Dolle geruchtendolle vreugde doffe teleurstelling ,De kinderen van Versteeg moeten onder de wol" :y Rotterdamse Graanmarkt Emigratie naar Canada liep terug Uitvoer Nederlandse confectie industrie zeer sterk gestegen De Vluchteling Cayenne WEET U HET NOG? Heidenstr ij cl om Arnhem - drama van Putten Een goede salarisverhoging Door tijdelijk verminderde plaatsings- mogelijklieid Werkgelegenheid liep echter t.o.v. 1949 terug ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1954 PAGINA 8 Eigenlijk was het de dag te voren al begonnen; een niet te grijpen maar iedereen besluipende blijde spanning, een torenhoge verwachting op dat, wat we al ruim vier jaren achtereen, steeds hardnek kiger, steeds geestdriftiger, steeds sneller, naderbij wilden brengen onze vrijheid. Er was licht gekomen in de zomermaanden van dat jaar 1944: daar was eindelijk de invasie, daar kwam de grote doorbraak bij Avranches; we jubelden mee om de bevrijding van Parijs, we volgden de Amerikaanse, Engelse en Canadese troepen bij hun weergaloze opmars door Noord-Frankrijk. We hoorden van Nederlandse troepen, dapper in de moordende strijd; de naam Irene-brigade ging van mond tot mond en toen in de ochtend van de vierde September bekend gemaakt werd, dat Brussel in geallieerde handen was, begon het te jubelen in millioenen Nederlandse harten.... en te kraken bij de Duitse bezettingsmacht in ons vaderland. En toen, in de nacht, waarin de slaap dikwijls moest wijken voor de vreugdevolle spanning, kwam het bericht over de B.B.C.-radio, dat dan alles in Kater na het feest werking zette: „De Nederlandse regering in Londen heeft bekend gemaakt, dat Breda is inge nomen." De vreemdste en wildste dingen gebeurden er die dag allemaal tegelijk; het was bijna te dol, wat alle maal plotseling openlijk te bezichtigen viel: "oranjebloemen voor ramen, elkaar uitbundig feli citerende buren en soms ook volmaakt onbekenden; het grote nieuws werd van de daken verkondigd, vlaggen werden gereed gemaakt; op het Damrak in Amsterdam verschenen als bij toverslag tientallen harmonica-spelers met niets dan een vaderlandse liederen-repertoire. En verder: geen N.S.B.-speldje was meer te zien, de Duitse soldaten trokken zich terug in hun onderkomens en het leek wel, of een heel land dol geworden was, dol van vreugde en van al de spanning, die men al zo lang had moeten opkroppen en ook dol van de wildste geruchten. Daarom noemen we die Dinsdag, de vijfde Septem ber van het jaar 1944, dan ook Dolle Dinsdag, maar dat wisten we tóen nog niet. f En dat is nu morgen, al weer tien jaar geleden Lichtpunt: jubel in Maastricht Putten werd „dorp der weduwen MM DRUK DER CONTINENTALE OOGSTEN Tijdelijk Kennis van eigen land PROVINCIAAL- PRIESTER VAN H. HART VIERT ZILVEREN FEEST OPDRACHT VOOR HENK BADINGS van door OTTWELL BINNS 1°. p NED MIJ ONTGINNING STEENKOLENVELDEN Vijf September 1944: een dag om nooit te vergeten Dit zag men op Dolle Dinsdag in Rotter dam: een Rijksduitser werd per 1 p.k.- koets naar het station vervoerd; de zenuwenoorlog hacl zijn iverk gedaan voor deze „patiënt". De „gewapende macht" mocht bij dit „convooi" niet ontbreken. Tien jaar! En de eerste negen maan den van dat tiental zouden we ons vooral in het niet bevrijde deel van Nederland nog lang en bitter heugen. Heeft het eigenlijk wel zin, dachten we, om dat nog eens op te halen? Zou den we eigenlijk maar niet liever met ons allen even naar die datum die we als datum ons beslist niet zouden herinneren, maar wèl aan zijn later gegeven naam kijken en zeggen: „Al weer tien jaar geleden?", en dan maar, zoals men in Franse parlemen ten pleegt te doen, overgaan tot de orde van de dag? Doet U dat dan maar, als U dat beter ligt, maar laat ons dan toch wat plaats ruimte voor een kleine terugblik, een mijmering over een Septemberdag en een Septembermaand van tien jaar terug. Misschien echter vindt U wanneer U verder wilt lezen in deze persoonlijke herinneringen tóch iets terug van Uw eigen belevenissen, Uw gedachten, Uw hemelhoge verwach tingen en mogelijk ook iets van Uw peilloos-diepe teleurstelling van toen. Hoe kwamen we toch aan die massa suggestie van een onmiddellijk-voor- de-deur-staande bevrijding? U heeft geljjk en we hebben het al gezegd: daar in Engeland voor een microfoon, liet men Breda reeds bevrijden, terwijl de Bredanaars er zelf heus niets van wisten. Maar toch: het was er heel dichtbij. Antwerpen was door het Tweede Engelse leger verlost en de Engelse stoot ging, zo verwachtte men, met dezelfde snelheid nu naar het Noorden. En die snelheid was groot, voor de Duitsers ontstellend en ver pletterend groot. Vandaar, dat in de ochtend van de vijfde September, die beroemde Dins dagochtend, het grootste, het mooiste nieuws van het jaar, zich met razende snelheid verbreidde. De avond daar voor had minister-president Ger- brandy voor Radio-Oranje een rede voering gehouden, die overigens ook al aan duidelijkheid en overgrote ver wachtingen voor de Nederlandse luis teraar werkelijk niets meer te wensen overliet. „Uit naam van het Neder landse volk heet ik de Nederlandse troepen welkom, die thans aan de grenzen staan.... Het uur der bevrij ding heeft geslagen." Fouten-register Wel en als men dan hoort van de „inneming van Breda", anders dan door wijlen het turfschip, is het dan een wonder, dat de vreugde haar vrije loop nam? Was het een wonder, dat we die dolle „Dolle Dinsdag" enkele levens grote fouten maakten door: a. aan een zeer vooraanstaande Amsterdamse N.S.B.-er, op diens verzoek, uitvoerig verslag te doen van de „ware" stand van zaken in de oorlog volgens onze laatste inlichtingen (inclusief de me dedeling dat we zojuist door een vriendelijke berichtgever daartoe aan gespoord op de N.Z. Voorburgwal in het hart van Amsterdam's krantenwijk met een intense vreugde de overhaaste verhuizing van de redactiestaf van „Die Deutsche Zeitung in den Nieder- landen" met bestemming Apeldoorn hadden staan bezichtigen); b. dat we daarna, na een nooit te vergeten fees telijk-gestemde tocht langs Dam en Damrak, een jubelende treinrit met volmaakte veronachtzaming van alle voorradige gele stationsvlaggen we gens de Engelse „Tiefflieger" ons snel en vastbesloten naar de directie van een in een Noordhollandse plaats ge vestigde krant begaven met de mede deling aan de verblufte directeur, dat hij er heel goed aan zou doen zijn nogal Duits-gezinde redactiestaf geen feestartikelen ter gelegenheid van de natuurlijk de volgende dag arrive rende bevrijding te laten fabriceren, omdat dit voor de gezondheid van deze redactie niet goed zou blijken te zijn; c. dat we daarna, thuis komend, bezoek kregen van een Duitse officier, die even kwam melden, dat onze gevor derde, eigen woning stante pede weer ter beschikking was, omdat de „Krieg vorüber war für die Hollander" en toen voor het eerst gedurende de hele oorlog een Duitser op zijn woord gelóófden en d: dat we Woens dagochtend, na een lange nacht ver geefs geluisterd te hebben naar het krieken van de dag er op uittrokken, kilometers Zuidwaarts, om ze dan maar vast per fiets tegemoet te rijden Toen was de Dolle Dinsdag al voorbij en die Woensdag had werkelijk wel iets van een As-Woensdag na een dol- doorgefeest carnaval. Want het nieuws was nu wel heel precies, liet geen ruimte meer voor verwarring en bracht de ontnuchtering en tegelijk 'n alles vernietigende kater; het feest was niet doorgegaan, de Engelse doorstoot v'ti met verder gekomen dan tot aan onze grenzen, daarna verward geraakt in haastig toesnellende Duitse troepen, die op Maandag reeds bij massa's heel Westelijk Nederland verlaten hadden En nog altijd leven we steeds in de leken-meningdat op Dolle Dinsdag de helft van de Engelse parachutisten slechts nodig was geweest, die men enkele weken later bij Arnhem ver speelde, om in één slag vaste voet in Noord- en Zuid-Holland te krijgen Maar goed, de strategen zullen het zonder twijfel wel beter geweten heb ben en we aanvaarden grif, dat het niet kon en dat het misschien maar goed óók geweest is, dat het niet kon. Maar intussen zaten we dan met de brokken, in Nederland. We hadden ons dolle plezier gehad en dat plezier konden we opperbest gebruiken om ons een beetje op te monteren in de verschrikkelijke maan den, die nog volgden De scheiding der geesten had intus sen ook plaats gehad. Reeds op Dolle Dinsdag bleken vele N.S.B.-ers niet bestand tegen déze zenuwen-oorlog, die een heel volk in massa aan het voeren was. Triest was het eigenlijk, wat we zagen in het Amsterdamse Centraal Station: vrouwen en kinderen van N.S.B.-ers, angstig bij elkaar, met een minachtend lachje bekeken door de treingangers. Ze repten zich naar het Oosten van het land, bleven daar bijeen in kampen, werden soms afge voerd naar Duitsland en voor hen be gon op die Dolle Dinsdag eigenlijk al de lange, lange weg, die ze zouden moeten gaan, voor ze weer door het Nederlandse volk in hun midden op genomen zouden worden. De Dolle Dinsdag was dan voorbij; de hooggespannen verwachtingen wa ren niet bewaarheid, het gevoel van schrijnende teleurstelling kon soms bijna te machtig worden; maar alle hoop was nog niet weg. Want, was het Breda dan niet, het was wel het fiere Maastricht, dat op 14 en 15 September een schallende, jubelende bevrijdingsdag meemaakte en we doken die dag, toen dit blijde nieuws bekend werd, opnieuw in onze zo kleine voorraad oranje-papier om die tijding zo snel mogelijk bekend te maken. „Een vlaggenzee, meisjes met oranje-rokken, zingen en dansen op het VrijthofWe jubelden eer lijk mee, Maastrichters, wij in het Wes ten van ons land, in al die nog niet- bevrijde delen, maar we lezen nu nog onze verzuchting in een zuinig-be waard exemplaar van een voddig nieuws-krantje: „De opmars is begon nen: nu van Maastricht naar het hart van Nederland, naar het Noorden en naar het Westen". Mislukte sprong De Septembermaand had nog meer in petto. Op Zondag 17 September werd de grootste sprong van heel de Wereldoorlog II gewaagd: drie lucht landingsdivisies werden neergelaten in een driehoek tussen België, Eindhoven en Arnhem-Nijmegen. Bij duizenden daalden de parachutisten, de „Airbor- nes", neer, vooral in de omgeving van Arnhem-Oosterbeek en hier begon dan de befaamde Slag om Arnhem, om het bezit van de rivierovergangen met weergaloze moed gestreden; bij hon derden kwamen de zweefvliegtuigen neer tussen het felste afweervuur, dat men zich slechts denken kon. Maar helaas: ook deze hoop vervloog, het contact tussen de oprukkende legers uit België met de „Airbornes" in Arn hem werd nooit gemaakt en vele Arn hemmers begonnen een moedeloze tocht uit hun gehavende stad. Intussen had Radio-Oranje op die zelfde Zondag een mededeling gedaan, die nogal huiselijk klonk: „De kinderen van Versteeg moeten onder de wol". Twee dagen later waren ze „onder de wol", de „kinderen" van de Nederland se Spoorwegen en daarmee was de spoorwegstaking in heel het land met een enkele uitzondering een feit en werd aan de Duitse oorlogvoe ring een klap toegebracht, die ongena dig hard aankwam. Het gras kreeg alle tijd om welig tussen de rails te groei en en de stations in de grote steden waren wonderen van verlatenheid De Septembermaand loopt ten einde. Het gaat slecht rond Arnhem. De Duit se legerberichten doen al het ergste vermoeden en ook op 26 September zegt de B.B.C.: „De toestand van de Britse en Poolse luchtlandingstroepen rond Arnhem is kritiek". „Het is er erger dan de hel", verzucht een Britse oorlogscorrespondent, die er nog tus senuit is gekomen en wéér vervloog de hoop Verzetslieden en inzittenden van een Wehrmachtsauto waren op 24 Sep tem ber slaags geraakt bij Putten (Gld) Een Duitse officier werd gedood, een andere gewond. De Duitsers nemen in blinde woede een maatregel, die nu nog als een schande gevoeld zal wor den: 105 huizen van Putten worden in de as gelegd; 676 mannelijke inwoners tusseh de 17 en 50 jaar naar Duitsland gevoerd (er zouden er slechts 37 levend terugkeren Dit onheilspellende be richt brengt een felle verontwaardi ging in het land: ook dat nog en de bevrijding naast de deurzo léék het nog altijd. Den Haag heeft sinds 8 September een nieuwe verschrikking van de mo derne oorlogvoering leren kennen: men ■"/rky ,v< heeft er de startplaatsen van 'n vervol making van het V I-wapen geplaatst. Marlot en Wassenaar trillen op hun grondvesten, moeten gedeeltelijk wor den ontruimd en gierend en sissend kiezen de dood-en-verderf zaaiende raket-projectielen hun weg door het luchtruim en men haalt pas weer iets ruimer adem, als het ding dan ook maar wérkelijk weg is. En dagelijks, heel de maand door, schiet de V I met een oorverdovende klap omhoog September komt in de laatste dagen, met regens, soms een zomerse dag, dan weer grauwe luchten en een ineens fel-opstekende wind. Het wordt najaar we gaan een nieuwe winter tegemoet en het is duidelijk, wéér een oorlogs- winter, die alle vorige in ellende, in verschrikking, in de zwartste Wanhoop en vertwijfeling verre zal overtreffen. Maar er was ook een Dolle Dinsdag in die Septembermaand, een dag, waarop we de vrijheid niet alleen roken, maar al reeds met dolzinnige vreugde vast in onze armen meenden te knellen. En dat: hoe héél een volk als het ware even opveerde in een overwel digende jubel een jubel, die het grootste deel van het land nog drie kwart jaar moest inhouden dat vergeten we nooit Grazige weiden tussen de spoorrails: symbool en resultaat van de Nederlandse spoorwegstaking in September 1944. (Foto uit „Op den rand van leven en dood") (Bericht van A. Bosman, Qraanmakelaar). In het begin der week kocht Duitsland nog diverse posten buitenlands voergraan, vooral gerst, haver en ook mais, doch de laatste dagen is men ook van die zijde terughoudender geworden. Het binnenhalen der inlandse oogsten is nu op het gU.ele continent in versneld tempo aan de gang en alhoev il de ,r-va- liteiten niet meevallen, zijn de ho. e-'he- den groot genoe? om momenteel een druk op onze graanmarkten te veroorzaken. Ook Engeland tracht weer gerst, haver en rogge in het buitenland te plaatsen. Hier te lande was de lust tot kopen niet groot, al zijn er natuurlijk de gebruike lijke consumptie-aankopen te vermelden, doch voor latere leveringen was men te rughoudend. Argentinië is met mais op latere levering iets gemakkelijker, terwijl spoedige mais op prijs bleef. Verschepingen van 39.000 t mais per week van dit land zijn beslist klein te noemen, vooral als gelijktijdig wordt bericht, dat het Japi in het geheel meer dan 2 millioen ton voor export heeft verkocht. Enige restposten platagerst wer den tegen zeer hoge prijzen naar Duits land verkocht. Wij nemen aan, dat hierbij financieel-technische redenen een rol heb ben gespeeld, daar anders deze prijzen ge heel onbegrijpelijk zijn. Noord-Amerika onzeker en in afwach- (Advertentle) is ook voor U weggelegdTJ hoeft slechts te tonen, dat U meer pres teert dan anderen. Dit bereikt U door meer kennis, door het behalen van waardevolle diploma's. En de beste opleiding om deze diploma's snel en zonder moeite te behalen geeft Resa-Hilversum, Bekende Schriftelijke Cursus. Resa leidt U thuis op voor alle Handelsdiploma's. Vraag vandaag nog ons prospectus. ting van de nieuwe oogstraming per Sept a.s., waarvan men aanneemt, dat deze be- Naar ccn schatting van dr ir A. S. Tuinman, landbouwattaché en tevens emigratie-attaché aan de Nederlandse am bassade in Canada, op het ogenblik voor korte tijd in ons land, zal het aantal Nederlandse emigranten naar Canada dit jaar ongeveer 1700 bedragen, liet streef getal voor 1954 was 20 tot 22.000, zodat er een teruggang te bemerken valt. Deze teruggang is een reactie op de mindere plaatsingsmogelijkheid in Canada, verge leken bij voorgaande jaren. De vraag naar arbeiders was dit jaar in Canada ge ringer door factoren als een grote en langdurige sneeuwval in de afgelopen winter, de vele regens in het voorjaar, waardoor de werkzaamheden later begon nen en een lijdelijke verzadiging van de markt met betrekking tot een aantal pro ducten. zoals landbouwmachines en auto's. Hierdoor verminderde de productie en daarmede de vraag naar arbeidskrachten. Het betreft hier echter een tijdelijk ver schijnsel. Men dient er daarnaast reke ning mede te houden, dat het aantal loon- trekkenden in de laatste jaren in Canada is toegenomen tengevolge van de immi gratie en de natuurlijke bevolkingsaanwas. De aanpassing aan de economische groei kent nu eenmaal fluctuaties. De Immi grant werd er evenwel niet door bedreigd en, in weerwil van de mindere plaatsings mogelijkheden, had het aantal Nederlandss emigranten groter kunnen zijn. De heer Tuinman noemde het tekort aan tere cijfers voor de mais-oogst zal geven, plaatsingsmogelijkheden in een aantal be- TLT v-, uit *41 *f 1 Q rtH nflff DDUPrBri" o O r/4 Th n onAnorysio Haver en gerst uit dit land nog onveran derd te koop, doch er is weinig in omge gaan. Syrië, Irak en Noord-Afrika hoog in de boom en wat er in verhandeld werd wa ren partijen van winstnemers. De bestem ming was nog vrijwel algemeen onze na buur. Milo's, welk artikel nu eveneens zonder invoerrecht kan worden betrokken, had aanbod uit België te verwerken. Uit dit lond werd guldens lager dan uit het oorsprongland aangeboden. Inlandse granen werden in de loop dezer week (ager aangeboden en vooral in rogge en haver werden er ook meer zaken ge daan. België kocht rogge en Duitsland haver, doch de laatste dagen keek men de kat uit de boom en was er weinig te plaat sen. roepen van tijdelijke aard. De economie van Canada is in wezen gezond. Zij rust op drie belangrijke pijlers: de houtpro ductie en alles wat daarmede verband hout, de mineralen (ertsen, olie enz.) en de tarwe. Het is volgens de ervaring van de heer Tuinman voor de emigrant be langrijk, zich vroeg in het jaar te mel den; hij dient in de meeste gevallen vóór eind Juni in Canada te zijn. Komt hij later en valt de winter in. dan ontstaan vaak grote moeilijkheden, daar hij dan nog niet valt onder de sociale voorzieningen, al worden er, in uiterste nood, toch wel band met de immer veel tijd vragende administratieve procedure is het goed, dat men daarmede van te voren gereed is. Hij noemde het ook belangrijk, dat de Nederlandse emigrant zijn eigen land goed kent. Hij moet daarover in Canada kun nen praten, men heeft er belangstelling voor. Op deze wijze ontwikkelen zich ook de banden tussen Nederland en Canada, ook commercieel. Het ls een punt, dat men zeker bij de voorlichting en voor- berèiding van de emigrant niet mag ver waarlozen. Nu vele Nederlandse immigranten reeds zeven jaar in Canada wonen, komt voor velen de vraag van de naturalisatie naar voren, daar zij na vijf jaar Canadees staatsburger kunnen worden. Er zijn over de naturalisatie van Nederlanders in Canada op het ogenblik nog geen cijfers beschikbaar. Wel kan worden gezegd, dat men van Canadese zijde hoopt, dat de in druk, dat de Nederlanders zich in Canada thuisvoelen, een bevestiging zal vinden in het aanvaarden van het Canadese staats burgerschap. (Van onze correspondent) Op 9 September a.s. herdenkt te Breda de hoogeerw. pater Provinciaal van d" Nederlandse provincie van de Congrega"" der Priesters van het H. Hart, van Jesus> J. M. Jansen S.C.J., zijn zilveren profeSSi®- feest. Het Louisville orchestra heeft de Ne derlandse componist Henk Badings op dracht gegeven voor het schrijven van een compositie, die begin volgend jaar door het orkest zal worden uitgevoerd. De maatrègëien "getroffen om de emigrant te i Rockefeller Foundation heeft het orkest helpen, Voor het volgend jaar zijn met de Cana dese autoriteiten nog geen afspraken ge maakt. Men zal eerst afwachten wat de Koeken bleven disponibel duur, op afla- seizoenwerkloosheid brengt. De emigratie ding wordt er lijn-, soya- en katoenmeel j blijft open. Voorlopig zullen de richtlijnen vrij regelmatig gedaan. Ook het invoer- van het vorig jaar worden gevolgd. Ver recht op koeken is nu verdwenen, hetgeen wacht wordt, dat dezelfde groepen emi- de handel gemakkelijker maakt. granten zullen worden toegelaten. In ver- i een bedrag van vierhonderdduizend dol lar geschonken welke schenking wordt gebruikt om in de loop van vier jaar hon derd componisten opdracht te geven voor het schrijven van composities. Badings is de eerste Nederlander die in aanmerking komt voor zulk een opdracht. Aandacht wordt tevens besteed aan an dere Nederlandse componisten. In de na-oorlogse jaren heeft de con- fectic-industrie 'n bijzondere ontwikkeling doorgemaakt, welke zich vooral demon streert in de in- en uitvoer-verhoudingen. Vooral de uitvoer heeft een enorme stij ging doorgemaakt en de „kledingsbalans" heeft in tegenstelling tot de vooroorlogse jaren 'n uitvoerovcrschot gekregen, aldus wordt geconstateerd in een publicatie van het Economisch Technologisch Instituut voor Noord-Brabant. Onderstaande tabel illustreert de frap perende ontwikkeling van de invoer en de uitvoer van de Nederlandse confectie- industrie. Dekkings- perc. 22 36 29 64 101 184 132 143 •310 313 Invoer Uitvoer (x f 1 min) (x f 1 min) 1938 9.5 2.1 1939 8.3 3.- 1946 29.5 8.6 1947 27.5 17.6 1948 21.3 21.4 1949 18.8 34.6 1950 45.7 60.4 1951 41.- 58.8 1952 22.1 68.4 1953 22.1 69.2 Deze situatie intussen berust voor een zeer belangrijk gedeelte op de afzetmoge lijkheden van Nederlandse confectiegoe- deren in de B.L.E.U., op welke twee lan den gedurende de laatste jaren niet min der dan plm. 50% van de Nederlandse export gericht is. De totale omzet van de Nederlandse confectie-industrie wordt geraamd op in 1952: f 655 millioen en in 1953: f 720 millioen, zodat de export ca 9 a 11 uitmaakt. De werkgelegenheid in de Nederlandse confectie-industrie is gedurende de laat ste 4 jaren niet uitgebreid. Integendeel, eind 1953 lag het aantal werknemers in deze branche pim. 10% lager dan op het einde van 1949 en omvatte 5G.000 a 57.090 personen verspreid over 1045 bedrijven. Uiteraard wordt veruit het grootste deel dezer werknemers gevormd door vrouwelijke arbeidskrachten, nl. 75 a 80'«. Wat de confectie-industrie in de pro vincie Noord-Brabant betreft, kan op de eerste plaats worden vastgesteld, dat deze industrie zich aldaar zeer sterk heeft ont wikkeld. In de dertiger jaren telde deze provincie slechts 14 confectie-bedrijven, waar meer dan 10 arbeidskrachten werk zaam waren, bij de bedrijfstelling in 1950 bleek dit aantal te zijn gestegen tot niet minder dan 94 zelfstandige bedrijven. Werkten in 1930 in de totale Brabantse confectie-industrie plm. 180 mannen en plm. 600 vrouwen, in 1950 verschafte de confectie-industrie in Noord-Brabant werkgelegenheid aan ruim 1200 mannen en niet minder dan 5000 a 6000 vrouwen, een waarlijk formidabele expansie dus. Onderstaande tabel geeft een beeld van de recente ontwikkeling van de werkgele genheid in de Brabantse confectie-indus trie in vergelijking met de ontwikkeling in Nederland. N.-Brabant Nederland Aantal Aantal bedrij- Pers. bedrij- Pers. ven bezett. ven bezett. 1950 le kwart. 94 5804 1036 62.329 4e kwart. 92 6070 1172 63.803 1951 le kwart. 96 6087 1195 64.489 4e kwart. 91 4949 1165 52.128 1952 le kwart. 99 5480 1130 53.692 4e kwart. 94 5818 1087 56.705 1953 le kwart. 93 5945 1067 57.254 4e kwart. 92 5968 1045 56.929 10 Juist, de rivier. Als we naar Cayen ne terugkeren en een jachtexpeditie uit rusten, kunnen we misschien met veel geluk Schitterend, goed bedacht, Jules! Het is wel een kleine kans, maar. Een óp de duizend, mijnheer, maar dan ook de enige. Harborough aarzelde geen moment met zijn besluit. We zullen ze waarnemen, Jules.- Maar durf je het te 'wagen naar Cayenne terug te keren? Omwille van mijn vriendna tuurlijk' Maar het gevaar is niet zo groot als het lijkt. Zoals ik er nu uitzie, netjes geschoren en gekleed, zal niemand me herkennen. En bovendien, wie zal er in de stad naar mij uitkijken. Dat is inderdaad waar. Ik zal be- vel geven de haven weer binnen te lo- pen. Over een uur kunnen we er zijn. Hij verwijderde zich, terwijl Jules dooi de zeekijker nog eens aandachtig de vt v- geratel van de eerste Engelse of Ca- motorboot bestudeerde, die nog steeas nadese tanks, tenslotte, bij het eerstel langs de kust rondzwierf. Een trek van voldoening vloog over zijn zenuwachtig gelaat. Vervloekte honden! Maar het spoor is gelukkig oud. Als jullie eens wisten Hij maakte een minachtend gebaar en keek vol verachting naar de niets ver moedende bemanning van de politie- boot, terwijl het jacht koers zette naar Cayenne. Een uur later leunde hij met een sigaret achteloos in zijn mond over de reling en bekeek het eiland, dat voor hem en zijn lotgenoten een voorgeborchte van de hel was. Toen Harborough de val reep naar de sloep afdaaldè, vroeg hij als terloops: Gaat u alleen aan wal? Vanzelfsprekend, Jules. Overdag is het voor jou niet veilig, iemand moest je eens herkennen. Ik ga voorbereidingen treffen voor onze expeditie De vluchteling haalde schijnbaar be rustend zijn schouders op, en keek de boot na, tot deze de kade bereikt had, waarna hij zijn aandacht weer tot de stad bepaalde. Zij trok hem aan als een mag neet de naald. Geboeid staarde hij naar de huizenrijen, en toen een inboorling met zijn roeibootje rond net jacht voer, belust op een vrachtje, dacht Jules in zichzelf: Waarom ook niet? Als het mijn nood lot is, gepakt te worden, is het eender of het hier of daarginds gebeurt. Het geld dat Harborough Jules, gelijk met het pak dat hij droeg overhandigd had, brandde in zijn zak. Hij wist dat hij zich in de stad voorzien kon van verschillende nuttige voorwerpen, zoals bijvoorbeeld een flink mes, zonder het welk hij, die opgegroeid was tussen de Parijse Apachen, zich voelde als een zuigeling zonder fles. De kleurling grijnsde uitnodigend en Jules zwichtte voor de verleiding. In orde, als je maar vlug roeit, zwar te aap. Tien minuten later stapte hij aan wal. De eerste persoon, die hij ontmoette was een der opzichters over de ploeg, waarin hij tijdens zijn gevangenschap had gewerkt, de broeder van de bij de ontsnapping gedode bewaker! De man keek hem onderzoekend aan, maar zich bewust van zijn cleanshaven gezicht, en vertrouwend op het nette sportpak en de breedgerande panama, die zijn gezicht overschaduwde, hield Jules zich goed. Overmoedig haalde hij een sigaret uit zijn zak en stak deze vlak voor de op zichter aan, waarna hij glimlachend weer voortstapte. Na enig zoeken vond hij het soort win kel. dat hij nodig had en kocht een scherp jachtmes en een gordelriem. Met een grap tegen de winkelier deed hij zich de riem om, zodanig, dat het mes dat er aan gehanden werd, verborgen was onder zijn kleding. Zich nu goed toe gerust voelend ging hij weer fluitend van genoegen de straat op. Een jonge Creoolse lachte hem vrien delijk toe en Jules zijn galante afkomst niet verloochenend, nam met een diepe buiging zijn hoed af. Bonjour, mademoiselle. Wat een prachtig weer. Hij brak plotseling af. De glimlach ver dween van zijn gelaat om plaats te maken voor een ongelovigverbaasde blik, toen hij een voorbijganger in het oog kreeg, een opvallend grote Fransman met een lange baard .gekleed in een tropencos- tuum van cremekleunge zijde. Dc voorbijganger, die blijkbaar grote haast had, zag hem niet, maar passeer de in snelle gang. Alle duivels, mompelde Jules in uiterste verbazing, en zonder de Creoolse nog een enkel woord te gunnen, draaide hij zich om en begon de Fransman te volgen. Er stond een wilde, vastbesloten trok op zijn gezicht te lezen, terwijl hij ach ter de ander de straten doorliep. Zon der links of rechts tc kijken, bleef hij dc man oji de hielen volgen als een hond. Twee keer ging zijn hand naar het on der zijn kleren verborgen mes, maar telkens liet hij het, waar het was, hopend een betere gelegenheid te zul len vinden dan de open straat. Met wilde vreugde zag hij tenslotte, hoe de man een smalle zijstraat inliep. Nu krijg ik mijn kans, fluisterde hij in zichzelf, en weer ging zijn hand naar het mes. Op dit ogenblik voelde hij hoe er een hand op zijn schouder gelegd werd, en met een hese kreet draaide hij zich om, zijn gezicht vertrokken van wilde woede, gereed om zijn leven en vrij heid zo duur mogelijk te verkopen. Ge durende een sconde was hij weer zui ver de Apache uit de sloppen van Parijs, een man die zonder pardon zou weten te doden als het nodig was. Maar ogenblik kelijk daarop verdween de wilde trek van zijn gelaat, toen .hij in de ogen keek van de man aan wie hij zijn vrij heid dankte. Verduiveld, zuchtte hij opgelucht. Bent U het, mijnheer Harborough; U heeft me een benauwd ogenblik bezorgd. Wat voer je hier uit, Jules? vroeg Harborough, die hem voorbij had zien rennen en geschrokken was door de woeste uitdrukking op zijn gezicht. Jules lachte boosaardig. Ik kwam hier om een mes te kopen, en had het geluk meteen de man te ontmoeten, voor wie het bestemd was. Zijn ogen zochten on willekeurig de gedaante die zich door de smalle zijstraat verwijderde, en haastig vervolgde hij: Waarom heeft u mij niet verteld, dat onze beste Henri hier in Cayenne is? Ik heb jc. Jules, zijn prooi voortdurend in het oog houdend, zag op dit ogenblik, hoe de man een hoek omging en uit zijn gezichtskring verdween. Hij rukte zich onverwacht los uit de greep van Har borough, en rende weg in de richting waarin hij de ander had zien verdwij nen. schreeuwde Harborough Opgewonden hem achterna: Stop, Jules. idioot die je bent! (Wordt vervolgd) Wat de grootte der bedrijven betreft waarop de Brabantse werkgelegenheid in de confectie-industrie berust, zij er op gewezen, dat slechts 12 bedrijven een per soneelsbezetting hebben van meer dan 10" werknemers. Deze 12 bedrijven hebben c« 2400 vrouwelijke werknemers in dienst- Ongeveer de helft van de totale werk' gelegenheid in de confectie-industrie f1 deze provincie berust dus op deze 12 b?' drijven, waaonder een zeer groot bedrij' te s-Hertogenbosch volkomen domineert- Noord-Brabant is door de ontwikkeling sedert 1930 ook met betrekking tot ie confectie-industrie een belangrijk gewc"' geworden. De nationale productie in dez" branche is thans voor een belangrijk dcc' in deze provincie geconcentreerd, zoal' onderstaande cijfers Ieren, waarin he' aandeel van de Noord-Brabantse confectie' industrie in de nationale omzet van deze bedrijfstak is weergegeven. Binnenland N.-Brabant In percentages Buitenland N.-Brabant Nederland In percentages Totaal N.-Brabant 1950 1951 1952 56.2 57.3 53.8 683.4 690.2 582.7 8 8 9 2.9 2.3 5.5 65.6 59.7 72.2 4 4 8 59.1 59.6 ■59.3 749.0 749.9 654.9 8 8 9 195 64 645 10 773 7 693 722' In percentages (De omzet van de confectie-industrie millioen gulden). De Ned. Mij. tot Ontginning van Ste^^ kolenvelden heeft het boekje 1953/54 een divid"im gedeclareerd v js 6 pet, waarvan reeds 3 pet in April interim dividend is betaalbaar gestel"'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 8