RA Ons Succes-patroon van deze week Het geval LEAVENWORTH PU ROL Haring, de vis die geschiedenis maakt Huidgenezing HOE BESTEL IK MIJN PATROON? ANNA K. GREENS! ZATERDAG 12 JUNI 1954 PAGINA 4 British Lion onder curatele - Filmtrommels en -sterren, maar geen contanten „De vrolijke curatoren" Gebr. Boulting wisten het reel Net als in Nederland: vermakelijkheidsbe lasting moet omlaag. Charlton Heston als Mozes Engel van Dien Bien Phoe op het witte doek? - Pierre Chevalier geuit regisseren Alec Guiness onder regie van Robert Ha mer r— John Huston: filmer, jager en Ierse landjonker „Ik heb nog nooit op walvissen gejaagd „Van mijn slag zijn er nog maar heel weinig over". LEKKER EN GEZOND Recepten g^fp Haringslaatje EERSTE LIMBURGSE KERSEN ERE-FONDS KONINKLIJKE LUCHTMACHT BETTY MEL HADO IN KATHOLIEK PLEEGGEZIN APOTHEKER LICHTTE ZIEKENFONDS OP H.H. WIJDINGEN IN BISDOM HAARLEM DE „STERKE MAN" OP HEL TREINBALCON EEN LEUK JURKJE VAN GESTREEPTE STOF DOOK (Van onze filmredacteur). De Britse regering heeft een grote filmmaatschappij met sterren, films, pro ducenten en al overgenomen. De British Lion Film Corporation, die in de Shep- perton-studio's films maakt en er meer dan twintig per jaar onder de bioscopen distribueert is, zoals we verleden week reeds aankondigden, onder curatele ge steld. Curator is mr Williams Halford Lawson, deelgenoot in een firma van be kende Londense accountants, die zich plot seling in 't „bezit" zag van een stapel trom mels met de nieuwste films van British Lion en de contracten van de sterren en regisseurs van deze maatschappij, onder wie Moira Shearer, Margaret Leighton, Sir Ralph Richardson, Kenneth More en Sir Carol Reed (regisseur van „The Third Man") en David Lean („Brief Encoun ter'' „The Sound Barrier"). Verder is er voor de heer Lawson niet veel te beheren, want behalve 2000.000 20.000.000,—) van een 3.000.000 grote regeringslening is bovendien het vol ledige aandelenkapitaal van de maat schappij, groot 12.080.000,verloren gegaan. Het verhaal van deze realistische film- tragedie werd verteld in een kelderbio scoop van Wardour-street, het Londense centrum van het filmbedrijf. Mr David Kingsley, directeur van de Film Finance Corporation, het regeringsorgaan dat in het leven was geroepen om het in nood verkerende Britse filmbedrijf geld te lenen, had daartoe plaats genomen aan een tafeltje, dat in de stalles midden voor het witte doek stond opgesteld. „De ver liezen op British Lion-films namen voort durend toe. We moesten ingrijpen om de nog resterende millioen pound van de lening terug te krijgen, nadat de andere twee millioen waren afgeschreven", ver klaarde hij. Het werk in de Shepperton-studio's, waar momenteel drie films in productie zijn. gaat normaal door. Maar in de toekomst zal de nieuwe maatschappij, die British Lion heeft overgenomen, zich alleen met de distributie van films bezig houden. De contracten van sterren, regis seurs en producenten gaan naar de cura tor, die zal hebben te beslissen, wat er mee moet" gebeuren. Iemand vroeg of de nieuwe maatschap pij al een naam had en of zij misschien „De Vrolijke Curatoren" zou heten. „Be slist niet", luidde het antwoord van mr Kingsley. die doodernstig bleef. Voor twee bekende figuren in het Britse filmbedrijf, de gebroeders John en Roy Boulting, komt deze catastrofe hele maal niet onverwacht. In December 1948, toen de Film Finance Corporation door de regering in het leven werd geroepen, schreven ze: „Iedere onafhankelijke pro ducent. die regeringsgeld aanneemt op de basis van de huidige ongelijke ver deling der filmverdiensten zal in acht van de tien gevallen er een deel van verspelen, onverschillig hoe laag hij zijn productiekosten houdt. En zowel hij als de regering zullen hun deel krijgen in de verwijten, dat zij hebben gefaald in het beheer van publieke fondsen". In die tijd was de positie van de En gelse producenten wanhopig. Particulie re geldschieters hadden er de brui aan gegeven evenals de banken. De geldkis ten waren leeg. studio's gingen dicht en de werkloosheid steeg snel. Is het won der, dat het onprettige geluid van twee precies hetzelvL geluid, dat al sinds ja ren valt te beluisteren in Nederland, waar de productie van speelfilms zelfs niet op gang kan komen zal nooit enige stabiliteit kennen, noch kan het financiële vertrouwen worden hersteld, als de vermakelijkheidsbelasting op Brit se films niet aanzienlijk wordt verlaagd. Alleen de regering kan, mits zij haar gulzigheid beperkt, die zich zonder onder scheid tegoed doet aan succes en misluk king, een antwoord geven op de proble men, waarvoor de filmindustrie zich ge plaatst ziet Charlton Heston, die zich tot nog toe hoofdzakelijk is opgetreden in gangster en Wild Westfilms, zal de rol van Mozes gaan vertolken in de nieuwe versie, welke Cecil B. DeMille van de film „De Tien Geboden" zal maken. DeMille zelf heeft hem voor deze zeer belangrijke rol uit gekozen. „Heston heeft- alle kwaliteiten om deze rol te spelen", verklaarde hij. De buitenopnamen voor deze Para mount-film zullen in October a.s. in Egypte worden gemaakt Geneviève de Galard, de Engel van Dien Bien Phoe, is voornemens een boek te schrijven en een rol te spelen in een film over de val van de vesting, „als mijn militaire superieuren hun toestem ming geven." Maar voorlopig zal zij rust houden an de provincie met haar moeder, die hele maal niet te spreken is over de plotse linge beroemdheid van haar dochter. „Des femmes disparaissent" (Vrouwen, die verdwijnen) luidt de titel van de eerste film, die door Pierre Chevalier, een vroegere medewerker van Jean Gré- millon, Marcel Carné en René Clément naar een oorspronkelijk scenario van Ju liette Saint-Giniez zal worden gemaakt. De dialogen worden geschreven door André Tabet, terwijl Micheline Presle en Raymond Pellegrin de hoofdrollen zullen spelen. zwakke stemmen, roepende in de woestijn verloren ging in het gejuich, dat er op steeg over de komst van de National F^m Finance Corporation en haar mil- lioenen? De regering zou natuurlijk haar voor waarden stellen. Het zou uit zijn met de geldsmijterij, met de krankzinnige sala rissen aan de sterren. De Artist werd van zijn troon gestoten en in zijn plaats kwa men de Ambtenaar en de Financier er op zitten. Thans is British Lion failliet. Gelijk tijdig kondigden de directeuren van de' National Film Finance Corporation in hun rapport over het op 31 Maart j.l. geëin- digde boekjaar aan, dat bovendien aan zienlijke verliezen moeten worden ver wacht op de operaties van andere produ centen in de filmindustrie. Welke aan kondiging zij onmiddellijk lieten volgen door het volgende juweeltje van econo misch orakeltaal: „Terwijl het onjuist zou zijn, hieruit eer. tè pessimistische conclu sie te trekkenzou het evenzeer on juist zijn, al te optimistisch te zijn over de mogelijkheden om onder de huidige omstandigheden de industrie met winst te financieren". Bezien in het licht van het British Lion-faillissement zegt dit wel het een en ander! Wat zijn nu volgens de gebroeders Boulting de feilen? Doodeenvoudig deze, dat de Britse filmproductie afhankelijk is van de thuismarkt voor haar bestaan; dat tijdens de oorlogsjaren, toen het pu bliek méér had uit te geven en practisch niets om zijn geld aan te besteden, deze industrie snel is uitgebreid; dat sindsdien de markt is ingekrompen, terwijl de kos ten zijn gestegen; en dat desondanks de regering een vermakelijkheidsbelasting is blijven heffen, die bijna veertig procent van de cassa-ontvangst bedraagt. Hier ligt de kern van de zaak. Tenzij de regering de Britse filmindustrie blij vend aan haar schortebanden wil laten lopen moet zij ophouden met het toepas sen van lapmiddelen. Hollywood met een thuismarkt, die drie-en-een-halfmaal zo groot is. betaalt een vermakelijkheidsbe lasting, die slechts een derde bedraagt van de Britse. De Britse filmproductie en dit ia Filmregisseur John Hus ton, wiens reputatie veilig is gevestigd met films als „African Queen" en „Mou lin Rouge", heeft na een ruzie over zijn hier te lande nog steeds niet ver toonde film „Red Badge of Courage" Hollywood de rug toegekeerd en zich met zijn vrouw Ricki en zijn twee kinderen in Ierland gevestigd. Huston heeft gefilmd en de Blanke Jager gespee', a in Afrika, waar hij opna men maakt voor zijn pas in vertoning gekomen film „Beat the devil" (De Vro lijke Desperado's). Hij heeft gefilmd en de Renpaard financier gespeeld in Frank rijk. Sinds het begin van dit jaar speelt hij weer een nieuwe rol: Huston de Ja ger en Huston, de Ierse landjonker. Hij woont in een huis met 30 kamers (en zeven man personeel) op een landgoed buiten het dorp Kilcock in het graaf schap Kildare. Huston jaagde met de „Killing Kildares" drie tot viermaal per week tussen periodes van werk aan het draaiboek voor zijn volgende film „Moby Diok". „Daar komt 'n walvissenjacht in voor", luidde zijn commentaar. „Ik heb nog nooit op walvissen gejaagd". John Huston's moeilijkheden begonnen, toen hij op jacht ging met de „Black and Tans" in plaats met zijn vaste gezelschap. „Bij de Black and Tans gaat het ruw toe", zei hij opgewekt. „Ze springen over heggen zo hoog als een huis en over slo ten zo breed als de Theems de monding van de Theems, beste kerel". In één van die sloten deponeerde Naiso, Huston's paard, zijn meester, waarbij deze zijn rug verrekte. „Een slechte beurt, beste kerel. Man- De haring is een vis, die geschiedenis heeft gemaakt. In onze schooljaren pompte men het ons al in het hoofd: in het jaar 1384 vond Willem Beukelszoon van Bier vliet het haringkaken uit en breidde daar mee een van onze grootste bronnen van inkomsten belangrijk uit. De haring is voor zover wij weten, de enige vis, die met jaartal en al in onze vaderlandse geschiedenisboekjes prijkt en daaruit blijkt toch wel zijn belang voor ons land. Overigens hebben wij de ge schiedenisboekjes helemaal niet nodig om de betekenis van de haring te kennen. Hoeveel vreugde ons volk elk jaar op nieuw beleelt aan de eerste maatjesharing blijkt uit het vlagvertoon, waarmee we Koning Haring begroeten en uit de vreugde, waarmee jong en oud zich hel zeebanket laat smaken. Geen wonder: haring is lekker en ha ring is gezond Laten we daarom de traditie hoog hou den en ook dit bijzondere seizoen zoveel mogelijk genieten van de haring en van de gerechten, die we er mee kunnen be reiden. In het gewone doen eten wij haring bij, op en tussen het brood, zonder er nu speciaal iets van te maken. Denk er ook aan, dat een haring bij de warme maaltijd gemakkelijk is geen vis te bakken of te koken. Eet de eerste keer, dat u nieuwe aard appelen op tafel zet, nieuwe haring erbij, met een stukje boter of margarine en kropsla. Andere combinaties zijn: haring met aardappelen en worteltjes, met bieten, met komkommer- en tomatensla. Wilt u de haring in al zijn glorie gezel lig opdoen? Leg hem op mooie slabla deren met hier en daar een partje tomaat en geef hem met geroosterd brood en bo terballetjes als eobt Hollands voorgerecht. Een andere manier: Snijd de haringfilets in de lengte door midden, tot smalle repen dus. Leg deze kruislings op geroosterd of vers brood. Vul de ontstane vakjes op met gehakt hardgekookt ei en leg tussen de sneetjes een klein takje krulpeterselie. Maak een lekkere aardappelsla van koude gekoookte aardappelen, augurkjes, slasaus en een weinig bieslook. Leg de sla i. "WW™1 op een schaal. Snijdt een paar tomaten in plakken en schik deze om de sla. Snijd haringfilets doormidden en leg ze van 't midden der plakken tomaat tegen de aard appelsla op. Garneer de uiteinden van de filets weer met tomaat. Snijd haringfilets in kleine stukjes en meng hier slechts weinig slasaus en een weinig mosterd doorheen. Leg de sla op een blad sla of op een schelp en garneer hem met een randje van plakjes radijs. In Sittard zijn gistermiddag de eerste Limburgse kersen geveild in het gebouw van de Coöperatieve Veiling Sittard en Omstreken. Aangevoerd werden 3000 kilo „vroege van de markt", die 1-03 per kilo opbrachten. Er is een stichting in het leven geroepen bij de luchtmacht, die ten doel heeft het gemeenschaope'ijk vervullen van een ere- plicht ten opzichte van de kameraden, die in of door de dienst hel leven hebben verloren. Zij tracht die doel te bereiken door een jaarlijkse herdenking op de gra ven, het onderhouden der graven en waai nodig het leveren van een bijdrage tot het onderhoud hiervan. Het initiatief tot deze stichting werd ge nomen door de chef van de luchtmachtstaf en geldt voor alle onderdelen. Op de le Juli van ieder laar zal namens de luchtmaoh' een krans worden gelegd bij het monument voor de gevallenen te Soesterberg en zal bij alle onderdelen een dodenappel worden gehouden. Het voorzitterschap van het dagelijks bestuur zal om beurten worden bekleed door een luchtmachtstaf-aalmoezenier of luchtmachtstafpredikant. Het fonds zal steunen op geheel vrijwillige bijdragen. De Amsterdamse voogdijraad heeft gis teren officieel medegedeeld, dat besloten is het 13-jarige Joodse oorlogspleegkind Betty Melhado in een Katholiek pleeg gezin te plaatsen. Moira Shearer en Sir Ralph Richardson zijn thans onder contract hij Mr William Halford Lawson, accountant, die tot curator van de British Lion Film Corporation is benoemd. nen sterven met hun laarzen aan onder het jagen op vossen in Ierland. Het enige, wat ik doe, is m'n rug verrekken". „Een prachtig leven", ging hij voort. Ik ben dol op jagen. Je stuift voort op je paard en niets komt er meer op aan. Waarom zou ik teruggaan naar Holly wood, als ik hier alles kan hebben, wat ik wil?" Zijn huis is gewoonlijk vol acteurs of jagers en er wordt uitsluitend gepraat over jagen of films. Bijvoorbeeld (door een lid van de jachtclub): „Ik heb de film „Peter Pan" gezien rare hond komt daarin voor. Kon zelfs de reuk van die knul Pan niet te pakken krijgen. Aan zo'n hond heb je niks in het veld". Huston gaat helemaal in zijn nieuwe leven op. Zelfs de ontbijtbordjes zijn be schilderd met „jachttaferelen. Waarom hij Ierland als zijn domicilie heeft gekozen? „Afgezien van de jacht, is Ierland het beste hoofdkwartier voor me. Londen ligt op een afstand van twee uur, Parijs iets meer en binnen een nacht zit ik in New York. En dit landgoed doet minder huur. dan een flat in Parfedane". Huston heeft zijn draaiboekschi ijver naar Dublin laten overkomen voor de film „Moby Dick" en hij heeft twee seci e- tarissen: één in Ierland, de andere in Londen. Huston, de Jager, is in de 4b jaar van zijn leven officier geweest in het Mexi caanse leger, bokser, artist, beeldhouwen, schrijver en student op de doedelzak. „Wat een type is ie toch zeggen' de Ierse dorpelingen. „Ja, beste kerel", zegt Huston met een glimlach, „er zijn er nog maar weipig van mijn slag over. Nog maar heel wei nig!" De officier van Justitie bij de Zutphense rechtbank heeft een jaar gevangenisstraf gevorderd tegen de apotheker C. uit Deventer, die terecht moest staan wegens oplichting. Hij had onjuiste gegevens ver strekt aan het Algemeen .Ziekenfonds „Deventer en Omstreken". Dat. bracht hem alleen in December 1952 f 2.693,60 op, ter wijl hem slechts 830,82 toekwam. De malversaties hebben zich echter over een veel langere periode uitgestrekt. Men schat het totaal, dat C. zich ten nadele van het ziekenfonds heeft toegeëigend op ongeveer f 50.000. De raadsman vroeg vrijspraak subs, ont slag van - rechtsvervolging op juridische gronden. Zowel de officier als de verdedi ger wezen op de gebrekkige controle van de zijde van het, ziekenfonds. Z.H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft heden in de Basiliek ,.St. Bavo" te Haarlem de volgende H.H. Wijdingen toe gediend: Het H. Priesterschap aan de Eerwaarde Heren: A. J. M. Brabander, A. G. M. v. d. Burg, F. F. M. J. v. d. Eerden, W. van Egmond, N. M. C. Groot, C. N M. de Groot,,N. M. Grijpink, J. F M Hoes, E. C. Hoogervorst, A, H G. ImbeiiS, F P G. Jansen, H. J. G. de Jong, F. A. M. Keesen, H. J. Kollmer. J. A. Kruunenberg, W J. Kuttschrütter. J. M. Lefeber, A. P. Olst- hoorn, P. J. Pouleyn J. Th. Stam, J. G. M. Velthuyse, F. Verhoogt, J. H. B. Vos en G. W. M. de Wit. Allen studenten van Warmond en aan frater J. G. M. Hulshoff O.E.S.A. De H. Wijding van het Subdiakonaat aan de Eerw. Heren: Th A. M. v d. Akker, C. H M. Bense. C J. Th van Bockxmeer, P. J. A. Boogaards, H. J M. Cocu, J. M. S. van Dijk, L. P. Th. Dijkstra, J. J de Graaff, B P. M. Hemelsoet, A. S. Hetem, A. J. C. M. Janssen. J. P. Jonker, Th. J. Kempers, J C van Klink,' B. J A. Kortmann, C. B. Kouwenhoven. J J M. Kwaaitaal, H C. Laan. G H. E Lammer- tlnk, J C. v d Linden, C. A. Paarde- kooper, W. F. M. Postma, J C. van Roode, B, F. J. Rozestraten, W. C. Ruigrok, J M. Schlatmann, N. A. M. v. d. Waart, J H. Willems en G. H. W. Zaal. Allen studen ten van Warmond Het Amsteidamse gerechtshof heeft de 37-jarige fabrieksarbeider H, A. v, d. H, uit Utrecht wegens vernieling veroordeeld tot twee maanden voorwaardelijke gevan genisstraf met een proeftijd van drie jaar en vergoeding van de aangerichte schade van ruim f 39 De man, die buitengewoon sterk is had op 18 October van het vorige jaar, toen hij terug kwam uit Hilversum, in de laatste trein op een balcon uit puur baldadigheid een stang losgerukt. Het is de zesde maal, dal deze verdachte wegens vernieling veroordeeld is. I Ad verten! ie Huidzuiverheid - Huidgezondheid Als we eens gaan winkelen zien we dit seizoen veel streepjes geëtaleerd Hoe mooi die ook altijd zijn, toch i- het wel eens moeilijk er een model van te maken, dat toch slank maakt. De rok van bijgaand model is vier baans klokkend. De streep is tegen el kaar verwerkt. Het schouderstuk is dwars. Het lijfje is in de lengte genomen. Het model is dan ook voor elke leef tijd geschikt. Het patroon is verkrijgbaar in maat 38, 42, 44, 46, 48 a 0,85. C 807 Plak aan de adreszijde van een briefkaart, naast en buiten het frankeerzegel het verschuldigde bedrag van geldige postzegels en zend deze naar ATELIER CROON BEATRIJSSTRAAT t, ROTTERDAM Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres, woonplaats en maat en nummer van het gewenste model. Plak nooit meer dan 1.aan postzegels op een kaart, wat meer geplakt wordt is waardeloos. Girostortingen eveneens ten name van Atelier Cioon op nummer -71291, Patronen worden niet geruild. Bestellingen onder rembours worden niet uitgevoerd. Kunt u niemand anders vinden om achter deze geheimen te komen? vroeg ik De rol van spion staat mij helemaal niet aan, dat verzeker ik u. Gryce fronste de wenkbrauwen. Ik zal Harwell helpen om het ma nuscript in orde te brengen, zei ik, ik zal Clavering de kans geven om met mij in aanraking te komen, en ik zal luisteren wanneer juffrouw Leavenworth mij op de een of andere manier in haar ver trouwen wil nemen. Maar reken met op mij, om aan de deuren te luisteren en door sleutelgaten te kijken. Ik zal op een eerlijke manier te weten zien te komen wat ik kan; de hoeken en gaatjes van dit verwenste geval moet u maar nagaan. Juist; ik weet wat ik aan u verschul digd ben. Is er al nieuws van Hannah? vervolg de ik. Niets riep hij uit. Ik kan niet zeggen, dat ik zeer verbaasd was, toen ik die avond, nadat ik enige tijd met Harwell had gewerkt, onder aan de trap Mary Leavenworth ontmoette. Iets in haar gedrag van de vorige avond, had mij dit onderhoud doen voorzien. De ma nier waarop zij begon, was echter een verrassing. Met neergeslagen ogen zei zij: Ik zou u graag iets willen vragen. Ik geloof dat u een goed mens bent en dat u mij eerlijk zult antwoorden, als een broer. Zij keek mij even aan Ik weet wel, dat mijn vraag u eigenaardig zal voorkomen, maar bedenk, dat u de enige bent bij wie ik om raad kan gaan. Gelooft u, dat iemand iets heel slechts kan doen en later toch weer helemaal goed kan worden? Zeker, antwoordde ik. als hij maar oprecht berouw heeft over zijn fout. Zelfs als het erger wordt dan een fout? Zelfs als hij aan een ander een heel groot nadeel had toegebracht? Zou hij dan ooit de herinnering aan dat noodlottige uur kunnen kwijtraken? Dat hangt af van de aard van het na deel en van zijn gevolgen. Mij dunkt, dat iemand die zijn naaste een onherstelbaar onrecht heeft aangedaan, geen gelukkig leven meer zal kunnen leiden. Is het dan noodzakelijk, dat men het kwaad, dat men gedaan heeft, hekp.nt? Kan men niet trachten het kwaad te her stellen zonder te bekennen? Ja, tenzij men juist door die beken tenis het kwaad kan te niet doen. Mijn antwoord scheen haar in de war te brengen.Zij dacht enige ogenblikken na. Toen ging zij naar het salon en trachtte mij door een levendig gesprek over nietig heden te doen vergeten wat er tussen ons was voorgevallen. Toen ik het huis verliet, zag ik Thomas, de huisknecht, in de hall. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om hem te onder vragen over iets, dat mij sedert het ver hoor voortdurend had geïnteresseerd; wie was die mijnheer Robbins, die Eleonore op de avond van de moord had bezocht? Maar Thomas was ondoorgrondelijk. Hij herinnerde zich wel, dat er iemand op be zoek was geweest, maar hij kon hem niet beschrijven. Ik drong niet verder aan. VIERDE HOOFDSTUK. Grote verrassingen. Een paar dagen lang gebeurde er niets bijzonders. Clavering. waarschijnlijk ver ontrust over mijn aanwezigheid, had van zijn gewoonten afgezien en zodoende had ik geen gelegenheid om met hem in aan raking te komen. Mijn dagelijkse bezoeken aan Mary Leavenworth bewezen mij al leen maar dat de twijfel en de onrust van het meisje steeds toenamen. Het manuscript van de heer Leaven worth moest minder omgewerkt worden dan ik gedacht had; ik kreeg echter vol doende gelegenheid om het karakter van Harwell te bestuderen. Ik merkte, dat hij een uitstekend secretaris was, niets meer maar ook niets minder. Hij was stug en somber, maar een ijverig werker en ik begon hem weldra te inspecteren en zelfs svmpathie voor hem te voelen. Dit laatste gevoel was zeker niet wederkerig. Hi.i sprak nooit over Eleonore of over de fa milie en het ongeluk dat hen had getrof fen, zodat ik bii mijzelf begon te d""tken dat die stilzwijgendheid niet voortkwam uit dc stille natuur van de secretaris, maar een andere oorzaak had. Ik begon ten slotte ongeduldig te worden door deze eeuwige strijd tegen een stenen muur. Hoe kon ik iets bereiken met Clavering's schuwheid en Harwell's hardnekkig stil zwijgen? De korte- gesprekken die ik met Marv had. bielpen mi.i ook niet veel voor uit. Zij was uitermate grillig en scheen een crisis door te maken die haar vreselijk de»d lijden. Ik verraste haar eens toen zij alleen was: zi.i hield de handen uitgestrekt alsof ze een onheil of een of ander vrese lijk visioen wilde afweren. Ik wachtte met ongcrjuld on dp dag dat zij zou spre- i-n.-, yp 7nn 7ich tenslotte toch ééns moe ten uiten. D'° hoon deed mi.i nvin bespre kingen met Harwell bekorten en mijn ge sprekken onder \der -ogen met Mary rek ken. De tijd verliep en ik was nog niets ver der dan twee weken geleden. Op 'n Maan dagavond meende ik op te merken, dat Mary ongeduldiger was dan gewoonlijk; ze liep op en neer door de hall alsof ze iets of iemand verwachtte. Ik ging naar haar toe en zei Zou ik u vanavond kunnen spreken? Ze zei me blozend goededag. maar te gen haar gewoonte vroeg ze mi.i niet. of ik haar in het salon wilde volgen. Ze keek naar de klok en stond op het punt zich te verontschuldigen, toen ze plotse ling toegaf en mij binnen nodigde. Niette genstaande haar pogingen om kalm te lijken, begreep ik vaag, dat ze aar een heimelijke onrust ten prooi was, en dat ik maar over het ander onderwerp, dat Vnij zo sterk interesseerde, had te beginnen, om haar hooghartige houding te zien ver dwijnen als sneeuw voor de zon. Ik be greep eveneens, dat ik maar heel weinig tijd zou hebben en begon dan ook onmid dellijk Juffrouw Leavenworth, ik heb er van avond op aangedrongen om u te spreken, omdat ik u iets vragen wilde. Ik zag dadelijk dat ik de verkeerde weg had ingeslagen. Iets vragenaan mij? antwoordde zij koel. Ja hernam ik. Ik ben vast besloten om achter de waarheid te komen en daarom kom ik naar u toe. want ik weet dat u edelmoedig bent en graag wilt helpen. Ik kom bij u de steun zoeken die ik nergens kan vinden, het woord dat, al redt het uw nicht niet, mij op het spoor van de wer kelijke schuldige kan brengen Ik begrijp u niet, antwoordde zij na een korte aarzeling. Ik hoef u niet te zeggen, in welke toe stand juffrouw Eleonore zich bevindt. U, die de vragen gehoord hebt, die men haar tijdens het onderzoek gesteld heeft, weet dat voldoende. Maar u weet waarschijnlijk niet dat, wanneer men de verdenkingen die op haar rusten, niet uit de weg ruimt, daar vast en zeker uit zal voortvloeien. Mijn hemel riep zij uit. U wilt toch zeker niet zeggen dat.... Dat men haar zal arresteren? .Ja zeker. Dit was een vreselijke slag voor haar. Schaamte, afschuw en angst stonden op haar gezicht te lezen. Zij fluisterde: En dat alles om die sleutel. De sleutel? Hoe weet u dat er van een sleutel sprake is? Hoe ik dat weet? herhaalde zij kleu rend. Dat herinner ik mij niet. Ilebt u het mij niet gezegd? Neen. Dan heb ik het in de krant gelezen. De kranten hebben er niet over ge sproken. Ik merkte dat zij 'steeds zenuwachtiger werd. Zij riep uit: Ik dacht lat iedereen het wist. Toen in pen plotselinge opwelling van schaamte, vervolgde zij: Welnu neen. Het was een geheim, mijnheer Raymond. Eleonore zelf heeft het mij verteld. Eleonore? Ja Op de laatste avond die wij samen doorgebracht hebben. We waren in het salon. Wat vertelde zij u? Dat men de sleutel van de studeerka mer in haar bezit had gevonden. Ik kon nauwelijks mijn ongelovigheid verbergen. Hoe was het mogelijk, dat Eleonore die de verdenkingen van haai nicht kende, haar zo'n bekentenis had ge daan? Als dit feit niet verklaard wordt, juf frouw Leavenworth, vervolgde ik met na druk, zal men steeds aan haar onschuld blijven twijfelen en dat zal haar naam bezoedelen. Alleen haai smetteloze repu tatie en de inspanning van iemand, die on danks alls schijn steeds aan haar onschuld heeft geloofd, hebben tot nu toe belet, dat de politie haar an hechtenis nam. Die sleu tel en het harnekkig stilzwijgen van juf frouw Eleonore zullen haar weidra in een afgrond storten waaruit zelfs haar beste vrienden haar niet meer zullen kunnen redden En u zegl dat Dat u medelijden moet hebben met het arme meisje dat zichzelf in het ver derf stort er, dat u door het blootleggen van feiten die geen geheim voor u kunnen zijn het gevaar kunt afwenden, dat haar bedreigt. Zou u soms willen beweren mijn heer, riep ze woedend uit. dat ik meer weet dan u over dit verschrikkelijk drama? Verder kt men mi.i misschien ook? Bent u-hier gekomen om mij te beschul- digen. Juffrouw Leavenworth, riep ik uit, blijf kalm Ik beschuldig u nergens van Ik zoek alleen een verklaring voor dat be- zwarende stilzwijgen van uw nicht, U moet de reder- toch kennen. Juffrouw Eleonore is ten slotte familie van u. bijna uw zuster; o leeft sedert tien jaar onder één dak. U moet mi.i toch kunnen zeggen, omwille van wie zij blijft zwijgen en feiten verbergen die als zij bekend waren, om- de ware schuldige zouden aanwijzen Toen zij niet antwoordde, stond ik op. keek haar vlak in het gelaat en vervolgde: Juffrouw Leavenworth, gelooft u. dal uw nicht schu.dig is ja of neen? Schuldig' Eleonore? Mijn hemel, als iedereeia zo onschuldig was als zij! Dan gelooft u toch ook dat zij zwijgt uit opoffering- om iemand anders niet te beschuldigen? Neen dat zeg ik niet. Waarom ver klaart li mijn woorden op die manier? Eleonore's karakter laat geen andere uitleg toe. Of het een of het ander: óf zi.i is gek óf zij helpt iemand ten koste van zich zelf. Mary klemde de lippen opeen. En voor wie denkt u dat zij zich op offert? vroeg zij Om dat te weten te komen, roep ik nu juist uw hulp in. U kent haar verle- den. Het spijt mij. maar u vergist zich. fk weet van Eleonore's gevoelens weinig of niets. Om achter dat geheim te komen, zult u ergens arnjers moeten zijn. Ik veranderde van taktiek. Toen Eleonore u vertelde, dat men die beruchte sleutel op haar gevonden had heeft zij u toen ook gezegd, hoe zij er aan kwam en waai om zij hem verborg? Neen. Zij vertelde u alleen het feit? Ja. Is het niet vreemd, dat zij deze be kentenis deed aan degene, die haar enige uren tevoren beschuldigde van de meest afgrijselijke misdaad? Wat bedoelt u? riep Mary met ver stikte stem. U zult toch niet willen ontkennen, dat u haar niet alleen schuldig achtte, maar haar zells het bedrijven van de mis daad verweet? Wat bedoelt u toch? Herinnert u zich niet meer, wat u op die ochtend van het onderzoek op uw kamer hebt gezegd, vlak voordat Gryce en ik binnenkwamen? Bij deze woorden kwam er een plotse linge uitdrukking van vrees in Mary's ogen. Hebt u dat gehoord? stamelde zij. Ja. ik kon het niet helpen, ik stond buiten voor de deur en.... Wat hebt u gehoord? Ik herhaalde wat wij gehoord hadden. Waar was Gryce? Hij stond naast mij. En u hebt dit incident nog niet ver geten? Hoe zou dat mogelijk zijn? Zij steunde haar hoofd in haar handen en bleef enige tijd in diep gepeins ver zonken Daarom bent u vanavond hier? riep zij verontwaardigd uit. Met die woor den steeds, in uw gedachten komt u hier bij mij en kwelt u mij met vragen. Wilt u dan die vragen niet beant woorden. zelfs niet waar het gaat om de eer van iemand, die u na aan het hart moest liggen? Hoe kon u, op een ogen blik, dal men van de bijzonderheden vaa de misdaad nog niets afwist, uw nicht beschuldigen, en waarom hebt u later toen er meer redenen waren om haar te beschuldigen, zo uw best gedaan om haar te beschermen? Mary luisterde al niet meer. Al wat zt.l zeide was: O! Wat een afschuwelijke toestand Juffrouw Leavenworth, liernam iK hoewel er op het ogenblik een R|d..li.i misverstand heerst tussen pw ment en zou u toch niet de schijn op u willen laden, dat u haar vijandig gezind ben' Spreek daarom Noem mt.1 de degene, voor wie zij zich opoffert. Alleen een kleine toespeling ai Maar zij sprong plotseling op en viel mij in de rede: Ik zeg u toch niets, mijnheer Ray mond. vraag mij niets. En voor de tweede keer keek zij naai de klok. Ik probeerde hel. op een andere manier. Een poosje geleden, zo ging ik voort, hebt u mij gevraagd, of men kwaad, dal men veroorzaakt heeft, moet bekennen ik antwoordde u ontkennend, tenzij die bekentenis herstel van het veroorzaakte kwaad tengevolge zou hebben Herin ner' ij het zich? Zi.i bewoog de lippen, maar sprak geen woord. Ik begin te geloven, vervolgde ik, dat bekennen de enige mogelijkheid is om uit. deze moeilijke positie te geraken en dat Eleonore alleen gered kan worden, wan neer u vertelt wat u weet. Wilt u geen gehoor geven aan mijn dringend verzoek? Ik dacht dat ik de juiste snaar had ge raakt, want zij beefde. O! Kon ik het maar! mompelde zij Waarom zou u het niet kunnen? Ai blijft Eleonore zwijgen, daarom hoeft -i haar voorbeeld immers niet te volgen? Het enige wat u bereikt is, dat haar toestand nog hopelozer wordt! Dat weet ik wel; maar ik kan er niets aan doen. Het noodlot wil het; ik kan er niet tegen op. U vergist zich. Als u maar wilde. O! Als u eens wist....! riep zij uit. Ik weet dit: wanneer iemand van de rechte weg afdwaalt, geraakt hij op dwaa - wegen. Er blonken tranen in haar ogen en haar schouders schokten, alsof zij met moei e haar snikken inhield. Zij opende haar lip pen ik dacht al, dat ik het pleit ge wonnen had, toen er aan de voordeur werd gebeld. O! riep zij uit, en draaide zich snel om, zeg hem, dat ik hem niet kan ontvan gen, zeg hem.... Juffrouw Leavenworth, zei ik, ter wijl ik haar handen greep, denk niet aan dat gebel, denk slechts hieraan: ik heo u een vraag gesteld, die de °Plossi.I]g,Lt'" het hele geheim bevat: antwoord mij. - tel mij welke ongelukkige omstana g heden Maarheftig rukte zij haar handen uit de miine en riep: De deur, men zal opendoen en. Ik «ina naar de hall en ontmoette daar Thoinas die uit het souterrain kwam en zeijiem:^ar weer naar beneden, ik zal je wel roepen, als ik ie nodig heb. De knecht boog en verdween. u wacht op mijn antwoord? vroeg Mary, toen ik terug kwam in het salon. Ik kan u niets zeggen. Maar Het is onmogelijk antwoordde zij terwijl zij naar de deur staarde. Juffrouw Leavenworth! Zij schrok op. Als u nu niet spreekt, zult u het nooit meer doen, vrees ik. Het is onmogelijk, herhaalde zij. Weer werd er gebeld en ik ging naar de hall om Thomas te roepen. Je kunt de deur nu wel opendoen, beval ik en k keerde terug naar Mary. Maar zij wees naar boven en zei: Laat mij alleen! Met een blik gaf zij Thomas te kennen dat hij moest wachten lot ik weg was Tk zie u nog wel, vóór ik wegga, rieo ik. Terwijl ik de trap opging, hoorde ik Thomas de deur openen en een mannen stem vroeg: Is iuffrouw Leavenworth thuis? Ja, mijnheer, antwoordde de kneeh' Stel u mijn verbazing voor. toen ik mi over de leuning boog en in de persoon van de ontijdige bezoeker Clavering her kende. VIJFDE HOOFDSTUK Op de trap Dit verbaasde mij ten zeerste Ik bleel een «g-tnbUk staan óót 'k aan hel werk ging Een eentonigt stem pereikte mijn oor. Het was Harwell, die in de studeer kamer hardop het manuscript van zijn overleden patroon oplas. Het laat zich moeilijk beschrijven, welk een indruk, op dit uur, deze zo natuurlijke zaak op mij maakte. In dat vertrek, dat getuige was geweest van een misdaad, las en herlas iemand met weinig belangstelling, hetgeen door de overledene geschreven was. Ik opende de deur en trad binnen. De secre taris stond op, bracht mij een stoel en zei: U is laat. Ja, antwoordde ik werktuiglijk, daar mijn gedachten weer bij Mary en Clave ring waren. Bent u misschien niet wel? Neen, zei ik en probeerde mijzelf in bedwang te houden. Ik nam een vel schrift op, om het over te lezen. De woorden dansten voor mijn ogen; ik was niet in de stemming om enige nuttige arbeid te verrichten. Ik ver volgde: Ik ben bang, dat ik u vandaag niet zal kunnen helpen, mijnheer Harwell. Trou wens, het is heel moeilijk om je aandaent bij dit werk te houden, terwijl de man, die de schrijver op laffe wijze vermoord de, nog steeds ongestraft rondloopt. Op zijn beurt schoof de secretaris de papieren van zich af als met een plotselin ge afkeer, maar hij zei niets. Toen u voor het eerst met het be richt van dit drama bij mi.i kwam, hebt u gezegd, dat het een mysterie was. Welnu, wij moeten dit mysterie trachten op te lossen. Het leven en geluk van vele men sen, die wij vereren en liefhebben staat op het spel. De secretaris wierp mij een steelse blik toe en mompelde: Juffrouw Eleonore? Juffrouw Mary en v en ik en vele anderen. U hebt zich al van het begin af te veel bezig gehouden met deze kwestie, zei hij, terwijl hij zorgvuldig zijn per. afveegde. Ik staarde hem vol verbazing aan en antwoordde: En u, stelt u dan helemaal geen be lang in de veiligheid, het geluk en de eer van de familie, in wier midden u reeds lange tijd woont? Harwell deed zeer koel; hij stond op en zei: Ik heb u verzocht, mijnheer Raymond, mij daarover niet te willen spreken. Als u dingen bekend zijn, die de po litie niet weet, bent u verplicht, die din gen te openbaren. Juffrouw Eleonore's toestand is Als ik iets wist. wat haar zou kunnen helpen, had ik het al lang gedaan. Ik beet op mijn lippen, boos om die eeuwige uitvluchten en stond ook op. Hij vervolgde: Als ti niets meer te zeggen hebt en ook niet meer wilt werken, verzoek ik u, mij te willen verontschuldigen; ik heb een afspraak. Laat ik u niet ophouden, antwoordde ik op norse toon. Ik heb u helemaal niet nodig. Hij keerde zich om en keek mij aan, als of de toon van mijn antwoord hein onbe grijpelijk voorkwam. Vervolgens groeit» hij mij kalm en verliet het vertrek. Ik hoorde hem naar de tweede verdieping gaan en maakte mij gereed om mijn een zaamheid dragelijk te maken Maar in dit vertrek was eenzaamheid niet te diagen- (Wuiilt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 4