SaINT lazare OMZWERVINGEN IN WEDERZIJDS RESPECT verloofden VACANTIE PARIJS VOOR GOD EN DE NATIE ■1 van EASY TO LOVE „Crazy" ÏL„ Rechtdoor Melaatseriinrichting - Retraitehuis - V rouwengevangenis Dollars Heer in t verkeer „See you later Dagboek van 'n Aalmoezenier mÊSSSsmmm Holland.... ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1954 PAGINA 7 liü Kerkhof der levenden b» wThSIh«»" Retraitehuis V rouwengevangenis Twee millioen uw memoires voor Kapitein Pigerre Kloosterlijke vrede op de binnenhof van de vrouwen gevangenis St. Lazare. I - ■Vy.WXvMMVW mm sröss V' Wanneer er al redenen kunnen zijn, dat jongens en meisjes samen op vacantie gaan, dan gaat ditzelfae nog niet altijd op voor verloofden. De situatie ligt daar anders. Daar willen we nu niet over spreken. We willen liet hier alleen hebben over het samen gaan van kennissen en vrien den. Dc grondhouding, nodig voor een juiste dagelijkse omgang der ge slachten, is de houding van een diep wederzijds respect. We moeten over tuigd zijn, dat jongens en meisjes, mannen en vrouwen op de eerste l'laats mensen zijn. Daarom moet de Verhouding tot elkaar een mense lijke verhouding zijn. Ja, we heb ben er reeds meermalen op gewezen het moet een religieuze verhou- d uin- zijn, omdat achter elke mens, achter iedere man en vrouw, Chris- ltls5 de Heer, staat. Zo en zo alleen maakt men dit contact werkelijk tot ten ^ontmoeting". Natuurlijk we mo- gen het verschil der geslachten niet het oog verliezen. Het menszijn °rdt immers hij man en vrouw op •'tillende wijzen belichaamd. Dit maakt Juist het aantrekkelijke van het ando. l"e geslacht uit; dat ze an ders z!jn Vandaar h kingskracht v wederzijdse ontrek- is en i andaar dat het normaal me,'sic- d°0r God hedoeld, dat de graan na" ',0ngens vallen en jongens aS «aar melsjes kijken. Dit is juist. O rang naar het andere Laten we hier wat dieper op in trachten te gaan. Hoe komt het, dat meisjes naar jongens getrokken wor den en omgekeerd? Zoals gezegd: door de aantrekkingskracht, die van elkaar naar elkaar uitgaat. Maar hoe komt dat?? Door het lichaam. Wij mensen kunnen elkaar slechts ontmoeten, met elkaar slechts in contact treden door ons lichaam. En daarom verlangen we naar elkaar. We verlangen immers niet te krijgen, wat we al hebben, maar Nt"^ tG kr^gen> wat we n'ef hebben. u vullen mannen en vrouwen elkaar aan' hchamelijk gesproken op de eer- s^e Pl3ats. Vandaar dat ze naar elkaar ^erlangen. Maar het is nog veel meer j.an een louter lichamelijke aantrek kingskracht. Er is ook een psychische 2en^rehkingskracht. We mogen niet leei^en'- dat mannen en vrouwen al door hlaar.Van elkander verschillen leen rruT llQhaam' dat ze dus elkaar al' de aantT 1lic.'larnelijk aanvullen, dat lichamen.^ ngskracht alleen maar dieper. Doojm vee' verder en len zijn ze ook lichamelijke verschil- Dat maakt ze psychisch verschillend, elkaar. We kun^e' Z° interessan'; voor niet groot genoeg deze verschillen wereld verschiiienZ^en" Er ziin in de scheid tussen de mens Soorten onder" aan het verschil b.v. t^s"' denk maar tussen 'n Europeaan en 'i-Tp standen' groter is het verschil tu k'nees-Maar vrouw, waardoor ze altijd^" man en kere vreemdheid tegenover 6!" Ze" staan. Alle twee zijn zo eon voor elkaar; alle twee beleve/ze^ wereld anders. Een man zal zich nooit kunnen indenken, hoe een vrouw de wereld en hemzelf ziet; ook niet onr- ëekeerd. l^aar bij dit alles mogen we nooit Vergeten, dat man en vrouw alle twee me«sen zijn, personen en als zodanig °nVervangbaar. Vandaar dat we hier antrekkingskracht hebben, zeker, maar ook een respect voor elkaar als crn°011 ^0n meisje' d£d door kleding muding alleen maar op verovering uit is zonder respect voor dg jongen, heeft geen menselijke houding. Een jongen, die in het meisjes alleen maar een middel voor zijn eigen plezier ziet, verlaagt haar van mens tot ding, ver nietigt haar als mens. Dit is geen men selijke verhouding, geen „ontmoeting" meer. Dit respect toont zich in allerlei klei ne dingen: in woord en gebaar; in kle ding en houding en vooral in een ze kere reserve tegenover elkaar. Wanneer er tussen de jongens en meisjes, die op vacantie gaan, een der gelijke houding is, kan men ze rustig samen laten uitgaan. Daarom is het terdege zaak voor de ouders en opvoe ders op te letten, met wie de jonge mensen uitgaan. En dan kan het gebeuren, dat het respect door de voortdurende omgang groeit, en uitgroeit tot vriendschap en liefde. Het zal dan een liefde zijn, wel ke beloften geeft voor de toekomst. H. B. Slierten! Jongens en Meisjes samen uit, samen op vacantie! Naast en achter elkaar op de fiets. Zo trekken zij het land door. Op zich hoeft hier niets te gen te zijn. Een gezonde omgang tussen de geslachten kan nuttig en bevrijdend werken. We ko men hier niet op terug, daar we hier vroeger reeds voldoende over gezegd hebben. Toch word je vaak in je opti mistische kijk geschokt, als je ziet, hoe ze feitelijk op vacantie gaan. Het schijnt dan één grote flirtpartij te worden. Hetzelfde geldt van jongens en meisjes, die wel niet samen op vacantie gaan, maar elkaar in eenzelfde plaats, aan zee, in een tentenkamp of in een toeristen plaats ontmoeten. Als je hen soms zo samen ziet, maakt het een allesbehalve stich tende indruk. Uit honderd en een kleine dingen wordt het dui delijk. Kijk b.v. eens naar de kleding van de meisjes. We be hoeven heus niet preuts te zijn, om een bepaalde kleding af te keuren. Het gaat heus niet om een centimeter meer of minder. Het gaat heus niet om blote armen of benen. Maar het gaat om het geheel. Dit getuigt vaak van weinig of geen smaak. En dit is het ergste nog niet. Het is provocerend. Het schijnt vaak expres gedaan, om de jongen in moeilijkheden te brengen. En bleef het daar nog maar bij. De algemene houding tegenover elkaar laat ook veel te wensen over, zodat er van een echt we derzijds, menselijke respect wei nig meer sprake is. De jongens van hun kant laten zich evenmin onbetuigd, en gaan als het ware voortdurend tot de aanval over. Een uitdagen en er op antwoorden. Geheel de sfeer is dan fout. En niemand kan mij wijs maken, dat dit gezond en goed is. De grote vrijheden, welke men zich tegenover elkaar veroor looft, worden dan met de dag erger. Zodat het op het laatst op een zedeloze bende uitloopt. Zowel in binnen- als buiten land zijn dit soort jonge mensen berucht en een ergernis voor iedere weldenkende. De aard en de toon van de ge sprekken zal dan ook wel nave nant zijn, zodat er van een echt menselijke omgang geen sprake is. Dat een dergelijke houding, kleding, dat dergelijke gesprek ken op de duur funest moeten werken, zal wel iedereen duide lijk zijn. En niemand zal er zich dan ook om verwonderen, dat er dan dingen gebeuren, die niet in orde zijn. Als men dat zo ziet, begrijpt men, dat er vele priesters, ouders en opvoeders zijn, die een samen op vacantie gaan van" jongens en meisjes onder elkaar, werkelijk niet kunnen goedkeuren. Én wanneer ze toch gedreven door omstandigheden hun toe stemming geven, dit in alle geval doen met bezwaard hart. Ze vra gen zich dan met zorg af, hoe komen ze terug, omdat ze gezien hebben, hoe ze weggegaan zijn. Wanneer er al redenen voor zijn, dat jongens en meisjes sa men op vacantie gaan, dan zijn er toch geen redenen om dit zó te doen. H. B. Op een zonnige middag wandelen wij in de Franse hoofdstad door het Quartier S. Lazare. De wijk is enkele kilonieters in doorsnee en strekt zicli ongeveer uit van de Gare S. Lazare tot de Gare du Nord en 'de Gare de l'Est. Op de Cour de la Ferme S. Lazare, n. 9 bevinden wij ons voor e?n grote vrouwengevangenis. Wij passeren de post van politieagenten, die ons achteloos laten voorbijgaan, blijkbaar in de veronderstelling, dat wij geen staatsgevaarlijke bedoelingen hebben. Mijn gezel belt aan bij bet Zusbers- gebouw. Reeds beginnen de sleutelbossen te rinkelen om ons het inwendige van het gebouw te laten zien. Al heel gauw zijn wij er van overtuigd, dat wij ons bier inderdaad bevinden op de plek, waar 'reeds in de 12e eeuw de melaatseninrichting S. Lazare stond, die eeuwenlang een schuilplaats bood aan duizenden uitgestoten melaatsen. De plek ook, waar in 1632 Monsieur Vincent, de grote heilige van Frankrijk» grote eeuw, zijn pas gestichte Congregatie van de Missie onderbracht en waar hij sindsdien ook het retraitewerk organiseerde. De Franse revolutie maakte van de gebouwen een gevangenis voor haar slachtoffers en na de terreur bleef de bestemming van gevangenis gehandhaaft en herbergde zij tot de huidige dag duizenden vrouwen, die met het gerecht in aanraking kwamen. Pas enkele tientallen jaren zijn oude gebouwen van S. Lazare afgebioken en wij bevinden ons nu in een modern gevangenisgebouw met hoge muren en zwaar getraliede vensters. schrikkelijk huisgehouden. De zonen van Vincentius werden verjaagd en 23 van hen stierven de marteldood. S. Lazare werd gevangenis voor de adel en de priesters, van wie de meesten hun leven eindigden onder de guillo tine. Na de reactie van Thermidor werden de gebouwen ingericht tot vrouwengevangenis en herbergden sindsdien publieke vrouwen en mis dadigsters van alle soort. Een jong meisje, dat om welke reden dan ook in dit gezelschap verzeild raakte, kon men als verloren beschouwen. De staat nam zijn toevlucht tot kloosterzusters om hier weer orde te scheppen. 31 December 1849 kwamen 36 zusters van Maria-Joseph in S. Lazare binnen. Zij waren gesticht in 1841 en legden zich uitsluitend op de zorg toe voor vrouwengevangenissen. Al heel gauw lieten de vrouwen en meisjes zich door de liefde der Zusters leiden en kwamen er rust en orde in de gevangenis. 11 11 Een Amerikaan vertelde in het res taurant van Schiphol wat hij nu dacht van Holland. Het was een ongedwon-1 Ik heb niet de indruk, dat de Hol landers de Amerikanen erg hoog aan slaan. Talloze malen heb ik Amerika belachelijk horen en zien maken. Maar gen, plezierig gesprek. Maar toen hij juist de dwaze dingen doen ze hier de IC binnenstapte nebben we haastig vlijtig na. Je kunt hier geen gelegen op de achterkant van een menukaart enkele dingen genoteerd. -"inru il ..Wanneer je aan een Hollander de w®g vraagt krijg je alpJd l°t ant woord: gaat u maar rechtdoor, altijd jy&ar rechtdoor. Na Paar weken ben ik er achter gekomen wat ze daar Precies mee bedoelen. „Rechtdoor" wil bij óns zeggen* een rechte lijn van de Plaats af waar ik me bevind. Hier in Holland bedoelen ze er mee: naar links en dan weer naar rechts, dan een noek van 90°; in ieder geval zelden een rechte lijn. Deze manier van je de weg te wijzen hikt me een beetje type rend".. heid binnenlopen of je wordt getrac- teerd op Amerikaanse top-hits. Mis schien denken ze ons daar een groot plezier mee te doenmaar ze doen het met zoveel hartstocht, dat ik er wel eens over nadenk. Is het misschien niet zo, dat vele Hollanders toch maar het liefste zo Amerikaans mogelijk willen zijn? Wel, dat lijkt me crazy". 11 „Onze dollars zijn hier erg geliefd. Je wordt overal met groot enthousias me ontvangen. Maar het enthousias me blijkt héél erg dikwijls niet eerlijk te zijn. „U weet wel, altijd maar rechtdoor!" Wanneer je niet direct met de geldbuidel rammelt, slaat de vriendelijkheid over in een uiterst on plezierige houding. Natuurlijk maakt je dat wantrouwend. Natuurlijk zijn er veel uitzonderingen op, maar ik noem het dan toch maar uitzonderingen, I'am so sorry 11 11 „Het heeft vrij lang geduurd eer ik ®r achter kwam wat die woorden be tekenen. Ik heb hier met mijn vrien- en een auto gehuurd. De woede van chauffeurs, 't voortdurend wijzen hpt v°°^h°ofd (crazy!), het snijden, Ipq w en het toeteren dat al- AmSik» °aS werkelijk bang. Wij, in het ic if'- lljden °ok in auto's, maar eemidHoui 0riAS toch meer sport en de SDOrtfef w^merikaan is °P de weS merkten JitV°en we eindelÜk be- 11 „Maar het was toch een „verv nice trip". We hebben alle moö^Tingen gezien. Volendam, de kaasmarkt in Alkmaar; we hebben een rondvaart gemaakt door Amsterdam, we zijn op een morgen in het Rijksmuseum ge weest, hebben het Groot-Handelsge bouw bezocht in Rotterdam, zijn door de Lijnbaan gelopen en namen tenslot- ten de lunch in Den Haag. And now w'are going for London; see you later, so long. Wij kunnen ons nu moeilijk meer voorstellen, dat hier eens stond het kerkhof der levenden, waar duizenden melaatsen een droevig bestaan rekten, aangetast als zij waren door een onge neeslijke en besmettelijke ziekte. Reeds duizenden jaren voor Christus teisterde deze ziekte het mensdom en we lezen reeds bij dc Hindoe-dichter van de Rig Veda Sanhita de raad, om deze onge lukkige melaatsen met stenen weg te jagen en hen eenzaam en verafschuwd te laten sterven. De Joden werden waarschijnlijk besmet door de Egypte- naren en verspreidden op hun beurt de gevreesde ziekte over de naburige Aziatische landen, de kusten van Afrika, Scandinavië en de Britse eilan den. De legers van Alexander de Grote verspreidden haar over Griekenland, die van Pompeus over Italië en spoe dig kenden ook Spanje en Gallie de geheimzinnige besmetting, jn Frankrijk was zij in de 13e eeuw zo verspreid, dat er duizenden leprozerieën waren. Koning Lodewijk VIII vermaakte bij testament 10.000 pond aan de 2000 me- laatsenverblijven, die Frankrijk toen telde. In de 14e eeuw waren er in Parijs alleen al 47, waarvan S. Lazare onge twijfeld een der grootste was. De onbarmhartigheid van 't heiden dom was toen echter reeds getemperd door de Christelijke charitas. Zó had reeds in 549 het Concilie van Arles de goede verzorging van de melaatsen voorgeschreven. Men kende echter geen geneesmethode en in angstige zucht naar zelfbehoud kon men zich slechts wapenen tegen de besmetting door strenge afzondering van de be smetten. In de 12e eeuw werd te Jeruzalem de ridderorde van de H. Lazarus gesticht, die zich vooral op de melaatsenverple- ging toelegde en de zorg voor de lepro zenhuizen op zich nam. Ook in S. Lazare te Parijs heeft deze orde eeuwenlang voor de melaatsen ge zorgd. De verpleging geschiedde door broeders en zusters. Als tot het afzonderen van een zieke werd besloten, geleidde men hem naar de kerk waar hij de H. Mis bijwoonde en de H. Communie ontving. Daarna werd hij buiten de plaats naar zijn hut of naar een melaatseninrichting geleid. Soms zelfs werd de H. Mis voor de overledenen bij die gelegenheid opge dragen en werd een zwarte doek over de melaatse uitgespreid ten teken dat hij met het leven had afgerekend. Nog in de 15e eeuw werd deze rouwmis door meerdere concilies verboden. Een zuster brengt ons naar de grote Kapel, waar plaats is voor 200 gedeti neerde vrouwen en op onze vraag of er nog iets herinnert aan S. Vincen tius. wijst zij ons op het altaar, dat ook in de vroegere kapel gestaan heeft en waaraan de heilige dikwijls de H. Mis gelezen heeft. Ook hangt er nog het grote kruisbeeld midden in de kapel, dat eens de conferentiezaal van S. Vin centius sierde en dat. aan vele revo luties ontsnapt, thans piëteitvol in deze gevangeniskapel bewaard wordt. Tijdens het leven van Vincentius hebben er 25000 Priesters en leken in S. Lazare een besloten retraite ge houden. Aan de voeten van dit kruis beeld zat de grote Bossuet vóór zijn priesterwijding naar Vincentius te luisteren om er door zijn lessen be ïnvloed te worden voor heel zijn leven. 't Was clap ook piet te verwonderen, dat dit retraitewerk van Vincentius en de zijnen een grote stoot gaf aan de opbloei van de seminaries in Frankrijk en aan de heiliging van zijn priesters. Had Vincentius zelf niet geklaagd, dat de Kerk op verschillende plaatsen haar ondergang tegemoet ging, door 't slechte leven van de priesters? Rond 1600, het wijdingsjaar van Vincentius, waren er op de 140 bisdommen van Frankrijk 43 zonder bisschop. Honder den priesters werden te jong en met valse wijdingsbrieven gewijd. Vincen tius zelf was bij zijn wijding pas 19 jaar oud. In deze chaos van gebrekkige priestervorming en ongeregeld priester leven hebben de retraiten en confe renties van S. Lazare een enorme ver betering gebracht. S. Lazare in de Middeleeuwen afzon dering voor melaatsen, in de 17e eeuw afzondering voor priesters en leken in besloten retraite, in latere tijd afzon dering voor vrouwen, die met de justitie in aanraking kwamen. De storm van de grote Franse revo lutie heeft ook hier in S. Lazare ver- Reeds meer dan een eeuw hebben deze eenvoudige en blijmoedige kloos terzusters haar taak in S. Lazare vol bracht. Alle vormen van vrouwelijke misdaden zijn aan haar voorbijgegaan zonder haar bovennatuurlijke gemoeds rust te verstoren. Een der zusters kreeg een bijna legendarische vermaardheid. Zuster Léonide heeft 61 jaar in deze vrouwengevangenis doorgebracht. Een bezoeker zeide haar eens: „Zus ter, daar in uw hand, leg ik twee millioen francs, als u mij uw memoires geeft". Zuster Léonide is er niet op in gegaan. Schandalen horen zij meer dan haar lief is. Daar gaat haar belang stelling niet naar uit. Zij zoeken de zielen van deze verachte vrouwen, die toch ook door het bloed van Christus verlost zijn. Wij vragen onze begeleidster of kapi tein Pigerre ook in deze gevangenis haar straf heeft uitgezeten. Ze ant woordt: „Zeker is kapitein Pigerre hier geweest en ze is bekeerd en later goed afgestorven". De tragiek van dit sinis tere vrouwenleven, welks bekering zich in S. Lazare voltrok, is een strijd ge weest op leven en dood tussen vrouwe lijke misdaad en vrouwelijke heilig heid. De goed gedocumenteerde ge schiedenis vermeldt de volgende feiten. Louise. Félicie Gimet, geboren 1 Mei 1835 te Rouaan. kreeg als jong meisje van 24 jaar van de H. Pastoor van Ars te horen, dat zij een zeer slecht leven zou leiden, maar dat haar Marialiefde haar eens tot bekering zou brengen. Zij werd vrijmetselaar en verkleedde zich tijdens de Commune van Parijs van 1871 als officier. Haar schuilnaam was kapitein Pigere. Een ontzettende godsdiensthaat was in haar losgebroken. Woensdagavond 24 Mei werden enige leken en priesters, onder wie de Aartsbisschop van Parijs, mgr Darboy, door een peleton soldaten gefusilleerd. Kapitein Pigerre gaf het commando. Toen de Aartsbisschop na het derde salvo nog leefde doodde zij hem met. de kolf van haar geweer. Vrijdag 26 Mei schoot zij eigenhan dig 3 Priesters neer. waaronder de be kende redenaar Père Olivaint S.J. Toen deze onder de vermomming een vrouw vermoedde, voegde hij haar toe: „Me vrouw, dat pak past U niet". Het dode lijk schot was haar antwoord. In twee dagen tijds had zij 13 priesters dood geschoten. Daags daarna, toen de terreur ten einde liep, werd zij gevangen genomen, naar S. Lazare overgebracht en door het gerecht ter dood veroordeeld. De Overste van de Zusters, Moeder Eleo- nore, kreeg uitstel voor haar en slaagde er ten slotte in, de doodstraf in levens lange gevangenisstraf veranderd te krijgen. Tot de veroordeelde zeide zij: „Ik wil je ziel en zal haar hebben". Voorlopig was het enige antwoord: „Als ik gezond en wel uit de handen van de justitie kom. zal ik anders gaan leven". Bekering Moeder Eleonore ried haar een re traite aan en bracht haar in haar cel een retraiteboek van Pére Olivaint, die de ongelukkige pas vermoord had. Een ontzettende «strijd speelde zich in haar binnenste af, maar de genade overwon. Zelfs lang nog daarna kwam het kwaad in haar binnenste in heftig verzet, maar dan vroeg zij, om gebracht te worden naar het graf van Père Oli vaint en dan keerde haar vrede weer terug. Later heeft ze vertoefd in de „Toevlucht" van Montpellier, door de zelfde Zusters bestuurd. Deze liet haar zorgenkind 27 Augustus 1888 naar Mont pellier overkomen, waar ze een leven leidde van boetvaardigheid en naasten liefde. Haar liefste bezigheid was het bjjstaan van stervenden om haar ver trouwen op Gods barmhartigheid in te boezemen. 8 September 1893 door een beroerte getroffen vroeg zij om de laat ste H. Sacramenten. Op de vraag van Moeder Eleonore, of zjj niet bang meer was voor het oordeel, antwoordde zjj: „Neen, ik heb rnjj geheel in de armen van de Goede God geworpen! Waarom zou ik bang zijn". Dankbaar jegens God en de Zusters ontsliep zjj in vrede op 12 September. Wij wandelen verder door de moderne zalen van S. Lazare, waar nu geen be ruchte misdaad meer is ondergebracht, maar waar de Franse politie haar oogst van de trottoirs binnenbrengt. Dan nemen wij afscheid van S. Lazare, van de Zusters, de Kapel, het altaar en het kruisbeeld van S. Vincentius. Het is alsof we een gedicht van Dante gelezen hebben over hel en paradijs, waarin duivelen en engelen met elkaar gestre den hebben, waarin gevloekt is en ge beden, en waarin heel de eeuwenlange strijd tussen goed en kwaad is samen gevat. F. NAUS C.SS.R. 5 AUGUSTUS. Van morgen bij de dankzegging na de H. Mis schoot me het idee voor een ge moderniseerde parabel te binnen. Het Rijk der Hemelen lijkt immers wel op een invalide militair, die wachtte op het bezoek van zijn verloofde in de zie kenzaal van een revalidatiecentrum. Uren tevoren was hij opgestaan, had zich ge schoren, gewassen en aangekleed. Daarna had hij zich in zijn rolstoel opgesteld bij de schuifdeur, die uitziet op de tuin, en hij hield zijn ogen gespannen gericht op het pad, waarlangs hij wist, dat zijn meisje zou komen. De medepatiënten maakten een praatje met hem, de Aal moezenier deed zijn best, de verpleegsters wezen op de konijnen, die buiten in het gras rondhuppelden, doch hij hoorde maar half wat er werd gezegd. En als hij dan eindelijk een glimp van zijn verloofde gewaar wordt hij ziet haar naderen in de verte tussen het groen van struiken en bomen dan is hij in een moment al zijn narigheid vergeten, de miserie van zijn verlamde jonge lichaam, zijn downstemming van de laatste dagen, zijn sombere overpeinzingen over de toe komst, alles vergeet hij omwille van haar. Hoe kan het eigenlijk lastig zijn als priester de mensen ioe te spreken? 't Is zo quite simple. Christus staat met een menigte mensen voor zich, om Hem heen het landbouwbedrijf in volle actie, „Een zaaier ging uit om te zaaien" wat lag er meer voor de hand als onderwerp voor Zijn toespraak? Of „Het Hemelrijk ge lijkt op een man, die goed zaad zaaide op zijn akker. Maar terwijl de mensen slie pen, kwam zijn vijand...." Of „Het Rijk der Hemelen is gelijk aan een mosterd zaadje, dat iemand op zijn akker zaaide". Of. en dan een beetje meer sprookjesach tig: „Het Rijk der Hemelen is gelijk aan een schat, die in een akker verborgen ligt...." Waarom tobben kapelaans met hun Zondagspreek, waarom denken aalmoeze- van het Christendom bent bezeten, het Godsrijk in verleden heden en toekomst, liggen dan de uitdrukkingsvormen niet te grabbel? Missen we dat ene idee? Hoe zijn we er dan in geslaagd priester te worden? Schort het wellicht en wat een deer niswekkend tekort! aan gevoel en le vendige fantasie? Hebben we de liefde voor het verhaal, voor het sprookje ver loren? Moeten we weer de buitenlucht in inplaats van ons op te sluiten in bedomp te kerkgebouwen, waar Christus ge steld, dat dit moest amper zou durven rondkijken en ademhalen? Zijn wij priesters te nuchter geworden? Slachtoffers van onze opleiding, waarbij alleen voor waar en waardevol gold wat met wetenschappelijke argumenten kon worden gestaafd? De grote massa heeft intussen zijn zin voor het sprookje niet verloren. Kijk naar de bioscopen, waar wekelijks duizenden (wat zeg ik?) zich verdringen om tot tra nen toe te worden ontroerd of om in kinderlijke lachsalvo's uit te barsten bij het genieten van het vertelsel over een clown-vagebond, die omwille van een arm blind meisje zich voor millionnair uit- Sa,i om een rijke prinses, die gewoon wilde doen. In het verhaal herkent ieder op zijn manier zijn eigen levensgeschie denis. Daarom krijgt hij er nooit genoeg van. Zou Christus er bezwaar tegen maken, als in onze tijd het Hemelrijk vergeleken wordt met een wielrenner, wiens harte- wens wordt vervuld, als hij mag mee doen aan de Tour de France? niers zich suf op de stof voor hun lessen? i Misschien zou het ook zo mogen: Het i dag machtelozer Als je van het ene, allesbeheersende ideej Rijk der Hemelen is gelijk aan een jonge I voetballer, die er alles op had gezet in een interlandwedstrijd mee te spelen. Hij ontzegde zich er roken en drinken voor en ontwikkelde zijn spieren door syste matische training. In het stedelijk elftal trok hij de aandacht door zijn uithou dingsvermogen, zijn zuiver schot, zijn be heersing van de bal, zijn combinatietech niek. Bemind bij zijn kameraden om zijn teamgeest, verwierf hij ook de gunst van het publiek. Totdat hij op de lijst werd gezet voor een wedstrijd Nederland België, bij welke match hij drie doelpun ten scoorde. 6 AUGUSTUS. Eerste Vrijdag van de maand. Een be grip dat de R. K. jongens nog steeds aan spreekt. We hebben dit feest dan ook met luister gevierd. Een gezongen H. Mis, veel Communies, en na afloop een huiselijk ontbijt in het Militair Tehuis. Over een uur begint in S. mijn les voor een klas toekomstige officieren. Waar blijft het ene obsiderende idee, waar blijft de onuitputtelijke fantasie? Voor beide zou veel lezen noodzakelijk zijn. Hoe vaak heb ik me niet voorgeno men weer eens te grasduinen in de boe ken van de H. Schrift, in de „Atlas van de Westerse Beschaving", in een van de boeken van Dawson, of mijzelf en de we reld terug te vinden in een roman van een beroemde Franse of Engelse schrijver? Wanneer? Het betekent noch reclame, noch het tegendeel ervan, als ik beweer, dat ik me wekelijks behalve met het da gelijks nieuws en de dienstcorresponden- tie, met de Nieuwe Eeuw als geestelijk voedsel tevreden stel. Eigenlijk moest er van Overheidswege een dag per week worden ingelast dit is immers niet in strijd met de quintes sence van het scheppingsverhaal van ze ven dagen waarop iedere burger (en militair) werd verplicht een gedeelte van die reuzestapel (goede) lectuur door te werken, waarmee onze moderne tijd wordt overstroomd. Nu voel je je met de PH. S.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 7