De ontvoering van Betty Mel j ado Tegen ontkennende verdachte een jaar geëist Het bezoek van president Coty aars s EfiryssM; Rotterdamse Graanmarkt Uienteelt in gevaar De Indonesische handelsschuld aan Japan Vier doden per dag eist verkeer op Belgische wegen Molotof wijkt geen duim breeds m Zeeuwse bruine verdween voor de gele Op nieuwe vruchteloze ontmoeting Verdediger: Alleen uit medelijden gehandeld „Ik heb het niet gedaan Raadsman werpt geheel ander licht op de zaak Hij kent ons land als toerist Pleidooi voor kwaliteit en niet grootste Opbrengst Nog geen beslissing over uitstel van betaling Treurig record noopt tot strenge maatregelen Varkens aanmerkelij k duurder ZATERDAG 17 JULI 1954 PAGINA 13 Historische achtergrond Hoe kwam verdachte in contact- met pleegmoeder van Betty Ontvoering in Den Haag Ook de rechtsstaat Grondbeginselen van kinder bescherming in t geding De eerste maal was dat in Juli 1911, toen president Armand Fallièrcs een bezoek bracht aan Koningin Wilhelmina. Voor president Coty betekent de reis naar ons land het eerste officiële bezoek, dat bij in bet buitenland brengt. BEPERKTE VRAAG Geschenken Geen opzet Vrijspraak enig-bevredi gende oplossing Na sluiting der handelsover- eenkomst Andere betrekkingen Vandaag arriveert Bedell Smith Dulles over Parijsbesluit ENGELSE VRACHT TARIEVEN Index practisch onveranderd in Juni Richtprijs voor baconvarkens met 6 cent omhoog VEILINGGEBOUWEN TE LISSE GEOPEND NEDERLANDER TE SPA GEARRESTEERD (Van onze redacteur) Zoals wij in een deel onzer editie van gisteren nog konden mededelen, l'eeft de Officier van Justitie bij de Amsterdamse rechtbank, mr J. P. Hartsuiker, tegen mevrouw Langendijk-Van Moorsel, die verdacht wordt van ontvoering en verberging (subs, medeplichtigheid daaraan) van het Joodse oorlogspleegkind Betty Meljado, een gevangenisstraf van één jaar geëist, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar en aftrek van de preventieve hechtenis. De terechtzitting is in een heel rustige sfeer verlopen. Er deed zich niets schokkends voor. De president, mr R. P. Cleveringa, maakte slechts nu en dan enige ironische opmerkingen n.a.v. de verklaringen van de verdachte en getuigen. Zo constateerde hij op een gegeven moment, dat het geheugen van de opgeroepen getuigen steeds slechter werd. Inderdaad kwam er bij velen van de 21 verhoorde getuigen niet veel positiefs uit hun mond. Ook Petty zelf, de kroongetuige in dit proces, was veel van het gebeurde verge ten en antwoordde vaak slechts aarzelend. Het kind, dat op 11 Juli j.l. veertien geworden is, zag er bleek en ouwelijk uit. De verdachte zelf ontkende al het ten laste gelegde. Vlak vóór het requisitoir van de offi cier voelde de president haar nog eens aan de tand en gooide het toen over de levensbeschouwelijke boeg. Is het niet zo dat M. uit godsdienstige over wegingen tegen beter weten in ontkent, zo vroeg hij haar. Neen, was haar be scheid. Pres.: Is u er ooit van geestelijke zijde op gewezen, dat dit zo'n ernstig mis drijf is, waarop een hoge straf staat? Heeft u over deze zaak contact gehad met de deken? Wederom ontkende zij. Wel had ze met de deken over Anneke Beekman gesproken. Pres.: Heeft u steeds beseft, dat ont voering van een kind een zwaar mis drijf is? Verd.: Nooit, want ik heb het niet gepleegd. Toen was het woord aan de Officier Van Justitie en deze kwam na een uit voerig requisitoir tot de conclusie, dat hij bewezen achtte medeplichtigheid aan het onttrekken van Betty aan het over haar Jvettig gestelde gezag (punt I der ten lastelegging) en het plegen van het mis drijf van artikel 280 Wetboek van Straf recht, doordat verdachte Betty na de ontvoering heeft verborgen (punt II). In het begin van zijn requisitoir schet ste mr Hartsuiker in kort trekken de (wereld)historische achtergronden van dit proces: De Jodenvervolgingen gedu rende de laatste wereldoorlog zijn er de oorzaak van, dat wij thans worden ge confronteerd met de problematiek van de Joodse oorlogspleegkinderen. De zaak van Betty Meljado en Anneke Beekman staat niet op zichzelf. In Frank rijk heeft men de zaak „Finally gehad, Welke in vele opzichten gelijkt op die van onze verdwenen oorlogspleegkinde ren, aldus de officier. Vervolgens ging hij in op het geval- ®"tty Meljado. Hij bracht hierbij eerst "Ulde aan mej. Van Hoogdalem, de ge lezen pleegmoeder van Betty, die met veel liefde en toewijding en met inzet Van haar eigen leven het Joodse meisje heeft verzorgd. Hoe is nu de verdachte met deze mej. v. Hoogdalem, die in Heerlen woonde, in contact gekomen? Sinds 1946 woonde een zuster van verdachte, B. van Moorsel, op kamers bij mej. Hoogeland te Heerlen. Deze zuster was aldaar secretaresse van de heer C. B., thans vertegenwoordiger, destijds pater franciscaan en bekend on der de naam van pater Amon, die ook tot de getuigen behoorde. Via genoemde mej. Hoogeland nu is het contact gelegd tussen mej. V. Hoogdalem en de gezusters Van Moorst. Wat de ontvoering in Den Haag be treft bij de voorbereidingen hiertoe is volgens de officier het initiatief van ver dachte uitgegaan. Hij baseert zich hierbij op een brief van de particuliere recher cheur Van Kessel, die gisteren pi. ge hoord werd als getuige aan mej Van Hoogdalem. Deze rechercheur schrijft hierin van mej. G. van Moorst (verdach te) opdracht gekregen te hebben om te onderzoeken, waar Betty was (eind imn eh tevens te proberen haar weer terug t| brengen in de macht van mej. van Hoogdalem. Op 31 Januari 1948 trok verdachte de yPdracht in, voorgevende, dat ze zelf het ïvr 8evonden had. Dit was echter niet d de kosten werden te hoog. Hier- -rde gemeentedeurwaarder van kennis (ook als getuige ge hoord) ngeschakeld om nasporingen te doen. D e deurwaarder wist. aldus de ofHcier. OP v<;rzoek van verdachte op 3 •Maart 1948 een ontmoeting tussen Betty en haar ex-pleegmoeder te arrangeren bij de zenuwarts dr A. Aalbers on het Medisch Opvoedkundig Bureau te Am sterdam met als doel het adres, waar ■Betty toen in Den Haag verbleef het kindertehuis „Femke destijds onder lei ding staande van mevr. Katan van haar te weten te komen. Buiten het bureau liep de verdachte te wachten en heeft gepoogd, toen Betty met ttievr. Katan naar buiten kwam, in hun taxi mee te rijden. Dit werd gisteren verklaard door mevr. Katan die de ver- dachté zonder bril herkende als de dame, die vroeg of ze met de taxi mee mocht rijden. Uitvoerig behandelde de officier ver volgens de ontvoering in Den Haag in Mei 1948 en het hierna gebeurde. Als een kwade genius heeft verdachte mej. v. Hoogdalem beïnvloed en zij heeft zelf ook actief deelgenomen aan het doen verdwijnen van Betty, aldus spr Hij achtte, zoals gezegd, medeplichtig heid aan het onttrekken van Betty aan het wettig over haar gestelde gezag be wezen, hierbij uitgaande van een rui me interpretatie van het begrip .ont trekken" in art. 279 W. v. Strafrecht. Hieronder valt niet alleen het oppak ken van het meisje op de openbare weg dit geschiedde volgens de ge tuigenverklaringen door mej. v. Hoog dalem, die hiervoor in 1948 tot één jaar gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk is veroordeeld. Zij zelf ontkende dit echter gisteren, toen zij als getuige onder ede hierover werd verhoord maar ook het direct na dat oppakken wegvoeren naar Haarlem, al dus de officier. Hij beriep zich hierbij op een recent arrest van de Hoge Raad te dezer zake. Wat de feiten betreft, baseerde hij zich lijnrecht ingaan tegen een rechterlijke be-| ledige tragedie gezorgd, aldus spr. Mej. v. slissing grote onrust verwekt in een ge ordende maatschappij. Verdachte kan in deze zaak geen bei iep doen op de diep menselijke gevoelens van wederzijdse aan hankelijkheid en genegenheid tussen pleegmoeder en pleegkind. Deze spelen hier geen rol, want verdachte was niet de pleegmoeder. Zij had met Betty niets van doen. De grondbeginselen van de kinderbe scherming zijn hier in het geding. Deze verdachte is er de oorzaak van, dat het meisje tot nu toe niet aan een normale ontplooiing is toegekomen. Zij heeft het op haar geweten, dat dit kind jarenlang moesf onderduiken en leven onder een valse naam (Betty v. Laar). Zij is er de oorzaak van, dat dit kind op zeer jeugdige leeftijd al omringd is gewor den met heimelijkheid en bedrog. Het moet voor ieder loyaal rechtsge- noot verontrustend zijn, zo vervolgde hij, dat verdachte bij het plegen van zovele strafbare feiten zoveel hulp heeft gevon den bij een enkele R.K. geestelijke ge noemde pater Amon en drie klooster superieuren. Pater Amon heeft daadwer kelijke steun verleend door Betty (met Anneke) naar België te vervoeren om haar in een klooster te verbergen. De moeder-overste van het klooster Mariën- burg te Bussum, alsook die van het kloos ter „Ave Maria" te Valmeer en van het klooster te St Geertruiden (waar Betty op 13 Maart j.l. is gevonden) hebben Betty verborgen in haar kloosters Zij heb ben hierdoor de verdachte niet alleen gestijfd in het kwaad, maar ook zelf de strafwet overtreden, aldus de officier. De moeder-overste te Valmeer heeft echter, naar zij heeft gezegd in een verklaring, die ter zitting werd voorgelezen ze was verhinderd als getuige naar Amsterdam te komen dat zij het voor kort niet geweten heeft, dat de beide Joodse kin deren door de Justitie in Nederland werden gezocht. Niet alleen de kinderbescherming is hier echter in het geding, betoogde de officier, maar ook de rechtsstaat. Want één der kenmerken van de rechtsstaat is de rechtsgelijkheid. De wet bindt eenieder zonder onderscheid en iedereen zonder onderscheid moet zich gebonden weten door een rechterlijk vonnis of beschik king. Door de eigen-richting, waarmede verdachte, daarbij gesteund en gestijfd door verschillende personen uit eenzelfde volksgroep, waaronder zelfs geestelijken, zich aan de concrete beslissing van de rechter niet heeft gestoord, is deze rechtsgelijkheid met voeten gestreden. De te dezen op verklaringen van S. Wil- r laakbaarheid van verdachte is groter dan lard en diens zoon, in het vooronder- die van mej. v. Hoogdalem, omdat ver- Tn«lr «-»rr/4 rl o rri efpron nle Cïotm-ia i -ï -- - A zoek afgelegd, die gisteren als getui gen van het verschoningsrecht gebruik maakten. Zij zijn n.l. familie van ver dachte. En zij heeft volgens de officier ook het delict van art 280 W. v. Strafrecht ge pleegd. Toen het kind eenmaal ontvoerd was, is het kennelijk deze verdachte ge weest, die het heeft verborgen in het klooster te Bussum en Vaimeer (in Bel gië). Naar Betty als getuige vertelde, heeft verdachte haar van Haarlem, waar het kind eerst bij een zuster van ver dachte E M. v. Moorst was verborgen, naar hét klooster „Mariënburg" te Bussum gebracht. Verdachte ontkende dit echter. Bovendien, aldus de officier, heeft zij op 1 Juni 1948 tegenover de hoofdagent Nennink geweigerd de verblijfplaats van Betty te noemen, hetgeen ook een over treding is van artikel 280. Wat de strafmaat aangaat, allereerst zij bedacht, aldus mr Hartsuiker., dat het dachte niet de pleegmoeder was van Betty en zij dus in ieder geval dit kind met rust had moeten laten. De raadsman van verdachte, mr M, M G. Th. de Kort wierp in Zijn pleidooi een heel ander licht op de zaak. In de kwestie van de Joodse pleegkinderen zijn drie partijen betrokken, aldus de raadsman de Justitie, de pleegmoeders en de Joodse gemeenschap. Ieder heeft op eigen niveau gelijk. Wat de Joodse gemeenschap be treft, zij zit al eeuwen in de hoek, waar de klappen vallen en in de laatste oorlog heeft zij het wel bijzonder hard te ver duren gehad: Het is begrijpelijk, dat zij nu tracht de verstrooide kudde te ver zamelen. Vervolgens ging mr De Kort de histo rie van de zaak na, bezien uit het stand punt van de verdachte. De na-oorlogse wetgeving heeft in dit geval voor een vol- Als president Coty binnen enkele dagen naar ons land komt, is dat bet tweede officiële bezoek, dat een Franse president aan ons land breng.. In een bijeenkomst met journalisten heeft de Franse ambassadeur bij ons hof, de heer Jean-Garnier, zijn president ge schetst als een zeer hartelijke, vriende lijke en gevoelige figuur. Hij kent ons land al als toerist en zal hier komen als een vriend, die zijn vrienden weer gaat ontmoeten. In zijn jeugd bezocht de presi dent Walcheren en tal van plaatsen in Zeeland; hij zou daar graag tijdens zijn bezoek heengegaan zijn per helicopter, maar het grote programma en de afstan den laten zulks niet toe. De president is niet bang voor ontvang sten; hij houdt er juist van mensen te ont moeten en te spreken. De president ts een °ud advocaat en een goed redenaar; hij heelt in het algemeen zijn redevoeringen niet voorbereid. Hij staat op het stand punt, dat de welsprekendheid gebaseerd moet zijn op de oprechtheid en dat de improvisatie de beste garantie is voor de oprechtheid. De president en mevrouw Coty zijn zeer getroffen door de uitnodiging van Koningin Juliana. Het bezoek vormt in het gezin van de president al enkele weken het gesprek van de dag. Mevrouw Cntv zelf grootmoeder in hart en nieren, verheugt er zich op ook prinses Wilhel- mHet bezoeS^aTpresident Coty aan ons in Frankrijk Zoahi de Franse ambassadeur meedeelde, is de ooa 0D de XiodT'd^d^minister-pr^dent^zieh kwIstifindo-China, na dfe periode mori- na^hef8recekmrnen'worden behandeld. (Bericht van A. Bosman, Graanmakelaar) Dc vraag bleef deze week op de Rotter damse graanmarkt beperkt, doch de pril- houden" Z'Ch in het algemeen goed V"?:™™ yas Argentinië hoger en ver schillende schippers kochten hier Juli en Augustus aflad.ng terug, zuIks in verband met yerladingsmoe. (jkheden door onbe stendig weer en slechte aanvoer in het exportland. Bovendien heeft deze week vooral Belgic, doch ook Engeland vrfl Srote posten maïs gekocht. Noord-Amerika k°n hiervan profiteren en eveneens 2 bellow mais in ladende posities plaatsen. In gerst waren het vooral Syrië en evenefnf Noord-Afrika, welke de toon •ingaven Syrië komt Tw lersTmèt gewichten als 67'68 en 68'69 1sg. genst met geringe bijmenging en deze g ®teeds meer afzet. heeft Irak bleef wel iets te duur, doch heeft in Engeland en Scandinavië 0mge- den. In Canadagerst is er weinig gaan. T piata Rogge in stomende posities van La rw bleef relatief goedkoop aan de markt, doch op aflading is vrijwel geen aanbod meer, zodat hiervoor tevergeefs goede Premies geboden worden. Weliswaar kan men van Canada op vrij spoedige levering rogge kopen, doch de zaken hierin zijn nog "iet goed op gang gekomen. Wel hebben de Ver. Staten van Canada rogge gekocht. Haver vond bij onveranderde prijzen regelmatig kopers; het aanbod van Argen tinië is klein. De laatste dagen was Zwit serland koper van stomende partijen, zodat het aanbod ook hierdoor zeer :s verminderd. Milo en kaffircorn bleven door aanbod uit de tweede hand van stomende partijen onder druk, toch waren er voor het lage niveau waarop wij nu zijn aangekomen meer kopers. Koeken werden meer gekocht, zij het dat de afnemers met angst de momenteel hoge prijzen betalen, doch het aanbod van de gewenste soorten blijft klein. Voor dis ponibele soorten bleven de premies zeer hoog. Inlandse granen komen iets meer in de belangstelling te staan. Het weer op ons continent was dermate dnbestendig en 20 weinig zonrijk. dat men alge- ver'ragingen van 14 dagen of i"® m.oet rekening houden Recordoog- -»men nu wel nergens te ver- ?e Producenten vrij alge meen met het afgeven willen wachten tol de toestand wat duidelijker is geworden Momenteel kan men hier wel rogge nieuwe oogst goedkoop kopen doch voor gerst is men gereserveerdere terwijl haver onveranderd te koop is. De staatssecretaris van buitenlandse zaken, de heer J. Guérin de Beaumont, zal tijdens het bezoek aan Den Hiaag, een onderhoud hebben met de minister van Buitenlandse Zaken, mr J. W. Beyen. Tijdens de ontvangst van de Franse kolonie, op 22 Juli in de Franse ambassade er worden 5 a 600 personen verwacht zal aan president Réné Coty een zilve ren sigarendoos worden aangeboden, met de Franse en Nederlandse wapens daarop in goud aangebracht. Aan mevrouw Coty zal een vaas van Delfts Blauw worden geschonken met Nederlandse bloemen. De heer J. Souiet, de vertegenwoordiger in ons land van de Fransen in het buiten land, zal dan het woord voeren. Hoogdalem, heeft in de oorlog, omdatt de Duitse politie er achter was gekomen, dat zjj een Joods kind verborgen hield, op vier adressen vertoefd. Zij gaf haar bedrijf op ze was breister en na de oorlog was haar spaargeld op. In 1947 achtte de Commissie voor Oorlogspleegkinderen (O.P.K.) overplaatsing van Betty naar een ander pleeggezin gewenst. Mej. v. Hoogdalem verzette zich hiertegen. Een lid der O.P.K.-Commissïe, voorzien van volmachten, heeft het kind toen op 3 Juli 1947 van school gehaald en in een kinderhuis overgebracht. Op sterke juridische gronden betoogde de raadsman nu, dat dit optreden van de O.P.K.-Commissie onwettig was. Ze had niet het recht volmachten af te geven buiten de Justitie om. Mej. v. Hoogdalem wist Betty hierna weer onder haar hoede te krijgen en toen het meisje haar door toedoen van O.P.K.-Commissie weer werd ontnomen en naar Amsterdam overge bracht, greep zij weer in en dook met het kind, onder. In deze wanhoopssfeer heeft zij dé hulp van verdachte gekregen. Deze heeft geheel uit medelijden gehandeld Zij heeft uit zuivere naastenliefde gead. viseerd en geassisteerd. Heeft zij daarbij de strafrechtelijke grens overschreden? De raadsman ontkende dit. Ten aanzien van de ontvoering in Den Haag is haar medeplichtigheid niet bewezen. De ver klaringen van de beide Williards zijn vol gens mr De Kort niet betrouwbaar. Over het vervoer van Betty van Haarlem naar Bussum is niets positiefs uit de bus ge komen. Betty zelf die vandaag verklaar de, dat verdachte bij dit vervoer was, is op dit punt drie maal van standpunt ver anderd. De raadsman wees hierbij ook nog op een verklaring van een getuige a déchar ge, die niet was komen opdagen, n.l. A. v. d. Meer. Deze heeft als conducteur op de avond van 6 Mei H*48 een dag na de ontvoe ring in de trein de kaartjes geknipt van een dame en een meisje op weg van Utrecht naar Heerlen, die hij later her kend heeft als mej. Hoogdalem en Betty. Hoe is dit te rijmen met het vervoer van Betty van Haarlem naar Bussum? Volgens de Officier heeft verdachte het vervoer van Betty naar het klooster te Valmeer voorbereid. Hij beroept zich hierbij °P ee(\ verklaring van de moe der-overste Deze verklaring is echter niet yolJedig, aldus mr De Kort. Op 22 Juni 1"84 heeft de moeder overste nader verklaard, dat het haar totaal on mogelijk is <uch te herinneren, of over Betty is gesproken, toen verdachte haar indertijd met de aul° een bezoek bracht. Kunnen de feiten en vermoedens tot een veroordeling leiden? Neen, oordeelde de raadsman. De bewuste artikelen van het W.v.Strafrecht (279 en 280) eisen opzet. Welnu, deze is niet bewezen. Verdachte noch Betty's pleegmoeder wisten, dat op 5 April 1948 Betty onder voogdij van de O.P.K.-Commissie was geplaatst. Verdachte was bovendien omstreeks de tijd van de ontvoering van Betty juist doende door de rechtbank te Amsterdam de voogdij over haar pleegkind Anneke Beekman toegewezen te krijgen. Op 5 Mei 1948, een dag na de ontvoe ring, werden de pleidooien in deze zaak gehouden. Dat verdachte daags tevoren naar Den Haag zou zijn geweest om een ander kind te ontvoeren, vond mr De Kort psychologisch ondenkbaar. Noch met het vervoer naar Haarlem noch met het „kwartier maken" aldaar heeft verdachte iets te maken gehad. De Haagse rechtbank heeft mej. v. Hoogdalem vrijgesproken, omdat het ten laste gelegde verborgen houden van 4 Mei tot 19 Mei 1948 niet bewezen werd geacht. Zij was de hoofddader. Hoe kan dan nu medeplichtigheid aan een daad waarvoor de hoofddader is vrijgesproken, gestraft worden? De raadsman bestreed vervolgens met tal van juridische argu menten de dagvaarding. Het begrip „ont trekken" heeft de officier z.i. te ruim ge nomen. Vrijspraak, concludeerde spr., is de enig bevredigende oplossing. De eis van de officier, zo stelde hij in het licht, staat aan de top van de straffen, die bij overtreding van de artikelen 279 en 280 W. v. Straf recht gegeven zijn. Het gaat hier om menslievende gedragingen. Deze zaak moet snel vergeten worden. Allereerst in het belang van het kind. Betty moet van de voorpagina's der kranten verdwijnen. Verder zou door een zware straf, aldus de raadsman, een zware hypotheek ko men te rusten op een minderheid, die eens weer de hulp van een andere meer derheid van het Nederlandse volk zal moeten inroepen. Zal men zich dan niet de les uit deze geschiedenis herinneren? Verdachte heeft nog meer voor de boeg. Zij heeft een abonnement op deze rechts zaak. Zelfs al is men overtuigd van haar schuld, dan moet hier de hand over het hart worden gestreken. In het requisitoir deelde de officier nog- mede, dat het onderzoek in de zaak- §ln2. hartelijk welkom. Detze laatste kon Anneke Beekman nog voortduurt. De,ln de drukke vergadering een causerie Van onze correspondent) Er is de laatste twee jaren op Goeree-Overflakkee grote deining om dc uit, het product, dat iedere Flakkeese boer, grote of kleine, teelt en dat het grote speculatieproduct van de streek is. Menigmaal heeft de uieneelt enorme kapitalen in het Flakkeese laatje doen vloeien, maar er zijn ook jaren, waarin de teelt mislukt of de prijzen zo laag zijn, dat er met verlies gewerkt wordt. En even goed als een goede oogst de gehele bevolking in de revenuen doet delen mede vanwege de deelteelt zo zetten de tegenvallers voor een geheel jaar hun stempel op het welvaartspeil. En nu heeft men al een paar jaar te doen gehad met zulke tegenvallers. Af gezien van de watersnood, die de teelt natuurlijk bijkans geheel stil legde (die was slechts in de paar droog gebleven polders mogelijk) heeft de meest ge vreesde ziekte in de uien, het koprot, dusdanig huisgehouden, dat de opbreng sten tot de helft van normaal daalden, terwijl bovendien door de zeer vermin derde kwaliteit de Nederlandse uien- export (waarin Flakkee voor een derde voorziet!) in groot gevaar komt. Begrij pelijkerwijze apprecieert het buitenland geen rotte uien. Aan deze ernstige zaak heeft men in Januari een „uiendag" te Goes gewijd, maar door de juist inval lende strenge vorst konden maar weini gen van Flakkee die bijwonen, zodat Donderdag j.l. de Vereniging voor Be drijfsvoorlichting Goeree-Overflakkee 'n „uienavond" hield in Hotel Spee te Som- melsdijk, waarop de uientelers him hart konden luchten tegenover de uiendes- kundige bij uitnemendheid, dr ir Van Beekom, rijkslandbouwconsulent te Goes De belangstelling voor deze vergade ring was uitermate groot; van Ouddorp tot Ooltgensplaat waren de uientelers en commissionnairs er op af gekomen. De voorzitter van de organiserende vereni ging, de heer Joh. Mol uit Stad aan 't Haringvliet, presideerde en heette naast dr ir n. Beekom ook de hoofdambtenaar de heer De Jonge van Staatsbosbeheer, belast met de afdeling Landschapsverzor- personen, die de hand hebben gehad in het ontvoeren, verbergen en verborgen houden van dit kind, waartoe ook de ver dachte behoort, staat nog een vervolging te wachten. In zijn repliek bleef mr Hartsuiker bij zijn conclusie, dat de ten laste gelegde feiten bewezen zijn. De rechtbank zal 27 Juli a.s. om half tien uitspraak doen. houden over de herbeplanting van Flak kee en heeft mede door vele lantaarn plaatjes zeker de harten van de landbou wers warm gemaakt voor rijke herbe planting hunner boerderijen. Evenmin als naar sprekers en veler anderer mening Billy Graham in geeste lijke zin het verlossende woord heeft ge sproken zei ir Van Beekom dit te kunnen doen ten aanzien van de slechte kwaliteit der uien en met name niet ten aanzien van Over de handelsschuld van Indonesië aan Japan, over de terugbetalingen verneemt P.I. Aneta van bevoegde zijde, dat het hier in eerste instantie gaat om een bedrag van 60 millioen. Voor dit bedrag heeft Indonesië in Japan aankopen gedaan in de periode voordat in JUnj 1052 tussen de beide landen een handelsovereenkomst werd gesloten. Voor de terugbetaling van dit bedrag was met Japan een accoord ge sloten. Het accoord hield in, dat Indonesië de schuld zou aflossen in vier termijnen: op 30 Juni 1954 10 millioen, op 30 Juni 1955 15 millioen op 30 Juni l956 15 millioen en op 30 Juni 1957 14 millioen. Voor het resterende bedrag van 6 millioen zijnde 10 pet. van deze schuld, was een speciale regeling overeengekomen. Japan zou na 30 Juni 1957 voor dit bedrag producten kopen van Indonesië. De schuld van 8 60 millioen, zo vernam P.I. Aneta uit deze bron, was dus onstaan in een periode, dat er nog geen handels- aceoord bestond tussen Indonesië en Ja pan. Indonesië had toen veel nodig en heeft naar deze behoefte aankopen ver richt in Japan. Op de achtergrond van deze transacties zou inderdaad de ge dachte hebben gestaan, dat het bedrag wel verrekend zou kunnen worden met de herstelbetalingen, die Japan nog aan In donesië verschuldigd was. Intussen was Indonesië niet in staat enig bedrag te voldoen, toen duidelijk bleek, dat de kwestie van de herstelbe talingen hiervan gescheiden bleef. De Ja panse regering overhandigde Djakarta hierop een nota, waarin werd aangedron gen op de inlossing van de eerste termijn van 10 millioen. In antwoord hierop verzocht de Indone sische regering in een antwoordnota om een bespreking, waarin overleg zon kun nen worden gepleegd over de terugstor- ting, en waarin tevens voorshands om uitstel van betaling werd verzocht. Op dil verzoek heeft Tokio tot dusver nog niet geantwoord. In Juni 1953 sloten Indonesië en Japao een handelsovereenkomst die 30 Juni 1951 afliep. In de looptfjd van deze overeen komst kreeg Indonesië een deficit van 90100 millioen. Tot en met Mei bedroeg de handelsschuld van Indonesië aan Ja pan over deze periode 84.396.000. Ook in verband met de gesloten handels overeenkomst is een speciale regeling ge troffen voor de aflossing van het deficit In grote trekken zijn beide landen overeen gekomen, dat van het deficitbedrag pe- jaar 5 millioen contant zou worden af gelost. ongeacht de grootte van het deficit. Het resterende deel van het deficit zou worden afgelost In voor beide landen aan vaardbare valuta. Volgens deze regeling zou Indonesië de contante jaarlijkse aflossing van 5 mil lioen voor 1954, voor 15 Augustus 1954 moeten betalen. Voor het deel, dat in een voor beide partijen aanvaardbare valuta zou worden afgelost, had Indonesië op 1 Juli 1954 een bedrag van ruim 1 millioen moeten betalen. Tenslotte deelde men van bevoegde zijde mede, dat zolang er geen nieuwe handels overeenkomst was aangegaan tussen Indo nesië en Japan, het deficit van Indonesië niet zou toenemen, aangezien alle aanko pen thans tegen contante betalingen wor den verricht. Over de handelsbetrekkingen van In donesië met de landen van achter het ijzeren gordijn, vernam P.I. Aneta uit deze bron, dat de uitvoering van de met die landen aangegane accoorden nog op moei lijkheden stuit. Een van de grootste noemde men de stroeve levering die zou worden veroorzaakt door de typische eco nomische structuur van de betrokken lan den. Een gunstige uitzondering hierop noemde men Hongarije, met welk land onlangs de gesloten handelsovereenkomst is verlengd. (Van onze Brusselse correspondent) Ondanks herhaalde waarschuwingen in de pers en door instanties die met het verkeer langs de wegen hebben te maken, hebben in het zojuist afgelopen eerste halfjaar van 1954 niet minder dan 762 personen op de wegen van België het leven verloren tengevolge van verkeersongevallen. Voor het gehele jaar 1951 bedroeg hetl Op de wegen buiten de agglomeraties aantal slachtoffers 792. In 1952 waren er vielen 422 doden, 290 overleden in hospi- TO O v\ Ivi 1 flKO TOO TlJTrtrt trvo n -.4 Ti nh Uinw n 1-11—nl- CA 739 en in 1953 702. Men vraagt zich hier, gezien het hoge cijfer van het eerste half jaar van 1954, niet zonder bezorgdheid af, welk tragisch recordcijfer geheel dit jaar zal brengen. Er werd gisterenavond te Genève eindelijk weer een communiqué gepubliceerd. Het was het kortste stuk proza, dat hier in al de weken, cat <e conferentie duurt officieel aan de wereld ter lezing werd aan. gc o en. I et was bovendien in sibyllijnse bewoordingen opgesteld: „Deze aion e jen informele besprekingen plaats gevonden tussen de twee voorzitters eer conferentie en de leider der Franse delegatie over het werk der conferentie". Dat was alles. Dc ontmoeting tussen Molotof, Eden en Mendès-France, welke op bovenstaan e wijze werd beschreven, werd gehouden in de residentie van minister en op een initiatief van Mendès-France, die het tempo wenste op te voeren en daarbij de steun kreeg van zijn Britse collega. Naar uit conferentiekringen verluidde was de ganse dag weer besteed aan het touwtrekken rond de verschillende con cepten voor een overeenkomst. Zou het 's avonds gelukken de heer Molotof als nog tot grotere inschikkelijkheid te be wegen? Het communiqué drukt door zijn absolute onbeduidendheid de nieuwe te leurstelling uit. Molotof had In de twee uur en twintig minuten niets prijsgege ven van zijn eisen, zo kon men in goed- ingelichte kringen vernemen. Ondanks deze minder gunstige berich ten blijft men in diplomatieke kringen te Genève en te Parijs de optimistische zienswijze huldigen, dat premier Mendès- France voor de fatale datum het bestand er door za] halen, ondanks de „ernstige moeilijkheden" welke het Parijse commu nistische dagblad „Humanité" de Franse premier gisteren dreigend voorspelde. Het blad waarschuwde hem, in navolging van het nog altijd nawerkende commu nistische verwijt, over Dulles komst naar Parijs, dat hij niet verstandig zou doen, indien hij het Amerikaanse standpunt zou volgen. Dc f ranse premier echter schijnt wei nig van zins aan deze aanmaning gevolg te geven. De heer Bedell Smith, de Anie- nkaanse onder-minister van Buitenland se Zaken, die zich als gevolg van de yai'Use ontmoeting naar de conferentie begeeft, is gisterenmiddag uit Washing ton vertrokken en Mendès-France heeft reeds schikkingen getroffen voor een onmiddellijke bespreking met hem en Eden zodra Bedell Smith vanmiddag zijn voet op Zwitserse bodem zal hebben ge zet. In Parijs is men van mening, dat Dulles zich weliswaar heeft neergelegd bij een verdeling van Vietnam, maar tevens er de nadruk op heeft gelegd dat de rest „de moeite van het verdedigen waard" is. M.a.w., dat dezP rest deel zou moeten uitmaken van zijn plan voor een Z.O. Azië-defensiepact. Mendès-France zou te vergeefs moeite gedaan hebben Molotof te overtuigen, dat dit niet het vestigen van Amerikaanse bases in Indo China zou betekenen. „Indien de V.S. geen gehoor hadden gegeven aan de Franse verzoeken om Amerikaanse vertegenwoordiging op mi nisterieel peil op de Geneefse conferen tie, zou de Amerikaanse positie in Europa zijn verzwakt, aldus heeft de Amerikaan se minister van Buitenlandse Zaken, Dul les. Vrijdag in de senaatscommissie voor Buitenlandse Zaken verklaard- Dit werd na de vergadering door senator Wiley aan verslaggevers medegedeeld. De Amerikaanse minister zeide van oordeel te zijn, dat als de V.S. onder minister Bedell Smith niet naar Genève hadden gezonden, zij de mogelijkheid van bekrachtiging van het EJO.G.-verdrag zouden hebben verkleind en misschien zelfs afbreuk aan de N.A.T.O. zouden hebben gedaan. Het door de Engelse Scheepvaartkam u samengestelde indexcijfer voor d^- vracht tarieven in de wilde vaart bleef in Juni practisch onveranderd op 77.6 (v.m. 7T »I De index voor de tijdchartertarieven be laandde op 64.2 vergeleken met 59.C n Mei en 65.5 in April. In scheepvaartkringen wordt ->r op ge wezen, dat men zich bij de samenstelling van de index voor tijdcharters lits.uitend baseert op de betaalde bedragen en dat geen rekening wordt gehouden met net type schip dat gecharterd wordt Voor snelle schepen kunnen veel betere tarieven bedongen worden dan voor de langzame, daar zij de reis in minder tijd volbrengen. Men concludeert daarom uit de cijfers voor Juni. dat gedurende dez^ j Meerssen is te Spa gearresteerd. Hij wordt maand schepen van een betere klasse ge- l verdacht van het plegen van verscheidene charterd werden. i inbraken in de buurt van Vervier». talen en klinieken en 50 kwamen om in de grote agglomeraties Brussel, Antwer pen, Luik, Gent en Charleroi. Deze cijfers betekenen, dat op de Bel gische wegen elke dag vier personen om komen als slachtoffers van het verkeer Daar de vacantieperiode eigenlijk pas is ingegaan, valt rekening te houden met de mogelijkheid, dat dit hoge gemiddelde nog zal toenemen. België behaalt hier een allesbehalve benijdenswaardig record. Natuurlijk zijn de bevolkingsdichtheid en het buitenge woon hoog aantal voertuigen daar niet vreemd aan. Doch met wat meer tucht en oplettendheid zou men niet elke dag 4 doden, 9 zwaar en 18 licht gewonden moeten boeken. Deze ongelukken hebben nog een ander dramatisch aspect. Niet zelden zien wij hier in bladen jammer genoeg zijn het een paar R.K. Vlaamse bladen, die daarbij het meest opvallen foto's af gedrukt van ongelukken langs de weg in hun schrille werkelijkheid: totaal in elkaar gereden auto's, met daarnaast, onder een of andere bedekking, de lijken der slachtoffers op de plaats, waar zij ge vallen zijn. Dat is een „sensatie", die beter achterwege zou kunnen blijven. Nog in het zojuist afgelopen halfjaar van 1954, boekte men in België 4404 ern stige ongevallen op de buitenwegen, dus buiten de agglomeraties. In 86 gevallen zijn de aanrijdende automobilisten op de vlucht gegaan, zonder zich over hun slachtoffers te bekommeren. Een delict, dat ook hier zeer streng wordt gestraft. Niet minder dan 1630 personen werden bij die 4404 ongevallen zwaar gewond. Daarnaast waren er 3380 lichtgewonden. In 2006 gevallen beperkten de aanrijdin gen zich tot stoffelijke schade. De oorzaken van al deze ongevallen zijn legio, zoals: onvoorzichtigheid, geen rekening houden met de voorrang, over dreven snelheid, slippen, op gevaarlijke punten anderen voorbijrijden, dronken schap, niet aangeven der richting slechte verlichting, enz. Slechts in een twintigtal gevallen was mechanisch defect de oor zaak van ongelukken. De overheden zijn er van overtuigd, dat onvoorzichtigheid gebrek aan tucht en dronkenschap de voornaamste oorzaken van botsingen zijn Zij beweren, dat zij daar uiterst streng tegen gaan optreden. het koprot. Dat vormt een ingewikkelde geschiedenis. Vast staat dat men jaren met veel en andere met weinig koprot heeft. Misschien kan men door de inun datie met zout water, die Flakkee er in een paar jaar twee beleefde, nog meer koprot gaan verwacht. Voorts achtte spreker het een feit van betekenis dat de behandeling van de ui mechanisch is geworden (met de af- staarter) hetgeen meer beschadiging geeft, doch overigens begrijpelijk is we gens de dure arbeidskrachten. Ten derde is er een wijziging in het rassentype. Het Zeeuwse Bruine type is zo goed als ver dwenen en het is bekend, dat juist rode uien veel meer bestand zijn tegen kop rot. Omdat de Zeeuwse Bruine minder opbrengsten geeft dan de gele uien heeft men hem in de steek gelaten. Spr. achtte het wenselijk dat er ge zocht wordt naar machines, die minder oeschadiging geven en dat men terug moet grijpen op de Zeeuwse Bruine; de selecteurs zijn daar altijd nog mede be zig en spr. hoopte dat men er iets mee bereiken zal! Er ontstond een zeer langdurige en uit voerige gedachtenwisseling tussen dr ir Van Beekom en velen der aanwezige te lers en handelaren. Hierbij kwam naar voren, dat al te grote stikstofgiften de houdbaarheid der uien oók niet ten goe de komt en voorts bleek uit verscheidene dedelingen, dat ook in de uienteelt de uitzonderingen de regel bevestigen; waar men het niet zou verwachten heeft men weinig ziekte en omgekeerd. De commissionnair J. Mastenbroek uit Som- melsdijk. die over de uienkwaliteit in de locale pers verscheidene balletjes heeft opgegooid ging dieper in op de selecties en meende zelfs, dat men bij het streven naar een beste ui van een geheel ver keerd ras is uitgegaan, hetgeen dr ir Van Beekom echter weerlegde en ontkende, waarbij deze kon putten uit de talloze statistische gegevens, die hij in de loop der jaren heeft verzameld bij het bestu deren van de ui. zijn teelt enz. Aan het eind van de avond gaf de voorzitter het woord aan de voorzitter van de Ned. Uienfederatie, de heer J. A. van Nieuwenhuyzen uit Ooltgensplaat, die meende, dat er geen oplossing nog niet tenminste voor het koprot te ge ven is. Maar wel staat vast, dat ieder er aan mede dient te werken om de ziekte bin nen de perken te houden: door juiste keuze van de grond, waarop men teelt, door voorzichtige behandeling van het product en door streven naar kwaliteits verbetering, waarin de handel kan voor gaan door voor de betere ui ook een be tere prijs te betalen, waarvoor door de Ned. Uienfederatie ai jarenlang gepleit wordt. Helaas houdt men het bij de grootste opbrengst. Overigens hoopte spr. dat het de deskundige ir Van Doorn ge lukken zal zijn zoeken naar een bestrij dingsmiddel tegen het koprot met succes te bekronen. Blijkens het door het Landbouvl Econo misch Instituut dienaangaande uitge brachte rapport heeft de 2-maandelijkse herberekening van de kostprijs van de slachtvarkens een stijging te zien gege ven van 6 cent per kilogram. In overeenstemming hiermede heeft de minister van Landbouw besloten met in gang van 19 Juli a.s. de richtprijs voor de baconvarkens 2e kwaliteit dienover eenkomstig te verhogen en vast te stel len op 2.38 per kg. koud geslacht ge wicht. Tegelijkertijd heeft 't bedrijfschap voor vee en vlees de overnemingsprijs vast gesteld op 2.42 per kg., zodat met in gang van genoemde datum 4 cent per kg. uit het Vleesfonds zal worden bijgedra gen. In Lisse is gistermiddag het gebouwen complex van de Coöp. Bloembollenvei ling H.B.G., het Hollands Bloembollen- kwekersgenootschap, door de voorzitter van de Kamer van Koophandel te Lei den, de heer T. van Waveren geopend. Deze legde in zijn openingsrede de na druk op de plaats in de wereld-economie van de handel, en van de bloembollen veiling en de bloembollenhandel in het bijzonder. De voorzitter van het bedrijfschap voor sierteeltproducten, dr A. J. Verhage, was het met hem eens dat het dirigisme de handel zou kunnen dood organiseren, in deze tijd van internationaal dirigisme dient evenwel aldus dr Verhage, ook m Nederland een zekere orde te bestaan, waarbij de handel echter een zekere mate van vrijheid moet worden toegemeten. Beide heren boden, evenals de voorzit ter van de Bond van Bloembollenhande laren. de loco-burgemeester van Lisse, op vice-voorzitter van „Bloembollencultuur" en de voorzitter van de Bond van Bloem- bollenveilingen, de directie van de vei ling H.B.G. hun gelukwensen aan met het gebouw, waarin, zoals de heer /an Wa veren het uitdrukte, de efficiëntie en de aesthetica elkaar op gelukkige wijze de hand drukken. Met een druk op een knop werd het mijntoestel door de heer Van "Vaveren in werking gesteld, waarna de eerste vei ling van bloembollen werd gehouden. De 29-jarige Nederlander M. S. uit

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 13