer). 37!! (dreigt 29,
zodat zw. 2024 gedw. is). Wit mocht niet
direct 29 spelen wegens zw. 26, ook moch:
wit niet spelen 1. 3727 om na 2126 met
29 te vervolgen, want zw. zou dan spelen
1. 20—24!, 16 (22), 17 (23—29), 23 en zw.
19X48, 17—11 (of?), zw. 48X30, 11X2 (35!),
30 en zw. 35X47!! Daarom wit 1. 4237.
(zw. 20—24 gedw.). 2. Nu 2. 31—27 (26
gedw.) 3. 31. 4. 41, waarmede wit reeds
twee schijven heeft geofferd, maar thans
is hij dan ook in de gelegenheid tot de
winnende dwang-zet 5. 3429!! Zeer mooi
is het verband tussen deze zet en de voor
afgaande zetten, waardoor zw. gedwongen
werd 20 op 24 te brengen. Nu is zwart ge
dwongen tot 14—20 of 2430, waarna wit
wint met 6. 29—23 en 7. 33X4.
VOOR ONZE LADDERWEDSTRIJD
In aansluiting op de diverse constructie
mogelijkheden, welke ik reeds gepubli
ceerd heb op het zogenaamde „trio
thema", waaronder ook de nos. 2801 tot
en met 2804 vielen, volgen hieronder nog
maals een viertal composities op dit the
ma, thans in combinatie met mijn „water
val-systeem".
moetgezien tot 17 Maart a.s. aan het bo
ven deze rubriek vermelde adres.
Tussen mijn paperassen vond ik ook nog
de onderstaande constructie, welke geheel
in deze serie past, maar waarbij ik con
stateerde, dat op het klad-diagrammetje
noch mijn eigen naam, noch die van een
ander problemist vermeld stond, en ik
herinner me niet meer of ikzelf deze com
positie heb samengesteld, maar zij is in
elk geval de moeite van een bespreking
waard.
STAND Ne. 2799
Begin
STAND No. 2800
Einde
'99
m'm O SS 9
O. D_ 'O
O. 0,
Stand: Zw. 7—10, Stand: Zw. 14, 24,
12, 14, 17, 18, 21, 22, wj. .-
25, 36. Wit 23, 24, 25' D- 20' Wlt
26, 28, 30, 33, ,34, 34. wit spl. en W.
37—40, 47. Wit sp.
en w. (Met naspel).
De afwikkeling van no. 2799 is als volgt:
1. 38—32!, 18X27. 2. 47—41!, 22X35. Men be
merkt dat de typerende „drieslagen" hier
precies één horizontale rij nogei p.aats
vinden. Het vervolg is nu 3. 37—31. 4.
31X15. 5 26X8, zw. 35X24, waarmede de
stand van diagram no. 2800 is bereikt.
Ondanks het feit dat zwart een dam en
een schijf meer heeft dan wit, verliest
hij, want wit haalt dam op 3! Men lette
op dit veld, want dit veld is het ware
brandpunt van de nu beginnende strijd.
Zwart is thans gedwongen tot 14—19,
waarna wit verrassend laat volgen 7.
3430!, 24X35 gedw. 8. 15X13, 35—40 gedw.
9. 3—17, 40—45. 10. 17—50, 25—30. 11. 13-8,
3034. 12. 83!! Weer damhalen op 3 en
niet op 2, want dan kan zwart nu remise
maken door 3439 en 4550. Thans kan
dit niet, omdat wit dan slaat 50X6 en op
45—50 wint door 3—17! Zwart is dus gedw.
tot 12. 34—40 en wit gelegenheid heeft
zwart rustig af te wachten, hetzij door van
3 naar een der velden op diagonalen 325
of 3—26 te spelen, hetzij door 50—6, dat
eveneens wint.
CORRESPONDENTIE
Heer A. G. Jr. te Rotterdam. Uw vraag
inzake no. 2805 vindt U bij de oplossing
beantwoord. Inmiddels dank voor Uw in
zending. Gaarne verwacht ik er meer!
No. 2813
Remus I
«Mi
v4 w.
No. 2814
Romulus I
|r
9
Stand: Zw. 4, 8,
10—14, 17, 21, 22, 25,
27, 30. Wit 19, 23, 24,
28, 29, 32, 35, 37—40,
43, 44. Wit speelt en
wipt. (Van Dam.)
Opgedragen aan Leo
Springer.
No. 2815
Remus II
Stand: Zw. 2, 5, 6,
8, 10, 12—14, 17, 21,
22, 25. 27. 30. Wit 19,
23, 24, 28, 29, 32,
35—38, 40, 43, 44.
Wit speelt en wint.
(Van Dam). Naspel
uitwerken. Opgedr
aan J. v. d. Boo
gaard.
No. 2817
Romulus II
(Schaakredacteur P. A. KOETSHEID,
Huize St. Bernardus, Sassenheim.)
(Zaterdag 6 Maart 1954)
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK
De tweezet, die we ditmaal brengen, be
handelt een thema, waarvan we tegen
woordig minder voorbeelden aantreffen.
Persoonlijk zijn we er nog steeds liefheb
bers van.
Pachman, de auteur van no. 7110, weet
steeds iets bekoorlijks in zijn problemen
te verwerken en daardoor beloont hij de
moeite van het oplossen.
Het is verwonderlijk, dat de ruim tach
tigjarige dr Palkoska nog zulke verdien
stelijke opgaven componeert en in wed
strijden vaak nog een ernstige mededinger
blijkt. Dit bewijst weer no. 7111.
No. 7111
Dr E. PALKOSKA
lè Prijs White's Memoriaaltournooi 1953
Mat in drie zetten
Wit: Kh7, De8, Tb2—h2, Pc4—g4; e2.
Zwarti Kei, Db7, Ta7, Rd8, Pa6; a5, d4,
d7, f4, f7. g7.
CORRECTIE VAN No. 7108
Wit: Kc4, Da6, Tgl, Ra8; b3, d4, g5.
Zwart: Ka2, Ra3; b4, g7. De beide pion
nen op de g-lijn behoren een veld hoger
te staan. In de diagramstand ontstond
door 1 g4—g5 een nevenoplossing, waartoe
men licht komt, omdat de auteursoplos
sing iets verrassends in zich bergt.
PROBLEEMOPLOSSINGEN
No. 1701. J. J. Rietveld. Opl. 1. Pf5—e3
dreigt 2. Tc5—c4ff. De weerlegging tegen
1. Pf5e7 is 1Dh3d3.
No. 7102. A. P. Guljajev. Opl. 1. Rb2—c3
dreiging 2. Pe5—c6 enz. 1Tf4:, T
anders, P ad lib., c7c5.
I. Delft, Pd5f, Pc4f, Rd2f enz. Ge
schiedt 1. Pe2, dan Dc4f enz.
Beide problemen werden goed opgelost
cfoor: A. F. van Asten te Asten; ir A.
Bergstein, Geleen; G. Bogaers, Tilburg;
A T. Croïn, Delft; J. Dickhaut, Nijmegen;
F J. Fokkelman, Hengelo; H. Th. v. Goor,
Voorburg; pastoor P. v. d. Heijden, Budel-
Schoot; T. Jansen, Rotterdam; J. A. H.
Kersten, Arnhem; dr R. J. F. Nivard, Nij
megen; J. G. M. Vos, Rijswijk; C. v. d.
Weide, Rotterdam.
No. 7101 door mr dr R. Bromberg, Roer
mond; M. v. d. Burgt, Utrecht; W. H.
Haring, Schipluiden; Paul Raschdorf, Han
nover; F. J. F. Vismans, Rotterdam.
No. 7109
W. H. HARING, Schipluiden
Eerste plaatsing. Mat in twee zetten
natuurlijk met natulirhoning
Een van de beste wapens die een wed
strijdbridger bij het tegenbieden gebrui
ken kan, is de informatiedouble. De part
ner is verplicht daarop zijn beste kleur
te laten horen, echterals die „beste
kleur toevallig de kleur der tegenpartij
is en de speler overigens haast niets in
handen heeft, kan er in een enkel geval
toch wel eens een ernstig verlies ont
staan. Daar iets dergelijks echter zeker
niet meer dan een keer in de 50 gevallen
voorkomt, is er geen reden om in de
overige gevallen de succesrijke informa
tiedouble niet te gebruiken.
Wat er gebeuren kan als de partner
eens een zeer ongunstige kaart heeft,
leert ons het spel 82 van de match USA
—Holland.
4> V 8 7 6 4
V 7 3 2
O 9 4
10 9 7
9 B 3
C? H 9 6 5
O B 8 7 2
A A B 5
A H 9 5 2
C V B
O H V 3
*643
Stand- Zw. 8, Stand; Zw. 2, 8—12,
mlu ia 21 23 27 14, 17, 21, 22, 25, 27,
rt Wit 19 23 30 33: Wit 19' 23' 24'
30, 33. Wit 19. zj, „7 40
24, 29, 32, 35, 36, 38, 43*4g( 4^ 43. Wit
40, 42—44. Wit sp. speeit en wint. (v.
en wint .(v. Dam). Dam.) Var. uitwer-
Opgedragen aan J. ken. Opgedr. aan
H. H. Scheijen. H. van Meggelen.
No. 2817 is een merkwaardige record
constructie. De deelnemers aan de ladder
wedstrijd zijn niet verplicht te vermelden,
waarin dit record of maximum is gelegen,
maar ik ben wel benieuwd wie dit weten
aan te geven. Zij toch bewijzen dan daar
door niet alleen goed te kunnen oplossen,
maar iets van de constructiegeheimen def
problematiek te verstaan. De oplossingen
van deze vier composities worden tege-
10
9 A 10 8 4
O A 10 6 5
H V 8 2
Oost gever, NZ kwetsbaar.
Aan tafel II opende de Amerikaanse
Oost met 1*. een normaal openingsbod.
De Nederlandse Zuid doubleerde, een
alleszins verantwoorde informatiedouble
met drie sterke kleuren. Terecht zei
West nu „redouble", want zijn spel be
vatte 10 punten (ongeveer 2 honneur-
trekken). Noord kon niets bieden en
moest dus wel passen, Oost paste ook en
Zuid mocht zien hoe hij zich uit de moei
lijkheden werkte. Zuid bood eerst 2*.
doch toen die door West gedoubleerd
werden, trachtte Zuid door een „redou
ble" in een beter contract te komen. Deze
laatste „redouble" werd nl. als b.O.b.-
bod gespeeld en Noord moest dus van de
overblijvende kleuren zijn beste tonen;
die „beste" was C? 7 3 2 en Noord
kwam dus met 2Cp op het tapijt. West
doubleerde dit bod natuurlijk ook en het
werd géén Nederlands succes. Oost speel
de Cp Vrouw voor, genomen met Zuids
aas en Heer na, die West liet lopen;
hierop kwam <C> 6. waarna Noord's 9
door Oost met de O Vrouw genomen
werd. Oost trok Q Boer na en NZ kon
den nu niet meer maken dan 2 CP-slagen,
0 Aas en één *-slag. Vier down, 1100
voor USA
Het enige bezwaar dat we tegen de
Nederlandse bieding hebben is, dat Zuid
in de tweede biedronde beter 1 SA had
kunnen zeggen; zonder twijfel zou dat
bod ook gedoubleerd zijn en nu had Zuid
door een „redouble" de kans gehad dat
Noord met een bod van 2 te voor
schijn was gekomen. Vermoedelijk zou
dat ook gebeurd zijn, alhoewel dat con
tract net zo goed zeer zwaar down ge
gaan zou zijn.
Aan de andere tafel gebeurde oor
spronkelijk hetzelfde. Oost 1 Zuid
double, maar nu liet West de kans glip
pen en inplaats van te redoubleren, deed
hij het onvoldoende bod van 1 SA,
waarop iedereen paste. Noord kwam met
CP 7 uit en Oost won de eerste slag. Uit
Oost werd 2 nagespeeld, Zuid de 10,
West de boer, Noord de 9 Vrouw. Noord
speelde Q door, maar meer dan 3 slagen
konden NZ in het tegenspel niet maken.
1 SA met 3 overslagen, 180 voor Holland.
Een schamele compensatie voor de 1100
verloren punten van de anderé tafel,
maar zelfs een niet-kwetsbare manche
zou ver onvoldoende geweest zijn (400
punten). De verzuimde redouble veroor
zaakte het grote verlies. Was die redou
ble wel gegeven en hadden de Hollandse
OW-spelers dit spel goed tegengespeeld,
dan zouden de Amerikanen eveneens
1100 verliespunten te boeken hebben ge
had. MIMIR.
No. 7110
VL. PACHMAN,
Lidova Demokracie 25-12-53
Mat in drie zetten
Horizontaal: 1. ramp; 6. plaats in Noord-
Holland; 12. aanzien; 13. reeds; 15. slede;
16. ongedierte; 17. zangnoot; 18. deel van
een vliegtuig; 22. sportterm; 23. vermoeid;
24. nieuwe wereldtaal; 25. kloosterzuster;
27. vreemde munt; 29. holte ir de muur;
31. militaire opleidingsschool; 33. oud
(Eng); 35. melkklier; 37. volk; 39. deel van
het been; 40. ^deel van een theepot; 41.
meisjesnaam; 42. sportartikel; 43. het Ro
meinse rijk; 44. heilige; 45. uitroep; 47.
verbond; 49. Indisch gewoonterecht; 51.
wijsje. (Eng.); 53. Griekse letter; 56. vogel;
58. slot; 59. groot water; 60. boom; 62.
bijbelse naam; 63. plaats in Gelderland;
65. pausennaam; 67. stuk grond; 69. zang-
noot; 71. deel van het jaar; 74. gewicht;
75. meisjesnaam; 77. soort onderwijs; 78.
voorzetsel (Eng.); 79. vreemde munt; 80.
ouderwetse dans; 81. projectiel.
Verticaal: 1. groot bos; 2. ontkenning; 3.
gewicht; 4. plaats in Noord-Holland; 5.
soort onderwijs; 7. vis; 8. strijdperk; 9.
7.0 God wil (Lat.); 10. ieder; 11- windrich
ting; 14. gelofte; 18. rivier in Italië, 19.
plaats in Italië; 20. mythologische figuur;
21. ambtshalve; 23. deel der wiskunde; 26.
niet in werkelijke dienst; 28. het Romeinse
rijk; 30. plechtige inkomst; 32. in de geest;
34. vreemde maat; 36. bouwval; 38. voor
zetsel; 39. deel van een jas; 46. zeker; 48.
reeds; 50. draaien; 52. lidwoord (Fr.); 54.
verharde huid; 55. paardleidsel; 57. stof-
maat; 59. vis; 61. gemeenschappelijke
weide; 64. titel; 66. telwoord; 68. onder
het nodige voorbehoud (Lat.); 70. meisjes
naam; 72. vaatwerk; 73. reptiel; 74. om
roepvereniging; 76. als volgt (afk.); 79.
rang in het leger (afk.).
Horizontaal; 2. er; 4. li; 7. bas; 9. rek;
10. na; 12. delen; 14. de; 15. klei; 17. Item;
19. Groningen; 22. Nederland; 27. mare;
28. ster; 30. Ot; 31. raket; 34. ko; 35. ode;
36. les; 38. me; 39. rr.
Verticaal; 1. rank; 2. eb; 3. radio; 4.
lenig; 5. ik; 6. roem; 8. se; 9. re; 11. alg.;
13. lui; 14. den; 16. erker; 18. teint; 20.
nee; 21. Nel; 29. room; 32. ae; 33. el; 35.
om; 37. Sr.
Volgons tie dagbladpers van deze week liebben zicb bloedige tonelen
afgespeeld in de Afrikaanse stad: „Olifantsslnrf" beter bekend als:
Khartoem, Daar zou een nieuwe ..Mahdi" zijn volgelingen tot verzet
hebben aangespoord tegen vreemde heersers uit Engeland en Egypte,
die volgens hem, in deze streken niets te zoeken hebben.
In Engeland vooral zal de herinne
ring verlevendigd zijn aan zijn vader,
de Mahdi, die het Engelse gezag om
streeks 1885 zulk een gevoelige klap
toebracht. Het Voord „al Mahdi" wil
zoveel zeggen als „de door God
rechtgeleide" aanvoerder. Van hem
verwachten veel gelovigen, dat hij, te
gen het einde def dagen, zal verschij
nen om het land van vreemde heersers
te bevrijden en een Rijk te grondves
ten, waar geen boosheid, geen verderf
meer zal heersen. Een soort Messias
dus. Hij zou afstammen, van de schoon
zoon van de profeet Mohammed, Ali.
s
Wij schreven de Engelsen zullen
aanstonds denken aan de Mahdi, Mo
hammed Ahmed, die omstreeks 1885
hun gezag in die streken zulk een ge
voelige klap toebracht. Inderdaad
Want toen resideerde er in Khartoem
een Engelse generaal. Gordon, die zijn
sporen in menig krijgsbedrijf meer dan
verdiend had. De Mahdisten konden
hem niet luchten of zien en sloegen
het beleg om Khartoem. Met weinig
soldaten en ontoereikende verdedi
gingsmiddelen moest „the pasha who
knew no fear", „de pasja, die geen
vrees kende", proberen zich de dweep
zieke aanvallers van het lijf te houden.
De Regering te Londen nam een wei
felende houding aan en onthield de be-
kwame generaal de steun, die hij zo
nodig had. Terecht kon hij ooit schert
sen „Rond mijn paleis vliegen heel
wat roofvogels; soms denk ik wel, dat
ze mij de ogen nog eens zullen uitpik
ken
Hij was een man van een ijzeren ge
stel; hij hechtte weinig waarde aan
persoonlijke rijkdom; en hij was niet
bang om dood te gaan, Sir Gordon.
„Daar is meer vreugde onder" de in
boorlingen hier, die soms 'geen eten
hebben, dan onder hoge kringen in
Engeland, met hun diners en pogingen
om schik te maken; maar deze pogin
gen zijn hol en ellendig", schreef hij
eens.
Sinds Maart 1884 sloten de Mahdisten
Khartoem geheel in; pas in Augustus
zette zich, van Egypte uit, een hulp
expeditie in beweging. Zij kwam te
laat, althans voor Gordon te laat. Want
juist 'n dag. twee dagen tevoren, had
den de Mahdisteh de residentie stor
menderhand veroverd en aan het le
ven van Gordon en de zijnen 'n einde
gemaakt (Jan. 1885). Tot het laatste toe
had hij zijn mannen aangespoord stand
te houden. De vijanden wreekten zich
aan zijn stoffelijk overschot.
Te Khartoem leeft Gordon's naam
voort in de Gordon-Avenue en de Gor-
don-universiteit. Er staat een indruk
wekkend standbeeld de pasja-zónder
vrees is op een kameel gezeten, schrij
lings, terwijl hij als het ware met zijn
ogen de omgeving aftast.
De Engelsen besloten, eindelijk, de
nederlaag van Gordon te wreken. De
Soedan moest en zou heroverd worden.
Een expeditie startte onder leiding van
Lord Wolseley Onder de leden bevond
zich de befaamde Horatio Kitchener,
later: Graaf Kitchener van Khartoem.
Hier in Nederland genoot hij weinig of
geen sympathie wegens zijn hardvoch
tig optreden tegen de Transvaalse Boe
ren bij hun strijd tegen de Engelsen.
Voor Gordon zou het, wellicht, beter
zijn geweest wanneer niet Wolseley,
maar Kitchener de hulptroepen had ge
leid; hij was doortastender dan zijn ge
neraal. Hoe dan ook, de Engelsen kwa
men enkele uren.... te laat! Gordon
en de zijnen bleken gesneuveld. Heel
Khartoem en omgeving lag in puin. „De
gekke Mahdi" overleed in de zomer van
hetzelfde jaar.
Eerst in 1898 maakte een expeditie
onder Kitchener een einde aan het Rijk
der Mahdisten. Tijdens de slag bij Om-
doerman moesten ze het onderspit del
ven en werden de Engelsen eerst recht
„rulers of the Soudan", „Heersers ovèr
de Soedan".
Kitchener-of-Khartoum heeft later
deelgenomen aan de oorlog tegen de
Boeren „en verwierf zich, gelijk ge
zegd, een slechte naam, vooral bij de
volken van Nederlandse stam. Des te
hoger stond hij in aanzien in eigen
land". Hij maakte een goede kans als
onderkoning van Indiëmaar tij
dens de Eerste Wereldoorlog vloog een
oorlogsschip, Hampshire, in de lucht en
verdween mèt Kitchener en alle op
varenden in zee, nabij de Orkadische
eilanden (Juni 1916),
tnouo
1. Nee. Bergen op Zoom heeft met
een riviertje „de Zoom" niets uit te
staan. Wat op veel kaarten als „Zoom"
staat aangeduid, is niet de Zoom, maar
de Moervaart, gegraven voor de afvoer
van turf uit de Witte Moeren aan de
Belg. grens ten Z.O. der stad. De
„Zoom" is de hoge rand van N.-Br„
langs de Westersehelde.
2- De bloemenfabriek van Europa is
het snijbloemen-centrum Aalsmeer.
3. In akkermaalshout, betekent-:
„maal" zoveel als „grensteken" het
akkermaal was een scheidingsheg, met
„malen" heeft het woord dus geen
contact.
4. Tot het „alluvium" behoren
veen, klei en duinzand.
5. Bredero het edelste, Wassenaar
het oudste, Egmond het rijkste en Ar-
kel het stoutste.
6. „Artis" is een verkorte vorm voor
„Natura artis magistra" „De natuur
is de leermeesteres der kunst".
7. De onmiddellijke leenmannen van
de keizer, onafhankelijk van graaf, of
hertog, en die onder eigen banier ten
oorlog togen, heetten bannerheren.
8. De stoomboot, in 1830 gebouwd
voor de vaart van Rotterdam op Ant
werpen, heette „De Batavier". We
gens de Belgische opstand werd het
Rotterdam—Engeland
9. Door het altijddurende en in
alle liniën verervende beklemrecht, is
de grond gelegd voor de welvaart van
een deel der landbouwers in Gronin
gen; deze „huur" staat vrijwel gelijk
met bezit.
10. Vere heette vroeger Campvere
veer op Campen. Campen was een
dorp op N.-Beveland, door vluchtelin
gen uit Kampen gesticht; in 1530 prooi
van de zee.
(Slot).
Gabriël van de Moeder van
Smarten stierf de dood der Hei
ligen. Met bovenaardse kalmte
bad hij zijn gebeden. Een af
beelding van de H. Maagd
bracht bij met zijn laatste
krachten aan zijn hart. Zijn ge
laat drukte geen vrees uit. geen
angst voor de naderende dood.
Eensklaps vertrok hij zijn vege
lippen tot een blijde glimlach.
Zijn ogen richtten zich nadV een
bepaald punt van het vertrek. Er
kwam een glans over zijn wezen.
Het was, alsof hij een heerlijk
visioen aanschouwde. Was het
de H. Maagd, die zijn ongerepte
ziel tegemoet kwam? Wij weten
net niet maar St. Gabriël had
daar altijd op gerekend de H.
Maagd zou hem terzijde staan
bij zijn heengaan. En in die
heerlijke overtuiging is hij de
27e Februari 1862 gëstorven.
Zijn hoofd lag op het kussen
als een slapend hoofd. De gees
telijkheid kwam niet om vnor
de rust van zijn ziel te bidden;
zij kwam om de voorspraak van
een Heilige in te roepen en
poogde een dierbaar aandenken
te verwerven.
Een overste der paters Pas-
sionisten schreef een brief aan
Gabriëls vader, die hij aldus be
sloot „2ijn leven verdient in
alle opzichten 'n ieder tot voor
beeld te strekken, meer bijzon
der de paters Passionisten".
Een grafschrift toonde 't vol
gende getuigenis „De mede
broeder Gabriël van de Moeder
van Smarten, werd veeleer ver
teerd door zijn godsvrucht tot
de verheven Moeder des Heren,
dan door de hevigheid der ziek
te (t.b.c.). Hij overleed op 24-
jarige leeftijd".
De 31e Mei 1903 werd hij
„Zalig" verklaard door de H.
Pius X, Paus. En in 1920 „Hei
lig", door Paus Benedictus XV.
H. Gabriël, bid voor de jeugd
van Nederland en van de gehele
wereld.
Heel, heel lang geleden had Bruintje
de beer een lange staart. Hij kreeg
ruzie met Reintje de Vos over een kip
penboutje. Reintje zei, dat hij 't boutje
gevonden had. En Bruin zei, dat de
vos jokte; het was gestolen. Het ene
woord haalde het andere uit.
Plotseling werd Bruintje zo woe
dend, dat hij de vos een blauw oog
sloeg met zijn staart. Wacht maar,
dacht de vos. Dat zal ik je wel betaald
zetten, Bruin
Een paar dagen later sloop de vos
langs het bol van de beer. In zijn
smalle, spitse bek droeg hij een pracht
van een vis, een forel. Toen de beer de
vis zag, kwam het water hem in de
mond.
„Waar heb je die vis vandaan, Rein
tje? Zeker ook weer ergens gevonden?"
spotte hij.
„Om de waarheid te zeggen eerlijk
gevangen met vissen
„Met vissen? Je hebt toch geen hen
gel, net als de tweebenen?"
„M'n goeie man. dieren met zulke
prachtige staarten als wij, hebben heel
geen hengel nodig'', vond Reintje lis
tig.
„Hoe heb je 't dan aangelegd, Rein?
Leg het mij ook eens uit. Want ik ben
dol op forel
„Luister dan. Je gaat naar het meer,
hier midden in het bos. Het water is
hard geworden ijs. Eén slag met je
voorpoot, en er zit een gat in. Goed
In dat gat laat je voorzichtig je staart
zakken. Niet te wild, anders gaat de
vis aan de haal. Je blijft maar stil
zitten stil zitten De vis gaat bijten.
Je voelt een beetje pijn. Maar je houdt
vol. Volhouden maar Hoe langer je
volhoudt, hoe meer vis. Plotseling haal
je met een ferme ruk je staart op. En
hij zit vol met forellen
De beer sukkelde naar het ijs. Hij
deed precies wat RAntje hem had ge
leerd. Zijn staart vroor vast. Toen hij
hem met een ruk ophaalde, bleef hij
haast helemaal in het ijs zitten En zo
is Bruintje aan zijn stompje staart ge
komen
1. De H. Orde der Franciscanen ge
sticht door S. Franciscus, der Domini
canen door S. Dominicus; der Lazaris
ten door de H. Lazarus-de-Melaatóe?
2. Een millioen: 1 met zes nullen,
Een milliard: 1 met negen nullen. Een
quadrillioen: 1 met nullen?
3. Een balk ligt waterpas, is water
pas gemaakt. De oppervlakte van de
Oceaan, staat die óók geheel waterpas?
Of gekromd?
4. Staan we op de begane grond, dan
is de horizon niet zo heel erg ver van
ons afaltijd nog ruim 2 uur lopen!
Hoe ver ligt de kim van ons af, als
we op een toren staan van, zeg 'n 100
m. hoogte? Kent U hiervoor een for
mule?
5. De zon komt in het Oosten op en
gaat in het Westen onder. Bijgevolg: in
het uiterste Oosten van ons land komt
de zon eerder op dan bijv. in Amster
dam. Weet U ook hoeveel minuten ver
schil dat maakt?
6. In een scheepsjournaal vond
iemand deze twee notities, onmiddellijk
na elkaar:
Dinsdag 5 Augustus I.
Dinsdag 5 Augustus II.
Wat wilde schrijver daarmee zeggen?
7. Waar weegt iemand meer, aan de
Pool, of hier in Nederland? In Indië of
hier te lande?
8. Zon en maan spannen samen en
er ontstaat: springvloed.
Hoeveel meter verschil kan zo een
springvloed op z'n hoogst veroorzaken
op aarde?
9. Welke instrumenten geven de
ware zonnetijd aan? Men ziet ze wel
eens aan puien, in tuinen enz.
10. In een luchtledige buis laten we
een steen, een graankorrel en een veer
tje vallen. Het eerste beneden is
Aan de avondhemel verwachten we,
onwillekeurig, de Avondster. In deze
rang treedt geen ster op, wèl een pla
neet, de planeet Venus, die dus, als de
aarde, haar glans van de zon moet heb
ben en geen eigen licht bezit. 't. Merk
waardige is, dat Venus ook dienst doet
als Morgenstar, onder omstandigheden.
Wie deze prachtige Avondster zien
wil moet laag, aan de Westelijke kim,
zoeken niét te lang, want Venus is
deze maand niet eens 'n vol uur zicht
baar. De beste tijd is wel zo tussen
half acht en acht uur; 31 Maart gaat
Venus al om 20.10 uur onder.
„Of daar mensen wonen?" Wij voor
ons geloven het stellig niet, want er is
geen zuurstof en geen waterdamp op
deze planeet.
„In hoge mate ongeschikt voor le
ven in dé vorm zoals wij dat kennen"
lezen we in een boek over sterren
Eeuwen geleden vermoedden zelfs
knappe koppen niet, dat de Avondster
en de Morgenster dezelfde planeet wa
ren I
Dan kunnen we de rosse planeet
Mars nog opzoeken, maar dat wordt
nachtwerk. Veel en veel lonender is
een blik op de planeet Jupiter, tegen
over Mars; die blijft de hele avond
haar helder stralend oog in het zeil
houden. Kijk zo omstreeks 10 Maart
maar naar de Maan in haar „eerste
kwartier", dan zult ge Jupiter stellig
in de onmiddellijke nabijheid vinden,
een pracht-„ster".
De winterse figuren drommen samen
in het Westen: Orion, Stier, Tweelin-
gen enz. Maar.... gelukkig, in het
N.O. gluren de zomerbeelden reeds om
een hoekje en duiden op het komende
voorjaar.
Op de tien kruisjes, van boven naar
beneden, komt de naam van langharige
borstels, meestal in de vorm van een
halve bol.
1. X
2. X
3 X
4. X
5X
6X
7. X
8. X
9. X
10. x
1. Zo wordt de thermometer aange
duid met een verdeling in 80 gra
den.
2. Vocht, dat zich in planten of
vruchten bevindt of er uit verkre
gen is.
3. Met de raagbol spinrag en stof
verwijderen.
4. De straat schrobben.
5. Metalen doosje, waarin zekere ge
droogde bladeren van een altijd
groene heester worden bewaard.
6. Kan waarin een dikke, kleverige,
veelal zoete vloeistof wordt be
waard.
7. Glazen klokken, die over iets
(bloemen, kaas) heen gezet worden.
8. Bloem, als zinnebeeld der rein*,
heid en der onschuld.
9. Tenen mand, gewoonlijk smal e»
hoog, o.a. voor fruit, vis enz.
10. Minder gewaardeerde windrich
ting.