DE DANS Hoe moeten we dansen? Het gaat om de redding van een hele jeugd De vrome broeder Isodor HONDENPRAAT GODSDIENSTCURSUSSEN EN VORMING 101 APOSTOLAAT Het grote geheim van een glimlach Een goede kans "r ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1954 M- W&, I mm* Een beetje vreugde in het leven der kinderen In het jaar 1916 stierf in het Passionistenklooster te Kortrijk de vrome broeder Isidoor. Noch in het feit van deze dood, noch in de feiten van het leven, dat daaraan voorafging, ligt schijnbaar een reden om over broeder Isidoor een stukje te schrijven. Want hij heeft geen eclatante dingen gedaan. Van afkomst was hij een brave boerenjongen. Hij werd in het jaar 1881 geboren in het Belgische dorpje Vrasene en op 26-jarige leeftijd ging hij naar het klooster. In het klooster is hij beurtelings kok, tuinman en portier geweest. Soms ook was hij het alle drie tegelijk. En ieder jaar moest hij de weldoeners van het kloos ter bezoeken, om hun een aalmoes te vragen. Nederlandse jeugd helpt In dergelijke, op instorten staande schuren, niets anders dan bergplaatsen van men sen, wonen duizenden ellen delijders in bepaalde wijken van BordeauxEn de hier afgedrukte behoren nog tot de minst bvuwvallige. Het Apostolisch Vormingscentrum van Una Sancta, gevestigd te Den Haag, is een instituut ten behoeve van katholieke leken, die zich wen sen te bekwamen in godsdienstkennis, geloofsverantwoording en ge sprek met andersdenkenden. In een verscheidenheid van mondelinge cursussen biedt het instiuut. Theologische opleiding, Apologetische studie, Catechetische vorming en een eenvoudige cursus voor geloofs verdieping. Daarbij wordt gestreefd naar cursussen die rekening hou den met ieders ontwikkeling en met ieders financiële draagkracht. De herfst is er en de winter is in aantocht: de dansscholen openen weer hun deuren. Doe je mee of ben je al volleerd? Sommigen zullen zich af vragen: zal ik wel mee tloen? Ze herin neren zich blijkbaar uit predikatie en blad al het slechte, dat over de dans gezegd is, met name over de moderne dans. Daar zal een katholiek, die zich zelf respecteert toch moeilijk aan mee kunnen doen. Wat moeten we hiervan denken. Op de eerste plaats: we hebben het hier niet over de z.g. balletdans, waar in de mens zijn lichaam maakt tot uit drukking van een gedachte. Evenmin over de volksdans, maar over de ge zelschapsdans, de dans als gezelschaps spel. Dit zit de jongelui in het bloed (de ouderen trouwens ook). Het is een genot voor wie daar §maak en zin voor heeft; zo speelsgewijze zijn inge boren bewegingsdrang uiten en er vorm en gestalte aan geven in rhythme en gebaar geeft een gezond gevoel van welbehagen, dat lichaam en geest ver kwikt. DaaZ mag ook gerust bij komen de „vreugde om de gratie en de charme, die de vrouwelijke tegenwoordigheid daaraan toevoegt". Dat is allemaal mooi gezegd, zult u zeggen, maar van de preekstoel horen we anders. Daar wordt gesproken over de gevaren van de moderne dans, zijn slechtheid enz- Maar is dat soms ook niet waar? Laten we reëel blijven. Zeker, de dans is een soort spel, dat in zekere zin ook een sportief element insluit, maar ook een spel, dat een erotisch element insluit. Dit laatste op zich is heus niet erg. Dat heeft in gezelligheidsleven nu eenmaal zijn recht van bestaan. Maar het gevaar is er nu eenmaal en hier komen de moralisten terecht tegenop dat dit laatste de hoofdschotel of de hoofdbedoeling gaat worden; dat alle remmen wegvallen en men tot grof heden vervalt, welke volstrekt ontoe laatbaar zijn. Maar dit laatste is er nu niet uiteraard mee verbonden. Er kan ook goed en juist gedanst worden en I niet alleen de oude klassieke dansen, maar evengoed de moderne klassieke dansen. We kunnen dus zeggen, dat per se en in zich er niets tegen de dans is, ook niet tegen de moderne dans. Het hangt er geheel en al van af, hoe men het doet en in welke omstandigheden. Vooreerst wat betreft het hoe: als al gemene regel moet men zeggen, dat er hier regel en tucht moet zijn, om niet in onregelmatigheden te vervallen. En wat de omstandigheden betreft: er is een groot verschil of men danst in de huiselijke kring of in alle geval in een besloten kring, dan wel in een publieke danszaal. Dat de gevaren bij het laatste veel groter zijn, zal voor ieder, die even nadenkt, vrij duidelijk zijn. Wij kunnen dus concluderen, dat het dansen op zich helemaal niet verkeerd is, zelfs iets goeds. Het is een soort vermaak, dat we positief kunnen aan vaarden maar wel, dat aan het dansen gevaren verbonden zijn. Gevaren, welke men moet zien, om ze te kunnen voorkomen. H- B. Vergis U niet: ik ga U geen cursus geven in liet dansen, maar alleen enkele algemene regels, welke van belang zijn, om goed te dansen, dat wil zeggen: behoorlijk te dansen. Als de H. Francisers van Sales over liet dansen spreekt, dan houdt hij drie dingen voor goede mening, noodzakelijk: de Op de eerste plaats dus de goede mening. Dans is spel en men danst daarom gewoonlijk voor zijn plezier. En daar is niets tegen. We moeten op zijn tijd van het leven kunnen genieten. „De weg naar de hemel" zeide Dr. Ariëns, „moet verlicht worden door twee onmisbare din gen, een goed stuk brood en een waardige ontspanning." Het moet dan ook een waardige ontspanning zijn. Er mag gerust, zoals we al op deze bladzijde gezegd hebben, een vleugje erotiek bij komen. Maar als niet het spel, het vermaak het hoofddoel is. maar alleen maar de erotiek, dan is het geen spel meer, maar wordt het ernstiger. Men moet zich zelf daar tegen verdedigen door volstrekte keurigheid bij het dansen zelf en in geheel zijn uit wendig gedrag. Op de tweede plaats noemt de H. Franciscus van Sales als voorwaarde voor de keu rige dans maat houden. Er zijn nu eenmaal dingen in het leven, waar men gemakkelijk aan verslaafd raakt. Dat geldt voor heel het ge- gebied van de ontspanning. Dansen moet ontspanning blijven en geen ernst worden en zó geheel ons ge dachte en gevoelsleven in beslag ne men. dat het practisch voor het le ven het ene noodzakelijke wordt. Al meerdere keren hebben we op deze bladzijden op de christelijke grondhouding gewezen van de christen tegenover de wereld. Deze wereld is nu eenmaal niet alles. We mogen ervan gebruik maken, maar met een zekere reserve. We zijn immers niet van deze wereld. Het bisschoppelijke mandement heeft hier nog eens uitdrukkelijk de aan- maat houden en waardigheid. dacht op gevestigd. Danswoede is altijd uit den boze. Als derde element werd genoemd: waardigheid. Men moet respect heb ben voor zijn partner in geheel zijn houding en gebaar. Maar dat niet alleen. We kunnen dit slechts in de practijk ten uitvoer brengen, als men goed heeft leren dansen, als men de techniek meester is. Hier voor is belangrijk, dat men eerst een dansschool bezoekt, en deze „kunst" eerst terdege leert. We zijn in Nederland zo gelukkig, dat we een bond hebben van Katholieke dansleraren. „Het Katholiek Cultu reel Verbond van Dansleraren San Philippo Neri. „Het spreekt vanzelf, dat Katholieke jongeren, die wil len dansen, naar een dansschool gaan. welke aangesloten is bij deze bond. Bij de waardigheid, waarover we spreken, behoort tenslotte ook nog de keuze van de danspartij. Men moet ook zien, waar men gaat dan sen. U kunt nog zulke goede voor nemens maken, als u naar een dans partij gaat. waar onbehoorlijk ge danst wordt, wordt u vanzelf mee gesleept. Daar is het vaak geen spel meer, geen vermaak meer. Zo zitten er, gelijk u ziet, aan het dansen nog al haken en ogen. We moeten hier twee uitersten vermij den: een te grote strengheid en preutsheid en van de andere kant een te gemakkelijk langs de geva ren heenzien met het beroep op de slogan, die zeker niet algemeen gel dend is: dansen is iets goeds. Het zijn vooral de ouders, die hier te genover hun opgroeiende kinderen een taak hebben. H. B. Waar „ELLENDE" een te ZACHT WOORD is De. man, die alles krijgt en toch geen bedelaar is, dat is pater Lucas de Bruin, dc Nederlandse Franciscaan conventueel, die thans drie jaar geleden naar Bordeaux werd gezonden, om er te arbeidert onder ile armsten der armen, die leven in dc krotten en in de schuurtjes van plat geslagen benzincblikken. We hebben in die dagen overvloedig aandacht besteed aan zijn activiteit. Dat waren dan zijn eerste pogingen oiu contact te krijgen met deze mensen, die in een sfeer leven, waarvoor bet woord ellende onvoldoende is om baar te kwalificeren. De eerste stappen tot herkerstening, die aanvingen met bet opknappen van liet bouwvallige kerkje van de parochie Notre Dame de Lourdes du Cypressat, gelegen in de arbarmelijke wijk Bastides, de grauwe industrie wijk van Bordeaux, en de katechismuslessen in een tochtig houten schuurtje. Er is jn die paar jaar enorm veel werk verzet en.... veel bereikt De kerk ziet er „tip-top" uit, al constateert „le père Luc" met angst en beven, dat de moerassige bodem meedogenloos is en ds luiiwringwekkende scheur, die bet Godsbuis indertijd aan het balveren was. wederom zichtbaar wordt.... Het is allemaal ontstellend gewoon. Het is ook gewoon, dat hij de gewone dingen op buitengewone wij^e deed. Dat kan waarschijnlijk van alle brave mensen wel gezegd worden. Het is een comfortabel harnas, dat alle eenvoudige zielen past. Er zijn veel brave mensen, die een zekere volmaaktheid aan de dag leggen in het volbrengen van hun kleine plichten. Er zijn temperamentvolle heiligen, die grote en heldhaftige dingen gedaan hebben en van wie het niet aan te nemen is, dat zij zich nooit vergaloppeerd hebben. Neen, zo op het eerste gezicht is er geen reden om over broeder Isidoor te schrijven. Maar men begrijpt, dat die re den er tenslotte moet zijn, als men be denkt, dat het proces van zijn zaligver-j klaring begonnen is; dat de postulator in dit proces, pater Angelus C.P., een boek over hem heeft geschreven en dat er bij het opgraven van zijn gebeente 80 100.000 mensen aanwezig waren. Er moet iets geweest zijn in broeder Isidoor, dat de stem des volks heeft aangespoord om hem een heilige te noemen. Als wij het boek van de postulator lezen, zoekende naar vermeldenswaardige dingen, dan vinden wij aanvankelijk nietstot het ons duidelijk wordt, dat de glimlach van broeder Isidoor van een onweerstaanbare en uitzondetlijke aantrekkelijkheid moet zijn geweest. Hij glimlachte, als een van de paters vroeg op reis moest, en hem verzocht om eersj nog de Mis te dienen en voor het ontbijt te zorgen. Hij glim- lichte, als hij uren en uren bezig was met aardappelen rooien en constateren moest, dat het grootste gedeelte rot was. Hij glimlachte, als er knechten in huis waren, die wel een loopje met hem durfden ne men. Hij glimlachte, als een van de over sten hardvochtig tegen hem uitvoer. Hij glimlachte, als er mensen aan de poort waren. Hij steide geen onbescheiden vra gen, maar stond glimlachend voor hen klaar. Hij moet al geglimlacht hebben, toen hij nog thuis was, want niemand vond hem een schoolmeester, als hij zijn' critiek gaf op de gesprekken van zijn kameraden. Hij glimlachte, als hij zonder gêne en ook zonder brutaliteit om een aalmoes voor het klooster vroeg. Hij glimlachte, als zijn familie hem vertelde van de ge beurtenissen thuis. Tot zijn laatste ogen blikken heeft hij zich voor het wel en wee van de zijnen geïnteresseerd. Hij voelde zich niet superieur, als hij de verhalen van thuis hoorde. Hij glimlachte, toen de dokter hem een oog verwijderen moest en hem voorspelde, dat hij nog maar vijf of zes jaar te leven had. Meen niet, dat de glimlach van broeder Isidoor alleen een kwestie van aanleg was. Van nature was hjj zo geduldig niet. Hij was tenslotte een boerenzoon, die ge wend was zelf zijn werk in te delen. Tij dens het noviciaat vooral was het soms aan zijn gezicht te zien, hoe het hem moeite kostte, altijd maar ootmoedig en geduldig te zyn. Dit wetende, kunnen wij vermoeden, dat het hem tijdens zijn novi ciaat Pil" deed door de novicemeester berispt te worden. Die novicemeester schijnt nl. geen gemakkelijk mens ge weest te zijm Hij begreep bovendien wat een kostbaar materiaal hem in broeder Isidoor was toevertrouwd. Wij hebben niet het recht vooruit te lo pen op het oordeel van Rome. Maar het lijkt toch niet al te voorharig om het ge heim van broeder Isidoor's glimlach, van zijn eindeloze welwillendheid en zijn ein deloze ootmoed te zoeken in zijn intimi teit met God. Geen mens is tenslotte om zichzelf belangrijk, ook broeder Isidoor niet. In ootmoedige ogenblikken zijn we daar allemaal van overtuigd. Maar broeder Isidoor was er altijd van overtuigd en hij vond het de gewoonste zaak van de wereld, dat anderen hem be schouwden als quantité négligeable en zich niets aan zijn mening en aan zijn gevoelens gelegen lieten liggen. God Zelf moet in dit leven al vroeg de leiding hebben genomen. Als broeder Isidoor er toe in de gelegenheid was, knielde hij urenlang voor bet tabernakel. En tijdens het noviciaat, toen hij evenals zijn mede novicen soms meditaties en gebeden mon deling moest uitwerken, toonde hij een grote wijsheid in de dingen van God. Het is weliswaar eenvoudig, om de natuur lijke aanleg van de boerenjongen Isidoor daarvoor verantwoordelijk te stellen. Maar God Zelf moet werkzaam zijn in een ziel, voor zij smaak vindt in het boven natuurlijke en er zo eenvoudig, zo waar achtig over kan spreken als Isidoor blijk baar deed. Toen hij 35 jaar was, is hij gestorven. Zijn taak van goed zijn en zorgen zet hij uit de hemel voort. De mensen die hem hebben gekend, vertrouwen daarop en roepen hem aan in hun nood en broeder Isidoor blijkt een machtige voorspreker te zijn bij God. In Te. „Nu zou ik toch wel jns even wat dieper met je willen ingaan op die Millioenen-nota,' aldus Hond nadat de slager ondoordacht wat beentjes en botjes in de Dinsdag- avondkrant had verpakt. „Ik heb de verschillende cijfers met elkaar vergeleken en alle kolommen se rieus langs gelopen en ik zei tegen mezelf: nou, nou, ze doen t dit jaar niet krenterig. Als ik daar tegenover zet wat wij honden per jaar verbrassen, dan openbaart zich weer eens een schrille tegen stelling. De Nederlandse honden gemeenschap jaagt er per jaar geen millioenen, maar hoogstens enige duizenden door. De gemid delde hond leeft sober en impro viserend. Zonder een begroting te raadplegen gebruikt hij dagelijks zijn eenvoudige maaltijd: honden brood en kluif. Zijn toilet is be scheiden en vraagt bescheiden verzorging. Uitgaven voor luxe, ontspanning of O. K. en W. kent hij niet. Voor oorlog en defensie zorgt hij individueel en behoeft hij geen dure bewapening. Over oudersdomrente en pensioenrege ling wordt niet gepiekerd. Van Drees wordt niet getrokken. De hond organiseert niet en valt zich zelf qui anderen niet lastig met cultuur. De voortbrengselen der techniek ondervinden zijnerzijds geen enkele belangstellingof men moet de onverschilligheid waar mee hij van lantaarnpalen gebruik maakt belangstelling willen noe men. De hond leeft in de natuur, van dc natuur uit en naar de na tuur toe. Deze methode is even goedkoop als ongecompliceerd. Het is geen kwestie van millioe nen, maar van een paar oereen- voudige beginselen. Ik wil niet beweren, dat jullie mensen óók die kant uit moeten en je aan de zuivere natuur moet houden. Maar bij het bestuderen van zo'n Millioenen-nota kom ik toch wel lot de conclusie, dat je er ook weer niet dl fe ver van af moet dwalen Hèt katechismus-schuurtje is reeds lang fgedankt. De kwaliteit van de diverse ruimten, waarin q;t onderricht gegeven werd, verbeterde jaar 0p jaar. Bij een bezoek aan de pastorie stuitten we op een indrukwekkende betonmolen. Achter dit gevaarte stond een persoon in khakibroek, dik onder de kalkspetten en met een overhemd zonder mouwen en een paar respect afdwingende gespierde ar men: Pater Bernard O.F.M. Conv., 14 tri mesters klassieke letteren op de univer siteit van Freiburg, thans arbeider van de troffel! Deze indrukwekkende figuur, Zwitsers collega van père Luc, heeft in één tijdsbestek van twee jaar een paro chiehuis neergezet, geheel uit steen en beton met ruime frisse katechismuslokalen en een filmzaal op de eerste verdieping en verder met een geheel aan de eisen beantwoordende accomodatie. Dit resul taat deed ons met respect opzien naar deze breed-lachende priester, die ons met le venslust in zijn pretoogjes, twinkelend van achter de brilleglazen, toelachte- Père Luc is om het maar eens ge woon uit te drukken de sjacheraar, pa ter Bernard is de krachtpatser en de in Zwitserland zeer bekende dr in de esthe tica, pater Maurice, is er de kunstenaar. Met de Curé vormen deze priesters een viertal, dat zwoegt en ploetert, ieder in het hem toegewezen deel van het quar- tier, dat binnentreedt in de „huizen" om er het leed te verzachten, om er te troos ten en te vermanen en.... om er te wij zen op het kruishout, de balk waarop eens de hevigste smart is uitgestreden. En dan trachten zij stilletjes aan iets wakker te maken bij deze erbarmelijke schepselen: het geloof in Hem, die geleden heeft voor ALLE mensen en die eens deze voor hen zo troostgevende woorden heeft uitge sproken: „Het is gemakkelijker voor één kameel door het oog van een naald te kruipen, dan voor een rijkaard, om het rijk Gods te betreden." Een van de grote projecten van Père Luc in zijn omvangrijk herkerstenings- programma is l'Hermitage. Wij bedoelen hier het in de negentiende eeuw door een Bordelees bankier in Martillac op 12 km. van Bordeaux gebouwde „chateau" dat enige tijd geleden door het bisdom werd aangekocht en dat is bestemd tot tehuis voor de „loslopende" jeugd. Deze bombastische zandstenen kast, ge legen tussen uitgestrekte wijngaarden en bossen, dit toekomstig „weeshuis" is toe vertrouwd aan onze Rotterdamse pater, die enkele maanden geleden begonnen is met de „restauratic". Tientallen Neder landse jongens zijn er in dc vacantie aan het werk geweest. Er is een kapel ge ïmproviseerd. waarvan de „gebrandschil- derde'' ramen werden vervaardigd uit ge kleurd papier en waarvan het altaar steunt op drie stukken boomstam. Men is aan het schilderen en aan het metselen ge trokken en het huis, dat omgeven is door een ideaal speelterrein, compleet met voetbalvelden en een bassin om te spele varen. was na enkele weken zover klaar, dat het de Bredase en Tilburgse kweke lingen kon herbergen, die hier leider kwamen spelen over de a-sociale Borde- lese jeugd. Gedurende ruim twee en een halve maand kwamen dagelijks die kinderen uit de sloppen zich hier amuseren. Elke dag zo gauw de portieren van de rode stads bussen werden opengesmeten, gulpte Frankrijks meest mousserende wijn naar buiten en dan begon het lieve leventje voetballen, boetseren, hutten bouwen. vliegers oplaten, met water knoeien, wan delen en voor de leiders was het dan zaak de ogen open te houden en vechtende knaapjes uit elkander te trekken als dat nodig was of de boeren te vrijwaren voor kaal-gestolen boomgaarden Het kind moet worden gered Een verschijnsel, wat ons opviel, bij het bestuderen van deze kinderen, waarbii toch in de meeste gevallen geen sprake is van opvoeding, is de uiterste beleefd heid, die in acht werd genomen ten op zichte van de leiding, een van de voor deze kinderen, dat niet nalaat een sym pathieke indruk te maken! Ook frap peerde de vindingrijkdom, die dan tot uiting kwam op een of andere regenach tige dag, wanneer ook de Franse opper- leiding aan wie Père Luc zijn kroost toe vertrouwde, bleek te bestaan uit geboren cabarettiers. Dit laatste is dan ook de aanleiding geweest tot het plan van père Luc om in December van dit jaar met hen naar Nederland te komen, om daar voor stellingen te geven ten bate van de pa rochie- Opvallend is ook, dat men aan kleding en uiterljjk van deze kinderen moeilijk het milieu kan raden, waar vandaan zjj af komstig zjjn, maar dit zo legde de pa ter uit is een typisch verschijnsel in Frankrijk: de ouders besteden alles (hoe weinig het ook is) aan hun kinderen en gunnen zichzelf het minst. Het deed goed de kinderen hier te zien ravotten in de frisse boslucht onder een alles overgietende zon, te weten dat zii enige uren verlost waren uit die nauwe enge krochten, die de ingewanden vormen van Bordeaux. En vooral na de pater een keer vergezeld te hebben op zijn gang door het kwartier, stilletjes in de sche mering mef onze camera verborgen onder de regenjas, begrepen we het eigenlijke doel van dit vacantie-kinderwerk. de be tekenis van l'Hermitage. Het is duidelijk een dagelijkse confrontatie met het Chris tendom. Over tien jaar zal men waar schijnlijk de eerste vruchten plukken, want de herkerstening moet ter hand ge nomen worden bij de jeugd. Zij is nog net van ongeloof en communisme te redden, het communisme, dat hier natuurlijk welig tiert en steeds verleidelijker pro paganda voert! „Daar wonen mensen We hadden verwacht ellende te zien. maar zoals we reeds schreven: dit woerd is ontoereikend. Terwijl we, van eilandje op eilandje springend in de straten vol modder en plassen, de pater volgden (père Luc, die niet bang behoefde te zijn voor een beslijkt habijt, omdat de zoom reeds ettelijke malen wegens slijtage was omgenaaid) wees hij ons fluisterend de meest afzichtwekkende gevallen aan: „Daar wonen mensenménsen!" Dat was het steeds, wat hij zei. We herinnergn ons, dat we constant gesmoorde geluiden van schrik, afgrijzen en medelijden maak ten. Hemel, de bouwseltjes, die hier staan ze zouden in Nederland nog niet waard zijn, om als kolenhok te dienen. We be tastten onze kleren, onze vulpen, het hor loge, dat we bij ons hadden, het was meer waard, dan de ganse „huizenrij", die voor ons lag. De woningen, ze waren geïmproviseerd van rotte, planken, gestut door balkjes, her en der „gevonden" en roestige stukken plaatijzer. „H'er wonen mensen., mén sen!'' hamerde hét steeds maar iïT ons en fluisterde de stem van père. We richtten onze camera en we voelden ons als een dief.... De roestige pijpjes, waaruit dikke rook walmde, zij toonden aan, dat er in geleefd werd, gewoond, gekookt, gegeten en geslapen- Frankrijk heeft weinig grote gezinnen, in vergelijking met ons goede tien, twaalf kinderen. Hier leven dan die mensen, die telkens tien minuten zouden moeten lopen om hun natuurlijke behoefte te doen en die zich moeten wassen in een kuip, waaruit bij ons de koeien nog niet zouden drinken! Hier leven ze dan in on mogelijk kleine stinkende hokjes. We zagen de pater op die moeders toe gaan, die o wonder uitermate vrien delijk en gastvrij waren. Ze komen nim mer in de kerk, maar kom niet aan de pater! Hier en daar hield de père jongetjes staande: „Ben je al eens op l'Hermittage geweest? Tof joh, voetballen, bootje va ren, wandelen, schilderen. Kom eens een keer. De bus vertrekt om acht uur van de kerk, elke morgen!" En de jongetjes, strak in de houding vaak, ze zeiden alle maal eens te komen. Eén was er. die tel kens de oogleden moest neerslaan: hele maal mis, zwaar atheistische ouders, die „van dat hele gedoe" niets moeten heb ben. naamste facetten van het karakter van I landje. Hier leven dan die families met Berghokjes voor mensen We persten ons door een nauw gan getje en stonden eensklaps voor een deur gat, waaruit een benauwende stinkende lucht golfde: Een van de twaalf kamers van een huis, bewoond doortwaalf gezinnen. Kamers? Nou ja, berghokjes van vier bij vier meter, volgepropt met ledi kanten en matrassen, waarvan des avonds een legpuzzle wordt gemaakt, een wal mende karbidlamp aan het plafond (hou ten latjes, waar tussenuit vuil en roet naar beneden dwarrelt). In de hoek: stok broden, medicijnflesjes, een oude kinder wagen en iets wat op een fiets leek, zon der banden. De baby lag te krijten op de beste plaats: het bed van vader en moeder Kinderen lagen half ontkleed in een hoek te slapen. De moeder, met transpirerend g-ztcht, wilde de enige stoel afstaan aan de pater. Steeds weer wordt men getroffen door die hartelijkheid en in de ogen van de men sen kan men een diepe genegenheid voor de pater lezen- Maar hoe kan het ook an ders? Père Luc is een mens, die het pres teert, al is hij door en door afgemat van een dag hard zwoegen, toch nog in een Bordelees hotel een uur aan een stuk voor een Eindhovense reisclub over zijn paro chie te praten. Maar dan gaat hij ook (eindelijk) naar bed met het tevreden ge voel, f 70.en een oude jas bijeen ge gaard te hebben! Thans zit hij nog vol plannen. Het en® project (het weeshuis) is nog niet voltooid, of hjj peinst er al weer over een aantal arme jongens het volgend jaar bU Neder landse gezinnen onder te brengen. Maar het probleem, dat telkens weer de kop op steekt, is natuurlijk: geld. Alles, wat de pater tot nu toe onderno men heeft, is geslaagd. Waarom zou dit dan niet gelukken? Hij kan bouwen op de hulp van hierboven. Maar hij vindt het toch ook een prettige gedachte, te kunnen rekenen op zijn vaderland. Dat is al meer malen gebleken. Laten wij, die leven als goden vergeleken met die stumpers ginds, niet ophouden die gezegende maar zware arbeid moreel en financieel te steunen. GL'IDO T'SAS. Er zijn in dit Apostolisch Vormingscen trum, dat vooral aan jonge mensen uit stekende kansen biedt, om hun idealisme te wapenen met gedegen kennis, vier zgn. Leergangen of cursussen. Over de Theolo gische Leergang schreven we reeds eerder in deze kolommen. We volstaan hier met één correctie: deze Theologische Leer gang is bestemd voor katholieke intellec tuelen, die theologisch-wetenschappelijke vorming wensen te ontvangen. Dus niet voor priesters en theologen, zoals we een vorige maal abusievelijk hebben vermeld. Naast de theologische is er een Apolo getische Leergang, bestemd voor niet-aca- demisch of gelijkwaardig geschoolde, maar toch behoorlijk ontwikkelde katholieke leken (met o.v. middelbare schooloplei ding). In de lessen wordt de inhoud van het katholieke geloof systematisch behan deld, terwijl telkens wanneer in de be handelde stof daartoe aanleiding bestaat dit katholieke geloof wordt geconfron teerd met de voornaamste hedendaagse geestesstromingen: protestantisme, mo dern humanisme, communisme, existen tialisme. Men ontvangt dus een beknopte doch methodische vorming t.a.v. de kennis van een eigen katholieke levensovertuiging; men heeft gelegenheid kennis te nemen van andere overtuigingen en moderne op vattingen; en men kan het katholieke ant woord bestuderen op belangrijke vragen, welke door het reformatorisch christen dom en door moderne denkers aan de orde worden gesteld. De Godsdienstige Leergang is een cur sus zonder „geleerde woorden" of inge wikkelde bespiegeling, maar toch degelijk en diepgaand genoeg, om na twee cursus jaren te kunnen constateren: „Nu besef ik beter, waarom en wat ik eigenlijk ge loof; nu kan ik meer bewust en persoon lijk dit geloof verantwoorden en beleven". Dat is de opzet van .deze eenvoudige twee jarige cursus waarin allen, die over een normale, L.S.- of MULO-opleiding be-' schikken, in de gelegenheid worden ge steld hun geloof en geloofskennis te ver diepen. Bijzondere aandacht wordt in deze cur sus geschonken aan de Bijbel, zodat de cursisten behoorlijk in de Heilige Schrift zullen thuis raken en scherper het ver band zullen gaan zien tussen hetgeen in de Heilige Schrift staat geschreven en hetgeen door de Katholieke Kerk wordt geleerd en gedaan. Dc allereerste bedoeling van de cursus is, de geloofsleer van de Katholieke Kerk 5 OOR ZICHZELF te leren verantwoor den. Er wordt echter tevens naar gestreefd de cursisten voor te bereiden en te be kwamen tot een meer vruchtbaar gesprek met dc vele andersdenkenden, die men in arbeidsmilieu en elders ontmoet. Tenslotte de Catechetische Leergang. Una Sancta heeft voor de katholieke le kengelovigen een concrete en direct-apos- tolische taak: geloofsonderricht aan be langstellende niet-katholieken, catechu menen voorbereiden op het H. Doopsel, gesprek met andersdenkenden, zorg voor hen die pas gedoopt zijn. Dit werk wordt door de „catechisten'' verricht samen met de paters van Una Sancta. Er is regelma tig contact. De Catechetische Leergang nu is be doeld, om in een uitgebreide studie van drie jaren de kennis te verwerven die voor deze vorm van leken-apostolaat noodzakelijk is. In de lessen worden behandeld: de grondslagen der katholieke geloofsleer (Apologetiek), de inhoud der katholieke geloofsleer (Dogmatiek), de beginselen der katholieke zedenleer (Moraal), een inlei ding tot de Bijbel, geschiedenis der Kerk en instructie over contact met anders denkenden. Door mondelinge en schriftelijke exa- meni kan men via deze Catechetische Leergang in het bezit komen van een zgn. Una Sancta-diploma. De examens worden afgelegd voor de docenten onder auspi ciën van een bisschoppelijke afgevaar digde. Het. Una Sancta-diploma geeft dan ook dezelfde voorrechten als de Gods dienstdiploma's A en B. Al deze Leergangen bestaan uit monde ling gegeven lessen. De cursusjaren lopen van begin October tot half Mei. De lessen in de Theologische en de Catechetische Leergang (die behalve in Den Haag ook nog zijn gevestigd in Rotterdam. Eindho ven, Arnhem en Hilversum) woraen een maal per week gegeven; die van de Apolo getische en van de Godsdienstige Leer gang eenmaal in de twee weken. Laat de jongeren hun kans grijpen. Voor nadere inlichtingen over de ver schillende Leergangen kunnen zij zich wenden tot het Apostolisch Vormingscen trum, Bezuidenhout 57, Den Haag.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 5