SLAAF VAN DE
SLAVEN
De leek wordt minder leek
Toegang tot de theologie
HONDEN-
PRAAT
Ervaring
ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1954
4
4
Tussen menselijke
koopwaar
„Slaaf van de slaven" was voor
Petrus Claver, Priester van de Socië
teit van Jesus, geen lege, hoogdra-
naam; wat hij beloofd had, wil-
e. "ij ook zijn. Met eigen ogen zag
h dagelijks de ellende van de on-
aaaa^,(iige handel in mensen. Bij de
demist van de slavenschepen hoor-
oii i 0,6 wanhoopskreten van de
gelukkige mensenlading in de enge
2 lplte van het schip. Gemene geld-
j cht beroofde jaarlijks tienduizen-
W1 negers met geweld van hun vrij-
eid en verzon(i ze ais vrachtgoed
dpT de nieuwe wereld, om er onder
bete zon het veld te verbouwen of
d diepe schachten de schatten van
aarde naar boven te brengen. Ge-
®tenl°ze geldhonger had uitge-
kend, dat een schelp met water, om
a drie dagen gegeven, voldoende
'as, om een neger in het leven te
°Uden. Maar deze berekening kwam
n te vaak niet uit. Petrus Claver, die
a aankomst van een slavenschip het
v rst in de verpeste ruimte afdaalde,
;°nd bijna altijd te midden van de
m boeien geklonken levenden, de
t^ken van hen, die gestorven waren
derSevo'®e van de gruwzame behan-
V» g en wier zielen als aanklagers
hun beulen voor Gods rechter-
getreden waren,
bigraaf van de slaven!" Hoe zou hij,
deja. zoals de harteloze slavenhan-
ojjp s, het vertrouwen van deze
gj.^wukkigen winnen, nadat ze door
Om het vertrouwen
Nog voordat een slavenschip de
haven binnen liep, zag men Petrus
Claver met een zak op de rug van
huis tot huis gaan, om te bedelen
v'oor de negers. Men gaf hem fruit,
gebak, zoetigheden, versterkende en
'm!iéé(kke?cle dranken. Deze gaven
te wirf.n helpen het vertrouwen
nig wa Pn Van de negers, die waanzin-
mndat ren Van angst- En ze hadden,
reikt rf6 liefde werden uitge-
kiei Verwachte uitwerking. De
ziel/16 kinderen mocht hij dopen; de
zii heten zich zonder vrees in
J" armen aan land brengen, waar
a Wagens klaar stonden, om ze naar
I].. kampen te voeren. Hij won aller
z°ai n' wa"t hij was geen blanke
s die anderen: hij was een engel,
st_ kis helper verscheen in de hoog-
hood.
Over de dood heen
DERDE EEUWFEEST
VAN
SINT PETRUS
CLAVER'S
STERFDAG
Uitputtende dienst
baarheid
Door het Canadese berglandschap
voert een trein immigranten naar
hun nieuwe Woonplaats.
Het is nu vijf jaar geleden, dat
we naar Canada gingen en sinds
die tijd hebben we van nabij dit
geweldige land gezien, dat met
zakelijk overleg
en rustige in
spanning zich ontwikkelt tot het
land van morgen.
Canada bezit ongehoorde na
tuurlijke rijkdommen en staat
thans aan het begin van de ont
plooiing van zijn economische
krachten, die we wel in algemene
lijnen kunnen uitstippelen, maar
zeer moeilijk kunnen overschat
ten.
Ginds is een land in wording,
gelijkend op een jonge mens, die
zijn kracht nog niet ként en zeker
nog niet beheerst, maar met
reuzenschreden tot rijpheid
groeit.
Dit land bezit een zodanige
overvloed van natuurlijke bron
nen voor zijn bestaan, dat het
honderden millioenen mensen een
gelukkig leven kan geven. Het
enige wat Canada te kort komt is
honderden millioènen mensen.
Groter van oppervlak dan heel
Europa met Rusland, heeft het
thans nauwelijks meer bewoners
dan Nederland.
Op de boot
Aan land
De eerste slappen
Ruggegraai
Steeds meer wordt de aandacht der leken-gelovigen door do katholieke
Kerk gericht op hun verantwoordelijkheid voor het apostolaat. De
Katholieke Actie is in talloze vormen een hedendaagse poging, om
deze verantwoordelijkheid op te vangen, terwijl ook buiten de offi
ciële K.A. om verschillende katholieke mannen en vrouwen actief zijn
en zich laten inschakelen in het zich meer en meer vertakkende werk
van de zielzorg. Om een voorbeeld te noemen: in de oorlogsjaren werd
de zielzorg voor andersdenkenden, met name het voorlichten en onder
richten van hen, die belangstellen in het katholicisme, geleidelijk
gespecialiseerd. In de voornaamste steden van ons land werden centra
gevestigd, waar te allen tijde niet-katholieken welkom zijn en waar
zij priesters ontmoeten, die ten volle aandacht kunnen besteden aan
hun belangstelling en hun vragen.
driehonderd jaren! Wat is er in die tijd veel in de wereld cn in de
verk gebeurd! Hoeveel ontdekkingen en uitvindingen, wat een vooruit-
!^ang op gebied van handel en nijverheid, van techniek en bewapening
,enben de laatste driehonderd jaren gebracht. Omwentelingen op politiek
e" sociaal terrein, nieuwe stromingen, die liet oude hebben doei
Verdwijnen!
Millioenen mensen zijn gekomen van de daden van sommigen
"roten was de wereld vol; zij sidderde onder de stappen van enkele
geweldenaars zij zijn heen gegaan en men denkt niet meer aan hen.
Voor driehonderd jaren, in de vroege morgen van 8 September 1654
fl°ot in liet verre Carthagena in Zuid-Amerika een man de ogen, die zich
door een gelofte gebonden had, slaaf van de slaven te zijn en zich zo
noemde.
Wat was een slaaf in die tijd van onwaardige handel in mensen? Een
■wezen zonder burger- of mensenrechten, veel slechter behandeld dan
een dier, gewetenloos uitgebuit, om zo veel mogelijk winst te maken.
Werd hij oud of ziek, dan liet men hem liggen zonder hulp of verzorvin»'
vaak zelfs zonder voedsel. c
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
i
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
t
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
»Nu de wintermaanden voor de
"eur staan en het zonnetje weer
gaat schijnen," aldus Hond in een
"_Pcaakzame bui, „gaan alle vere
ngingen van het mensdom we-
®rorn haar winterprogramma's
atn cnstellen. De tijd der als
der weersomstandigheden
js gelaste openluchtbijeenkomsten
nietUiVOorbij. *De mensen worden
reep nSer gedwongen om, met
soH=nJi?ssen gewapend, naar alle-
of metekinn°rSt1ellingen te kij!fen
te luid pevel naar een spreker'
hemel ^,ren' die onder de blote
althans ,bibberend gehoor tot
beei"t on n,wenchge warmte pro
nte rustjap rakelen. Nu breken
Zachte winteravonden
aan, met heldere en weldadige
temperaturen, waarbij het aange
naam is buiten te vertoeven. En
zie, de organisaties der mensen
baasten zich, vergaderingen te
beleggen en „avondjes" te organi
seren in lage, rokerige achterzaal
tjes van café's en in dompige
larochiehuisvertrekken met extra
rookontwikkeling vanuit al te
ijverige potkachels. Er wordt
weer gekucht, gehoest en gepraat,
dat het een lieve lust is. De ge
achte - spreker - van-deze - avond
poogt tevergeefs zijn gehoor te
onderscheiden tussen de wolken,
die uit potkachel, sigaretten,
pijpen en uit de sigaar van de
voorzitter opstijgen. Het gehoor,
voorzover geïnteresseerd, tracht
halsrekkend te achterhalen, hoe
de spreker er uitziet en waar hij
ergens staat. En buiten is alleen
maar frisse lucht en het milde
klimaat van de goede Hollandse
winteravond.
Ik ben maar een eenvoudige
hond, maar ik moet me, met dit
beeld voor ogen, toch de vraag
stellen, waarom de bestuursleden
nu per se tot de regenachtige zo
mermaanden moeten wachten
om de lui weer naar buiten té
sturen voor meetings met pijpc-
stelen, congressen met donder
buien of openlucht-herdenkingen
met wolkbreuken. Is dat mensen-
logica9 Daar staat dan tegenover
de simpele redenering van een
kwispelende hond: geef de men
sen 's winters wat frisse lucht en
zorg dat ze 's zomers een dak
boven het hoofd hebben. En reken
maar dat de leden tevreden zuilen
zijn over hun bestuur, hetwelk
zich met een gerust hart wederom
verkiesbaar kan stellen voor de
volgende periode...."
verijl i^at ze hadden meegemaakt,
ia waren met wantrouwen en
haat tegen alle blanken? Dat kon
alleen, als hij heel diep afdaalde, nog
lager wilde staan dan zij zelf, om
als slaaf de slaven te dienen.
hij de arme schepsels met zijn eigen
mantel. Hij spaarde zich zelf niet en
zat voor hen in de biechtstoel, waar
op de tropenzon van Columbia on
barmhartig brandde, en meermalen
stortte hij bewusteloos onder het
biechthoren neer.
„Slaaf van de slaven" was hij voor
al in de laatste jaren van zijn leven.
In 1650 was in Carthagena de pest
uitgebroken. Verscheidene Jezuieten
vielen er ten offer aan. Ook de grijze
negerapostel werd door de besmetting
aangegrepen maar tegen alle ver
wachting in, ging de dood aan hem
voorbij. Een gedeeltelijke verlamming
en een voortdurend hevig beven be
roofden hem van het gebruik van
zijn ledematen. Nu was de werkzame
man hulpeloos als een kind en hij,
die zich geheel in de dienst van allen
gesteld had, was nu aangewezen op
de hulp van anderen. De pest had
verscheidene ordebroeders weggerukt
en uit Spanje kwamen geen nieuwe
krachten, zodat de overste zich ver
plicht zag, de verzorging van Pater
Claver aan een neger toe te vertrou
wen. Hij verwachtte, dat iedere neger
aan de apostel en vader van de negers
liefde voor liefde bewijzen zou. Maar
hij vergiste zich deerlijk. Een levens
beschrijver van de heilige noemt deze
zwarte dienaar „meer beul dan zie
kenverpleger". Het eten liet hij eerst
koud worden en nam er het beste
van, voordat hij het de zieke bracht.
Dikwijls, wanneer hij wist, dat zijn
hulp nodig was, verborg hij zich, ja
hij bewerkte de machteloze grijsaard
met slagen en trappen.
„Slaaf van de slaven"! Hij wilde
het blijven tot zijn laatste ademtocht.
Geen verwijt, geen klacht kwam over
zijn lippen; die toestand moest te lang
voor de overste van het huis verbor
gen blijven. Toen hij de plichtver-
geten man wilde ontslaan, vond deze
in Petrus Claver een liefdevolle ver
dediger en voorspreker.
„Slaaf van de slaven"! De H. Kerk
heeft hem op de altaren verheven.
Zijn naam is als een heldere ster uit
sen tijd van hemeltergend onrecht en
vertrapt mensenrecht. De groten van
de wereld zijn vergeten; Petrus Cla
ver, de „slaaf van de slaven", leeft
en werkt verder als de beschermer
ran alle negermissies in Afrika en
Amerika en in het werk van de St.
Petrus Claver Sodaliteit, een genoot
schap van missiezusters, die zelf niet
naar Amerika gaan, maar de missio
narissen financieel ondersteunen en
voorzien van allerlei benodigdheden.
Een bewijs van haar uitgebreide
werkzaamheid is wel, dat ze meer
dan tachtig mannelijke en vrouwe
lijke missie-orden en congregaties
helpt en meer dan twee en een half
millioen boeken meestal op godsdien
stig gebied !n 160 negertalen gratis
aan de missie leverde.
De St Petrus Claver Sodaliteit
heeft een huis in ons land, n.l. te
Maastricht, Bouillonstraat 4. Zij her
denkt de 300ste dag van zijn heen
gang naar de hemel door een plech
tige viering in de H. Hart Kerk der
Paters Jezuieten, Tongersestraat, 9
September a.s. 's avonds 7 uur: Plech
tig Lof met Feestpreek door de Wel
eerwaarde Pater J. Bijvoet S.J. Ka
tholieken van Maastricht en omstre
ken worden er toe vriendelijk uitge
nodigd door de Missiezusters van
St Petrus Claver.
Groter dan de nood van het
lichaam, was die van de ziel; de
slaven waren heidenen en afgoden
dienaars. Dat het Petrus Claver ge
lukte, hen van de waarheid van de
christelijke godsdienst te overtuigen
en van hen christenen te maken
meer dan 300.000 heeft hij er. gedoopt
in zijn vier en dertigjarig apostolaat
is een resultaat, dat men slechts
bewonderen kan. Wat het betekende,
deze kinderen van het oerwoud met
hun beperkt geestelijke vermogens
en in hun taal zo arm aan begrippen,
als het ging over godsdienstige
zaken, de eeuwige waarheden enigs
zins aan het verstand te brengen
een noodzakelijke voorwaarde voor
het Doopsel van volwassenen dat
zou alleen de heilige ons zeggen kun
nen. De moeilijkheid van het onder-
richt werd nog groter door de ver
scheidenheid van de negertalen, die
de missionaris bijna alle onbekend
waren. Wel leerde hij in de loop van
de jaren enkele van de meest door
de slaven gesproken talen, maar in
het algemeen geschiedde het onder
richt met de hulp van zwarte tolken.
De godsdienstkennis van deze man
nen was natuurlijk zeer gebrekkig,
en hun vorming kostte de missionaris
oneindig veel moeite. En wanneer een
neger eindelijk zo ver was, dat hij
helpen kon, dan begonnen pas dé
moeilijkheden en beproevingen. Dan
moest Claver ondervinden, dat hij de
„slaaf van de slaven" was en zich
moest richten naar hun luimen en die
van hun meesters. Hoe dikwijlg wei
gerde zulk een neger de dienst te be
wijzen, die hij nodig had. Het ge
beurde ook vaak, dat zijn meester
het verhinderde of hem verkocht
zonder te letten op het bekerings
werk.
„Slaaf van de slaven"! Dag en
nacht stond hij tot hun beschikking,
om hun lijden te verzachten en hun
bedroefde zielen op te beuren. Met
bijzondere liefde verzorgde hij de
zieken, reinigde hun zweren, verbond
hun wonden en niet zelden omhing
Pater Otgerus is korte tijd op
vacantie. Over enkele weken
vertrekt hij opnieuw naar
Canada. Vijf jaar lang heeft hij
naast zijn parochie-werk in
Winnipeg talloze emigranten op
weg geholpen. Hij heeft hen in
alle stemmingen meegemaakt
en hij is een man van bijzon
dere ervaring geworden. We
zijn blij, dat we hem bereid ge
vonden hebben om op onze pa
gina enige van z'n ervaringen
mee te delen.
Wanneer lezers graag nog
omtrent een of ander punt wat
meer zouden willen weten of ij
inlichtingen zouden willen heb
ben, die Pater Otgerus hun zou
kunnen geven, dan is hij be
reid die correspondentie nog
vóór zijn vertrek te behande
len. Zijn adres luidt deze we
ken nog: Prins Bernhardstraat
70, Asten (N.B.).
We zijn Pater Otgerus zeer
dankbaar voor zijn belang
rijke bijdrage en voor zijn be
reidwilligheid.
P. W.
LAND VAN MORGEN
De jonge mens, die besloten heeft zijn
toekomst ginds op te bouwen, zal nood
zakelijkerwijs daar een levensklimaat
vinden dat geheel verschilt van de tra
ditionele vormen en ltinen, waarlangs
tot dan toe zijn leven opgroeide. Nu
klinkt dit allemaal erg gewichtig, maar
laten we een en ander maar heel simpel
bepraten door de jonge mens te volgen
op zijn reis naar dit lan<? in wording en
de eerste tijd van zijn ingroeien in de
nieuwe gemeenschap.
Zo'n bootreis brengt natuurlijk een
groep mensen bij elkaar die tot dan toe
wildvreemden waren, maar omdat ze
allen naar hetzelfde doel en met dezelfde
bedoeling op reis zijn. vormen zich al
heel spoedig groepjes in de grote kring
van de ene bootfamilie-
De ouderen, vaders en moeders, vooi
wie de emigratie in heel haar voorberei
ding en uitvoering voornamelijk ge
schiedt in een geest van grote bezorgd
heid en ernst, zitten rustig bij elkaar en
overwegen maar steeds weer of men
werkelijk zo verstandig heeft gehandeld
als gedacht werd.
Op die reis varen ze door een groot
vacuum, dat ligt tussen de afbreking van
het gevestigde leven in het oude land
en de moeilijke tijd van de opbouw van
het nieuwe leven in de onbekende
wereld.
Voor de jongelui ligt de zaak eigenlijk
heel anders, tenminste voor zover ze de
dingen bewust ervaren. Ze zijn uit he'
oude milieu vertrokken, echt „losgela
ten", vinden aanstonds andere jonge
reisgenoten en beleven de sensatie van
hun leven: op weg naar een nieuwe we
reld, waar alles heel anders zal zijn dan
het leven dat ze tot nu toe meemaakten,
In hun jeugdig radicalisme deugt dat
oude niet meer, en lustig wordt er ge
fantaseerd en doorgeslagen over het
nieuwe wat hun ginds wacht.
Natuurlijk menen ze in hun hart niet
alles wat met zoveel bravour en zelfver
zekerdheid op de dekken wordt beweerd
maar toch, tijdens die zeven, acht dager,
op de boot groeit toch min of meer dt
houding waarmee ze straks aan land zul
len gaan, en die hun de eerste tijd zal
bijblijven.
En tijdens de reis al blijkt, dat ze ech'
de bescherming van het milieu in hei
oude land kwijt zijn.
Ze moeien al meer "P eigen benen
staan, en willen dat onder meer bereiken
door niet al te dicht in de buurt van het
waakzaam oudcroog te blijven; ze snij
den onder elkaar alle mogelijke proble
men aan (en lossen die ook op en ge
nieten, velen voor de eerste keer. var
een danspartijtje en een ongedwongen
omgang met eikaar. De ernst van hue
toekomst zit ver weggestopt in hun on
derbcwustzijn, of wordt met een luchl
hartigheid.je weggeveegd; het zal alle
maal best voor elkaar komen, en in
ieder geval varen ze een pracht sensati.
tegemoet, nog groter dan de reis zelf
En zo komt men dan aan in het nieuw
land. Vaak zal nu eerst een lange trein
reis volgen, dwars door een imponeren
de wildernis van niets dan bossen ei
rotsen en meren, waar geen stervelin:
woont, tenzij een duizend mijl verde
Noord: de Eskimo's.
Langzaam vallen de overmoed en hoera
stemm'ng dan wel weg, en langzaam vei
dwijnt ook de zelfverzekerdheid waa.
mee onze mensen van morgen dit land i
wording tegemoet zijn gevaren Zoude
ze in deze onherbergzaamheid tereeh'
komen? Zouden ze zo primitief moeten
gaan leven, ver van ieder teken van d-
bewoonde wereld
En steeds maar draaien die bossen en
meren en prairies voorbij het raam, je
wordt er stil van, of lawaaierig zoals een
Hollander schijnt te passen buitenshuis,
maar in ieder geval: wat zijn we begon
nen
Tenslotte, het einddoel wordt bereikt,
maar als je het nog niet wist, er staan
daar geen werkgevers klaar om je met
open armen te ontvangen, tenzij voor
een heel enkele, wellicht zelfs is er al
leen maar een ambtenaar die je zegt dat
er nog geen werkgever en geen onder
dak is gevonden, en die je naar de Im
migration Hall brengt. Je bent beduusd
door die volslagen onverschilligheid van
de andere reizigers, je gebrek aan kennis
van de Engelse taal, en als een hulpeloze
landverhuizer volg je de man naar de
Hall waar een handvol lotgenoten al
enige weken zit: Spanjaarden, Oekraï-
ners, of wat kan het jou schelen van
welk land Het schijnt toch in elk geval
niet zo hard te spannen met de opbouw
van dit nieuwe land Kom je in het
gezin over dan heb je een kamer, twee
als je wilt en als het nodig is, en je
wacht maar rustig af.
Dat kan een paar dagen duren, een
paar weken, langer zelfs. Je trekt er
zelf op uit: je bent tenslotte toch een
prima vakman en daarom zit Canada im
mers te springen Je raapt al je moed
en je Engelse kennis bij elkaar waar
om denk je die het best te kunnen ver
meerderen uit een of ander gewaagd
magazine dat je al spoedig op de kop
wist te tikken en stapt de stad in.
Je gaat een garage binnen, een volgen
de, tien, dertig, geen kans Je neemt het
telefoonboek en zoekt alle adressen op
van aannemers, want je bent een eerste
klas timmerman, koopt een plattegrond
van de stad en zo verloopt de ene dag na
de andere, op zoek naar werk. Je kunt
het treffen, je kunt het niet treffen, en
wellicht vind je tenslotte toch iets, b.v.
als bordenwasser in een hotel, of een
baantje op een vleesfabriek.
Dan ga je een onderdak zoeken, kijkt
de krant daarover eens na, en vindt iets
niet te duur, want je geld is tamelijk wei
opgeraakt. Waar kom je terecht Och
dat komt niet zo nauw Hoofdzaak is
dat je nu eindelijk kunt beginnen. Zijn
jullie lid van een gezin van een stuk of
vier vijf kinderen, dan is dat woning
probleem al een heel groot vraagstuk.
Maar hoe of het tot nu toe ook gelopen
is, (ben je ook wel eens extra goed gaan
bidden als je ontdekkingsreizen maar
weer altijd bij die vervloekte Hall uit
kwamen nu vind je jezelf in een wild
vreemde wereld, de taal ervan versta je
niet, al dacht je dat je met je Mulo-
Engels het geweldig gemakkelijk zou
hebben, op het werk doen ze het alle
maal anders dan jij het geleerd hebt, en
kom je soms 's avonds als alleenstaande
vrijgezel „thuis", dan zit je daar tegen
de kale muren van je kamer te kijken op
je dooie eentje en denkt aan thuis, aan
je meisje, ginds ver weg, en schrijft in
al je ellende een opgewekte brief naar
Holland
Nu komt het er ook op aan dat je
overeind blijft staan, dat je doorzet, dat
je niet gaat drinken, dat je maar niet
steeds weer naar de bioscoop loopt, dat
je je niet aansluit bij groepjes waar je
niet bij thuis hoort.
Je gaat toch nog naar de kerk, althans
zeker toch 's Zondags Te communie
Rozenhoedje heel alleen op je kale ka
mer Och je vindt op een goeie dag
wel een goed Hollands gezin waar je
welkom bent, en al is het steeds erg je
benen onder een vreemde tafel te moe
ten steken, je gaat zo hunkeren naar 'ns
wat gezellige huiselijkheid en hartelijk
heid, en je mag de hemel danken, als je
om zo te zeggen in dat gezin een moeder
vindt.
Maar hoe het ook is, of je nu bij een
boer werkt ergens in een negorij, of in
de groote stad, je zult nu zelf je leven
moeten inrichten, er is geen jeugdver
eniging, geen parochiehuis om je op te
vangen, geen katholieke gemeenschaps
sfeer, je Engels is nog erg stuntelig, zo
dat je jezelf erg eenzaam voelt, je loopt
met je moeilijkheden en kunt ze aan
niemand kwijt (je schrijft ze zeker niel
naar huis natuurlijk).
Maar langzaam zul je toch de situatie
gaan ove/zien. Je raakt wegwijs in je
omgeving, in je werk, je Engels gaat
beter, je ziet de weg naar de opbouw
en stilaan vind je toch je evenwicht
terug. Je weet voortaan wat je wilt,
denkt aan je meisje, zeker als je het eens
heel lastig hebt, en er gaat meer regel
maat komen in je leven, je begint je
naaste toekomst te overzien, doet trouw
je Christenplichten, vindt enkele goede
kameraden, verhuist, als de huurt bene
den jouw stand bleek te zijn, spaart ijve
rig, kijkt uit naar een betere baan en
laten we hopen dat je die eerste winter
niet wekenlang werkloos zit. Je hebt
een harde leerschool doorgemaakt ook
al verloopt het niet helemaal volgens
bovengeschilderd schema maar je bent
wel heel anders dan die overmoedige
jongeman van dat fotootje op de boot
Het valt allemaal nog niet mee, de
Zondagen zijn onmogelijk saai en taai, je
leven is vaak nog zo leeg, zeker als je
„alleen" bent overgekomen. Maar ook al
ben je samen met vader en moeder en
het hele gezin, je voelt dat er in alle
ernst moet opgebouwd worden, dat jij
gemakkelijker overschakelt op de om
geving dan je ouders, misschien al te
vlot. Dat kan wrijvingen geven, onaan
genaamheden, maar hoe het ook zij, je
KUNT slagen Je groeit hard naar een
kerel of een meisje waar pit in zit, rug-
gegraat, overtuigingals je dat zelf
wilt, zelf zoekt. Je kunt van je geloof
maken wat je zelf wilt: iets moois en
degelijks, of een hopeloze stumper er in
worden. De kerk i^ misschien ver weg,
eens in de maand "misschien maar een
priester, je zou op Zondag misschien een
aardig centje kunnen verdienen, als je
zou werken, je kon je tijd verdoen op
straat of elders maar het hangt alleen
maar van jouzelf af
Het land in wording heeft jonge men
sen nodig uit één stuk De Kerk ginds
roept om overtuigde jonge leken-apos-
telen, die Haar willen steunen en uit
breiden, door simpel maar overtuigd hun
plichten te doen.
En denk aan de verantwoordelijkijheid
voor jullie nageslacht Jouw emigratie
is geslaagd als jouw kinderen straks
degelijke mannen en vrouwen zijn ge
worden, sterk en stoer bij de opbouw
van hun vaderland, overtuigde katholie
ken, die de Kerk Gods vooruitbrengen
naar het voorbeeld van hun ouders. Jij
kunt aan God een geslacht van Aposte
len geven, of een nageslacht van heide
nen. Bij jou alleen berust die verant
woordelijkheid
Jullie kunt de mensen van morgen zijn
gaaf en energiek, en wees niet bang: dit
grote, lege, vreemde land zal jullie kun
nen maken tot katholieke mannen en
vrouwen, anders dan je in Holland ge
worden zou zijn, maar niet minder en
waarschijnlijk beter.
P. OTGERUS O.F.M.'cap.
Zo treft men momenteel o.a. de
stichting der „Open Deur" in Amster
dam, Haarlem en Delft, en de zg. Una-
Sancta-huizen in Rotterdam, Den
Haag, Arnhem, Eindhoven en Hilver
sum. Gedurende de laatste jaren nu
begint zich in sommige van deze
centra van katholiek apostolaat een
groeiende neiging te vertonen, om ook
leken-gelovigen, samen met priesters,
een eigen stuk verantwoordelijkheid te
laten beleven. Mannen en vrouwen,
jongens en meisjes kunnen in êen spe
ciale cursus worden opgeleid en na de
nodige selectie en voorbereiding doen
zij mee in het geloofsonderricht aan
belangstellenden, het gesprek met zoe
kers en serieuze andersdenkenden. Zo
zijn er nu b.v. in Den Haag en omge
ving zeker een negentigtal „catechis
ten" werkzaam en reeds honderden
pelgrims hebben intussen door bemid-
•deling van deze catechisten de weg
naar het christelijk tehuis kunnen
betreden en zijn er door hun toewij
ding in geslaagd de pelgrimage op
gelukkige wijze te beëindigen.
De priesters, die de verantwoorde
lijkheid op zich nemen een stuk ziel
zorg „over te laten" aan de leken,
kunnen dit uiteraard slechts met een
rustig geweten doen, als de leken
tevens een kans krijgen zo alzijdig
mogelijk voor de zielzorg gevormd te
worden. Het is daarom begrijpelijk
dat in dezelfde steden, waar zich een
dergelijke leken-activiteit ontwikkelde
óók de behoefte begon te ontstaan aan
een breder opgezette mogelijkheid tot
apostolische en apologetische vorming.
In Amsterdam opende dr P. Schoonen-
berg een Apostolisch Instituut voor
iekon, terwijl de paters van Una Sancta
begonnen met een Apostolisch Cen
trum in Den Haag, later gevolgd door
Rotterdam. Katholieke leken vinden
daar een goede gelegenheid, geïnstru
eerd te worden omtrent de grondwaar
heden en diepste motiveringen van het
geloof, de houding tegenover de Refor
matie en tegenover bepaalde geeste
lijke stromingen als communisme,
existentialisme en modern humanisme'
Daarmede is men er natuurlijk nog
niet. Alle leken, die meewerken met
de apostolische Kerk en die bewust
in haar activiteit willen delen, behoe
ven niet stuk voor stuk knappe theo-
logen te zijn. Op den duur zal men
echter theologisch geschoolde leken
steeds minder als een luxe gaan be
schouwen. Niet alleen de zielzorg
vraagt erom. Afgezien van de groei
ende apostolische noodzaak, is er de
toenemende belangstelling van de zijde
van verschillende ontwikkelde ka
tholieke leken-gelovigen, waaraan
tegemoet gekomen moet worden. Deze
belangstelling heeft echter op haar
beurt ongetwijfeld ook wederom be
paalde apostolische motieven. Velen
kunnen volstaan met een goed opge
zette en aan de eisen van tijd en
milieu aangepaste godsdienstcursus,
zoals die b.v. in het genoemde Apos
tolische Instituut en Apostolisch Cen
trum wordt gegeven. Anderen komen
echter in aanmerking voor een com
plete, diepgaande en wetenschappe
lijk volkomen verantwoorde cursus-
theologie, waardoor ze als katholieke
intellectuelen aan hun apostolaat en
hun zielzorg het fonds en de weten
schappelijke dispositie kunnen geven,
waaraan zij bij hun studies en in hun
contact met de niet-katholieke denk
wereld reeds dikwijls behoefte hebben
gevoeld.
De priesters, die steeds meer een
beroep doen op hét algemene priester
schap der leken en die dit priester
schap ook daadwerkelijk uitgeoefend
willen zien in practisch apostolaat,
verkeren in een gelijke positie als de
leiders der vakverenigingen, die steeds
meer nadruk leggen op het recht van
medezeggenschap der arbeiders. Pro
clamatie en omschrijving van dit recht
zijn volstrekt gemotiveerd, doch zij
verzwaren de verantwoordelijkheid
van hen, die de emancipatie van die
arbeiders als hun taak kregen aange
wezen. er zullen n.l. arbeiders ge
vormd moeten worden, die het recht
van medezeggenschap op volwaardige
wijze weten uit te oefenen. Men kan
met het éne doen en het andere laten.
o kan men evenmin in apostolisch
opzicht het uiterste van leken vragen
en tegelijkertijd hun de praktische
mogelijkheid tot theologische scholing
onthouden.
Het is dan ook een gelukkig ver
schijnsel, een symptoom van een alles
zins toe te juichen voltooiing der
katholieke emancipatie, dat op dit
ogenblik aan „theologie voor leken"
serieuze aandacht besteed gaat worden.
In verschillende steden van ons land
(Amsterdam, Arnhem, Eindhoven, Den
Haag Hilversum en Rotterdam) werd
een cursus georganiseerd, bestemd
voor intelligente en ontwikkelde ka
tholieke theologen en priesters. Deze
cursus omvat zowel dogmatische als
moraal-theologische en bijbelse onder
werpen, terwijl ook aandacht wordt
besteed aan de Godsgedachte in mo
derne stromingen en aan de reforma
torische geloofsinhoud. De indeling is
systematisch: de methodiek maakt
gebruik van de nieuwe theologische
verworvenheden.
Dat dit initiatief een derde jaar
wordt voortgezet na een geslaagd ex
perimenteel eerste jaar, lijkt ons een
gunstig teken voor de groei tot zelf
standige geloofsbezinning en geloofs
beleving bij het katholieke volksdeel.
S. JELSMA M.S.C.