Lot van 1500 wonderkinderen Onze dagelijkse PUZZLE PAGINA 7 DONDERDAG 8 APRIL 1954 TELEVISIE deren uit de grote groep van 1500 gemid deld veertig jaar. Ze hadden 67 boeken gepubliceerd, waarvan 46 op wetenschap pelijk en artistiek gebied, alsmede 21 ro mans. Voorts meer dan 1400 wetenschap pelijke, technische en andere op hoog peil staande artikelen, meer dan 200 korte ver halen, novellen en toneelstukken, plus 236 artikelen over de meest uiteenlopende aangelegenheden. Van de geleerden uit de groep van 800 waren er 47 in de 1949 uitgave van Ameri can Men of Science opgenomen. Al deze cijfegs zijn tien, twintig, in vele gevallen zelfs dertig procent hoger dan voor de bevolking in het algemeen. Volgens prof. Terman is een van de grootste problemen van het onderwijs in de Verenigde Staten, een schoolprogram ma voor de meer begaafden samen te stel len, die nu in de gewone klassen zich spoedig vervelen en dan soms een zekere luiheid tentoonspreiden. De leerstof is te gemakkelijk. Er is voor de meer begaafden een licht punt. Het indertijd door Ford gestichte Fonds ter bevordering van beter onder wijs trekt zich hun lot aan Niet alleen, dat ze studiebeurzen krijgen, het instituut gaat naar apart onderwijs voor hen stre ven. Intussen, het ging hier over Amerikaan se wonderkinderen. Die zijn misschien wonderlijker dan onze wonderkinderen, nademaal in Amerika alles grotere pro porties heeft. Toch zal het verschil vermoedelijk niet zo groot zijn. Weshalve we ook onze won derkinderen anders zullen moeten gaan bekijken Naar het oordeel van prof. Terman ziet he* er b.v. voor het zangeresje van de speeltuin niet zo somber uit, als sommi gen wel menen. heid. overigens ook op een droog veld al duidelijk, is bij dat al en hoe dan ook niet te verdoezelen. (Waarbij opgemerkt mag worden, dat alles is terug te brengen tot het éne kar dinale verschil: in Nederland de ama teuristische basis waarop ook het eerste klas voetbal voornamelijk een genoegen moet blijven en waarbij in de grasmatten millioenen guldens kostbaar overheidsgeld (belasting-, gemeenschapsgeld) is geïnves teerd, zodat men wel een beetje zuinig moet zijn; in België het semi-professiona- lisme, dat ook onder de ongunstigste om standigheden aan het publiek goede waar moet bieden en waarbij dus de techniek en het prestatievermogen in het algemeen omhoog (moeten) worden gedreven). Of de Belgische voebalkringen echter wel zo onverdeeld met hun „nooit af te gelasten" winter-voetbal in hun schik zijn, mag intussen wel betwijfeld worden. On langs kon men in een Belgisch blad de opmerking lezen, dat het spelen op door de winter aangetaste terreinen gezien de talrijke verwondingen toch geen onver deeld genoegen meer kan zijn. Toen men na 20 wedstrijder in de competitie van de Belgische eerste klasse de balans ging op- iZWITSAI

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 7