lAtERQ» Bil ,m.r mr «ij \iMte PU" VOOR VIRTUOZEN VDORXtlG „Dschengis-khan BCtTQN EWOOO Toneelprijsvragen Brabanders voetballen 10 mille biieen 4 vy wm AKKERTJE Onze dagelijkse PUZZIE BRIDGERUBRIEK Een groot veroveraar: DE HEILIGE VAN DE WEEK H. Paastijd HET GRABBELTONNETJ'E W.V. jgj"""'!jp jjj %M, fBf ZATERDAG 24 APRIL 1934 PAGINA 6 Hans van Bergen Legionnair sprong over boord Als verstekeling naar Nederland Voor gedachteniskerkje in Waalre m m i mim m'm m m m 9 a m a m, u o i o ar* 0 flPAW 00. 0 0 o. 0 a x 0 o mami ~w m'm m m m m m i m. m m m m m s 0 m 0 a m m 0 0 0 0 s n 1 o n o mm* m m mm mm m m 0 am f 1 0 o, i wm m 1 w Hf wm wH WM W/A -JU Wvw door welke oorzaak ook Neem 'n 5? Groterals? Tien nieuwe vragen Vorige vragen beantwoord CORRESPOTSDETSTIE-ADRES: POSTBUS 8, HILVERSUM n Oplossing van gisteren Heiligen in de Ned. aardrijkskunde <1 Het is een gelukkig verschijnsel, dat er jaarlijks enkele prijsvragen worden uitgeschreven voor toneelstukken. Dit stimuleert onze schrijvers. Maar de stimulans moet in de juiste richting gegeven worden, wil zij vrucht oogsten. De stimulans moet daarom vooral prac- tisch zijn. Oogst men met een prijs vraag enkel stukken van zeer hoog litte rair gehale, die overigens volkomen on- speelbaar zijn. dan lijkt mij de PUJS- vraag een mislukking. Immers het doel is.... om TONEEL-stukken te verkrij gen en nu heeft eens een beroemd to neelspeler gezegd, dat een spel daar pas toneel wordt, waar het ophoudt LITE RATUUR te zijn. Deze uitspraak mag met een korreltje zout genomen worden, toch zit er een kern van waarheid in. Wij hebben hier in Nederland enkele uitstekende literatoren, dichters en ro manschrijvers. Als wij deze mensen stimuleren een toneelstuk te schrijven, hetgeen heel vaak gebeurt door de prijsvragen van de zijue der regering dan zal het resultaat wel altijd een prachtig LEESstuk zijn. maar misschien niet altijd een goed SPEELstuk. Onze stukken moeten op een verantwoord lit- rair peil staan, dit is ongetwijfeld waar, maar onze stukken moeten vooral en op de eerste plaats speelbaar zijn! Het verantwoorde litteraire en artistieke peil komt op de tweede plaats, al is dit niet minder belangrijk! Er zijn helaas handige jongens genoeg, die een vlot speelbaar stuk in elkaar kunnen draaien wier werk echter niets met de kunst of de literatuur gemeen heeft. De werken van deze laatste schrij vers KUNNEN wij spelen, maar MO GEN wij niet spelen, willen wij ons tenminste niet blameren de werken grote literatoren MOGEN wij spelen, maar KUNNEN wij heel dikwijls met spelen, willen wij ons tenminste met aan halsbrekende toeren wagen. Onlangs heeft ook de Bond van Ne derlandse Toneeluitgevers in samenwer- king met de Vereniging van Neder- landse Toneelschrijvers een prijsvraag uitgeschreven. Dé uitslag van deze prijs vraag is reeds in de pers bekend ge maakt. Het zijn de schrijvers: Jan Naay- kens, E. Willartz, A. van Suylen, Johan Fabr'icius en Frits Hallen, die allen een prijs behaald hebben van 600 gulden en wei met de volgende stukken (indezelf- de volgorde) „Kapitein Venijn", „Ru- mfeny", „Ik weet, ik weet. wat jij niet weet", „Het Duitsere Bloed" en Herberg aan de Haven". Het was een selectie uit 87 ingezonden stukken. Gezien de zeer practische voorwaar den, die de Bond van Toneeluitgevers gesteld heeft zijn onze verwachtingen hoog gespannen. Deze voorwaarden waren: een OOR SPRONKELIJK NEDERLANDS toneel werk (geen dialect), dat een avondvul lend spel dient te zijn en dat LITTERAIR en ARTISTIEK verantwoord is. „De SPEELBAARHEID van het stuk zal een belangrijke factor bij de beoordeling door de jury zijn". „De inhoud mag niet in strijd zijn met de goede zeden, noch kwetsend of onaanvaardbaar voor welke groepering dan ook", (om deze laatste reden hebben de stukken van Fabricius en Hallen dan ook alleen maar een waarderingsprijs van 600 gul den gehad. Deze stukken zullen niet door de Bond van Toneeluitgevers in druk worden uitgegeven, hetgeen wel de bedoeling was van de prijsvraag. Maar omdat deze stukken, hoewel zeer tpeelbaar en artistiek en litterair ver antwoord. voor sommige groeperingen wellicht minder aanvaardbaar zouden kunnen zijn, heeft de jury toesloten deze stukken weer aan de schrijvers ter hand te stellen). Een zeer practische voor waarde was ook, dat de stukken in ten hoogste twee eenvoudige decors dienen te spelen, dat aan het decor en de ver dere requisieten geen al te zware eisen mogen worden gesteld en dat de rolver deling aan een bezetting van 3 tot 7 dames en 3 tot 7 heren moet voldoen. Dergelijke practische eisen doen ons een zekere hoop koesteren omtrent deze stukken. De SPEELBAARHEID wordt immers als eerste eis gesteld. Geen inge wikkelde decors, geen onoverkomelijk aantal personen. Uit alles blijkt, dat rekening is gehouden met de praktijk. En van de andere kant wordt ook de litteraire en artistieke waarde bena drukt. De jury bestond ook met uit een aan tal hooggezetelde literatoren, die mis schien zelf nog nimmer het amateurto neel beoefend hebben. Naast de one gezaghebbende literator. Bernard Ver hoeven, hadden in de jury plaats geno men twee toneelschrijvers van naam en twee ervaren toneeluitgevers, die reeds meer dan 25 jaar met dit bijltje gehakt hebben. Als toneelprijsvragen in deze trant worden uitgeschreven, dan mogen wij gerust hoge verwachtingen koesteren. Wij zien dan ook met ongeduld de stuk ken van Jan Naaykens, E. Willartz en A van Suylen tegemoet. Zij zullen door dé Bond van toneeluitgevers worden uitgegeven en zijn dus eerstdaags bij alle uitgevers te verkrijgen. Nauwelijks was dezer dagen de „To- mori" van de Kon. Rott. Lloyd uit de haven van Marseille vertrokken en be vond zich in volle zee of er kwam een jongeman te voorschijn, die zich aan vankelijk had schuil gehouden, doch zich nu bij de gezagvoerder meldde. Hij vertelde aan de kapitein een opwin dend en tragisch klinkend verhaal. Drie jaar geleden had hij in een dronken bui getekend voor het vreemdelingenlegioen; hij werd als soldaat naar Indo-China ge zonden. waar hij gevochten had. Na die drie jaar was hij eindelijk met een troe pentransportschip in Marseille terugge keerd, waar hij in de haven kans zag met twee kameraden overboord te sprin gen. De jongeman beweerde Nederlander te zijn. Zijn vrienden had hij niet meer gezien, waarschijnlijk waren ze geraakt toen er tijdens hun vlucht op hen ge schoten werd. De jongeman zwom naar de „Tomori" omdat die de Nederlandse vlag voerde en hij hoopte met het schip naar het vaderland terug te kunnen keren. De „Tomori" moest echter niet naar Nederland. Na overleg met de Lloyd werd de verstekeling daarom onderweg overgegeven aan de „Modjokerto", die op thuisreis was. Donderdag kwam de „Modjokerto" in Rotterdam aan en de jongeman werd overgegeven aan de rivierpolitie, die hem op haar beurt in handen stelde van de Vreemdelingen dienst. Men is nu bezig het verhaal op zijn juistheid te toetsen. (Van onze correspondent) Aan de vooravond van de 5de M zal voor de tiende maal in het uit de M lei- eeuwen daterende Willibrorduskerkje te Waalre de herdenking plaats vinden van de Brabantse gevallenen. Door een daar toe en onder voorzitterschap van mgr dr G Bannenberg ingestelde commissie werd destijds dit kerkje herschapen in een waardig monument ter nagedachtenis aan hen, die vielen in de laatste wereldoor log, in Indonesië en Korea. Rond het graf van de onbekende soldaat van Brabant, wiens stoffelijk overschot er rust, staan op een aantal borden de nar.en te lezen van 900 gevallenen. Op 4 Mei 's avonds om half 8 komen de deelnemers aan de dodenherdenking samen bij de Markt te Waalre. Vandaar vertrekt men zwijgend onder het geroffel der gilde- trommen naar het oude kerkje, terwijl het carillon in de toren van het gedachtenis monument het „Wilt heden nu treden" speelt. Binnen wachten allen de voorge schreven minuten van stilte op klokslag acht uur af, waarna de beiaardier het Wil helmus ten gehore brengt en de voor zitter, mgr dr. G. P. J. Bannenberg het Onze Vader voorbidt. Nadat de gezamen lijke zangkoren van Aalst en Waalre het „Beati Mortui" hebben uitgevoerd, begint het défilé met bloemenhulde op het ere- graf en verlaten alle deelnemers de kapel. De protestantse bezoekers begeven zich naar het vlakbij gelegen Parochiehuis waar de Ned. Herv. predikant van Val- kenswaard, ds J. A. Alsfelt, zal voorgaan ir. een herdenkingsstond. De katholieken komen terug in het kerkje voor de solem nele Avondmis, die de gewestelijk aalmoe zenier, majoor Th. H. H. Op het Veld met assistentie van de kapelaans van Aalst en Waalre voor de zielerust der gesneuvelden zal opdragen. In de kerktoren is een carillon aange bracht, dat bij de jaarlijkse plechtigheden wordt bespeeld. Voor dit carillon moet echter nog een mechanisch speelapparaat worden aangekocht, zodat bet zich dage lijks op alle uren en half-uren kan laten horen. De afdeling Brabant van de K.N.V.B. heeft nu aangeboden de ontbrekende i 10.000 hiervoor bijeen te voetballen. De 9 Brabantse eerste klassers voor West- Brabant: Willem II, Noad, NAC, Longa en RBC en voor Oost-Brabant: Eindhoven, PSV, Brabantia en BW zullen op 5 Mei a.s. in Eindhoven en Breda een wed strijd Oost-Brabant tegen West Brabant er. omgekeerd spelen. De beide gemeenten hebben zich bereid verklaard de verschul digde belasting terug te betalen en de pclitie-muziekkorpsen zullen de wedstrijd opluisteren. In andere plaatsen zullen 2e, 3e en 4e klassers eveneens wedstrijden voor dit doel spelen en zelfs in de kleinste plaat sen zullen wedstrijden worden gehouden ten bate van het carillon. mms wms wss. No. 2002, 24 April 1954. Redacteur: G. J. A. VAN DAM. Vossiusstraat 18 B, Amsterdam-Z. Alle correspondentie aan dit adres. Bij vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel voor antwoord insluiten. PRACTISCHE PROBLEMATIEK. Spelstudies en Lokzetten. In stand no. 2850 en no. 2851 forceert wit op leerzame wijze de winst van een schijf of van de partij. No. 2850. No. 2851. m* ®MmM% Stand Zw. 1, 3, Stand Zw. 6—9, 6—10, 13—15, 17, 19, 12, 13, 15, 17, 19—21, 23 Wit 16 25, 27, 23, 24. Wit 28, 31 3032, 35,36, 38, 33, 35, 38, 39, 41, 42, 4042, 45. Wit aan 43. 45, 46, 48. Wit zet. aan zet- Wit speelt in no. 2850 1. 42—37. Er dreigt nu 27—22, 25—20, 40X18, 32X5. Zwart kan dit alleen verhinderen door 15—20, want op 17—21 zou volgen 27—221, 21—26, gedw., en daarna 16—11, 25—20 enz. met hetzelfde resultaat. Op elke an dere zet volgt tenminste verlies van een schijf, terwijl op 13—18 wit eveneens zou voortzetten met 27 22, 28X17 gedw., en weer 25—20 enz. Wit's eerste zet is dus wel een echte krachtzet Zwart's enige antwoord schijnt te -ijn 1520. Nu volgt echter een werkelijk schitterende combi natie namelijk 2. 30—24, 20X29 gedw., 3. 25—20, 4. 35—30, 5. 38—33, 6. 40X18. 7. 27X18. 8. 31X15 1 Nog interessanter is het spelverloop in de stand van no. 2851. Hier forceert wit winst door 1. 3127 31—26 gedw., 2. 27 22, 27—21 gedw. (want op 6—11 zou volgen 33—29, 43—39. 38X18, 32—27, 42—37, 37—31, 41X1 3. 22—18!, 13X22, 4. 28X17, 12—18 gedw. (Er dreigde 32—28 Thans wint wit echter verrassend door 5. 4137 6. 3731, 7. 33X11. 8. 35—30. 9. 45—40, 10. 38X7 De geconstrueerde lokzet kan men zo wel een zuiver problematiek als 'n prac- tisch karakter geven. Een voorbeeld van het eerste genre zien onze lezers in de vol gende compositie No. 2852, van de redac teur van deze rubriek. Zw. 810, 1214, 16 19 25 27 28, 32. Wit 20, 21, 23, 30, 34, 35 37, 40, 41, 43. 44. 48, 49. Stand en af wikkeling geven deze lokzet een uitge sproken problematiek karakter, d.w.z. zo'n stelling zal men in het practisch spel. dus in de partij, niet zo gauw tegenkomen. Wit verlokt zwart hier met 2015 tot een foutieve combinatie door 1218, 2833, 13—18 16X47 en 47X15. Wit Iaat dan ech ter volgen 3933, 4338. 3024, 35 30, 4944 (39—43) 48 X 39 en wint. Van practisch nut zijn daarentegen de vier standen nos. 2853 tot en met 2856. welke óf in de partij zijn voorgekomen óf naar aanleiding van daarin voorkomende „mogelijkheden" zijn samengesteld. No. 2853 is een partijfragment uit een partij tussen twee grootmeesters, beiden oud-wereldkampioenen. B. Springer lokte zijn beroemde tegenstander, wijlen I. Weiss, op listige wijze in de val. De nos. 2854 en 2855 zijn eveneens twee fraaie lok- zetten van de man, die wij zo langzamer hand tot de nestrfr der grootmeesters (in ons spel zowel als in onze problematiek) kunnen gaan rekenen, namelijk B. Sprin ger. Gezien de instructieve waarde van deze vier standen, geven wij dit viertal ditmaal ter oplossing voor de deelnemers aan onze ladderwedstrijd. Het zijn de laatste loodjes van deze maand! In onze volgende rubriek volgen de nog te publiceren oplossingen en uit slagen van de ladderwedstrijd met de door de deelnemers behaalde aantallen punten. No. 2853 No. 2854. SPRINGER (Wit) B. SPRINGER. WEISS (Zwart). Den Haag. J (Schaakredacteur P. A. KOETSHEID, Huize St Bernardus, Sassenheim) (Zaterdag 24 April 1954) 0 0 0 0 °0# Q* 0 0, 0 0 0 0 m m n 0. n o o 0 Stand Zw. 2—4, 6—9. 12—20. 23, 25. Wit 24, 27, 29, 30. 32, 34—37. 40—46. 48, 49 No. 2855. B. SPRINGER. Den Haag. Stand Zw. 2, 6—9, 12, 13,15. 16, 19, 20 23, 25. 26. Wit 22, 28, 30. 32— 35, 37, 38, 42, 43, 45, 48, 49. No. 2856. GEO VAN DAM. Amsterdam. .0 0 0 a 0 0 f# 0 0 0 No. 7129. V. L. EATON en G. F. ANDERSON le prijs British Chess Mag. Kronings- tournooi 1953. Mat in drie zetten. No. 7130. G. F. ANDERSON en V. L. EATON 2e prijs British Chess Mag, Kronings- tournooi 1953. Mat in drie zetten. Stand Zw. 2, 3, Stand Zw. 8—10, 3—8, 10, 11, 13, 16, 12, 14, 16—20, 22, 26. 1821, 23. 29 Wit cvp oq oq 71 33— 28 31, 32, 35, 37-39. Wlt 28' 29' 31' 33 41I43, 45—49. 35, 37, 38. 41, 43. 44. Voor al deze vraagstukken geldt„Wit speelt en verlokt zwart tot een foutieve zet (of zettenreeks) waarna wit wint". De oplossingen worden tot 12 Mei a.s. tege moet gezien aan het boven deze rubriek vermelde adres. De inzendtermijn is dus voor deze serie met één week verlengd In vraagstuk no. 2349, opgenomen in de vorige rubriek, behoort de witte schijf 47 op 41 te staan. De oplossingen van deze compositie kunnen nog tot 5 Mei a.s wor den ingezonden, evenals van de nos. 2846, 2847 en 2848. geschieden. Voor onze tweezetoplossers kan no. 7128 wel een harde noot zijn; deze indruk kregen wij ten minste bij de oplos sing. No. 7128. A. Ellerman. Arb. Skak April 1954. Mat in twee zetten. Wit: Kbl Dd7. Te2—fl, Rg8, Pb5—el; d3. g5. Zwart: Ke5. Tg6—h4, Pe3—e6; c4, d4, e7, f5. OPLOSSINGEN OVER DRIE WEKEN No. 7120. J. Hartong. Opl. 1. Pd4—f5 dreiging: 2. Dc5e3ft. No. 7121. Mr P. Ten Cate. Opl. 1. Tc4 c6 dreiging: 2. Dg4 c4ft. No. 7122. B. Postma. Opl. 1. Rg7 dreigt 2. Pe3f. Pe3: 3. Tc3:tt- 1Re5, 2. Df3, Da7 enz. Deze drie problemen werden goed op gelost door: J. Dickhaut. Nijmegen; dr R. J. F. Ni- vard, Nijmegen: Paul Raschdorf, Han nover; J. G. N. Vos, Rijswijk. No.-7121 en no. 7122 door A. v. Asten te Asten; ir A. Bergstein, Geleen; F. J. Fok- kelman, Hengelo; C. v. d. Weide, Rotter dam. De tweezetten door B. Kouwenhoven, Rotterdam. No. 7120 door W. H. Haring, Schiplui den. No. 7121 door T. B. M. Arends, Venlo; mr dr R. Bromberg. Roermond; T. Jansen, Rotterdam. Hier volgen weerleggingen op onjuiste oplossingen. In no. '7120 volgt op 1. Pc6 of 1. Pd6 1Dh4g4:. In no. 7121 kan na 1. Td4f Pd4' geen matzet volgen omdat de witte dame nu gepend staat. Ook in 7120 hebben we nog op te merken, dat na 1. Tf3, Pf3: de witte K schaak staat. Tenslotte 7122 Speelt wit 1. Da7 dan 1. e6t waar wil men met de w. K. heen? Ook 1. Re5 levert niets op wegens 1Te5 na 2. Df3, Td5! CORRESPONDENTIE T. J. te R. 7125 is in orde, maar uw op lossing niet. X. te S. Als uw tweezet in orde is komt hij spoedig aan de beurt. DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK Van de beide driezetten heeft no. 7129 onze grote waardering. Het behoort, o.i., tot de fraaiste bekroningen, die we in de laatste tijd hebben opgenomen waarom wij vooral de aandacht van onze lezers er voor vragen. Bij de eerste oogopslag ver wacht men ste'lig niet een tempoprobleem voor zich te hebben. Het uitgebreide va- riantenspel staat op een zeer hoog peil en dat daarbij storende duals konden verme den worden verhoogt in niet geringe male onze bewondering. Wil ons niets ontgaan dan behoort de oplossing nauwkeurig te Het onderstaande spel werd geruime tijd geleden eens gepubliceerd in een Scandi navisch bridgeblad. Het spel geeft een bijzonder belangwekkende variant te zien, welke men in de practijk niet zo gauw zou vinden. 2 B .8,3 O V,B,6,4,3 H.V.8,4 7,6,4 V H,V,7,6 O A,9,2 A,B,10 m 5,3 3 9,5,2 O H,10,8,7 9,5,3,2 m A,H,V,B,10,9,8 V A,10,4 5 Ziutd moet het spel spelen in 4 nadat gegeven is, aat de Westspeler met 1 V geopend heeft. West speelt een troef voor en de vraag is nu of Zuid zijn spel zal kunnen maken. De oorspronkelijke analyse was de vol gende: Zuid moet 3 malen spelen en vervolgens een kleine <0-, welke door West geweigerd wordt, Noord O-boer, Oost O-Heer. Oost speelt natuurlijk V terug, welke Zuid laat lopen en West neemt met (!?-vrouw. West kan nu geen Q naspe'en en mag evenmin O spelen, daar 0-aaa door Zuid afgetroefd zou wor den en er dan in de blinde (Noord) nog een entree is (^l. welke Zuid in staat stelt op de vrij geworden O een ver~ liezende V at te gooien. West kan dus niet veel anders doen dan spelen De pointe van het tegenspel is op dit moment echter, dat West. de •^-boer moet naspelen; Noord kan nu •{•-vrouw maken, maar ongeacht hoe of Zuid verder speelt, hij blijft nog zitten met een verliesslag in V en in <f». Resultaat dus: één down. Nu willen wij onze lezers eens vragen, of zij een spelvoering zien waarbij Zuid het spel toch tot winst kan voeren en waarbij slimme tegenmanoeuvres van West niet tot resultaat hebben, dat Zuid down gaat. Natuurlijk moeten we met het beste tegenspel rekening houden en we nemen dan ook aan, dat West in slag 1 wederom begint met het voorspelen van een kleine troef. De oplossing van dit vraagstuk zullen wij in onze volgende rubriek publiceren. Boekbespreking. „Bridge voor leder een", eenvoudige handleiding voor de be ginner met nuttige wenken voor de ge vorderde speler door H. W, Filarsk: Uiig Ph. Kruseman, Den Haag. 143 bladzijden Een boekje, dat elke beginner volledig op weg kan helpen; vlot geschreven met duidelijke voorbeelden over bieden er- spelen. Het geheel gebaseerd op de mo dernste biedtechniek. De schrijver het)' getracht, niet. meer stof op te dissen dar voor een beginnende speler in het eera's jaar noodzakelijk is. Zij die er iets voo- voelen met bridge te beginnen of die er nog maar weinig van af weten, zullen h'C> precies vinden wat zij nodig hebben. MIMIR. Horizontaal 1. deel v. h. been; 5. deel van een bakkerij; 9. kaartenboek; 11. vo gel; 12. geneesmiddel; 14. sportartikel, 15. bloeiwijze; 16. beteuterd; 19. als eerder; 20. deel van de bijbel; 21. troefkaart; 23. als volgt (afk.); 25. water in Friesland; 26. jon gensnaam; 28. wondvocht; 30. beetje; 32. deel van een deur; 34. geestdrift; 36. van het lopende jaar (Lat.); 37. Russische kei zerin; 40. pers. vnw. (Duits); 43. Onmeet baar getal; 44. zonder eer; 48. rondhout; 50. karakter; 52. geheimschrift; 55. plaats in Gelderland; 57. doch; 60. voorzetsel', 62. water in Friesland; 63. bijwoord; 65. plaats in Gelderland', 66. meisjesnaam; 67. uit roep; 68. kledingstuk; 70. vis; 72. deel van het dak; 74. aanzien; 75. rechtsterm; 77. rivier in Engeland; 79. inwendig orgaan; 80. beschadiging. Verticaal 1. smak; 2. jongensnaam; 3. plaats in Gelderland; 4. deel van 'n boom; 5. bid (Lat.); 6. omroepvereniging (afk.); 8. holte in de muur; 10. heilige; 11. haar- loze; 12. stel; 13. Europeaan; 17. beetje; 18. 1 ziekte; 20. meisjesnaam; 22. gast; 24. voor zetsel; 27. heupjicht; 28, wandversiering; 29. deel van het kippenhok; 31 vasthaken van schepen; 33. roofdier; 35. werpstrik; 38. houding; 39. nieuwe wereldtaal; 45. plaats in Gelderland; 46. deel van een ge weer; 47. uitroep; 49. groot water; 51. godin; 53. in dat geval; 54. drank; 56. jon gensnaam; 58. deel van Sumatra; 59. muntstuk: '61. lidwoord (Eng 64. spoor staaf; 66, emmer; 69. toiletartikel; 71. kloostervoogd; 73. zwaardvis; 74. gravure; 76. Chin, maat; 78. voorzetsel. Onlangs berichtten de dagbladen, dat bet gebeente van de grote veroveraar, Dschengis khan is overgebracht naar 's keizers oude begraafplaats aan de Gele Rivier, de tweede stroom van China, bijgenaamd: „het ongeluk van China" (overstromingen). „Dschengis-khan". De eigenlijke naam luidt: „Temoeds- jien". „D. k." is „maar" een bijnaam. De betekenis wordt verschillend op gegeven; misschien op dit terrein is voorzichtigheid altijd geboden wil de eretitel zeggen: „De onwrikbare aanvoerder, keizer". Voor Europa is hij van betekenis, doordien hij, enkele ja ren vóór zijn dood (in 1227) de Russen overwon. De „Vor.st der Vorsten" was wel van Turkse afkomst. Wie had ooit kunnen denken, dat uit een weesjongen van dertien jaar een geweldenaar zou groeien, wreed, genadeloos, heerszuch tig, die een groter stuk van de aardbol zou veroveren dan misschien slechts weinigen vóór hem? Ongetwijfeld was hij een goed soldaat en een geslepen politiek heer. Europa mag zich geluk kig prijzen, dat zijn Mongolen na zijn dood door Silezische ridders werden weerstaan niet verslagen, doch zij besloten tot terugkeer (1241). Maar Rus land moest zich voor twee eeuwen on der de Mongoolse heerschappij buk ken! Het land werd zwaar gebrandschat en diep vernederd- Een mensenleven had voor de Mon golen maar bitter weinig te betekenen. De veroveraars leefden zeer sober en stelden zich met karig voedsel tevre den. Als ze wat gedroogde melk en vlees ter beschikking hadden, konden ze weer dagen voort. Hun geliefkoosde drank was „Koemiss" en ze bereidden die uit gegiste melk van paarden, ezels, of kamelen, naar de manier der Kalmukken. Aan reinheid hadden ze meer dan één broertje dood. Hun kleren stonken 'n uur ih de wind: ze mochten nooit gewassen worden! De strijdrossen waren al net zo so ber als hun lenige berijders. Met „goed voer en een warme stal" werden ze nimmer verwend. Tijdens felle kou stonden ze dicht tegen elkaar aan, schoven de sneeuw opzij en aten het bevroren mos. Eigenaardig was de indeling van het. Mongoolse leger; dat was gesplitst in: tientallen. De „tactische eenheid" der oude Romeinen was de cohorte, be staande uit enkele honderden man schappen. Bij deze Mongolen koos ieder In het onderwijzersweekblad, „De Vacature", steekt dr P. C. Paarde- kooper min of meer de draak met „de regel", dat na de vergrotende trap- van-vergelijking „dan" moet staan: „Jan is beter dan Piet"; dus niet: „als Piet". Elders heeft men dat ook gedaan en eenvoudigweg gesteld: „Zeg wat ge zegt: groter dan, of groter als en gebruik in uw schrijftaal de vormen, waaraan ge in uw spreektaal gewoon bent" („Zin en Onzin"; J. A. Meijers, 211). Wij wensen hier geen oordeel uit te spreken; achten ons daartoe overi gens, onbevoegd. Dr Paardekooper vindt de hele „kwestie" 'n kwestie van naschrijverij: de een schreef het na van de ander. Lange tijd stelt hij vast was het ook „verboden" om „vanaf, vanuit" te schrijven; een bepaald weekblad wijd de aan deze zaak regelmatig zijn aan dacht. De „gebruikers" werden dan in de maling genomen als „fnaffers" en „fnuiters". Thans geeft de „grote Van Dale" (7e druk) beide: vanaf, vanuit. „Van Dale" wordt zelfs grimmig en dat gebeurt niet gauw: „Ten onrechte is het normaal ontstane voorzetsel „van af" door dilettanten afgekeurd". „Koenen" (23e dr.) valt Van Dale bij. Dr Paardekooper acht dat „dan" een insluipsel uit het Middelhoogduits; „groter dan" is dus.... een Germanis me; „groter als" niet. Tegenwoordig gebruikt de Duitser wel „als": grosser als. Vondel en zijn tijdgenoten schre ven: groter als. tiental een aanvoerder. Tien aanvoer ders kozen er een, die voor honderd man zorgde. Tien „honderdmannen" één voor duizend, enz. Een generaal stond over... hoogstens negen man. Liet één van het tiental zich gevangen nemen, dan bracht de aanvoerder de anderen terdood. Wie probeerde te vluchten, kwam er niet beter af. De discipline droeg een hoogst ernstig karakter: op ongehoor zaamheid volgde de doodstraf. Men mag haast wel letterlijk zeggen: waar hun paarden de hoeven zetten, groeide geen gras meer. Een Russische zegswijze uit die schrikkelijke dagen was: „De vijanden lieten geen oog over om de doden te bewenen". Wij zouden hier niet graag neer schrijven, op welke mensonterende wijze de Mongolen hun tegenstanders martelden. „De zon van Rusland is ondergegaan", sprak een bejaarde Bis schop De heilige stad -der Russen, Kiew, viel de Mongolen 1240 in handen. Straat voor straat, kerk voor kerk, werd door de bewoners verdedigd, maar de overmacht was veel te groot. Kerken, kloosters, schilderijen, ikonen (beeltenissen van heiligen), alles werd één puinhoop. Eén Godshuis kon ge nade vinden in de ogen dezer beest mensen: de Sophia-kathedraal, op een heuvel nabij de stad. In één persoon balde het Russische verzet zich samen: in Alexander Newsky, die voorspelde, dat de natio nale onafhankelijkheid toch later weer herrijzen zou. In 1380 is hij daarginds heilig verklaard. 1. Beddelakens maakt men wel vant graslinnen. Heeft u enig vermoeden omtrent het percentage linnen, .cjat in dit weefsel wordt verwerkt? 2. Als u heel knap bent in de Oude Geschiedenis, kent u, mogelijk, de naam van de verrader,' die het de Perzen in 480 v. Chr. mogelijk maakte de Grieken in de rug aan te vallen? 3. Ongetwijfeld kent u de beruchte gletscher-spleten in het gletscher- ijs. Waardoor ontstaan die spleten? Waarom vooral in het midden? 4. Als al het thans nog aanwezige ijs zou smelten, zou de zeespiegel 40 m. rijzen. In welke provincies zou zich dan „wat" van Nederland boven water verheffen? Ook in Drenthe de Hondsrug bijv.? 5. Ons land is zeker niet rots- of berg achtig. Toch vindt men hier veel vuldig zware keien, „zwervers". Hoe kwamen ze hier? Waar van daan? 6. Allen wel eens een boek gelezen van Erckmann-Chatrian? Wie van deze twee heren schreef eigenlijk? Of schreven ze beiden? 7. Wat een villa-dorp is, weet wel haast iedereen. Wat is een es-dorp? 8. Welke letter wordt in de Neder landse taal het meest gebruikt? En welke letter is daarna „de hoogst frequente?" En daarna? 9. Kunt u ook enkele laag-frequente letters noemen? En de drie laagst frequente? (Dus: weinig gebruikte). 10. Hoe heet het grootste meer aan de Noordelijke helling der Alpen? (Twee namen). Vriendelijke en belangstellende le zers berichtten ons, dat Elspeet ver moedelijk „Oud"-speet betekent, in tegenstelling tot „Nieuw"-speet, Nun- speet? Maar de aardrijkskundige K. ter Laan geeft voor Nunspeet: „Nonnen- spit" „ontginning vanwege een klooster?". Engels wordt, uiteraard, in Zwitser land veel gesproken, doch landstaal is het niet. Lugano, Locarno enz. spreken: Italiaans. 1. Als landschap van talrijke opgra vingen, heet Drente wel: het Nederlandse Pompeji. 2. Driekleurendruk geschiedt met drie platen: geel, rood, blauw. 3. Het drieslagstelsel is het landbouw- stelsel, waarbij het bouwland in drie „slagen" was verdeeld: de ene lag braak; de tweede was bebouwd met winter-, de derde met zomer graan. 4. Bij de bereiding van drop, speelt de zoethoutwortel een rol. 5. De grootste diepte, die in een dui kerpak nog mogelijkheden toelaat, wordt wel gesteld op een water diepte van 160 m. 6. Langdurig duimzuigen bij kleine kinderen zou de juiste vorming van hun gebjt kunnen schaden. 7. Onder de „English nobility" of „Peerage" neemt de „Earl" de der de plaats ip. Mevrouw heet: „Coun tess". 8. Handgeklap op 34 m van een muur, kan na 2/10 seconde teruggekaatst jvorden als echo. 9. Parels en bloedkoralen zijn dier lijke producten, dus geen: minera- ralen. Edelstenen zijn mineralen. 10. Edison zeide, dat hij zich wegens zijn doofheid zo goed kon concen treren. Het hoogfeest van Pasen duurt acht dagen; het Paasoctaaf wordt besloten met de Zondag na Pasen. Gevoelens van diepe vreugde ken merkten de kerkelijke gebeden ge durende het octaaf, vreugde over 's Heren Verrijzenis èn over het geluk der nieuwgedoopten. Als „sluitstuk" geldt, wat de H Kerk officieel noemt: de „Dominica in albis depositis" „de Zondag na het afleggen der witte klederen". Heel dikwijls spreekt .men van: „Beloken Pasen". „Beloken" komt van 'n oud werkwoord, „beluiken", dat zoveel als „sluiten" betekent; het octaaf der nieuwgedoopten gaat, om het zo eens uit te drukken, toe en zij mogen plaatsnemen, na het afleggen hunner doopgewaden, on der de gelovigen. Zij worden nog eens bijzonder vermaand trouw te blijven aan het H. Geloof: „Weest als pasgeboren kinderen, begerig naar de zuivere, geestelijke moeder melk der H. Kerk". De pasgedoopten der oude Kerk begaven zich dagelijks gedurende het Paasoctaaf, in wit gewaad ge kleed, een witte doek om het hoofd, naar de plaats, waar zij het H. Doopsel mochten ontvangen. Al die tijd verrichtten zij hun dagelijkse afwassing niet, uit eerbied voor de zalving met het H. Chrisma zinne beeld van de H. Geest. Des Zater dags legden de „albati", de „wit- gekleden", hun blanke kleding af. „Geef, Heer, dat de aflegging dei- witte klederen niet meer dan een uiterlijke verandering moge zijn; de onzichtbare blankheid Christi moge hun ziel steeds blijven tooien", bad de H. Kerk bij deze plechtigheid. Ergens op een aardkluit stond een leeuwerik. Het vogeltje keek naar alle kanten rond, want een havik kruiste door de lucht. Haviken hebben altijd honger. Steeds proberen ze vogeltjes te pakken. Het zijn echte rovers. De leeuwerik hoorde plotseling een geruis, zo pijlsnel schoot de grote rover op hem af. Nog juist bijtijds wist het diertje weg te komen. „Nu ga ik hier vandaan", dacht het. Verhief zich met gelijkmatige vleugel slag al hoger en hoger en zong zijn helderste liedje. De wind blies door zijn veertjes. Heerlijk was dat, zomaar zeilen op de adem van de wind. Soms hoefde hij niet eens zijn vleugels te bewegen. Kijk, wat 'n schitterend licht schoot daar door de vallende avond. Het leek de zon wel Op dat licht af Recht op dat licht af Boem daar vloog de leeuwerik te gen iets aan. Alles, werd donker. Hij wist niet meer waar hij was? Maar iemand had het gehoord, de wachter op de grote vuurtoren. „Ik geloof, dat er een vogel tegen de ruit vloog", zei hij. Ging even naar buiten en vond onze leeuwerik. Binnen bekeek hij het arme vogeltje. Een pootje beschadigd. Kopje lelijk gestoten. En de vleu geltjes? Gelukkig, nog heel. De wachter verzorgde het diertje. Deed zalf op de wonden en zette het in een kooitje. Na een poosje begon het te kijken. Het fladderde even rond, maar viel toen weer neer. De wachter gaf kanarie-zaad en zuiver water. Twee dagen later, toen de wind was gaan liggen en de lucht blauw zag, zette hij het deurtje open. De leeuwerik floot even, om te bedanken. En zocht toen het land weer op. uorizontaal 1. haver, 5. taart, 9. ora, 10 ako, 12. Ier, 13. mt, 14. baron, 15. kg., 17. ton, 19. lood, 22. kans, 24. orel, 25. kepi, 26. egel, 28. gerij, 30. bel, 32. el, 34. getal, 35. os, 36. lei, 38. ren, 39. fel, 40. Essen, 41. derde. Verticaal 1. hemel, 2. art, 3. va, 4. raat, 5. toen, 6. ai, 7. rek, 8. trots, 11. krom, 1.6. koren, 18. kapel, 20. oog, 21. del, 22. keg, '23. air, 26. edele, 27. vete, 29. ijdele, 30. Bern, 31. land, 33. les, 35. eed, 37. is, 39. Fr. Ver over de honderd plaatsnamen in Nederland herinneren aan Onze Lieve Vrouwe, of andere heiligen. De meeste moeten we in het Zuiden zoeken, dat volgt uit de aard der katholieke zaak. Maar Zeeland misschien onder in vloed van België? - heeft er ook heel wat en Gelderland en Zuid-Holland Achteraan in de rij komt onze kleinste provincie, Utrecht. Pater Vine, van Wijk, een Carmeliet, heeft er bijzon dere studie van gemaakt. Aan deze studie zij het volgende ontleend: Aagtekerke (Zeel.) dankt die naam aan de H. Agatha, evenals St Agatha, vaar de Paters Kruisheren hun beken de klooster hebben. Dat ligt overigens nogal voor de hand Maar dat Beve land naar Sint Bavo zou heten, neen, dat wil er niet in, hoewel men het ooit verneemt Bavel, nabij Ginneken, dèt nemen ve gaarne aan; die streek daar had iets met de abdij St Bavo uit Gent te maken. Sint Omcommerspolder, bij Steenbergen anderen zeggen: Sinte Komkommers heeft betrekking tot Sinte Ontkommer, die eigenlijk: H. Wilgefortis heet. St Oedenrode daarginds afgekort tot het minder romantische: „Rooi" zou naar „de Maghet uyt Schotlandt, die daer gewoont heeft ende begraven is" heten: Sinte Oda. Maar St Odiliënberg (Limb.) dankt zijn naam aan St Odilia 720). Stevensweerd (L.) had al eeuwen ge leden tot Kerkpatroon de H. Stepha- nus, Martelaar. Er blijkt ook een ge hucht onder Terneuzen naar de H. Drievuldigheid genoemd te zijn: Triniteit. Wervershoof herinnert ons aan St Werenfridus, de Benedictijnse geloofs- prediker, die „niet ver van Meden- blyck zijn woonplaats heeft genomen". De villabuurt onder Velzen, Sant poort, ontstond, wat de naam betreft, uit „Sancta Porta" Heilige Poort. Hillegersberg (Rotterdam) verbergt de naam van St Hildegardis en heette in 1395: Hildegarsberghe. Terwijl Geer- truidenberg naar de H. Gertrudis werd genoemd, dochter van Pepijn van Lan den. Maar achter het Belgische St Truiden moeten we St Trudo zoeken. Sixbierum, Eexbierum, ten N.O. van Harlingen, heet naar de Kerkpatroon St Sixtus. Pater Van Wijk waarschuwt ervoae, dat lang niet alle Ser-namen SinV namen zijn. „Serooskerke" komt va# .tsHeren-Alartskintskerc"; ,,'s HeeR- Arendskerke" van Seraernoutskinde^ kerke enz., plaatsen, die, vermoedelijk, met een Sint niets van doen hebben.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 6