RA
Ons Succes-patroon
van deze week
Het geval LEAVENWORTH
PU ROL
Haring, de vis die geschiedenis maakt
Huidgenezing
HOE BESTEL IK MIJN PATROON?
ANNA K. GREENS!
ZATERDAG 12 JUNI 1954
PAGINA 4
British Lion onder curatele - Filmtrommels en -sterren, maar
geen contanten „De vrolijke curatoren" Gebr. Boulting
wisten het reel Net als in Nederland: vermakelijkheidsbe
lasting moet omlaag. Charlton Heston als Mozes Engel
van Dien Bien Phoe op het witte doek? - Pierre Chevalier
geuit regisseren Alec Guiness onder regie van Robert Ha
mer r— John Huston: filmer, jager en Ierse landjonker „Ik
heb nog nooit op walvissen gejaagd „Van mijn slag zijn
er nog maar heel weinig over".
LEKKER EN GEZOND
Recepten
g^fp
Haringslaatje
EERSTE LIMBURGSE KERSEN
ERE-FONDS KONINKLIJKE
LUCHTMACHT
BETTY MEL HADO IN
KATHOLIEK PLEEGGEZIN
APOTHEKER LICHTTE
ZIEKENFONDS OP
H.H. WIJDINGEN IN
BISDOM HAARLEM
DE „STERKE MAN" OP HEL
TREINBALCON
EEN LEUK JURKJE VAN
GESTREEPTE STOF
DOOK
(Van onze filmredacteur).
De Britse regering heeft een grote
filmmaatschappij met sterren, films, pro
ducenten en al overgenomen. De British
Lion Film Corporation, die in de Shep-
perton-studio's films maakt en er meer
dan twintig per jaar onder de bioscopen
distribueert is, zoals we verleden week
reeds aankondigden, onder curatele ge
steld. Curator is mr Williams Halford
Lawson, deelgenoot in een firma van be
kende Londense accountants, die zich plot
seling in 't „bezit" zag van een stapel trom
mels met de nieuwste films van British
Lion en de contracten van de sterren en
regisseurs van deze maatschappij, onder
wie Moira Shearer, Margaret Leighton,
Sir Ralph Richardson, Kenneth More en
Sir Carol Reed (regisseur van „The Third
Man") en David Lean („Brief Encoun
ter'' „The Sound Barrier").
Verder is er voor de heer Lawson niet
veel te beheren, want behalve 2000.000
20.000.000,—) van een 3.000.000 grote
regeringslening is bovendien het vol
ledige aandelenkapitaal van de maat
schappij, groot 12.080.000,verloren
gegaan.
Het verhaal van deze realistische film-
tragedie werd verteld in een kelderbio
scoop van Wardour-street, het Londense
centrum van het filmbedrijf. Mr David
Kingsley, directeur van de Film Finance
Corporation, het regeringsorgaan dat in
het leven was geroepen om het in nood
verkerende Britse filmbedrijf geld te
lenen, had daartoe plaats genomen aan
een tafeltje, dat in de stalles midden voor
het witte doek stond opgesteld. „De ver
liezen op British Lion-films namen voort
durend toe. We moesten ingrijpen om de
nog resterende millioen pound van de
lening terug te krijgen, nadat de andere
twee millioen waren afgeschreven", ver
klaarde hij.
Het werk in de Shepperton-studio's,
waar momenteel drie films in productie
zijn. gaat normaal door. Maar in de
toekomst zal de nieuwe maatschappij,
die British Lion heeft overgenomen, zich
alleen met de distributie van films bezig
houden. De contracten van sterren, regis
seurs en producenten gaan naar de cura
tor, die zal hebben te beslissen, wat er
mee moet" gebeuren.
Iemand vroeg of de nieuwe maatschap
pij al een naam had en of zij misschien
„De Vrolijke Curatoren" zou heten. „Be
slist niet", luidde het antwoord van mr
Kingsley. die doodernstig bleef.
Voor twee bekende figuren in het
Britse filmbedrijf, de gebroeders John en
Roy Boulting, komt deze catastrofe hele
maal niet onverwacht. In December 1948,
toen de Film Finance Corporation door
de regering in het leven werd geroepen,
schreven ze: „Iedere onafhankelijke pro
ducent. die regeringsgeld aanneemt op
de basis van de huidige ongelijke ver
deling der filmverdiensten zal in acht
van de tien gevallen er een deel van
verspelen, onverschillig hoe laag hij zijn
productiekosten houdt. En zowel hij als
de regering zullen hun deel krijgen in
de verwijten, dat zij hebben gefaald in
het beheer van publieke fondsen".
In die tijd was de positie van de En
gelse producenten wanhopig. Particulie
re geldschieters hadden er de brui aan
gegeven evenals de banken. De geldkis
ten waren leeg. studio's gingen dicht en
de werkloosheid steeg snel. Is het won
der, dat het onprettige geluid van twee
precies hetzelvL geluid, dat al sinds ja
ren valt te beluisteren in Nederland,
waar de productie van speelfilms zelfs
niet op gang kan komen zal nooit
enige stabiliteit kennen, noch kan het
financiële vertrouwen worden hersteld,
als de vermakelijkheidsbelasting op Brit
se films niet aanzienlijk wordt verlaagd.
Alleen de regering kan, mits zij haar
gulzigheid beperkt, die zich zonder onder
scheid tegoed doet aan succes en misluk
king, een antwoord geven op de proble
men, waarvoor de filmindustrie zich ge
plaatst ziet
Charlton Heston, die zich tot nog toe
hoofdzakelijk is opgetreden in gangster
en Wild Westfilms, zal de rol van Mozes
gaan vertolken in de nieuwe versie, welke
Cecil B. DeMille van de film „De Tien
Geboden" zal maken. DeMille zelf heeft
hem voor deze zeer belangrijke rol uit
gekozen. „Heston heeft- alle kwaliteiten
om deze rol te spelen", verklaarde hij.
De buitenopnamen voor deze Para
mount-film zullen in October a.s. in
Egypte worden gemaakt
Geneviève de Galard, de Engel van
Dien Bien Phoe, is voornemens een boek
te schrijven en een rol te spelen in een
film over de val van de vesting, „als
mijn militaire superieuren hun toestem
ming geven."
Maar voorlopig zal zij rust houden an
de provincie met haar moeder, die hele
maal niet te spreken is over de plotse
linge beroemdheid van haar dochter.
„Des femmes disparaissent" (Vrouwen,
die verdwijnen) luidt de titel van de
eerste film, die door Pierre Chevalier,
een vroegere medewerker van Jean Gré-
millon, Marcel Carné en René Clément
naar een oorspronkelijk scenario van Ju
liette Saint-Giniez zal worden gemaakt.
De dialogen worden geschreven door
André Tabet, terwijl Micheline Presle en
Raymond Pellegrin de hoofdrollen zullen
spelen.
zwakke stemmen, roepende in de woestijn
verloren ging in het gejuich, dat er op
steeg over de komst van de National
F^m Finance Corporation en haar mil-
lioenen?
De regering zou natuurlijk haar voor
waarden stellen. Het zou uit zijn met de
geldsmijterij, met de krankzinnige sala
rissen aan de sterren. De Artist werd van
zijn troon gestoten en in zijn plaats kwa
men de Ambtenaar en de Financier er
op zitten.
Thans is British Lion failliet. Gelijk
tijdig kondigden de directeuren van de'
National Film Finance Corporation in hun
rapport over het op 31 Maart j.l. geëin-
digde boekjaar aan, dat bovendien aan
zienlijke verliezen moeten worden ver
wacht op de operaties van andere produ
centen in de filmindustrie. Welke aan
kondiging zij onmiddellijk lieten volgen
door het volgende juweeltje van econo
misch orakeltaal: „Terwijl het onjuist zou
zijn, hieruit eer. tè pessimistische conclu
sie te trekkenzou het evenzeer on
juist zijn, al te optimistisch te zijn over
de mogelijkheden om onder de huidige
omstandigheden de industrie met winst
te financieren".
Bezien in het licht van het British
Lion-faillissement zegt dit wel het een
en ander!
Wat zijn nu volgens de gebroeders
Boulting de feilen? Doodeenvoudig deze,
dat de Britse filmproductie afhankelijk
is van de thuismarkt voor haar bestaan;
dat tijdens de oorlogsjaren, toen het pu
bliek méér had uit te geven en practisch
niets om zijn geld aan te besteden, deze
industrie snel is uitgebreid; dat sindsdien
de markt is ingekrompen, terwijl de kos
ten zijn gestegen; en dat desondanks de
regering een vermakelijkheidsbelasting is
blijven heffen, die bijna veertig procent
van de cassa-ontvangst bedraagt.
Hier ligt de kern van de zaak. Tenzij
de regering de Britse filmindustrie blij
vend aan haar schortebanden wil laten
lopen moet zij ophouden met het toepas
sen van lapmiddelen. Hollywood met een
thuismarkt, die drie-en-een-halfmaal zo
groot is. betaalt een vermakelijkheidsbe
lasting, die slechts een derde bedraagt
van de Britse.
De Britse filmproductie en dit ia
Filmregisseur John Hus
ton, wiens reputatie veilig
is gevestigd met films als
„African Queen" en „Mou
lin Rouge", heeft na een
ruzie over zijn hier te
lande nog steeds niet ver
toonde film „Red Badge
of Courage" Hollywood de
rug toegekeerd en zich met
zijn vrouw Ricki en zijn
twee kinderen in Ierland
gevestigd.
Huston heeft gefilmd en
de Blanke Jager gespee', a
in Afrika, waar hij opna
men maakt voor zijn pas
in vertoning gekomen film
„Beat the devil" (De Vro
lijke Desperado's). Hij heeft
gefilmd en de Renpaard
financier gespeeld in Frank
rijk. Sinds het begin van
dit jaar speelt hij weer een
nieuwe rol: Huston de Ja
ger en Huston, de Ierse
landjonker. Hij woont in
een huis met 30 kamers (en
zeven man personeel) op
een landgoed buiten het
dorp Kilcock in het graaf
schap Kildare.
Huston jaagde met de
„Killing Kildares" drie
tot viermaal per week
tussen periodes van werk
aan het draaiboek voor zijn
volgende film „Moby
Diok".
„Daar komt 'n walvissenjacht in voor",
luidde zijn commentaar. „Ik heb nog
nooit op walvissen gejaagd".
John Huston's moeilijkheden begonnen,
toen hij op jacht ging met de „Black and
Tans" in plaats met zijn vaste gezelschap.
„Bij de Black and Tans gaat het ruw
toe", zei hij opgewekt. „Ze springen over
heggen zo hoog als een huis en over slo
ten zo breed als de Theems de monding
van de Theems, beste kerel".
In één van die sloten deponeerde Naiso,
Huston's paard, zijn meester, waarbij deze
zijn rug verrekte.
„Een slechte beurt, beste kerel. Man-
De haring is een vis, die geschiedenis
heeft gemaakt. In onze schooljaren pompte
men het ons al in het hoofd: in het jaar
1384 vond Willem Beukelszoon van Bier
vliet het haringkaken uit en breidde daar
mee een van onze grootste bronnen van
inkomsten belangrijk uit.
De haring is voor zover wij weten, de
enige vis, die met jaartal en al in onze
vaderlandse geschiedenisboekjes prijkt en
daaruit blijkt toch wel zijn belang voor
ons land. Overigens hebben wij de ge
schiedenisboekjes helemaal niet nodig om
de betekenis van de haring te kennen.
Hoeveel vreugde ons volk elk jaar op
nieuw beleelt aan de eerste maatjesharing
blijkt uit het vlagvertoon, waarmee we
Koning Haring begroeten en uit de
vreugde, waarmee jong en oud zich hel
zeebanket laat smaken.
Geen wonder: haring is lekker en ha
ring is gezond
Laten we daarom de traditie hoog hou
den en ook dit bijzondere seizoen zoveel
mogelijk genieten van de haring en van
de gerechten, die we er mee kunnen be
reiden.
In het gewone doen eten wij haring bij,
op en tussen het brood, zonder er nu
speciaal iets van te maken. Denk er ook
aan, dat een haring bij de warme maaltijd
gemakkelijk is geen vis te bakken of
te koken.
Eet de eerste keer, dat u nieuwe aard
appelen op tafel zet, nieuwe haring erbij,
met een stukje boter of margarine en
kropsla.
Andere combinaties zijn: haring met
aardappelen en worteltjes, met bieten,
met komkommer- en tomatensla.
Wilt u de haring in al zijn glorie gezel
lig opdoen? Leg hem op mooie slabla
deren met hier en daar een partje tomaat
en geef hem met geroosterd brood en bo
terballetjes als eobt Hollands voorgerecht.
Een andere manier:
Snijd de haringfilets in de lengte door
midden, tot smalle repen dus. Leg deze
kruislings op geroosterd of vers brood.
Vul de ontstane vakjes op met gehakt
hardgekookt ei en leg tussen de sneetjes
een klein takje krulpeterselie.
Maak een lekkere aardappelsla van
koude gekoookte aardappelen, augurkjes,
slasaus en een weinig bieslook. Leg de sla
i. "WW™1
op een schaal. Snijdt een paar tomaten in
plakken en schik deze om de sla. Snijd
haringfilets doormidden en leg ze van 't
midden der plakken tomaat tegen de aard
appelsla op. Garneer de uiteinden van de
filets weer met tomaat.
Snijd haringfilets in kleine stukjes en
meng hier slechts weinig slasaus en een
weinig mosterd doorheen. Leg de sla op
een blad sla of op een schelp en garneer
hem met een randje van plakjes radijs.
In Sittard zijn gistermiddag de eerste
Limburgse kersen geveild in het gebouw
van de Coöperatieve Veiling Sittard en
Omstreken. Aangevoerd werden 3000 kilo
„vroege van de markt", die 1-03 per
kilo opbrachten.
Er is een stichting in het leven geroepen
bij de luchtmacht, die ten doel heeft het
gemeenschaope'ijk vervullen van een ere-
plicht ten opzichte van de kameraden, die
in of door de dienst hel leven hebben
verloren. Zij tracht die doel te bereiken
door een jaarlijkse herdenking op de gra
ven, het onderhouden der graven en waai
nodig het leveren van een bijdrage tot
het onderhoud hiervan.
Het initiatief tot deze stichting werd ge
nomen door de chef van de luchtmachtstaf
en geldt voor alle onderdelen.
Op de le Juli van ieder laar zal namens
de luchtmaoh' een krans worden gelegd
bij het monument voor de gevallenen te
Soesterberg en zal bij alle onderdelen een
dodenappel worden gehouden.
Het voorzitterschap van het dagelijks
bestuur zal om beurten worden bekleed
door een luchtmachtstaf-aalmoezenier of
luchtmachtstafpredikant. Het fonds zal
steunen op geheel vrijwillige bijdragen.
De Amsterdamse voogdijraad heeft gis
teren officieel medegedeeld, dat besloten
is het 13-jarige Joodse oorlogspleegkind
Betty Melhado in een Katholiek pleeg
gezin te plaatsen.
Moira Shearer en Sir Ralph Richardson zijn thans onder contract hij
Mr William Halford Lawson, accountant, die tot curator van de British
Lion Film Corporation is benoemd.
nen sterven met hun laarzen aan onder
het jagen op vossen in Ierland. Het enige,
wat ik doe, is m'n rug verrekken".
„Een prachtig leven", ging hij voort. Ik
ben dol op jagen. Je stuift voort op je
paard en niets komt er meer op aan.
Waarom zou ik teruggaan naar Holly
wood, als ik hier alles kan hebben, wat
ik wil?"
Zijn huis is gewoonlijk vol acteurs of
jagers en er wordt uitsluitend gepraat
over jagen of films. Bijvoorbeeld (door
een lid van de jachtclub): „Ik heb de
film „Peter Pan" gezien rare hond
komt daarin voor. Kon zelfs de reuk van
die knul Pan niet te pakken krijgen. Aan
zo'n hond heb je niks in het veld".
Huston gaat helemaal in zijn nieuwe
leven op. Zelfs de ontbijtbordjes zijn be
schilderd met „jachttaferelen.
Waarom hij Ierland als zijn domicilie
heeft gekozen?
„Afgezien van de jacht, is Ierland het
beste hoofdkwartier voor me. Londen
ligt op een afstand van twee uur, Parijs
iets meer en binnen een nacht zit ik in
New York. En dit landgoed doet minder
huur. dan een flat in Parfedane".
Huston heeft zijn draaiboekschi ijver
naar Dublin laten overkomen voor de
film „Moby Dick" en hij heeft twee seci e-
tarissen: één in Ierland, de andere in
Londen.
Huston, de Jager, is in de 4b jaar van
zijn leven officier geweest in het Mexi
caanse leger, bokser, artist, beeldhouwen,
schrijver en student op de doedelzak.
„Wat een type is ie toch zeggen' de
Ierse dorpelingen.
„Ja, beste kerel", zegt Huston met een
glimlach, „er zijn er nog maar weipig
van mijn slag over. Nog maar heel wei
nig!"
De officier van Justitie bij de Zutphense
rechtbank heeft een jaar gevangenisstraf
gevorderd tegen de apotheker C. uit
Deventer, die terecht moest staan wegens
oplichting. Hij had onjuiste gegevens ver
strekt aan het Algemeen .Ziekenfonds
„Deventer en Omstreken". Dat. bracht hem
alleen in December 1952 f 2.693,60 op, ter
wijl hem slechts 830,82 toekwam. De
malversaties hebben zich echter over een
veel langere periode uitgestrekt. Men
schat het totaal, dat C. zich ten nadele
van het ziekenfonds heeft toegeëigend op
ongeveer f 50.000.
De raadsman vroeg vrijspraak subs, ont
slag van - rechtsvervolging op juridische
gronden. Zowel de officier als de verdedi
ger wezen op de gebrekkige controle van
de zijde van het, ziekenfonds.
Z.H. Exc. de Bisschop van Haarlem
heeft heden in de Basiliek ,.St. Bavo" te
Haarlem de volgende H.H. Wijdingen toe
gediend:
Het H. Priesterschap aan de Eerwaarde
Heren: A. J. M. Brabander, A. G. M. v. d.
Burg, F. F. M. J. v. d. Eerden, W. van
Egmond, N. M. C. Groot, C. N M. de
Groot,,N. M. Grijpink, J. F M Hoes, E. C.
Hoogervorst, A, H G. ImbeiiS, F P G.
Jansen, H. J. G. de Jong, F. A. M. Keesen,
H. J. Kollmer. J. A. Kruunenberg, W J.
Kuttschrütter. J. M. Lefeber, A. P. Olst-
hoorn, P. J. Pouleyn J. Th. Stam, J. G. M.
Velthuyse, F. Verhoogt, J. H. B. Vos en
G. W. M. de Wit. Allen studenten van
Warmond en aan frater J. G. M. Hulshoff
O.E.S.A.
De H. Wijding van het Subdiakonaat
aan de Eerw. Heren: Th A. M. v d. Akker,
C. H M. Bense. C J. Th van Bockxmeer,
P. J. A. Boogaards, H. J M. Cocu,
J. M. S. van Dijk, L. P. Th. Dijkstra,
J. J de Graaff, B P. M. Hemelsoet, A. S.
Hetem, A. J. C. M. Janssen. J. P. Jonker,
Th. J. Kempers, J C van Klink,' B. J A.
Kortmann, C. B. Kouwenhoven. J J M.
Kwaaitaal, H C. Laan. G H. E Lammer-
tlnk, J C. v d Linden, C. A. Paarde-
kooper, W. F. M. Postma, J C. van Roode,
B, F. J. Rozestraten, W. C. Ruigrok, J M.
Schlatmann, N. A. M. v. d. Waart, J H.
Willems en G. H. W. Zaal. Allen studen
ten van Warmond
Het Amsteidamse gerechtshof heeft de
37-jarige fabrieksarbeider H, A. v, d. H,
uit Utrecht wegens vernieling veroordeeld
tot twee maanden voorwaardelijke gevan
genisstraf met een proeftijd van drie jaar
en vergoeding van de aangerichte schade
van ruim f 39 De man, die buitengewoon
sterk is had op 18 October van het vorige
jaar, toen hij terug kwam uit Hilversum,
in de laatste trein op een balcon uit puur
baldadigheid een stang losgerukt.
Het is de zesde maal, dal deze verdachte
wegens vernieling veroordeeld is.
I Ad verten! ie
Huidzuiverheid - Huidgezondheid
Als we eens gaan winkelen zien we
dit seizoen veel streepjes geëtaleerd
Hoe mooi die ook altijd zijn, toch i-
het wel eens moeilijk er een model van
te maken, dat toch slank maakt.
De rok van bijgaand model is vier
baans klokkend. De streep is tegen el
kaar verwerkt.
Het schouderstuk is dwars. Het lijfje
is in de lengte genomen.
Het model is dan ook voor elke leef
tijd geschikt.
Het patroon is verkrijgbaar in maat
38, 42, 44, 46, 48 a 0,85.
C 807
Plak aan de adreszijde van een briefkaart, naast en buiten het frankeerzegel
het verschuldigde bedrag van geldige postzegels en zend deze naar
ATELIER CROON BEATRIJSSTRAAT t, ROTTERDAM
Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres, woonplaats en maat
en nummer van het gewenste model.
Plak nooit meer dan 1.aan postzegels op een kaart, wat meer geplakt
wordt is waardeloos.
Girostortingen eveneens ten name van Atelier Cioon op nummer -71291,
Patronen worden niet geruild.
Bestellingen onder rembours worden niet uitgevoerd.
Kunt u niemand anders vinden om
achter deze geheimen te komen? vroeg ik
De rol van spion staat mij helemaal niet
aan, dat verzeker ik u.
Gryce fronste de wenkbrauwen.
Ik zal Harwell helpen om het ma
nuscript in orde te brengen, zei ik, ik
zal Clavering de kans geven om met mij
in aanraking te komen, en ik zal luisteren
wanneer juffrouw Leavenworth mij op
de een of andere manier in haar ver
trouwen wil nemen. Maar reken met op
mij, om aan de deuren te luisteren en
door sleutelgaten te kijken. Ik zal op een
eerlijke manier te weten zien te komen
wat ik kan; de hoeken en gaatjes van dit
verwenste geval moet u maar nagaan.
Juist; ik weet wat ik aan u verschul
digd ben.
Is er al nieuws van Hannah? vervolg
de ik.
Niets riep hij uit.
Ik kan niet zeggen, dat ik zeer verbaasd
was, toen ik die avond, nadat ik enige
tijd met Harwell had gewerkt, onder aan
de trap Mary Leavenworth ontmoette. Iets
in haar gedrag van de vorige avond, had
mij dit onderhoud doen voorzien. De ma
nier waarop zij begon, was echter een
verrassing. Met neergeslagen ogen zei zij:
Ik zou u graag iets willen vragen. Ik
geloof dat u een goed mens bent en dat u
mij eerlijk zult antwoorden, als een broer.
Zij keek mij even aan Ik weet wel, dat
mijn vraag u eigenaardig zal voorkomen,
maar bedenk, dat u de enige bent bij wie
ik om raad kan gaan. Gelooft u, dat
iemand iets heel slechts kan doen en later
toch weer helemaal goed kan worden?
Zeker, antwoordde ik. als hij maar
oprecht berouw heeft over zijn fout.
Zelfs als het erger wordt dan een
fout? Zelfs als hij aan een ander een heel
groot nadeel had toegebracht? Zou hij dan
ooit de herinnering aan dat noodlottige
uur kunnen kwijtraken?
Dat hangt af van de aard van het na
deel en van zijn gevolgen. Mij dunkt, dat
iemand die zijn naaste een onherstelbaar
onrecht heeft aangedaan, geen gelukkig
leven meer zal kunnen leiden.
Is het dan noodzakelijk, dat men het
kwaad, dat men gedaan heeft, hekp.nt?
Kan men niet trachten het kwaad te her
stellen zonder te bekennen?
Ja, tenzij men juist door die beken
tenis het kwaad kan te niet doen.
Mijn antwoord scheen haar in de war te
brengen.Zij dacht enige ogenblikken na.
Toen ging zij naar het salon en trachtte
mij door een levendig gesprek over nietig
heden te doen vergeten wat er tussen ons
was voorgevallen.
Toen ik het huis verliet, zag ik Thomas,
de huisknecht, in de hall. Ik maakte van
de gelegenheid gebruik om hem te onder
vragen over iets, dat mij sedert het ver
hoor voortdurend had geïnteresseerd; wie
was die mijnheer Robbins, die Eleonore
op de avond van de moord had bezocht?
Maar Thomas was ondoorgrondelijk. Hij
herinnerde zich wel, dat er iemand op be
zoek was geweest, maar hij kon hem niet
beschrijven.
Ik drong niet verder aan.
VIERDE HOOFDSTUK.
Grote verrassingen.
Een paar dagen lang gebeurde er niets
bijzonders. Clavering. waarschijnlijk ver
ontrust over mijn aanwezigheid, had van
zijn gewoonten afgezien en zodoende had
ik geen gelegenheid om met hem in aan
raking te komen. Mijn dagelijkse bezoeken
aan Mary Leavenworth bewezen mij al
leen maar dat de twijfel en de onrust van
het meisje steeds toenamen.
Het manuscript van de heer Leaven
worth moest minder omgewerkt worden
dan ik gedacht had; ik kreeg echter vol
doende gelegenheid om het karakter van
Harwell te bestuderen. Ik merkte, dat hij
een uitstekend secretaris was, niets meer
maar ook niets minder. Hij was stug en
somber, maar een ijverig werker en ik
begon hem weldra te inspecteren en zelfs
svmpathie voor hem te voelen. Dit laatste
gevoel was zeker niet wederkerig. Hi.i
sprak nooit over Eleonore of over de fa
milie en het ongeluk dat hen had getrof
fen, zodat ik bii mijzelf begon te d""tken
dat die stilzwijgendheid niet voortkwam
uit dc stille natuur van de secretaris, maar
een andere oorzaak had. Ik begon ten
slotte ongeduldig te worden door deze
eeuwige strijd tegen een stenen muur. Hoe
kon ik iets bereiken met Clavering's
schuwheid en Harwell's hardnekkig stil
zwijgen? De korte- gesprekken die ik met
Marv had. bielpen mi.i ook niet veel voor
uit. Zij was uitermate grillig en scheen
een crisis door te maken die haar vreselijk
de»d lijden. Ik verraste haar eens toen zij
alleen was: zi.i hield de handen uitgestrekt
alsof ze een onheil of een of ander vrese
lijk visioen wilde afweren. Ik wachtte
met ongcrjuld on dp dag dat zij zou spre-
i-n.-, yp 7nn 7ich tenslotte toch ééns moe
ten uiten. D'° hoon deed mi.i nvin bespre
kingen met Harwell bekorten en mijn ge
sprekken onder \der -ogen met Mary rek
ken.
De tijd verliep en ik was nog niets ver
der dan twee weken geleden. Op 'n Maan
dagavond meende ik op te merken, dat
Mary ongeduldiger was dan gewoonlijk;
ze liep op en neer door de hall alsof ze
iets of iemand verwachtte. Ik ging naar
haar toe en zei
Zou ik u vanavond kunnen spreken?
Ze zei me blozend goededag. maar te
gen haar gewoonte vroeg ze mi.i niet. of
ik haar in het salon wilde volgen. Ze
keek naar de klok en stond op het punt
zich te verontschuldigen, toen ze plotse
ling toegaf en mij binnen nodigde. Niette
genstaande haar pogingen om kalm te
lijken, begreep ik vaag, dat ze aar een
heimelijke onrust ten prooi was, en dat ik
maar over het ander onderwerp, dat Vnij
zo sterk interesseerde, had te beginnen,
om haar hooghartige houding te zien ver
dwijnen als sneeuw voor de zon. Ik be
greep eveneens, dat ik maar heel weinig
tijd zou hebben en begon dan ook onmid
dellijk
Juffrouw Leavenworth, ik heb er van
avond op aangedrongen om u te spreken,
omdat ik u iets vragen wilde.
Ik zag dadelijk dat ik de verkeerde weg
had ingeslagen.
Iets vragenaan mij? antwoordde
zij koel.
Ja hernam ik. Ik ben vast besloten om
achter de waarheid te komen en daarom
kom ik naar u toe. want ik weet dat u
edelmoedig bent en graag wilt helpen. Ik
kom bij u de steun zoeken die ik nergens
kan vinden, het woord dat, al redt het uw
nicht niet, mij op het spoor van de wer
kelijke schuldige kan brengen
Ik begrijp u niet, antwoordde zij na
een korte aarzeling.
Ik hoef u niet te zeggen, in welke toe
stand juffrouw Eleonore zich bevindt. U,
die de vragen gehoord hebt, die men haar
tijdens het onderzoek gesteld heeft, weet
dat voldoende. Maar u weet waarschijnlijk
niet dat, wanneer men de verdenkingen
die op haar rusten, niet uit de weg ruimt,
daar vast en zeker uit zal voortvloeien.
Mijn hemel riep zij uit. U wilt toch
zeker niet zeggen dat....
Dat men haar zal arresteren? .Ja
zeker.
Dit was een vreselijke slag voor haar.
Schaamte, afschuw en angst stonden op
haar gezicht te lezen. Zij fluisterde:
En dat alles om die sleutel.
De sleutel? Hoe weet u dat er van
een sleutel sprake is?
Hoe ik dat weet? herhaalde zij kleu
rend. Dat herinner ik mij niet. Ilebt u het
mij niet gezegd?
Neen.
Dan heb ik het in de krant gelezen.
De kranten hebben er niet over ge
sproken.
Ik merkte dat zij 'steeds zenuwachtiger
werd. Zij riep uit:
Ik dacht lat iedereen het wist.
Toen in pen plotselinge opwelling van
schaamte, vervolgde zij:
Welnu neen. Het was een geheim,
mijnheer Raymond. Eleonore zelf heeft het
mij verteld.
Eleonore?
Ja Op de laatste avond die wij samen
doorgebracht hebben. We waren in het
salon.
Wat vertelde zij u?
Dat men de sleutel van de studeerka
mer in haar bezit had gevonden.
Ik kon nauwelijks mijn ongelovigheid
verbergen. Hoe was het mogelijk, dat
Eleonore die de verdenkingen van haai
nicht kende, haar zo'n bekentenis had ge
daan?
Als dit feit niet verklaard wordt, juf
frouw Leavenworth, vervolgde ik met na
druk, zal men steeds aan haar onschuld
blijven twijfelen en dat zal haar naam
bezoedelen. Alleen haai smetteloze repu
tatie en de inspanning van iemand, die on
danks alls schijn steeds aan haar onschuld
heeft geloofd, hebben tot nu toe belet, dat
de politie haar an hechtenis nam. Die sleu
tel en het harnekkig stilzwijgen van juf
frouw Eleonore zullen haar weidra in een
afgrond storten waaruit zelfs haar beste
vrienden haar niet meer zullen kunnen
redden
En u zegl dat
Dat u medelijden moet hebben met
het arme meisje dat zichzelf in het ver
derf stort er, dat u door het blootleggen
van feiten die geen geheim voor u kunnen
zijn het gevaar kunt afwenden, dat haar
bedreigt.
Zou u soms willen beweren mijn
heer, riep ze woedend uit. dat ik meer
weet dan u over dit verschrikkelijk
drama? Verder kt men mi.i misschien ook?
Bent u-hier gekomen om mij te beschul-
digen.
Juffrouw Leavenworth, riep ik uit,
blijf kalm Ik beschuldig u nergens van
Ik zoek alleen een verklaring voor dat be-
zwarende stilzwijgen van uw nicht, U
moet de reder- toch kennen. Juffrouw
Eleonore is ten slotte familie van u. bijna
uw zuster; o leeft sedert tien jaar onder
één dak. U moet mi.i toch kunnen zeggen,
omwille van wie zij blijft zwijgen en feiten
verbergen die als zij bekend waren, om-
de ware schuldige zouden aanwijzen Toen
zij niet antwoordde, stond ik op. keek haar
vlak in het gelaat en vervolgde:
Juffrouw Leavenworth, gelooft u. dal
uw nicht schu.dig is ja of neen?
Schuldig' Eleonore? Mijn hemel, als
iedereeia zo onschuldig was als zij!
Dan gelooft u toch ook dat zij zwijgt
uit opoffering- om iemand anders niet te
beschuldigen?
Neen dat zeg ik niet. Waarom ver
klaart li mijn woorden op die manier?
Eleonore's karakter laat geen andere
uitleg toe. Of het een of het ander: óf zi.i
is gek óf zij helpt iemand ten koste van
zich zelf.
Mary klemde de lippen opeen.
En voor wie denkt u dat zij zich op
offert? vroeg zij
Om dat te weten te komen, roep ik
nu juist uw hulp in. U kent haar verle-
den.
Het spijt mij. maar u vergist zich. fk
weet van Eleonore's gevoelens weinig of
niets. Om achter dat geheim te komen,
zult u ergens arnjers moeten zijn.
Ik veranderde van taktiek.
Toen Eleonore u vertelde, dat men
die beruchte sleutel op haar gevonden had
heeft zij u toen ook gezegd, hoe zij er aan
kwam en waai om zij hem verborg?
Neen.
Zij vertelde u alleen het feit?
Ja.
Is het niet vreemd, dat zij deze be
kentenis deed aan degene, die haar enige
uren tevoren beschuldigde van de meest
afgrijselijke misdaad?
Wat bedoelt u? riep Mary met ver
stikte stem.
U zult toch niet willen ontkennen,
dat u haar niet alleen schuldig achtte,
maar haar zells het bedrijven van de mis
daad verweet?
Wat bedoelt u toch?
Herinnert u zich niet meer, wat u
op die ochtend van het onderzoek op uw
kamer hebt gezegd, vlak voordat Gryce
en ik binnenkwamen?
Bij deze woorden kwam er een plotse
linge uitdrukking van vrees in Mary's
ogen.
Hebt u dat gehoord? stamelde zij.
Ja. ik kon het niet helpen, ik stond
buiten voor de deur en....
Wat hebt u gehoord?
Ik herhaalde wat wij gehoord hadden.
Waar was Gryce?
Hij stond naast mij.
En u hebt dit incident nog niet ver
geten?
Hoe zou dat mogelijk zijn?
Zij steunde haar hoofd in haar handen
en bleef enige tijd in diep gepeins ver
zonken
Daarom bent u vanavond hier? riep
zij verontwaardigd uit. Met die woor
den steeds, in uw gedachten komt u hier
bij mij en kwelt u mij met vragen.
Wilt u dan die vragen niet beant
woorden. zelfs niet waar het gaat om de
eer van iemand, die u na aan het hart
moest liggen? Hoe kon u, op een ogen
blik, dal men van de bijzonderheden vaa
de misdaad nog niets afwist, uw nicht
beschuldigen, en waarom hebt u later
toen er meer redenen waren om haar te
beschuldigen, zo uw best gedaan om haar
te beschermen?
Mary luisterde al niet meer. Al wat zt.l
zeide was:
O! Wat een afschuwelijke toestand
Juffrouw Leavenworth, liernam iK
hoewel er op het ogenblik een R|d..li.i
misverstand heerst tussen pw ment en
zou u toch niet de schijn op u willen
laden, dat u haar vijandig gezind ben'
Spreek daarom Noem mt.1 de
degene, voor wie zij zich opoffert. Alleen
een kleine toespeling ai
Maar zij sprong plotseling op en viel mij
in de rede:
Ik zeg u toch niets, mijnheer Ray
mond. vraag mij niets.
En voor de tweede keer keek zij naai
de klok. Ik probeerde hel. op een andere
manier.
Een poosje geleden, zo ging ik voort,
hebt u mij gevraagd, of men kwaad, dal
men veroorzaakt heeft, moet bekennen
ik antwoordde u ontkennend, tenzij die
bekentenis herstel van het veroorzaakte
kwaad tengevolge zou hebben Herin
ner' ij het zich?
Zi.i bewoog de lippen, maar sprak geen
woord.
Ik begin te geloven, vervolgde ik, dat
bekennen de enige mogelijkheid is om uit.
deze moeilijke positie te geraken en dat
Eleonore alleen gered kan worden, wan
neer u vertelt wat u weet. Wilt u geen
gehoor geven aan mijn dringend verzoek?
Ik dacht dat ik de juiste snaar had ge
raakt, want zij beefde.
O! Kon ik het maar! mompelde zij
Waarom zou u het niet kunnen? Ai
blijft Eleonore zwijgen, daarom hoeft -i
haar voorbeeld immers niet te volgen? Het
enige wat u bereikt is, dat haar toestand
nog hopelozer wordt!
Dat weet ik wel; maar ik kan er
niets aan doen. Het noodlot wil het; ik
kan er niet tegen op.
U vergist zich. Als u maar wilde.
O! Als u eens wist....! riep zij uit.
Ik weet dit: wanneer iemand van de
rechte weg afdwaalt, geraakt hij op dwaa -
wegen.
Er blonken tranen in haar ogen en haar
schouders schokten, alsof zij met moei e
haar snikken inhield. Zij opende haar lip
pen ik dacht al, dat ik het pleit ge
wonnen had, toen er aan de voordeur
werd gebeld.
O! riep zij uit, en draaide zich snel
om, zeg hem, dat ik hem niet kan ontvan
gen, zeg hem....
Juffrouw Leavenworth, zei ik, ter
wijl ik haar handen greep, denk niet aan
dat gebel, denk slechts hieraan: ik heo
u een vraag gesteld, die de °Plossi.I]g,Lt'"
het hele geheim bevat: antwoord mij. -
tel mij welke ongelukkige omstana g
heden
Maarheftig rukte zij haar handen uit
de miine en riep:
De deur, men zal opendoen en.
Ik «ina naar de hall en ontmoette daar
Thoinas die uit het souterrain kwam en
zeijiem:^ar weer naar beneden, ik zal je
wel roepen, als ik ie nodig heb.
De knecht boog en verdween.
u wacht op mijn antwoord? vroeg
Mary, toen ik terug kwam in het salon.
Ik kan u niets zeggen.
Maar
Het is onmogelijk antwoordde zij
terwijl zij naar de deur staarde.
Juffrouw Leavenworth!
Zij schrok op.
Als u nu niet spreekt, zult u het nooit
meer doen, vrees ik.
Het is onmogelijk, herhaalde zij.
Weer werd er gebeld en ik ging naar de
hall om Thomas te roepen. Je kunt de
deur nu wel opendoen, beval ik en k
keerde terug naar Mary.
Maar zij wees naar boven en zei:
Laat mij alleen!
Met een blik gaf zij Thomas te kennen
dat hij moest wachten lot ik weg was
Tk zie u nog wel, vóór ik wegga, rieo
ik. Terwijl ik de trap opging, hoorde ik
Thomas de deur openen en een mannen
stem vroeg:
Is iuffrouw Leavenworth thuis?
Ja, mijnheer, antwoordde de kneeh'
Stel u mijn verbazing voor. toen ik mi
over de leuning boog en in de persoon
van de ontijdige bezoeker Clavering her
kende.
VIJFDE HOOFDSTUK
Op de trap
Dit verbaasde mij ten zeerste Ik bleel
een «g-tnbUk staan óót 'k aan hel werk
ging Een eentonigt stem pereikte mijn
oor. Het was Harwell, die in de studeer
kamer hardop het manuscript van zijn
overleden patroon oplas. Het laat zich
moeilijk beschrijven, welk een indruk, op
dit uur, deze zo natuurlijke zaak op mij
maakte. In dat vertrek, dat getuige was
geweest van een misdaad, las en herlas
iemand met weinig belangstelling, hetgeen
door de overledene geschreven was. Ik
opende de deur en trad binnen. De secre
taris stond op, bracht mij een stoel en zei:
U is laat.
Ja, antwoordde ik werktuiglijk, daar
mijn gedachten weer bij Mary en Clave
ring waren.
Bent u misschien niet wel?
Neen, zei ik en probeerde mijzelf in
bedwang te houden.
Ik nam een vel schrift op, om het over
te lezen. De woorden dansten voor mijn
ogen; ik was niet in de stemming om
enige nuttige arbeid te verrichten. Ik ver
volgde:
Ik ben bang, dat ik u vandaag niet zal
kunnen helpen, mijnheer Harwell. Trou
wens, het is heel moeilijk om je aandaent
bij dit werk te houden, terwijl de man,
die de schrijver op laffe wijze vermoord
de, nog steeds ongestraft rondloopt.
Op zijn beurt schoof de secretaris de
papieren van zich af als met een plotselin
ge afkeer, maar hij zei niets.
Toen u voor het eerst met het be
richt van dit drama bij mi.i kwam, hebt u
gezegd, dat het een mysterie was. Welnu,
wij moeten dit mysterie trachten op te
lossen. Het leven en geluk van vele men
sen, die wij vereren en liefhebben staat
op het spel.
De secretaris wierp mij een steelse blik
toe en mompelde:
Juffrouw Eleonore?
Juffrouw Mary en v en ik en vele
anderen.
U hebt zich al van het begin af te
veel bezig gehouden met deze kwestie, zei
hij, terwijl hij zorgvuldig zijn per. afveegde.
Ik staarde hem vol verbazing aan en
antwoordde:
En u, stelt u dan helemaal geen be
lang in de veiligheid, het geluk en de eer
van de familie, in wier midden u reeds
lange tijd woont?
Harwell deed zeer koel; hij stond op en
zei:
Ik heb u verzocht, mijnheer Raymond,
mij daarover niet te willen spreken.
Als u dingen bekend zijn, die de po
litie niet weet, bent u verplicht, die din
gen te openbaren. Juffrouw Eleonore's
toestand is
Als ik iets wist. wat haar zou kunnen
helpen, had ik het al lang gedaan.
Ik beet op mijn lippen, boos om die
eeuwige uitvluchten en stond ook op. Hij
vervolgde:
Als ti niets meer te zeggen hebt en
ook niet meer wilt werken, verzoek ik u,
mij te willen verontschuldigen; ik heb een
afspraak.
Laat ik u niet ophouden, antwoordde
ik op norse toon. Ik heb u helemaal niet
nodig.
Hij keerde zich om en keek mij aan, als
of de toon van mijn antwoord hein onbe
grijpelijk voorkwam. Vervolgens groeit»
hij mij kalm en verliet het vertrek. Ik
hoorde hem naar de tweede verdieping
gaan en maakte mij gereed om mijn een
zaamheid dragelijk te maken Maar in dit
vertrek was eenzaamheid niet te diagen-
(Wuiilt vervolgd)