SI
0; 0 m r
DIE PARTNER TOCH....
m wwm,
m mm
Onze dagelijkse PUZZLE
rrw
1
f
BBEL70W
Vt 000
HET GRABBELTONNETJE
SCHAKEN
BRIDGE-RUBRIEK
MLL
Ook Nederlanders bereikten
een hoogterecord...
DE HEILIGE VAN DE WEEK
?3."*Sj
I mi
voor Nederland
m X
fftn
Vorige vragen
beantwoord
Aardstralen in het
geding
Tien nieuwe vragen
Oplossing der puzzle:
PAGINA 6
Waarom spelen wij eigenlijk in Kath. verband
Hans van Bergen
m
n ?s - - i
'O
O w c
3 e
0 w
y. o o. o
0 0, 0,
n
if *3
0, 0, 0, bg,
0, 0, 0,
O, O O.
0, O
s
BB.
■BB» v,
a pjt m. „t\
'0jCP„
PtW W»
i ip n
I Wm X 4|p
m„
Oplossing van gisteren
19 Maart: Sint Joseph
Is verkoop van afscherm-
apparaten strafbaar?
VERRASSING TIJDENS DE
CONFERENTIE
Belgen konden niet met hun
auto naar huis
RffrEROLLEJN
CO ht H l'.srt )NI>ENIIE-A l)HhS
■ROMBUS 8, tlILREKSUM
De tijden zijn nu toch veranderd. We
moeten elkaar toch leren kennen, waar
deren en respecteren. En als hier gevaar
voor ons geloof uit zou voortvloeien, dan
kunnen we wel uit kantoor, zaak ei) fa
briek ook blijven. Maar de toneelbeoefe-
ning in katholiek verband zou een gezond
tegengif kunnen vormen voor ons ver
blijf op gemengde kantoren, zaken en fa
brieken. Zoiets als de jeugdbeweging
dus, waar wij van leiders en priesters
tussen al ons spel door voldoende geeste
lijk voedsel meekrijgen, om in de wereld
sterk te staan. Over het algemeen echter
ontvangen wij tijdens onze toneelrepeti
ties geen godsdienstonderricht. Dus wat
dat betreft, maakt het weinig verschil
uit, of wij in katholiek of gemengd ver
band spelen. We zouden nog kunnen
aanvoeren, dat wij in de toneelvereni
ging veel intiemer en amicaler tegenover
elkaar staan dan op de fabriek en het
kantoor. Dit is maar zeer betrekkelijk.
Op kantoor, waar je 8 uur lang per dag
tegenover elkaar zit en op de fabriek,
waar je de hele dag naast elkaar staat,
kunnen de verhoudingenNrok zeer ami
caal en intiem zijn, intiemer dikwijls dan
op de toneelvereniging, waar men elkaar
maar misschien een avond in de week
treft.
Maar ons verblijf op gemengde kanto
ren en fabrieken zouden we een noodza
kelijk kwaad kunnen noemen. En wij be
hoeven dit noodzakelijk kwaad toch niet
uit te strekken tot onze toneelvereni
gingen.
Ach natuurlijk er zijn talrijke redenen
aan te voeren om ons toneel te beoefe
nen in katholiek verband maar ik wil
hier op een reden wijzen, die onherroe
pelijk blijft, ook al zou U alle andere
kunnen betwisten
En deze reden komt voort uit het we
zen van de toneelbeoefening zelf
Want U kunt de toneelbeoefening be
schouwen als loutere vrije-tijds-beste-
ding en dan gaan alle redenen op, die
voor elke vrije-tijds-besteding opgaan.
Maar juist omdat deze redenen nogal
eens betwist worden, wil ik hier een heel
andere reden naar voren brengen.
Het toneel namelijk wil een weerga
ve zijn van het werkelijke leven. En
pas als het dit is, kan het toneel ons
boeien en. ontroeren. Pas als het dit is,
is er sprake van echt toneel!
Maar wat is voor ons het werkelijke
leven?
Hierop moeten wij een heel ander
antwoord geven dan de niet-katholiek.
Het leven, dat van God komt en langs
de weg der genademiddelen God tot
einddoel heeft, dat is voor ons het wer
kelijke leven'.
Dit leven nu moeten wij uitbeelden in
al zijn facetten, in al zijn rijke schake
ringen.
Als katholiek nemen wij dus een zeer
grootse taak op ons door het publiek een
spiegelbeeld voor te houden van het
werkelijke leven.
Wij dienen er dan ook voor te zorgen,
dat het wel degelijk een zuiver spiegel
beeld wordt van het WERKELIJKE le
ven! Aanders plegen wij verraad aan
onze katholiciteit en geven wij boven
dien ergernis.
En of men nu een stuk speelt, dat lou
ter humoristisch bedoeld is, of een stuk,
waarin zware levensproblemen worden
behandeld, dit maakt weinig verschil uit.
Het gaat om de geest, de sfeer, die een
stuk ademt. En die wordt er in gebracht
door de spelers zelf! De spelers bepalen
de kleur van een spel! Zogenaamde
„neutrale" bestaan er daarom volgens
mij niet. Het leven is niet neutraal. Geen
enkel facet van het leven is neutraal.
Ook het humoristische facet niet!
Onze blijdschap, onze humor, onze
vreugde om het leven komt uit heel an
dere gronden voort dan bij de anders
denkende.
Nu hebben wij in ons vorig artikel aan
getoond, dat ieder individuele speler pas
zijn waarde krijgt door het GEHELE
spelende gezelschap. Niet de een of an
dere speler maakt het succes van de
avond uit. Zo gauw dit wel het geval is,
zou een opvoering mislukt zijn.
HET STUK moet over het voetlicht
komen, niet de prestatie van deze of
gene speler! En het stuk wordt gemaakt
door alle spelenden tezamen, zowel door
degene, die de kleinste rol vervult als
door degene, die de hoofdrol speelt.
DIT STUK nu moet een bepaalde
kleur, een bepaalde geest, een bepaalde
sfeer ademen. Hoe zou dit mogelijk zijn,
als de spelenden niet allen een en de
zelfde levensbeschouwing delen?
Een voorstelling van een stuk kan men
beschouwen als een kunstproduct, waar
aan meerdere kunstenaars hun mede
werking verleend hebben Wat moet er
van een dergelijk product terecht komen,
als de kunstenaars onderling' verschil
len in levensvisie? Want het kunstpro
duct wil toch een zeker facet van het le
ven uitbeelden
V. t
Daarom is het ook van zo groot be
lang, dat onze regisseurs door en door
goede katholieken zijn. Want zij zijn ver
antwoordelijk voor de geest, die uit onze
voorstellingen moet spreken
ja mi bbbüsï m
No. 1975. 13 MAART 1954
Redacteur: G. J. A. VAN DAM,
Vossiusstraat 18 B, Amsterdam-Z.
Alle correspondentie aan dit adres. Bij
vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel
voor antwoord insluiten.
OPLOSSINGEN
No. 2809. (Miss Smid). Wit 30!, 35!, 28,
24, 2 wint in Alix-eindspel. Achter de
schuilnaam, welke boven deze compositie
staat, gaat 'n uitstekend problemist schuil.
Deze bewerking op het thans wel wat al
te veel afgekloven Alix-motief maakt op
vele middelmatige constructies op dit
eindspel een bijzonder gunstige uitzonde
ring. De afwikkeling is even kort als
krachtig. Wie ziet er nu eens kans een
bewerking te construeren, waarin alle
stukken van de slotstand tijdens de pro
blematische afwikkeling op hun plaats
komen met behoud van een aannemelijke
aanvangsstand en pittige winstgang?
No. 2810. (J. H. H. Scheyen). Wit 49—43!,
42!, 9, 17, 31, 27 (29), 34 (24), deze keuze
mogelijkheid is aardig, 28, 17, 29, 40, 17
wint. De aanvangsstand is naar mijn
smaak te bizar in verhouding tot dat
gene wat de ontleding ons te zeggen heeft
Dan is het gebruik van een dam 'n de
beginstand, maar met onverwachte zetten
of slagen, m.i. te prefereren.
No. 2811. (V. d. Boogaard). Weer een
enidspel-bewerking, ditmaal van een eind
spel van B. Kramer. Wit 32, 11, 37, 17!, 41,
42, 23, 39, 29', 2 wint. 't Lijkt allemaal zo
eenvoudig, maar men moet zelf eerst eens
proberen een eindstand in een behoorlijke
compositie te kledèn om te weten hoe
moeilijk dat is. V. d. Boogaard is daarin
specialist. Op zw. 21 volgt nu 26 (38), 7 (22),
16 (42), 27, 48 wint.
No. 2812. (Stuurman). Wit 21!, 12!!, 18!,
41, 43, 14!, 6!, 14!! wint. Een schitterende
constructie, brilliant als vuurwerk, de
vonken vliegen er af!
VOOR ONZE LADDER-WEDSTRIJD
No. 2817
JOH. VAN DEN
BOOGAARD,
Nuland. (Ie publ.)
Stand: Zw. 2, 4, 6,
3, 15, 16, 13, 23, 29,
30, 34. 35. 45. Wit 20,
21, 25, 26, 27, 32,
36—38, 40, 42—44,
48. Wit sp. en wint.
Naspel uitwerken.
No. 2819
A. STUURMAN,
Schiedam (2e publ.)
No. 2818
J. H. H. SCHEÏJEN
Kerkrade (le publ.)
I B
B B 3
3 '3
0 '?i
O B 'i
*00 3
o 0. -
n
Stand: Zw. 7, 11, 12,
19, 28, 29, 33, 36, 40.
Wit 16, 22, 27. 31, 37,
38, 42, 43, 49. Wit
sp. en wint. Naspel
uitwerken.
No. 2820
LEO SPRINGER
Den Haag (le publ.)
nu 22—28 te spelen. 3. 33*22 gevolgd door
1217. De stakker waterstandt al van het
lekkers en is zich van zijn noodlot nog
niet bewust. Wit liet volgen 4. 32—28!!,
23X21. 5. 31—26!, 18X27 (gedw. om nle» di
rect te sneven). 6. 38—32!, 27X49. 7. 40—35!,
49X40, 8. 45X12, 17X8. 9. 26X6 en zo ver
dween de hebzuchtige snoek van het to
neel.
Deze compositie is een mooi voorbeeld
van een probleemgenre, de zogenaamde
practische problematiek, waaronder be
halve lokzetten, ook spel-studies, analyse
vraagstukken en „20X20 of 19X19"-stan-
den vallen, die tegenwoordig nagenoeg
van het repertoire der hedendaagse pro-
blemisten is verdwenen. Dit is zeer te
betreuren. Erkend moet worden, dat voor
het construeren van dit soort composities,
naast veel technische vaardigheid, de
practische spelkennis van de gemiddelde
hoofdklasse-speler is vereist. Vermoedelijk
is het ontbreken van dit laatste de oor
zaak van het feit, dat zo weinig practische
vraagstukken worden gecomponeerd.
Zaterdag 13 Maart 1954
Schaakredacteur P. A. KOETSHEID,
Huize St Bernardus, Sassenheim
No. 7114. V. Schneider, le en 2e prijs
ex aequo Arb. Skak 1952 (2).
Mat in drie zetten.
Wit: Kb2, Df3, Td3, Rc6—h8, Pa7—cS;
c2, d4, d5, e2, e6.
Zwart: Kc4, Te4—e5. Pd6, b4, e3.
Oplossingen over drie weken.
In de volgende rubriek geven we
tegelijk de oplossingen van de problemen
gepubliceerd op 20 en 27 Februari.
No. 7108. Hier is de verschuiving van
de g-pionnen nog niet afdoende; ook die
van d4 moet nog naar c5 verhuizen. Onze
lezers, die hebben ingezonden 1. g5 en
1. d5 zullen we allen als goed vermelden
De rubriek van 13 Februari heeft veel
belangstelling genoten, bekijk het oplos
serslijstje maar eens.
Natuurlijk kwamen nogal enige fou
tieve oplossingen binnen. In no. 7103 falen
Weinig mensen spelen zo slecht bridge
als partners doen. Wanneer er eens
een zeer moeilijk spel op een of andere
manier mislukt is, hebben de meeste
bridgespelers de neiging om de fout aan
de overkant van de tafel te zoeken Zelfs
als men het spel had kunnen maken,
wordt zo vaak gezegd: „Waarom heb je
dan ook zo hoog geboden?".
Onder sterke spelers zal men het fouten- i
zoeken bij de partner over het algemeen
veel minder tegenkomen dan bij zwakkere
spelers. Wij kunnen wel zeggen, dat hoe
zwakker er gespeeld wordt, hoe meer men
verwijten maakt aan degeen, waarmede
men samen speelt. Het is het oude lied....
de pot verwijt de ketel.
Natuurlijk valt er vaak wat op een
partner aan te merken, want bridge is
zo'n moeilijk spel, dat er talrijke fouten
gemaakt worden; denken we echter eens
aan onze eigen onvolmaaktheden, dan Is
er steeds wel reden om enige mildheid te
betrachten bij onze critiek.
Dezer dagen waren wij getuige van het
onderstaande bridge-avontuur, waarbij de
Zuidspeler wel enige reden scheen te
hebben om zich de haren uit het hoofd te
trekken:
9,7,2
V 10,9,3
V,9,8,3
B V.T.2
H,B
V 8,4
O B,7,5,2
•f" B,7,6,5,4
B A.V.10,8
V A.V.6
O H.10,6."
•f» A ,9
Stand: Zw. 6, 31. D.
1, D. 48. Wit 9, 12,
17, 18, 27, 36, D. 45.
„Notedop". Verbe
tering van no. 2785.
W. sp. en forceert
winst.
Stand: Zw. 5, 7, 8,
10, 14, 17, 19, 23, 26,
30, 34, 40. Wit 25,
31—33, 37-39, 41—
43, 49, 50. W. sp. en
wint in eindspel-
motief van A. A.
Polman.
De oplossingen van deze vier vraagstuk
ken worden gaarne tegemoet gezien tot a.s.
24 Maart aan het boven deze rubriek ver
melde adres. De laatste probleem-opgave
in de vorige rubriek onder „Romulus II
is abusievelijk genummerd 2817, dit moet
2816 zijn.
LOKZET VAN G. MANTEL
Gerard Mantel is een probleemcompo
nist, die tot de oude garde behoort. In de
jaren 1917 tot 1927 was hij zeer productief
en behoorde met dr M. J. Belinfante S. E.
v. d. Meer, Querido, G. L. Gortmans ex; ir
W. Vrijlandt, tot de grote voorgangers van
de moderne problematiek. Zo af en toe
componeert hij nog wel eens iets. Vooral
lokzetten en lok-lokzetten hadden zijn
speciale voorliefde, een constructie-genre,
dat nauw aan het partijspel verwant is
door de logische spelgang en de meestal
zeer natuurlijke aanvangsstanden. Enige
jaren geleden maakte hij nog deze geestige
lokzet:
No. 2821
i 0, 0 0 0,
X 0. 0 0
-0
Stand: Zw. 8, 9, 11-13, 17-19, 23, 24, 29.
Wit 31—33, 37-40, 43—45, 50. Wit speelt en
verlokt zwart tot een foutieve voorzetting,
waarna wit wint.
Een stelling waarin men, zo op het eer
ste gezicht, niet veel tekening kan be
speuren. Daarom roept wit een beetje
psychologie te hulp en gaat speculeren op
zwart's hebzucht om van het rechte pad
at te wijken. V/it speelt daartoe 31—27!
Zwart ziet z'n kans en trekt op buit uit
met 17-22. Wit 2. 37—31, schijnbaar nu
gedwongen, omdat op 2721, 22 28 zou
volgen, et dormpje lijkt zo lekker vet en
dus bijt de zwarte vis in het aas door ook
6,5,4,3
V H,B,7,5,2
O A
B H.10,3
Zuid was de gever, niemand was kwets
baar; er werd robberbridge gespeeld.
Zuid opende met 1 C, waarop West en
Noord pasten; Oost deed toen het aardige
bod 2 SA, die door West verhoogd werden
tot 3 SA en waarop iedereen paste.
Zuid speelde de V 5 voor, Noord's 9
werd door Oost genomen met de vrouw.
Oost zag, dat hij het van de Ruitenkleur
moest hebben en ging daarom eerst met
Schoppenboer naar de tafel. In slag 3 werd
toen 0-boer nagespeeld. Noord de vrouw.
Oost de heer en Zuid O-aas. Zuid speelde
nu C-heer na, waarop iedereen een
kleintje bijspeelde; natuurlijk moest Oost
deze slag laten lopen, teneinde Noord later
niet in staat te stellen V na te spelen.
Op dit moment ging Zuid ernstig na
denken en kwam tot de met gesloten
kaarten zéér moeilijke conclusie dat
V naspelen geen zin meer had, omdat
Zuid als hij met «f»-Heer aan slag zou
komen, reeds de 9 slagen bij O—W op
tafel zou zien. Neemt men eens de moeite
om dit uit te rekenen, dan zal men ont
dekken, dat Zuid dit zeer juist gezten had.
Om al deze redenen speelde Zuid thans
de enige kaart na, die de Oostspeler kon
doen sneuvelen, de 10Zelfs als tn
West thans de 4»-boer gegooid wordt, zou
dat Oost niet helpen; er werd echte; een
kleine bijgespeeld en Oost nam «fc-aas.
Oost ging nu weer met 4»-heer naar de
tafel en trok vandaar O 2 na, waarop
Noord de O 8 speelde en Oost de 0 10,
Zuid gooide een B weg. Op dit moment
is het downgaan vrijwel onvermijdelijk,
want Oost kan niet meer maken dan
4 <|k-slagen, 2 C?-slagen, 1 slag tn 0 en
1 slag in 4". Voor de 9e slag moet hij
van slag af en N—Z kunnen dan in totaal
maken 2 <^?-slagen, 2 0-slagen en 2 •¥•-
slagen.
Oost zag reeds de bridgewolken boven
zijn hoofd samenpakken en b.sloot in zijn
wanhoop om maar vast te maken wat er
te maken was. Hij incasseerde zijn twee
vrije B en de C-vrouw. Toen hij deze
laatste kaart speelde, gooide Zuid van
C? B,7 met V.8 een V bij. Noord had
op dit moment nog 9,3 met V,8 en
moest ook een kaart weggooien. Noord
wierpB 8 bij en nu kon Oost het
spel toch nog maken. Hij trok B. die
Zuid niet mocht nemen, omdat Noord's
vrouw er dan onder gevallen was en de
A-boer in West nog een slag zou worden
Noord kwam dus met A-vrouw aan slag,
kon 0 9 maken en had toen nog 0 3
over, die door Oost's 0 6 genomen werd
9 slagen, 3 SA gemaakt. Dat Zuid alleen
maar zei: „Volgende spel", zult u mis
schien niet geloven....
MIMIR.
1 Pa3: en 1. Pd2 resp. door 1ba3: en
1Pa2: De afdwalingen in no. 7104
waren nog groter. Hier worden 1. ed4:,
ef4: en „1. Df2" weerlegd door resp. 1.
Dd4: 1Ph6. Met 1. Ke2 komt
men geen stap nader tot de oplossing.
PROBLEEMOPLOSSINGEN
No. 7103. J. v. Dijk. Opl. 1. Pe3 dr. z.
Rc4tt.
No. 7104. J. v. Dijk. Opl. 1. Del dr. 2.
ed4:tf.
Beide problemen werden goed opgelosi
door: A. F. v. Asten, te Asten; ir A. Berg-
stein, Geleen; G. Bogaers, Tilburg; Ch. J.
Boose, Vlaardingen; mr dr R. Bromberg,
Roermond; M. v. d. Burgt, Utrecht; A. T.
Croïn, Delft; F. J. Fokkelman, Hengelo,
mr C. P. Goossen, Nijmegen; W. H. Haring,
Schipluiden; Past. P. v. d. Heijden, Budel-
Schoot; T. Jansen, R'dam; Br. Koenraad,
Eindhoven: G. Küttschereuter, Rotterdam:
M. v. Nieuwstad, Kaatsheuvel; dr R. J. F.
Nivard, Nijmegen; B. Postma, 's-Graven-
hage; Paul Rasehdorf, Hannover; J. G. M.
Vos, Rijswijk; C. v. d Weide, Rotterdam.
Het lot heeft de heer v. d. Weide ah
prijswinnaar aangewezen. Gefeliciteerd
No. 7103 werd goed opgelost door: M.
Chrama, Rotterdam; H. Th. v. Goor, Voor
burg; J. F. Pilgram, Rotterdam.
No. 7104 door H. Arends, Venlo; P. Baks
Rotterdam; mej. R. v. Eekelen, Oosterhout:
P. v. d. Maarel, Overschie; F. J. F. Vis
mans, Rotterdam.
No. 7112
C. MANSFIELD, Carshalton
le pr. B.C.P.S. 1952
Mat in 2 zetten
No. 7113
A. ELLERMAN, Argentinië
le pr. Arbejder-Skak's tournooi 1952 II
Mat in 2 zetten
y-Mk' Ha
yc
Horizontaal: 1 stof maat, 3 lekkernij, 6
onbuigzaam, 9 voegwoord, 11 omroepver
eniging, 13 uitgestotene, 15 dus (Lat.), 17
aanlegplaats voor schepen, 18 rekening,
19 Europeaan, 20 ruim, 23 IJslandse litera
tuur, 24 plaats in Afrika, 26 eenmaal, 28
leesteken, 31 vis, 33 wondvoclit, 37 op de
wijze van, 38 persoonlijk voornaamwoord
40 deel van de bijbel, 41 ieder, 42 voor
zetsel, 43 roofdier, 44 slede, 45 plaats in
Gelderland, 47 bestaat, 48 sportterm, 50
kledingstuk, 53 wapen, 55 bar, 57 legen
darisch dier, 59 uniek, 61 begrip, 63 deq!
van de arm, 65 gemene, 67 eter, 70 jon
gensnaam, 71 deel van de hals, 72 razernij,
74 vloeibaar vet, 77 ontkenning. 79
afstandsmaat, 80 vreemde, 81 model, 82 en
dergelijke (afk.).
Verticaal: 1 door twee deelbaar, 2 zang-
noot, 3 om die reden, 4 muzikaal drama,
5 familielid, 6 zangnoot, 7 familielid. 8
vorm van testen, 9 landbouwwerktuig, 10
lekkernij, 12 filmmaatschappij, 14 meisjes
naam, 16 wiel, 21 meisjesnaam, 22 meisjes
naam, 25 fijn weefsel, 27 visgerei, 28 vogel,
29 geografische aanduiding, 30 deel van
een paard, 32 bloem, 34 kleur, 35 stofmaat.
36 godsdienst, 39 godin, 40 zwaardvis, 45
maanstand, 46 kindergroet, 47 zijrivier van
de Donau, 49 lyrisch gedicht, 51 ondex
andere, 52 keizer-koninkrijk, 54 weekdier,
55 wederhelft, 56 verhoogde toon, 58 be
stuurder, 60 kostbare stof,, 62 soort dek,
63 wandelplaats, 64 zwaar, 66 soort steen,
68 Eng. bier, 69 deel van het gebit, 73
maanstand, 75 lidwoord (Fr.), 76 vervoer
bedrijf, 78 water in Friesland.
Horizontaal: 1 ober, 5 leki, 9 kales. 11
robot, 12 er, 13 la, 14 as, 15 ge, 16 rot. 18
rem, 19 noga, 21 egel, 22 las, 23 kras, 25
tent, 28 nar, 29 Oos, 31 op, 32 Po, 34 am,
36 ni, 37 toren, 39 venijn, 41 Aken, 43 Sonl.
Verticaal: 1 oker, 2 baron, 3 el, 4 rel,
5 los, 6 Ob, 7 kogel, 8 item, 10 sa, 11 ra,
17 To. 18 re, 20 als, 21 Est, 23 kapok, 24
R.R.. 26 ne, 27 tonijn, 28 nota. 30 sinl 32
pen, 33 on, 34 av, 35 mes, 38 re, 40 no.
vmm
voos oom?
Langs de gehele Westkust van Zuid-Amerika strekt zich een
7000 ktn lang ketengebergte uit, de grootste bergketen op aarde. We
noemen het, op- z'n Spaans: „Cordilleras (kordieljéé-raas) de los
Andes"
„Bergketenen van het Oosten".
Door het woord: „cordillera" speelt
he; woord: „cordiila" en dat gaat weer
terug op een woord, dat „koord" be
tekent. Inderdaad liggen de Berg-
ketenen-van-het-Oosten, ontstaan door
plooiïng van de aardkost op hoog
ten ver boven de 3000 m. vond men
nog overblijfselen, fossielen, van....
zeedieren als lange „koorden" ach
ter elkaar, „lengtedalen" veroorzakend,
ingeklemd door bergtoppen tot ruim
7000 m hoogte toe. De hoogste berg
van Amerika, tevens de hoogste too
der Andes, de Aconcagua een uit
gedoofde vulkaan haalt 7040 m.
Geen wonder, dat de hoge, veelszins
onbestegen toppen, menige bergbeklim
mer als het ware tarten zijn uiterste
kunnen te tonen. Zijn topprestatie! W:e
zo iets onderneemt, krijgt aanstonds
de vraag te horen: „Maar wat levert
Uw onderneming op? Welk voordeel,
welke winst denkt ge te behalen? Ziet
ge er iets in voor onze uitvoer, onze
handel, onze industrie?", enz. Een der
gelijk vraaggesprek moet op niets uit
lopen. Deze bergbeklimmers, mensen
van studie en wetenschap dikwijls,
vragen niet naar de baten. Zij worden,
eenvoudig, gedreven; zij kunnen bijna
niet anders. Het gaat er mee als met
makers van kunstwerken, muziekstuk
ken, schilderijen, die weinig baten op
leveren, maar de samenleving in hoge
mate verrijken.
Toen wij onlangs wat over de ver
overing van de Mount Everest vertel
den, ontvingen we enkele brieven,
waarin men ons vroeg, of we met de
prachtige prestaties van onze eigen
landgenoten niet bekend waren, die,
in Peru (pe-roe), de hoogste keten be
dwongen, de Cordillera Blanca, de
„Witte Keten"? Stellig waren we dat!
We gaan dan hier ook iets vertellen
van de geslaagde aanval door dr C.
Egeler, leider, en de heer T. de Booy,
geologen, op de Nevado Huantsan, de
meest gevreesde en hoogste onbestegen
top der Cordillera Blanca (6395 m.; d«
Mont Blanc is 4800 m.). Wij volgen
hierbij het spannende werk: „Naar on
bestegen Andes-toppen". door dr C.
Egeler en T. de Booy; uitg. Scheltens
en Giltay, Amsterdam; versierd met
vijftig scherpe foto's.
Beide alpinisten, getraind in de
grootse omgeving van Chamounix-
Mont Blanc. hadden het aanvankelijk
hoger in hun hoofd: ze wilden naar de
Himalaya toe. Dat zou uiteraard een
kostbare geschiedenis worden. En
daarvoor ontbraken de nodige dubbe.-
tjes. Dan maar een paar toontjes lager
gezongen: de Andes vormden eveneens
een zeer aantrekkelijk doel. Een heel
beroemde Franse gids, Lionel Terray,
verklaarde zich bereid de Nederlandse
expeditie te vergezellen.
Het klinkt raar, maar dr Egeler
trainde ook rond de vijvers van....
het Vondelpark, aangemoedigd door
wandelaars, die hem toeriepen: „Ze
hebben de dief al lang". Om het hoog
ste tropische gebergte ter wereld on
der de voet te krijgen, moet men na-
De 19e Maart denken wij zeer
bizonder aan de voedstervader
van Jesus, de Bruidegom der
H. Maagd en de Patroon der H.
Kerk. Want dan vieren wij het
Beschermfeest van Sint Joseph.
Na Maria de machtigste Heili
ge aan de Overzijde, want Chris
tus kan nooit vergeten, dat Hij
hem met de naam van „Vader"
aansprak.
Wij voor ons spreken van
voedstervader, van pleegvader,
maar Jesus werd toch in het
gezin van S. Joseph geboren! En
S. Joseph's Vrouw was toch Zijn
Moeder? Kunnen we dan feite
lijk wel van een „pleegkind"
spreken?
De H. Schrift drukt zich an
ders uit: „Zijn vader en moeder
stonden verbaasd over hetgeen
van Hem werd gezegd". „Zie,
Uw vader en ik hebben in
doodsangst naar U gezocht".
„Het is daarom beter om zon
der meer de naam „vader" te
gebruiken, al moet men zorgen
hem op de juiste wijze te ver-
Van Sint Joseph's leven ver
haalt de H. Schrift niet veel en
toch was hij zo innig met
Maria verbonden. Doch één zin
netje is voldoende om de hoge
waardigheid van deze Heilige
te beseffen. Het is dat korte zin
netje, waar de Evangelist
schrijft: „Joseph autem. cum es-
set iustus" „Joseph nu. daar
hij een rechtvaardige was
Rechtvaardig in Gods' oog!
Waarlijk geen kleinigheid, wan
neer een Boek als de Bijbel dit
vaststelt.
De machtigste Heilige, na
Maria, in de Hemel? Maar zegt
Christus Zelf dan niet van
Sint Jan-de-Doper: „Onder de
kinderen der vrouwen is er geen
opgestaan die groter was dan
hij?". Zeker zegt Christus dat.
Doch Hij bedoelt; onder de
Godsmannen van het Oude Ver
bond; onder de profeten! Sint
Joseph staat op de grens, tus
sen het Oude- en het Nieuwe
Verbond ln.
Bidden wij met de H. Kerk,
dat ons, op de voorbede van die
zo bescheiden Heilige. Sint
Joseph, datgene moge geschon
ken worden, wat wij uit eigen
kracht nimmer zullen kunnen
verwerven.
tuurlijk lichamelijk in goede conditie
verkeren. Op grote hoogte wordt door
gebrek aan voldoende zuurstof de
ademhaling zeer bemoeilijkt. Handen
en voeten lopen gevaar te bevriezen.
Gebrek aan zout door het sterke
transpireren veroorzaakt moet tot
spierkramp leiden enz. Tegen het op
treden van dorst kan men door het
eten van sneeuw niets beginnen: de
dorst neemt hierdoor toe. Terwijl het
voedsel hoofdzakelijkniet uit vet,
maar uit zoetigheden moet bestaan:
„Koek bleek het ideale voedsel te zijn
voor grote hoogte. Tevens: honingbal-
len, toffees, nougat, gedroogde vruch
ten en suikerklontjes".
Een handicap voor de drie bergbe
klimmers vormde het korte daglicht.
De zon kwam pas tegen zes uur op en
nam na twaalf uren afscheid. Van die
kostbare twaalf uren moesten som
mige. wegens de strenge koude, in de
driepersoonstent worden doorgebracht.
Om daar te slapen? Neen, juist door
het gebrek aan zuurstof boven de
5000 m- trad slapeloosheid op, welke
de alpinisten door het gebruik van
steeds meer slaapmiddelen moesten
bestrijden. Tegen bergziekce, met dui
zelingen, barstende hoofdpijn en
ademnood als ernstige verschijnselen,
helpt het best een langzaam en voor
zichtig tempo; toch legden onze beide
sportieve landgenoten wel afstanden
van 400 m. stijgen per uur af beneden
de 5000 m. grens, in het middenterrein,
een prachtige prestatie.
Het is bijna niet te geloven, dat .n
expeditie van tenslotte zegge en
schrijvedrie mensen erin kon sla
gen een moeilijke top als de Huantsan
te bedwingen. Het opmerkelijkste
avontuur is wel geweest dat van de
heer De Booy, die langs een steile hel
ling in het donker afdalend, onderste
boven over een afgrond werd ge
plaatst! Hij schoot uit deze mindir
benijdenswaardige positie los en maak
te een val van wel 90 'm. Wonder bo
ven wonder kwam hij als een kat „op
zijn pootjes terecht" en, behalve em
ontvelde neus en pijn in de lendenen,
bleek hij verder niets te mankeren.
Niets gebroken!
De duisternis daalde snel en de drie
touristen zagen een nacht van twaalf
uren vóór zich, door te brengen op een
gletscher, terwijl het vroor dat het
kraakte. De geoefende Terray kon zich
„nauwelijks overeind houden", naar
hij toegaf. Met inspanning van zijn
laatste reserves gelukte het de heer
De Booy een „aanvalskamp" te berei
ken, waar de slaapzak en hete thee
met citroen hem weer spoedig in zijn
gewone stoere conditie herstelden.
De Nederlanders waren hoofdzake
lijk op Terrayen ichzelve aan
gewezen; de Indiaanse dragers, die
de „aanvalskampen" inrichtten, bleken
niet geheel betrouwbaar en hielden
zich maar kwalijk aan de gemaakte
afspraken.
Drie weken heeft de belegering van
de sneeuwvesting Huantsan geduurd.
Toen, de 7e Juli 1952, des middags om
één uur, drukten de drie alpinisten
elkaar de hand: „De 6395 m. hoge top
was gevallen!" Óndanks zijn ernstige
handicap was óók de heer De Boov
van de partij en ontrolde, met dr Ege
ler, de vaderlandse Iriekleur. Terray
de Franse „tricolore"! Langs drie kam
pen ging het toen weer naar het basis
kamp, waar hun een feestmaal wacht
te, een stapel brieven uit het vader
land en.... voor dr Egeler een tele
gram van mevrouwdat er in Am
sterdam een huis te koop stond!
Dr Egeler schrijft het succes beschei
den toe aan „de ruime dosis geluk,
die ons op onze tochten toch ten de-1
viel" Ongetwijfeld.... zonder geluk
vaart niemand web Maar wij mogen
onze beide landgenoten een woord van
oprechte bewondering niet onthouden
voor de stoere, sportieve en kloeke
wijze waarop zij met dat onmisbare
geluk hebben meegewerkt.
1. De Paters Lazaristen worden al
dus genoemd naar het eerste moeder
huis te Parijs: Saint-Lazare. Hun
stichting gaat terug op de H. Vincen-
tius Paulo (1625).
2. Een quadriljoen is een 1 gevolgd
door niet minder dan 24 nullen.
3. De oppervlakte van de oceaan
is geen „waterpas"-lijn, maar een stuk
van een cirkelomtrek, waarvan het
middelpunt samenvalt met het mid
delpunt der aarde. Het oceaan-opper
vlak „kromt" zich met dat der aarde.
4. Hoe ver de horizon van ons af
ligt. hangt af van de hoogte van ons
oog. De formule is: „de Wortel uit
13 x die hoogte km", V 13 h km. In
ons geval (100 m. hoogte): de Wor
tel uit 1300 km., is, rond genomen,
36 km.
(De Wortel uit 16 4; 36 - 6; 144
12. Enz.).
5. Daar de zon in het Oosten opgaat,
wordt een Oostelijke plaats eerder
door haar stralen beschenen dan
een Westelijke. In het uiterste Oosten
van ons land komt de zon rt 10 mi
nuten eerder op dan in Amsterdam.
6. De schrijfwijze: Dinsdag 5 Aug.
I en Dinsdag 5 Aug. II houdt ver
band met de datumgrens, de datum is
links en rechts van die grens niet
dezelfde. Indien men daar Dinsdag 5
Aug. gaat slapen, wordt men de
volgende morgen wakkerop Dins
dag 5 Aug. Beide Dinsdagen nu wor
den in bet scheepsjournaal aangeduid
als I en II
7. Ons lichaamsgewicht is in In
donesië lager dan hier en hier lager
dan aan de Pool. Wat hier 1000 gr.
weegt, weegt in Indië 998 gram.
8. De hoogte van de springvloed
te Fundy-Bay (New-Foundland) be
draagt 15 m„ de grootste ter wereld.
9. De ware zonnetijd wordt door
zonnewijzers aangewezen.
10. In het luchtledige vallen een
kei, een zandkorrel, gen veertje enz.
even snel.
Hier heel ver vandaan leefden eens
een man en een vrouw, die maar één
zoon hadden. Die zoon heette Sigurd.
Toen zijn vader stierf, kreeg hij heel
veel geld. 's Nachts, in zijn slaap,
hoorde hij iemand zeggen: „Je vader
is gestorven, en ook ie moeder zal
gauw sterven. Je hebt veel geld ge
kregen. Maar je moet de helft aan
onze arme mensen geven: en de an
dere helft moet je in zee grooien. Je
vader heeft het niet eerlijk verdiend.
Wat boven op het zeewater blijft drij
ven, mag je houden".
De volgende morgen ging Sigurd
naar een priester en gaf hem geld
voor de armen. De rest smeet hij in
zee. Er bleef een stuk papier drij
ven. Hij viste het op, maakte het
open en vond er zes stuivers in. der
tig cent. Die hield hij voor zichzelf.
Sigurd trok de wijde wereld in.
's Avonds kwam hij aan een armelijke
hut. Hij klopte aan. „Mag ik vannacht
hier blijven slapen? „Natuurlijk mag
je dat"! „Maar ik heb haast geen cen
ten". „Dat hindert niet, kom toch
maar binnen".
Onder de tafel zag Sigurd een dier
liggen, dat hij nog nooit gezien had.
„Wat is dat voor een dier?" vroeg hij
aan de oude vrouw. „Dat noemen we
een kat" antwoordde deze. Wij heb
ben al gezegd, dat het lang geleden
gebeurd is.
Toen Sigurd de volgende morgen
wegging, vroeg hij: „Kan ik die kat
niet van U kopen? Ik ben anders zo
alleen". „Voor zes stuivers" zei de
vrouw. Sigurd telde het geld neer
en borg de kat onder zijn mantel.
's Avonds kwam hij aan een heel
groot huis. „Wie woont er in dit
huis?" vroeg hij. „Je moet niet huis
zeggen, maar paleis. Want hier woont
de koning" klonk het antwoord.
„Wou ie hem soms begroeten?"
„Heel graag"!
Toen Sigurd binnentrad, zat de ko
ning juist te eten. Veel mannen za
ten om hem heen. Over de tafel lie
pen tientallen kleine diertjes. Ze
pakten het eten van de schalen en
beten de koning in zijn hand. Soms
liepen ze hard weg. Maar even later
waren ze weer terug. Het waren mui
zen. De koning had er veei verdriet
van. Nu haalde Sigurd zijn kat onder
zijn mantel vandaan. Roef! de muizen
holden weg. En zij durfden niet
meer terug te komen. De koning was
zo blij. dat hij Sigurd vroeg in het
paleis te blijven. Hij trouwde met
de dochter van de koning. En werd
later zelf koning
Voor het kantongerecht te Sneek had
zich gistermiddag de wichelroedeloper
S. K. uit Leens (Gr.) te verantwoorden
wegens het onbevoegd uitoefenen van de
geneeskunst, hetgeen bestond in het ver
kopen van zogenaamde afschermapparat ;n
voor het weren van aardstralen. De man
had te Wonnnels (Fr van deze appa-
raten verkocht en prijzen gevraagd van
450 tot 85.
De verdediger mr G. P. Haverkamp uit
Groningen meende, dat wanneer de ver
dachte gestraft zou worden ook de fabri
kanten van diverse „geneesmiddelen"
voor dagvaarding in aanmerking zouden
komen.
De kantonrechter mr J. A de Jong uit
Sneek zai over veertien dagen schriftelijk
uitspraak doen.
Tijdens een conferentie, welke twee
zuiveldeskundigen van een Belgische ven
nootschap gisteren te Groningen met de
heer De Boer, directeur van de Codp. Zui
velfabriek „De Omrtielariden" hebben ge
voerd, verscheen daar een deurwaarder,
die de auto, waarmee de beide Belgen
naar Groningen waren gekomen, in beslag
nam. Deze inbeslagneming, geschiedde in
opdracht van de heer De Boer, wegens een
vordering, welke „De Ommelanden" nog
he<*ft op de Belgische vennootschap. In
middels hebben de beide Belgen een kort
geding tegen „De Ommelanden" aanhan
gig gemaakt bij de arrondissementsrecht
bank te Groningen. Dit zou vandaag voor
de president van de rechtbank dienen.
1. We kennen allen wel de be
faamde Amersfoortse kei. Het voor
werp is graniet, uit Scandinavië af
komstig. Wie heeft het naar Neder
land getransporteerd?
2. Wat kunt Ge aanvoeren als be
wijs, dat in onze Achterhoek en in
Twente een woestijnklimaat heeft
geheerst?
3. Bij zeer veel mammouthen ston
den de slagtanden geheel naar bin
nen gekruld. Men kan dit toch zeker
wel tot de onbruikbare vormingen
rekenen?
4. Wat kan een hond beter, rui
ken of horen? En op welke plaats
komt het gezicht, het zien?
5. Welk dier is eerder een huisdier
geworden: de hond of het paard? Het
paard of het schaap?
6. „Horens en gewei dienen ter ver
dediging tegen mogelijke vijanden"
hoort men vrij algemeen stellen.
Waarom heeft een vrouwtjeshert dan
geen horens, bijv. om haar kalf te ver
dedigen?
7. „De Franse Leliën spinnen
niet"! Aldus luidt een bekende uit
drukking. Spinnen onze Nederlandse
leliën dan bijv. wel?
8. Een Barnevelder is een bepaalde
soort kip. Wat is een lakenvelder?
9. Onze jachthonden jagen hoofdza
kelijk met de neus. Welke jacht
honden jagen meer bizonder met het
oog?
10. Een kat slaat haar nagels uit
door middel van de samentrekking
der buigspieren. Welke spieren moet
ze samentrekken om haar nagels in te
trekken?
(Oplossing de volgende keer).
1. R., vóór Réaumur, die de afstand
tussen vries- en kookpunt in 80 gra-
defj heeft verdeeld (Celsius 100; Fah
renheit 180). 2Jjsap. 3. ragen. 4. beze-
nen. 5. theebus.ie. 6. stroopkan. 7. stol
pen. 8, -zinnebeeld van blankheid,
maagdelijkheid, reinheid en onschuld
is de lelie. 9. een ben. 10. N„ vod
Noorden.