1
TROEFPLACING
mm
lATERQft
V00R30MG
VAN ALKMAAR BEGINT
DE VICTORIE....
8BRJOW
VI QUO
HET GRABBELTONNETJE
IO
DE HEILIGE VAN DE WEEIC
Het kindje, dat n medaille mocht kiezen
Bridgerubriek
m m
i m, mtkmh
m m.
m, wm. w%.
m
k a nmm \tkhtfa matm h?rom
Per motor naar Milaan
v.v. in 48 uur
i m.
m
m ëM «t
Wie steekt het eerst
zijn vingers op?
aardrijkskunde-puzzle
Wat heeft IJ liever....?
imm EN tUCBTVM&T
Tien vorige vragen
beantwoord
ZATERDAG 17 JULI 1954
PAGINA 6
Zo zijn kinderen nu eenmaal
Zo kinderen zo hele volkeren
Moeten wij zover zoeken?
De massa een critiekloze
kudde
Grootse taak voor het WKA
Hans van Bergen
Om een paar pakjes sigaretten
-
m
m m
a m,a a
a mo m a
a a o a m
0 0 m
m m -
m m a
0 0, m o. M
'0 mn 0,
-t 0, 0,
a
-
-
iml mm.
i Wm, WW WW ft
WW
We
i q wm -L wm
l i
Tien nieuwe vragen
TONEELGROEP „STUDIO"
CORRESPONDENTIE-ADRES:
POSTBUS 8, HILVERSUM
naamste. Deskundige voorlichting aan de
verenigingen, maarook aan het
publiek!!
Niet zo maar het ene stuk afkammen
en het andere aanbevelen, maar ook
taten zien, waarom. En(hetgeen ook
van het allergrootste belang is!) opbou
wen van onderen af!
Over de manieren, om het publiek in
dit opzicht te bereiken, zullen wij een
volgende keer iets trachten te schrijven.
Nog duidelijk staat het voorval uit
mijn jeugd me voor de geest- Het was
op een stralende Meimorgen, toen mijn
jongste zusje haar Eerste Heilige Com
munie had gedaan. Na het feestelijk ont
bijt, gedurende hetwelk zij als een
bruidje cp een prachtig versierde stoel
had getroond temidden van haar vader
en moeder en de tien broertjes en zusjes,
kwam de kapelaan op visite.
Mijn zusje mocht van hem een medaille
uitzoeken.
Aan een grote „reuzen" veiligheidsspeld
had de kapelaan wel meer dan twintig
van die dingetjes bengelen. De kapelaan
nam plaats in een grote diepe stoel en
wij stonden er met ons allen rond
omheen in ademloze spanning, welke
medaille mijn zusje kiezen zou.
De keuze was niet eenvoudig. Want
geen twee medailles waren eender. Er
waren zelfs enkele heel mooie medailles
bij van echt zilver. Het commentaar van
de kinderschaar bleef echter niet lang
uit. Van alle kanten wilden de ijverige
broertjes en zusjes raad verschaffen, tot
dat tenslotte één medaille de algemene
stemmen verkreeg. Het betrof de klein
ste, maar ook de mooiste van echt zil
ver. Maar de kapelaan zei, dat de keuze
alleen aan de communicant was en dat
wij ons van commentaar dienden te ont
houden. En mijn zusje ging aan alle
echte zilveren medailles voorbij en koos
de grootste en meest blinkende, een
waardeloze prul van zuiver blik.
Zo zijn kinderen nu eenmaal. Wat het
grootst is en het meest blinkt, vinden zij
het prachtigst.
In veropderstel, achteraf, dat de kape
laan een groot kinderkenner was en
daarom zo royaal enkele meer waarde
volle medailles aan zijn collectie had toe
gevoegd in de wetenschap, dat de kin
deren die toch niet zouden nemen.
En zo is het ook op het gebied van
prentjes en beeldjes en glaasjes en alle
andere siervoorwerpen. De meest felle
kleuren worden het meest begeerd. Kom
bij de kleinen van geest niet met Kunst
aandragen, want daar hebben zij nog
geen gevoel voor, geen onderscheidings
vermogen- Ze kunnen het dus onmoge
lijk waarderen. Hun bevattingsvermogen
is nog te primitief.
Maar langzaam maar zeker ontwaakt
in het kind het gevoel voor schoonheid,
voor ordening en combinatie van kleu
ren en verhoudingen. Tenminsteals
het geleid wordt, als het er op wordt ge
wezen, als het onderscheidingsvermogen
en gevoel voor schoonheid wordt bijge
bracht!
Hele volkeren leren het nooit. Zij
blijven in de kinderschoenen staan. We
noemen hen: de primitieve volkeren.
Dg missionarissen kennen hen wel.
Grote mannen, bomen van kerels, die
„als een kind" zo blij zijn met een paar
kraaltjes of een rood beschilderd stukje
glas. Zij allen zouden net als mijn zusje
de grote blikken medaille gekozen heb
ben en aan de echte zilveren zijn voorbij
gegaan.
Als wij hier in ons hoog ontwikkeld
landje de smaak van het grote publiek,
van de massa, nagaan, dan geloof ik niet,
dat wij ver buiten ons milieu moeten
zoeken om de primitieve mens te ont
moeten.
De afschuwelijk fel gekleurde niets
zeggende gipsen beeldjes en prentjes en
de blikken medailles doen hier nog
steeds opgang. We kunnen ze bijna in
ieder gemiddeld burgermansgezin tref
fen. Het lijkt wel, alsof er op de scholen
(want iedere Nederlander heeft toch
minstens de lagere school doorlopen!)
nimmer iets is gedaan, om de kinderen
op dit gebied te leiden.
En nu kunnen wij de fabrikanten van
al dit boerenbedrog gemakkelijk de
schuld geven, maar ik geloof niet, dat
wij het in deze richting zoeken mogen.
Zij proberen slechts „heel handig" (en
dat is hun goed recht!) aan de vraag en
de smaak van het grote publiek te vol
doen. Deze smaak is het, die verbeterd
moet worden en dan volgen de fabrikan
ten al even handig vanzelf.
En zoals het op gebied van prentjes en
beeldjes en medailles en andere sier
voorwerpen is, zo is het ook op het ge
bied van het toneel.
De massa is als een critiekloze kudde.
Het ontbreekt haar volkomen aan onder
scheidingsvermogen- Alles wordt critiek-
loos geslikt. Als het maar blinkt en
schittert! En als er bijvoorbeeld maar
een meisje in voorkomt, dat door haar
boze vader de deur wordt gewezen, dan
snikt men en dan vindt men het zo ont
roerend, dat het nog wekenlang bijblijft.
Dit bewijst weer eens voor de zoveelste
maal het succes van het stuk „Mariek"
door Piet Malherbe, welk stuk wij vorige
week besproken hebben. Deze draak
heeft reeds een ware triomftocht beleefd,
nog voordat het dit jaar in druk ver
scheen, in Zuid Limburg. En de schrijver
werd gehuldigd als een groot man. De
vereniging „Kunst en Krachten" voerde
het liefst maar 43 keer achter elkaar op.
De Katholieke Actie in Zuid Limburg
was zo enthousiast, dat zij de schrijver
na een voorstelling uitdrukkelijk be
dankte voor „het schrijven van derge
lijke prachtstukken van zo'n opvoedende
waarde"!
Waar blijven wjj, als Katholieke Actie
Cultuurfondsen van de K.A.B. derge
lijke draken blijven ophemelen en aan
bevelen?
Hier ligt m.i. een grootse taak voor
't W.K.A. Het publiek opvoeden, 't goede
smaak bijbrengen, critisch maken! Dit
is veel voornamer dan toneelscholen
openen en bibliotheken oprichten, die
slechts duplicaten zijn van de uitgeve
rijen. Voorlichting! Dit is het voor-
(Van onze correspondent)
Voor een weddenschap om een paar
pakjes sigaretten zijn gisterenavond twee
Tilburgse fabrieksarbeiders, A. Haarlem
en J. Wouters, per motor naar Milaan ge
reden voor een rit v.v., die ten hoogste 48
uur mag duren.
Ze hadden er op de fabriek, de Volt N.V.
al eens over gesproken, dat het toch wel
eens leuk zou zijn om 'n flink ritje te ma
ken met de motor. En toen de heer Haar
lem opmerkte, dat hij wel op en neer naar
Milaan zou kunnen rijden in 'n week-end,
stond iedereen stomverbaasd, dat er een
paar pakjes sigaretten „tegenaan werden
gegooid".
De heren Haarlem en Wouters namen de
weddenschap aan: op en neer naar Milaan
in 48 uur. Ze maakten foto's van motor
banden met op de achtergrond een typisch
Nederlands landschap en deze stuurden ze
op naar een fabriek in Milaan, met het
gevolg, dat er een telegram volgde, waarin
de fabrikanten vertelden, dat ze maar eens
moesten komen. Hotelkosten en eten wer
den vergoed. Bovendien kregen ze nog een
motorband cadeau.
En zo is de rit naar Milaan dan begon
nen.
Op de Heuvel in Tilburg was de start
van deze onderneming, die twee keer 2400
kilometer lang is. Zondagavond moeten
de beide heren weer in Tilburg zijn, willen
ze tenminste de pakjes sigaretten verdie
nen. „En het zit er in" vertelde de heer
Haarlem vol enthousiasme.
Het zal echter een ritje moeten worden
met een gemiddelde snelheid van onge
veer 50 kilometer per uur.
wm mnï siPHiL
No. 2014. 17 Juli 1954.
Redacteur G. J. A. VAN DAM.
Vossiusstraat 18 B, Amsterdam-Z.
Alle correspondentie aan dit adres.
Bij vragen om inlichtingen s.v.p.
postzegel voor antwoord insluiten.
OPLOSSINGEN.
In de nummering der vraagstukken is
een abuis ontstaan, dat op de wedstrijd
geen invloed heeft gehad, maar dat in
verband met de chronologische volgorde
dient te worden hersteld. De hieronder
voorkomende oplossingen zijn nu zódanig
genummerd, dat het eerste nummer aan
geeft het nummer, waaronder de publica
tie plaats vond, terwijl het tussen haakjes
geplaatste nummer in werkelijkheid het
juiste is.
Allereerst-de oplossingen van de vraag
stukken gepubliceerd in de rubriek van 5
Juni.
No. 2857 (herplaatsing Stuurman). Wit
37—32, 47—42!, 15—10!, 10X43, 49—43,
45X1 w. Een fraaie compositie, waarin de
ontleding de slordige eindstand (en figura
tie) goed maakt. Wellicht kan de auteur
een en ander nog verbeteren.
No. 2878 (2884). B. Springer. 40, 3, 17, 37,
9!! motief stand. Op 33—38 of 39 volgt resp.
21 of 17, waarna wit de lijn 1—45 bezet
en wint. Dus zw. 1419 gedw. Wit wint
nu door 9-4! Op 20—24 of 25 volgt 4—13.
Op 19—23 of 24, 3X25, 33—38 (of?) en dan
wit 115 wint. Dus zw. gedw. 3338, wit
3X25, waarna op 38—42 verrassend volgt
25—14, 19X10 en 4X47 wint.
No. 2879 (2885). Baeke. Wit 32, 17, 16—11,
4, 38 (45), 40 enz. wint. Bekend systeem,
dat echter altijd zijn bekoring behoudt.
No. 2880. (2886). Schmidt. Wit 9, 48!, 32,
25!!, 30!, 27 gedw. (op 26, wit 13 w.), ter
wijl op zw. 39 zou volgen 3043 (26
gedw., want op 5011, 43X7 w.) en wit
4348 wint. De ondervarianten kan men
nu gemakkelijk zelf vinden.
No. 2881 (2887). Leo Springer. Wit 20,
31—27, 18, 3 wint.
No. 2882 (2888). Leo Spr. Wit 23, 26!, 11,
21, 37, 7, 24, 3 wint.
No. 2883 (2889). Leo Spr. Wit 40, 5, en
25!, waarna wit wint op 38 of 9, 18—22,
of 23 door 42. Op 32—38 door 33. Op 37—4
of 42 door 27 en 46 of 47. Op. 3748 door
27 en 34 enz. En op 37—46 door 9 (14), 27
(21) en 5!! Een interessant nieuw motief
en een verrassende bewerking.
No. 2884 (2890). Leo Spr. Wit 21!, 18, X8,
13 en dan de krachtzet 8—3 met een
zeer originele symmetrische motiefstand.
Niet winnend is de (schijn-)opl. door 13
(zw X8), 2 18, 50 en wint. Maar als zwart
bij de eerste zet slaat 30X28, dan kan wit
door 14 en 25 niet winnen. Zwart laat dan
volgen 37—41, dreigt dam te halen op 46
met de daaraan verbonden tweede drei
ging 27—31, waardoor wit met 26 achter
uit zou moeten slaan en remise verze
kerd is.
No. 2886 (2892). v. D. Wit 36—31, 23, 34,
37—32, 32 w.
No. 2887 (2893). v. D. Wit 29, 18!, 28 wint.
No. 2888 (2894). v. D. Wit 35, 24, D. naar
34!, 48!, 30 enz. wint.
No. 2889 (2895). v. D. Wit 30, 23!!, 13 met
het vierkantje van v. d. Meer.
No. 2893 (2899). v. D. Wit 35—30 (33—29
gedw.), 30—24, 19X30 gedw., 48—43, 24, 41
(3137 gedw.), 41X32 (2631), 3227
(31X22) 47—42 (22—27 gedw.), 42—37 (36
41) 37—31 en wint. Damspel—dwangspel.
No. 2894 (2900). V. D. Wit 21, 42, 13, 29
wint.
No. 2895 (2901). v. D. Dit vraagstuk ver
valt voor de wedstrijd, want schijf 35 be
hoorde op 4 te staan en de witte schijf 24
op 25. De opl. is dan 47—42 (37X48 gedw.),
25—20, 38—32, 32X5 w.
No. 2896 (2902). V. D. Wit 37—31, zw.
44X13 (de enige van de 6 slagmogelijkhe
den), 38—33!!, zw. 27X18 (de enige van de
tien slagmogelijkheden, hetgeen in een
schijvenstand vermoedelijk het record is),
32X1, 10X19, 16X9, 4X13, 20—14, 19X10,
15X4 met gewonnen „minor-eindspelletje".
Wit 41—36, 44X13, 23—19, 13X24, 20X29,
10X19, 32X14 is een schijnopl-, want zwart
laat nu verrassend volgen 410, 15X4,
22—28, 4X31, en 28—32!!, de enige tempo,
die redt.
N 2900 (2906). v. D. Wit 38—32, 37—41 (de
beste op 3748, wit 4742), 4742 (4147
op 41—46, 42—37), 32—27 wint.
No 2901 (2907). v. D. Wit 27—36! (37-42
gedw.), 36—47! (16—21 gedw., op 42—48,
47—42 wint verrassend door 48X8 en
42—26!!), 47X7, 1X23, 13—9, 23—28, 9—3,
28—32, 3—20!, 32—37, 20—47, 2—8, 34—29,
8—13, 29—24!, 13—18, 24—20, 18—23, 20—15!,
23—28 (op 23—29, 47X24, 37—41, 24—19! w.),
15—10, 28—33, 47X15, 37—41, 15—47!, 41—46.
10—5 wint klassiek.
No. 2902 (2908). v. D. Wit 20—14 is een
schijnopl., wegens 10X19 (23X19, 14X23 en
op 14X37 of 41, 14X5 w.), 23X14 en wit
kan niet meer winnen. De winnende sleu-
telzet is 20—15!, 28X19A, 15X4, 19X37
4—10, 37x5, 48—42 en op A. Zw 28x37,
15x4, 37x19 en ook weer 410 en 4842
wint.
No. 2903 (2910). V. D. Wit 30—24!, 47X49,
25X1 wint!
VOOR ONZE LADDER-WEDSTRIJD.
Romantische problematiek.
No. 2915. No. 2916.
£j i i g
O. '0
Stand Zw. 2, 4,
9, 10, 17, 18 25, 28,
D. 22. Wit 26, 29, 30,
33, 36—39, 41, 42.
(v. D.).
Stand: Zwart 2, 3,
15, 18, 19, 22, 26, 28,
30, D. 23. Wit 20,
25 27, 29, 31, 34, 37,
39, 40, 43, 44, 47, 48.
(v. D.).
No. 2917.
No. 2918.
0.0,0.
Stand Zw. 6, 8, Stand Zw. 7, 8,
9, 15, 18, 19, 22, 26, 10, 12, 14. 22, 27, 28,
28. D. 23. Wit 16, 32, D 16. Wit 19, 21,
20, 29, 31, 32, 34 37, 24—26, 29, 33, 37, 39,
39, 43, 44, 48. (v. D.) 41—43, 45. (v. D.).
23. g2—f3:
23. Pf3: Pf3: 24. gf3: Rb7 is natuur
lijk iets beter.
23Dh4h3
24. Pel—g2 Pe5—f3:
25. Pg2—f4 Tf8—f4:
26. Rel—f4: Ra6—b7
Wit geeft op.
Aantekeningen van H. Andersen in
Arb. Skak.
No 7156
JAC. HARING, Schipluiden
Eerste plaatsing. Mat in 2 zetten
Voor deze vier vraagstukken geldt
„Wit speelt en wint". De oplossingen wor
den gaarne tot 28 Juli a.s. ingewacht aan
het boven deze rubriek vermelde adres.
(Schaakredacteur P. A. KOETSHEID,
Huize St Bernardus, Sassenheim).
(Zaterdag 17 Juli 1954).
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK
De driezet uit deze rubriek is o.l. ook
voor de minder sterke oplosser te ont
leden.
De tweezetten zijn goed. Vooral geldt
dit voor no 7157 van J. Hartong.
We herinneren onze lezers er aan, dat
in de volgende rubriek de oplossingen
van 26 Juni en 3 Juli gelijktijdig worden
gepubliceerd.
Oplossingen worden ingewacht tot
Woensdag 4 Augustus. Oplossingen over
drie weken.
CORRESPONDENTIE
C. v. d. W. te R. Wat speelt u dan
no 1 Da2:? Wij vinden geen mat
voering voor wit.
PARTIJ No 1255
Pruisische partij
Gespeeld 24 Februari 1954 In de meester
klasse.
Wit: A. Jespersen Zwart: H. Andersen
1. e2e4 e7e5
2. Pgl—f3 Pb8—c6
3. Rfl—c4 Pg8—f6
4. Pf3g5 d7d5
5. e4d5: Pc6a5
6. Rc4b5t c7c6
7. d5c6: b7—c6:
8. Ddl—f3 Ta8b8
Een theoretisch nieuwtje in deze opening
9. Rb5—C6:t Pa5—c6:
10. Df3—c6:t Pf6d7
Op 10.... Rd7 volgt zeer sterk 11. Dc4
11. d2d3
Tot hiertoe gelijk aan de partij
AshcroftColman, Londen 1949, die door
zwart in 27 zetten gewonnen werd met
het volgende verloop: 11Re7; 12.
Pe4 Tb6; 13. Da4 Rb7; 14. f3 f5; 15. Pf2
Tb4; 16. Da3 Te4f; 17. De4: Ra3:; 18. Pa3:
fe4: 19. fe4: 0—0 en wint.
11Rf8c5
12. Dc6—f3 0—O
13. 0—0 Tb8—b6
Ter voorbereiding van f7—f5 moet Pe6
verhinderd worden.
14. Pbl—c3 Rc8—b7
15. Df3—e2 f7f5
16. Pg5—f3
16. Pa4 mag niet wegens Tg6 en
17Da8.
16Tb6-g6
17. Kgl—hl e5—e4
18. d3e4:?
De voorkeur geven wij aan 18Pel,
18Rb7a6
19. Pc3—b5 f5—e4:
20. Pf3—el Db8-h4
21. c2c4
Na 21. Re3 Rd6; 22. h3 Pe5 staat zwart
voortreffelijk. Er dreigt Rc8 en offer op h3.
21Pd7e5
22. f2—f3 e4—f3:
Een troefplacing is één der zeldzaamste
figuren welke zich aan de bridgetafel
kunnen voordoen. Er wordt onder ver
staan een speelwijze, welke de tegenstan
der die de troeven tegen heeft dwingt van
zijn troefcombinatie af te spelen. Als regel
zal het hierbij dus nodig zijn, dat die
tegenstander alle bij-kleuren moet bij
lopen tot het moment, waarop hij niets
anders meer dan troef over heeft en
waarna hij aan slag wordt gebracht.
Een schitterende troefplacing signaleer
den wij dezer dagen in een oefenpartij,
waarbij verschillende vooraanstaande
Nederlandse spelers betrokken waren.
10,8,6,2
3
H,B,4
A,H,8,6,3
4» A,H,9,7,5
V A,H,B,6,4
O A.10,3
Zonder dat O—W iets tegen boden, be
reikten NZ het normale eindbod van
6 4», te spelen door Zuid.
West speelde O 9 voor en na deze voor
Zuid gunstige uitkomst leek het spel een
voudig genoeg. Zuid maakte de 10 en
trok in de tweede slag 0-aas na; de
teleurstelling was groot, toen West en
Noord kleine bijspeelden, doch Oost
met een kleine O op tafel kwam. West
had dus alle vier de 's tegen gehad en
had op dit moment nog over 0 V,B,4,
waarmede hij dus 2 slagen dreigde te
maken. j
Zou West in handen hebben gehad 4
met 3 3 O en 3 41, dan kon Zuid het
spel winnen door ♦-aas en ♦-heer te
spelen, één V in Noord af te troeven,
vervolgens ♦-aas en ♦-heer en in Zuid
een aftroeven, hierna O-heer en 0>-aas,
waarop West nog slechts troef over zou
hebben; wordt dan C uit Zuid gespeeld,
dan moet West hoog introeven en troef
terugbrengen, hetgeen Zuid de winst geeft.
Zou West echter in handen hebben 4
met 2 V, 3 O en 4 dan moet een
andere speelwijze worden gevolgd, waar
op wij hierna terugkomen.
Zuid, na O 10 gemaakt en ♦-aas ge
speeld te hebben, trok CP-aas en daarop
O-heerwaarop de ^-vrouw bij West
viel Op dit ogenblik had Zuid zich
dienen te realiseren, dat West vermoede
lijk niet meer dan 2 V in handen had ge
had; daar het spel nu uitsluitend nog te
winnen is als West daarbij 3 O en 4
gehad heeft, had Zuid als volgt moeten
voortzetten: CP-heer moet in Noord afge
troefd worden Hierna de twee hbge
spelen en een in Zuid aftroeven;
vervolgens O-aas en heer en een vierde
van Noord uit aftroeven in Zuid. In
derdaad zou West deze kaarten allemaal
hebben moeten bijlopen, zodat de volgen
de eindfiguur overgebleven zou zijn:
10,8
V -
O -
8
V.B.4
CP -
H,9
<P B
O -
Zuid is nog geen enkele slag kwijt en
speelt thans Cp-boer na; West moet hoog
introeven en de laatste twee slagen zijn
voor NZ, klein slam gemaakt
Het is natuurlijk mogelijk, dat West
van CP-vrouw-driemaal, opzettelijk de
cp-vrouw bijgespeeld kon hebben om Zuid
te misleiden. Zou dat het geval geweest
zijn, dan was Zuid down gegaan bij de
laatste speelwijze, maar had zich dan
kunnen troosten met de gedachte, dat hij
met ere gesneuveld zou zijn.
MIMIR.
<P 10,9
No 7157
J. HARTONG, Rotterdam
Eerste pr. „Segals Thema-tournooi"
Mat in 2 zetten
No 7158
J. VAN dijk, De Lier
Maasbode-tournooi 1954. Mat in 3 zetten
(Slot)
Ongeveer gelijktijdig met de krijgsbedrijven aan de Friese Poort,
vonden aanvallen plaats bij de „Rootoren'', de Rode Toren van
Alkmaar. Hier voerde de Spaanse bevelhebber Juliaan Roméro de
vreemde troepen tegen „de mannetjes van boter" aan. Hij bad zich
een trieste faam bezorgd te Naarden waar de burgerij hem aan
vankelijk feestelijk had binnengehaald. Riep haar samen in da
Gasthuiskerk om een eed van trouw aan de Spaanse koning te zweren.
En liet er de weerloze mensen door zijn trawanten doden, njj
bonderden tegelijk. Vrijwel geen levende ziel bleef in Naarden over.
De Alkmaarders begrepen zeer wel wat ze van dit heerschap te
wachten hadden in geval van overgave.
Bij het overbruggen der stadsgracht
onderscheidde zich de Spanjaard Bo-
badilla. Tot aan zijn borst toe waadde
hij door het water tijdens het leggen
van een brug en spoorde nog tot vol
houden aan toen hij reeds herhaalde
lijk was gewond.
De brug werd gelegd. Stormladders
geplaatst. Vrouwen en jongens kweten
zich als mannen om de aanvallers
terug te slaan. Laadden geweren,
brachten benodigdheden aan en wisten
van geen wijken.
De Alkmaarse stadsschrijver heeft
het volgende relaas over het wapen
feit bij de „Rootoren" voor alle tijden
op schrift gesteld. Het geeft duidelijk
weer hoe fel en taai de tegenstand
was en hoezeer de burgers bereid
waren zelfs tot de uiterste middelen
over te gaan om niet in het vreselijke
lot van Naarden te delen:
„Alhier stonden d'onsen op een
seer ongheleghen plaetse om te
vechten, want van vooren moesten
sij met de vijandt stormen, om hem
af te keeren, dat hij over stadts-
mueren niet over en clam, ende van
achteren werden d'onsen van twee
grove stucken gheschuts ghereten.
Maer alle dese swaericheyt achter
de handt stellende, zijn moetich blij
ven staen in 't stormen en hielden
den vijandt even hertich ende moe
tich teghen, de wij le die vrouwen
aenbrachten calck, geteerde hoepen
(hoepels), ende siedent (kokend)
water, waermede die aanvallende
Spangiaerts beghooten werden."
Duitse en Waalse vendels poogden
de hunnen te steunen, maar alle ge
weld bleek vergeefs: de dappere Alk-
maarders behielden het veld. Noch met
dreigementen, noch met fraaie belof
ten bleken de huurtroepen te bewe
gen een tweede bestorming te wagen.
Terwijl het geschut nog dreunde,
hieven de burgers op de stadswallen
de 36e psalm aan: „Uw goedheid. Heer,
is hemelhoog; Uw waarheid tot de
wolkenboog; Uw recht is als Gods
bergen; Uw oordeel grondloos; Gij be
hoedt, En zegent mens en beest, en
doet Uw hulp nooit vruchtloos ver
gen!"
Intussen had de Prins zijn gouver
neur in Waterland verlof gegeven
sluizen en dijken te openen om de
vreemde vendels met water te over
stelpen, de oude bondgenoot der Ne
derlandse verdediging. De Alkmaar-
ders meenden een teken aan de hemel
te zien: ,Ick hebbe selfs (zelf) ontrent
ten drlj uren int fèrmament des he
mels blinckende teyekenen gezien,
heel driecantich, twelck, van 't Noor
den beginnende, allenskens na et Zuy-
den verliep ende nae een cleyn uur
ken is 't ontwint (verdwenen)"
Jongelui uit Schermerhorn wisten
bemoedigende brieven van Sonoy, én
de Prins, binnen de muren te smokke
len.
De 21e September leek het grootste
gevaar voor de vege stad wel voorbij.
Het bevrijdende water maakte het de
belegeraars zeer lastig. Het nam een
kijkje in hun loopgraven. Klotste rond
de kanonnen. Steeg velen tot aan de
knieën. Koortsen begonnen te dreigen.
,,'t Geheele lant omtrent Alckmaar"
was één meer: zeevis zwom boven de
grasvlakten van West-Friesland!
Don Frederik poogde de Alkmaar-
ders nog eenmaal tot overgave te be
wegen, maar het fiere antwoord luid
de: dat zij zich „seer gewillichlick den
Lonelijcke Maiestijt wilden onderwer-
pen; maer dat sij daer en tusschen van
8sntscner harten haeten de tieranny
genvMAJb^ regieringe des Harto-
T-oeü" t?u' hij nieuwe maan, een
springtij het water nog hoger op
zweepte, zag Romero zich gedwongen
de kanonnen naar het hoger gelegen
Bergen over te brengen en in het be-
October brak ook
Don I rederik zijn tenten op, omdat
h!) «e!"i?0EefK«leer vond een goede
uitslag van de belegering te verhopen.
De achtste October 1573 kon men
met recht en reden zeggen: „Alkmaar,
vroeger altijd ongelukkig, was alzoo
deze reize de eerste stad, welke een
geregeld beleg afsloeg, en verwierf
zich hierdoor niet weinig ere!" Of, ge
lijk de mensen het toen zelf zeiden:
„Den stad van Alcmaer, alhoewel sij
bij sommige cleyn geacht ende ver
worpen zij, is boven eens yegelijcks
hope ende meyninghe met soo heuche-
lijcke victorie ende soo vernaemde
(beroemde) triumphe hemelhooch ver-
heerlict!"
,Het Spaanse leger" aldus Zijne
Eminentie de Kardinaal „maakte
zich ontzaglijk gehaat bij de bevol
king" (Kg; III; 205).
Maar vlakken wij evenmin de Geu
zen uit: de 24e Juni 1572 ondergingen
vijf Franciscanen uit Alkmaar de mar-
teldood te Enkhuizen, later nog een
te Ransdorp: „de Alkmaarse Martela
ren", wier proces bij de H. Stoel werd
ingeleid. Tot eind Dec. 1572 werden 'n
honderdtal klooster lingen en priesters,
waaronder de edele Musius (Delft),
vermoord. „Vooral de door Lumey be
volen, barbaarse moord op de alom
geachte Delftse priester en geleerde,
wekte algemene verontwaardiging"
(Blok; II; 83),
De Vrijheid had te Brielle de voet
in de stijgbeugel geplaatst; binnen
Alkmaar zette zij zich in het zadel.
„Doch de zaak van de opstand bleef
met dat al hachelijk" (Blok; II; 87).
1. Welke heilige Bisschop liet op zijn
tafel (voor zijn gasten) deze vers
regels aanbrengen: „Al wie afwe
zigen belastert of kleineert, Die
wete, dat hij van deez' tafel wordt
geweerd?"
2. Men at daar met zilveren lepels;
het tafelgerei was overigens van
aardewerk, hout, marmer. De
vorken waren van?
3. Nu we het toch over de Oudheid
hebben: welke man kon een gro
tere keel opzetten dan vijftig
andere mannen samen?
4. Met het kortschrift, de stenogra
phic, was men in die verre dagen
natuurlijk onbekend?
5. Heeft u ook kennis aan „de broe
ders van Sint-Lucas en de man
nen van Sint-Maarten?"
6. Iedereen kent wel honden, die men
„terriers" noemt. Heeft dit
woord soms iets met het „terre"
„aarde" van Uw Franse les te
maken?
7. Op zijn sterfbed sprak de grote
dichter Guido Gezelle: „Wat hoor
de ik toch graag de vogeltjes
schuifelen". Bedoelde hij: trippe
len, voetje voor voetje?
8. Waaraan kunt U aanstonds een
Afrikaanse van een Indische
olifant onderscheiden?
9. Een lastig kind geeft men wel
eens een pak voor zijn billen.
Wat verstaat u onder een bilha-
mer?
10. Heet een walnoot „walnoot" om
dat de boom op, of onderaan de
wal groeit? En „walschot" is
zeker een schot vanaf de wal op
de vijand gelost?
Oplossingen de volgende keer.
Misschien hebt Ge wel eens
een jonkvrouw afgebeeld ge
zien, steunend op een molen
steen? Mogelijk getooid met de
palm der overwinning? Of wa
ren er ook pijlen bij? Dan hebt
Ge de heilige martelares Chris
tina vóór U gehad, wier feest
dag wij de 24e Juli vieren.
Haar ouders waren voorname
mensen in Italië. Zij besloten
van hun dochtertje een prieste
res te maken, bestemd voor de
heidense tempeldienst. Omring
den haar met afgodsbeelden en
gaven haar wierook om die voor
die beelden te ontsteken. Maar
Christina wierp èn beelden èn
wierook het raam uit en ver
klaarde de enige God-in-drie-
Personen te willen dienen.
„Als je dan toch drie goden
dient, kunnen die van ons er
ook nog wel bij" vond haar
vader. Maar Christina antwoord
de, dat die drie Goddelijke Per
sonen één God zijn.
De vader van Christina ver
zon allerlei middelen om zijn
dochtertje van haar geloof af
te brengen, maar zij bleef stand
vastig. Tenslotte beval hij zijn
slaven het kind met een molen
steen om de hals in zee te wer
pen hetgeen prompt ten uit
voer werd gebracht. Doch haar
leven stond onder de hoede
van de Engelen, die haar veilig
naar het strand terugbrachten.
Na de plotselinge dood van
de wreedaard, viel Christina in
handen van een nieuwe beul,
die haar wilde doen knielen
voor Appolo's afgodsbeeld; het
beeld viel in stukken voor haar
voeten.
Nog een andere kwelgeest,
Julianus genaamd, zette haar
gevangen in een kuil met ver
giftige reptielen, adders en dat
gebroedsel meer. Zij kronkelden
zich met hun kille lijven om
haar heen, maar deden haar
geen kwaad. Doch als er iemand
van de beulen bij de kuil kwam,
begonnen zij gevaarlijk tegen
hem te sissen.
Ten einde raad, liet Julianus
haar op afschuwelijke wijze
martelen. De beulen schoten
tenslotte twee pijlen op het kind
af, die haar raakten in het
hart en in de zijde (287). Toen
stierf zij; de gruwelijke Diocle-
tiaan was keizer van Rome in
die dagen. Het lichaam der H
Christina wordt vereerd te Bol-
sena, een Italiaanse stad in de
Romeinse provincie.
i ui 1 -
Iemand wilde een Afrikaanse neger-
vorst bewijzen,' dat je zelfs dieren
kunt opvoeden; laat staan: mensen.
Hij reisde door het gebied van de vorst
en overnachtte na enkele dagen in een
eenvoudige herberg. „Wilt u misschien
een kop koffie?" vroeg de waard de
volgende morgen. „Heel graag!" Wie
schetst de verbazing van onze reizi
ger toen een kat op hem toekwam,
lopende op haar achterpoten, een tasje
mocca tussen de voorpoten. Met een
buiging van de kop, zette het slimme
beestje het tasje neer.
De verbaasde gast begreep, dat cut
het dier was, dat hij de vorst moest
tonen. Na veel loven en bieden slaag-
de hij er in de herbergier te overre
den de poes te verkopen. Ze werd in n
keurige mand geplaatst. En meegeno-
men naar het paleis van Zijne Majes-
telReeds de volgende morgen kwamen
de koning en zijn grootwaardigheids
bekleders samen De geleerde kat
maakte „salaams' (buigingen) naar
alle kanten en keerde toen naar haar
baas terug. Hij stelde haar een geurig
tasje mocca terhand" voor de koning
en deze, rich heerlijk smaken.
„Mijnheren sprak hij tot de aan
wezigen „U ziet, dat men een poes
kan opleiden tot bediende. Ik hoop,
meneer de Minister, dat ook U het
inziet".
v „Mag Uw poes mij ook 'n mocca
brengen?" vroeg de Minister.
„Het zal dadelijk gebeuren!" De
Minister verdween achter een tapijt.
En kwam na enkele minuten met een
gesloten zak terug. De kat kwam juist
met het geurige goedje aanzetten.
Plotseling maakte de Minister de zak
open: tientallen witte muizen wrie
melden over de grond! De kat liet de
koffie onmiddellijk vallen en vloog
achter de muizen aan.
1. dat men u egocentrisch noemt, of
alleen maar egoïstisch?
2. dat u gelaten de onvermijdelijke
kruisjes aanvaardt, of berustend?
3. dat men u een hardnekkige, of een
halstarrige doorzetter noemt?
4. dat u met verwaande, of met op
geblazen lieden te doen krijgt?
5. dat uw vrienden, kennissen, zich
jegens U bereidvaardig, of bereid
willig betonen?
6. dat uw personeel uit arbeidzame,
of uit bedrijvige mensen bestaat.
7. dat uw stemming moedeloos, of
mismoedig moet heten?
8. dat men u kenmerkt als een ver
legen, of een bedeesd persoon.
9. dat u te maken krijgt met zuinige,
of met schriele erftantes?
10. dat uw tegenstanders strijdbare,
of strijdlustige lieden zijn?
Oplossing volgende keer.
Bedoeld werd de Groningse gemeen
te Winschoten.
1. W (estenwind)2. Een kil is een
waterloop tussen buitendijkse gronden,
tussen hoge oevers, enz. De Dordse
Kil. 3. Het heeft weinig zin onder
scheid te maken tussen lage- en hoge
venen; laagveen werd., laagveen,
doordat de zeespiegel rees. 4. Hasselt
ligt aan het Zwarte Water, een rivier
in Overijssel. 5. Terschuur. 6. De Waal
haven te Rotterdam vormt de grootste,
kunstmatige haven ter wereld. 7.
Schoten. 8. Onder roten verstaat men
de stengels van hennep of vlas aan de
werking van water blootstellen, ten
einde de vezels los te weken. 9. Een
nes (Renesse; Bornisse) is een stuk
buitendijks land. 9. N(oordenwind).
Op 23 Augustus a.s. zullen TWEE BIJ
ZONDERE POSTZEGELS verschijnen
met een toeslag ten bate van het NATIO
NAAL LUCHTVAARTFONDS. Op de
10 et 4 ct toeslag) is dr Plesman
afgebeeld, terwijl op de 2 ct 2 ct toe
slag) een jongen voorkomt, die een vlieg
tuig oplaat. De zegels, die door prof. G.
V. A. Röling te Laren zijn ontworpen,
zullen tot 9 October a.s. verkrijgbaar
zijn; de geldigheidsduur loopt tot 31 De
cember 1955.
In Amsterdam is een nieuw toneelge
zelschap gevormd, detoneelgroep Studio,
die zo deelt rij mede „zich ten doel
stelt het artistiek verantwoorde beroeps
toneel en het publiek nader tot elkaar te
brengen". Zij „wil in de bhoefte aan to
neel, overal waar deze bestaat, zoveel
mogelijk en op de meest doeltreffende
wijze voorzien". Zij „denkt zich voor
namelijk te bewegen op het terrein, dat
door de grote beroepsgezelschappen niet
of niet voldoende wordt bestreken. Met
een voor het doel geëigend repertoire wil
het gezelschap optreden voor het publiek,
vehenigd in bedrijven, personeelsvereni
gingen], culturele en sociale organisaties,
jeugdverenigingen, onderwijsinstellin
gen etc. De toneelgroep wordt geïntrodu
ceerd door een werkcomité, waarin de
initiatiefnemers, de acteurs Jaap Hóog-
stra en Han Surink, en een aantal per
sonen uit het culturele leven zitting heb
ben. De algemene organisatie van de to
neelgroep berust bij Han Surink, de ar
tistieke bij Elly van Stekelenburg en
Jaap Hoogstra, erwijl de technische or
ganisatie in handen is van Ton Dalen
oord.
De meest verbreide Europese taal
ter wereld is het Engels; daarna
komt het Spaans (Zuid-Amerika;
Brazilië: Portugees). Dan volgen:
Duits en Frans.
2. Een maansverduistering kan zich
alleen afspelen bij volle maan.
3. Zij treedt in dezelfde omvang en
gelijktijdig op voor alle plaatsen,
die dan de maan boven haar ho
rizon hebben.
4. Aan het woord: quarantaine, ligt
het Frans woord voor veertig ten
grondslag: quarante.
5. Ergens is men ,,'n blauwe Maan
dag" in betrekking geweest
Een hooggeleerde heer stelt, dat
's Maandags vóór Aswoensdag het
altaar met een blauwe doek werd
bekleed; op die dag werd niet ge
arbeid. Wie dus een blauwe Maan
dag arbeidde, kwam eigenlijk aan
arbeid niet toe.
6. Het woord bureau hangt samen
met een klein, wollen kleed, dat
voor het bedekken van een tafel
werd gebruikt. Dit kleed noemde
men: „petite bure". Die naam ging
later over op de ruimte, waarin
de tafel stond.
7. Wie in het oude Rome de „toga
Candida", een glanzend witte toga
droeg, dong, als „candidatus", naar
een bepaald ambt.
Een hangmat heeft met een mat
volstrekt niets van doen; 't is ook
geen mat. Het woord houdt
verband met een Spaans woord:
hamaca, 'n hangende slaapplaats
van (zeil)doek
3. Een „teirlingen" schort, is een ge
blokt, geruit schort, wel van Bra
bants bont; de ruitjes hebben wat
weg van teerlingen, dobbelstenen.
.0. Theems zonder de letter h wordt
dan; teems. En een teems is een
haren zeef. die men gebruikt bjf
het melken.