DE DANS
Hoe moeten we dansen?
Het gaat om de redding
van een hele jeugd
De vrome broeder Isodor
HONDENPRAAT
GODSDIENSTCURSUSSEN EN VORMING
101 APOSTOLAAT
Het grote geheim van een glimlach
Een goede kans
"r
ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1954
M- W&, I
mm*
Een beetje vreugde in het leven der kinderen
In het jaar 1916 stierf in het Passionistenklooster te Kortrijk de
vrome broeder Isidoor. Noch in het feit van deze dood, noch in de
feiten van het leven, dat daaraan voorafging, ligt schijnbaar een reden
om over broeder Isidoor een stukje te schrijven. Want hij heeft geen
eclatante dingen gedaan. Van afkomst was hij een brave boerenjongen.
Hij werd in het jaar 1881 geboren in het Belgische dorpje Vrasene en
op 26-jarige leeftijd ging hij naar het klooster. In het klooster is hij
beurtelings kok, tuinman en portier geweest. Soms ook was hij het
alle drie tegelijk. En ieder jaar moest hij de weldoeners van het kloos
ter bezoeken, om hun een aalmoes te vragen.
Nederlandse jeugd helpt
In dergelijke, op instorten
staande schuren, niets anders
dan bergplaatsen van men
sen, wonen duizenden ellen
delijders in bepaalde wijken
van BordeauxEn de hier
afgedrukte behoren nog tot
de minst bvuwvallige.
Het Apostolisch Vormingscentrum van Una Sancta, gevestigd te Den
Haag, is een instituut ten behoeve van katholieke leken, die zich wen
sen te bekwamen in godsdienstkennis, geloofsverantwoording en ge
sprek met andersdenkenden. In een verscheidenheid van mondelinge
cursussen biedt het instiuut. Theologische opleiding, Apologetische
studie, Catechetische vorming en een eenvoudige cursus voor geloofs
verdieping. Daarbij wordt gestreefd naar cursussen die rekening hou
den met ieders ontwikkeling en met ieders financiële draagkracht.
De herfst is er en de winter is in
aantocht: de dansscholen openen weer
hun deuren. Doe je mee of ben je al
volleerd? Sommigen zullen zich af
vragen: zal ik wel mee tloen? Ze herin
neren zich blijkbaar uit predikatie en
blad al het slechte, dat over de dans
gezegd is, met name over de moderne
dans. Daar zal een katholiek, die zich
zelf respecteert toch moeilijk aan mee
kunnen doen. Wat moeten we hiervan
denken.
Op de eerste plaats: we hebben het
hier niet over de z.g. balletdans, waar
in de mens zijn lichaam maakt tot uit
drukking van een gedachte. Evenmin
over de volksdans, maar over de ge
zelschapsdans, de dans als gezelschaps
spel.
Dit zit de jongelui in het bloed (de
ouderen trouwens ook). Het is een
genot voor wie daar §maak en zin
voor heeft; zo speelsgewijze zijn inge
boren bewegingsdrang uiten en er
vorm en gestalte aan geven in rhythme
en gebaar geeft een gezond gevoel van
welbehagen, dat lichaam en geest ver
kwikt. DaaZ mag ook gerust bij komen
de „vreugde om de gratie en de charme,
die de vrouwelijke tegenwoordigheid
daaraan toevoegt". Dat is allemaal
mooi gezegd, zult u zeggen, maar van
de preekstoel horen we anders. Daar
wordt gesproken over de gevaren van
de moderne dans, zijn slechtheid enz-
Maar is dat soms ook niet waar?
Laten we reëel blijven. Zeker, de dans
is een soort spel, dat in zekere zin
ook een sportief element insluit, maar
ook een spel, dat een erotisch element
insluit. Dit laatste op zich is heus niet
erg. Dat heeft in gezelligheidsleven nu
eenmaal zijn recht van bestaan. Maar
het gevaar is er nu eenmaal en hier
komen de moralisten terecht tegenop
dat dit laatste de hoofdschotel of de
hoofdbedoeling gaat worden; dat alle
remmen wegvallen en men tot grof
heden vervalt, welke volstrekt ontoe
laatbaar zijn. Maar dit laatste is er nu
niet uiteraard mee verbonden. Er kan
ook goed en juist gedanst worden en I
niet alleen de oude klassieke dansen,
maar evengoed de moderne klassieke
dansen.
We kunnen dus zeggen, dat per se en
in zich er niets tegen de dans is, ook
niet tegen de moderne dans. Het hangt
er geheel en al van af, hoe men het
doet en in welke omstandigheden.
Vooreerst wat betreft het hoe: als al
gemene regel moet men zeggen, dat er
hier regel en tucht moet zijn, om niet
in onregelmatigheden te vervallen.
En wat de omstandigheden betreft:
er is een groot verschil of men danst
in de huiselijke kring of in alle geval
in een besloten kring, dan wel in een
publieke danszaal. Dat de gevaren bij
het laatste veel groter zijn, zal voor
ieder, die even nadenkt, vrij duidelijk
zijn.
Wij kunnen dus concluderen, dat het
dansen op zich helemaal niet verkeerd
is, zelfs iets goeds. Het is een soort
vermaak, dat we positief kunnen aan
vaarden maar wel, dat aan het dansen
gevaren verbonden zijn. Gevaren,
welke men moet zien, om ze te kunnen
voorkomen.
H- B.
Vergis U niet: ik ga U geen cursus geven in liet dansen, maar
alleen enkele algemene regels, welke van belang zijn, om goed
te dansen, dat wil zeggen: behoorlijk te dansen. Als de H. Francisers
van Sales over liet dansen spreekt, dan houdt hij drie dingen voor
goede mening,
noodzakelijk: de
Op de eerste plaats dus de goede
mening. Dans is spel en men danst
daarom gewoonlijk voor zijn plezier.
En daar is niets tegen. We moeten
op zijn tijd van het leven kunnen
genieten. „De weg naar de hemel"
zeide Dr. Ariëns, „moet verlicht
worden door twee onmisbare din
gen, een goed stuk brood en een
waardige ontspanning." Het moet
dan ook een waardige ontspanning
zijn. Er mag gerust, zoals we al op
deze bladzijde gezegd hebben, een
vleugje erotiek bij komen. Maar als
niet het spel, het vermaak het
hoofddoel is. maar alleen maar de
erotiek, dan is het geen spel meer,
maar wordt het ernstiger. Men moet
zich zelf daar tegen verdedigen
door volstrekte keurigheid bij het
dansen zelf en in geheel zijn uit
wendig gedrag. Op de tweede
plaats noemt de H. Franciscus van
Sales als voorwaarde voor de keu
rige dans maat houden. Er zijn nu
eenmaal dingen in het leven, waar
men gemakkelijk aan verslaafd
raakt. Dat geldt voor heel het ge-
gebied van de ontspanning. Dansen
moet ontspanning blijven en geen
ernst worden en zó geheel ons ge
dachte en gevoelsleven in beslag ne
men. dat het practisch voor het le
ven het ene noodzakelijke wordt.
Al meerdere keren hebben we op
deze bladzijden op de christelijke
grondhouding gewezen van de
christen tegenover de wereld. Deze
wereld is nu eenmaal niet alles. We
mogen ervan gebruik maken, maar
met een zekere reserve. We zijn
immers niet van deze wereld. Het
bisschoppelijke mandement heeft
hier nog eens uitdrukkelijk de aan-
maat houden en waardigheid.
dacht op gevestigd. Danswoede is
altijd uit den boze.
Als derde element werd genoemd:
waardigheid. Men moet respect heb
ben voor zijn partner in geheel zijn
houding en gebaar. Maar dat niet
alleen. We kunnen dit slechts in de
practijk ten uitvoer brengen, als
men goed heeft leren dansen, als
men de techniek meester is. Hier
voor is belangrijk, dat men eerst
een dansschool bezoekt, en deze
„kunst" eerst terdege leert. We zijn
in Nederland zo gelukkig, dat we
een bond hebben van Katholieke
dansleraren. „Het Katholiek Cultu
reel Verbond van Dansleraren San
Philippo Neri. „Het spreekt vanzelf,
dat Katholieke jongeren, die wil
len dansen, naar een dansschool
gaan. welke aangesloten is bij deze
bond.
Bij de waardigheid, waarover we
spreken, behoort tenslotte ook nog
de keuze van de danspartij. Men
moet ook zien, waar men gaat dan
sen. U kunt nog zulke goede voor
nemens maken, als u naar een dans
partij gaat. waar onbehoorlijk ge
danst wordt, wordt u vanzelf mee
gesleept. Daar is het vaak geen
spel meer, geen vermaak meer.
Zo zitten er, gelijk u ziet, aan het
dansen nog al haken en ogen. We
moeten hier twee uitersten vermij
den: een te grote strengheid en
preutsheid en van de andere kant
een te gemakkelijk langs de geva
ren heenzien met het beroep op de
slogan, die zeker niet algemeen gel
dend is: dansen is iets goeds. Het
zijn vooral de ouders, die hier te
genover hun opgroeiende kinderen
een taak hebben.
H. B.
Waar „ELLENDE" een te ZACHT WOORD is
De. man, die alles krijgt en toch geen bedelaar is, dat is pater Lucas
de Bruin, dc Nederlandse Franciscaan conventueel, die thans drie jaar
geleden naar Bordeaux werd gezonden, om er te arbeidert onder ile
armsten der armen, die leven in dc krotten en in de schuurtjes van plat
geslagen benzincblikken. We hebben in die dagen overvloedig aandacht
besteed aan zijn activiteit. Dat waren dan zijn eerste pogingen oiu
contact te krijgen met deze mensen, die in een sfeer leven, waarvoor bet
woord ellende onvoldoende is om baar te kwalificeren.
De eerste stappen tot herkerstening, die aanvingen met bet opknappen
van liet bouwvallige kerkje van de parochie Notre Dame de Lourdes du
Cypressat, gelegen in de arbarmelijke wijk Bastides, de grauwe industrie
wijk van Bordeaux, en de katechismuslessen in een tochtig houten
schuurtje. Er is jn die paar jaar enorm veel werk verzet en.... veel
bereikt De kerk ziet er „tip-top" uit, al constateert „le père Luc" met
angst en beven, dat de moerassige bodem meedogenloos is en ds
luiiwringwekkende scheur, die bet Godsbuis indertijd aan het balveren
was. wederom zichtbaar wordt....
Het is allemaal ontstellend gewoon. Het
is ook gewoon, dat hij de gewone dingen
op buitengewone wij^e deed. Dat kan
waarschijnlijk van alle brave mensen wel
gezegd worden. Het is een comfortabel
harnas, dat alle eenvoudige zielen past.
Er zijn veel brave mensen, die een zekere
volmaaktheid aan de dag leggen in het
volbrengen van hun kleine plichten. Er
zijn temperamentvolle heiligen, die grote
en heldhaftige dingen gedaan hebben en
van wie het niet aan te nemen is, dat zij
zich nooit vergaloppeerd hebben.
Neen, zo op het eerste gezicht is er
geen reden om over broeder Isidoor te
schrijven. Maar men begrijpt, dat die re
den er tenslotte moet zijn, als men be
denkt, dat het proces van zijn zaligver-j
klaring begonnen is; dat de postulator in
dit proces, pater Angelus C.P., een boek
over hem heeft geschreven en dat er bij
het opgraven van zijn gebeente 80
100.000 mensen aanwezig waren. Er moet
iets geweest zijn in broeder Isidoor, dat
de stem des volks heeft aangespoord om
hem een heilige te noemen. Als wij het
boek van de postulator lezen, zoekende
naar vermeldenswaardige dingen, dan
vinden wij aanvankelijk nietstot het
ons duidelijk wordt, dat de glimlach van
broeder Isidoor van een onweerstaanbare
en uitzondetlijke aantrekkelijkheid moet
zijn geweest. Hij glimlachte, als een van
de paters vroeg op reis moest, en hem
verzocht om eersj nog de Mis te dienen
en voor het ontbijt te zorgen. Hij glim-
lichte, als hij uren en uren bezig was met
aardappelen rooien en constateren moest,
dat het grootste gedeelte rot was. Hij
glimlachte, als er knechten in huis waren,
die wel een loopje met hem durfden ne
men. Hij glimlachte, als een van de over
sten hardvochtig tegen hem uitvoer. Hij
glimlachte, als er mensen aan de poort
waren. Hij steide geen onbescheiden vra
gen, maar stond glimlachend voor hen
klaar. Hij moet al geglimlacht hebben,
toen hij nog thuis was, want niemand
vond hem een schoolmeester, als hij zijn'
critiek gaf op de gesprekken van zijn
kameraden.
Hij glimlachte, als hij zonder gêne en
ook zonder brutaliteit om een aalmoes
voor het klooster vroeg. Hij glimlachte,
als zijn familie hem vertelde van de ge
beurtenissen thuis. Tot zijn laatste ogen
blikken heeft hij zich voor het wel en wee
van de zijnen geïnteresseerd. Hij voelde
zich niet superieur, als hij de verhalen
van thuis hoorde. Hij glimlachte, toen de
dokter hem een oog verwijderen moest
en hem voorspelde, dat hij nog maar vijf
of zes jaar te leven had.
Meen niet, dat de glimlach van broeder
Isidoor alleen een kwestie van aanleg
was. Van nature was hjj zo geduldig niet.
Hij was tenslotte een boerenzoon, die ge
wend was zelf zijn werk in te delen. Tij
dens het noviciaat vooral was het soms
aan zijn gezicht te zien, hoe het hem
moeite kostte, altijd maar ootmoedig en
geduldig te zyn. Dit wetende, kunnen wij
vermoeden, dat het hem tijdens zijn novi
ciaat Pil" deed door de novicemeester
berispt te worden. Die novicemeester
schijnt nl. geen gemakkelijk mens ge
weest te zijm Hij begreep bovendien wat
een kostbaar materiaal hem in broeder
Isidoor was toevertrouwd.
Wij hebben niet het recht vooruit te lo
pen op het oordeel van Rome. Maar het
lijkt toch niet al te voorharig om het ge
heim van broeder Isidoor's glimlach, van
zijn eindeloze welwillendheid en zijn ein
deloze ootmoed te zoeken in zijn intimi
teit met God. Geen mens is tenslotte om
zichzelf belangrijk, ook broeder Isidoor
niet. In ootmoedige ogenblikken zijn we
daar allemaal van overtuigd.
Maar broeder Isidoor was er altijd van
overtuigd en hij vond het de gewoonste
zaak van de wereld, dat anderen hem be
schouwden als quantité négligeable en
zich niets aan zijn mening en aan zijn
gevoelens gelegen lieten liggen. God Zelf
moet in dit leven al vroeg de leiding
hebben genomen. Als broeder Isidoor er
toe in de gelegenheid was, knielde hij
urenlang voor bet tabernakel. En tijdens
het noviciaat, toen hij evenals zijn mede
novicen soms meditaties en gebeden mon
deling moest uitwerken, toonde hij een
grote wijsheid in de dingen van God. Het
is weliswaar eenvoudig, om de natuur
lijke aanleg van de boerenjongen Isidoor
daarvoor verantwoordelijk te stellen.
Maar God Zelf moet werkzaam zijn in een
ziel, voor zij smaak vindt in het boven
natuurlijke en er zo eenvoudig, zo waar
achtig over kan spreken als Isidoor blijk
baar deed.
Toen hij 35 jaar was, is hij gestorven.
Zijn taak van goed zijn en zorgen zet hij
uit de hemel voort. De mensen die hem
hebben gekend, vertrouwen daarop en
roepen hem aan in hun nood en broeder
Isidoor blijkt een machtige voorspreker
te zijn bij God.
In Te.
„Nu zou ik toch wel jns even
wat dieper met je willen ingaan op
die Millioenen-nota,' aldus Hond
nadat de slager ondoordacht wat
beentjes en botjes in de Dinsdag-
avondkrant had verpakt. „Ik heb
de verschillende cijfers met elkaar
vergeleken en alle kolommen se
rieus langs gelopen en ik zei tegen
mezelf: nou, nou, ze doen t dit
jaar niet krenterig. Als ik daar
tegenover zet wat wij honden per
jaar verbrassen, dan openbaart
zich weer eens een schrille tegen
stelling. De Nederlandse honden
gemeenschap jaagt er per jaar
geen millioenen, maar hoogstens
enige duizenden door. De gemid
delde hond leeft sober en impro
viserend. Zonder een begroting te
raadplegen gebruikt hij dagelijks
zijn eenvoudige maaltijd: honden
brood en kluif. Zijn toilet is be
scheiden en vraagt bescheiden
verzorging. Uitgaven voor luxe,
ontspanning of O. K. en W. kent
hij niet. Voor oorlog en defensie
zorgt hij individueel en behoeft
hij geen dure bewapening. Over
oudersdomrente en pensioenrege
ling wordt niet gepiekerd. Van
Drees wordt niet getrokken. De
hond organiseert niet en valt zich
zelf qui anderen niet lastig met
cultuur. De voortbrengselen der
techniek ondervinden zijnerzijds
geen enkele belangstellingof men
moet de onverschilligheid waar
mee hij van lantaarnpalen gebruik
maakt belangstelling willen noe
men. De hond leeft in de natuur,
van dc natuur uit en naar de na
tuur toe. Deze methode is even
goedkoop als ongecompliceerd.
Het is geen kwestie van millioe
nen, maar van een paar oereen-
voudige beginselen.
Ik wil niet beweren, dat jullie
mensen óók die kant uit moeten
en je aan de zuivere natuur moet
houden. Maar bij het bestuderen
van zo'n Millioenen-nota kom ik
toch wel lot de conclusie, dat je
er ook weer niet dl fe ver van af
moet dwalen
Hèt katechismus-schuurtje is reeds lang
fgedankt. De kwaliteit van de diverse
ruimten, waarin q;t onderricht gegeven
werd, verbeterde jaar 0p jaar.
Bij een bezoek aan de pastorie stuitten
we op een indrukwekkende betonmolen.
Achter dit gevaarte stond een persoon in
khakibroek, dik onder de kalkspetten en
met een overhemd zonder mouwen en een
paar respect afdwingende gespierde ar
men: Pater Bernard O.F.M. Conv., 14 tri
mesters klassieke letteren op de univer
siteit van Freiburg, thans arbeider van de
troffel! Deze indrukwekkende figuur,
Zwitsers collega van père Luc, heeft in
één tijdsbestek van twee jaar een paro
chiehuis neergezet, geheel uit steen en
beton met ruime frisse katechismuslokalen
en een filmzaal op de eerste verdieping
en verder met een geheel aan de eisen
beantwoordende accomodatie. Dit resul
taat deed ons met respect opzien naar deze
breed-lachende priester, die ons met le
venslust in zijn pretoogjes, twinkelend
van achter de brilleglazen, toelachte-
Père Luc is om het maar eens ge
woon uit te drukken de sjacheraar, pa
ter Bernard is de krachtpatser en de in
Zwitserland zeer bekende dr in de esthe
tica, pater Maurice, is er de kunstenaar.
Met de Curé vormen deze priesters een
viertal, dat zwoegt en ploetert, ieder in
het hem toegewezen deel van het quar-
tier, dat binnentreedt in de „huizen" om
er het leed te verzachten, om er te troos
ten en te vermanen en.... om er te wij
zen op het kruishout, de balk waarop eens
de hevigste smart is uitgestreden. En dan
trachten zij stilletjes aan iets wakker te
maken bij deze erbarmelijke schepselen:
het geloof in Hem, die geleden heeft voor
ALLE mensen en die eens deze voor hen
zo troostgevende woorden heeft uitge
sproken: „Het is gemakkelijker voor één
kameel door het oog van een naald te
kruipen, dan voor een rijkaard, om het
rijk Gods te betreden."
Een van de grote projecten van Père
Luc in zijn omvangrijk herkerstenings-
programma is l'Hermitage. Wij bedoelen
hier het in de negentiende eeuw door een
Bordelees bankier in Martillac op 12
km. van Bordeaux gebouwde „chateau"
dat enige tijd geleden door het bisdom
werd aangekocht en dat is bestemd tot
tehuis voor de „loslopende" jeugd.
Deze bombastische zandstenen kast, ge
legen tussen uitgestrekte wijngaarden en
bossen, dit toekomstig „weeshuis" is toe
vertrouwd aan onze Rotterdamse pater,
die enkele maanden geleden begonnen is
met de „restauratic". Tientallen Neder
landse jongens zijn er in dc vacantie aan
het werk geweest. Er is een kapel ge
ïmproviseerd. waarvan de „gebrandschil-
derde'' ramen werden vervaardigd uit ge
kleurd papier en waarvan het altaar
steunt op drie stukken boomstam. Men is
aan het schilderen en aan het metselen ge
trokken en het huis, dat omgeven is door
een ideaal speelterrein, compleet met
voetbalvelden en een bassin om te spele
varen. was na enkele weken zover klaar,
dat het de Bredase en Tilburgse kweke
lingen kon herbergen, die hier leider
kwamen spelen over de a-sociale Borde-
lese jeugd.
Gedurende ruim twee en een halve
maand kwamen dagelijks die kinderen uit
de sloppen zich hier amuseren. Elke dag
zo gauw de portieren van de rode stads
bussen werden opengesmeten, gulpte
Frankrijks meest mousserende wijn naar
buiten en dan begon het lieve leventje
voetballen, boetseren, hutten bouwen.
vliegers oplaten, met water knoeien, wan
delen en voor de leiders was het dan zaak
de ogen open te houden en vechtende
knaapjes uit elkander te trekken als dat
nodig was of de boeren te vrijwaren voor
kaal-gestolen boomgaarden
Het kind moet worden gered
Een verschijnsel, wat ons opviel, bij het
bestuderen van deze kinderen, waarbii
toch in de meeste gevallen geen sprake
is van opvoeding, is de uiterste beleefd
heid, die in acht werd genomen ten op
zichte van de leiding, een van de voor
deze kinderen, dat niet nalaat een sym
pathieke indruk te maken! Ook frap
peerde de vindingrijkdom, die dan tot
uiting kwam op een of andere regenach
tige dag, wanneer ook de Franse opper-
leiding aan wie Père Luc zijn kroost toe
vertrouwde, bleek te bestaan uit geboren
cabarettiers. Dit laatste is dan ook de
aanleiding geweest tot het plan van père
Luc om in December van dit jaar met hen
naar Nederland te komen, om daar voor
stellingen te geven ten bate van de pa
rochie-
Opvallend is ook, dat men aan kleding
en uiterljjk van deze kinderen moeilijk het
milieu kan raden, waar vandaan zjj af
komstig zjjn, maar dit zo legde de pa
ter uit is een typisch verschijnsel in
Frankrijk: de ouders besteden alles (hoe
weinig het ook is) aan hun kinderen en
gunnen zichzelf het minst.
Het deed goed de kinderen hier te zien
ravotten in de frisse boslucht onder een
alles overgietende zon, te weten dat zii
enige uren verlost waren uit die nauwe
enge krochten, die de ingewanden vormen
van Bordeaux. En vooral na de pater een
keer vergezeld te hebben op zijn gang
door het kwartier, stilletjes in de sche
mering mef onze camera verborgen onder
de regenjas, begrepen we het eigenlijke
doel van dit vacantie-kinderwerk. de be
tekenis van l'Hermitage. Het is duidelijk
een dagelijkse confrontatie met het Chris
tendom. Over tien jaar zal men waar
schijnlijk de eerste vruchten plukken,
want de herkerstening moet ter hand ge
nomen worden bij de jeugd. Zij is nog net
van ongeloof en communisme te redden,
het communisme, dat hier natuurlijk
welig tiert en steeds verleidelijker pro
paganda voert!
„Daar wonen mensen
We hadden verwacht ellende te zien.
maar zoals we reeds schreven: dit woerd
is ontoereikend. Terwijl we, van eilandje
op eilandje springend in de straten vol
modder en plassen, de pater volgden
(père Luc, die niet bang behoefde te zijn
voor een beslijkt habijt, omdat de zoom
reeds ettelijke malen wegens slijtage was
omgenaaid) wees hij ons fluisterend de
meest afzichtwekkende gevallen aan:
„Daar wonen mensenménsen!" Dat
was het steeds, wat hij zei. We herinnergn
ons, dat we constant gesmoorde geluiden
van schrik, afgrijzen en medelijden maak
ten. Hemel, de bouwseltjes, die hier staan
ze zouden in Nederland nog niet waard
zijn, om als kolenhok te dienen. We be
tastten onze kleren, onze vulpen, het hor
loge, dat we bij ons hadden, het was meer
waard, dan de ganse „huizenrij", die voor
ons lag.
De woningen, ze waren geïmproviseerd
van rotte, planken, gestut door balkjes, her
en der „gevonden" en roestige stukken
plaatijzer. „H'er wonen mensen., mén
sen!'' hamerde hét steeds maar iïT ons en
fluisterde de stem van père. We richtten
onze camera en we voelden ons als een
dief.... De roestige pijpjes, waaruit dikke
rook walmde, zij toonden aan, dat er in
geleefd werd, gewoond, gekookt, gegeten
en geslapen- Frankrijk heeft weinig grote
gezinnen, in vergelijking met ons goede
tien, twaalf kinderen. Hier leven dan die
mensen, die telkens tien minuten zouden
moeten lopen om hun natuurlijke behoefte
te doen en die zich moeten wassen in een
kuip, waaruit bij ons de koeien nog niet
zouden drinken! Hier leven ze dan in on
mogelijk kleine stinkende hokjes.
We zagen de pater op die moeders toe
gaan, die o wonder uitermate vrien
delijk en gastvrij waren. Ze komen nim
mer in de kerk, maar kom niet aan de
pater!
Hier en daar hield de père jongetjes
staande: „Ben je al eens op l'Hermittage
geweest? Tof joh, voetballen, bootje va
ren, wandelen, schilderen. Kom eens een
keer. De bus vertrekt om acht uur van de
kerk, elke morgen!" En de jongetjes,
strak in de houding vaak, ze zeiden alle
maal eens te komen. Eén was er. die tel
kens de oogleden moest neerslaan: hele
maal mis, zwaar atheistische ouders, die
„van dat hele gedoe" niets moeten heb
ben.
naamste facetten van het karakter van I landje. Hier leven dan die families met
Berghokjes voor mensen
We persten ons door een nauw gan
getje en stonden eensklaps voor een deur
gat, waaruit een benauwende stinkende
lucht golfde: Een van de twaalf kamers
van een huis, bewoond doortwaalf
gezinnen. Kamers? Nou ja, berghokjes van
vier bij vier meter, volgepropt met ledi
kanten en matrassen, waarvan des avonds
een legpuzzle wordt gemaakt, een wal
mende karbidlamp aan het plafond (hou
ten latjes, waar tussenuit vuil en roet
naar beneden dwarrelt). In de hoek: stok
broden, medicijnflesjes, een oude kinder
wagen en iets wat op een fiets leek, zon
der banden. De baby lag te krijten op de
beste plaats: het bed van vader en moeder
Kinderen lagen half ontkleed in een hoek
te slapen.
De moeder, met transpirerend g-ztcht,
wilde de enige stoel afstaan aan de pater.
Steeds weer wordt men getroffen door die
hartelijkheid en in de ogen van de men
sen kan men een diepe genegenheid voor
de pater lezen- Maar hoe kan het ook an
ders? Père Luc is een mens, die het pres
teert, al is hij door en door afgemat van
een dag hard zwoegen, toch nog in een
Bordelees hotel een uur aan een stuk voor
een Eindhovense reisclub over zijn paro
chie te praten. Maar dan gaat hij ook
(eindelijk) naar bed met het tevreden ge
voel, f 70.en een oude jas bijeen ge
gaard te hebben!
Thans zit hij nog vol plannen. Het en®
project (het weeshuis) is nog niet voltooid,
of hjj peinst er al weer over een aantal
arme jongens het volgend jaar bU Neder
landse gezinnen onder te brengen. Maar
het probleem, dat telkens weer de kop op
steekt, is natuurlijk: geld.
Alles, wat de pater tot nu toe onderno
men heeft, is geslaagd. Waarom zou dit
dan niet gelukken? Hij kan bouwen op de
hulp van hierboven. Maar hij vindt het
toch ook een prettige gedachte, te kunnen
rekenen op zijn vaderland. Dat is al meer
malen gebleken. Laten wij, die leven als
goden vergeleken met die stumpers ginds,
niet ophouden die gezegende maar zware
arbeid moreel en financieel te steunen.
GL'IDO T'SAS.
Er zijn in dit Apostolisch Vormingscen
trum, dat vooral aan jonge mensen uit
stekende kansen biedt, om hun idealisme
te wapenen met gedegen kennis, vier zgn.
Leergangen of cursussen. Over de Theolo
gische Leergang schreven we reeds eerder
in deze kolommen. We volstaan hier met
één correctie: deze Theologische Leer
gang is bestemd voor katholieke intellec
tuelen, die theologisch-wetenschappelijke
vorming wensen te ontvangen. Dus niet
voor priesters en theologen, zoals we een
vorige maal abusievelijk hebben vermeld.
Naast de theologische is er een Apolo
getische Leergang, bestemd voor niet-aca-
demisch of gelijkwaardig geschoolde, maar
toch behoorlijk ontwikkelde katholieke
leken (met o.v. middelbare schooloplei
ding). In de lessen wordt de inhoud van
het katholieke geloof systematisch behan
deld, terwijl telkens wanneer in de be
handelde stof daartoe aanleiding bestaat
dit katholieke geloof wordt geconfron
teerd met de voornaamste hedendaagse
geestesstromingen: protestantisme, mo
dern humanisme, communisme, existen
tialisme.
Men ontvangt dus een beknopte doch
methodische vorming t.a.v. de kennis van
een eigen katholieke levensovertuiging;
men heeft gelegenheid kennis te nemen
van andere overtuigingen en moderne op
vattingen; en men kan het katholieke ant
woord bestuderen op belangrijke vragen,
welke door het reformatorisch christen
dom en door moderne denkers aan de
orde worden gesteld.
De Godsdienstige Leergang is een cur
sus zonder „geleerde woorden" of inge
wikkelde bespiegeling, maar toch degelijk
en diepgaand genoeg, om na twee cursus
jaren te kunnen constateren: „Nu besef
ik beter, waarom en wat ik eigenlijk ge
loof; nu kan ik meer bewust en persoon
lijk dit geloof verantwoorden en beleven".
Dat is de opzet van .deze eenvoudige twee
jarige cursus waarin allen, die over een
normale, L.S.- of MULO-opleiding be-'
schikken, in de gelegenheid worden ge
steld hun geloof en geloofskennis te ver
diepen.
Bijzondere aandacht wordt in deze cur
sus geschonken aan de Bijbel, zodat de
cursisten behoorlijk in de Heilige Schrift
zullen thuis raken en scherper het ver
band zullen gaan zien tussen hetgeen in
de Heilige Schrift staat geschreven en
hetgeen door de Katholieke Kerk wordt
geleerd en gedaan.
Dc allereerste bedoeling van de cursus
is, de geloofsleer van de Katholieke Kerk
5 OOR ZICHZELF te leren verantwoor
den. Er wordt echter tevens naar gestreefd
de cursisten voor te bereiden en te be
kwamen tot een meer vruchtbaar gesprek
met dc vele andersdenkenden, die men in
arbeidsmilieu en elders ontmoet.
Tenslotte de Catechetische Leergang.
Una Sancta heeft voor de katholieke le
kengelovigen een concrete en direct-apos-
tolische taak: geloofsonderricht aan be
langstellende niet-katholieken, catechu
menen voorbereiden op het H. Doopsel,
gesprek met andersdenkenden, zorg voor
hen die pas gedoopt zijn. Dit werk wordt
door de „catechisten'' verricht samen met
de paters van Una Sancta. Er is regelma
tig contact.
De Catechetische Leergang nu is be
doeld, om in een uitgebreide studie van
drie jaren de kennis te verwerven die
voor deze vorm van leken-apostolaat
noodzakelijk is.
In de lessen worden behandeld: de
grondslagen der katholieke geloofsleer
(Apologetiek), de inhoud der katholieke
geloofsleer (Dogmatiek), de beginselen der
katholieke zedenleer (Moraal), een inlei
ding tot de Bijbel, geschiedenis der Kerk
en instructie over contact met anders
denkenden.
Door mondelinge en schriftelijke exa-
meni kan men via deze Catechetische
Leergang in het bezit komen van een zgn.
Una Sancta-diploma. De examens worden
afgelegd voor de docenten onder auspi
ciën van een bisschoppelijke afgevaar
digde. Het. Una Sancta-diploma geeft dan
ook dezelfde voorrechten als de Gods
dienstdiploma's A en B.
Al deze Leergangen bestaan uit monde
ling gegeven lessen. De cursusjaren lopen
van begin October tot half Mei. De lessen
in de Theologische en de Catechetische
Leergang (die behalve in Den Haag ook
nog zijn gevestigd in Rotterdam. Eindho
ven, Arnhem en Hilversum) woraen een
maal per week gegeven; die van de Apolo
getische en van de Godsdienstige Leer
gang eenmaal in de twee weken.
Laat de jongeren hun kans grijpen.
Voor nadere inlichtingen over de ver
schillende Leergangen kunnen zij zich
wenden tot het Apostolisch Vormingscen
trum, Bezuidenhout 57, Den Haag.