SaINT lazare
OMZWERVINGEN IN
WEDERZIJDS RESPECT
verloofden
VACANTIE
PARIJS
VOOR GOD EN DE NATIE
■1
van
EASY TO LOVE
„Crazy"
ÏL„
Rechtdoor
Melaatseriinrichting - Retraitehuis -
V rouwengevangenis
Dollars
Heer in t verkeer
„See you later
Dagboek van 'n
Aalmoezenier
mÊSSSsmmm
Holland....
ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1954
PAGINA 7
liü
Kerkhof der levenden
b» wThSIh«»"
Retraitehuis
V rouwengevangenis
Twee millioen
uw memoires
voor
Kapitein Pigerre
Kloosterlijke vrede op de
binnenhof van de vrouwen
gevangenis St. Lazare.
I
- ■Vy.WXvMMVW
mm
sröss
V'
Wanneer er al redenen kunnen
zijn, dat jongens en meisjes samen
op vacantie gaan, dan gaat ditzelfae
nog niet altijd op voor verloofden. De
situatie ligt daar anders. Daar willen
we nu niet over spreken. We willen
liet hier alleen hebben over het
samen gaan van kennissen en vrien
den. Dc grondhouding, nodig voor
een juiste dagelijkse omgang der ge
slachten, is de houding van een diep
wederzijds respect. We moeten over
tuigd zijn, dat jongens en meisjes,
mannen en vrouwen op de eerste
l'laats mensen zijn. Daarom moet de
Verhouding tot elkaar een mense
lijke verhouding zijn. Ja, we heb
ben er reeds meermalen op gewezen
het moet een religieuze verhou-
d uin-
zijn, omdat achter elke mens,
achter iedere man en vrouw, Chris-
ltls5 de Heer, staat. Zo en zo alleen
maakt men dit contact werkelijk tot
ten ^ontmoeting". Natuurlijk we mo-
gen het verschil der geslachten niet
het oog verliezen. Het menszijn
°rdt immers hij man en vrouw op
•'tillende wijzen belichaamd. Dit
maakt
Juist het aantrekkelijke van
het ando.
l"e geslacht uit; dat ze an
ders z!jn
Vandaar h
kingskracht v wederzijdse ontrek-
is en i andaar dat het normaal
me,'sic- d°0r God hedoeld, dat de
graan na" ',0ngens vallen en jongens
aS «aar melsjes kijken. Dit is juist.
O rang naar het andere
Laten we hier wat dieper op in
trachten te gaan. Hoe komt het, dat
meisjes naar jongens getrokken wor
den en omgekeerd? Zoals gezegd: door
de aantrekkingskracht, die van elkaar
naar elkaar uitgaat. Maar hoe komt
dat?? Door het lichaam. Wij mensen
kunnen elkaar slechts ontmoeten, met
elkaar slechts in contact treden door
ons lichaam. En daarom verlangen we
naar elkaar. We verlangen immers niet
te krijgen, wat we al hebben, maar
Nt"^ tG kr^gen> wat we n'ef hebben.
u vullen mannen en vrouwen elkaar
aan' hchamelijk gesproken op de eer-
s^e Pl3ats. Vandaar dat ze naar elkaar
^erlangen. Maar het is nog veel meer
j.an een louter lichamelijke aantrek
kingskracht. Er is ook een psychische
2en^rehkingskracht. We mogen niet
leei^en'- dat mannen en vrouwen al
door hlaar.Van elkander verschillen
leen rruT llQhaam' dat ze dus elkaar al'
de aantT 1lic.'larnelijk aanvullen, dat
lichamen.^ ngskracht alleen maar
dieper. Doojm vee' verder en
len zijn ze ook lichamelijke verschil-
Dat maakt ze psychisch verschillend,
elkaar. We kun^e' Z° interessan'; voor
niet groot genoeg deze verschillen
wereld verschiiienZ^en" Er ziin in de
scheid tussen de mens Soorten onder"
aan het verschil b.v. t^s"' denk maar
tussen 'n Europeaan en 'i-Tp standen'
groter is het verschil tu k'nees-Maar
vrouw, waardoor ze altijd^" man en
kere vreemdheid tegenover 6!" Ze"
staan. Alle twee zijn zo eon
voor elkaar; alle twee beleve/ze^
wereld anders. Een man zal zich nooit
kunnen indenken, hoe een vrouw de
wereld en hemzelf ziet; ook niet onr-
ëekeerd.
l^aar bij dit alles mogen we nooit
Vergeten, dat man en vrouw alle twee
me«sen zijn, personen en als zodanig
°nVervangbaar. Vandaar dat we hier
antrekkingskracht hebben, zeker,
maar
ook een respect voor elkaar als
crn°011 ^0n meisje' d£d door kleding
muding alleen maar op verovering
uit is zonder respect voor dg jongen,
heeft geen menselijke houding. Een
jongen, die in het meisjes alleen maar
een middel voor zijn eigen plezier ziet,
verlaagt haar van mens tot ding, ver
nietigt haar als mens. Dit is geen men
selijke verhouding, geen „ontmoeting"
meer.
Dit respect toont zich in allerlei klei
ne dingen: in woord en gebaar; in kle
ding en houding en vooral in een ze
kere reserve tegenover elkaar.
Wanneer er tussen de jongens en
meisjes, die op vacantie gaan, een der
gelijke houding is, kan men ze rustig
samen laten uitgaan. Daarom is het
terdege zaak voor de ouders en opvoe
ders op te letten, met wie de jonge
mensen uitgaan.
En dan kan het gebeuren, dat het
respect door de voortdurende omgang
groeit, en uitgroeit tot vriendschap en
liefde. Het zal dan een liefde zijn, wel
ke beloften geeft voor de toekomst.
H. B.
Slierten! Jongens en Meisjes
samen uit, samen op vacantie!
Naast en achter elkaar op de
fiets. Zo trekken zij het land
door. Op zich hoeft hier niets te
gen te zijn. Een gezonde omgang
tussen de geslachten kan nuttig
en bevrijdend werken. We ko
men hier niet op terug, daar we
hier vroeger reeds voldoende
over gezegd hebben.
Toch word je vaak in je opti
mistische kijk geschokt, als je
ziet, hoe ze feitelijk op vacantie
gaan. Het schijnt dan één grote
flirtpartij te worden.
Hetzelfde geldt van jongens en
meisjes, die wel niet samen op
vacantie gaan, maar elkaar in
eenzelfde plaats, aan zee, in een
tentenkamp of in een toeristen
plaats ontmoeten.
Als je hen soms zo samen ziet,
maakt het een allesbehalve stich
tende indruk. Uit honderd en
een kleine dingen wordt het dui
delijk. Kijk b.v. eens naar de
kleding van de meisjes. We be
hoeven heus niet preuts te zijn,
om een bepaalde kleding af te
keuren. Het gaat heus niet om
een centimeter meer of minder.
Het gaat heus niet om blote
armen of benen. Maar het gaat
om het geheel. Dit getuigt vaak
van weinig of geen smaak. En
dit is het ergste nog niet. Het is
provocerend. Het schijnt vaak
expres gedaan, om de jongen in
moeilijkheden te brengen. En
bleef het daar nog maar bij. De
algemene houding tegenover
elkaar laat ook veel te wensen
over, zodat er van een echt we
derzijds, menselijke respect wei
nig meer sprake is.
De jongens van hun kant laten
zich evenmin onbetuigd, en gaan
als het ware voortdurend tot de
aanval over. Een uitdagen en er
op antwoorden. Geheel de sfeer
is dan fout. En niemand kan mij
wijs maken, dat dit gezond en
goed is.
De grote vrijheden, welke men
zich tegenover elkaar veroor
looft, worden dan met de dag
erger. Zodat het op het laatst op
een zedeloze bende uitloopt.
Zowel in binnen- als buiten
land zijn dit soort jonge mensen
berucht en een ergernis voor
iedere weldenkende.
De aard en de toon van de ge
sprekken zal dan ook wel nave
nant zijn, zodat er van een
echt menselijke omgang geen
sprake is.
Dat een dergelijke houding,
kleding, dat dergelijke gesprek
ken op de duur funest moeten
werken, zal wel iedereen duide
lijk zijn. En niemand zal er zich
dan ook om verwonderen, dat er
dan dingen gebeuren, die niet in
orde zijn.
Als men dat zo ziet, begrijpt
men, dat er vele priesters, ouders
en opvoeders zijn, die een samen
op vacantie gaan van" jongens en
meisjes onder elkaar, werkelijk
niet kunnen goedkeuren. Én
wanneer ze toch gedreven
door omstandigheden hun toe
stemming geven, dit in alle geval
doen met bezwaard hart. Ze vra
gen zich dan met zorg af, hoe
komen ze terug, omdat ze gezien
hebben, hoe ze weggegaan zijn.
Wanneer er al redenen voor
zijn, dat jongens en meisjes sa
men op vacantie gaan, dan zijn
er toch geen redenen om dit zó
te doen.
H. B.
Op een zonnige middag wandelen wij in de Franse hoofdstad door
het Quartier S. Lazare. De wijk is enkele kilonieters in doorsnee en
strekt zicli ongeveer uit van de Gare S. Lazare tot de Gare du Nord en
'de Gare de l'Est.
Op de Cour de la Ferme S. Lazare, n. 9 bevinden wij ons voor e?n
grote vrouwengevangenis. Wij passeren de post van politieagenten, die ons
achteloos laten voorbijgaan, blijkbaar in de veronderstelling, dat wij geen
staatsgevaarlijke bedoelingen hebben. Mijn gezel belt aan bij bet Zusbers-
gebouw. Reeds beginnen de sleutelbossen te rinkelen om ons het
inwendige van het gebouw te laten zien.
Al heel gauw zijn wij er van overtuigd, dat wij ons bier inderdaad
bevinden op de plek, waar 'reeds in de 12e eeuw de melaatseninrichting
S. Lazare stond, die eeuwenlang een schuilplaats bood aan duizenden
uitgestoten melaatsen. De plek ook, waar in 1632 Monsieur Vincent, de
grote heilige van Frankrijk» grote eeuw, zijn pas gestichte Congregatie
van de Missie onderbracht en waar hij sindsdien ook het retraitewerk
organiseerde. De Franse revolutie maakte van de gebouwen een
gevangenis voor haar slachtoffers en na de terreur bleef de bestemming
van gevangenis gehandhaaft en herbergde zij tot de huidige dag duizenden
vrouwen, die met het gerecht in aanraking kwamen.
Pas enkele tientallen jaren zijn oude gebouwen van S. Lazare
afgebioken en wij bevinden ons nu in een modern gevangenisgebouw met
hoge muren en zwaar getraliede vensters.
schrikkelijk huisgehouden. De zonen
van Vincentius werden verjaagd en 23
van hen stierven de marteldood.
S. Lazare werd gevangenis voor de adel
en de priesters, van wie de meesten
hun leven eindigden onder de guillo
tine. Na de reactie van Thermidor
werden de gebouwen ingericht tot
vrouwengevangenis en herbergden
sindsdien publieke vrouwen en mis
dadigsters van alle soort. Een jong
meisje, dat om welke reden dan ook
in dit gezelschap verzeild raakte, kon
men als verloren beschouwen. De staat
nam zijn toevlucht tot kloosterzusters
om hier weer orde te scheppen.
31 December 1849 kwamen 36 zusters
van Maria-Joseph in S. Lazare binnen.
Zij waren gesticht in 1841 en legden
zich uitsluitend op de zorg toe voor
vrouwengevangenissen.
Al heel gauw lieten de vrouwen en
meisjes zich door de liefde der Zusters
leiden en kwamen er rust en orde in de
gevangenis.
11
11
Een Amerikaan vertelde in het res
taurant van Schiphol wat hij nu dacht
van Holland. Het was een ongedwon-1
Ik heb niet de indruk, dat de Hol
landers de Amerikanen erg hoog aan
slaan. Talloze malen heb ik Amerika
belachelijk horen en zien maken. Maar
gen, plezierig gesprek. Maar toen hij juist de dwaze dingen doen ze hier
de IC binnenstapte nebben we haastig vlijtig na. Je kunt hier geen gelegen
op de achterkant van een menukaart
enkele dingen genoteerd.
-"inru
il
..Wanneer je aan een Hollander de
w®g vraagt krijg je alpJd l°t ant
woord: gaat u maar rechtdoor, altijd
jy&ar rechtdoor. Na Paar weken
ben ik er achter gekomen wat ze daar
Precies mee bedoelen. „Rechtdoor" wil
bij óns zeggen* een rechte lijn van de
Plaats af waar ik me bevind. Hier in
Holland bedoelen ze er mee: naar links
en dan weer naar rechts, dan een noek
van 90°; in ieder geval zelden een
rechte lijn. Deze manier van je de weg
te wijzen hikt me een beetje type
rend"..
heid binnenlopen of je wordt getrac-
teerd op Amerikaanse top-hits. Mis
schien denken ze ons daar een groot
plezier mee te doenmaar ze doen
het met zoveel hartstocht, dat ik er
wel eens over nadenk. Is het misschien
niet zo, dat vele Hollanders toch maar
het liefste zo Amerikaans mogelijk
willen zijn? Wel, dat lijkt me crazy".
11
„Onze dollars zijn hier erg geliefd.
Je wordt overal met groot enthousias
me ontvangen. Maar het enthousias
me blijkt héél erg dikwijls niet eerlijk
te zijn. „U weet wel, altijd maar
rechtdoor!" Wanneer je niet direct
met de geldbuidel rammelt, slaat de
vriendelijkheid over in een uiterst on
plezierige houding. Natuurlijk maakt
je dat wantrouwend. Natuurlijk zijn er
veel uitzonderingen op, maar ik noem
het dan toch maar uitzonderingen,
I'am so sorry
11
11
„Het heeft vrij lang geduurd eer ik
®r achter kwam wat die woorden be
tekenen. Ik heb hier met mijn vrien-
en een auto gehuurd. De woede van
chauffeurs, 't voortdurend wijzen
hpt v°°^h°ofd (crazy!), het snijden,
Ipq w en het toeteren dat al-
AmSik» °aS werkelijk bang. Wij, in
het ic if'- lljden °ok in auto's, maar
eemidHoui 0riAS toch meer sport en de
SDOrtfef w^merikaan is °P de weS
merkten JitV°en we eindelÜk be-
11
„Maar het was toch een „verv nice
trip". We hebben alle moö^Tingen
gezien. Volendam, de kaasmarkt in
Alkmaar; we hebben een rondvaart
gemaakt door Amsterdam, we zijn op
een morgen in het Rijksmuseum ge
weest, hebben het Groot-Handelsge
bouw bezocht in Rotterdam, zijn door
de Lijnbaan gelopen en namen tenslot-
ten de lunch in Den Haag. And now
w'are going for London; see you later,
so long.
Wij kunnen ons nu moeilijk meer
voorstellen, dat hier eens stond het
kerkhof der levenden, waar duizenden
melaatsen een droevig bestaan rekten,
aangetast als zij waren door een onge
neeslijke en besmettelijke ziekte. Reeds
duizenden jaren voor Christus teisterde
deze ziekte het mensdom en we lezen
reeds bij dc Hindoe-dichter van de Rig
Veda Sanhita de raad, om deze onge
lukkige melaatsen met stenen weg te
jagen en hen eenzaam en verafschuwd
te laten sterven. De Joden werden
waarschijnlijk besmet door de Egypte-
naren en verspreidden op hun beurt de
gevreesde ziekte over de naburige
Aziatische landen, de kusten van
Afrika, Scandinavië en de Britse eilan
den. De legers van Alexander de Grote
verspreidden haar over Griekenland,
die van Pompeus over Italië en spoe
dig kenden ook Spanje en Gallie de
geheimzinnige besmetting, jn Frankrijk
was zij in de 13e eeuw zo verspreid,
dat er duizenden leprozerieën waren.
Koning Lodewijk VIII vermaakte bij
testament 10.000 pond aan de 2000 me-
laatsenverblijven, die Frankrijk toen
telde. In de 14e eeuw waren er in Parijs
alleen al 47, waarvan S. Lazare onge
twijfeld een der grootste was.
De onbarmhartigheid van 't heiden
dom was toen echter reeds getemperd
door de Christelijke charitas. Zó had
reeds in 549 het Concilie van Arles de
goede verzorging van de melaatsen
voorgeschreven. Men kende echter
geen geneesmethode en in angstige
zucht naar zelfbehoud kon men zich
slechts wapenen tegen de besmetting
door strenge afzondering van de be
smetten.
In de 12e eeuw werd te Jeruzalem de
ridderorde van de H. Lazarus gesticht,
die zich vooral op de melaatsenverple-
ging toelegde en de zorg voor de lepro
zenhuizen op zich nam. Ook in
S. Lazare te Parijs heeft deze orde
eeuwenlang voor de melaatsen ge
zorgd. De verpleging geschiedde door
broeders en zusters.
Als tot het afzonderen van een zieke
werd besloten, geleidde men hem naar
de kerk waar hij de H. Mis bijwoonde
en de H. Communie ontving. Daarna
werd hij buiten de plaats naar zijn hut
of naar een melaatseninrichting geleid.
Soms zelfs werd de H. Mis voor de
overledenen bij die gelegenheid opge
dragen en werd een zwarte doek over
de melaatse uitgespreid ten teken dat
hij met het leven had afgerekend. Nog
in de 15e eeuw werd deze rouwmis
door meerdere concilies verboden.
Een zuster brengt ons naar de grote
Kapel, waar plaats is voor 200 gedeti
neerde vrouwen en op onze vraag of
er nog iets herinnert aan S. Vincen
tius. wijst zij ons op het altaar, dat ook
in de vroegere kapel gestaan heeft en
waaraan de heilige dikwijls de H. Mis
gelezen heeft. Ook hangt er nog het
grote kruisbeeld midden in de kapel,
dat eens de conferentiezaal van S. Vin
centius sierde en dat. aan vele revo
luties ontsnapt, thans piëteitvol in deze
gevangeniskapel bewaard wordt.
Tijdens het leven van Vincentius
hebben er 25000 Priesters en leken in
S. Lazare een besloten retraite ge
houden. Aan de voeten van dit kruis
beeld zat de grote Bossuet vóór zijn
priesterwijding naar Vincentius te
luisteren om er door zijn lessen be
ïnvloed te worden voor heel zijn leven.
't Was clap ook piet te verwonderen,
dat dit retraitewerk van Vincentius en
de zijnen een grote stoot gaf aan de
opbloei van de seminaries in Frankrijk
en aan de heiliging van zijn priesters.
Had Vincentius zelf niet geklaagd,
dat de Kerk op verschillende plaatsen
haar ondergang tegemoet ging, door 't
slechte leven van de priesters? Rond
1600, het wijdingsjaar van Vincentius,
waren er op de 140 bisdommen van
Frankrijk 43 zonder bisschop. Honder
den priesters werden te jong en met
valse wijdingsbrieven gewijd. Vincen
tius zelf was bij zijn wijding pas 19
jaar oud. In deze chaos van gebrekkige
priestervorming en ongeregeld priester
leven hebben de retraiten en confe
renties van S. Lazare een enorme ver
betering gebracht.
S. Lazare in de Middeleeuwen afzon
dering voor melaatsen, in de 17e eeuw
afzondering voor priesters en leken in
besloten retraite, in latere tijd afzon
dering voor vrouwen, die met de
justitie in aanraking kwamen.
De storm van de grote Franse revo
lutie heeft ook hier in S. Lazare ver-
Reeds meer dan een eeuw hebben
deze eenvoudige en blijmoedige kloos
terzusters haar taak in S. Lazare vol
bracht. Alle vormen van vrouwelijke
misdaden zijn aan haar voorbijgegaan
zonder haar bovennatuurlijke gemoeds
rust te verstoren. Een der zusters kreeg
een bijna legendarische vermaardheid.
Zuster Léonide heeft 61 jaar in deze
vrouwengevangenis doorgebracht.
Een bezoeker zeide haar eens: „Zus
ter, daar in uw hand, leg ik twee
millioen francs, als u mij uw memoires
geeft". Zuster Léonide is er niet op in
gegaan. Schandalen horen zij meer dan
haar lief is. Daar gaat haar belang
stelling niet naar uit. Zij zoeken de
zielen van deze verachte vrouwen, die
toch ook door het bloed van Christus
verlost zijn.
Wij vragen onze begeleidster of kapi
tein Pigerre ook in deze gevangenis
haar straf heeft uitgezeten. Ze ant
woordt: „Zeker is kapitein Pigerre hier
geweest en ze is bekeerd en later goed
afgestorven". De tragiek van dit sinis
tere vrouwenleven, welks bekering zich
in S. Lazare voltrok, is een strijd ge
weest op leven en dood tussen vrouwe
lijke misdaad en vrouwelijke heilig
heid. De goed gedocumenteerde ge
schiedenis vermeldt de volgende feiten.
Louise. Félicie Gimet, geboren 1 Mei
1835 te Rouaan. kreeg als jong meisje
van 24 jaar van de H. Pastoor van Ars
te horen, dat zij een zeer slecht leven
zou leiden, maar dat haar Marialiefde
haar eens tot bekering zou brengen. Zij
werd vrijmetselaar en verkleedde zich
tijdens de Commune van Parijs van
1871 als officier. Haar schuilnaam was
kapitein Pigere.
Een ontzettende godsdiensthaat was in
haar losgebroken. Woensdagavond 24
Mei werden enige leken en priesters,
onder wie de Aartsbisschop van Parijs,
mgr Darboy, door een peleton soldaten
gefusilleerd. Kapitein Pigerre gaf het
commando. Toen de Aartsbisschop na
het derde salvo nog leefde doodde zij
hem met. de kolf van haar geweer.
Vrijdag 26 Mei schoot zij eigenhan
dig 3 Priesters neer. waaronder de be
kende redenaar Père Olivaint S.J. Toen
deze onder de vermomming een vrouw
vermoedde, voegde hij haar toe: „Me
vrouw, dat pak past U niet". Het dode
lijk schot was haar antwoord. In twee
dagen tijds had zij 13 priesters dood
geschoten.
Daags daarna, toen de terreur ten
einde liep, werd zij gevangen genomen,
naar S. Lazare overgebracht en door
het gerecht ter dood veroordeeld. De
Overste van de Zusters, Moeder Eleo-
nore, kreeg uitstel voor haar en slaagde
er ten slotte in, de doodstraf in levens
lange gevangenisstraf veranderd te
krijgen. Tot de veroordeelde zeide zij:
„Ik wil je ziel en zal haar hebben".
Voorlopig was het enige antwoord: „Als
ik gezond en wel uit de handen van
de justitie kom. zal ik anders gaan
leven".
Bekering
Moeder Eleonore ried haar een re
traite aan en bracht haar in haar cel
een retraiteboek van Pére Olivaint,
die de ongelukkige pas vermoord had.
Een ontzettende «strijd speelde zich in
haar binnenste af, maar de genade
overwon. Zelfs lang nog daarna kwam
het kwaad in haar binnenste in heftig
verzet, maar dan vroeg zij, om gebracht
te worden naar het graf van Père Oli
vaint en dan keerde haar vrede weer
terug. Later heeft ze vertoefd in de
„Toevlucht" van Montpellier, door de
zelfde Zusters bestuurd. Deze liet haar
zorgenkind 27 Augustus 1888 naar Mont
pellier overkomen, waar ze een leven
leidde van boetvaardigheid en naasten
liefde. Haar liefste bezigheid was het
bjjstaan van stervenden om haar ver
trouwen op Gods barmhartigheid in te
boezemen. 8 September 1893 door een
beroerte getroffen vroeg zij om de laat
ste H. Sacramenten. Op de vraag van
Moeder Eleonore, of zjj niet bang meer
was voor het oordeel, antwoordde zjj:
„Neen, ik heb rnjj geheel in de armen
van de Goede God geworpen! Waarom
zou ik bang zijn". Dankbaar jegens God
en de Zusters ontsliep zjj in vrede op 12
September.
Wij wandelen verder door de moderne
zalen van S. Lazare, waar nu geen be
ruchte misdaad meer is ondergebracht,
maar waar de Franse politie haar oogst
van de trottoirs binnenbrengt.
Dan nemen wij afscheid van S. Lazare,
van de Zusters, de Kapel, het altaar en
het kruisbeeld van S. Vincentius. Het is
alsof we een gedicht van Dante gelezen
hebben over hel en paradijs, waarin
duivelen en engelen met elkaar gestre
den hebben, waarin gevloekt is en ge
beden, en waarin heel de eeuwenlange
strijd tussen goed en kwaad is samen
gevat.
F. NAUS C.SS.R.
5 AUGUSTUS.
Van morgen bij de dankzegging na de
H. Mis schoot me het idee voor een ge
moderniseerde parabel te binnen.
Het Rijk der Hemelen lijkt immers wel
op een invalide militair, die wachtte op
het bezoek van zijn verloofde in de zie
kenzaal van een revalidatiecentrum. Uren
tevoren was hij opgestaan, had zich ge
schoren, gewassen en aangekleed. Daarna
had hij zich in zijn rolstoel opgesteld bij
de schuifdeur, die uitziet op de tuin, en
hij hield zijn ogen gespannen gericht op
het pad, waarlangs hij wist, dat zijn
meisje zou komen. De medepatiënten
maakten een praatje met hem, de Aal
moezenier deed zijn best, de verpleegsters
wezen op de konijnen, die buiten in het
gras rondhuppelden, doch hij hoorde
maar half wat er werd gezegd.
En als hij dan eindelijk een glimp van
zijn verloofde gewaar wordt hij ziet
haar naderen in de verte tussen het groen
van struiken en bomen dan is hij in een
moment al zijn narigheid vergeten, de
miserie van zijn verlamde jonge lichaam,
zijn downstemming van de laatste dagen,
zijn sombere overpeinzingen over de toe
komst, alles vergeet hij omwille van haar.
Hoe kan het eigenlijk lastig zijn als
priester de mensen ioe te spreken? 't Is
zo quite simple. Christus staat met een
menigte mensen voor zich, om Hem heen
het landbouwbedrijf in volle actie, „Een
zaaier ging uit om te zaaien" wat lag er
meer voor de hand als onderwerp voor
Zijn toespraak? Of „Het Hemelrijk ge
lijkt op een man, die goed zaad zaaide op
zijn akker. Maar terwijl de mensen slie
pen, kwam zijn vijand...." Of „Het Rijk
der Hemelen is gelijk aan een mosterd
zaadje, dat iemand op zijn akker zaaide".
Of. en dan een beetje meer sprookjesach
tig: „Het Rijk der Hemelen is gelijk aan
een schat, die in een akker verborgen
ligt...."
Waarom tobben kapelaans met hun
Zondagspreek, waarom denken aalmoeze-
van het Christendom bent bezeten, het
Godsrijk in verleden heden en toekomst,
liggen dan de uitdrukkingsvormen niet te
grabbel? Missen we dat ene idee? Hoe
zijn we er dan in geslaagd priester te
worden?
Schort het wellicht en wat een deer
niswekkend tekort! aan gevoel en le
vendige fantasie? Hebben we de liefde
voor het verhaal, voor het sprookje ver
loren? Moeten we weer de buitenlucht in
inplaats van ons op te sluiten in bedomp
te kerkgebouwen, waar Christus ge
steld, dat dit moest amper zou durven
rondkijken en ademhalen?
Zijn wij priesters te nuchter geworden?
Slachtoffers van onze opleiding, waarbij
alleen voor waar en waardevol gold wat
met wetenschappelijke argumenten kon
worden gestaafd?
De grote massa heeft intussen zijn zin
voor het sprookje niet verloren. Kijk naar
de bioscopen, waar wekelijks duizenden
(wat zeg ik?) zich verdringen om tot tra
nen toe te worden ontroerd of om in
kinderlijke lachsalvo's uit te barsten bij
het genieten van het vertelsel over een
clown-vagebond, die omwille van een
arm blind meisje zich voor millionnair uit-
Sa,i om een rijke prinses, die gewoon
wilde doen. In het verhaal herkent ieder
op zijn manier zijn eigen levensgeschie
denis. Daarom krijgt hij er nooit genoeg
van.
Zou Christus er bezwaar tegen maken,
als in onze tijd het Hemelrijk vergeleken
wordt met een wielrenner, wiens harte-
wens wordt vervuld, als hij mag mee
doen aan de Tour de France?
niers zich suf op de stof voor hun lessen? i Misschien zou het ook zo mogen: Het i dag machtelozer
Als je van het ene, allesbeheersende ideej Rijk der Hemelen is gelijk aan een jonge I
voetballer, die er alles op had gezet in
een interlandwedstrijd mee te spelen. Hij
ontzegde zich er roken en drinken voor
en ontwikkelde zijn spieren door syste
matische training. In het stedelijk elftal
trok hij de aandacht door zijn uithou
dingsvermogen, zijn zuiver schot, zijn be
heersing van de bal, zijn combinatietech
niek. Bemind bij zijn kameraden om zijn
teamgeest, verwierf hij ook de gunst van
het publiek. Totdat hij op de lijst werd
gezet voor een wedstrijd Nederland
België, bij welke match hij drie doelpun
ten scoorde.
6 AUGUSTUS.
Eerste Vrijdag van de maand. Een be
grip dat de R. K. jongens nog steeds aan
spreekt. We hebben dit feest dan ook met
luister gevierd. Een gezongen H. Mis, veel
Communies, en na afloop een huiselijk
ontbijt in het Militair Tehuis.
Over een uur begint in S. mijn les voor
een klas toekomstige officieren. Waar
blijft het ene obsiderende idee, waar blijft
de onuitputtelijke fantasie?
Voor beide zou veel lezen noodzakelijk
zijn. Hoe vaak heb ik me niet voorgeno
men weer eens te grasduinen in de boe
ken van de H. Schrift, in de „Atlas van de
Westerse Beschaving", in een van de
boeken van Dawson, of mijzelf en de we
reld terug te vinden in een roman van een
beroemde Franse of Engelse schrijver?
Wanneer? Het betekent noch reclame,
noch het tegendeel ervan, als ik beweer,
dat ik me wekelijks behalve met het da
gelijks nieuws en de dienstcorresponden-
tie, met de Nieuwe Eeuw als geestelijk
voedsel tevreden stel.
Eigenlijk moest er van Overheidswege
een dag per week worden ingelast dit
is immers niet in strijd met de quintes
sence van het scheppingsverhaal van ze
ven dagen waarop iedere burger (en
militair) werd verplicht een gedeelte van
die reuzestapel (goede) lectuur door te
werken, waarmee onze moderne tijd
wordt overstroomd. Nu voel je je met de
PH. S.