SI 0; 0 m r DIE PARTNER TOCH.... m wwm, m mm Onze dagelijkse PUZZLE rrw 1 f BBEL70W Vt 000 HET GRABBELTONNETJE SCHAKEN BRIDGE-RUBRIEK MLL Ook Nederlanders bereikten een hoogterecord... DE HEILIGE VAN DE WEEK ?3."*Sj I mi voor Nederland m X fftn Vorige vragen beantwoord Aardstralen in het geding Tien nieuwe vragen Oplossing der puzzle: PAGINA 6 Waarom spelen wij eigenlijk in Kath. verband Hans van Bergen m n ?s - - i 'O O w c 3 e 0 w y. o o. o 0 0, 0, n if *3 0, 0, 0, bg, 0, 0, 0, O, O O. 0, O s BB. ■BB» v, a pjt m. „t\ '0jCP„ PtW W» i ip n I Wm X 4|p m„ Oplossing van gisteren 19 Maart: Sint Joseph Is verkoop van afscherm- apparaten strafbaar? VERRASSING TIJDENS DE CONFERENTIE Belgen konden niet met hun auto naar huis RffrEROLLEJN CO ht H l'.srt )NI>ENIIE-A l)HhS ■ROMBUS 8, tlILREKSUM De tijden zijn nu toch veranderd. We moeten elkaar toch leren kennen, waar deren en respecteren. En als hier gevaar voor ons geloof uit zou voortvloeien, dan kunnen we wel uit kantoor, zaak ei) fa briek ook blijven. Maar de toneelbeoefe- ning in katholiek verband zou een gezond tegengif kunnen vormen voor ons ver blijf op gemengde kantoren, zaken en fa brieken. Zoiets als de jeugdbeweging dus, waar wij van leiders en priesters tussen al ons spel door voldoende geeste lijk voedsel meekrijgen, om in de wereld sterk te staan. Over het algemeen echter ontvangen wij tijdens onze toneelrepeti ties geen godsdienstonderricht. Dus wat dat betreft, maakt het weinig verschil uit, of wij in katholiek of gemengd ver band spelen. We zouden nog kunnen aanvoeren, dat wij in de toneelvereni ging veel intiemer en amicaler tegenover elkaar staan dan op de fabriek en het kantoor. Dit is maar zeer betrekkelijk. Op kantoor, waar je 8 uur lang per dag tegenover elkaar zit en op de fabriek, waar je de hele dag naast elkaar staat, kunnen de verhoudingenNrok zeer ami caal en intiem zijn, intiemer dikwijls dan op de toneelvereniging, waar men elkaar maar misschien een avond in de week treft. Maar ons verblijf op gemengde kanto ren en fabrieken zouden we een noodza kelijk kwaad kunnen noemen. En wij be hoeven dit noodzakelijk kwaad toch niet uit te strekken tot onze toneelvereni gingen. Ach natuurlijk er zijn talrijke redenen aan te voeren om ons toneel te beoefe nen in katholiek verband maar ik wil hier op een reden wijzen, die onherroe pelijk blijft, ook al zou U alle andere kunnen betwisten En deze reden komt voort uit het we zen van de toneelbeoefening zelf Want U kunt de toneelbeoefening be schouwen als loutere vrije-tijds-beste- ding en dan gaan alle redenen op, die voor elke vrije-tijds-besteding opgaan. Maar juist omdat deze redenen nogal eens betwist worden, wil ik hier een heel andere reden naar voren brengen. Het toneel namelijk wil een weerga ve zijn van het werkelijke leven. En pas als het dit is, kan het toneel ons boeien en. ontroeren. Pas als het dit is, is er sprake van echt toneel! Maar wat is voor ons het werkelijke leven? Hierop moeten wij een heel ander antwoord geven dan de niet-katholiek. Het leven, dat van God komt en langs de weg der genademiddelen God tot einddoel heeft, dat is voor ons het wer kelijke leven'. Dit leven nu moeten wij uitbeelden in al zijn facetten, in al zijn rijke schake ringen. Als katholiek nemen wij dus een zeer grootse taak op ons door het publiek een spiegelbeeld voor te houden van het werkelijke leven. Wij dienen er dan ook voor te zorgen, dat het wel degelijk een zuiver spiegel beeld wordt van het WERKELIJKE le ven! Aanders plegen wij verraad aan onze katholiciteit en geven wij boven dien ergernis. En of men nu een stuk speelt, dat lou ter humoristisch bedoeld is, of een stuk, waarin zware levensproblemen worden behandeld, dit maakt weinig verschil uit. Het gaat om de geest, de sfeer, die een stuk ademt. En die wordt er in gebracht door de spelers zelf! De spelers bepalen de kleur van een spel! Zogenaamde „neutrale" bestaan er daarom volgens mij niet. Het leven is niet neutraal. Geen enkel facet van het leven is neutraal. Ook het humoristische facet niet! Onze blijdschap, onze humor, onze vreugde om het leven komt uit heel an dere gronden voort dan bij de anders denkende. Nu hebben wij in ons vorig artikel aan getoond, dat ieder individuele speler pas zijn waarde krijgt door het GEHELE spelende gezelschap. Niet de een of an dere speler maakt het succes van de avond uit. Zo gauw dit wel het geval is, zou een opvoering mislukt zijn. HET STUK moet over het voetlicht komen, niet de prestatie van deze of gene speler! En het stuk wordt gemaakt door alle spelenden tezamen, zowel door degene, die de kleinste rol vervult als door degene, die de hoofdrol speelt. DIT STUK nu moet een bepaalde kleur, een bepaalde geest, een bepaalde sfeer ademen. Hoe zou dit mogelijk zijn, als de spelenden niet allen een en de zelfde levensbeschouwing delen? Een voorstelling van een stuk kan men beschouwen als een kunstproduct, waar aan meerdere kunstenaars hun mede werking verleend hebben Wat moet er van een dergelijk product terecht komen, als de kunstenaars onderling' verschil len in levensvisie? Want het kunstpro duct wil toch een zeker facet van het le ven uitbeelden V. t Daarom is het ook van zo groot be lang, dat onze regisseurs door en door goede katholieken zijn. Want zij zijn ver antwoordelijk voor de geest, die uit onze voorstellingen moet spreken ja mi bbbüsï m No. 1975. 13 MAART 1954 Redacteur: G. J. A. VAN DAM, Vossiusstraat 18 B, Amsterdam-Z. Alle correspondentie aan dit adres. Bij vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel voor antwoord insluiten. OPLOSSINGEN No. 2809. (Miss Smid). Wit 30!, 35!, 28, 24, 2 wint in Alix-eindspel. Achter de schuilnaam, welke boven deze compositie staat, gaat 'n uitstekend problemist schuil. Deze bewerking op het thans wel wat al te veel afgekloven Alix-motief maakt op vele middelmatige constructies op dit eindspel een bijzonder gunstige uitzonde ring. De afwikkeling is even kort als krachtig. Wie ziet er nu eens kans een bewerking te construeren, waarin alle stukken van de slotstand tijdens de pro blematische afwikkeling op hun plaats komen met behoud van een aannemelijke aanvangsstand en pittige winstgang? No. 2810. (J. H. H. Scheyen). Wit 49—43!, 42!, 9, 17, 31, 27 (29), 34 (24), deze keuze mogelijkheid is aardig, 28, 17, 29, 40, 17 wint. De aanvangsstand is naar mijn smaak te bizar in verhouding tot dat gene wat de ontleding ons te zeggen heeft Dan is het gebruik van een dam 'n de beginstand, maar met onverwachte zetten of slagen, m.i. te prefereren. No. 2811. (V. d. Boogaard). Weer een enidspel-bewerking, ditmaal van een eind spel van B. Kramer. Wit 32, 11, 37, 17!, 41, 42, 23, 39, 29', 2 wint. 't Lijkt allemaal zo eenvoudig, maar men moet zelf eerst eens proberen een eindstand in een behoorlijke compositie te kledèn om te weten hoe moeilijk dat is. V. d. Boogaard is daarin specialist. Op zw. 21 volgt nu 26 (38), 7 (22), 16 (42), 27, 48 wint. No. 2812. (Stuurman). Wit 21!, 12!!, 18!, 41, 43, 14!, 6!, 14!! wint. Een schitterende constructie, brilliant als vuurwerk, de vonken vliegen er af! VOOR ONZE LADDER-WEDSTRIJD No. 2817 JOH. VAN DEN BOOGAARD, Nuland. (Ie publ.) Stand: Zw. 2, 4, 6, 3, 15, 16, 13, 23, 29, 30, 34. 35. 45. Wit 20, 21, 25, 26, 27, 32, 36—38, 40, 42—44, 48. Wit sp. en wint. Naspel uitwerken. No. 2819 A. STUURMAN, Schiedam (2e publ.) No. 2818 J. H. H. SCHEÏJEN Kerkrade (le publ.) I B B B 3 3 '3 0 '?i O B 'i *00 3 o 0. - n Stand: Zw. 7, 11, 12, 19, 28, 29, 33, 36, 40. Wit 16, 22, 27. 31, 37, 38, 42, 43, 49. Wit sp. en wint. Naspel uitwerken. No. 2820 LEO SPRINGER Den Haag (le publ.) nu 22—28 te spelen. 3. 33*22 gevolgd door 1217. De stakker waterstandt al van het lekkers en is zich van zijn noodlot nog niet bewust. Wit liet volgen 4. 32—28!!, 23X21. 5. 31—26!, 18X27 (gedw. om nle» di rect te sneven). 6. 38—32!, 27X49. 7. 40—35!, 49X40, 8. 45X12, 17X8. 9. 26X6 en zo ver dween de hebzuchtige snoek van het to neel. Deze compositie is een mooi voorbeeld van een probleemgenre, de zogenaamde practische problematiek, waaronder be halve lokzetten, ook spel-studies, analyse vraagstukken en „20X20 of 19X19"-stan- den vallen, die tegenwoordig nagenoeg van het repertoire der hedendaagse pro- blemisten is verdwenen. Dit is zeer te betreuren. Erkend moet worden, dat voor het construeren van dit soort composities, naast veel technische vaardigheid, de practische spelkennis van de gemiddelde hoofdklasse-speler is vereist. Vermoedelijk is het ontbreken van dit laatste de oor zaak van het feit, dat zo weinig practische vraagstukken worden gecomponeerd. Zaterdag 13 Maart 1954 Schaakredacteur P. A. KOETSHEID, Huize St Bernardus, Sassenheim No. 7114. V. Schneider, le en 2e prijs ex aequo Arb. Skak 1952 (2). Mat in drie zetten. Wit: Kb2, Df3, Td3, Rc6—h8, Pa7—cS; c2, d4, d5, e2, e6. Zwart: Kc4, Te4—e5. Pd6, b4, e3. Oplossingen over drie weken. In de volgende rubriek geven we tegelijk de oplossingen van de problemen gepubliceerd op 20 en 27 Februari. No. 7108. Hier is de verschuiving van de g-pionnen nog niet afdoende; ook die van d4 moet nog naar c5 verhuizen. Onze lezers, die hebben ingezonden 1. g5 en 1. d5 zullen we allen als goed vermelden De rubriek van 13 Februari heeft veel belangstelling genoten, bekijk het oplos serslijstje maar eens. Natuurlijk kwamen nogal enige fou tieve oplossingen binnen. In no. 7103 falen Weinig mensen spelen zo slecht bridge als partners doen. Wanneer er eens een zeer moeilijk spel op een of andere manier mislukt is, hebben de meeste bridgespelers de neiging om de fout aan de overkant van de tafel te zoeken Zelfs als men het spel had kunnen maken, wordt zo vaak gezegd: „Waarom heb je dan ook zo hoog geboden?". Onder sterke spelers zal men het fouten- i zoeken bij de partner over het algemeen veel minder tegenkomen dan bij zwakkere spelers. Wij kunnen wel zeggen, dat hoe zwakker er gespeeld wordt, hoe meer men verwijten maakt aan degeen, waarmede men samen speelt. Het is het oude lied.... de pot verwijt de ketel. Natuurlijk valt er vaak wat op een partner aan te merken, want bridge is zo'n moeilijk spel, dat er talrijke fouten gemaakt worden; denken we echter eens aan onze eigen onvolmaaktheden, dan Is er steeds wel reden om enige mildheid te betrachten bij onze critiek. Dezer dagen waren wij getuige van het onderstaande bridge-avontuur, waarbij de Zuidspeler wel enige reden scheen te hebben om zich de haren uit het hoofd te trekken: 9,7,2 V 10,9,3 V,9,8,3 B V.T.2 H,B V 8,4 O B,7,5,2 •f" B,7,6,5,4 B A.V.10,8 V A.V.6 O H.10,6." •f» A ,9 Stand: Zw. 6, 31. D. 1, D. 48. Wit 9, 12, 17, 18, 27, 36, D. 45. „Notedop". Verbe tering van no. 2785. W. sp. en forceert winst. Stand: Zw. 5, 7, 8, 10, 14, 17, 19, 23, 26, 30, 34, 40. Wit 25, 31—33, 37-39, 41— 43, 49, 50. W. sp. en wint in eindspel- motief van A. A. Polman. De oplossingen van deze vier vraagstuk ken worden gaarne tegemoet gezien tot a.s. 24 Maart aan het boven deze rubriek ver melde adres. De laatste probleem-opgave in de vorige rubriek onder „Romulus II is abusievelijk genummerd 2817, dit moet 2816 zijn. LOKZET VAN G. MANTEL Gerard Mantel is een probleemcompo nist, die tot de oude garde behoort. In de jaren 1917 tot 1927 was hij zeer productief en behoorde met dr M. J. Belinfante S. E. v. d. Meer, Querido, G. L. Gortmans ex; ir W. Vrijlandt, tot de grote voorgangers van de moderne problematiek. Zo af en toe componeert hij nog wel eens iets. Vooral lokzetten en lok-lokzetten hadden zijn speciale voorliefde, een constructie-genre, dat nauw aan het partijspel verwant is door de logische spelgang en de meestal zeer natuurlijke aanvangsstanden. Enige jaren geleden maakte hij nog deze geestige lokzet: No. 2821 i 0, 0 0 0, X 0. 0 0 -0 Stand: Zw. 8, 9, 11-13, 17-19, 23, 24, 29. Wit 31—33, 37-40, 43—45, 50. Wit speelt en verlokt zwart tot een foutieve voorzetting, waarna wit wint. Een stelling waarin men, zo op het eer ste gezicht, niet veel tekening kan be speuren. Daarom roept wit een beetje psychologie te hulp en gaat speculeren op zwart's hebzucht om van het rechte pad at te wijken. V/it speelt daartoe 31—27! Zwart ziet z'n kans en trekt op buit uit met 17-22. Wit 2. 37—31, schijnbaar nu gedwongen, omdat op 2721, 22 28 zou volgen, et dormpje lijkt zo lekker vet en dus bijt de zwarte vis in het aas door ook 6,5,4,3 V H,B,7,5,2 O A B H.10,3 Zuid was de gever, niemand was kwets baar; er werd robberbridge gespeeld. Zuid opende met 1 C, waarop West en Noord pasten; Oost deed toen het aardige bod 2 SA, die door West verhoogd werden tot 3 SA en waarop iedereen paste. Zuid speelde de V 5 voor, Noord's 9 werd door Oost genomen met de vrouw. Oost zag, dat hij het van de Ruitenkleur moest hebben en ging daarom eerst met Schoppenboer naar de tafel. In slag 3 werd toen 0-boer nagespeeld. Noord de vrouw. Oost de heer en Zuid O-aas. Zuid speelde nu C-heer na, waarop iedereen een kleintje bijspeelde; natuurlijk moest Oost deze slag laten lopen, teneinde Noord later niet in staat te stellen V na te spelen. Op dit moment ging Zuid ernstig na denken en kwam tot de met gesloten kaarten zéér moeilijke conclusie dat V naspelen geen zin meer had, omdat Zuid als hij met «f»-Heer aan slag zou komen, reeds de 9 slagen bij O—W op tafel zou zien. Neemt men eens de moeite om dit uit te rekenen, dan zal men ont dekken, dat Zuid dit zeer juist gezten had. Om al deze redenen speelde Zuid thans de enige kaart na, die de Oostspeler kon doen sneuvelen, de 10Zelfs als tn West thans de 4»-boer gegooid wordt, zou dat Oost niet helpen; er werd echte; een kleine bijgespeeld en Oost nam «fc-aas. Oost ging nu weer met 4»-heer naar de tafel en trok vandaar O 2 na, waarop Noord de O 8 speelde en Oost de 0 10, Zuid gooide een B weg. Op dit moment is het downgaan vrijwel onvermijdelijk, want Oost kan niet meer maken dan 4 <|k-slagen, 2 C?-slagen, 1 slag tn 0 en 1 slag in 4". Voor de 9e slag moet hij van slag af en N—Z kunnen dan in totaal maken 2 <^?-slagen, 2 0-slagen en 2 •¥•- slagen. Oost zag reeds de bridgewolken boven zijn hoofd samenpakken en b.sloot in zijn wanhoop om maar vast te maken wat er te maken was. Hij incasseerde zijn twee vrije B en de C-vrouw. Toen hij deze laatste kaart speelde, gooide Zuid van C? B,7 met V.8 een V bij. Noord had op dit moment nog 9,3 met V,8 en moest ook een kaart weggooien. Noord wierpB 8 bij en nu kon Oost het spel toch nog maken. Hij trok B. die Zuid niet mocht nemen, omdat Noord's vrouw er dan onder gevallen was en de A-boer in West nog een slag zou worden Noord kwam dus met A-vrouw aan slag, kon 0 9 maken en had toen nog 0 3 over, die door Oost's 0 6 genomen werd 9 slagen, 3 SA gemaakt. Dat Zuid alleen maar zei: „Volgende spel", zult u mis schien niet geloven.... MIMIR. 1 Pa3: en 1. Pd2 resp. door 1ba3: en 1Pa2: De afdwalingen in no. 7104 waren nog groter. Hier worden 1. ed4:, ef4: en „1. Df2" weerlegd door resp. 1. Dd4: 1Ph6. Met 1. Ke2 komt men geen stap nader tot de oplossing. PROBLEEMOPLOSSINGEN No. 7103. J. v. Dijk. Opl. 1. Pe3 dr. z. Rc4tt. No. 7104. J. v. Dijk. Opl. 1. Del dr. 2. ed4:tf. Beide problemen werden goed opgelosi door: A. F. v. Asten, te Asten; ir A. Berg- stein, Geleen; G. Bogaers, Tilburg; Ch. J. Boose, Vlaardingen; mr dr R. Bromberg, Roermond; M. v. d. Burgt, Utrecht; A. T. Croïn, Delft; F. J. Fokkelman, Hengelo, mr C. P. Goossen, Nijmegen; W. H. Haring, Schipluiden; Past. P. v. d. Heijden, Budel- Schoot; T. Jansen, R'dam; Br. Koenraad, Eindhoven: G. Küttschereuter, Rotterdam: M. v. Nieuwstad, Kaatsheuvel; dr R. J. F. Nivard, Nijmegen; B. Postma, 's-Graven- hage; Paul Rasehdorf, Hannover; J. G. M. Vos, Rijswijk; C. v. d Weide, Rotterdam. Het lot heeft de heer v. d. Weide ah prijswinnaar aangewezen. Gefeliciteerd No. 7103 werd goed opgelost door: M. Chrama, Rotterdam; H. Th. v. Goor, Voor burg; J. F. Pilgram, Rotterdam. No. 7104 door H. Arends, Venlo; P. Baks Rotterdam; mej. R. v. Eekelen, Oosterhout: P. v. d. Maarel, Overschie; F. J. F. Vis mans, Rotterdam. No. 7112 C. MANSFIELD, Carshalton le pr. B.C.P.S. 1952 Mat in 2 zetten No. 7113 A. ELLERMAN, Argentinië le pr. Arbejder-Skak's tournooi 1952 II Mat in 2 zetten y-Mk' Ha yc Horizontaal: 1 stof maat, 3 lekkernij, 6 onbuigzaam, 9 voegwoord, 11 omroepver eniging, 13 uitgestotene, 15 dus (Lat.), 17 aanlegplaats voor schepen, 18 rekening, 19 Europeaan, 20 ruim, 23 IJslandse litera tuur, 24 plaats in Afrika, 26 eenmaal, 28 leesteken, 31 vis, 33 wondvoclit, 37 op de wijze van, 38 persoonlijk voornaamwoord 40 deel van de bijbel, 41 ieder, 42 voor zetsel, 43 roofdier, 44 slede, 45 plaats in Gelderland, 47 bestaat, 48 sportterm, 50 kledingstuk, 53 wapen, 55 bar, 57 legen darisch dier, 59 uniek, 61 begrip, 63 deq! van de arm, 65 gemene, 67 eter, 70 jon gensnaam, 71 deel van de hals, 72 razernij, 74 vloeibaar vet, 77 ontkenning. 79 afstandsmaat, 80 vreemde, 81 model, 82 en dergelijke (afk.). Verticaal: 1 door twee deelbaar, 2 zang- noot, 3 om die reden, 4 muzikaal drama, 5 familielid, 6 zangnoot, 7 familielid. 8 vorm van testen, 9 landbouwwerktuig, 10 lekkernij, 12 filmmaatschappij, 14 meisjes naam, 16 wiel, 21 meisjesnaam, 22 meisjes naam, 25 fijn weefsel, 27 visgerei, 28 vogel, 29 geografische aanduiding, 30 deel van een paard, 32 bloem, 34 kleur, 35 stofmaat. 36 godsdienst, 39 godin, 40 zwaardvis, 45 maanstand, 46 kindergroet, 47 zijrivier van de Donau, 49 lyrisch gedicht, 51 ondex andere, 52 keizer-koninkrijk, 54 weekdier, 55 wederhelft, 56 verhoogde toon, 58 be stuurder, 60 kostbare stof,, 62 soort dek, 63 wandelplaats, 64 zwaar, 66 soort steen, 68 Eng. bier, 69 deel van het gebit, 73 maanstand, 75 lidwoord (Fr.), 76 vervoer bedrijf, 78 water in Friesland. Horizontaal: 1 ober, 5 leki, 9 kales. 11 robot, 12 er, 13 la, 14 as, 15 ge, 16 rot. 18 rem, 19 noga, 21 egel, 22 las, 23 kras, 25 tent, 28 nar, 29 Oos, 31 op, 32 Po, 34 am, 36 ni, 37 toren, 39 venijn, 41 Aken, 43 Sonl. Verticaal: 1 oker, 2 baron, 3 el, 4 rel, 5 los, 6 Ob, 7 kogel, 8 item, 10 sa, 11 ra, 17 To. 18 re, 20 als, 21 Est, 23 kapok, 24 R.R.. 26 ne, 27 tonijn, 28 nota. 30 sinl 32 pen, 33 on, 34 av, 35 mes, 38 re, 40 no. vmm voos oom? Langs de gehele Westkust van Zuid-Amerika strekt zich een 7000 ktn lang ketengebergte uit, de grootste bergketen op aarde. We noemen het, op- z'n Spaans: „Cordilleras (kordieljéé-raas) de los Andes" „Bergketenen van het Oosten". Door het woord: „cordillera" speelt he; woord: „cordiila" en dat gaat weer terug op een woord, dat „koord" be tekent. Inderdaad liggen de Berg- ketenen-van-het-Oosten, ontstaan door plooiïng van de aardkost op hoog ten ver boven de 3000 m. vond men nog overblijfselen, fossielen, van.... zeedieren als lange „koorden" ach ter elkaar, „lengtedalen" veroorzakend, ingeklemd door bergtoppen tot ruim 7000 m hoogte toe. De hoogste berg van Amerika, tevens de hoogste too der Andes, de Aconcagua een uit gedoofde vulkaan haalt 7040 m. Geen wonder, dat de hoge, veelszins onbestegen toppen, menige bergbeklim mer als het ware tarten zijn uiterste kunnen te tonen. Zijn topprestatie! W:e zo iets onderneemt, krijgt aanstonds de vraag te horen: „Maar wat levert Uw onderneming op? Welk voordeel, welke winst denkt ge te behalen? Ziet ge er iets in voor onze uitvoer, onze handel, onze industrie?", enz. Een der gelijk vraaggesprek moet op niets uit lopen. Deze bergbeklimmers, mensen van studie en wetenschap dikwijls, vragen niet naar de baten. Zij worden, eenvoudig, gedreven; zij kunnen bijna niet anders. Het gaat er mee als met makers van kunstwerken, muziekstuk ken, schilderijen, die weinig baten op leveren, maar de samenleving in hoge mate verrijken. Toen wij onlangs wat over de ver overing van de Mount Everest vertel den, ontvingen we enkele brieven, waarin men ons vroeg, of we met de prachtige prestaties van onze eigen landgenoten niet bekend waren, die, in Peru (pe-roe), de hoogste keten be dwongen, de Cordillera Blanca, de „Witte Keten"? Stellig waren we dat! We gaan dan hier ook iets vertellen van de geslaagde aanval door dr C. Egeler, leider, en de heer T. de Booy, geologen, op de Nevado Huantsan, de meest gevreesde en hoogste onbestegen top der Cordillera Blanca (6395 m.; d« Mont Blanc is 4800 m.). Wij volgen hierbij het spannende werk: „Naar on bestegen Andes-toppen". door dr C. Egeler en T. de Booy; uitg. Scheltens en Giltay, Amsterdam; versierd met vijftig scherpe foto's. Beide alpinisten, getraind in de grootse omgeving van Chamounix- Mont Blanc. hadden het aanvankelijk hoger in hun hoofd: ze wilden naar de Himalaya toe. Dat zou uiteraard een kostbare geschiedenis worden. En daarvoor ontbraken de nodige dubbe.- tjes. Dan maar een paar toontjes lager gezongen: de Andes vormden eveneens een zeer aantrekkelijk doel. Een heel beroemde Franse gids, Lionel Terray, verklaarde zich bereid de Nederlandse expeditie te vergezellen. Het klinkt raar, maar dr Egeler trainde ook rond de vijvers van.... het Vondelpark, aangemoedigd door wandelaars, die hem toeriepen: „Ze hebben de dief al lang". Om het hoog ste tropische gebergte ter wereld on der de voet te krijgen, moet men na- De 19e Maart denken wij zeer bizonder aan de voedstervader van Jesus, de Bruidegom der H. Maagd en de Patroon der H. Kerk. Want dan vieren wij het Beschermfeest van Sint Joseph. Na Maria de machtigste Heili ge aan de Overzijde, want Chris tus kan nooit vergeten, dat Hij hem met de naam van „Vader" aansprak. Wij voor ons spreken van voedstervader, van pleegvader, maar Jesus werd toch in het gezin van S. Joseph geboren! En S. Joseph's Vrouw was toch Zijn Moeder? Kunnen we dan feite lijk wel van een „pleegkind" spreken? De H. Schrift drukt zich an ders uit: „Zijn vader en moeder stonden verbaasd over hetgeen van Hem werd gezegd". „Zie, Uw vader en ik hebben in doodsangst naar U gezocht". „Het is daarom beter om zon der meer de naam „vader" te gebruiken, al moet men zorgen hem op de juiste wijze te ver- Van Sint Joseph's leven ver haalt de H. Schrift niet veel en toch was hij zo innig met Maria verbonden. Doch één zin netje is voldoende om de hoge waardigheid van deze Heilige te beseffen. Het is dat korte zin netje, waar de Evangelist schrijft: „Joseph autem. cum es- set iustus" „Joseph nu. daar hij een rechtvaardige was Rechtvaardig in Gods' oog! Waarlijk geen kleinigheid, wan neer een Boek als de Bijbel dit vaststelt. De machtigste Heilige, na Maria, in de Hemel? Maar zegt Christus Zelf dan niet van Sint Jan-de-Doper: „Onder de kinderen der vrouwen is er geen opgestaan die groter was dan hij?". Zeker zegt Christus dat. Doch Hij bedoelt; onder de Godsmannen van het Oude Ver bond; onder de profeten! Sint Joseph staat op de grens, tus sen het Oude- en het Nieuwe Verbond ln. Bidden wij met de H. Kerk, dat ons, op de voorbede van die zo bescheiden Heilige. Sint Joseph, datgene moge geschon ken worden, wat wij uit eigen kracht nimmer zullen kunnen verwerven. tuurlijk lichamelijk in goede conditie verkeren. Op grote hoogte wordt door gebrek aan voldoende zuurstof de ademhaling zeer bemoeilijkt. Handen en voeten lopen gevaar te bevriezen. Gebrek aan zout door het sterke transpireren veroorzaakt moet tot spierkramp leiden enz. Tegen het op treden van dorst kan men door het eten van sneeuw niets beginnen: de dorst neemt hierdoor toe. Terwijl het voedsel hoofdzakelijkniet uit vet, maar uit zoetigheden moet bestaan: „Koek bleek het ideale voedsel te zijn voor grote hoogte. Tevens: honingbal- len, toffees, nougat, gedroogde vruch ten en suikerklontjes". Een handicap voor de drie bergbe klimmers vormde het korte daglicht. De zon kwam pas tegen zes uur op en nam na twaalf uren afscheid. Van die kostbare twaalf uren moesten som mige. wegens de strenge koude, in de driepersoonstent worden doorgebracht. Om daar te slapen? Neen, juist door het gebrek aan zuurstof boven de 5000 m- trad slapeloosheid op, welke de alpinisten door het gebruik van steeds meer slaapmiddelen moesten bestrijden. Tegen bergziekce, met dui zelingen, barstende hoofdpijn en ademnood als ernstige verschijnselen, helpt het best een langzaam en voor zichtig tempo; toch legden onze beide sportieve landgenoten wel afstanden van 400 m. stijgen per uur af beneden de 5000 m. grens, in het middenterrein, een prachtige prestatie. Het is bijna niet te geloven, dat .n expeditie van tenslotte zegge en schrijvedrie mensen erin kon sla gen een moeilijke top als de Huantsan te bedwingen. Het opmerkelijkste avontuur is wel geweest dat van de heer De Booy, die langs een steile hel ling in het donker afdalend, onderste boven over een afgrond werd ge plaatst! Hij schoot uit deze mindir benijdenswaardige positie los en maak te een val van wel 90 'm. Wonder bo ven wonder kwam hij als een kat „op zijn pootjes terecht" en, behalve em ontvelde neus en pijn in de lendenen, bleek hij verder niets te mankeren. Niets gebroken! De duisternis daalde snel en de drie touristen zagen een nacht van twaalf uren vóór zich, door te brengen op een gletscher, terwijl het vroor dat het kraakte. De geoefende Terray kon zich „nauwelijks overeind houden", naar hij toegaf. Met inspanning van zijn laatste reserves gelukte het de heer De Booy een „aanvalskamp" te berei ken, waar de slaapzak en hete thee met citroen hem weer spoedig in zijn gewone stoere conditie herstelden. De Nederlanders waren hoofdzake lijk op Terrayen ichzelve aan gewezen; de Indiaanse dragers, die de „aanvalskampen" inrichtten, bleken niet geheel betrouwbaar en hielden zich maar kwalijk aan de gemaakte afspraken. Drie weken heeft de belegering van de sneeuwvesting Huantsan geduurd. Toen, de 7e Juli 1952, des middags om één uur, drukten de drie alpinisten elkaar de hand: „De 6395 m. hoge top was gevallen!" Óndanks zijn ernstige handicap was óók de heer De Boov van de partij en ontrolde, met dr Ege ler, de vaderlandse Iriekleur. Terray de Franse „tricolore"! Langs drie kam pen ging het toen weer naar het basis kamp, waar hun een feestmaal wacht te, een stapel brieven uit het vader land en.... voor dr Egeler een tele gram van mevrouwdat er in Am sterdam een huis te koop stond! Dr Egeler schrijft het succes beschei den toe aan „de ruime dosis geluk, die ons op onze tochten toch ten de-1 viel" Ongetwijfeld.... zonder geluk vaart niemand web Maar wij mogen onze beide landgenoten een woord van oprechte bewondering niet onthouden voor de stoere, sportieve en kloeke wijze waarop zij met dat onmisbare geluk hebben meegewerkt. 1. De Paters Lazaristen worden al dus genoemd naar het eerste moeder huis te Parijs: Saint-Lazare. Hun stichting gaat terug op de H. Vincen- tius Paulo (1625). 2. Een quadriljoen is een 1 gevolgd door niet minder dan 24 nullen. 3. De oppervlakte van de oceaan is geen „waterpas"-lijn, maar een stuk van een cirkelomtrek, waarvan het middelpunt samenvalt met het mid delpunt der aarde. Het oceaan-opper vlak „kromt" zich met dat der aarde. 4. Hoe ver de horizon van ons af ligt. hangt af van de hoogte van ons oog. De formule is: „de Wortel uit 13 x die hoogte km", V 13 h km. In ons geval (100 m. hoogte): de Wor tel uit 1300 km., is, rond genomen, 36 km. (De Wortel uit 16 4; 36 - 6; 144 12. Enz.). 5. Daar de zon in het Oosten opgaat, wordt een Oostelijke plaats eerder door haar stralen beschenen dan een Westelijke. In het uiterste Oosten van ons land komt de zon rt 10 mi nuten eerder op dan in Amsterdam. 6. De schrijfwijze: Dinsdag 5 Aug. I en Dinsdag 5 Aug. II houdt ver band met de datumgrens, de datum is links en rechts van die grens niet dezelfde. Indien men daar Dinsdag 5 Aug. gaat slapen, wordt men de volgende morgen wakkerop Dins dag 5 Aug. Beide Dinsdagen nu wor den in bet scheepsjournaal aangeduid als I en II 7. Ons lichaamsgewicht is in In donesië lager dan hier en hier lager dan aan de Pool. Wat hier 1000 gr. weegt, weegt in Indië 998 gram. 8. De hoogte van de springvloed te Fundy-Bay (New-Foundland) be draagt 15 m„ de grootste ter wereld. 9. De ware zonnetijd wordt door zonnewijzers aangewezen. 10. In het luchtledige vallen een kei, een zandkorrel, gen veertje enz. even snel. Hier heel ver vandaan leefden eens een man en een vrouw, die maar één zoon hadden. Die zoon heette Sigurd. Toen zijn vader stierf, kreeg hij heel veel geld. 's Nachts, in zijn slaap, hoorde hij iemand zeggen: „Je vader is gestorven, en ook ie moeder zal gauw sterven. Je hebt veel geld ge kregen. Maar je moet de helft aan onze arme mensen geven: en de an dere helft moet je in zee grooien. Je vader heeft het niet eerlijk verdiend. Wat boven op het zeewater blijft drij ven, mag je houden". De volgende morgen ging Sigurd naar een priester en gaf hem geld voor de armen. De rest smeet hij in zee. Er bleef een stuk papier drij ven. Hij viste het op, maakte het open en vond er zes stuivers in. der tig cent. Die hield hij voor zichzelf. Sigurd trok de wijde wereld in. 's Avonds kwam hij aan een armelijke hut. Hij klopte aan. „Mag ik vannacht hier blijven slapen? „Natuurlijk mag je dat"! „Maar ik heb haast geen cen ten". „Dat hindert niet, kom toch maar binnen". Onder de tafel zag Sigurd een dier liggen, dat hij nog nooit gezien had. „Wat is dat voor een dier?" vroeg hij aan de oude vrouw. „Dat noemen we een kat" antwoordde deze. Wij heb ben al gezegd, dat het lang geleden gebeurd is. Toen Sigurd de volgende morgen wegging, vroeg hij: „Kan ik die kat niet van U kopen? Ik ben anders zo alleen". „Voor zes stuivers" zei de vrouw. Sigurd telde het geld neer en borg de kat onder zijn mantel. 's Avonds kwam hij aan een heel groot huis. „Wie woont er in dit huis?" vroeg hij. „Je moet niet huis zeggen, maar paleis. Want hier woont de koning" klonk het antwoord. „Wou ie hem soms begroeten?" „Heel graag"! Toen Sigurd binnentrad, zat de ko ning juist te eten. Veel mannen za ten om hem heen. Over de tafel lie pen tientallen kleine diertjes. Ze pakten het eten van de schalen en beten de koning in zijn hand. Soms liepen ze hard weg. Maar even later waren ze weer terug. Het waren mui zen. De koning had er veei verdriet van. Nu haalde Sigurd zijn kat onder zijn mantel vandaan. Roef! de muizen holden weg. En zij durfden niet meer terug te komen. De koning was zo blij. dat hij Sigurd vroeg in het paleis te blijven. Hij trouwde met de dochter van de koning. En werd later zelf koning Voor het kantongerecht te Sneek had zich gistermiddag de wichelroedeloper S. K. uit Leens (Gr.) te verantwoorden wegens het onbevoegd uitoefenen van de geneeskunst, hetgeen bestond in het ver kopen van zogenaamde afschermapparat ;n voor het weren van aardstralen. De man had te Wonnnels (Fr van deze appa- raten verkocht en prijzen gevraagd van 450 tot 85. De verdediger mr G. P. Haverkamp uit Groningen meende, dat wanneer de ver dachte gestraft zou worden ook de fabri kanten van diverse „geneesmiddelen" voor dagvaarding in aanmerking zouden komen. De kantonrechter mr J. A de Jong uit Sneek zai over veertien dagen schriftelijk uitspraak doen. Tijdens een conferentie, welke twee zuiveldeskundigen van een Belgische ven nootschap gisteren te Groningen met de heer De Boer, directeur van de Codp. Zui velfabriek „De Omrtielariden" hebben ge voerd, verscheen daar een deurwaarder, die de auto, waarmee de beide Belgen naar Groningen waren gekomen, in beslag nam. Deze inbeslagneming, geschiedde in opdracht van de heer De Boer, wegens een vordering, welke „De Ommelanden" nog he<*ft op de Belgische vennootschap. In middels hebben de beide Belgen een kort geding tegen „De Ommelanden" aanhan gig gemaakt bij de arrondissementsrecht bank te Groningen. Dit zou vandaag voor de president van de rechtbank dienen. 1. We kennen allen wel de be faamde Amersfoortse kei. Het voor werp is graniet, uit Scandinavië af komstig. Wie heeft het naar Neder land getransporteerd? 2. Wat kunt Ge aanvoeren als be wijs, dat in onze Achterhoek en in Twente een woestijnklimaat heeft geheerst? 3. Bij zeer veel mammouthen ston den de slagtanden geheel naar bin nen gekruld. Men kan dit toch zeker wel tot de onbruikbare vormingen rekenen? 4. Wat kan een hond beter, rui ken of horen? En op welke plaats komt het gezicht, het zien? 5. Welk dier is eerder een huisdier geworden: de hond of het paard? Het paard of het schaap? 6. „Horens en gewei dienen ter ver dediging tegen mogelijke vijanden" hoort men vrij algemeen stellen. Waarom heeft een vrouwtjeshert dan geen horens, bijv. om haar kalf te ver dedigen? 7. „De Franse Leliën spinnen niet"! Aldus luidt een bekende uit drukking. Spinnen onze Nederlandse leliën dan bijv. wel? 8. Een Barnevelder is een bepaalde soort kip. Wat is een lakenvelder? 9. Onze jachthonden jagen hoofdza kelijk met de neus. Welke jacht honden jagen meer bizonder met het oog? 10. Een kat slaat haar nagels uit door middel van de samentrekking der buigspieren. Welke spieren moet ze samentrekken om haar nagels in te trekken? (Oplossing de volgende keer). 1. R., vóór Réaumur, die de afstand tussen vries- en kookpunt in 80 gra- defj heeft verdeeld (Celsius 100; Fah renheit 180). 2Jjsap. 3. ragen. 4. beze- nen. 5. theebus.ie. 6. stroopkan. 7. stol pen. 8, -zinnebeeld van blankheid, maagdelijkheid, reinheid en onschuld is de lelie. 9. een ben. 10. N„ vod Noorden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 6