De ontvoering van Betty Mel j ado
Tegen ontkennende verdachte
een jaar geëist
Het bezoek van president Coty
aars s EfiryssM;
Rotterdamse Graanmarkt
Uienteelt in gevaar
De Indonesische handelsschuld
aan Japan
Vier doden per dag eist verkeer
op Belgische wegen
Molotof wijkt geen duim
breeds
m
Zeeuwse bruine verdween voor de gele
Op nieuwe vruchteloze ontmoeting
Verdediger: Alleen uit medelijden gehandeld
„Ik heb het niet
gedaan
Raadsman werpt geheel
ander licht op de zaak
Hij kent ons land als toerist
Pleidooi voor kwaliteit en niet grootste Opbrengst
Nog geen beslissing over uitstel van betaling
Treurig record noopt tot strenge maatregelen
Varkens aanmerkelij k
duurder
ZATERDAG 17 JULI 1954
PAGINA 13
Historische achtergrond
Hoe kwam verdachte in contact-
met pleegmoeder van Betty
Ontvoering in Den Haag
Ook de rechtsstaat
Grondbeginselen van kinder
bescherming in t geding
De eerste maal was dat in Juli 1911, toen president Armand Fallièrcs
een bezoek bracht aan Koningin Wilhelmina. Voor president Coty betekent
de reis naar ons land het eerste officiële bezoek, dat bij in bet buitenland
brengt.
BEPERKTE VRAAG
Geschenken
Geen opzet
Vrijspraak enig-bevredi
gende oplossing
Na sluiting der handelsover-
eenkomst
Andere betrekkingen
Vandaag arriveert
Bedell Smith
Dulles over Parijsbesluit
ENGELSE VRACHT
TARIEVEN
Index practisch onveranderd
in Juni
Richtprijs voor baconvarkens
met 6 cent omhoog
VEILINGGEBOUWEN TE
LISSE GEOPEND
NEDERLANDER TE SPA
GEARRESTEERD
(Van onze redacteur)
Zoals wij in een deel onzer editie van gisteren nog konden mededelen,
l'eeft de Officier van Justitie bij de Amsterdamse rechtbank, mr J. P.
Hartsuiker, tegen mevrouw Langendijk-Van Moorsel, die verdacht wordt
van ontvoering en verberging (subs, medeplichtigheid daaraan) van het
Joodse oorlogspleegkind Betty Meljado, een gevangenisstraf van één jaar
geëist, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie
jaar en aftrek van de preventieve hechtenis.
De terechtzitting is in een heel rustige sfeer verlopen. Er deed zich niets
schokkends voor. De president, mr R. P. Cleveringa, maakte slechts nu en
dan enige ironische opmerkingen n.a.v. de verklaringen van de verdachte en
getuigen. Zo constateerde hij op een gegeven moment, dat het geheugen
van de opgeroepen getuigen steeds slechter werd. Inderdaad kwam er bij
velen van de 21 verhoorde getuigen niet veel positiefs uit hun mond. Ook
Petty zelf, de kroongetuige in dit proces, was veel van het gebeurde verge
ten en antwoordde vaak slechts aarzelend. Het kind, dat op 11 Juli j.l.
veertien geworden is, zag er bleek en ouwelijk uit.
De verdachte zelf ontkende al het
ten laste gelegde.
Vlak vóór het requisitoir van de offi
cier voelde de president haar nog eens
aan de tand en gooide het toen over
de levensbeschouwelijke boeg. Is het
niet zo dat M. uit godsdienstige over
wegingen tegen beter weten in ontkent,
zo vroeg hij haar. Neen, was haar be
scheid.
Pres.: Is u er ooit van geestelijke zijde
op gewezen, dat dit zo'n ernstig mis
drijf is, waarop een hoge straf staat?
Heeft u over deze zaak contact gehad
met de deken?
Wederom ontkende zij. Wel had ze
met de deken over Anneke Beekman
gesproken.
Pres.: Heeft u steeds beseft, dat ont
voering van een kind een zwaar mis
drijf is?
Verd.: Nooit, want ik heb het niet
gepleegd.
Toen was het woord aan de Officier
Van Justitie en deze kwam na een uit
voerig requisitoir tot de conclusie, dat hij
bewezen achtte medeplichtigheid aan het
onttrekken van Betty aan het over haar
Jvettig gestelde gezag (punt I der ten
lastelegging) en het plegen van het mis
drijf van artikel 280 Wetboek van Straf
recht, doordat verdachte Betty na de
ontvoering heeft verborgen (punt II).
In het begin van zijn requisitoir schet
ste mr Hartsuiker in kort trekken de
(wereld)historische achtergronden van
dit proces: De Jodenvervolgingen gedu
rende de laatste wereldoorlog zijn er de
oorzaak van, dat wij thans worden ge
confronteerd met de problematiek van
de Joodse oorlogspleegkinderen.
De zaak van Betty Meljado en Anneke
Beekman staat niet op zichzelf. In Frank
rijk heeft men de zaak „Finally gehad,
Welke in vele opzichten gelijkt op die
van onze verdwenen oorlogspleegkinde
ren, aldus de officier.
Vervolgens ging hij in op het geval-
®"tty Meljado. Hij bracht hierbij eerst
"Ulde aan mej. Van Hoogdalem, de ge
lezen pleegmoeder van Betty, die met
veel liefde en toewijding en met inzet
Van haar eigen leven het Joodse meisje
heeft verzorgd.
Hoe is nu de verdachte met deze mej.
v. Hoogdalem, die in Heerlen woonde, in
contact gekomen? Sinds 1946 woonde een
zuster van verdachte, B. van Moorsel,
op kamers bij mej. Hoogeland te Heerlen.
Deze zuster was aldaar secretaresse van
de heer C. B., thans vertegenwoordiger,
destijds pater franciscaan en bekend on
der de naam van pater Amon, die ook
tot de getuigen behoorde. Via genoemde
mej. Hoogeland nu is het contact gelegd
tussen mej. V. Hoogdalem en de gezusters
Van Moorst.
Wat de ontvoering in Den Haag be
treft bij de voorbereidingen hiertoe is
volgens de officier het initiatief van ver
dachte uitgegaan. Hij baseert zich hierbij
op een brief van de particuliere recher
cheur Van Kessel, die gisteren pi. ge
hoord werd als getuige aan mej Van
Hoogdalem. Deze rechercheur schrijft
hierin van mej. G. van Moorst (verdach
te) opdracht gekregen te hebben om te
onderzoeken, waar Betty was (eind imn
eh tevens te proberen haar weer terug
t| brengen in de macht van mej. van
Hoogdalem.
Op 31 Januari 1948 trok verdachte de
yPdracht in, voorgevende, dat ze zelf het
ïvr 8evonden had. Dit was echter niet
d de kosten werden te hoog. Hier-
-rde gemeentedeurwaarder van
kennis (ook als getuige ge
hoord) ngeschakeld om nasporingen te
doen. D e deurwaarder wist. aldus de
ofHcier. OP v<;rzoek van verdachte op 3
•Maart 1948 een ontmoeting tussen Betty
en haar ex-pleegmoeder te arrangeren bij
de zenuwarts dr A. Aalbers on het
Medisch Opvoedkundig Bureau te Am
sterdam met als doel het adres, waar
■Betty toen in Den Haag verbleef het
kindertehuis „Femke destijds onder lei
ding staande van mevr. Katan van haar
te weten te komen.
Buiten het bureau liep de verdachte te
wachten en heeft gepoogd, toen Betty met
ttievr. Katan naar buiten kwam, in hun
taxi mee te rijden. Dit werd gisteren
verklaard door mevr. Katan die de ver-
dachté zonder bril herkende als de
dame, die vroeg of ze met de taxi mee
mocht rijden.
Uitvoerig behandelde de officier ver
volgens de ontvoering in Den Haag in
Mei 1948 en het hierna gebeurde. Als
een kwade genius heeft verdachte mej.
v. Hoogdalem beïnvloed en zij heeft
zelf ook actief deelgenomen aan het
doen verdwijnen van Betty, aldus spr
Hij achtte, zoals gezegd, medeplichtig
heid aan het onttrekken van Betty aan
het wettig over haar gestelde gezag be
wezen, hierbij uitgaande van een rui
me interpretatie van het begrip .ont
trekken" in art. 279 W. v. Strafrecht.
Hieronder valt niet alleen het oppak
ken van het meisje op de openbare
weg dit geschiedde volgens de ge
tuigenverklaringen door mej. v. Hoog
dalem, die hiervoor in 1948 tot één jaar
gevangenisstraf, waarvan 6 maanden
voorwaardelijk is veroordeeld. Zij zelf
ontkende dit echter gisteren, toen zij
als getuige onder ede hierover werd
verhoord maar ook het direct na dat
oppakken wegvoeren naar Haarlem, al
dus de officier.
Hij beriep zich hierbij op een recent
arrest van de Hoge Raad te dezer zake.
Wat de feiten betreft, baseerde hij zich
lijnrecht ingaan tegen een rechterlijke be-| ledige tragedie gezorgd, aldus spr. Mej. v.
slissing grote onrust verwekt in een ge
ordende maatschappij. Verdachte kan in
deze zaak geen bei iep doen op de diep
menselijke gevoelens van wederzijdse aan
hankelijkheid en genegenheid tussen
pleegmoeder en pleegkind. Deze spelen
hier geen rol, want verdachte was niet
de pleegmoeder. Zij had met Betty niets
van doen.
De grondbeginselen van de kinderbe
scherming zijn hier in het geding. Deze
verdachte is er de oorzaak van, dat het
meisje tot nu toe niet aan een normale
ontplooiing is toegekomen. Zij heeft het
op haar geweten, dat dit kind jarenlang
moesf onderduiken en leven onder een
valse naam (Betty v. Laar). Zij is er
de oorzaak van, dat dit kind op zeer
jeugdige leeftijd al omringd is gewor
den met heimelijkheid en bedrog.
Het moet voor ieder loyaal rechtsge-
noot verontrustend zijn, zo vervolgde hij,
dat verdachte bij het plegen van zovele
strafbare feiten zoveel hulp heeft gevon
den bij een enkele R.K. geestelijke ge
noemde pater Amon en drie klooster
superieuren. Pater Amon heeft daadwer
kelijke steun verleend door Betty (met
Anneke) naar België te vervoeren om
haar in een klooster te verbergen. De
moeder-overste van het klooster Mariën-
burg te Bussum, alsook die van het kloos
ter „Ave Maria" te Valmeer en van het
klooster te St Geertruiden (waar Betty
op 13 Maart j.l. is gevonden) hebben
Betty verborgen in haar kloosters Zij heb
ben hierdoor de verdachte niet alleen
gestijfd in het kwaad, maar ook zelf de
strafwet overtreden, aldus de officier. De
moeder-overste te Valmeer heeft echter,
naar zij heeft gezegd in een verklaring,
die ter zitting werd voorgelezen ze was
verhinderd als getuige naar Amsterdam
te komen dat zij het voor kort niet
geweten heeft, dat de beide Joodse kin
deren door de Justitie in Nederland
werden gezocht.
Niet alleen de kinderbescherming is
hier echter in het geding, betoogde de
officier, maar ook de rechtsstaat. Want
één der kenmerken van de rechtsstaat is
de rechtsgelijkheid. De wet bindt eenieder
zonder onderscheid en iedereen zonder
onderscheid moet zich gebonden weten
door een rechterlijk vonnis of beschik
king. Door de eigen-richting, waarmede
verdachte, daarbij gesteund en gestijfd
door verschillende personen uit eenzelfde
volksgroep, waaronder zelfs geestelijken,
zich aan de concrete beslissing van de
rechter niet heeft gestoord, is deze
rechtsgelijkheid met voeten gestreden. De
te dezen op verklaringen van S. Wil- r laakbaarheid van verdachte is groter dan
lard en diens zoon, in het vooronder- die van mej. v. Hoogdalem, omdat ver-
Tn«lr «-»rr/4 rl o rri efpron nle Cïotm-ia i -ï -- - A
zoek afgelegd, die gisteren als getui
gen van het verschoningsrecht gebruik
maakten. Zij zijn n.l. familie van ver
dachte.
En zij heeft volgens de officier ook het
delict van art 280 W. v. Strafrecht ge
pleegd. Toen het kind eenmaal ontvoerd
was, is het kennelijk deze verdachte ge
weest, die het heeft verborgen in het
klooster te Bussum en Vaimeer (in Bel
gië). Naar Betty als getuige vertelde,
heeft verdachte haar van Haarlem, waar
het kind eerst bij een zuster van ver
dachte E M. v. Moorst was verborgen,
naar hét klooster „Mariënburg" te Bussum
gebracht. Verdachte ontkende dit echter.
Bovendien, aldus de officier, heeft zij op
1 Juni 1948 tegenover de hoofdagent
Nennink geweigerd de verblijfplaats van
Betty te noemen, hetgeen ook een over
treding is van artikel 280.
Wat de strafmaat aangaat, allereerst zij
bedacht, aldus mr Hartsuiker., dat het
dachte niet de pleegmoeder was van
Betty en zij dus in ieder geval dit kind
met rust had moeten laten.
De raadsman van verdachte, mr M, M
G. Th. de Kort wierp in Zijn pleidooi een
heel ander licht op de zaak. In de kwestie
van de Joodse pleegkinderen zijn drie
partijen betrokken, aldus de raadsman
de Justitie, de pleegmoeders en de Joodse
gemeenschap. Ieder heeft op eigen niveau
gelijk. Wat de Joodse gemeenschap be
treft, zij zit al eeuwen in de hoek, waar
de klappen vallen en in de laatste oorlog
heeft zij het wel bijzonder hard te ver
duren gehad: Het is begrijpelijk, dat zij
nu tracht de verstrooide kudde te ver
zamelen.
Vervolgens ging mr De Kort de histo
rie van de zaak na, bezien uit het stand
punt van de verdachte. De na-oorlogse
wetgeving heeft in dit geval voor een vol-
Als president Coty binnen enkele dagen naar ons land komt, is dat bet
tweede officiële bezoek, dat een Franse president aan ons land breng..
In een bijeenkomst met journalisten
heeft de Franse ambassadeur bij ons hof,
de heer Jean-Garnier, zijn president ge
schetst als een zeer hartelijke, vriende
lijke en gevoelige figuur. Hij kent ons
land al als toerist en zal hier komen als
een vriend, die zijn vrienden weer gaat
ontmoeten. In zijn jeugd bezocht de presi
dent Walcheren en tal van plaatsen in
Zeeland; hij zou daar graag tijdens zijn
bezoek heengegaan zijn per helicopter,
maar het grote programma en de afstan
den laten zulks niet toe.
De president is niet bang voor ontvang
sten; hij houdt er juist van mensen te ont
moeten en te spreken. De president ts een
°ud advocaat en een goed redenaar; hij
heelt in het algemeen zijn redevoeringen
niet voorbereid. Hij staat op het stand
punt, dat de welsprekendheid gebaseerd
moet zijn op de oprechtheid en dat de
improvisatie de beste garantie is voor de
oprechtheid.
De president en mevrouw Coty zijn
zeer getroffen door de uitnodiging van
Koningin Juliana. Het bezoek vormt in
het gezin van de president al enkele
weken het gesprek van de dag. Mevrouw
Cntv zelf grootmoeder in hart en nieren,
verheugt er zich op ook prinses Wilhel-
mHet bezoeS^aTpresident Coty aan ons
in Frankrijk Zoahi de Franse ambassadeur
meedeelde, is de ooa 0D de
XiodT'd^d^minister-pr^dent^zieh
kwIstifindo-China, na dfe periode mori-
na^hef8recekmrnen'worden behandeld.
(Bericht van A. Bosman, Graanmakelaar)
Dc vraag bleef deze week op de Rotter
damse graanmarkt beperkt, doch de pril-
houden" Z'Ch in het algemeen goed
V"?:™™ yas Argentinië hoger en ver
schillende schippers kochten hier Juli en
Augustus aflad.ng terug, zuIks in verband
met yerladingsmoe. (jkheden door onbe
stendig weer en slechte aanvoer in het
exportland. Bovendien heeft deze week
vooral Belgic, doch ook Engeland vrfl
Srote posten maïs gekocht. Noord-Amerika
k°n hiervan profiteren en eveneens 2
bellow mais in ladende posities plaatsen.
In gerst waren het vooral Syrië en
evenefnf Noord-Afrika, welke de toon
•ingaven Syrië komt Tw lersTmèt
gewichten als 67'68 en 68'69 1sg. genst met
geringe bijmenging en deze g
®teeds meer afzet. heeft
Irak bleef wel iets te duur, doch heeft
in Engeland en Scandinavië 0mge-
den. In Canadagerst is er weinig
gaan. T piata
Rogge in stomende posities van La rw
bleef relatief goedkoop aan de markt,
doch op aflading is vrijwel geen aanbod
meer, zodat hiervoor tevergeefs goede
Premies geboden worden. Weliswaar kan
men van Canada op vrij spoedige levering
rogge kopen, doch de zaken hierin zijn nog
"iet goed op gang gekomen. Wel hebben
de Ver. Staten van Canada rogge gekocht.
Haver vond bij onveranderde prijzen
regelmatig kopers; het aanbod van Argen
tinië is klein. De laatste dagen was Zwit
serland koper van stomende partijen,
zodat het aanbod ook hierdoor zeer :s
verminderd.
Milo en kaffircorn bleven door aanbod
uit de tweede hand van stomende partijen
onder druk, toch waren er voor het lage
niveau waarop wij nu zijn aangekomen
meer kopers.
Koeken werden meer gekocht, zij het
dat de afnemers met angst de momenteel
hoge prijzen betalen, doch het aanbod van
de gewenste soorten blijft klein. Voor dis
ponibele soorten bleven de premies zeer
hoog.
Inlandse granen komen iets meer in de
belangstelling te staan. Het weer op ons
continent was dermate dnbestendig en
20 weinig zonrijk. dat men alge-
ver'ragingen van 14 dagen of
i"® m.oet rekening houden Recordoog-
-»men nu wel nergens te ver-
?e Producenten vrij alge
meen met het afgeven willen wachten tol
de toestand wat duidelijker is geworden
Momenteel kan men hier wel rogge
nieuwe oogst goedkoop kopen doch voor
gerst is men gereserveerdere terwijl haver
onveranderd te koop is.
De staatssecretaris van buitenlandse
zaken, de heer J. Guérin de Beaumont,
zal tijdens het bezoek aan Den Hiaag, een
onderhoud hebben met de minister van
Buitenlandse Zaken, mr J. W. Beyen.
Tijdens de ontvangst van de Franse
kolonie, op 22 Juli in de Franse ambassade
er worden 5 a 600 personen verwacht
zal aan president Réné Coty een zilve
ren sigarendoos worden aangeboden, met
de Franse en Nederlandse wapens daarop
in goud aangebracht.
Aan mevrouw Coty zal een vaas van
Delfts Blauw worden geschonken met
Nederlandse bloemen.
De heer J. Souiet, de vertegenwoordiger
in ons land van de Fransen in het buiten
land, zal dan het woord voeren.
Hoogdalem, heeft in de oorlog, omdatt de
Duitse politie er achter was gekomen, dat
zjj een Joods kind verborgen hield, op
vier adressen vertoefd. Zij gaf haar bedrijf
op ze was breister en na de oorlog
was haar spaargeld op. In 1947 achtte de
Commissie voor Oorlogspleegkinderen
(O.P.K.) overplaatsing van Betty naar
een ander pleeggezin gewenst. Mej. v.
Hoogdalem verzette zich hiertegen. Een
lid der O.P.K.-Commissïe, voorzien van
volmachten, heeft het kind toen op 3
Juli 1947 van school gehaald en in een
kinderhuis overgebracht.
Op sterke juridische gronden betoogde
de raadsman nu, dat dit optreden van de
O.P.K.-Commissie onwettig was. Ze had
niet het recht volmachten af te geven
buiten de Justitie om. Mej. v. Hoogdalem
wist Betty hierna weer onder haar hoede
te krijgen en toen het meisje haar door
toedoen van O.P.K.-Commissie weer werd
ontnomen en naar Amsterdam overge
bracht, greep zij weer in en dook met het
kind, onder. In deze wanhoopssfeer heeft
zij dé hulp van verdachte gekregen. Deze
heeft geheel uit medelijden gehandeld
Zij heeft uit zuivere naastenliefde gead.
viseerd en geassisteerd.
Heeft zij daarbij de strafrechtelijke
grens overschreden?
De raadsman ontkende dit. Ten aanzien
van de ontvoering in Den Haag is haar
medeplichtigheid niet bewezen. De ver
klaringen van de beide Williards zijn vol
gens mr De Kort niet betrouwbaar. Over
het vervoer van Betty van Haarlem naar
Bussum is niets positiefs uit de bus ge
komen. Betty zelf die vandaag verklaar
de, dat verdachte bij dit vervoer was, is
op dit punt drie maal van standpunt ver
anderd.
De raadsman wees hierbij ook nog op
een verklaring van een getuige a déchar
ge, die niet was komen opdagen, n.l. A.
v. d. Meer.
Deze heeft als conducteur op de avond
van 6 Mei H*48 een dag na de ontvoe
ring in de trein de kaartjes geknipt
van een dame en een meisje op weg van
Utrecht naar Heerlen, die hij later her
kend heeft als mej. Hoogdalem en Betty.
Hoe is dit te rijmen met het vervoer van
Betty van Haarlem naar Bussum?
Volgens de Officier heeft verdachte
het vervoer van Betty naar het klooster
te Valmeer voorbereid. Hij beroept zich
hierbij °P ee(\ verklaring van de moe
der-overste Deze verklaring is
echter niet yolJedig, aldus mr De Kort.
Op 22 Juni 1"84 heeft de moeder overste
nader verklaard, dat het haar totaal on
mogelijk is <uch te herinneren, of over
Betty is gesproken, toen verdachte haar
indertijd met de aul° een bezoek bracht.
Kunnen de feiten en vermoedens tot een
veroordeling leiden? Neen, oordeelde de
raadsman. De bewuste artikelen van het
W.v.Strafrecht (279 en 280) eisen opzet.
Welnu, deze is niet bewezen. Verdachte
noch Betty's pleegmoeder wisten, dat op
5 April 1948 Betty onder voogdij van de
O.P.K.-Commissie was geplaatst.
Verdachte was bovendien omstreeks de
tijd van de ontvoering van Betty juist
doende door de rechtbank te Amsterdam
de voogdij over haar pleegkind Anneke
Beekman toegewezen te krijgen.
Op 5 Mei 1948, een dag na de ontvoe
ring, werden de pleidooien in deze zaak
gehouden. Dat verdachte daags tevoren
naar Den Haag zou zijn geweest om een
ander kind te ontvoeren, vond mr De
Kort psychologisch ondenkbaar. Noch met
het vervoer naar Haarlem noch met het
„kwartier maken" aldaar heeft verdachte
iets te maken gehad.
De Haagse rechtbank heeft mej. v.
Hoogdalem vrijgesproken, omdat het ten
laste gelegde verborgen houden van 4
Mei tot 19 Mei 1948 niet bewezen werd
geacht. Zij was de hoofddader. Hoe kan
dan nu medeplichtigheid aan een daad
waarvoor de hoofddader is vrijgesproken,
gestraft worden? De raadsman bestreed
vervolgens met tal van juridische argu
menten de dagvaarding. Het begrip „ont
trekken" heeft de officier z.i. te ruim ge
nomen.
Vrijspraak, concludeerde spr., is de enig
bevredigende oplossing. De eis van de
officier, zo stelde hij in het licht, staat aan
de top van de straffen, die bij overtreding
van de artikelen 279 en 280 W. v. Straf
recht gegeven zijn. Het gaat hier om
menslievende gedragingen. Deze zaak
moet snel vergeten worden. Allereerst in
het belang van het kind. Betty moet van
de voorpagina's der kranten verdwijnen.
Verder zou door een zware straf, aldus
de raadsman, een zware hypotheek ko
men te rusten op een minderheid, die
eens weer de hulp van een andere meer
derheid van het Nederlandse volk zal
moeten inroepen. Zal men zich dan niet
de les uit deze geschiedenis herinneren?
Verdachte heeft nog meer voor de boeg.
Zij heeft een abonnement op deze rechts
zaak. Zelfs al is men overtuigd van haar
schuld, dan moet hier de hand over het
hart worden gestreken.
In het requisitoir deelde de officier nog-
mede, dat het onderzoek in de zaak- §ln2. hartelijk welkom. Detze laatste kon
Anneke Beekman nog voortduurt. De,ln de drukke vergadering een causerie
Van onze correspondent)
Er is de laatste twee jaren op Goeree-Overflakkee grote deining om
dc uit, het product, dat iedere Flakkeese boer, grote of kleine, teelt en
dat het grote speculatieproduct van de streek is. Menigmaal heeft de
uieneelt enorme kapitalen in het Flakkeese laatje doen vloeien, maar er
zijn ook jaren, waarin de teelt mislukt of de prijzen zo laag zijn, dat
er met verlies gewerkt wordt. En even goed als een goede oogst de gehele
bevolking in de revenuen doet delen mede vanwege de deelteelt zo
zetten de tegenvallers voor een geheel jaar hun stempel op het
welvaartspeil.
En nu heeft men al een paar jaar te
doen gehad met zulke tegenvallers. Af
gezien van de watersnood, die de teelt
natuurlijk bijkans geheel stil legde (die
was slechts in de paar droog gebleven
polders mogelijk) heeft de meest ge
vreesde ziekte in de uien, het koprot,
dusdanig huisgehouden, dat de opbreng
sten tot de helft van normaal daalden,
terwijl bovendien door de zeer vermin
derde kwaliteit de Nederlandse uien-
export (waarin Flakkee voor een derde
voorziet!) in groot gevaar komt. Begrij
pelijkerwijze apprecieert het buitenland
geen rotte uien. Aan deze ernstige zaak
heeft men in Januari een „uiendag" te
Goes gewijd, maar door de juist inval
lende strenge vorst konden maar weini
gen van Flakkee die bijwonen, zodat
Donderdag j.l. de Vereniging voor Be
drijfsvoorlichting Goeree-Overflakkee 'n
„uienavond" hield in Hotel Spee te Som-
melsdijk, waarop de uientelers him hart
konden luchten tegenover de uiendes-
kundige bij uitnemendheid, dr ir Van
Beekom, rijkslandbouwconsulent te Goes
De belangstelling voor deze vergade
ring was uitermate groot; van Ouddorp
tot Ooltgensplaat waren de uientelers en
commissionnairs er op af gekomen. De
voorzitter van de organiserende vereni
ging, de heer Joh. Mol uit Stad aan 't
Haringvliet, presideerde en heette naast
dr ir n. Beekom ook de hoofdambtenaar
de heer De Jonge van Staatsbosbeheer,
belast met de afdeling Landschapsverzor-
personen, die de hand hebben gehad in
het ontvoeren, verbergen en verborgen
houden van dit kind, waartoe ook de ver
dachte behoort, staat nog een vervolging
te wachten.
In zijn repliek bleef mr Hartsuiker bij
zijn conclusie, dat de ten laste gelegde
feiten bewezen zijn.
De rechtbank zal 27 Juli a.s. om half
tien uitspraak doen.
houden over de herbeplanting van Flak
kee en heeft mede door vele lantaarn
plaatjes zeker de harten van de landbou
wers warm gemaakt voor rijke herbe
planting hunner boerderijen.
Evenmin als naar sprekers en veler
anderer mening Billy Graham in geeste
lijke zin het verlossende woord heeft ge
sproken zei ir Van Beekom dit te kunnen
doen ten aanzien van de slechte kwaliteit
der uien en met name niet ten aanzien van
Over de handelsschuld van Indonesië aan
Japan, over de terugbetalingen verneemt
P.I. Aneta van bevoegde zijde, dat het hier
in eerste instantie gaat om een bedrag
van 60 millioen. Voor dit bedrag heeft
Indonesië in Japan aankopen gedaan in
de periode voordat in JUnj 1052 tussen de
beide landen een handelsovereenkomst
werd gesloten. Voor de terugbetaling van
dit bedrag was met Japan een accoord ge
sloten.
Het accoord hield in, dat Indonesië de
schuld zou aflossen in vier termijnen: op
30 Juni 1954 10 millioen, op 30 Juni 1955
15 millioen op 30 Juni l956 15 millioen
en op 30 Juni 1957 14 millioen. Voor het
resterende bedrag van 6 millioen zijnde
10 pet. van deze schuld, was een speciale
regeling overeengekomen. Japan zou na
30 Juni 1957 voor dit bedrag producten
kopen van Indonesië.
De schuld van 8 60 millioen, zo vernam
P.I. Aneta uit deze bron, was dus onstaan
in een periode, dat er nog geen handels-
aceoord bestond tussen Indonesië en Ja
pan. Indonesië had toen veel nodig en
heeft naar deze behoefte aankopen ver
richt in Japan. Op de achtergrond van
deze transacties zou inderdaad de ge
dachte hebben gestaan, dat het bedrag
wel verrekend zou kunnen worden met de
herstelbetalingen, die Japan nog aan In
donesië verschuldigd was.
Intussen was Indonesië niet in staat
enig bedrag te voldoen, toen duidelijk
bleek, dat de kwestie van de herstelbe
talingen hiervan gescheiden bleef. De Ja
panse regering overhandigde Djakarta
hierop een nota, waarin werd aangedron
gen op de inlossing van de eerste termijn
van 10 millioen.
In antwoord hierop verzocht de Indone
sische regering in een antwoordnota om
een bespreking, waarin overleg zon kun
nen worden gepleegd over de terugstor-
ting, en waarin tevens voorshands om
uitstel van betaling werd verzocht. Op dil
verzoek heeft Tokio tot dusver nog niet
geantwoord.
In Juni 1953 sloten Indonesië en Japao
een handelsovereenkomst die 30 Juni 1951
afliep. In de looptfjd van deze overeen
komst kreeg Indonesië een deficit van
90100 millioen. Tot en met Mei bedroeg
de handelsschuld van Indonesië aan Ja
pan over deze periode 84.396.000.
Ook in verband met de gesloten handels
overeenkomst is een speciale regeling ge
troffen voor de aflossing van het deficit
In grote trekken zijn beide landen overeen
gekomen, dat van het deficitbedrag pe-
jaar 5 millioen contant zou worden af
gelost. ongeacht de grootte van het deficit.
Het resterende deel van het deficit zou
worden afgelost In voor beide landen aan
vaardbare valuta.
Volgens deze regeling zou Indonesië de
contante jaarlijkse aflossing van 5 mil
lioen voor 1954, voor 15 Augustus 1954
moeten betalen. Voor het deel, dat in een
voor beide partijen aanvaardbare valuta
zou worden afgelost, had Indonesië op 1
Juli 1954 een bedrag van ruim 1 millioen
moeten betalen.
Tenslotte deelde men van bevoegde zijde
mede, dat zolang er geen nieuwe handels
overeenkomst was aangegaan tussen Indo
nesië en Japan, het deficit van Indonesië
niet zou toenemen, aangezien alle aanko
pen thans tegen contante betalingen wor
den verricht.
Over de handelsbetrekkingen van In
donesië met de landen van achter het
ijzeren gordijn, vernam P.I. Aneta uit deze
bron, dat de uitvoering van de met die
landen aangegane accoorden nog op moei
lijkheden stuit. Een van de grootste
noemde men de stroeve levering die zou
worden veroorzaakt door de typische eco
nomische structuur van de betrokken lan
den.
Een gunstige uitzondering hierop noemde
men Hongarije, met welk land onlangs de
gesloten handelsovereenkomst is verlengd.
(Van onze Brusselse correspondent)
Ondanks herhaalde waarschuwingen in de pers en door instanties die
met het verkeer langs de wegen hebben te maken, hebben in het zojuist
afgelopen eerste halfjaar van 1954 niet minder dan 762 personen op de
wegen van België het leven verloren tengevolge van verkeersongevallen.
Voor het gehele jaar 1951 bedroeg hetl Op de wegen buiten de agglomeraties
aantal slachtoffers 792. In 1952 waren er vielen 422 doden, 290 overleden in hospi-
TO O v\ Ivi 1 flKO TOO TlJTrtrt trvo n -.4 Ti nh Uinw n 1-11—nl- CA
739 en in 1953 702. Men vraagt zich hier,
gezien het hoge cijfer van het eerste half
jaar van 1954, niet zonder bezorgdheid af,
welk tragisch recordcijfer geheel dit jaar
zal brengen.
Er werd gisterenavond te Genève eindelijk weer een communiqué
gepubliceerd. Het was het kortste stuk proza, dat hier in al de weken,
cat <e conferentie duurt officieel aan de wereld ter lezing werd aan.
gc o en. I et was bovendien in sibyllijnse bewoordingen opgesteld: „Deze
aion e jen informele besprekingen plaats gevonden tussen de twee
voorzitters eer conferentie en de leider der Franse delegatie over het werk
der conferentie". Dat was alles.
Dc ontmoeting tussen Molotof, Eden en Mendès-France, welke op
bovenstaan e wijze werd beschreven, werd gehouden in de residentie
van minister en op een initiatief van Mendès-France, die het tempo
wenste op te voeren en daarbij de steun kreeg van zijn Britse collega.
Naar uit conferentiekringen verluidde
was de ganse dag weer besteed aan het
touwtrekken rond de verschillende con
cepten voor een overeenkomst. Zou het
's avonds gelukken de heer Molotof als
nog tot grotere inschikkelijkheid te be
wegen? Het communiqué drukt door zijn
absolute onbeduidendheid de nieuwe te
leurstelling uit. Molotof had In de twee
uur en twintig minuten niets prijsgege
ven van zijn eisen, zo kon men in goed-
ingelichte kringen vernemen.
Ondanks deze minder gunstige berich
ten blijft men in diplomatieke kringen te
Genève en te Parijs de optimistische
zienswijze huldigen, dat premier Mendès-
France voor de fatale datum het bestand
er door za] halen, ondanks de „ernstige
moeilijkheden" welke het Parijse commu
nistische dagblad „Humanité" de Franse
premier gisteren dreigend voorspelde.
Het blad waarschuwde hem, in navolging
van het nog altijd nawerkende commu
nistische verwijt, over Dulles komst naar
Parijs, dat hij niet verstandig zou doen,
indien hij het Amerikaanse standpunt zou
volgen.
Dc f ranse premier echter schijnt wei
nig van zins aan deze aanmaning gevolg
te geven. De heer Bedell Smith, de Anie-
nkaanse onder-minister van Buitenland
se Zaken, die zich als gevolg van de
yai'Use ontmoeting naar de conferentie
begeeft, is gisterenmiddag uit Washing
ton vertrokken en Mendès-France heeft
reeds schikkingen getroffen voor een
onmiddellijke bespreking met hem en
Eden zodra Bedell Smith vanmiddag zijn
voet op Zwitserse bodem zal hebben ge
zet.
In Parijs is men van mening, dat Dulles
zich weliswaar heeft neergelegd bij een
verdeling van Vietnam, maar tevens er
de nadruk op heeft gelegd dat de rest
„de moeite van het verdedigen waard"
is. M.a.w., dat dezP rest deel zou moeten
uitmaken van zijn plan voor een Z.O.
Azië-defensiepact. Mendès-France zou te
vergeefs moeite gedaan hebben Molotof
te overtuigen, dat dit niet het vestigen
van Amerikaanse bases in Indo China
zou betekenen.
„Indien de V.S. geen gehoor hadden
gegeven aan de Franse verzoeken om
Amerikaanse vertegenwoordiging op mi
nisterieel peil op de Geneefse conferen
tie, zou de Amerikaanse positie in Europa
zijn verzwakt, aldus heeft de Amerikaan
se minister van Buitenlandse Zaken, Dul
les. Vrijdag in de senaatscommissie voor
Buitenlandse Zaken verklaard- Dit werd
na de vergadering door senator Wiley
aan verslaggevers medegedeeld.
De Amerikaanse minister zeide van
oordeel te zijn, dat als de V.S. onder
minister Bedell Smith niet naar Genève
hadden gezonden, zij de mogelijkheid van
bekrachtiging van het EJO.G.-verdrag
zouden hebben verkleind en misschien
zelfs afbreuk aan de N.A.T.O. zouden
hebben gedaan.
Het door de Engelse Scheepvaartkam u
samengestelde indexcijfer voor d^- vracht
tarieven in de wilde vaart bleef in Juni
practisch onveranderd op 77.6 (v.m. 7T »I
De index voor de tijdchartertarieven be
laandde op 64.2 vergeleken met 59.C n
Mei en 65.5 in April.
In scheepvaartkringen wordt ->r op ge
wezen, dat men zich bij de samenstelling
van de index voor tijdcharters lits.uitend
baseert op de betaalde bedragen en dat
geen rekening wordt gehouden met net
type schip dat gecharterd wordt
Voor snelle schepen kunnen veel betere
tarieven bedongen worden dan voor de
langzame, daar zij de reis in minder tijd
volbrengen. Men concludeert daarom uit
de cijfers voor Juni. dat gedurende dez^ j Meerssen is te Spa gearresteerd. Hij wordt
maand schepen van een betere klasse ge- l verdacht van het plegen van verscheidene
charterd werden. i inbraken in de buurt van Vervier».
talen en klinieken en 50 kwamen om in
de grote agglomeraties Brussel, Antwer
pen, Luik, Gent en Charleroi.
Deze cijfers betekenen, dat op de Bel
gische wegen elke dag vier personen om
komen als slachtoffers van het verkeer
Daar de vacantieperiode eigenlijk pas is
ingegaan, valt rekening te houden met de
mogelijkheid, dat dit hoge gemiddelde
nog zal toenemen.
België behaalt hier een allesbehalve
benijdenswaardig record. Natuurlijk zijn
de bevolkingsdichtheid en het buitenge
woon hoog aantal voertuigen daar niet
vreemd aan. Doch met wat meer tucht
en oplettendheid zou men niet elke dag
4 doden, 9 zwaar en 18 licht gewonden
moeten boeken.
Deze ongelukken hebben nog een ander
dramatisch aspect. Niet zelden zien wij
hier in bladen jammer genoeg zijn het
een paar R.K. Vlaamse bladen, die
daarbij het meest opvallen foto's af
gedrukt van ongelukken langs de weg in
hun schrille werkelijkheid: totaal in
elkaar gereden auto's, met daarnaast,
onder een of andere bedekking, de lijken
der slachtoffers op de plaats, waar zij ge
vallen zijn. Dat is een „sensatie", die
beter achterwege zou kunnen blijven.
Nog in het zojuist afgelopen halfjaar
van 1954, boekte men in België 4404 ern
stige ongevallen op de buitenwegen, dus
buiten de agglomeraties. In 86 gevallen
zijn de aanrijdende automobilisten op de
vlucht gegaan, zonder zich over hun
slachtoffers te bekommeren. Een delict,
dat ook hier zeer streng wordt gestraft.
Niet minder dan 1630 personen werden
bij die 4404 ongevallen zwaar gewond.
Daarnaast waren er 3380 lichtgewonden.
In 2006 gevallen beperkten de aanrijdin
gen zich tot stoffelijke schade.
De oorzaken van al deze ongevallen
zijn legio, zoals: onvoorzichtigheid, geen
rekening houden met de voorrang, over
dreven snelheid, slippen, op gevaarlijke
punten anderen voorbijrijden, dronken
schap, niet aangeven der richting slechte
verlichting, enz. Slechts in een twintigtal
gevallen was mechanisch defect de oor
zaak van ongelukken.
De overheden zijn er van overtuigd, dat
onvoorzichtigheid gebrek aan tucht en
dronkenschap de voornaamste oorzaken
van botsingen zijn Zij beweren, dat zij
daar uiterst streng tegen gaan optreden.
het koprot. Dat vormt een ingewikkelde
geschiedenis. Vast staat dat men jaren
met veel en andere met weinig koprot
heeft. Misschien kan men door de inun
datie met zout water, die Flakkee er in
een paar jaar twee beleefde, nog meer
koprot gaan verwacht.
Voorts achtte spreker het een feit van
betekenis dat de behandeling van de ui
mechanisch is geworden (met de af-
staarter) hetgeen meer beschadiging
geeft, doch overigens begrijpelijk is we
gens de dure arbeidskrachten. Ten derde
is er een wijziging in het rassentype. Het
Zeeuwse Bruine type is zo goed als ver
dwenen en het is bekend, dat juist rode
uien veel meer bestand zijn tegen kop
rot. Omdat de Zeeuwse Bruine minder
opbrengsten geeft dan de gele uien heeft
men hem in de steek gelaten.
Spr. achtte het wenselijk dat er ge
zocht wordt naar machines, die minder
oeschadiging geven en dat men terug
moet grijpen op de Zeeuwse Bruine; de
selecteurs zijn daar altijd nog mede be
zig en spr. hoopte dat men er iets mee
bereiken zal!
Er ontstond een zeer langdurige en uit
voerige gedachtenwisseling tussen dr ir
Van Beekom en velen der aanwezige te
lers en handelaren. Hierbij kwam naar
voren, dat al te grote stikstofgiften de
houdbaarheid der uien oók niet ten goe
de komt en voorts bleek uit verscheidene
dedelingen, dat ook in de uienteelt
de uitzonderingen de regel bevestigen;
waar men het niet zou verwachten heeft
men weinig ziekte en omgekeerd. De
commissionnair J. Mastenbroek uit Som-
melsdijk. die over de uienkwaliteit in de
locale pers verscheidene balletjes heeft
opgegooid ging dieper in op de selecties
en meende zelfs, dat men bij het streven
naar een beste ui van een geheel ver
keerd ras is uitgegaan, hetgeen dr ir Van
Beekom echter weerlegde en ontkende,
waarbij deze kon putten uit de talloze
statistische gegevens, die hij in de loop
der jaren heeft verzameld bij het bestu
deren van de ui. zijn teelt enz.
Aan het eind van de avond gaf de
voorzitter het woord aan de voorzitter
van de Ned. Uienfederatie, de heer J. A.
van Nieuwenhuyzen uit Ooltgensplaat,
die meende, dat er geen oplossing nog
niet tenminste voor het koprot te ge
ven is.
Maar wel staat vast, dat ieder er aan
mede dient te werken om de ziekte bin
nen de perken te houden: door juiste
keuze van de grond, waarop men teelt,
door voorzichtige behandeling van het
product en door streven naar kwaliteits
verbetering, waarin de handel kan voor
gaan door voor de betere ui ook een be
tere prijs te betalen, waarvoor door de
Ned. Uienfederatie ai jarenlang gepleit
wordt. Helaas houdt men het bij de
grootste opbrengst. Overigens hoopte spr.
dat het de deskundige ir Van Doorn ge
lukken zal zijn zoeken naar een bestrij
dingsmiddel tegen het koprot met succes
te bekronen.
Blijkens het door het Landbouvl Econo
misch Instituut dienaangaande uitge
brachte rapport heeft de 2-maandelijkse
herberekening van de kostprijs van de
slachtvarkens een stijging te zien gege
ven van 6 cent per kilogram.
In overeenstemming hiermede heeft de
minister van Landbouw besloten met in
gang van 19 Juli a.s. de richtprijs voor
de baconvarkens 2e kwaliteit dienover
eenkomstig te verhogen en vast te stel
len op 2.38 per kg. koud geslacht ge
wicht.
Tegelijkertijd heeft 't bedrijfschap voor
vee en vlees de overnemingsprijs vast
gesteld op 2.42 per kg., zodat met in
gang van genoemde datum 4 cent per kg.
uit het Vleesfonds zal worden bijgedra
gen.
In Lisse is gistermiddag het gebouwen
complex van de Coöp. Bloembollenvei
ling H.B.G., het Hollands Bloembollen-
kwekersgenootschap, door de voorzitter
van de Kamer van Koophandel te Lei
den, de heer T. van Waveren geopend.
Deze legde in zijn openingsrede de na
druk op de plaats in de wereld-economie
van de handel, en van de bloembollen
veiling en de bloembollenhandel in het
bijzonder.
De voorzitter van het bedrijfschap voor
sierteeltproducten, dr A. J. Verhage, was
het met hem eens dat het dirigisme de
handel zou kunnen dood organiseren, in
deze tijd van internationaal dirigisme
dient evenwel aldus dr Verhage, ook m
Nederland een zekere orde te bestaan,
waarbij de handel echter een zekere mate
van vrijheid moet worden toegemeten.
Beide heren boden, evenals de voorzit
ter van de Bond van Bloembollenhande
laren. de loco-burgemeester van Lisse, op
vice-voorzitter van „Bloembollencultuur"
en de voorzitter van de Bond van Bloem-
bollenveilingen, de directie van de vei
ling H.B.G. hun gelukwensen aan met het
gebouw, waarin, zoals de heer /an Wa
veren het uitdrukte, de efficiëntie en de
aesthetica elkaar op gelukkige wijze de
hand drukken.
Met een druk op een knop werd het
mijntoestel door de heer Van "Vaveren
in werking gesteld, waarna de eerste vei
ling van bloembollen werd gehouden.
De 29-jarige Nederlander M. S. uit