Het amendementsrecht der Tweede Kamer int gedrang De Regering zei weer eens „onaanvaardbaar" 1 Verbod van bedrijfsarbeid voor 14-jarige meisjes Switsaletteifti Toestand in Horecabedrijven niet rooskleurig 'Roomboter op het brood Mr K.P. v. d. HEEFT MOERDIJKKANAAL NOG ZIN? S& D f) BALANS van im- en Omvang in- en uitvoer bedraagt 90 pet van nationale inkomen export ANTILLEN MOETEN ANTILLEN BESTUREN Zijn vrouw rekent even goed als hij! OUDE GE NEVER EXTRA 1 DONDERDAG 3 JUNI 1954 PAGINA 5 Nachtelijk beraad over salariëring rechterlijke macht Futiele twistappel Met postzegels, capsules en zilverpapier Een week vreugde voor zieke jongeren 't Is al betaald Loop cel door met oee,nd'e Beraadslaging geschorst „Toekomst van de Kerk ligt in Azië en Afrika" Bonifatius-viering in Fulda Eerst weigerde de spuit Nu de brandweerlieden van Voorthuizen Lagerhuislid rebelleert tegen Churchill Gaat in op 1 Juli 1955 De zondebokontbreekt nu Prins landscommandeui Orde van Sint Jan Wie goed rekent weet dat het kan: Advies inzake waterwegen in studie bij Rotterdamse Kamer van Koophandel MM - vtmtV Ruilvoet bleef in 1953 onveranderd Verbeterde uitvoer Iets gunstiger spreiding Gestegen invo«r Turkse premier wenst: Tito nauwer aan N.A.T.O. te verbinden Tito in Athene Nationale Studenten bedevaart 1954 Van Vaals naar Maastricht BURGEMEESTER TOT TWEE WEKEN VER OORDEELD Inkomsten voor belasting verzwegen KINDERBIJSLAG VOOR ZELFSTANDIGEN 's-GRAVENHAGE, 2 Juni 1954. Bij de verdere behandeling van de wetsontwerpen tot verhoging van de salarissen van de rechterlijke macht, van de voorzitter en leden van de Algemene Rekenkamer en van de vice-voorzitter en de leden van de Raad van State heeft het „onaanvaardbaar" van de ministers Beel en Donker op de amendementen van de heer Van hijckevorsel plotseling een staatsrechtelijk tintje gekregen, toen de heer Oud terecht de vraag stelde of dit moest betekenen, dat de ministers het wetsontwerp zouden ter zijde leggen of dat zij, indien de amendementen 'zouden v orden aangenomen, zouden aftreden. De heer Oud leidde zijn vraag op nogal humoristische wijze in en hij zeide, dat indien de heer V an Rijckevorsel de moed zou hebben zijn amendementen ondanks dat „onaanvaardbaar" te handhaven, hij (de heer Oud) de moed zou hebben voor te stemmen. De zaak was echter o. i. staatsrechtelijk veel ernstiger. Natuurlijk heeft een mi nister het recht ten opzichte van een voorstel van de zijde der Kamer het on aanvaardbaar te laten horen, maar hij heeft ook de plicht het recht van de Ka mer op het amenderen te eerbiedigen en dat hü niet, indien hij te pas en te onpas, zoals de laatste tijd geschiedt, een voor stel vaij de Kamer maar onaanvaardbaar verklaart. Indien de minister rekening houdt met het amendementsrecht van de Kamer, dan houdt dit in, dat hij het onaanvaardbaar slechts dan mag laten horen, indien bi) bij aanneming van een amendement niet meer de verantwoording voor het wets ontwerp zou kunnen blijven dragen. In dat geval kan hij schorsing vragen van de beraadslagingen en het wetsontwerp verder laten liggen ófaftreden. Deze twee ernstige mogelijkheden be wijzen dat men met het onaanvaardbaar allerminst zo lichtvaardig mag omsprin gen als de laatste tijd geschiedt. Dan dwingt men de Kamer in niet principiële zaken naar het pijpen van de regering te dansen en beperkt men in ernstige mate het amendementsrecht. De beide ministers konden immers van middag moeilijk waar maken, dat een betrekkelijk kleine salarisverhoging van de rechters en de substituut-officieren van Justitie bij de rechtbanken en van die van de kantonrechters van de tweede en derde klasse hun het dragen van de ver antwoordelijkheid voor de algehele sala risherziening der rechterlijke macht on mogelijk zou maken. Men heeft het dan tenslotte gegooid op de correla tie met andere rijksambtena ren, welke hierdoor zou worden ver broken, het geen ernstige repercussies met zich zou brengen, zoals minister Beeï betoogde. Ook dit achten wij niet zulk een principieel be zwaar, dat te genover het amendement van de heer Mr K. VAN RIJCKEVORSEL Wat met de amendementen? Van Rijckevorsel zulk een maatregel zou passen. Hier is nl. een punt in het geding, dat de positie en invloed der ambtenaren in het algemeen raakt. De heer Van Rijckevorsel zou o. i. niet anders hebben kunnen doen dan zijn amendementen handhaven, de verant woordelijkheid voor het afwijzen van de gehele salarisherziening voor de rechter lijke macht aan de regering overlatend. Zoals het Ned. Jeugd Rode Kruis vacan- tieweken heeft georganiseerd voor bejaar den uit het rampgebied, zo wilde het ook een aantal chronisch zieke en invalide jon geren een week ontspanning bieden in het Henry Dunanthuis te Zeist. Toen de leiding om geld vroeg aan het hoofdbestuur van het Ned. Rode Kruis, kreee zij ten antwoord, dat de nodige fondsen voorlopig niet beschikbaar waren. Toen heeft het Jeugd Rode Kr"(s ="egp Dan gaan wij dat geld zelf verd.enen. En het heeft een grote actie op touw gezet voor het inzamelen van zilverpapier, postzegels, capsules, kranten, etc. Voor 99 pet is deze Inzameling scholen gedaan. „Als je voor de t.b.c., de Missie, de Zending of voor iets anders in zamelt. moet je daar gewoon mee door gaan" werd er gezegd, „maar als je nog niets inzamelt, doe het dan een paar we ken om deze jonge menseri een week ont spanning en vooral een week contact met andere jongeren te bezorgen". Dat appèl is prachtig beantwoord en het staat nu wel vast, dat in de weken van 28 Juni tot 5 Juli en van 3 September tot 10 September telkens 30 gehandicapte jonge mensen in het Henry Dunanthuis een week van vreugde zullen beleven. die immers met een onaanvaardbaar kwam om hem te dwingen op een niet- principieel punt zijn voorstellen in te trekken. De Kamer had hier principieel stelling kunnen nemen tegen de wijze, waarop zodoende het amendementsrecht van de Kamer werd beknot. Het kwam niet zover. Toen het onaanvaardbaar eenmaal was uitgesproken, stelde de heer Oud (VVO) bovengenoemde vraag en hij deelde als Art verten lie) ALLÉÉN ECHT MET Hff BAYER KRUIS een pikante bijzonderheid daarbij mede: dat de voorgestelde verhogingen reeds aan de leden van de rechterlijke macht waren uitgekeerd. Wij menen te weten, dat dit alleen juist is voor wat betreft de verhoging van 1 Januari 1953 tot 1 Ja nuari 1954. Maar ook dan zouden bij een schorsing van de beraadslagingen deze bedragen achteraf nog moeten worden terugbetaald. Daarvoor zou bij dit on aanvaardbaar o. i. de regering en niet de Kamer de verantwoording hebben te dragen. Toen het echter zover was. werd de beraadslaging geschorst om de ministers in de gelegenheid te stellen zich te bera den. Dat beraad duurde heel lang en men kwam niet tot overeenstemming Naar wij menen te weten ging de be raadslaging over een bepaald onderdeel van de door heer Van Rijckevorsel voor gestelde verhogingen, zodat de regering zou kunnen betogen, dat met déze ver hoging de correlatie niet zou worden ver broken en dat bezwaar dan zou zijn ver vallen. Eerst na ruim een uur werd de verga dering hervat en deelde de voorzitter mede, dat tussen de commissie van rap porteurs en de beide ministers geen overeenstemming was bereikt, zodat hij voorstelde de beraadslaging over deze wetsontwerpen morgen om elf uur voort te zetten. Dan zullen wij dus horen of die over eenstemming alsnog hedenavond zal zijn bereikt, daar het overleg wel zal worden voortgezet. Na deze strubbeling begon de Kamer nog aan de wetsontwerpen, veertien m getal, betreffende de instelling van de productschappen in de voedselvoorzie ningssector. Wij komen daar morgen op terug, maar bij de eerste sprekers, die hierover heden middag het woord voerden, bleek het al. dat de Kamer met deze wetsontwerpen - tot instelling van de eerste productschap pen gebaseerd op wet op de P.B.O. zeer ingenomen was. Men had slechts enkele kleine opmerkingen op wat kleine onder delen, zodat de ministers. De Bruijn en Mansholt het hiermee niet al te moeilijk zullen hebben en men mag verwachten dat morgen de instelling van deze veer tien instituten voor wat de Tweede Kamer betreft haar beslag zal hebben gekregen F. S De betekenis van millioenen gelovigen en kerken ligt niet in het verleden maar in de toekomst, zo zeide de abt van het Benedictijnen-missieklooster te Munster Schwarzbach, dr Burckhard Utz, in zijn toespraak tijdens de Bonifatiusherdenking Woensdag in de Dom te Fulda gehouden De toekomst is toevertrouwd aan de Christenen als erfstuk van de Christelijke cultuur van het Avondland. Maar ook de ongeordendheid van Azië moet in een christelijke orde worden opgevangen, als Europa niet wederom in 6en nieuwe cata strophe gestort wil worden. De missietaak van de Kerk zo verklaarde dr Utz ligt in Azië en Afrika. Daar wordt beslist over de toekomst van het Christendom De Kerk moet de mensenmassa in deze landen in haar schoot opnemen, 'want de toekomst moet Christelijk zijn, indien men niet aan de door Christus gegeven op dracht verzaken wil. De abt keerde zich tegen de opinie, dat het vaderland de missionarissen harder nodig heeft dan de missie en verklaard» „Europa heeft anderhalf maal duizend jaar de gelegenheid gehad zich de genade en de zegen van het Evangelie eigen it maken. Als het dat niet heeft gedaan, moet dat geen aanleiding zijn om deze genade voor zich alleen te behouden en haar aan vreemde volkeren te onthouden Men moet niet zeggen: „Vaderland of Missie" ^maar „Vaderland en Missie", want voor beide heeft de Kerk de leer opdracht. De brandspuit van Voorthuizen, die reeds haar zilveren dienstjubileum ach ter de rug heeft, is eindelijk uit de cir culatie genomen, nadat zij enkele ma len pertinent dienst had geweigerd. Uiteraard hebben de leden van de vrijwillige .brandweer van Voorthuizen een dorp, dat tot de gemeente Bar- neveld behoort dit feit met vreug de begroet, doch zij zijn in het ge weer gekomen, toen het gemeentebe stuur besloot een nieuwe spuit aan te schaffen en deze op een oude Canadese legerwagen te doen monteren. De brand weerlieden wensen geen „dump"-wagen. De gemeenteraad heeft echter niet al leen de benodigde 17.000 gevoteerd, doch de legerauto ook reeds besteld. De brandweer zegt dit „niet te nemen". Blijft zij weigeren, dan riskeert zij col lectief ontslag. Het Britse conservatieve Lagerhuislid Sir John Mellor heeft gisteren verklaard, dat hij niet meer de leiding van premier Churchill aanvaardt uit protest tegen de houding van de regering bij de stemming over verhoging van de vergoeding der Lagerhuisleden. Doordat de conservatie ven mochten stemmen, zoals zij wilden, werd de vergoeding verhc.^1. hoewel de regering te kennen had gegeven tegen die verhoging gekant te zijn. Sir John verklaarde tegenover de pers, dat hij in het vervolg als „onafhankelijk conservatief" in het Lagerhuis zal zete len. De staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid is van mening, dat een arbeïdsverbod voor 15-jarige meisjes niet minder urgent is dan voor 14-jarigen, doeb dc moeilijkheden, die 't instellen van een dergelijk verbod voor 15-jarigen zou meebrengen, wanneer niet vooraf maat regelen op onderwijsgebied zijn getroffen, zouden onevenredig toenemen. Derhalve is de regering nog niet bereid een arbeïds verbod voor 15-jarige meisjes in te stel len. Zij kan op het ogenblik nog niet ver der gaan, dan uitvoeren wat in een wijzi ging van de Arbeidswet 1919 wordt voor gesteld: verbod van bedrijfsarbeid voor meisjes van 14 jaar. De wet zal op 1 Juli 1955 van kracht worden. Aldus blijkt uit de door de staats secretaris van voornoemd departement ondertekende memorie van antwoord op het voorlopig verslag van de vaste com missie voor Sociale Zaken en Volksgezond heid uit de Tweede Kamer, betreffende het wetsontwerp tot wijziging van de Arbeidswet 1919. Volgens een schatting waren er in 1947 omstreeks 15.000 meisjes van 14 jaar in bedrijven en beroepen werkzaam. Het aantal 14-jarige meisjes, dat volledig dagonderwijs geniet was ln genoemd jaar te stellen op 40.000 en tn 1951 op 52.000. Dit aantal zal, nu de moge lijkheid van beroepsarbeid niet meer be staat, naar alle waarschijnlijkheid toe nemen. De staatssecretaris zou het betreuren, wanneer het arbeidsverbod voor 14-jarige meisjes afhankelijk zou worden gesteld van het invoeren van een partiële leer plicht in die zin, dat het verbod eerst zou kunnen worden ingevoerd, wanneer een partiële leerplicht zou zijn ingevoerd. Dit zou tot vertraging aanleiding geven. On getwijfeld zullen er onder de 14-jarige meisjes zijn, die na invoering van de wet huishoudelijk werk zullen gaan verrich ten buitenshuis. De opvatting, dat het arbeidsverbod ook dit huishoudelijk werk moet omvatten, kan de staatssecretaris niet delen, omdat in 't algemeen dit werk geen ongunstige invloed heeft en boven dien kan bijdragen tot de vorming van het meisje. Een ander bezwaar van het uitstrekken van het verbod tot de huis houdelijke arbeid is, dat de contröle op de naleving op zeer ernstige bezwaren zou stuiten. De volgende stap, het verbod van be drijfsarbeid ook van kracht te doen zijn voor 15-jarige meisjes, zal gepaard moeten gaan met maatregelen op onderwijsgebied, eventueel een partiële vormingsplicht in dien verlenging van de volledige leerplicht tot 14- en 15-jarigen nog moet worden uitgesteld. Ook van de zijde van de in dustrie zullen er grote bezwaren komen, wanneer het arbeidsverbod tot de 15- jarigen wordt uitgestrekt. De staatssecretaris zal zich tenslotte ge lukkig achten, wanneer het huidige wets ontwerp spoedig gevolgd zal,^un?®9.wor" den door een ontwerp, dat de arbeid van de 15-jarige meisjes en ook die van de 14- en 15-jarige jongens regelt. Hij zal niet nalaten alles te doen wat in zijn ver mogen ligt, om de weg voor verdere wettelijke maatregelen te effenen. i Advertentie! Bestrijd UW PIJNEN met: Uitsluitend bij Apothekers en Drogisten Ofschoon het jaar 1953 een bij uitstek gunstig beeld gaf van j,e( vreemdelingen verkeer en de logiespe(]rgven in het alge meen dan ook niet te klagen hadden, ma ken, enkele gunstige uitzonderingen daar gelaten, de kleinere Horecabedrijven, zo als cafe's, restaurants, bars en dancings thans moeilijke tijden door. De omzet is gestegen van 3% tot 4% maal die van voor de oorlog. De exploita tiekosten namen echter naar evenredig heid toe. Het zijn dan ook de bedrijven, werkend met voor-oorlogse investeringen, waarvoor uitkering van redelijke divi denden mogelijk is. Hieruit volgt, dat een onderneming die na de oorlog de exploi tatie met belangrijke investeringen begon, bijna met met een sluitende rekening te voorschijn kunnen komen. Vergeleken met 1948 is de logiesprijs in de vier grote steden van ons land gestegen met ongeveer 150 pCfp; verder optrekken van het prijsniveau moet ontraden wor den, de vreemdeling zou er door kunnen worden afgestoten. Elders in het land schommelt dit percentage om de 100 pet. Het verdient zeker overweging deze laat ste prijzen nader te bezien, aangezien zij economisch nauwelijks verantwoord mo gen worden genoemd. Een vergelijking mét de overeenkom stige gegevens omtrent exploitatielasten en bouw- en inrichtingskosten (voor jU^aiena n ligt het indexcijfer boven de 400, dus 4 x de prijzen van vóór de oorlog), wijst uit, dat hotelbeirijven mo menteel slechts rendabel te maken zijn. indien zij reeds vóór de oorlog bestonden Wynand Fockink „Alerta", een K.V.P.-orgaan in Willem stad, bevatte gisteren een hoofdartikel, waarin commentaar wordt geleverd op het slagen van de ronde-tafelconferentu». Onder de titel „R.T.C. geslaagd Wat nu?" schrijft het blad o.m.: De met succes bekroonde R.T.C. bete kent heel wat voor het koninkrijk in het algemeen en onze Antillen in het bijzon der. Het betekent, dat wij eindelijk defi nitief autonomie, onze onafhankelijkheid en onze gelijkwaardige plaats in het ko ninkrijk bezitten. Dit is een groot en be langrijk iets. Het kolonialisme is voor goed verleden. Ons eigen lot bevindt zich thans in eigen handen. Zullen de verplichtingen, die dit in houdt, worden nagekomen of verwaar loosd? Dit is de vraag, die het ogenblik van het ingaan van de definitieve autonb- inie tot een critiek moment maakt. Vroe ger waren het „anderen", die het deden Van nu af echter is er geen zondebok meer in „vreemde overheersing". Van nu af aan dragen wij, onszelf besturend, eigen verantwoordelijkheid. Het is gemakkelij ker naar autonomie te streven dan auto nomie te beleven. Het blad betoogt, dat thans de Antillen de Antillen moeten besturen en niet een der partijen naar voren moet treden, zeg gend, nu zijn wij de baas. In dat gevai is er geen autonomie. Zal het algemeen belang, het algemeen welzijn thans boven alles, ook boven het belang der afzonder lijke partijen gaan? Het antwoord op deze vraag is het antwoord op de vraag ot autonomie geluk, zegen, dan wel ongeluk een vloek, voor de Antillen zal worden. Het kapittel van de Orde van Sint Jan heeft Z. K. H. Prins Bernhard bereid ge vonden de leiding der Orde thans be rustend bij rar W. J. baron van Lynden, die wegens gevorderde leeftijd de wens te kennen heeft gegeven zijn functie neer te leggen onder de titel van landscomman- deur op zich te nemen. De plechtigheid, waarbij Z. K. H. als landscommandeur wordt geïnstalleerd, zal op Zaterdag 26 Juni a.s. in de Ridderzaal te 's Gravenhage worden gehouden. De Orde van Sint Jan, de Nederlandse protestantse tak van de aloude ridderlijke Orde van het Hospitaal van Sint Jan te Jerusalem, heeft, zich in 1945 onafhankelijk S^rnaakt van de Balije Brandenburg dier ridderlijke orde, waarvan zij tot dat tijd stip als „Commenderij Nederland der jo- hanniter Orde deel had uitgemaakt. Deze Commenderij Nederland - de voortzetting van os hier te lande vroeger werkzame Johannitercommenderijen werd in 1909 op initiatief van wijlen Prins Hendrik der Nederlanden, die haar eerste commendator Is geweest, opnieuw opgericht. In de laatste dagen van de oorlog werd het bekende Klein Seminarie der paters Capucijnen te Langêvoeg door oorlogs handelingen totaa verwoest. Sindsdien hebben de paters met hun studenten nu hier, dan daar vertoefd. Op het ogenblik zijn zij ondergebracht in een huis en enige barakken te Voorschoten bij Lei den. Te Oosterhout verrijst thans echter een groots gebouw, dat in September gedeeltelijk in gebruik zal worden geno men. Overzicht van 't nieuwe bouwwerk. De wanverhouding tussen de opbrengst enerzijds en de investeringskosten ander zijds, is een zaak, waarop de hotellerie voortdurend attent moet zijn. Beliepen de onderhoudskosten vóór de oorlog 5 pet. van de omzet, thans bedragen zij 15 pet. of meer. De lonen zijn meer dan verdrie voudigd, de sociale lasten stegen nog aan zienlijker. Bovenstaande feiten blijken uit het jaar verslag over 1953 van de bond Horecaf. Dit jaarverslag werd uitgebracht in de voorjaarsvergadering van de algemene bestuursraad. Deze boekhouder verdient zijn geld met rekenen. Zijn vrouw rekent op haar beurt éven goed en daarom krijgt hij roomboter op het brood mee naar kantoor. In kosten scheelt dat immers maar iets meer dan een cent per boter ham. En om zó weinig ontzegt zij haar man de roomboter toch werkelijk niet 4 Spaar de rijksbotermerken (er staat er een op Uw pakje) en doe mee aan de grote Roomboter Prijsvragen De eerstvolgende verschijnt 19 Juni in Libelle, Beatrijs, Margriet, Goed Nieuws en Eva en op 26 Juni in alle Radiobladen. In de gistermiddag gehouden openbare vergadering van de Kamer van Koophan del en Fabrieken voor Rotterdam heeft mr Jacq Dutiib de vraag gesteld, of de voorzitter van mening was, dat het on langs gepubliceerde advies inzake de wa terwegen en havenproblemen door de he ren Van Canwelaert en Steenberghe uit gebracht aan de Nederlandse en Belgische regeringen, na eerste kennisneming vol doende grondslagen biedt om te komen tol een beslissing iD het voor Nederland en voor Rotterdam zo belangrijke vraagstuk van het Moerdijkkanaal. De voorzitter mr K. P. v. d. Mandele, antwoordde, dat het Bureau der Kamer kennis heeft kunnen nemen van genoemd advies dat in handen is gesteld van de Commissie voor de Scheepvaartbelangen en voor de Buitenlandse Aangelegenheden die er rapport over zullen uitbrengen. Vermoedelijk zal het echter voor onze commissie moeilijk zijn, reeds aanstonds tot een conclusie over het gehele advies te komen. Wellicht zou dit niet onmogelijk zijn wat betreft de technische werken aan de Maas en aan het kanaal naar Gent Des te moeilijker zal het evenwel zijn, eeu oordeel te vormen over een eventueel Moerdijkkanaal Het zal immers noodza kelijk zijn, dal kennis kan worden geno men van de volledige studie der Delta commissie om te kunnen beoordelen, of ook op diè grond, naast de in het oog ge vatte hoogst belangrijke waterstaatswer ken tot afsluiting van de zeegaten, die wellicht een practische oplossing geven óók voor de Brabantse verlangens de —i V V vs«;X-N\vn. :>t v':5Hy.Jy - Hoezeer de Nederlandse volkshuishou ding, in vergelijking met andere landen, is verweven met het internationale ver keer, blijkt duidelijk uit het feit, dat de totale goedereninvoer en -uitvoer van ons land in de laatste jaren gemiddeld 90 pet van het nationale inkomen bedroegen, fn de Ver. Staten is dit percentage nog geen 10, in West-Duitsland is het ongeveer 30 en in Zwitserland 50. Naar waarde geeft de ontwikkeling van Nederlandse in- en uitvoer van 1950 t'm 1953 het volgende beeld te zien (in mil- liarden guldens): 1950 Invoer Totaal 7.8 Landbouw 1.9 Industrie 5.9 Uitvoer Totaal 5 4 Landbouw 2.6 Industrie 2.8 Saldo —2.4 Dekk.percent. 69 Uit deze tabel blijkt, dat de waarde van de totale in- en uitvoer van 16,7 mil liard in 1952 is gestegen tot 17,2 milliard in 1953, derhalve met 500 millioen ofwel 3 pet. Deze waardestijging heeft vrijwel geheel betrekking op de invoer, waardoor het invoersaldo t.o.v. 1952 met een onge veer gelijk bedrag toenam tot het nog steeds betrekkelijk lage peil van 900 rnil- lioen. Uit bovengenoemde cijfers blijkt tevens de groeiende relatieve beteken s van de industriële uitvoer, gevolg van de voortschrijdende industriële ontwikkeling van ons land. Aangezien de prijzen daalden, ging de genoemde waardestijging van het han delsverkeer t.o.v. 1952 gepaard met een nog grotere toeneming van het volume, n.l. 'n totaal gezien met ongeveer 15 pet. Uitgedrukt in indexcijfers (basis 1950 100) ontwikkelden het in- en uitvoer- volume zich als volgt: 1951 1952 1953 9.7 8.6 9.0 2.3 1.8 1.9 7.4 6.8 7.1 7.5 8.1 8.2 3.2 3.5 3.4 4.3 4.6 4.8 —2.2 —0.5 —0.9 77 94 90 Invoer Uitvoer Tot. Lbw. Ind. Tot. Lbw. Ind. 1952 90 82 92 J26 117 134 1953 107 104 108 143 127 158 Als reactie op de daling van het wereldmarktprijspeil is zowel het peil van de invoerprijzen als dat van de uitvoer- prijzen van 1952 op 1953 ongeveer met 10 pet gedaald, zodat in de ruilvoet, d.i. In de verhouding tussen in- en uitvoerprij- zen, geen verandering is opgetreden. De desbetreffende indexcijfers tonen dit aan: Invoer UifVoer Ruilvoet 1952 121 119 98 1953 108 106 98 Opgemerkt zij, dat de achteruitgang van de ruilvoet sedert 1948, die voornamelijk een gevolg is van de devaluatie in 1949, nog steeds ongeveer 10 pet bedraagt. De ontwikkeling van de uitvoer is vooral in de tweede helft van 1953 gunstig geweest. Indien voor de stijging van het exportvolume het jaar 1948 als uitgangs punt wordt genomen, krijgt men de vol gende opstelling: 1948 100 1949 151 1950 204 1951 242 1952 256 1953 292 De vertraging in de stijging van het exportvolume moet worden verklaard uit het feit, dat Nederland na de oorlog een achterstand had ln te halen. Naarmate d-ze achterstanu kleiner werd, stuitte een verdere stijging van de uitvoer op steeds grotere weerstanden. De vertraagde ont wikkeling van de uitvoer was in 1952 en begin 1953 tevens het gevolg van de terug slag op de-zgn. Korea-hausse welke terug slag nog werd geaccentueerd door de betalingsbalansmoeilijkheden van belang rijke afnemers van Nederland (bijv. Enge land). Deze terugslag blijkt nu in de loop van 1953 te zijn uitgewerkt, waardoor de nog steeds aanwezige mogelijkheden tot ver groting van onze uitvoer in de tweede helft van 1953 weer in de cijfers tot uit- drukking konden komen. Overigens is de stijging van de Nederlandse uitvoer in het tweede halfjaar van 1953 niet een op zich zelf staand verschijnsel. Ook in de meeste andere Europese landen viel in het twee de halfjaar 1953 een duidelijke opleving in de uitvoer waar te nemen. De procentuele toeneming van het uit- voervolume van Nederland naar de V. S. en Canada bedroeg over de periode April' Sept. 1952—April Sept. 1953 45. Hierbij moet in aanmerking worden genomen, dat bijzondere exporten als tin en platina daarin niet zijn begrepen. De relatief gunstige ontwikkeling van dc uitvoer houdt in belangrijke mate verband met de gunstige algemene wereldconjunc tuur. Het relatief laag kostenpeil van Nederland en het krachtig streven naar kwaliteitsverbetering vormden daarnaast de grondslagen voor een toeneming van de uitvoer, die in vergelijking met voor de oorlog groter was dan in de meeste andere Westeuropese landen. Dit blijkt uit het feit, dat het Nederlandse uitvoer- volume in 1953 t.o.v. het laatste voor oorlogse jaar 1938 met ongeveer 90 pet is gestegen, tegen gemiddeld 55 pet voor de gezamenlijke Westeuropese landen. Behalve Nederland kon alleen Zwitser land een dergelijke stijging boeken. In verband hiermede kan er nog op gewezen worden, dat bij de stijging van (iv West europese uitvoei van het tweede nalfjaar 1952 op het tweede halfjaar 1953 Nederland weer de hoogste procentuele toeneming vertoonde. Hoe spectaculair de ontwikke ling van de Nederlandse uitvoer in het tweede halfjaar 1953 op zichzelf ook Is geweest, zij is nochtans niet los te zien van eenzelfde ontwikkeling tn de andere Westeuropese landen. In 1953 valt, in vergelijking met het voorafgaande jaar, een iets gunstiger spreiding van de Nederlandse uitvoer waar te nemen. Zoals de hier volgende tabel nader illustreert, is het aandeel van de O.E.E.S.-landen in de Nederlandse uit voer iets gedaald. De relatieve toeneming van de uitvoer naar de gebieden buiten Europa had vooral betrekking op Noord- Amerika, de overzeese gebieden van Enge land en de niet aan de "O.e.e.S. deelne mende landen (behalve Indonesië). In 1953 is België de grootste afnemer van Nederlandse producten gebleven ge volgd in orde van grootte door West- Duitsland, Engeland, de Ver. Staten, Frankrijk en Zweden. Algemene afzet- moeilijkheden zijn, de oorzaak van de scherpe terugslag, die de uitvoer naar Brazilië en Indonesië ondervond. De uit voer naar Argentinië liep, behoudens be langrijke afleveringen op het Werkspoor contract, terug. De stijging van het uitvoervolume was in 1953 in de industriële sector het grootst (17 pet), waarbij vooral van belang was de grotere uitvoer van aardolieproducten, kunstzijden garens en chemische produc ten. Voor de toeneming van het export volume in de agrarische sector met 8 pet zijn vooral bepalend de hogere exporten van cacaoprodueten, kaas, eieren, vers fruit, plantaardige oliën, sierteeltproduc ten en eondensmelk. De invoer gedurende 1953 vertoont een stijging na de daling in het daaraan voor afgaande jaar. Van 8,6 milliard nam de invoer toe tot 9 milliard 5 pet), welke toeneming naar hoeveelheid gemeten nog groter was (18 pet). Die stijging betekent een herstel t.o.v. het vrij lage peil van 1952. dat een gevolg was van de voorraad- intcring na Korea. Tot het grotere invoervoiume in de agrarische sector droegen voornamelijk bij de invoerstijging van granen, cacaobonen, koffie, oliehoudende zaden en plantaar dige oliën. In de industriële sector is de invoertoeneming in vrijwel alle belang rijke goederencategorieën terug te vinden, hetgeen verband houdt met de grotere industriële activiteit tn Nederland. Ook als leverancier bleef België in 1953 de eerste handelspartner van Nederland, waarbij .moet worden opgemerkt, dat het Weslduitse aandeel in de invoer het aan deel van België oenadert. De Ver. tjSaten, die de laatste jaren steeds de derde plaats innamen, zijn in 1953 voorbijgestreefd door het Ver. Kon. Dit is toe te schrijven aan de sterke daling van de V.S.-invoer in dit jaar. mede door een verschuiving hiervan naar Canada. De stijging van het invoervoiume van 1952 op 1953 was voornamelijk het gevolg van een grotere invoer uit de O.E.E.S.- Ianden en hun overzeese gebieden (be halve de Britse). Alle belangrijke landen van deze groep droegen hiertoe bij, doch de Invoertoeneming uit West-Duitsland en België was kwantitatief van de meeste betekenis. Een daling van enige omvang trad alleen op bij enkele Latijns-Amerikaanse landen, t.w. Cuba (suiker) en Venezuela. Voor wat de invoer uit dit werelddeel betreft, ver dient het de aandacht, dat de Invoer uit Argentinië (o.a. granen), na het zeer lage niveau in 1952 in het afgelopen jaar 1953 belangrijk is toegenomen aanleg van een geheel nieuwe Rijn Schelde-verbinding. waarvoor enorme sommen zullen moeten worden geofferd, "og zin heeft. Bovendien vertoont het ad- s op economische terrein nog hiaten, zeker aanvulling nodig hebben. De Turkse eerste minister, de heer Men- dcres, die thans in de V. S. vertoeft, zal deze week op het Amerikaanse departe ment van buitenlandse zaken besprekin gen voeren over een voorstel om Joego slavië te laten deelhebben aan de plan nen voor de Westerse defensie door het Balkanverdrag te verbinden aan de N. A. T. O. Menderes, die voor economische en militaire besprekingen in de Verenigde Staten is, vindt het, naar verluidt, wen selijk, dat Joego-Slavië nauwer betrokken wordt bij het opstellen van militaire plan nen. Eén van de hinderpalen voor deelneming van Joego-Slavië aan de N. A. T. O. is, zoals bekend, het geschil tussen Joego slavië en Italië over Triëst. Men verwacht, dat Menderes te Washington zal aandrin gen op het vinden van een oplossing van het geschil om de tegenzin van Italië, dat lid is van de N. A. T. O., tegen een nau we militaire band met Joego-Slavië weg te nemen. President Tito van Joego-Slavië is in tussen met veel vriendscharsvertoon in Athene ontvangen. Koning Paul verwel komde hem in Piraeus en de sutotocht naar de hoofdstad werd een ware triomf. Tito, die bij dit staatsiebezoek bespre kingen komt voeren over de versterking j van de militaire zijde van het Balkanpact, legde er in een verklaring bij zijn aan komst de nadruk op, dat Joego-Siavië besloten heeft „krachtig met zijn Ijondge- noten samen te gaan". Hij wees op de his torische verbondenheid van het Griekse en Joegoslavische volk en constateerde met vreugde de vruchtbare gevolgen van het Balkanpact. Zoals bij dergelijke bezoeken gebruike lijk, wisselden president Tito en koning Paul hoge onderscheidingen uit. Tito bood koning Paul bovendien enkele fraaie ras paarden aan en had ook voor de overige leden van het koninklijk gezin en rege ringspersonen geschenken bij zich. Hij ontving op zijn beurt van koning Paul een helm van een Corinthische officier uit de zesde eeuw v. Chr. Evenals vorig jaar zal ook dit jaar weer een algemene studentenbedevaart worden georganiseerd, ditmaal in het raam van het Mariajaar. Gedurende de Pinksterda gen trekken studenten van alle Nederland se universiteiten te voet door het glooien de heuvellandschap van Zuid-Limburg. De tocht gaat van Mamelis bij Vaals naar het heiligdom van de Sterre der Zee te Maas tricht. Tijdens de bedereis wordt naar Chartriaanse wijze het gebed afgewis seld met meditatie over onderwerpen, waarover een inleiding zal worden gege ven door kapelaan N. Vendrik. studenten moderator te Utrecht. De intentie van de bedevaart zal zijn: het welzijn van de zwij gende Kerk. Een burgemeester uit het Zuiden des lands is door het Haagse gerechtshof ver oordeeld tot veertien dagen gevangenis straf onvoorwaardelijk, wegens het doen van onjuiste belastingaangiften over de jaren 1946—1950. Verdachte had door het bijhouden van een boekhouding in die jaren 200 pei maand verkregen, welke Inkomsten hij voor de Inkomstenbelasting verzweeg. De burgemeester was eerder veroor deeld door de rechtbank tot een gevange nisstraf van een maand onvoorwaardelijk van welke straf de procureur-generaal ir Den Haag bevestiging had gevraagd. De Soc. Economische Raad heeft op 1« Mei j.l. een concept-advies vastgesteld over de kinderbijslag aan zelfstandigen Naar wij vernemen, zai binnenkort het volledige advies gepubliceerd worden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 5