Dolle
geruchtendolle vreugde
doffe teleurstelling
,De kinderen van Versteeg
moeten onder de wol"
:y
Rotterdamse Graanmarkt
Emigratie naar Canada liep terug
Uitvoer Nederlandse confectie
industrie zeer sterk gestegen
De Vluchteling
Cayenne
WEET U HET NOG?
Heidenstr ij cl om Arnhem - drama
van Putten
Een goede
salarisverhoging
Door tijdelijk verminderde plaatsings-
mogelijklieid
Werkgelegenheid liep echter t.o.v. 1949 terug
ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1954
PAGINA 8
Eigenlijk was het de dag te voren al begonnen; een
niet te grijpen maar iedereen besluipende blijde
spanning, een torenhoge verwachting op dat, wat
we al ruim vier jaren achtereen, steeds hardnek
kiger, steeds geestdriftiger, steeds sneller, naderbij
wilden brengen onze vrijheid.
Er was licht gekomen in de zomermaanden van dat
jaar 1944: daar was eindelijk de invasie, daar kwam
de grote doorbraak bij Avranches; we jubelden
mee om de bevrijding van Parijs, we volgden de
Amerikaanse, Engelse en Canadese troepen bij hun
weergaloze opmars door Noord-Frankrijk. We
hoorden van Nederlandse troepen, dapper in de
moordende strijd; de naam Irene-brigade ging van
mond tot mond en toen in de ochtend van de
vierde September bekend gemaakt werd, dat
Brussel in geallieerde handen was, begon het te
jubelen in millioenen Nederlandse harten.... en
te kraken bij de Duitse bezettingsmacht in ons
vaderland.
En toen, in de nacht, waarin de slaap dikwijls
moest wijken voor de vreugdevolle spanning, kwam
het bericht over de B.B.C.-radio, dat dan alles in
Kater na het feest
werking zette: „De Nederlandse regering in
Londen heeft bekend gemaakt, dat Breda is inge
nomen."
De vreemdste en wildste dingen gebeurden er die
dag allemaal tegelijk; het was bijna te dol, wat alle
maal plotseling openlijk te bezichtigen viel:
"oranjebloemen voor ramen, elkaar uitbundig feli
citerende buren en soms ook volmaakt onbekenden;
het grote nieuws werd van de daken verkondigd,
vlaggen werden gereed gemaakt; op het Damrak in
Amsterdam verschenen als bij toverslag tientallen
harmonica-spelers met niets dan een vaderlandse
liederen-repertoire. En verder: geen N.S.B.-speldje
was meer te zien, de Duitse soldaten trokken zich
terug in hun onderkomens en het leek wel, of een
heel land dol geworden was, dol van vreugde en
van al de spanning, die men al zo lang had moeten
opkroppen en ook dol van de wildste geruchten.
Daarom noemen we die Dinsdag, de vijfde Septem
ber van het jaar 1944, dan ook Dolle Dinsdag, maar
dat wisten we tóen nog niet.
f
En dat is nu morgen, al weer tien jaar geleden
Lichtpunt: jubel in Maastricht
Putten werd „dorp der
weduwen
MM
DRUK DER CONTINENTALE
OOGSTEN
Tijdelijk
Kennis van eigen land
PROVINCIAAL- PRIESTER
VAN H. HART VIERT
ZILVEREN FEEST
OPDRACHT VOOR
HENK BADINGS
van
door OTTWELL BINNS
1°.
p
NED MIJ ONTGINNING
STEENKOLENVELDEN
Vijf September 1944: een dag
om nooit te vergeten
Dit zag men op Dolle Dinsdag in Rotter
dam: een Rijksduitser werd per 1 p.k.-
koets naar het station vervoerd; de
zenuwenoorlog hacl zijn iverk gedaan
voor deze „patiënt". De „gewapende
macht" mocht bij dit „convooi" niet
ontbreken.
Tien jaar! En de eerste negen maan
den van dat tiental zouden we ons
vooral in het niet bevrijde deel van
Nederland nog lang en bitter
heugen.
Heeft het eigenlijk wel zin, dachten
we, om dat nog eens op te halen? Zou
den we eigenlijk maar niet liever met
ons allen even naar die datum die
we als datum ons beslist niet zouden
herinneren, maar wèl aan zijn later
gegeven naam kijken en zeggen:
„Al weer tien jaar geleden?", en dan
maar, zoals men in Franse parlemen
ten pleegt te doen, overgaan tot de
orde van de dag?
Doet U dat dan maar, als U dat beter
ligt, maar laat ons dan toch wat plaats
ruimte voor een kleine terugblik, een
mijmering over een Septemberdag en
een Septembermaand van tien jaar
terug. Misschien echter vindt U
wanneer U verder wilt lezen in deze
persoonlijke herinneringen tóch iets
terug van Uw eigen belevenissen, Uw
gedachten, Uw hemelhoge verwach
tingen en mogelijk ook iets van Uw
peilloos-diepe teleurstelling van toen.
Hoe kwamen we toch aan die massa
suggestie van een onmiddellijk-voor-
de-deur-staande bevrijding? U heeft
geljjk en we hebben het al gezegd:
daar in Engeland voor een microfoon,
liet men Breda reeds bevrijden, terwijl
de Bredanaars er zelf heus niets van
wisten. Maar toch: het was er heel
dichtbij. Antwerpen was door het
Tweede Engelse leger verlost en de
Engelse stoot ging, zo verwachtte men,
met dezelfde snelheid nu naar het
Noorden. En die snelheid was groot,
voor de Duitsers ontstellend en ver
pletterend groot.
Vandaar, dat in de ochtend van de
vijfde September, die beroemde Dins
dagochtend, het grootste, het mooiste
nieuws van het jaar, zich met razende
snelheid verbreidde. De avond daar
voor had minister-president Ger-
brandy voor Radio-Oranje een rede
voering gehouden, die overigens ook al
aan duidelijkheid en overgrote ver
wachtingen voor de Nederlandse luis
teraar werkelijk niets meer te wensen
overliet. „Uit naam van het Neder
landse volk heet ik de Nederlandse
troepen welkom, die thans aan de
grenzen staan.... Het uur der bevrij
ding heeft geslagen."
Fouten-register
Wel en als men dan hoort van
de „inneming van Breda", anders dan
door wijlen het turfschip, is het dan
een wonder, dat de vreugde haar vrije
loop nam?
Was het een wonder, dat we die
dolle „Dolle Dinsdag" enkele levens
grote fouten maakten door: a. aan een
zeer vooraanstaande Amsterdamse
N.S.B.-er, op diens verzoek, uitvoerig
verslag te doen van de „ware" stand
van zaken in de oorlog volgens onze
laatste inlichtingen (inclusief de me
dedeling dat we zojuist door een
vriendelijke berichtgever daartoe aan
gespoord op de N.Z. Voorburgwal in
het hart van Amsterdam's krantenwijk
met een intense vreugde de overhaaste
verhuizing van de redactiestaf van
„Die Deutsche Zeitung in den Nieder-
landen" met bestemming Apeldoorn
hadden staan bezichtigen); b. dat we
daarna, na een nooit te vergeten fees
telijk-gestemde tocht langs Dam en
Damrak, een jubelende treinrit met
volmaakte veronachtzaming van alle
voorradige gele stationsvlaggen we
gens de Engelse „Tiefflieger" ons snel
en vastbesloten naar de directie van
een in een Noordhollandse plaats ge
vestigde krant begaven met de mede
deling aan de verblufte directeur, dat
hij er heel goed aan zou doen zijn
nogal Duits-gezinde redactiestaf geen
feestartikelen ter gelegenheid van de
natuurlijk de volgende dag arrive
rende bevrijding te laten fabriceren,
omdat dit voor de gezondheid van deze
redactie niet goed zou blijken te zijn;
c. dat we daarna, thuis komend, bezoek
kregen van een Duitse officier, die
even kwam melden, dat onze gevor
derde, eigen woning stante pede weer
ter beschikking was, omdat de „Krieg
vorüber war für die Hollander" en
toen voor het eerst gedurende de
hele oorlog een Duitser op zijn
woord gelóófden en d: dat we Woens
dagochtend, na een lange nacht ver
geefs geluisterd te hebben naar het
krieken van de dag er op uittrokken,
kilometers Zuidwaarts, om ze dan
maar vast per fiets tegemoet te
rijden
Toen was de Dolle Dinsdag al voorbij
en die Woensdag had werkelijk wel
iets van een As-Woensdag na een dol-
doorgefeest carnaval. Want het nieuws
was nu wel heel precies, liet geen
ruimte meer voor verwarring en bracht
de ontnuchtering en tegelijk 'n alles
vernietigende kater; het feest was niet
doorgegaan, de Engelse doorstoot v'ti
met verder gekomen dan tot aan onze
grenzen, daarna verward geraakt in
haastig toesnellende Duitse troepen,
die op Maandag reeds bij massa's heel
Westelijk Nederland verlaten hadden
En nog altijd leven we steeds in de
leken-meningdat op Dolle Dinsdag
de helft van de Engelse parachutisten
slechts nodig was geweest, die men
enkele weken later bij Arnhem ver
speelde, om in één slag vaste voet in
Noord- en Zuid-Holland te krijgen
Maar goed, de strategen zullen het
zonder twijfel wel beter geweten heb
ben en we aanvaarden grif, dat het
niet kon en dat het misschien maar
goed óók geweest is, dat het niet kon.
Maar intussen zaten we dan met de
brokken, in Nederland.
We hadden ons dolle plezier gehad
en dat plezier konden we opperbest
gebruiken om ons een beetje op te
monteren in de verschrikkelijke maan
den, die nog volgden
De scheiding der geesten had intus
sen ook plaats gehad. Reeds op Dolle
Dinsdag bleken vele N.S.B.-ers niet
bestand tegen déze zenuwen-oorlog,
die een heel volk in massa aan het
voeren was. Triest was het eigenlijk,
wat we zagen in het Amsterdamse
Centraal Station: vrouwen en kinderen
van N.S.B.-ers, angstig bij elkaar, met
een minachtend lachje bekeken door
de treingangers. Ze repten zich naar
het Oosten van het land, bleven daar
bijeen in kampen, werden soms afge
voerd naar Duitsland en voor hen be
gon op die Dolle Dinsdag eigenlijk al
de lange, lange weg, die ze zouden
moeten gaan, voor ze weer door het
Nederlandse volk in hun midden op
genomen zouden worden.
De Dolle Dinsdag was dan voorbij;
de hooggespannen verwachtingen wa
ren niet bewaarheid, het gevoel van
schrijnende teleurstelling kon soms
bijna te machtig worden; maar alle
hoop was nog niet weg.
Want, was het Breda dan niet, het
was wel het fiere Maastricht, dat op
14 en 15 September een schallende,
jubelende bevrijdingsdag meemaakte
en we doken die dag, toen dit blijde
nieuws bekend werd, opnieuw in onze
zo kleine voorraad oranje-papier om
die tijding zo snel mogelijk bekend te
maken. „Een vlaggenzee, meisjes met
oranje-rokken, zingen en dansen op
het VrijthofWe jubelden eer
lijk mee, Maastrichters, wij in het Wes
ten van ons land, in al die nog niet-
bevrijde delen, maar we lezen nu nog
onze verzuchting in een zuinig-be
waard exemplaar van een voddig
nieuws-krantje: „De opmars is begon
nen: nu van Maastricht naar het hart
van Nederland, naar het Noorden en
naar het Westen".
Mislukte sprong
De Septembermaand had nog meer
in petto. Op Zondag 17 September
werd de grootste sprong van heel de
Wereldoorlog II gewaagd: drie lucht
landingsdivisies werden neergelaten in
een driehoek tussen België, Eindhoven
en Arnhem-Nijmegen. Bij duizenden
daalden de parachutisten, de „Airbor-
nes", neer, vooral in de omgeving van
Arnhem-Oosterbeek en hier begon dan
de befaamde Slag om Arnhem, om het
bezit van de rivierovergangen met
weergaloze moed gestreden; bij hon
derden kwamen de zweefvliegtuigen
neer tussen het felste afweervuur, dat
men zich slechts denken kon. Maar
helaas: ook deze hoop vervloog, het
contact tussen de oprukkende legers
uit België met de „Airbornes" in Arn
hem werd nooit gemaakt en vele Arn
hemmers begonnen een moedeloze
tocht uit hun gehavende stad.
Intussen had Radio-Oranje op die
zelfde Zondag een mededeling gedaan,
die nogal huiselijk klonk: „De kinderen
van Versteeg moeten onder de wol".
Twee dagen later waren ze „onder de
wol", de „kinderen" van de Nederland
se Spoorwegen en daarmee was de
spoorwegstaking in heel het land
met een enkele uitzondering een
feit en werd aan de Duitse oorlogvoe
ring een klap toegebracht, die ongena
dig hard aankwam. Het gras kreeg alle
tijd om welig tussen de rails te groei
en en de stations in de grote steden
waren wonderen van verlatenheid
De Septembermaand loopt ten einde.
Het gaat slecht rond Arnhem. De Duit
se legerberichten doen al het ergste
vermoeden en ook op 26 September
zegt de B.B.C.: „De toestand van de
Britse en Poolse luchtlandingstroepen
rond Arnhem is kritiek". „Het is er
erger dan de hel", verzucht een Britse
oorlogscorrespondent, die er nog tus
senuit is gekomen en wéér vervloog de
hoop
Verzetslieden en inzittenden van een
Wehrmachtsauto waren op 24 Sep tem
ber slaags geraakt bij Putten (Gld)
Een Duitse officier werd gedood, een
andere gewond. De Duitsers nemen in
blinde woede een maatregel, die nu
nog als een schande gevoeld zal wor
den: 105 huizen van Putten worden in
de as gelegd; 676 mannelijke inwoners
tusseh de 17 en 50 jaar naar Duitsland
gevoerd (er zouden er slechts 37 levend
terugkeren Dit onheilspellende be
richt brengt een felle verontwaardi
ging in het land: ook dat nog en de
bevrijding naast de deurzo léék
het nog altijd.
Den Haag heeft sinds 8 September
een nieuwe verschrikking van de mo
derne oorlogvoering leren kennen: men
■"/rky
,v<
heeft er de startplaatsen van 'n vervol
making van het V I-wapen geplaatst.
Marlot en Wassenaar trillen op hun
grondvesten, moeten gedeeltelijk wor
den ontruimd en gierend en sissend
kiezen de dood-en-verderf zaaiende
raket-projectielen hun weg door het
luchtruim en men haalt pas weer iets
ruimer adem, als het ding dan ook
maar wérkelijk weg is. En dagelijks,
heel de maand door, schiet de V I met
een oorverdovende klap omhoog
September komt in de laatste dagen,
met regens, soms een zomerse dag, dan
weer grauwe luchten en een ineens
fel-opstekende wind. Het wordt najaar
we gaan een nieuwe winter tegemoet
en het is duidelijk, wéér een oorlogs-
winter, die alle vorige in ellende, in
verschrikking, in de zwartste Wanhoop
en vertwijfeling verre zal overtreffen.
Maar er was ook een Dolle Dinsdag
in die Septembermaand, een dag,
waarop we de vrijheid niet alleen
roken, maar al reeds met dolzinnige
vreugde vast in onze armen meenden
te knellen.
En dat: hoe héél een volk als het
ware even opveerde in een overwel
digende jubel een jubel, die het
grootste deel van het land nog drie
kwart jaar moest inhouden dat
vergeten we nooit
Grazige weiden tussen de spoorrails:
symbool en resultaat van de Nederlandse
spoorwegstaking in September 1944.
(Foto uit „Op den rand van leven
en dood")
(Bericht van A. Bosman, Qraanmakelaar).
In het begin der week kocht Duitsland
nog diverse posten buitenlands voergraan,
vooral gerst, haver en ook mais, doch de
laatste dagen is men ook van die zijde
terughoudender geworden.
Het binnenhalen der inlandse oogsten is
nu op het gU.ele continent in versneld
tempo aan de gang en alhoev il de ,r-va-
liteiten niet meevallen, zijn de ho. e-'he-
den groot genoe? om momenteel een druk
op onze graanmarkten te veroorzaken.
Ook Engeland tracht weer gerst, haver
en rogge in het buitenland te plaatsen.
Hier te lande was de lust tot kopen niet
groot, al zijn er natuurlijk de gebruike
lijke consumptie-aankopen te vermelden,
doch voor latere leveringen was men te
rughoudend.
Argentinië is met mais op latere levering
iets gemakkelijker, terwijl spoedige mais
op prijs bleef. Verschepingen van 39.000 t
mais per week van dit land zijn beslist
klein te noemen, vooral als gelijktijdig
wordt bericht, dat het Japi in het geheel
meer dan 2 millioen ton voor export heeft
verkocht. Enige restposten platagerst wer
den tegen zeer hoge prijzen naar Duits
land verkocht. Wij nemen aan, dat hierbij
financieel-technische redenen een rol heb
ben gespeeld, daar anders deze prijzen ge
heel onbegrijpelijk zijn.
Noord-Amerika onzeker en in afwach-
(Advertentle)
is ook voor U weggelegdTJ hoeft
slechts te tonen, dat U meer pres
teert dan anderen. Dit bereikt U
door meer kennis, door het behalen
van waardevolle diploma's. En de
beste opleiding om deze diploma's
snel en zonder moeite te behalen
geeft Resa-Hilversum, Bekende
Schriftelijke Cursus. Resa leidt U
thuis op voor alle Handelsdiploma's.
Vraag vandaag nog ons prospectus.
ting van de nieuwe oogstraming per Sept
a.s., waarvan men aanneemt, dat deze be-
Naar ccn schatting van dr ir A. S.
Tuinman, landbouwattaché en tevens
emigratie-attaché aan de Nederlandse am
bassade in Canada, op het ogenblik voor
korte tijd in ons land, zal het aantal
Nederlandse emigranten naar Canada dit
jaar ongeveer 1700 bedragen, liet streef
getal voor 1954 was 20 tot 22.000, zodat er
een teruggang te bemerken valt. Deze
teruggang is een reactie op de mindere
plaatsingsmogelijkheid in Canada, verge
leken bij voorgaande jaren. De vraag
naar arbeiders was dit jaar in Canada ge
ringer door factoren als een grote en
langdurige sneeuwval in de afgelopen
winter, de vele regens in het voorjaar,
waardoor de werkzaamheden later begon
nen en een lijdelijke verzadiging van de
markt met betrekking tot een aantal pro
ducten. zoals landbouwmachines en auto's.
Hierdoor verminderde de productie en
daarmede de vraag naar arbeidskrachten.
Het betreft hier echter een tijdelijk ver
schijnsel. Men dient er daarnaast reke
ning mede te houden, dat het aantal loon-
trekkenden in de laatste jaren in Canada
is toegenomen tengevolge van de immi
gratie en de natuurlijke bevolkingsaanwas.
De aanpassing aan de economische groei
kent nu eenmaal fluctuaties. De Immi
grant werd er evenwel niet door bedreigd
en, in weerwil van de mindere plaatsings
mogelijkheden, had het aantal Nederlandss
emigranten groter kunnen zijn.
De heer Tuinman noemde het tekort aan
tere cijfers voor de mais-oogst zal geven, plaatsingsmogelijkheden in een aantal be-
TLT v-, uit *41 *f 1 Q rtH nflff DDUPrBri" o O r/4 Th n onAnorysio
Haver en gerst uit dit land nog onveran
derd te koop, doch er is weinig in omge
gaan.
Syrië, Irak en Noord-Afrika hoog in de
boom en wat er in verhandeld werd wa
ren partijen van winstnemers. De bestem
ming was nog vrijwel algemeen onze na
buur. Milo's, welk artikel nu eveneens
zonder invoerrecht kan worden betrokken,
had aanbod uit België te verwerken. Uit
dit lond werd guldens lager dan uit het
oorsprongland aangeboden.
Inlandse granen werden in de loop dezer
week (ager aangeboden en vooral in rogge
en haver werden er ook meer zaken ge
daan. België kocht rogge en Duitsland
haver, doch de laatste dagen keek men de
kat uit de boom en was er weinig te plaat
sen.
roepen van tijdelijke aard. De economie
van Canada is in wezen gezond. Zij rust
op drie belangrijke pijlers: de houtpro
ductie en alles wat daarmede verband
hout, de mineralen (ertsen, olie enz.) en
de tarwe. Het is volgens de ervaring van
de heer Tuinman voor de emigrant be
langrijk, zich vroeg in het jaar te mel
den; hij dient in de meeste gevallen vóór
eind Juni in Canada te zijn. Komt hij
later en valt de winter in. dan ontstaan
vaak grote moeilijkheden, daar hij dan nog
niet valt onder de sociale voorzieningen,
al worden er, in uiterste nood, toch wel
band met de immer veel tijd vragende
administratieve procedure is het goed, dat
men daarmede van te voren gereed is.
Hij noemde het ook belangrijk, dat de
Nederlandse emigrant zijn eigen land goed
kent. Hij moet daarover in Canada kun
nen praten, men heeft er belangstelling
voor. Op deze wijze ontwikkelen zich ook
de banden tussen Nederland en Canada,
ook commercieel. Het ls een punt, dat
men zeker bij de voorlichting en voor-
berèiding van de emigrant niet mag ver
waarlozen.
Nu vele Nederlandse immigranten reeds
zeven jaar in Canada wonen, komt voor
velen de vraag van de naturalisatie naar
voren, daar zij na vijf jaar Canadees
staatsburger kunnen worden. Er zijn over
de naturalisatie van Nederlanders in
Canada op het ogenblik nog geen cijfers
beschikbaar. Wel kan worden gezegd, dat
men van Canadese zijde hoopt, dat de in
druk, dat de Nederlanders zich in Canada
thuisvoelen, een bevestiging zal vinden in
het aanvaarden van het Canadese staats
burgerschap.
(Van onze correspondent)
Op 9 September a.s. herdenkt te Breda
de hoogeerw. pater Provinciaal van d"
Nederlandse provincie van de Congrega""
der Priesters van het H. Hart, van Jesus>
J. M. Jansen S.C.J., zijn zilveren profeSSi®-
feest.
Het Louisville orchestra heeft de Ne
derlandse componist Henk Badings op
dracht gegeven voor het schrijven van een
compositie, die begin volgend jaar door
het orkest zal worden uitgevoerd. De
maatrègëien "getroffen om de emigrant te i Rockefeller Foundation heeft het orkest
helpen,
Voor het volgend jaar zijn met de Cana
dese autoriteiten nog geen afspraken ge
maakt. Men zal eerst afwachten wat de
Koeken bleven disponibel duur, op afla- seizoenwerkloosheid brengt. De emigratie
ding wordt er lijn-, soya- en katoenmeel j blijft open. Voorlopig zullen de richtlijnen
vrij regelmatig gedaan. Ook het invoer- van het vorig jaar worden gevolgd. Ver
recht op koeken is nu verdwenen, hetgeen wacht wordt, dat dezelfde groepen emi-
de handel gemakkelijker maakt. granten zullen worden toegelaten. In ver-
i een bedrag van vierhonderdduizend dol
lar geschonken welke schenking wordt
gebruikt om in de loop van vier jaar hon
derd componisten opdracht te geven voor
het schrijven van composities.
Badings is de eerste Nederlander die in
aanmerking komt voor zulk een opdracht.
Aandacht wordt tevens besteed aan an
dere Nederlandse componisten.
In de na-oorlogse jaren heeft de con-
fectic-industrie 'n bijzondere ontwikkeling
doorgemaakt, welke zich vooral demon
streert in de in- en uitvoer-verhoudingen.
Vooral de uitvoer heeft een enorme stij
ging doorgemaakt en de „kledingsbalans"
heeft in tegenstelling tot de vooroorlogse
jaren 'n uitvoerovcrschot gekregen, aldus
wordt geconstateerd in een publicatie van
het Economisch Technologisch Instituut
voor Noord-Brabant.
Onderstaande tabel illustreert de frap
perende ontwikkeling van de invoer en
de uitvoer van de Nederlandse confectie-
industrie.
Dekkings-
perc.
22
36
29
64
101
184
132
143
•310
313
Invoer
Uitvoer
(x f 1 min)
(x f 1 min)
1938
9.5
2.1
1939
8.3
3.-
1946
29.5
8.6
1947
27.5
17.6
1948
21.3
21.4
1949
18.8
34.6
1950
45.7
60.4
1951
41.-
58.8
1952
22.1
68.4
1953
22.1
69.2
Deze situatie intussen berust voor een
zeer belangrijk gedeelte op de afzetmoge
lijkheden van Nederlandse confectiegoe-
deren in de B.L.E.U., op welke twee lan
den gedurende de laatste jaren niet min
der dan plm. 50% van de Nederlandse
export gericht is. De totale omzet van de
Nederlandse confectie-industrie wordt
geraamd op in 1952: f 655 millioen en in
1953: f 720 millioen, zodat de export ca
9 a 11 uitmaakt.
De werkgelegenheid in de Nederlandse
confectie-industrie is gedurende de laat
ste 4 jaren niet uitgebreid. Integendeel,
eind 1953 lag het aantal werknemers in
deze branche pim. 10% lager dan op het
einde van 1949 en omvatte 5G.000 a 57.090
personen verspreid over 1045 bedrijven.
Uiteraard wordt veruit het grootste
deel dezer werknemers gevormd door
vrouwelijke arbeidskrachten, nl. 75 a 80'«.
Wat de confectie-industrie in de pro
vincie Noord-Brabant betreft, kan op de
eerste plaats worden vastgesteld, dat deze
industrie zich aldaar zeer sterk heeft ont
wikkeld. In de dertiger jaren telde deze
provincie slechts 14 confectie-bedrijven,
waar meer dan 10 arbeidskrachten werk
zaam waren, bij de bedrijfstelling in 1950
bleek dit aantal te zijn gestegen tot niet
minder dan 94 zelfstandige bedrijven.
Werkten in 1930 in de totale Brabantse
confectie-industrie plm. 180 mannen en
plm. 600 vrouwen, in 1950 verschafte de
confectie-industrie in Noord-Brabant
werkgelegenheid aan ruim 1200 mannen
en niet minder dan 5000 a 6000 vrouwen,
een waarlijk formidabele expansie dus.
Onderstaande tabel geeft een beeld van
de recente ontwikkeling van de werkgele
genheid in de Brabantse confectie-indus
trie in vergelijking met de ontwikkeling
in Nederland.
N.-Brabant Nederland
Aantal Aantal
bedrij- Pers. bedrij- Pers.
ven bezett. ven bezett.
1950 le kwart.
94
5804
1036
62.329
4e kwart.
92
6070
1172
63.803
1951 le kwart.
96
6087
1195
64.489
4e kwart.
91
4949
1165
52.128
1952 le kwart.
99
5480
1130
53.692
4e kwart.
94
5818
1087
56.705
1953 le kwart.
93
5945
1067
57.254
4e kwart.
92
5968
1045
56.929
10
Juist, de rivier. Als we naar Cayen
ne terugkeren en een jachtexpeditie uit
rusten, kunnen we misschien met veel
geluk
Schitterend, goed bedacht, Jules! Het
is wel een kleine kans, maar.
Een óp de duizend, mijnheer, maar
dan ook de enige.
Harborough aarzelde geen moment met
zijn besluit. We zullen ze waarnemen,
Jules.- Maar durf je het te 'wagen naar
Cayenne terug te keren?
Omwille van mijn vriendna
tuurlijk' Maar het gevaar is niet zo groot
als het lijkt. Zoals ik er nu uitzie, netjes
geschoren en gekleed, zal niemand me
herkennen. En bovendien, wie zal er in de
stad naar mij uitkijken.
Dat is inderdaad waar. Ik zal be-
vel geven de haven weer binnen te lo-
pen. Over een uur kunnen we er zijn.
Hij verwijderde zich, terwijl Jules dooi
de zeekijker nog eens aandachtig de
vt v-
geratel van de eerste Engelse of Ca- motorboot bestudeerde, die nog steeas
nadese tanks, tenslotte, bij het eerstel langs de kust rondzwierf.
Een trek van voldoening vloog over
zijn zenuwachtig gelaat.
Vervloekte honden! Maar het spoor
is gelukkig oud. Als jullie eens wisten
Hij maakte een minachtend gebaar en
keek vol verachting naar de niets ver
moedende bemanning van de politie-
boot, terwijl het jacht koers zette naar
Cayenne. Een uur later leunde hij met
een sigaret achteloos in zijn mond over
de reling en bekeek het eiland, dat voor
hem en zijn lotgenoten een voorgeborchte
van de hel was. Toen Harborough de val
reep naar de sloep afdaaldè, vroeg hij
als terloops:
Gaat u alleen aan wal?
Vanzelfsprekend, Jules. Overdag is
het voor jou niet veilig, iemand moest je
eens herkennen. Ik ga voorbereidingen
treffen voor onze expeditie
De vluchteling haalde schijnbaar be
rustend zijn schouders op, en keek de
boot na, tot deze de kade bereikt had,
waarna hij zijn aandacht weer tot de stad
bepaalde. Zij trok hem aan als een mag
neet de naald. Geboeid staarde hij naar
de huizenrijen, en toen een inboorling
met zijn roeibootje rond net jacht voer,
belust op een vrachtje, dacht Jules in
zichzelf:
Waarom ook niet? Als het mijn nood
lot is, gepakt te worden, is het eender of
het hier of daarginds gebeurt.
Het geld dat Harborough Jules, gelijk
met het pak dat hij droeg overhandigd
had, brandde in zijn zak. Hij wist dat
hij zich in de stad voorzien kon van
verschillende nuttige voorwerpen, zoals
bijvoorbeeld een flink mes, zonder het
welk hij, die opgegroeid was tussen de
Parijse Apachen, zich voelde als een
zuigeling zonder fles.
De kleurling grijnsde uitnodigend en
Jules zwichtte voor de verleiding.
In orde, als je maar vlug roeit, zwar
te aap.
Tien minuten later stapte hij aan
wal. De eerste persoon, die hij ontmoette
was een der opzichters over de ploeg,
waarin hij tijdens zijn gevangenschap
had gewerkt, de broeder van de bij de
ontsnapping gedode bewaker! De man
keek hem onderzoekend aan, maar zich
bewust van zijn cleanshaven gezicht, en
vertrouwend op het nette sportpak en de
breedgerande panama, die zijn gezicht
overschaduwde, hield Jules zich goed.
Overmoedig haalde hij een sigaret uit
zijn zak en stak deze vlak voor de op
zichter aan, waarna hij glimlachend
weer voortstapte.
Na enig zoeken vond hij het soort win
kel. dat hij nodig had en kocht een scherp
jachtmes en een gordelriem. Met een
grap tegen de winkelier deed hij zich de
riem om, zodanig, dat het mes dat er
aan gehanden werd, verborgen was
onder zijn kleding. Zich nu goed toe
gerust voelend ging hij weer fluitend
van genoegen de straat op.
Een jonge Creoolse lachte hem vrien
delijk toe en Jules zijn galante afkomst
niet verloochenend, nam met een diepe
buiging zijn hoed af.
Bonjour, mademoiselle. Wat een
prachtig weer.
Hij brak plotseling af. De glimlach ver
dween van zijn gelaat om plaats te maken
voor een ongelovigverbaasde blik, toen
hij een voorbijganger in het oog kreeg,
een opvallend grote Fransman met een
lange baard .gekleed in een tropencos-
tuum van cremekleunge zijde.
Dc voorbijganger, die blijkbaar grote
haast had, zag hem niet, maar passeer
de in snelle gang.
Alle duivels, mompelde Jules in
uiterste verbazing, en zonder de Creoolse
nog een enkel woord te gunnen, draaide
hij zich om en begon de Fransman te
volgen.
Er stond een wilde, vastbesloten trok
op zijn gezicht te lezen, terwijl hij ach
ter de ander de straten doorliep. Zon
der links of rechts tc kijken, bleef hij
dc man oji de hielen volgen als een hond.
Twee keer ging zijn hand naar het on
der zijn kleren verborgen mes, maar
telkens liet hij het, waar het was,
hopend een betere gelegenheid te zul
len vinden dan de open straat. Met wilde
vreugde zag hij tenslotte, hoe de man
een smalle zijstraat inliep.
Nu krijg ik mijn kans, fluisterde hij
in zichzelf, en weer ging zijn hand naar
het mes.
Op dit ogenblik voelde hij hoe er
een hand op zijn schouder gelegd werd,
en met een hese kreet draaide hij zich
om, zijn gezicht vertrokken van wilde
woede, gereed om zijn leven en vrij
heid zo duur mogelijk te verkopen. Ge
durende een sconde was hij weer zui
ver de Apache uit de sloppen van Parijs,
een man die zonder pardon zou weten te
doden als het nodig was. Maar ogenblik
kelijk daarop verdween de wilde trek
van zijn gelaat, toen .hij in de ogen
keek van de man aan wie hij zijn vrij
heid dankte.
Verduiveld, zuchtte hij opgelucht.
Bent U het, mijnheer Harborough; U
heeft me een benauwd ogenblik bezorgd.
Wat voer je hier uit, Jules? vroeg
Harborough, die hem voorbij had zien
rennen en geschrokken was door de
woeste uitdrukking op zijn gezicht.
Jules lachte boosaardig. Ik kwam hier
om een mes te kopen, en had het geluk
meteen de man te ontmoeten, voor wie
het bestemd was. Zijn ogen zochten on
willekeurig de gedaante die zich door de
smalle zijstraat verwijderde, en haastig
vervolgde hij: Waarom heeft u mij niet
verteld, dat onze beste Henri hier in
Cayenne is?
Ik heb jc.
Jules, zijn prooi voortdurend in het
oog houdend, zag op dit ogenblik, hoe
de man een hoek omging en uit zijn
gezichtskring verdween. Hij rukte zich
onverwacht los uit de greep van Har
borough, en rende weg in de richting
waarin hij de ander had zien verdwij
nen.
schreeuwde Harborough
Opgewonden
hem achterna:
Stop, Jules.
idioot die je bent!
(Wordt vervolgd)
Wat de grootte der bedrijven betreft
waarop de Brabantse werkgelegenheid in
de confectie-industrie berust, zij er op
gewezen, dat slechts 12 bedrijven een per
soneelsbezetting hebben van meer dan 10"
werknemers. Deze 12 bedrijven hebben c«
2400 vrouwelijke werknemers in dienst-
Ongeveer de helft van de totale werk'
gelegenheid in de confectie-industrie f1
deze provincie berust dus op deze 12 b?'
drijven, waaonder een zeer groot bedrij'
te s-Hertogenbosch volkomen domineert-
Noord-Brabant is door de ontwikkeling
sedert 1930 ook met betrekking tot ie
confectie-industrie een belangrijk gewc"'
geworden. De nationale productie in dez"
branche is thans voor een belangrijk dcc'
in deze provincie geconcentreerd, zoal'
onderstaande cijfers Ieren, waarin he'
aandeel van de Noord-Brabantse confectie'
industrie in de nationale omzet van deze
bedrijfstak is weergegeven.
Binnenland
N.-Brabant
In percentages
Buitenland
N.-Brabant
Nederland
In percentages
Totaal
N.-Brabant
1950
1951
1952
56.2
57.3
53.8
683.4
690.2
582.7
8
8
9
2.9
2.3
5.5
65.6
59.7
72.2
4
4
8
59.1
59.6
■59.3
749.0
749.9
654.9
8
8
9
195
64
645
10
773
7
693
722'
In percentages
(De omzet van de confectie-industrie
millioen gulden).
De Ned. Mij. tot Ontginning van Ste^^
kolenvelden heeft het boekje
1953/54 een divid"im gedeclareerd v js
6 pet, waarvan reeds 3 pet in April
interim dividend is betaalbaar gestel"'