Wat i PLICHT van verantwoordelijkheid i m mm GENIETEN De durf Pater Jelsma, „Una Sancta", Den Haag 1 HONDENPRAAT Waarom veel katholieken pijnlijk getroffen zijn Drie partijen in het geding om iets onnuttigs te doen .1 at onze natuur vraagt K R. O. 6 Juli. uitzending DIT is leven Erfrecht op de hemel is de keerzijde ZATERDAG 10 JULI 1954 PAGINA 7 U hebt 't Verantwoording aan God Je bent op de. eerste plaats verant woording schuldig aan God, Die jou ge haakt heeft en jou hier op weg gezet keeft. Hier in Roosendaal, op je fabriek, kantoor of winkel, of waar dan ook. Hij stelt jou de vraag: „Wat maak je ervan?" Wordt het goed, of gaat het glad ver keerd? Kom je zo langzamerhand na veel omeiingen een klein beetje hoger, of modder Palanger hoe verder de rottende orde. Ge hebt er toch hV fc',die 3ou nagedacht, dat jij er J er al ei«meft ln Seen andere mensen we* *°u «1n aiVêÊ heb je van God gekregen «et iev®„ vader en moeder. Die jou 'hUaar door ie behulp van andere menseUndleu met hebben tot wat je nu bent. zl u8ernaakt te eten gegeven, zodat je kon ben je hebben je leren praten, zodatS-ro®ien. «enken en met. andere mensen in le kunt kunt komen. Ze hebben je leren ?ntact zodat je nu kunt gaan en staan w»Uen- wilt. En zo zou ik nog verder kuU ln Zelfs aan jezelf Een goed mens Na acht jaar „Wie Hen weerstaat. 4 PAUS LEO XIII Onveranderlijke beginselen „Te oordelen over de handelwijze der Bisschoppen en die af te keuren, komt particuliere personen volstrekt niet toe, maar is enkel de taak van die hen bin nen de priesterlijke stand in macht over treffen. In het bijzonder komt dit toe aan de Paus". „Hoogstens is het ingeval van een zwaarwichtige reden tot klagen toegestaan, heel de zaak voor de Paus te brengen. Maar dan moet dat gebeuren met voorzichtigheid en gematigdheid, zoals de ijver voor het algemeen welzijn aanraadt; niet echter met groot ge rucht of met verwijten, want op die manier komen er eerder twisten en be ledigingen of worden ze minstens erger". Tot zover de citaten uit een pauselijk schrijven van Paus Leo XIII 17 Dec. 1888 gericht aan de aartsbisschop van Tours, over de eerbied die men aan de bis schoppen verschuldigd is. De princiepen die Paus Leo XIII hier formuleert gelden natuurlijk ook nu nog en alle leken en priesters hebben er zonder meer krach tens de consequenties van hun vrijwil lig gestelde geloofsact aan te gehoorza men. P. WESSELING CssR, u VERANIWOORDELUKHEID? ge- t Koord allen al zo vaak pp loord. Zelf gebruikt ge 't dik wijls en ge hoort 't dikwijls ge- Wrikken, meestal in deze zin: „De jeugd van tegenwoordig beeft geen verantwoordelijkheidsbesef meer1'. Ook deze pagina van onze jonge renkrant staat er vol van. Daarom is 't goed dat we dit vaak bruikte woord eens bekijken. Op 't eerste gezicht ziet U er direct al een bekend woord inzitten n.l. «antwoord''. Om dit woord draait heel de zaak. Wanneer geeft U een ant woord? Heel eenvoudig als een ander iets vraagt, of als ge U zelf een vraag stelt. t „Ver" dat er voor staat geelt alleen een versterking aan zoals n.v. bij branden en verbranden. Eu wel in deze zin; ge moet een zodanig antwoord geven, dat ge zelf tot een levend antwoord wordt. Als we 't nu eens in 't leven zetten, in 't volle leven van iedere ',ag. Dan vraag je natuurlijk 'lirect. maar aan wie moet ik nu antwoord geven, voor wie moet ik nit een antwoord zijn. Wel voor drie partijen: 1. Voor God. Voor de medemensen. 3. Voor jezelf. Welk van: 't .Laat mUU Seef je God? Zoiets »chelen? ja ,u<* of, wat kan mij het anders en mn»* an het, het kan ook Tegen Gort h v°°k anders' 'f zeggcn j, eb ,jc enkei volmondig „.ja" zoais GH u Zo en nict anders. y net wilt. graac !,°'leke" Brabanders zien God baard Cen 8oeie ouwe Heer, liefst ®en soori zcer zoetsappig lachend. rUkeliik Ju el k°ede Sinterklaas, die mit..i.!er cadeautjes rond strooit. 1 tnlueh- ^«irauijcs ronu snuuii. automaat noK hever als een soort r°zcnkran ,va.arin le 5 tientjes van de E°ede hei- L.1 -opt ora een diploma, een lelijks ,,-z s' mooi weer of iets der- Het i', het laatje te halen. "nreken *|"eerl>ïediir om zo over God te v°or on4 ?veet hft- God is gelukkig iijkertii,] ""e'udig goed, maar ook tege- an'woordfti» HÜ lal Je ter ver* «ggen hèbben?ePCn Wal J* da" le 'UrnrecïaniJU barde werkelijkheid. Dt hstische film. stEeds meer zeer rea- werkeiiikheii aU' Ze Seven de keiharde U-U CaUL, Iaatste film, die op dar-hte°n 3oor rea*lstischer zijn dan er God 'd; filmregisseur uitga- maal komt -the great-Pelers Het U Biabander«st sh°w n„ dan worden zijn met e'flkTo U !arth"- Ook als de kerken u'J® valt h9r°Uwd 8eraakt den met <Je vet 8°ed r®£ "?mers over spelen. °°fdroi v5eninS te hou- je bent bovenm dan Saa* hetUh|f even aPa7te«^n.?' "atst-» ITnt 11.UIiner» blijven gaan. Het zijn zulke onnnJU alleen en'h^n "d J'1udGk,t' ka" handen als Vtauwen'v'ien; dan, dat ik zo ben. dT"* wel hechte mens geworden ben? Het antwoord is weer eenvoudig. Het blijkt duidelijk uit bet boven aange haalde berichtje, dat komt omdat ge ge boren bent en opgegroeid bent onder de J?.rg van je vader en moeder en tussen alle andere medemensen in. Zo bent ge eu echte mens geworden. Mn» 3e bier 8een antwoord °P te geven? oud dat zo maar- Ja> dai m®et, want je den *s baddcn de plicht om je op te voe- tca ^aar jü moet ook iets doen daar- J®0®. En dat is nu juist het ant- ?rd' -dat jij moet geven en wat je ouders en alle andere mensen van je verwachten, nl.Goed mens zijn. heen"8616" Van Roosendaa'. Kijk om Wat brengen we ervan terecht? Wat breng jij ervan terecht. Christus was ook son keiharde jongeman. Wij willen het «raag zijn. Hij was het. „Geef alles weg m Mij. Dat is hard, verschrikkelijk hard zelfs. Voor velen van ons te hard. Tienduizenden guldens weggeven voor de Spoorstadfeesten is makkelijk, dat komt er langs een achterdeurtje toch wel weer uit. De bedoeling is, dat er meer uit komt. Feesten is heerlijk. Het zit. ons Brabanders in het bloed. Maar even den ken. Duizenden lichtjes in de binnenstad. Pak je fiets en tien minuten buiten Roo- sendaai ligt het woonwagenkamp. Geen een lichtje, geen water, niets. Het zijn medemensen van jou. Een paar honderd gulden en- de zaak is verholpen. Daar heb je toch wel iets mee te maken! De boistel die je maakt of de sigaar, f ri'mPn° wat ook. Ze zijn voor een f-mUJ o ?1S r <ent OP jou. Komt er nn it l n bet lok®t bij je, hij rekent Fen hr-rf Jwao dat .ie doet, wat je kunt. 'l e'aar aan de deur, een mcn« net verschil. Hij verwacht iets j W- Minstens een menselijke Lehan- nng. Je jongen of meisje, het zijn geen amgen waar je mee kunt spelen en weg gooien als je er geen zin meer in hebt. Het zijn mensen, gelijkend op God, die louw antwoord vragen. Behandel me merkelijk als mens. Op de derde plaats ben je verant woording schuldig aan jezelf. F.n degenen, die me misschien tot hiertoe nog gevolgd zijn, zullen nu enigszins ver baasd kijken en zeggen: „Hoe heb ik het nou? Welk antwoord moet ik nu mezelf geven. Kan ik dan mezelf ook al cen antwoord geven?" Natuurlijk. Je bent er toch geloof ik wel van overtuigd, dat je een mens bent? Wel, dan moet je zijn, waar jouw natuur om vraagt. Dan moet je jouw eigen natuur een antwoord geven, door heel eenvoudig zo te leven als die menselijke natuur het vraagt. Vergis je nu niet, want bij jouw menselijke natuur behoort ook je boven natuurlijk leven. Ge bent toch gedoopt? Wel dan is het zo: Nee, die bovennatuur, als je wilt het Goddelijk leven in je, is er zo maar niet boven opgeplakt, of er aan de buitenkant omheen gehangen Als het zo was, dan zou je het inderdaad 's Maandag weer in de kast kufnen hangen, zoals je met je Zondagse pakje doet, maar zo is het niet.- Je bovennatuurlijk leven en je natuur lijk leven zijn een geheel geworden. Ze zijn niet meer los van elkaar te denken. Ze vormen een niet van elkaar te schei den eenheid. Als ik dus over de natuur in de mens praat, dan hoort daar noodzakelijk het Goddelijk leven bij, dat in je is, of lie ver, dat in je moet zijn. Het is eigenlijk onnodig dit hier te vermelden. Je leerde het al vroeger op de lagere school in de katechismus. Wil je dus je menselijkheid niet in de steek laten, dan geef je kort maar krachtig het antwoord, nl.: Ik leef zoals het een goed mens past te leven, is weer hetzelfde als daarnet, toen we de verantwoording t.o.v. de medemensen bekeken. Wel dan wordt het nu tijd om eens naar dat „goed mens zijn" te gaan kijken. En waarachtig, dat is niet zo eenvoudig. En er zou ontzettend vee] op te noemen zijn van wat je nu eigenlijk allemaal moet doen. om dat werkelijk te zijn of te worden, maar dat zou dit artikel maar nodeloos lang maken. In het kort komt het hierop neer: 1. Je doodnuchtere verstand gebruiken. 2. Alles wat je doet, of wil doen, af stemmen op het goede. 3. Gevoel hebben of proberen te krij gen voor alles wat schoon en mooi is. 4. Heel je leven zetten in het teken van het Geloof. En als je niet moet vechten voor het geloof, zoals wij Brabanders, die zo rus tig tussen die veilige muren van het geloof opgegroeid zijn, dan verslapt 't zeer vaak. En slap is 't. Je hebt aan alles een hekel wat slap is. Je houdt van 't ruige. Alleen je geloof, dat kan gerust slap zijn en futloos. Met kankeren op pastoors en geestelijken kom je er niet; daar maak je de zaak geen stpk beter mee. Mankeert er iets, steek zelf dan je knuisten uit de mouwen. Dat armetierig gedoe van jonge stevige knullen, die zo graag voor vol aangezien worden, is erg vreselijk. Stoer wil je leven. Doe dat dan ook in je geloof. Je geloof of je leven. Dat wisten de martelaren onder keizer Nero. En ze gaven hun leven. Ouderwets. Moet je in Rusland kijken. Dat is een antwoord. Ik leef niet ver der zonder geloof. Ben je nog niet zo ver? Dat is zo erg niet, niemand zal dat durven beweren van zichzelf. Maar 't is wel erg dat je er niets van probeert te maken. En is 't met onze verantwoordelijkheid verkeerd, dan is 't, omdat 't in ons bin nenste niet in orde is; dan mankeert daar iets aan, en dan moeten we er aan gaan werken, om dat beter te maken. Makkelijk? Nee. Maar jonge mensen schrikken niet gauw voor iets moeilijks terug. Er kan veel veranderd zijn in onze tijd, maar dat niet. Aan 't werk. Suc ces! C. HOPSTAKEN. De kaderdag van de Partij van de Arbeid naar aanleiding van liet Bisschoppelijk Mandement zal menige katholiek met pijnlijke ver bazing hebben getroffen. Hoewel er op verschillende wijzen al voor treffelijk op gereageerd is, lijkt 't mij, dat er vooral één clement aan 't antwoord niet mag ontbreken. Als ik nu dus ook op mijn manier een bescheiden reactie laat horen in deze uitzending voor jonge katholieken, op wat o.a. door de Minister-president en door de lieer Ruijgers is beweerd, dan doe ik dat niet krachtens 'n speciale opdracht maar alleen uit een persoonlijke behoefte. Onze Bisschoppen heb ben 't waarlijk niet nodig door mij verdedigd te worden, maar mis schien zijn jonge mensen, die dagelijks op hun werk worden lastig gevallen, over 't mandement, gebaat bij dit getuigenis. Voor een publiek van ruim 7000 men sen heeft de minister-president Dr Drees 't opgenomen tegen onze Bis schoppen. Verschillende keren maakte bij opmerkingen over hun verklaring die vrolijkheid in de zaal deden ont staan. „Welke zijn toch wel die uitzon derlijke omstandigheden, die 't mande- ment nodig maakten?" vroeg hij zich af. „Toch niet het feit, dat de KVP en kele zetels verloren heeft?" De menigte lachte om die handige zet. Hij hoopte verder, dat de katholieken van de PvdA een beslissing zouden ne men tegen de uitdrukkelijke wens van hun Bisschoppen in. Dat een minis ter-president bij deze vergadering aan wezig was en zó handelde is uitermate grievend voor ons katholieken. En wan neer hij uitdrukkelijk het verbod van de Bisschoppen becritiseert, dat zij gaven aan hun gelovigen om lid te zijn van het NVV, regelmatig socialistische vergade ringen te bezoeken of naar de VARA te luisteren, dan lijkt ons deze wijze van redeneren een minister-president on waardig. Zodra men spreekt van plichten, impliceert dit een gedachte aan rech ten. Geen plicht zonder dat daar een recht tegenover staat, maar men kan dit ook omkeren en zeggen: geen recht zonder plicht. Een leesbibliotheek garandeert een koele stilte en ik kan daar gebruik van maken, dit houdt echter de plicht in dat ik tevens zelf zwijg. De eerste vraag van de catechismus heeft als antwoord, dat wij op aarde zijn. om God te dienen en daardoor hier en hiernamaals gelukkig te zijn. Een plicht en een recht. God dienen, waaruit voortvloeit ons erfrecht op de hemel. God heeft ons tien geboden gegeven, maar Christus heeft de twee eerste als de voornaamsten aangeduid. Van God houden en van je mede mens. Alle andere acht vallen onder dit „De meeste honden", a^"s op een van deze regenachtige namid daaen hebben met veel van het Hollandfèstival gemerkt. Dat ligt ma. niet aan de honden, Hollandfèstival, dat ook dit JaaLjUr te eenzijdig op mensen is afgestemd. Persoonlijk geloof ik niet in fertlvri., aat ik dat erbij kwispelen.Ecn hoop kunst bij elkaar organiseren, is altijd ®®n hachelijke ond«rneraldfnrdt al h°°P mensen bij elkaar word.al SaUw een grauwe massa; een hoop konden bij elkaar ontaardt tot een!la waaierig asyl of een eentonig-brave kondenten toonstelling, karakter van de hond volko- ®en op de achtergrond raaJb ,1?n? °jn zou het met kunst anders zijn. ^y^nneer je 'n paar weken achter elkaar Amsterdam en Den Haag, onze 'We® hoofdsteden, volpropt met d?®f,a's- culturele films, toneeJvoor- atelllngen, concerten en exposities, °an móeten Amsterdam en Den Haag kaast wel een culturele indigestie oplopen. Een hond, voor wie het v'ees beter is dan de benen, heeft dat eerder in de gaten en voelt dat zui verder aan dan een mens, die er geen keen in ziet zoveel mogelijk cultuur te vorkopen, opdat hij er naar den jleze beter van zou worden. Laten we even eerlijk wezen: wat jullie met dat festival willen, is eenvoudig: touristen en centen. Dat is, ook voor 'n honi die er even op doordenkt, een begrijpelijke en volkomen aan vaardbare doelstelling. Maar kom er dan ook voor uit. Ga dan niet festi- vallerig, met gezichten waarvan de artistieke ernst afdruipt, de culturele en verheerlijkte kunst-aanbidders staan uithangen. En houdt de minis ter van O.K.W. er helemaal buiten. Laat niet hij, doch de minister van Financiën het festival openen en dui delijke taai spreken. Laat deze be windsman voor binnen- en buiten lands publiek uit de doeken doen, dat het hem bij dit festival niet te doen is om Mozart of Mahler, om Shaw of Molière, om Rembrandt of Vondel, die immers niet meer in le ven en derhalve in geen enkele op zicht nog belastingplichtig zijn; maar dat het hem met dit festival te doen is om een stevige verhoging van het nationale inkomen: en dat wat hem betreft heel dit festival z'n uitgangs punt vindt in dit éne hondse prin cipe: het vlees is beter dan de be nen simpele gebod. Alleen maar liefhebben, wat is er heerlijker dan dat! Je kunt niet van God houden en een hekel hebben aan je medemens. Je kameraad haten is een belediging voor God. Wij moeten dus liefhebben. Wij kun nen niet anders, dat zijn wij verplicht. Een liefde-plicht. Evenals rechten-plichten, impliceert liefde-verantwoordelijkheid. Wanneer een man zijn vrouw bemint, voelt hij zich verantwoordelijk voor haar welzijn. Hij zorgt voor haar levens onderhoud. Evenzo zal een vrouw die veel van haar man houdt, zich verant woordelijk voelen voor zijn doen en la ten en door haar toewijding zorgen dat hem alles goed gaat. Het is niet zo dat een man voor zijn vrouw zorgt omdat zij hem liefde schenkt en hij iets terug moet doen. Neen werkelijke liefde kan alleen maar geven. Liefde is zorgzaam en wanneer men zorgzaam is is men verantwoordelijk. En het is niet alleen een plicht. Verant woordelijkheid moet eveneens uit ons wezen voortvloeien. Immers verantwoor delijkheid heeft als bron de liefde. Wij putten onze liefde uit Gods oneindige volheid Wij zijn geschapen naar Gods beeld én gelijkenis, dus naar het beeld van de liefde. Het is onze plicht als mens, zo waar achtig mogelijk mens te zijn, daarmee eren we God het allermeest. Hoe kun nen wij dit beter dan door liefde te to nen en zorgzaam te zijn voor een ander Dus verantwoordelijkheid te dragen voor een ander. Dus in het kort samengevat: Wij zijn verplicht Gods wensen te ver vullen. Dit doen wij het beste door ons als mens zo waarachtig mogelijk te ont plooien naar het voorbeeld van de liefde. Dus liefde geven wat wil zeggen ver antwoordelijkheid dragen voor een an der. C. TIMMER. derdag Onze eigen pers is goed ingelicht en de KRO verstaat eveneens haar faak we behoeven voor oriëntatie ten aanzien van de Partij v. d. Arbeid waarachtig niet te rade te gaan bij de VARA, het Pa rool of 't Vrije Volk! Maar de minister-president is niet katholiek en acht jaren van doorbraak hebben hem kennelijk nog niet op de hoogte gesteld» van de juiste verhou ding, die er bestaat tussen de katholie ken en hun Bisschoppen. Heel anders is het, wanneer wij luisteren naar wat de heer Geert Ruygers te vertellen heeft. Vanzelfsprekend heeft de heer Ruygers zijn eigen geweten en een oordeel over hem komt niemand toe. 't Gaat mij om zijn getuigenis als objectief gegeven. Welnu: was dit getuigenis wel juist? Was 't wel in orde om voor een publiek van 7.000 mensen en over hun hoofden heen tot heel dit land een aanval te doen op een bisschoppelijke verklaring? Was 't in orde van hem om deze rede voering nog eens door de VARA te doen uitzenden? Om nu enkele concrete punten te noe men: Op pag. 36 van het mandement lees ik: „Ook hier, dierbare gelovigen, dus ook in 't politieke leven, is offerbereid heid en oprechte naastenliefde nodig, wil het belang van de enkeling ingc- het in het openbaar tegen zijn Bisschop pen opnemen? Wat leert de Kerk hier? Is de ontstemming van talloze katholie ken ongegrond? Ik heb er een officieel stuk op nage slagen, waarop Pater Van Nimwegen, de initiatiefnemer van de kerkelijke serie „Ecclesia docens" mij heeft gewezen. Het is een pauselijke verklaring, uitgaande dus van 't gewoon leergezag van de Paus, die m.i. precies betrekking heeft op de zo juist geschetste feiten. Luister even dan citeer ik: ,.Het is werkelijk absoluut onverdrage- lijk, zover als leken, die zich katho liek noemen, hun aanmatiging in de ko lommen der dagbladen openlijk laten komen. Zij menen en beweren, dat het hun vrij sfaat over allen en iedereen bisschoppen niet uitgezonderd, naar wil lekeur en eigen inzicht te oordelen en te spreken; daarbij over alle dingen, be halve dan die het door God geopenbaar de geloof raken, te denken zoals het hun bevalt, en daaromtrent te handelen naar zijn eigen inzicht". „Het gebouw der Kerk, door God ge sticht, rust naar alle waarheid als op een erkend fundament eerstens op Pe trus en diens opvolgers, onmiddellijk daarna op de apostelen en hun opvolgers, de bisschoppen: wie hen hoort of ver- voegd worden in het belang van de maatschappelijke groep waartoe hij be hoort, en het belang van die groep in het grote kader van het algemeen wel zijn. Eenheid tussen mensen kost altijd offers, ook van eigen inzicht, maar de eenheid is ook offers waard. Het is no dig, in deze tijd daarvoor bijzondere o£- fers te brengen". De heer Ruygers verwerpt deze woor den in een zaal van 7.000 mensen: en hij zegt: „Eén ding staat vast: Een te rugkeer naar de KVP is er niet. Rede lijker- en zedelijkerwijze kan van ons niet een stap worden verwacht, die lijn recht tegen onze diepste overtuiging in gaat en waaruit we alleen maar nadeel c zien groeien voor de geestelijke en po- litieke verhoudingen in ons land cn voor de Kerk zelf". Over de Partij van de Arbeid staat o.a. in 't mandement: (pag. 45) „Dierbare gelovigen, welke subjectief goede bedoelingen enkele katholieken ook hebben bewogen om aan de z.g. doorbraak mee te doen: uw Bisschoppen zijn van mening, dat dit niet de weg is om de maatschappij in christelijke geest op te bouwen en de door Paus Pius XI zo noodzakelijk geachte hervorming der zeden door te voeren. Zij menen, dat het onverantwoord is deze weg te gaan". De heer Ruygers reageerde o.a. aldus: „Wij geven aan 't gesprek de voorkeur boven de macht, wij menen, dat met de doorbraak onze democratie en volkseen heid worden gediend". „Ik weet niet wat de toekomst brengen zal, maar er is een kameraadschap gegroeid en een gemeen schap van idealen. Op dit ogenblik op een zeer omstreden plaats in het poli tieke en geestelijke leven van ons land, zeg ik in het volle besef van de ver antwoordelijkheid: „Leve de Partij van de Arbeid". Tot zover. Dit zijn twee citaten van de vele, die aangehaald konden worden; maar ze zijn duidelijk genoeg. Wat moeten we daar nu van denken? Gaat dit alles zo maar? Kan 'n katholiek smaadt, doet of hij Christus de Heer hoort of versmaadt. De Bisschoppen vormen te zamen het hoogst verheven deel der Kerk, dat deel n.l. dat de men sen krachtens goddelijk recht onder wijst en bestuurt. Wie hen dan ook weer staat of hardnekkig weigert naar hun woorden te luisteren, die verwijdert zich wel ver van de Kerk". „Klaarblijkelijk toch bestaan er in de Kerk twee rangen van mensen, krach tens hun aard van elkander verschil lend, n.l. herders en kudde, ofwel be stuurders en volk. Eerstgenoemde rang heeft tot taak te onderwijzen, te bestu ren, toe te zien op het zedelijk leven en voorschriften te geven. De andere daarentegen heeft de plicht onderwor pen te zijn, te gehoorzamen, de voor schriften op te volgen, eer te betonen. Als zij, die te gehoorzamen hebben, de taak 'van de hogergeplaatsten willen overnemen, dan handelen zij vermetel en onrechtvaardig, maar ook, in zover het hun mogelijk is, keren zij aldus de orde geheel en al óm, de orde, die God, de Stichter der Kerk, heeft vastgesteld". Minister-president Dr Drees kan uit dit schrijven opmaken hoe de verhouding is tussen katholieke gelovigen en hun Bisschoppen hij kan dan begrijpen waarom en hoezeer hij 't katholieke volksdeel heeft gegriefd. De heer Ruy gers moge dit schrijven bestuderend in zien hoe vreemd zijn gedrag ons moet lij ken ten opzichte van de Kerk, die hem en ons boven alles lief is. P. WESSELING C.ss.R. Een groep jongeren uit Roosen daal heeft deze week de moed m- gehad op deze pagina met enkele bijdragen voor het voet licht te komen. Onstuimig idealisme, soms wat ondoordachte vertogen en groteske conclusies, maar voor al een eerlijke overtuiging zijn de kenmerken van hun pennen vruchten, die wij vandaag onder de aandacht van onze lezers brengen. Daarnaast vindt de lezer een uiteenzetting naar aanleiding van de reacties op het Mandement en een geschreven portret van de Plein-predikant Pater Jelsma M. S. C. Het is liet goed recht vail elk mens om na .het werk vrij over .een gedeelte van zijn tijd te kunnen beschikken tot compensatie van zijn geestelijke en lichamelijke krachtsinspanning. Op zijn tijd en met gezond verstand gebruik maken van wat het leven aan aangenaams te bieden heeft, houdt het leven in evenwicht cn schept zo een gunstige sfeer voor een gezonde ontplooiing van zichzelf. Nu doet zich het eigenaardige geval voor, dat, hoewel elke gelegenheid tot ontspanning wordt aangegrepen, soms zelfs meer dan verantwoord is, er toch heeft het ons gegeven, opdat wij er gebruik van zouden maken, want we kunnen toch niet veronderstellen, dat God dingen heeft geschapen, die volko- geen rust is, geen tevredenheid. Gevolg j men zinloos zouden zijn. Wat van God is dat de spanning onverminderd voort duurt. totdat er stukken komen. Onze instelling deugt niet. Slaaf als we zijn van de tijdgeest, leggen we de nadruk op de utiliteit en ontnemen daardoor juist de bekoorlijkheid van echt genieten. Die drang om aan alles een doel te geven, ook aan wat eigenlijk geen doel heeft, is overdreven. Er is alleen sprake van een doel als men iets wil bereiken. Genieten nu is het waarderen van het goede, van het prettige. God Toen het blad „KARAK TER" al twee jaren bestond ontmoetten wij elkander voor het eerst, in Huize „Una Sancta"' 'te Den Haag. Pater Jelsma is een van de paters in dat altijd van veel activi teit gonzende huis. die in de loop der jaren talloze niet- katholickcn de weg naar de „Una Sancta" leerden vin den. Zijn persoonlijke gaven hebben er zeker in niet ge ringe mate toe bijdragen, dal het huis aan de Bezuiden- houtseweg voor elke Hage naar een levend begrip is geworden. Pater Jelsma deed natuurlijk mee met „KARAKTER". Sindsdien is hij steeds meer met vele, be langrijke bezigheden over laden. Op de vraag: wie is Pater Jelsma? kaï. men mis schien niet beter antwoorden dan door 't opsommen van enkele dingen: hij sprak ja renlang elke Zaterdagavond voor de K.R.O. in de ru briek: „Wij luiden de Zon dag in" deze uitzendingen bezorgden hem zeer vele reacties, ook uit dc kringen der anders-denkenden. Voor al daarom betreurde hij de stopzetting van dit program ma. Hij schreef met twee confraters „De Triptiek van het Godsrijk" dezer dagen in Engeland uitgekomen. Hij schreef een roman: „Profe ten in Parijs"; een volgende roman zal waarschijnlijk eerstdaags onder pseudoniem verschijnen. Hij is redacteur van „Te Elfder Ure" en elke week staat er een bijdrage van hem in „Vrij Neder land". Ook aan de Maasbode werkt hij mee, tot voor kort in een aparte rubriek, mo menteel als vast medewerker van deze pagina. Hij heeft de leiding van verschillende theologische cursussen in vijf verschillende steden. Maar zijn voornaamste acti viteit ligt in Den Haag! Sinds enige maanden verzorgt hij een blad „Plein 1954" voor buitenkerkelijken, dat in een grote oplage regelmatig ver spreid wordt. In Den Haag geeft hij geregeld confe renties, leidt hij debating clubs en houdt hij gesprek- avonden. In Den Haag ook is hij begonnen met z'n veer tiendaagse plein-preken. Hij is een priester die „te pas en te onpas" wil getuigen en die krachtens zijn speciale opdracht zich bijzonder richt tot buitenkerkelijken. Daar bij is hij in alle omstandig heden op reis, bij vergade ringen, gedurende een dis cussie, bij heftige aanvallen en verdachtmakingen en ook bij vele teleurstellingen van allerlei aard: onverstoorbaar zichzelf. Het spreekt wel vanzelf, dat de Partij van de Arbeid in de huidige omstandig heden zocht naar compro mis-figuren. Zo trachtte „Het Vrije Volk" hem als zodanig bij de lezers te introduceren. Natuurlijk was het nodig, dat zijn woorden verdraaid werden maar daar zag de redactie blijkbaar niet tegen op. Terecht eiste Pater Jels ma rechtzetting, maar de vele vrienden die hem ken nen hebben deze rechtzetting waarlijk niet nodig. Pater Jelsma heeft een hopeloos gebrek: hij kan zeer moeilijk iets weigeren. Dezer dagen spraken we over de nu eindelijk op han den zijnde actie: „Voor God" waarin wij met heel de acti viteit van „DIT is leven" in schuiven. op de welwillende uitnodiging van mr A. Die- penbrock. Natuurlijk doet Pater Jelsma ook hieraan mee. Hij beseft wel heel duidelijk hoe nodig het is om de publieke opinie door talloze vooroordelen vergiftigd goed gericht en op de juiste manier christe lijk te beïnvloeden. komt, is goed. Waarom dan zo te keer gaan als er gesproken wordt over het genieten, zo zelfs dat dit woord een onaangename klank heeft gekregen? Het schijnt wel of met betrekking daartoe, iedere stap ge zien wordt als een bedrijven van het kwaad zelf. Dit hebben we te danken aan de eeuwenlange houding vanuit een wel be grijpelijk, maar foutief standpunt. En dat men niet straffeloos het goede in de men selijke natuur tegenwerkt, al is het dan z.g. ten bate van het bovennatuurlijke leven, blijkt wel uit de steeds sterker toenemende geestesziekten, waarvan neu rose en allerlei psychische afwijkingen de onzalige vruchten zijn. Om een juiste waardering Daarbij komt dat wij door een onjuiste waardenschatting terrein verliezen op ongelovigen, die op dit punt vaak een gezonde en reëler kijk hebben. Zeker, niet elke vorm van genieten is voor ons aanvaardbaar. Maar de bestaande exces sen worden niet tegengegaan door een negatieve, afwijzende houding aan te nemen, maar positief een gezonde en juiste houding. Door te wijzen op het geoorloofd genot en het goede tot zijn recht te laten komen. Ik las laatst ergens: de wereld gaat aan vlijt ten gronde. Daar is iets van waar. We kunnen niet meer genieten. Alles moet zijn nut hebben. En als we al eens een keer uit de band springen, dan is het geen genieten meer, maar een vlucht uit de spanning, dan is het een echt „uit de band springen". De vacanties zijn begonnen. Heerlijke dagen. We moeten proberen dan eens echt te „genieten". Dan zullen we tot rust komen. Ik bedoel hier heus niet mee, dat we grote en verre reizen moeten maken, maar eens echt rustig kunnen zijn: in de natuur, aan de zee. En dit nu niet, omdat ik morgen fris wil zijn, maar om dat het zo goed is, enkele ogenblikken onbezorgd te zijn, A. v. d. BRAGT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 7