Door rhtler buitgemaakt en m een crypte verborgen Tientons brug bezweek onder last van vijftig ton b'lniiiih barbaarsheden tegen over Franse krijgsgevangenen NAAR ONBEKENDE EINDERS CÏV6 kis,en Enkele bij zonderheden over oorsprong mTJWOrde" gebruik< en De toekomstige loonpolitiek HPliil TV TT' 1 O nil Hitier zei: Henn ms Reich! En met één sla- maakte in, zlch meester van (le kroo? schatten van het Heilige Roomse Rijk, waai- rilt m- Z1Cr 113 cle "Anschlusz" van Oosten de m't \V7 meer erfgenaam voelde. Hij liet iCllei1 llaar -Neurenberg overbrengen Ze/ adl tentoon te laten stellen op het riote ieestterrein van de nazi-partij, waar de nationaalsoeialisten hun grote bijeen komsten hielden. De „Fiihrer" wilde hier mede een oude traditie herstellen en Neurenberg een even oud en indertijd duur verkregen recht hergeven, n.l. het bewaren van die kroonschatten, met het privilege, ze hij tijd en wijle den volke te tonen. De oorlog kwam echter en daarmede de noodzakelijk heid de kroonschat ten, welker waarde inderdaad onmete lijk is, naar een veiliger plaats over te brengen. Dit geschiedde in het grootste geheim, terwijl de geallieer de bombardements eskaders begonnen,, met Neurenberg in een grote puinhoop te veranderen. Het geheim werd nauw gezet bewaard en toen de Amerika- 7,en de speelgoed- st«d bezetten en ze ,r. n(l(;r zochten, o teven Ze na- onvind- Al hun 1 1 "lgen tvaren te- sprek eVe'lUel slaagden ze èr in, enkele nazi-functionarissen tot en te brengen en die onthulden het geheim van de bewaarplaats. Ier- Roo anis^°aaschatten van 't Heilige Vele e d'e een t"st°rie van Waren C^en vertegenwoordigen, crVPte in ^,emelsel(t in een kleine Nci»renberL.er Repe gewelven van fte "noeite slaacdl8' Met de Sroot- tension133, WaS staalllai'd—. Doch borden en 06 CIyPte geopend ken de ktin' Daarin ble" Pakt *,ei"odlen zorgvuldig ver- £eenntt 1 met voldoening ®'™°S'ate«d worden, dat él knn noude kunstvoorwerpen vol- Ve ^D 0nbescbadigd waren geble- n. üe Amerikanen catalogiseer- en ^e. ®n nadat de deskundigen n officieren, die met het zware arwei belast waren geweest, er ^.?g^een laatste blik vol bewonde ring op geworpen hadden, werden ln gepantserde naar ze Wen" 6CPanisertle wagens hei-k611 0Vergebracht, de plaats van v°rin°d!! n Cn daar aan de pas ge" gedragen °stenriikse regering over- Deze schatten zijn thans gecon centreerd rond de vroegere doop kapel van de Habsburgers, in zo verre althans, dat de voornaamste daarin werden ondergebracht. Wat zich in de doopkapel bevindt, be staat uit vijftig kostbaarheden, die gezamenlijk de enige kroonschat uitmaken, welke uit de Middel eeuwen is overgebleven. De kroon schat van Engeland, die eeuwen oud was, werd door Cromwell ver smolten en die van de Franse ko ningin ging in het tumult van de grote revolutie op enkele stukken na totaal verloren. Intussen, het voornaamste stuk van de gehele kroonschat is de reeds genoemde kroon van het Heilige Roomse Rijk, dat meer dan duizend jaren bestaan heeft, tot het te langen leste onder Napo leons slagen ineenzakte. De kroon is vermoedelijk in de goudsmidswerkplaats van het klooster Reichena aan het Meer van Constanz vervaardigd. Ze be staat uit een achthoek, welke door vier gouden platen wordt gevormd. Deze platen zijn onderling door kleinere verbonden en met kost bare edelstenen en paarlen ver sierd, bovendien nog bedekt met voorstellingen in goudemaille van Christus en Bijbelse koningsfigu ren. Op de gouden plaat, die op het voorhoofd drukte, was oorspronke lijk een bijzonder kostbare steen gemonteerd. In de veertiende eeuw is deze steen verdwenen. Hoe, weet men niet. Er is later een saffier voor in de plaats gezet. Het is de ironie der geschiedenis, dat deze symbolen van een impo- Met stenen beladen vrachtauto met aanhang wagen zakte in gracht Optimistische chauffeur met de schrik vrij t. GEKERM IN LEIDEN van. een volgens het toen malige zeggen de zon niet onder ging, tentoongesteld staan in een verminkt Oostenrijk, dat nog steeds onder een vreemde bezet ting zucht. Maar misschien kunnen ze sym bolen worden voor het streven naar een Vereend Europa, waarvan de eerste keizer van het Heilige Roomse Rijk een grondslag legde, die later helaas weer werd stuk- gebeukt. X Observator Wereldreis van vier jaar Eigen rijk Win gratis Uw kist Drie Hoefijzers Bier Nog geen overeenstemming HET LIED VAN DE K.A.B. SATERDAG 17 JULI 1954 lPAGCSfA 3 Smmfusrs Kroonschatten van het Heilige Roomse Rijk tentoongesteld baar. 41 Het gouden rijkskruis van het Heilige Roomse Rijk met kostbare juwelen en paarlen bezet. Het is ongeveer een meter lioog. de bijna een mv. ,Tletlseri er sluitmuur stuk te £r«j!,kke af' moest met de breken. Dit tal konere V0"d Gr een aan- geschiedde in 1946 en menkaanse Hoge Commis saris voor bezet Duitsland, generaal McClark. Het werd een feestelijke ge beurtenis en de Oostenrijkers waren uiterst dankbaar voor deze geste der Amerikanen, die de schatten ook als oor logsbuit hadden kunnen beschouwen. Menig Amerikaans museum zou ze grófeg aanvaard hebben d HeId tot voor enkele weken ge- er"to Vooraleer de Oostenrijkse regering, ganker°iyerging' ze voor het Pudhek toe- de nod' *e stehen. Maar ze heeft eerst ze zo Ige maatregelen moeten nemen, om Dit vond°^d mogelijk onder te brengen, hge conVpi'n de ^°^urS plaats, het mach- meters dikke muren een stilte scheppen, die een boeiende sfeer vormt voor de glorie van talrijke Oostenrijkse keizers. Hier hadden deze heersers eeuwenlang hun schatkamer, waar ze de kostbaar heden op elkander stapelden. Het gebeur de echter ook vaak, dat deze kostbaar heden bij flinke aantallen verdwenen, om als onderpand te dienen voor geldlenin gen, die ze moesten sluiten, teneinde voor hun oorlogen legers op de been te kunnen brengen. Het was vermoedelijk ook om financiële redenen, dat keizer Sigismund de kroon schatten naar Neurenberg liet overbren gen en deze stad het recht gaf, ze te be waren en eens in het jaar gedurende veertien dagen tentoon te stellen. Dat gebeurde in de vijftiende eeuw, toen de keizers herhaaldelijk gedwongen wer den, de kroonschatten uit Wenen naar veiliger plaatsen over te brengen. Er waren machtige vijanden, die er begerige ogen op sloegen. Karei IV liet ze naar Praag overbrengen, vanwaar ze weder, op instigatie van de daar regerende koning Wenceslas, in bet jaar 1440 naar de burcht Karlstein werden vervoerd. De Hussieten- oorlogen dwongen daarna keizer Sigis mund. ze in Ofen in veiligheid te stellen. Hij achtte ze daar evenwel blijkbaar niet veilig genoeg en in het geheim arrangeer de hij de transactie met Neurenberg, de rijke koopmansstad. Eveneens diep in het geheim werden de kroonschatten van Ofen naar Nurnberg getransporteerd, in 'n grote wagen, waar van de vracht als gedroogde vis was aan gegeven. Twee Neurenbergse patriciërs begeleidden hem. De voerman op de bok had absoluut geen idee, wat er zich onder zijn riekende lading bevond. Op 22 Maart 1424 reed de wagen de stadspoort van Neurenberg binnen, verwelkomd door een grote menigte. De voerman was dusdanig onder de indruk, toen hij hoorde, wat hij vervoerd had, dat hij op zijn knieën viel en de als .heilig vereerde kleinodiën bid dend van onder de vieze lading te voor schijn haalde. Onnodig te zeggen, dat ze van te voren goed verpakt waren.... Een eeuw later ging Neurenberg naar de Hervorming over en van Wenen uit werd de ketters nu het recht betwist, de kroonschatten van het Heilige Roomse Rijk nog langer te bewaren, maar het ge- meentebestuur bleef op zijn recht staan I en het ging zelfs zo ver, de toevertrouw de schatten alleen nog maar „uit te lenen" en dan slechts voor een konings- of keizerskroning. Ten slotte kwam het er van, dat een keizer maar een nieuwe kroon liet maken, om in Neurenberg geen I leentjebuur le behoeven te spelen. Dit deed keizer Rudolf II in 1602. Hij liet door zijn hofedelsmid een kroon vervaardigen, welke niet minder dan zeven-honderd duizend taler kostte. Het was een voor die tijd voor een dergelijk kleinood onge- Sindsdien hebben de Habs- na 1804 werd het pronkstuk de officiële kroon van het Oostenrijkse keizerrijk. Nog steeds behoort ze tot de kostbaarste stukken van de Weense kroonschatten. Wat nu in Wenen geëxposeerd wordt en duizenden bezoekers trekt, valt eigenlijk in twee gedeelten te verdelen. En wel in de Neurenberger en de Akense kleinodiën. De eerste collectie is verreweg de groot ste. Ze werd tot 1790 in de speelgoedstad bewaard, ging toen weer naar Wenen. Er behoren de keizerskroon toe van het Heilige Roomse Rijk, de rijksappel en de rijkscepter, het gouden rijkskruis, het rijkszwaard, de z.g. heilige lans en de kroningsgewaden. Ze werden bij de kroningsplechtigheden aan de nieuwe heerser geoffreerd. Hun waarde was in bijzondere mate ideëel. Wie ze bezat, kon rechten op de souvereiniteit van verschil lende landen laten gelden. Er werd een mystieke waarde aan gehecht, waarvoor eeuwenlang weerspannige vazallen het hoofd hebben gebogen. De Akense collectie bleef lang in deze stad, omdat daar geruime tijd de keizers gekroond zijn. Ze omvat het z.g. rijks- evangelie en een zwaard, waarvan gezegd wordt, dat het aan Karei de Grote heeft toebehoord. Het is niet bekend, hoe ze er gekomen zijn. Volgens de legende zou den deze stukken "omstreeks het jaar duizend in het graf van Karei de Grote gevonden zijn, toen dit op bevel van keizer Otto III geopend werd. De dode keizer moet gevonden zijn, zittend op een vergulde troon, 't opengeslagen evangelie op zijn knieën, het zwaard aan zijn zijde. Al heeft de legende geen historische be wijskracht. kunsthistorici hebben uitge maakt, dat deze kleinodiën inderdaad uit het Karolingische tijdvak stammen endoor kunstenaais van verschillende scholen werden vervaardigd. De Duitse koningen, die in Aken, later te Augsberg en Erankfurt werden ge kroond, legden hun eed op dit evangelie af, dat uit een perkamenten, met prach tige gekleurde miniaturen geïllustreerd boek bestaat, in een verguld zilveren band gebonden, die weer met fraaie edelstenen versierd is. Het was dan de aartsbisschop van Wenen, die hen het zwaard van Karei de Grote aangordde. De geschiedenis vertelt, dat deze kroon onmogelijk door Karei de Grote gedragen kan zijn, toen hij te Rome door Paus Leo III tot keizer gekroond werd. Lange tijd werd ten onrechte aangenomen, dat de kroon uit de tijd van Konrad II (1024 1039) dateerde, maar de jongste onder zoekingen hebben gegevens opgeleverd, welke als historisch juist kunnen worden aangemerkt. Bij deze onderzoekingen speelde dr Fillitz, heden ten dage direc teur van de Weense schatkamer, een be langrijke rol en zijns inziens gaat het hier om de kroon van Otto de Grote, die in 932 te Rome tot keizer werd gekroond. Het massief gouden keizerskruis is on geveer een meter hoog. Het bevat enkele holten, waarvan er een bestemd was voor de heilige lans. Deze behoort nog steeds .tot de kroonschatten. Het is de ijzeren punt van een speer van een Longobarden- lJit is de doopkan en de doopschotel van de Habsburse dynastie. Ze zijn tan zuiver goud vervaardigd en dateren uit het jaar 1571. De kan is vier en dertig en een halve centimeter hoog en zo zwaar, dat men liever het kleine, eveneens gouden kannetje gebruikte. koning, waarin een ruimte werd uitge spaard, welke een spijker bevat, die vol gens de legende een spijker van het heilige kruis is geweest. Aan de heilige lans was het recht op de troon van Italië verbonden. Om het bezit ervan is bijna een oorlog gevoerd. Van de kroningsgewaden maakt ook de kostbare kroningsmantel van de Noor- mannenkoning Rogier II deel uit, die acht honderd jaar geleden vervaardigd werd, door Arabische kunstenaars in de konin- i santé macht, merendeels daterend klijke ateliers van Palermo. Het is een jt f jrlorietiidnerk kunststuk, uitgevoerd in purperen zijde- rijk, De kroonschatten nader te beschrijven, zou ons te ver voeren. Aan talrijke stuk ken ervan zijn boeiende verhalen ver bonden en ze zijn uit verschillende delen van Europa afkomstig; indruk- drukwekkende staaltjes van grote kunst vaardigheid en artistieke smaak. en goudbelegging, met talloze paarlen en emaille - juwelen bestikt. Heden ten dage heeft de tint van de purperen zijde nog niets van haar glans en kracht in geboet. waarin Een met stenen beladen vrachtauto met aanhangwagen van de firma G. van W. te Rotterdam is gisterenmiddag door een brug van Hellevoetsluis gezakt, tengevolge waarvan de voornaamste toe gang tot dit plaatsje werd versperd. De wagen kwam uit de richting Rot terdam en moest naar de Opzomerlaan het mode in 'le' dar' v8n Wenen, waar i hoorde rne verkeer langs raast, maar i burgers er steeds gebruik van gemaakt en China, generaal Pprbevelhebber in Indo slag over de ,,aul Ely- heeft een ver- waarin de uit Viet riIcbaren<le" toestand, ruggekeerde so]datmnh~SeVangensChap t6~ zich bevinden aan d" V3n de Franse Unie zonden, aldus werd reSerinS ge lichte kringen te P ,..lpdag in welinge- ailjs vernomen. de 700 kilometer la 15 6en gev°lg van den moeten maken 6 mars' dle ziJ had- naar Vietminh-bases bij Thm h Ph°e' het Zuiden van de delta der Rode Ri' aldus functionarissen te Parijs Deze berichten worden bevestigd de Franse ondercommandant Réné Bard°°.r die Donderdag Franse krijgsgevangen^ terugbracht uit kampen, ongeveer 40 k ivr ten Noord-Westen van Than Hoa en dié in een rapport aan de Franse opperbevel hebber in de delta, Réné Cogny, zijn er varingen meedeelt. Hij spreekt over ongeveer „twee duizend levende geraam ten", die in deze kampen zijn opgesloten De kampen leken op Bucbenwald, het be ruchte Nazi-concentratiekamp. Juist de gevangenen die er nog het beste aan toe zijn, waren door de Vietminh teruggzon- den, aldus dit rapport. Inmiddels hebben gerepatriëerde opstan delingen op openbare bijeenkomsten ver klaag, dat zij in Franse gevangenschap zijn gemarteld". De opstandelingen be schuldigen op hun beurt de Fransen van „lafhartige" daden in gevangenenkampen. In een bekendmaking over de bespre kingen te Troeng Gia is verklaard, dat hegin Augustus brieven van krijgsgevan- '"O'rip «ianse officieren werpen een S'lj blik op de kroonschatten van cilige Roomse Rijk, voordat ge ""ar Jfenen teruggebracht -c waren ingemetseld ge 'a at het Weer erden «-eest "i de gewelven van de Neuron. Hitler had ze er lati T Vreedzame wandelaars inde Leidse Breestraat werden giste- r,enniiddaq opgeschrikt door een 'larde slag, die gevolgd werd door fe>i gekerm, dat door merg en °ee»t ging. Voor ze konden reage- ®»t klonk een tweede slag, nog wider, en het gckerm, dat erop Cf de, was nog ijselijker. sfii? deze wijze gaven de Lcidse latenten uiting aan hun verdriet stol hct 'dat de beroemde die, van de sociëteit Minerva, depv tfeneraties lang een geivaar- ninrfi '~°nnePlatje was, ten offer keiballen aan het alle obsta- Tpii.0'Pruimende moderne verkeer. stnp~ ns de moker een stukje stiiril vje9sloeg, kermden de vele war?in,en en hieven woedend hun Ver* stokken op tegen de slo- nin i er zwf1 overigens wei- ook aantrokken. Dat had men PP5, Vjet Verwacht. Het was slechts korte demonstratie. genen zullen worden uitgewisseld. Gevan genen zullen brieven mogen schrijven en brieven en pakjes van familieleden mogen ontvangen. De kroon, liet z.gzwaard van Karei de Grote en de rijksappel, symbolen van de heerschappij over het Heilige Roomse Rijk, dat duizend jaar bestond te Hellevoetsluis om aldaar de stenen voor de bouw van woningen af te leve ren. Hiertoe moest de auto over een brug van cle vestinggracht, een stuk dam en een Bailey-brug, welke de voornaam ste toegang tot het plaatsje vormen. Of schoon beide bruggen slechts toeganke lijk zijn voor verkeer met een maximum gewicht van 10 ton, dacht de chauffeur van de Rotterdamse vrachtwagen blijk baar toch erg optimistisch over het draag vermogen der bruggen. Het totale ge wicht van de vrachtwagen en aanhang wagen bedroeg nl. 15 ton, terwijl de lading een gewicht van 36 ton vertegen woordigde, zodat in totaal 51 ton over de 10-tons brug moest. Dat kon deze dan ook niet verwerken en bezweek. De vrachtauto kwam met zijn cabine schuin naar boven in de richting van de vesting te staan, terwijl de aanhangwagen met zijn achterkant naar de Rijksstraat weg naar Brielle wees. Aangezien de cabine naar boven stond, kwam de chauf feur met de schrik vrij. Gelukkig bevon den zich op het ogenblik van het ongeluk geen fietsers of voetgangers op de brug. Nadat de situatie door de verkeers politie was opgenomen, werd een begin gemaakt met het verwijderen van de auto met aanhangwagen. Het plaatselijke gar nizoen belastte zich daarmee. De werk zaamheden, die geruime tijd in beslag namen, doordat de wagens nog vastgekop peld waren, trokken veel belangstelling uit de omgeving. Om negen uur gisteren avond stonden de wagens weer op het droge. Verwacht werd, dat de genie, die de beide bruggen en de dam in beheer en onderhoud heeft, vandaag een aanvang zal maken met het slopen en verwijderen van de Bailey-brug. Met het uitvallen van deze toegang tot Hellevoetsluis beschikt het plaatsje al leen nog maar over een toegangsweg ten Zuiden van de vesting, welke echter smal en niet altijd berijdbaar is wegens het hoge water. 7N DE HAVEN VAN HET VISSERSDORP HUIZEN wacht de „Omoo" op gunstige tij om naar onbekende einders te koersen; dan zal Annie van de Wiele zich in haar element voelen. Haar is de oneindigheid van de oceaan liever dan de uitgestrektheid van de Nederlandse polders. Zij popelt van ongeduld om de trossen, die de „Omoo" aan de wal binden in te halen en te zien hoe de sierlijk gelijnde boeg wordt omspeeld door de golven van de zee. Zij verlangt ernaar terug te keren naar de pracht van Tahiti, wéér de bekoring te ondergaan Van de Polynesische eilan den, aan de horizon de kusten van Nieuw Guinea te zien opdoemen of alleen maar de oceaan te zien met zijn eeuwigdurende golvenspel, zijn grimmige kracht als de winden hem opdrijven of serene rust als nau welijks een windvlaag de zeilen beroert en het leven omsloten schijnt door de kerker van stilte. Dit alles hebben Annie van de Wiele, haar man Louis van de Wiele en de fotograaf Fred de Biels meegemaakt. In 1949 trokken zij gedrieën met de „Omoo" gekocht na jarenlang ijverig sparen van Zeebrugge in België weg voor een wereldreis, welke vier jaar zou duren. De „Omoo" koerste van Gibraltar naar de Canarische eilanden, stak de oceaan over naar West Indië, trok door het Panamakanaal en liet zich door de winden naar Tahiti drijven. Wekenlang bleven de bemannings leden in het rijk van de Polynesische eilanden, gefascineerd door de unieke pracht van de Tropen en de ongekunsteldheid van de bevolking. Toen trok men verder. Dwars over de Pacific, voortgedreven door de passaatwinden naar Nieuw Guinea en vandaar verder: de Cocosei- landen, langs de kusten van Afrika, terug naar Europa, naar België, het geboorteland van de „Omoo"-bemanning. Annie van de Wiele „de mensen begrijpen ons niet, maar wij kunnen aan de wal niet meer aarden heeft al haar belevenissen neergeschreven. Het is een boek geworden. Een boeiend boek, want de Franse uitgever Flammarion heeft het geaccepteerd en het is zó goed dat. er Nederlandse en Engelse ver talingen van zullen verschijnen. „Penelope était du voyage" heet het boek in het Frans. Penelope wachtte zo wil het de Griekse mytho logie twintig jaren lang op haar aangebedene, de koene zeevaarder Odysseus. Annie van de Wiele wachtte niet. Zij trok, gehuld in een ruige schipperstrui en bereid het zwaarste werk te doen, met haar man mee. Vandaar de titel van haar boek „Penelope maakte de reis mee". Annie en Louis ontmoetten elkaar op de Universiteit te Gent. Een gelukkige ontmoeting. Want hadden beiden niet het ideaal het leven in de stad met al zijn plichtplegingen, zijn sleur en eentonigheid te ontylu-' Zij wilden een ander leven. Geen leven vol sensatie, maar wél een waarin zij zélf heersten. Een ideaal dat velen koesteren, maar slechts weinigen verwezenlijken. Annie en Louis wel. Hun jacht is hun privé rijk. Daar heersen zij en leven hun eigen bestaan. Binnenkort vertrekken zij weer. Waarheen? Annie weer 't nog niet. Zij zegt „oh, weer over de wereld". De „Omoo zal weer uitvaren. Het jacht zal worden voortgejaagd door woedende windstoten, het zal vredig deinen op roerloze watervlakten, het anker uitwerpen op de reden van Tropische eilanden en immer ver der trekken. Want steeds zullen de horizonten wijken. De wereld is groot, de zeeën zijn oneindig en-het leven vol unieke schoonheid. Annie en Louis hebben deze schoonheid gevonden. Zij zijn niet van plan haar óóit weer prijs te geven Inzending- Bekroonde „Tour de FranceLaat me ntet hinnikenOp S Hoefijzers lóóp je hem uitI" De Hr. T. \V. van Putten, Esmoreitstraat 36U te Amsterdam ontving voor het onderschrift, dat wjj hierbij afdruk ken,een kist heerlijk Drie Hoefijzers Bier. 49 ande re prijswinnaars ontvin gen eenzelfde beloning. Wekelijks worden gratis 50 kisten uitgereikt, dus zend vóór 24 Juli a.s. een geestig onderschrift bij de sprekende Drie Hoefijzers-paarden per briefkaart (7 cents post zegel) aan: „Drie Hoef ijzers Bier", post bus 1702 Amsterdam. Niet meer dan 85 woorden gebrui ken.' De toekomstige loonpolitiek heeft gis teren in de te Baarn gehouden vergade ring van het bestuur van de Stichting van de Arbeid een onderwerp van be spreking uitgemaakt. Deze besprekingen hadden plaats op basis van een rapport, dat de looncommissie had uitgebracht Men is nog niet tot een resultaat geko men. Daarom zullen de besprekingen binnenkort worden voortgezet. Nu de verzorgers van de Sociale ru briek voor de K.R.O. „En nu mijn geval", Louis Beumer en Frans Roijers met het oog op de vacantie voor enige weken ver stek laten gaan, zal hun „klein kwartier tje" op de daarvoor bestemde Vrijdagen benut worden voor de propaganda van het K.A..B.-lied. Het zangkoor „Bel Canto" van de Utrechtse plaatselijke K.A.B. zal op die tijd o.m. het oude strijdlied van de K.A.B. in meerstemmige toonzetting voor de ra dio ten gehore brengen, zomede het nieu we K.A.B.-lied „De kracht in ons" van Jan Muller, getoonzet door Guus Stoop. Ver der vermeldt het program nog twee Ka- jottersliederen, waaronder het nieuwe Marialied „Blijf ons nabij", voor het eerst gezongen tijdens de jongste Kajottersbe- devaart naar Lourdes. De data van het optreden van „Bel Canto" onder de auspiciën van de Cultuur- dienst van de K.A.B. zijn: 30 Juli, 13 en 27 Augustus van 18.40 fot 18.52. De bedoe ling van deze muziekuitvoeringen is de propaganda van het goede volkslied in het algemeen en meer in het bijzonder de op luistering van de vergaderingen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 3