w - DOUBLE EN REDOUBLE PUZZLE IA VOOROOdG DE RECHTGELEIDE? FUOW BR1DGE-RUBRIEK is m m m m DE HEILIGE VAN DE WEEK HET GRABBELTONNETJE AVONDHEMEL IN MAART Enkele regie-tips ÉH'wm\ A Onze dagelijkse BUSSINK'S DEVENTER KOEK Vorige vragen beantwoord Tien nieuwe vragen Huis-, tuin- of keuken- puzzle ZA1EKDAG 6 MAAKT 1954 Hans van Befgeji m m m p a b öj t m' m m m VaW p x a I 'Q O ïTO, ed'da ..s >.tt a a a mM f Oplossing van gisteren H. Gabriel d&V Addolorata CORRESPONDENTIE-ADRES: POSTBUS 8, HILVERSUM Regisseren is een moeilijke taak. Ik kan het U clan ook onmogelijk in een enkel artikeltje leren, zelfs niet in een lange reeks van artikelen. Wat ik nu dan wil is: slechts enkele tips geven aan de regisseurs van die verenigingen, die bij gebrek aan een ervaren regisseur gedwongen zijn uit haar eigen midden een regisseur aan te wijzen. Van het allergrootste belang is op de eerste plaats, dat de spelers het stuk begrijpen. Ik heb het hier niet over hun rol, maar over het stuk. De rol komt pas op de tweede plaats. Gezamenlijk moet er een stuk ver tolkt worden, dus moet de individuele rol even op de achtergrond treden. Het gaat hier niet om persoonlijke presta ties, maar om een gezamenlijke presta tie van de club. Hiertoe moet eenieder meewerken. Hiervoor moeten persoon lijke belangen en persoonlijke eerzucht wijken. Dit vereist een teamgeest. Het stuk moet op de eerste plaats dus door iedere medewerkende door en door gekend en begrepen worden. U zult dit misschien als een volkomen overbodig advies kenmerken. De prac- tijk wijst anders uit. Het komt maar al te vaak voor, dat men eenvoudig zijn rol leert zonder van het stuk in zijn ge heel kennis te nemen, laat staan het stuk te begrijpen. Men beschouwt zich zelf dan eenvoudig als eenling, die straks schitteren moet op de planken. Men neemt genoegen met kennis te ne men van het karakter, dat men uitbeel den moet en men bestudeert zijn eigen rol zonder de minste interesse voor de andere rollen. Vooral bij de zogenaam de „zware" stukken 'komt dit heel vaak voor. Men denkt ook dikwijls, dat men het stuk in zijn geheel wel leert kennen op de verdere repetities. Men begrijpt de gevolgen van een dergelijke houding tegenover het spel. Begrip van eigen rol vereist eerstens begrip van het hele spel. Maar wat moet er op deze wijze van het gezamenlijke spel terecht komen? Het wordt louter een vertolking van naast elkander staande rollen. En waar blijft het vor mende en culturele element op een der gelijke manier? De regisseur dient er dus op de eerste plaats voor te zorgen, dat al zijn mede werkers het gehele spel kennen en vat ten. Hiervoor moet hij het voorlezen en desnoods nog een tweede keer voorlezen en uitleggen, nog voordat hij de rollen gaat verdelen! Hij moet de karakters uitleggen en de situaties en de verschillende reacties in de zich voordoende conflicten aanne melijk maken. Hij moet het stuk door en door bespreken. Dan pas moet hij overgaan tot het verdelen van de rollen. De leden van de vereniging kennen nu elke rol en haar karakter en weten dus, of zij deze of gene rol kunnen aanvaarden of niet. Kent de regisseur zijn spelers nog niet al te best, dan is het aan te raden, dat hij het spel nogmaals laat voorlezen en nu door de spelers zelf in een voorlopi ge rolverdeling, die hij tijdens het voor lezen naar willekeur veranderen kan. Is het eenmaal zover, dat de rollen definitief zijn uitgedeeld, dan worden de data van de eerste repetities vastgesteld. Maar er wordt nog geen enkele rol in gestudeerd!! Er wordt slechts gelezen en nogmaals gelezen! Iedere speler leest en herleest het stuk thuis in zijn geheel, totdat er hem of haar niets meer van het stuk ontgaat. En op de eerste repetities wordt er ge speeld met het teksboekje in de hand! Alleen deze methode waarborgt straks een evenwichtig teamspel. En de regis seur kan op deze manier, als hij het nodig oordeelt, altijd nog een verande ring in de rolverdeling aanbrengen, zonder dat hier veel kostbare tijd, die reeds aan het instuderen van de rol is gewijd, wordt weggegooid. Een derge lijke rolverandering wordt dan ook min der pijnlijk gevoeld. Over het algemeen moet men het verlies van een of andere rol nooit te veel betreuren, als hiermee het stuk en straks de opvoering van het stuk gediend zijn. Na enkele weken van herhaaldelijk lezen van het stuk en na enkele repeti ties met het tekstboekje in de hand be gint de eigenlijke instudering van de rol. Nu moet de regisseur streng optreden, want verdere repetities met boekjes in de hand zijn uit den boze! En hier moet stipt de hand aan gehouden worden, wil men op de uitvoering zelf een degelijke rollenkennis waarborgen. De regisseur dient nu wel iedere re petitie duidelijk aan te geven, welk ge deelte op de eerstvolgende repetitie ge repeteerd zal worden, zodat de spelers hier rekening mee kunnen houden bij het instuderen van hun rol. Ook dient het aanbeveling, dat niet op iedere repetitie domweg maar een heel bedrijf onder handen genomen wordt. Men kan bepaalde moeilijke scènes uit een bedrijf nemen en deze op één avond herhaalde malen achter elkaar repete ren. En voor bepaalde scènes zijn meesal niet meer dan 2 of 3 spelers vereist. Voor deze heeft men dan ook niet een geheel repetitie-lokaal nodig, zodat deze scènes (liefst buiten de gewone repeti ties om) bij de regisseur of een van de spelers thuis gerepeteerd kunnen wor den. Op deze manier, kan de regisseur aan bepaalde personen of bepaalde scènes meer speciale aandacht besteden zonder door andere rompslomp te wor den afgeleid. Op de eerste repetities met het tekst boekje in de hand moet echter wel het stuk telkens in zijn geheel gerepeteerd worden! wm wm anw No. 1971. 6 Maart 1954 Redactie: G. J. A. VAN DAM, Vossiusstraat 18B, Amsterdam-Z. OPLOSSINGEN No. 2801. (v. D.) 19, 10, 18, 2. 16 w. No. 2802. (v. D.) lü, 8. 13, 29 w. (Zonder schijf op 17 in de beginstand). No. 2803. (v. D.) 19. 37. 4 w. No. 2804. (v. D.) 10, 17, 7, 4 w. No. 2805. (Stuurman). 4238, 3429, 19, 28, 3, 5 (31), 47X37 (30 of?), 49—43, 41—37 w. Een fraai geheel, jammer is de aan wezigheid van de volgende B.O. 3439, 19, 28, 5, 28 (46), 43 (14), 3 wint, welke inder tijd bij de plaatsing in de K. v. D. 1942 schijnbaar niet is opgemerkt en ook aan de auteur niet bekend is, want de heer Stuurman heeft mij deze compositie voor herplaatsing gezonden, zonder de B.O. te vermelden. De constructie is gelukkig te redden door in de beginstand 37 op 38 te plaatsen, met als eerste zet 42—37. No. 2806. (v. d. Boogaard). 24, 41, 44, 10, 30, 43, 12. Op sublieme wijze heeft de heer v. d. Boogaard hier een prachtig eindspei van de bekende eindspel-componist J. F. Moser in probleemvorm verwerkt. Indien zwart nu speelt 27, wint wit door 8 (22), 3 (37A), 17 (20), 14 enz. Op zw. A 38 door 17 (20), 14 (42), 3 enz. De ondervar. zijn nu niet moeilijk meer. No. 2807. (Leo Springer). In dit interes sante eindspel, waarin schijnbaar voor wit op geen enkele manier winst is te behalen, wint wit niettemin vrij simpel door twee verrassende openingszetten, namelijk 427! (47) en 22!!, waarna op 4741 volgt 31!; op zw. 18 volgt 13; op zw. 17 volgt 6 (47—41), 28 (46) en 5. Wit mag als 1ste zet niet spelen 24—19, want dan forceert zwart remise door 47!, 19—13 (dreigt 42, waar door 3641 wordt belet), maar zwart speelt dan 47—41, 27, (14), 47, 9 remise! Een klein, maar fijn eindspel, in zijn genre even mooi als het nu volgende miniatuur-spel- studietje van zijn vader, de oud-wereld kampioen. No. 2808. (B. Springer). 37!! (dreigt 29, zodat zw. 2024 gedw. is). Wit mocht niet direct 29 spelen wegens zw. 26, ook moch: wit niet spelen 1. 3727 om na 2126 met 29 te vervolgen, want zw. zou dan spelen 1. 20—24!, 16 (22), 17 (23—29), 23 en zw. 19X48, 17—11 (of?), zw. 48X30, 11X2 (35!), 30 en zw. 35X47!! Daarom wit 1. 4237. (zw. 20—24 gedw.). 2. Nu 2. 31—27 (26 gedw.) 3. 31. 4. 41, waarmede wit reeds twee schijven heeft geofferd, maar thans is hij dan ook in de gelegenheid tot de winnende dwang-zet 5. 3429!! Zeer mooi is het verband tussen deze zet en de voor afgaande zetten, waardoor zw. gedwongen werd 20 op 24 te brengen. Nu is zwart ge dwongen tot 14—20 of 2430, waarna wit wint met 6. 29—23 en 7. 33X4. VOOR ONZE LADDERWEDSTRIJD In aansluiting op de diverse constructie mogelijkheden, welke ik reeds gepubli ceerd heb op het zogenaamde „trio thema", waaronder ook de nos. 2801 tot en met 2804 vielen, volgen hieronder nog maals een viertal composities op dit the ma, thans in combinatie met mijn „water val-systeem". moetgezien tot 17 Maart a.s. aan het bo ven deze rubriek vermelde adres. Tussen mijn paperassen vond ik ook nog de onderstaande constructie, welke geheel in deze serie past, maar waarbij ik con stateerde, dat op het klad-diagrammetje noch mijn eigen naam, noch die van een ander problemist vermeld stond, en ik herinner me niet meer of ikzelf deze com positie heb samengesteld, maar zij is in elk geval de moeite van een bespreking waard. STAND Ne. 2799 Begin STAND No. 2800 Einde '99 m'm O SS 9 O. D_ 'O O. 0, Stand: Zw. 7—10, Stand: Zw. 14, 24, 12, 14, 17, 18, 21, 22, wj. .- 25, 36. Wit 23, 24, 25' D- 20' Wlt 26, 28, 30, 33, ,34, 34. wit spl. en W. 37—40, 47. Wit sp. en w. (Met naspel). De afwikkeling van no. 2799 is als volgt: 1. 38—32!, 18X27. 2. 47—41!, 22X35. Men be merkt dat de typerende „drieslagen" hier precies één horizontale rij nogei p.aats vinden. Het vervolg is nu 3. 37—31. 4. 31X15. 5 26X8, zw. 35X24, waarmede de stand van diagram no. 2800 is bereikt. Ondanks het feit dat zwart een dam en een schijf meer heeft dan wit, verliest hij, want wit haalt dam op 3! Men lette op dit veld, want dit veld is het ware brandpunt van de nu beginnende strijd. Zwart is thans gedwongen tot 14—19, waarna wit verrassend laat volgen 7. 3430!, 24X35 gedw. 8. 15X13, 35—40 gedw. 9. 3—17, 40—45. 10. 17—50, 25—30. 11. 13-8, 3034. 12. 83!! Weer damhalen op 3 en niet op 2, want dan kan zwart nu remise maken door 3439 en 4550. Thans kan dit niet, omdat wit dan slaat 50X6 en op 45—50 wint door 3—17! Zwart is dus gedw. tot 12. 34—40 en wit gelegenheid heeft zwart rustig af te wachten, hetzij door van 3 naar een der velden op diagonalen 325 of 3—26 te spelen, hetzij door 50—6, dat eveneens wint. CORRESPONDENTIE Heer A. G. Jr. te Rotterdam. Uw vraag inzake no. 2805 vindt U bij de oplossing beantwoord. Inmiddels dank voor Uw in zending. Gaarne verwacht ik er meer! No. 2813 Remus I «Mi v4 w. No. 2814 Romulus I |r 9 Stand: Zw. 4, 8, 10—14, 17, 21, 22, 25, 27, 30. Wit 19, 23, 24, 28, 29, 32, 35, 37—40, 43, 44. Wit speelt en wipt. (Van Dam.) Opgedragen aan Leo Springer. No. 2815 Remus II Stand: Zw. 2, 5, 6, 8, 10, 12—14, 17, 21, 22, 25. 27. 30. Wit 19, 23, 24, 28, 29, 32, 35—38, 40, 43, 44. Wit speelt en wint. (Van Dam). Naspel uitwerken. Opgedr aan J. v. d. Boo gaard. No. 2817 Romulus II (Schaakredacteur P. A. KOETSHEID, Huize St. Bernardus, Sassenheim.) (Zaterdag 6 Maart 1954) DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK De tweezet, die we ditmaal brengen, be handelt een thema, waarvan we tegen woordig minder voorbeelden aantreffen. Persoonlijk zijn we er nog steeds liefheb bers van. Pachman, de auteur van no. 7110, weet steeds iets bekoorlijks in zijn problemen te verwerken en daardoor beloont hij de moeite van het oplossen. Het is verwonderlijk, dat de ruim tach tigjarige dr Palkoska nog zulke verdien stelijke opgaven componeert en in wed strijden vaak nog een ernstige mededinger blijkt. Dit bewijst weer no. 7111. No. 7111 Dr E. PALKOSKA lè Prijs White's Memoriaaltournooi 1953 Mat in drie zetten Wit: Kh7, De8, Tb2—h2, Pc4—g4; e2. Zwarti Kei, Db7, Ta7, Rd8, Pa6; a5, d4, d7, f4, f7. g7. CORRECTIE VAN No. 7108 Wit: Kc4, Da6, Tgl, Ra8; b3, d4, g5. Zwart: Ka2, Ra3; b4, g7. De beide pion nen op de g-lijn behoren een veld hoger te staan. In de diagramstand ontstond door 1 g4—g5 een nevenoplossing, waartoe men licht komt, omdat de auteursoplos sing iets verrassends in zich bergt. PROBLEEMOPLOSSINGEN No. 1701. J. J. Rietveld. Opl. 1. Pf5—e3 dreigt 2. Tc5—c4ff. De weerlegging tegen 1. Pf5e7 is 1Dh3d3. No. 7102. A. P. Guljajev. Opl. 1. Rb2—c3 dreiging 2. Pe5—c6 enz. 1Tf4:, T anders, P ad lib., c7c5. I. Delft, Pd5f, Pc4f, Rd2f enz. Ge schiedt 1. Pe2, dan Dc4f enz. Beide problemen werden goed opgelost cfoor: A. F. van Asten te Asten; ir A. Bergstein, Geleen; G. Bogaers, Tilburg; A T. Croïn, Delft; J. Dickhaut, Nijmegen; F J. Fokkelman, Hengelo; H. Th. v. Goor, Voorburg; pastoor P. v. d. Heijden, Budel- Schoot; T. Jansen, Rotterdam; J. A. H. Kersten, Arnhem; dr R. J. F. Nivard, Nij megen; J. G. M. Vos, Rijswijk; C. v. d. Weide, Rotterdam. No. 7101 door mr dr R. Bromberg, Roer mond; M. v. d. Burgt, Utrecht; W. H. Haring, Schipluiden; Paul Raschdorf, Han nover; F. J. F. Vismans, Rotterdam. No. 7109 W. H. HARING, Schipluiden Eerste plaatsing. Mat in twee zetten natuurlijk met natulirhoning Een van de beste wapens die een wed strijdbridger bij het tegenbieden gebrui ken kan, is de informatiedouble. De part ner is verplicht daarop zijn beste kleur te laten horen, echterals die „beste kleur toevallig de kleur der tegenpartij is en de speler overigens haast niets in handen heeft, kan er in een enkel geval toch wel eens een ernstig verlies ont staan. Daar iets dergelijks echter zeker niet meer dan een keer in de 50 gevallen voorkomt, is er geen reden om in de overige gevallen de succesrijke informa tiedouble niet te gebruiken. Wat er gebeuren kan als de partner eens een zeer ongunstige kaart heeft, leert ons het spel 82 van de match USA —Holland. 4> V 8 7 6 4 V 7 3 2 O 9 4 10 9 7 9 B 3 C? H 9 6 5 O B 8 7 2 A A B 5 A H 9 5 2 C V B O H V 3 *643 Stand- Zw. 8, Stand; Zw. 2, 8—12, mlu ia 21 23 27 14, 17, 21, 22, 25, 27, rt Wit 19 23 30 33: Wit 19' 23' 24' 30, 33. Wit 19. zj, „7 40 24, 29, 32, 35, 36, 38, 43*4g( 4^ 43. Wit 40, 42—44. Wit sp. speeit en wint. (v. en wint .(v. Dam). Dam.) Var. uitwer- Opgedragen aan J. ken. Opgedr. aan H. H. Scheijen. H. van Meggelen. No. 2817 is een merkwaardige record constructie. De deelnemers aan de ladder wedstrijd zijn niet verplicht te vermelden, waarin dit record of maximum is gelegen, maar ik ben wel benieuwd wie dit weten aan te geven. Zij toch bewijzen dan daar door niet alleen goed te kunnen oplossen, maar iets van de constructiegeheimen def problematiek te verstaan. De oplossingen van deze vier composities worden tege- 10 9 A 10 8 4 O A 10 6 5 H V 8 2 Oost gever, NZ kwetsbaar. Aan tafel II opende de Amerikaanse Oost met 1*. een normaal openingsbod. De Nederlandse Zuid doubleerde, een alleszins verantwoorde informatiedouble met drie sterke kleuren. Terecht zei West nu „redouble", want zijn spel be vatte 10 punten (ongeveer 2 honneur- trekken). Noord kon niets bieden en moest dus wel passen, Oost paste ook en Zuid mocht zien hoe hij zich uit de moei lijkheden werkte. Zuid bood eerst 2*. doch toen die door West gedoubleerd werden, trachtte Zuid door een „redou ble" in een beter contract te komen. Deze laatste „redouble" werd nl. als b.O.b.- bod gespeeld en Noord moest dus van de overblijvende kleuren zijn beste tonen; die „beste" was C? 7 3 2 en Noord kwam dus met 2Cp op het tapijt. West doubleerde dit bod natuurlijk ook en het werd géén Nederlands succes. Oost speel de Cp Vrouw voor, genomen met Zuids aas en Heer na, die West liet lopen; hierop kwam <C> 6. waarna Noord's 9 door Oost met de O Vrouw genomen werd. Oost trok Q Boer na en NZ kon den nu niet meer maken dan 2 CP-slagen, 0 Aas en één *-slag. Vier down, 1100 voor USA Het enige bezwaar dat we tegen de Nederlandse bieding hebben is, dat Zuid in de tweede biedronde beter 1 SA had kunnen zeggen; zonder twijfel zou dat bod ook gedoubleerd zijn en nu had Zuid door een „redouble" de kans gehad dat Noord met een bod van 2 te voor schijn was gekomen. Vermoedelijk zou dat ook gebeurd zijn, alhoewel dat con tract net zo goed zeer zwaar down ge gaan zou zijn. Aan de andere tafel gebeurde oor spronkelijk hetzelfde. Oost 1 Zuid double, maar nu liet West de kans glip pen en inplaats van te redoubleren, deed hij het onvoldoende bod van 1 SA, waarop iedereen paste. Noord kwam met CP 7 uit en Oost won de eerste slag. Uit Oost werd 2 nagespeeld, Zuid de 10, West de boer, Noord de 9 Vrouw. Noord speelde Q door, maar meer dan 3 slagen konden NZ in het tegenspel niet maken. 1 SA met 3 overslagen, 180 voor Holland. Een schamele compensatie voor de 1100 verloren punten van de anderé tafel, maar zelfs een niet-kwetsbare manche zou ver onvoldoende geweest zijn (400 punten). De verzuimde redouble veroor zaakte het grote verlies. Was die redou ble wel gegeven en hadden de Hollandse OW-spelers dit spel goed tegengespeeld, dan zouden de Amerikanen eveneens 1100 verliespunten te boeken hebben ge had. MIMIR. No. 7110 VL. PACHMAN, Lidova Demokracie 25-12-53 Mat in drie zetten Horizontaal: 1. ramp; 6. plaats in Noord- Holland; 12. aanzien; 13. reeds; 15. slede; 16. ongedierte; 17. zangnoot; 18. deel van een vliegtuig; 22. sportterm; 23. vermoeid; 24. nieuwe wereldtaal; 25. kloosterzuster; 27. vreemde munt; 29. holte ir de muur; 31. militaire opleidingsschool; 33. oud (Eng); 35. melkklier; 37. volk; 39. deel van het been; 40. ^deel van een theepot; 41. meisjesnaam; 42. sportartikel; 43. het Ro meinse rijk; 44. heilige; 45. uitroep; 47. verbond; 49. Indisch gewoonterecht; 51. wijsje. (Eng.); 53. Griekse letter; 56. vogel; 58. slot; 59. groot water; 60. boom; 62. bijbelse naam; 63. plaats in Gelderland; 65. pausennaam; 67. stuk grond; 69. zang- noot; 71. deel van het jaar; 74. gewicht; 75. meisjesnaam; 77. soort onderwijs; 78. voorzetsel (Eng.); 79. vreemde munt; 80. ouderwetse dans; 81. projectiel. Verticaal: 1. groot bos; 2. ontkenning; 3. gewicht; 4. plaats in Noord-Holland; 5. soort onderwijs; 7. vis; 8. strijdperk; 9. 7.0 God wil (Lat.); 10. ieder; 11- windrich ting; 14. gelofte; 18. rivier in Italië, 19. plaats in Italië; 20. mythologische figuur; 21. ambtshalve; 23. deel der wiskunde; 26. niet in werkelijke dienst; 28. het Romeinse rijk; 30. plechtige inkomst; 32. in de geest; 34. vreemde maat; 36. bouwval; 38. voor zetsel; 39. deel van een jas; 46. zeker; 48. reeds; 50. draaien; 52. lidwoord (Fr.); 54. verharde huid; 55. paardleidsel; 57. stof- maat; 59. vis; 61. gemeenschappelijke weide; 64. titel; 66. telwoord; 68. onder het nodige voorbehoud (Lat.); 70. meisjes naam; 72. vaatwerk; 73. reptiel; 74. om roepvereniging; 76. als volgt (afk.); 79. rang in het leger (afk.). Horizontaal; 2. er; 4. li; 7. bas; 9. rek; 10. na; 12. delen; 14. de; 15. klei; 17. Item; 19. Groningen; 22. Nederland; 27. mare; 28. ster; 30. Ot; 31. raket; 34. ko; 35. ode; 36. les; 38. me; 39. rr. Verticaal; 1. rank; 2. eb; 3. radio; 4. lenig; 5. ik; 6. roem; 8. se; 9. re; 11. alg.; 13. lui; 14. den; 16. erker; 18. teint; 20. nee; 21. Nel; 29. room; 32. ae; 33. el; 35. om; 37. Sr. Volgons tie dagbladpers van deze week liebben zicb bloedige tonelen afgespeeld in de Afrikaanse stad: „Olifantsslnrf" beter bekend als: Khartoem, Daar zou een nieuwe ..Mahdi" zijn volgelingen tot verzet hebben aangespoord tegen vreemde heersers uit Engeland en Egypte, die volgens hem, in deze streken niets te zoeken hebben. In Engeland vooral zal de herinne ring verlevendigd zijn aan zijn vader, de Mahdi, die het Engelse gezag om streeks 1885 zulk een gevoelige klap toebracht. Het Voord „al Mahdi" wil zoveel zeggen als „de door God rechtgeleide" aanvoerder. Van hem verwachten veel gelovigen, dat hij, te gen het einde def dagen, zal verschij nen om het land van vreemde heersers te bevrijden en een Rijk te grondves ten, waar geen boosheid, geen verderf meer zal heersen. Een soort Messias dus. Hij zou afstammen, van de schoon zoon van de profeet Mohammed, Ali. s Wij schreven de Engelsen zullen aanstonds denken aan de Mahdi, Mo hammed Ahmed, die omstreeks 1885 hun gezag in die streken zulk een ge voelige klap toebracht. Inderdaad Want toen resideerde er in Khartoem een Engelse generaal. Gordon, die zijn sporen in menig krijgsbedrijf meer dan verdiend had. De Mahdisten konden hem niet luchten of zien en sloegen het beleg om Khartoem. Met weinig soldaten en ontoereikende verdedi gingsmiddelen moest „the pasha who knew no fear", „de pasja, die geen vrees kende", proberen zich de dweep zieke aanvallers van het lijf te houden. De Regering te Londen nam een wei felende houding aan en onthield de be- kwame generaal de steun, die hij zo nodig had. Terecht kon hij ooit schert sen „Rond mijn paleis vliegen heel wat roofvogels; soms denk ik wel, dat ze mij de ogen nog eens zullen uitpik ken Hij was een man van een ijzeren ge stel; hij hechtte weinig waarde aan persoonlijke rijkdom; en hij was niet bang om dood te gaan, Sir Gordon. „Daar is meer vreugde onder" de in boorlingen hier, die soms 'geen eten hebben, dan onder hoge kringen in Engeland, met hun diners en pogingen om schik te maken; maar deze pogin gen zijn hol en ellendig", schreef hij eens. Sinds Maart 1884 sloten de Mahdisten Khartoem geheel in; pas in Augustus zette zich, van Egypte uit, een hulp expeditie in beweging. Zij kwam te laat, althans voor Gordon te laat. Want juist 'n dag. twee dagen tevoren, had den de Mahdisteh de residentie stor menderhand veroverd en aan het le ven van Gordon en de zijnen 'n einde gemaakt (Jan. 1885). Tot het laatste toe had hij zijn mannen aangespoord stand te houden. De vijanden wreekten zich aan zijn stoffelijk overschot. Te Khartoem leeft Gordon's naam voort in de Gordon-Avenue en de Gor- don-universiteit. Er staat een indruk wekkend standbeeld de pasja-zónder vrees is op een kameel gezeten, schrij lings, terwijl hij als het ware met zijn ogen de omgeving aftast. De Engelsen besloten, eindelijk, de nederlaag van Gordon te wreken. De Soedan moest en zou heroverd worden. Een expeditie startte onder leiding van Lord Wolseley Onder de leden bevond zich de befaamde Horatio Kitchener, later: Graaf Kitchener van Khartoem. Hier in Nederland genoot hij weinig of geen sympathie wegens zijn hardvoch tig optreden tegen de Transvaalse Boe ren bij hun strijd tegen de Engelsen. Voor Gordon zou het, wellicht, beter zijn geweest wanneer niet Wolseley, maar Kitchener de hulptroepen had ge leid; hij was doortastender dan zijn ge neraal. Hoe dan ook, de Engelsen kwa men enkele uren.... te laat! Gordon en de zijnen bleken gesneuveld. Heel Khartoem en omgeving lag in puin. „De gekke Mahdi" overleed in de zomer van hetzelfde jaar. Eerst in 1898 maakte een expeditie onder Kitchener een einde aan het Rijk der Mahdisten. Tijdens de slag bij Om- doerman moesten ze het onderspit del ven en werden de Engelsen eerst recht „rulers of the Soudan", „Heersers ovèr de Soedan". Kitchener-of-Khartoum heeft later deelgenomen aan de oorlog tegen de Boeren „en verwierf zich, gelijk ge zegd, een slechte naam, vooral bij de volken van Nederlandse stam. Des te hoger stond hij in aanzien in eigen land". Hij maakte een goede kans als onderkoning van Indiëmaar tij dens de Eerste Wereldoorlog vloog een oorlogsschip, Hampshire, in de lucht en verdween mèt Kitchener en alle op varenden in zee, nabij de Orkadische eilanden (Juni 1916), tnouo 1. Nee. Bergen op Zoom heeft met een riviertje „de Zoom" niets uit te staan. Wat op veel kaarten als „Zoom" staat aangeduid, is niet de Zoom, maar de Moervaart, gegraven voor de afvoer van turf uit de Witte Moeren aan de Belg. grens ten Z.O. der stad. De „Zoom" is de hoge rand van N.-Br„ langs de Westersehelde. 2- De bloemenfabriek van Europa is het snijbloemen-centrum Aalsmeer. 3. In akkermaalshout, betekent-: „maal" zoveel als „grensteken" het akkermaal was een scheidingsheg, met „malen" heeft het woord dus geen contact. 4. Tot het „alluvium" behoren veen, klei en duinzand. 5. Bredero het edelste, Wassenaar het oudste, Egmond het rijkste en Ar- kel het stoutste. 6. „Artis" is een verkorte vorm voor „Natura artis magistra" „De natuur is de leermeesteres der kunst". 7. De onmiddellijke leenmannen van de keizer, onafhankelijk van graaf, of hertog, en die onder eigen banier ten oorlog togen, heetten bannerheren. 8. De stoomboot, in 1830 gebouwd voor de vaart van Rotterdam op Ant werpen, heette „De Batavier". We gens de Belgische opstand werd het Rotterdam—Engeland 9. Door het altijddurende en in alle liniën verervende beklemrecht, is de grond gelegd voor de welvaart van een deel der landbouwers in Gronin gen; deze „huur" staat vrijwel gelijk met bezit. 10. Vere heette vroeger Campvere veer op Campen. Campen was een dorp op N.-Beveland, door vluchtelin gen uit Kampen gesticht; in 1530 prooi van de zee. (Slot). Gabriël van de Moeder van Smarten stierf de dood der Hei ligen. Met bovenaardse kalmte bad hij zijn gebeden. Een af beelding van de H. Maagd bracht bij met zijn laatste krachten aan zijn hart. Zijn ge laat drukte geen vrees uit. geen angst voor de naderende dood. Eensklaps vertrok hij zijn vege lippen tot een blijde glimlach. Zijn ogen richtten zich nadV een bepaald punt van het vertrek. Er kwam een glans over zijn wezen. Het was, alsof hij een heerlijk visioen aanschouwde. Was het de H. Maagd, die zijn ongerepte ziel tegemoet kwam? Wij weten net niet maar St. Gabriël had daar altijd op gerekend de H. Maagd zou hem terzijde staan bij zijn heengaan. En in die heerlijke overtuiging is hij de 27e Februari 1862 gëstorven. Zijn hoofd lag op het kussen als een slapend hoofd. De gees telijkheid kwam niet om vnor de rust van zijn ziel te bidden; zij kwam om de voorspraak van een Heilige in te roepen en poogde een dierbaar aandenken te verwerven. Een overste der paters Pas- sionisten schreef een brief aan Gabriëls vader, die hij aldus be sloot „2ijn leven verdient in alle opzichten 'n ieder tot voor beeld te strekken, meer bijzon der de paters Passionisten". Een grafschrift toonde 't vol gende getuigenis „De mede broeder Gabriël van de Moeder van Smarten, werd veeleer ver teerd door zijn godsvrucht tot de verheven Moeder des Heren, dan door de hevigheid der ziek te (t.b.c.). Hij overleed op 24- jarige leeftijd". De 31e Mei 1903 werd hij „Zalig" verklaard door de H. Pius X, Paus. En in 1920 „Hei lig", door Paus Benedictus XV. H. Gabriël, bid voor de jeugd van Nederland en van de gehele wereld. Heel, heel lang geleden had Bruintje de beer een lange staart. Hij kreeg ruzie met Reintje de Vos over een kip penboutje. Reintje zei, dat hij 't boutje gevonden had. En Bruin zei, dat de vos jokte; het was gestolen. Het ene woord haalde het andere uit. Plotseling werd Bruintje zo woe dend, dat hij de vos een blauw oog sloeg met zijn staart. Wacht maar, dacht de vos. Dat zal ik je wel betaald zetten, Bruin Een paar dagen later sloop de vos langs het bol van de beer. In zijn smalle, spitse bek droeg hij een pracht van een vis, een forel. Toen de beer de vis zag, kwam het water hem in de mond. „Waar heb je die vis vandaan, Rein tje? Zeker ook weer ergens gevonden?" spotte hij. „Om de waarheid te zeggen eerlijk gevangen met vissen „Met vissen? Je hebt toch geen hen gel, net als de tweebenen?" „M'n goeie man. dieren met zulke prachtige staarten als wij, hebben heel geen hengel nodig'', vond Reintje lis tig. „Hoe heb je 't dan aangelegd, Rein? Leg het mij ook eens uit. Want ik ben dol op forel „Luister dan. Je gaat naar het meer, hier midden in het bos. Het water is hard geworden ijs. Eén slag met je voorpoot, en er zit een gat in. Goed In dat gat laat je voorzichtig je staart zakken. Niet te wild, anders gaat de vis aan de haal. Je blijft maar stil zitten stil zitten De vis gaat bijten. Je voelt een beetje pijn. Maar je houdt vol. Volhouden maar Hoe langer je volhoudt, hoe meer vis. Plotseling haal je met een ferme ruk je staart op. En hij zit vol met forellen De beer sukkelde naar het ijs. Hij deed precies wat RAntje hem had ge leerd. Zijn staart vroor vast. Toen hij hem met een ruk ophaalde, bleef hij haast helemaal in het ijs zitten En zo is Bruintje aan zijn stompje staart ge komen 1. De H. Orde der Franciscanen ge sticht door S. Franciscus, der Domini canen door S. Dominicus; der Lazaris ten door de H. Lazarus-de-Melaatóe? 2. Een millioen: 1 met zes nullen, Een milliard: 1 met negen nullen. Een quadrillioen: 1 met nullen? 3. Een balk ligt waterpas, is water pas gemaakt. De oppervlakte van de Oceaan, staat die óók geheel waterpas? Of gekromd? 4. Staan we op de begane grond, dan is de horizon niet zo heel erg ver van ons afaltijd nog ruim 2 uur lopen! Hoe ver ligt de kim van ons af, als we op een toren staan van, zeg 'n 100 m. hoogte? Kent U hiervoor een for mule? 5. De zon komt in het Oosten op en gaat in het Westen onder. Bijgevolg: in het uiterste Oosten van ons land komt de zon eerder op dan bijv. in Amster dam. Weet U ook hoeveel minuten ver schil dat maakt? 6. In een scheepsjournaal vond iemand deze twee notities, onmiddellijk na elkaar: Dinsdag 5 Augustus I. Dinsdag 5 Augustus II. Wat wilde schrijver daarmee zeggen? 7. Waar weegt iemand meer, aan de Pool, of hier in Nederland? In Indië of hier te lande? 8. Zon en maan spannen samen en er ontstaat: springvloed. Hoeveel meter verschil kan zo een springvloed op z'n hoogst veroorzaken op aarde? 9. Welke instrumenten geven de ware zonnetijd aan? Men ziet ze wel eens aan puien, in tuinen enz. 10. In een luchtledige buis laten we een steen, een graankorrel en een veer tje vallen. Het eerste beneden is Aan de avondhemel verwachten we, onwillekeurig, de Avondster. In deze rang treedt geen ster op, wèl een pla neet, de planeet Venus, die dus, als de aarde, haar glans van de zon moet heb ben en geen eigen licht bezit. 't. Merk waardige is, dat Venus ook dienst doet als Morgenstar, onder omstandigheden. Wie deze prachtige Avondster zien wil moet laag, aan de Westelijke kim, zoeken niét te lang, want Venus is deze maand niet eens 'n vol uur zicht baar. De beste tijd is wel zo tussen half acht en acht uur; 31 Maart gaat Venus al om 20.10 uur onder. „Of daar mensen wonen?" Wij voor ons geloven het stellig niet, want er is geen zuurstof en geen waterdamp op deze planeet. „In hoge mate ongeschikt voor le ven in dé vorm zoals wij dat kennen" lezen we in een boek over sterren Eeuwen geleden vermoedden zelfs knappe koppen niet, dat de Avondster en de Morgenster dezelfde planeet wa ren I Dan kunnen we de rosse planeet Mars nog opzoeken, maar dat wordt nachtwerk. Veel en veel lonender is een blik op de planeet Jupiter, tegen over Mars; die blijft de hele avond haar helder stralend oog in het zeil houden. Kijk zo omstreeks 10 Maart maar naar de Maan in haar „eerste kwartier", dan zult ge Jupiter stellig in de onmiddellijke nabijheid vinden, een pracht-„ster". De winterse figuren drommen samen in het Westen: Orion, Stier, Tweelin- gen enz. Maar.... gelukkig, in het N.O. gluren de zomerbeelden reeds om een hoekje en duiden op het komende voorjaar. Op de tien kruisjes, van boven naar beneden, komt de naam van langharige borstels, meestal in de vorm van een halve bol. 1. X 2. X 3 X 4. X 5X 6X 7. X 8. X 9. X 10. x 1. Zo wordt de thermometer aange duid met een verdeling in 80 gra den. 2. Vocht, dat zich in planten of vruchten bevindt of er uit verkre gen is. 3. Met de raagbol spinrag en stof verwijderen. 4. De straat schrobben. 5. Metalen doosje, waarin zekere ge droogde bladeren van een altijd groene heester worden bewaard. 6. Kan waarin een dikke, kleverige, veelal zoete vloeistof wordt be waard. 7. Glazen klokken, die over iets (bloemen, kaas) heen gezet worden. 8. Bloem, als zinnebeeld der rein*, heid en der onschuld. 9. Tenen mand, gewoonlijk smal e» hoog, o.a. voor fruit, vis enz. 10. Minder gewaardeerde windrich ting.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 6