De Witte Engel van de Krim
Florence Nightingale
beloudchistans
Ons succes-patroon van deze week
Het huis vol geluk
De Koningin in gesprek met
dochter van Doms Rijkers
v/h TOORENBURG OAMME
Engelen in uniform voor
tobbende mensen
Vrouwen achter
de
n
N
'KX&ubcoóêec&cc
Feestelijke tocht door
't versierde Den Helder
Perzische Tapijten
•*BRUNOTT"h
Mieke
Een raglan Jongens jasje
HOE BESTEL IK MIJN PATROON?
PAGINA 1
Een van de boeiendste figuren
uit de geschiedenis van de vrou
wenbeweging is die van de ver
pleegster Florence Nightingale.
Zij was geen suffragette die par
lementen bestormde, maar wel
bedwong zij iets van de wreed
heid van de oorlog. Toch was
zij, lichamelijk gesproken, een
„zwakke" vrouw. Een vrouw ook,
die bij het volgen van haar roe
ping op de eerste plaats te kam
pen had met de tegenzin van haar
eigen omgeving. Die tegenzin is te
verklaren.
Vrouwen achter de frontlijn
Ook maatschappelijI:
werk
Ks.
..Wat een lief mens
MOTOR TEGEN VRACHT
AUTO
Berijder gedood
LAGERE PRODUCTIE-INDEX
IN AUGUSTUS
BRAND IN KAZERNE-
CANTINE
HOGERE DIVIDENDEN
KON. VER TAPIJT-
FABRIEKEN
MODERNE GOUDEN ARMBANDEN
De nieuwste,FRANSE modéllen
V® J
ROMAN VAN L. HAUTESOÜRCE
Geautoriseerde vertaling
MARCELLE SCHLOMER
bewijs geleverd worden dat de vrouw
ook in het rauwe leven onmiddellijk
achter de frontlijn als verpleegster
haar plicht kan doen.
Ook in de Krim was Florence
Nightingale met haar staf allerminst
welkom. Artsen en officieren maak
ten het werk belachelijk van deze
vrouwen, die probeerden om orde te
brengen in een chaos Van vervuiling.
Maar inplaats van zich een sentimen
tele negentiende-eeuwse jonge vrouw
te tonen, bleef Florence Nightingale
op de eerste plaats nuchter-concreet.
Toen de steun uit Engeland voor het
inrichten van nieuwe hospitalen te
lang uitbleef, deed zij dat uit eigen
middelen.
f r
Het Welfare werk dot
Florence Nightingale tijdens
den Krim oor log op eigen
initiatief organiseerde, vindt
zijn weerslag in de werk-
therapie welke eveneens het
gebied van de moderne
verpleegster raakt.
Afgezien van het werk dat door
kloosterzusters en diaconessen werd
verricht, waren de verpleeg-omstan-
digheden in de meeste ziekenhuizen
of wat daarvoor doorging meer dan
afschuwelijk. Zuster Meyboom, de be
kende figuur in het verpleegsters-
werk, heeft er eens aan herinnerd dat
ofschoon een halve eeuw geleden de
ziekenverpleging in ons land in vele
plaatsen in handen was van beschaaf
de en geschoolde vrouwen, in tal van
kleine steden nog de wonderlijkste
toestanden heersten. Zo gaf zij 't voor
beeld van een nieuwe directrice, die
na enkele weken van haar 17 patiën
ten er nog maar één had overgehou
den. De overigen waren verdwenen,
omdat ze het bij „dat gekke wief" niet
konden uithouden.
Dat „gekke wief" had namelijk niet
alleen een einde gemaakt aan het
vrij in- en uitlopen van allerlei pu
bliek in haar inrichting. Zij had ook
de midden in de zalen opgestelde sme
rige zandbakken, waarin het speeksel
van de zieken al naar gelang hun
vaardigheid wel of niet terecht kwam,
door sputumglazen vervangen. Zij
trof er bij haar aankomst een maho
niehouten gebeeldhouwde operatie
tafel en als hoogste uiting van hygiëne
werd dit monument voor elke opera
tie met boenwas opgewreven. In een
ander ziekenhuis moest de directrice,
vanwege het zedelijk peil dat daar
heerste, bescherming krijgen van po
litiemannen in burger. Haar verple
gerscorps bestond uit orgeldraaiers er,
zakkendragers, zoals het elders de
landlopers en dronkaards waren die
dit beroep uitoefenden. In de matras
sen van de zieken was een heel arse
naal van eau de cologne, jenever,
bokking, scharretjes e.d. verborgen.
En een wasbeurt, een nieuw verband
of een haarreiniging kon de patiënt
afkopen bij het verplegend personeel.
In Engeland, waar Florence Nightin
gale in het midden van de vorige
eeuw de leiding voerde over een ver
pleeghuis voor oude dames in de be
faamde Londense „doktersstraat",
Harley Street, was dat al niet veel
anders.
In de titel van de film „The Lady
with the Lamp" (De Witte Engel),
die aan het leven van deze pionierster
voor een goede ziekenverpleging werd
gewijd, komt een sentimentele ro
mantiek tot uiting, welke volkomen
los staat van de omstandigheden zo
als zij waren. Die omstandigheden
waren hard. Zij waren nog erger op
de slagvelden van de in het voorjaar
van 1854 uitgebroken Krimoorlog,
waarbij Frankrijk en Engeland in ge
zelschap van de Turkse legers tegen
Rusland te velde trokken. Vervuiling
en gebrek in een leger zó ver van huis
vormden de inleiding tot een beroep
van de Britse openbare mening op de
minister van Oorlog, Sir Sidney Her
bert, om betere hulp voor de soldaten.
Minister Herbert dacht aan Nurse
Nightingale, die over voldoende flink
heid beschikte voor dit moeilijke
werk, maar de toen 34 jaar oude ver
pleegster had zich intussen al zelf tot
de minister gericht en een week later
was de Britse ambulance een feit. Het
was een uitgezochte groep van veertig
vrouwen, waaronder tien katholieke
kloosterzusters en acht nonnen van
de Church of England, die op 21 Oc
tober 1954 onder leiding van Florence
Nigthtingale scheep ging voor een
tocht, waarvan de leidster pas twee
jaar.later zou terugkeren, In.die.(wee
jaren zou voor het eerst het'volledige
„The Lady with the Lamp", de
vrouw die bij nacht en ontij met haar
kleine olielampje de ziekenzalen con
troleerde, deed nog meer. Zij hielp
niet alleen het hospitaalwezen reor
ganiseren, maar was tegelijkertijd de
voorloopster van onze tegenwoordige
maatschappelijke werkster. Zij zorg
de voor een goede Kerstviering en
maakte een einde aan de ruwe taal
in de barakken. Zij schreef ook de
achtergebleven vrouwen, stuurde de
door de soldaten ontvangen soldij
naar Engeland en richtte gelegenhe
den in waar de militairen zich konden
verpozen.
Misschien zal Hollywood ons ooit
nog wel. een film bezorgen over het
werk van Mariene Dietrich, die lied
jes zong en borden waste voor de sol
daten in de tweede wereldoorlog,
maar ip zijn gevolgen is het werk van
Florence Nightingale toch ingrijpen
der geweest. Dat bleek in 1870 in ons
eigen land, toen vrouwen uit de hoog
ste kringen zich meldden voor een
ambulance naar het Frans-Duitse
front, het bleek ook in Engeland zelf,
waar nog voor haar terugkeer het
ggld bijeen was voor de verpleeg-
stersschool, die in het St. Thomas
Hospital te Londen werd gevestigd.
Van daaruit is de dooi Florence
Nightingale voor de verpleegster ont
stoken lamp voortdurend brandend
gebleven. Op de eenjarige cursussen
van het begin zijn hogere verpleeg-
stersscholen gevolgd en in de Ver
enigde Staten bestaat ér zelfs een ge
deeltelijk academische opleiding waar
de verpleegster na een studie van
vier a vijf jaar een baccalaureaat kan
halen. Maar ook zonder deze univer
sitaire achtergrond zijn er ook elders
tal van verpleegsters die hebben mee
geholpen om uit dé „zaalmeid" van
nog geen eeuw geleden een jonge
vrouw te doen groeien, die' kennis
heeft op de terreinen Van laborato
riumwerk en anatomie, physiologie
en microbiologie, psychologie en voe
dingsleer, kinder- en kleuterzorg en
volksgezondheid in zijn geheel.
Mede uit het simpele öliepitje van
een begaafde vrouw die tot enkele
jaren voor haar dood op negentig
jarige leeftijd een wonder van energie
moet zijn geweest, is thans niet min
der dan het vuur van een Wereld-
Gezondheidsorganisatie gegroeid. In
de militaire hospitalen zijn de sterfte
cijfers al lang niet meer het dubbele
van die in de burger-ziekenhuizen
(„Wanneer de mannen dan tóch dood
moeten, zou men ze" evengoed kun
nen doodschieten!" klaagde Nurse
Nightingale deze wantoestand aan).
En als vrouw mocht zij dan al niet
worden toegelaten tot de officiële
commissie, welke de gezondheidstoe
stand in het leger bestudeerde het
geen niet wegneemt, dat zij de leden
van deze commissie in een rapport
van ca 800 bladzijden een deskundig
achtergrond verstrekte voor hun stu
die de waardering van koninklijke,
zijde was er daardoor niet minder om,
„Zó'n vrouw aan ons ministerie van.
Oorlog....", moet koningin Victoria
hebben gezegd. Heb zou. haar in elk
géval de bevoegdheden 'hebben gege
ven voor het uitvoeren Vart een taak
waardoor zij nu haar halve leven
heeft moeten 'vechten.
(Van onze speciale verslaggever).
Een 85-jarig vrouwtje zat gistermiddag
I te midden van deftig geklede heren en
dames, die zich rondom H M de Koningin
j ir. ds raad «raai van het Helderse stad
huis geschaard hadden, rusfig in een
leunstoel Nu en dan blikte zij even om-
1 hoog naar drie forse kerels, die naast haar
stonden. I!et waren D. W Bot. de kapi
tein. J van Veen en J. J. Bijl, twee andere
bemanrrnffsledeu van de reddingboot
Prins Hendrik". Bij zulke mensen voel
de z\j zieh thuis- want haar vader was
de bekende redder Dorus Rijkers. Nu zou
zij als mevrouw Doortje Vader-Rijkers
aan de Koningin worden voorgesteld Een
gewichtige dag.
De Konrngin. die met een tuil schitte
rende bloemen haar aangeboden door de
6-iarige Lea Landman, .dochtertje van
een der wethouders en tevens voorzitter
van het bestuur der stichttna „Den Hel
der Marinestad" de zaal was binnen
gekomen, onderhield zich eerst met de
raadsleden en enige andere rwtabelen Het
bleef niet bn een vluchtige kennismaking
want met ieder afzonderlijk maakte H M
een praatte.
Maar toen kwam Doortje aan de beurt.
Heel vriendelijk boog de Koningin Ach
naar het vrouwtje over en vroeg, hoe
oud zij was. ..Wat een lief mens", ver
telde Doortie ons. toen de Koningin zich
ir: een hoek van de ruime zaal liet in
lichten over hel belangrijke uitbreidings
plan van Den Melder, waarvar wethouder
P S. van dei Vaat een verklaring gaf
Voor ongeveer de helft is dit plan, dat
een nieuw stadsdeel van 20 OOG inwoners
zal vormen, die het tegenwoordige aantal
ven 42 000 dus voor ongeveer de helft ver
meerderen. reeds uitgevoerd.
Toen de Koningin weer buiten het stad
huis verscheen, werd zij dooi de samen
gestroomde menigte toegejuicht en op vele
plaatsen lanss de route, die de vorstelijke
auto bij een rondrit door de versierde
stad maakte, stond eveneens veel volk,
Voor het stadhuis zaten op stoelen oud
redders. eens mannen, die menigmaal in
nacht en ontij met de elementen gevochten
hebben om in nood verkerende mensen
aan de begerige zee te onti ukken Men
trof deze helden ook aan. nu do.» de jaren
gebogen en verzwakt, met hun familie in
het Dorus Rijkershnfje. waai de Koningin
een der woningen binnenging. Voor de
ingang van de speeltuin „Oud Den Helder"
sloegen duizend kinderen met kleppers
een fikse mars. waarna zij enige vader
landse liederen zongen. De Koningin
bracht ook een bezoek aan het feestterrein,
waarna zij een kijkie ging nemen op de
middenstandstentoonstelling „Mimato"
die Donderdagavond reeds de 10 000ste be
zoeker mocht boeken. Hier werd H M.
een mode! van de Koningssloep aange
boden. waarin zij des morgens een tochtje
door de haven had gemaakt.
(Van onze correspondent)
De motorijder H. uit Hoogerheide reed
Vrijdagavond op de weg Bergen op Zoo u
—Antwerpen tegen n stilstaande vracht
auto. De ongelukkige werd opgenomen n
het Algemeen Burgergasthuis te Berg;n
op Zoom. doch medische hulp mocht nie,
meer baten.
Volgens een berekening van het C.B.S.
bedroeg de algemene productie-index in
Augustus (24 werkdagen) 169 tegen 175
in Juli (24L werkdag), alles op basis
1938 is 100. De gemiddelde dagproduc
tie is dientegevolge verminderd van 168
tot 165.
Enkele indexcijfers per bedrijfstak
luiden: bouwmaterialen 137 (147 in Juli),
rubber 454 (472), steenkolen 90 (95), me
taal producten 219 (251), papier 171
(163), electriciteit, gas en water 221
(216).
(Van onze correspondent)
Vannacht omstreeks twaalf uur werd
brand ontdekt in de grote houten cantine
van de Kolonel Palm-kazerne aan de
Rijksweg te Bussum. Ijlings toegeschoten
soldaten trachten het vuur meester te
worden met snelblusapparaten. maar ze
waren toch genoodzaakt de Bussumse
brandweer te hulp te roepen. Deze bluste
de brand met de zes stralen op de water
leiding. De houten cantine brandde geheel
uit en de gehele Cadi-voorraad ter waarde
van enkele duizenden guldens ging ver
loren.
(Advertentie)
In de op 30 November a.s. te houden 1
algemene vergadering van aandeelhou- I
der van de Kon. Verenigde Tapijti'a-
brieken N.V. te Moordrecht za! door direc-
tie en commissarissen worden voorge- j
steld over 'iet afgelopen boekjaar een 1
dividend op de gewone aandelen uit
te keren van 12 pet en op de pref.
aandelen van 7 1/5 pet. (v.j. resp. 10 en j
6 4/5 pet.).
geven aan Uw interieur sfeer en distinctie 1
Pracht collectie voor tafels in alle
maten, waaronder zeer mooie, grote
vierkante oude
zeer scherpe prijzen I
Zichizendingen door het gehele land.
Nieuwe Binnenweg 340-344
Rotterdam Tel. 34136
(Advertentie)
WINKELCENTRUM - BINNENWEC
..Ik-bgn tijdelijk uit logeren. Het zieken
huis heeft zich over mij ontfermd en nu
lig ik daii ih eéh grote zaal, waar in 20
bedden rrrensrn rust en genezing vinden.
Tja een ziekenzaal is een wereldje op
zichzelfDe een weet alle pijn en na
righeid als een heldin te verdr agen, kampt
al met tegenslag week in, week uit. De
ander'kan geen aandacht genoeg trekken
en voelt zich- dus letterlijk en figuurlijk
lijdend Voorwerp! Zulk soort mensen vind
je in elk ziekenhuis.'Je moet er natuurlijk
medelijden mee hebben, maar,..-, het ont
breekt in hen meestal aan doorzettings
vermogen, zij zijn te veel met zichzelf be
gaan. Hun wereldje bestaat, alleen maar
uit zelfbeklag, zelfbeklag en tot slot nog
eens zelfbeklag.
Mijn nevenbuurvrouwen verschilden wat
leeftijd betreft, enorm, want. de een is net
20, staat dus op de drempel van hét lev.en;
terwijl de ander diezelfde.drempel al jarqn
geleden overschreden hééft, wam 'zij Is
82.'"Eén enorm versQlfl. wat leeftijd
betreft.1 m'éar allebei a*ttónFzij aan de zon
kant van het leven, weten zij de humor
te verslaan en is dat niét-het allerbelang
rijkste voor een volledig'herstel?
.Tè staat er eigenlijk Verbaasd over hóe
gauw je eigen bent mef elkaar op een
ziekenzaal Óch, diezelfde zaal is immers
een kleine wereld op zichzelf, waar dage
lijks geleden en gestreden word. waar wij
het. verlangen naar man en Kinderen tij
delijk bij anderen, bedwingen en wij de
tanden pp elkaar zetten', om daar niét aan
toe te geven. Soms, óch', 'ja, soms capitu
leert er wel eens een. dan is er dé bemoe
digende knik van de overbuurvrouw of
juist dat ene woord van de zuster, die de
lach weer door laat breken. Na regen
komt immers altijd zonneschijn....!
Zusterser is een pracht actie ge
voerd voor de oud-verpleegsters in het
hele land. om hen op hun oude dag niet te
laten verkommeren. Pas als je zelf (tk
nu voor de zesde maal!) die meisjes in hun
blarjwe uniformen zo'n hele dag mee
maakt,, dan besef je pas wat een werk
deze opvolgsters van Florence Nightingale
verzetten.
Bewondering en eerbied voor hen, die
leder uur van de dag voor je klaar staan
met een opgewekte lach. een lach, die er
toch altijd zo „in" gaal en die vreugde en
kracht geeft van bed tot bed...
Verpleegsters.een niet te waarderen
beroep. Een prachtige vrouwenschare tot
verzachting van zoveel oneindig leed Met
handen die dienstbaar zijn aan de bestrij
ding van allerlei ziekten. Goddank dat zij
nu zoveel beter gesalarieerd worden, hoe
wel, wat zij voor de zieken verrichten,
eigenlijk met geen goud ter wereld te be
talen is.
I" jongensjasjes is de keuze aliijd klein,
meestal modellen hoog gesloten en een
plooi in de rug. Bijgaand model is ook
zo, doeli nu eens een raglan model, wat
weer eens iets anders is. Dit jasje is van
een ruitje vervaardigd èn met fluweel
afgewerkt, wat een ander effect geeft.
De sluiting is met twee rijen knopen.
Verkrijgbaar voor de leeftijd van 23
jaar, 45 jaar, 67 jaar a 0,75.
Plak aan de adreszijde van een briefkaart, naast en buiten het frankeerzegel
het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze naar
ATELIER CROON BEATRIJSSTRAAT 4, ROTTERDAM
Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres, woonplaats en maat
en nummer van het gewenste model.
Plak nooit meer dan f I.— aan postzegels op een kaart, wat meer geplakt
wordt is waardeloos.
Girostortingen eveneens ten name van Atelier Croon op nummer 271291
Patronen worden niet geruild.
Bestellingen onder rembours worden niet uitgevoerd.
HOOFDSTUK V
Brieven voor u, juffrouw Butté.
Zij wachtte op de brief, die zij in
Het zijn de eerste, juffrouw. Vader
heeft ze vanmorgen voor u geplukt en
ik heb ze in het mandje gelegd.
O, juffrouw, wat leuk. voor u, bent
Mevrouw Butté is een weinig be
schaamd over Claires optreden.
Claire, mijn jongste, Marcel, je
herinnert je haar misschien, hoewel ze
nog erg kiein was, toen je haar kende.
We hebben veel tegenspoed gehad. Daar
om..maar welk een vreemde samenloop
van omstandigheden, dat die brief.
Nummer 131455, fluistert Claire,
blozend van verwarring en laat plote-
ling Négrito uit haar armen vallen.
Gelukkig nummer, dat mij aan
mijn plicht herinnert en mij een deel
van mijn gelukkig verleden h.eeft terug
gegeven, want het geeft mij iets van
mijn moeder in haar beste vriendin. Het
blinde toeval is soms heel erg helder
ziend.
En de liefde is het huis binnenge
komen.
Het is een mooie liefde, die het nart
van Marcel Bérieux vervult, een sterke,
diepe, verstandige liefde, die hem door
en door gelukkig maakt.
Een andere liefde van minder zuive
re aard, eerder van een opwindend en
heerszuchtig karakter, is de liefde, die
van Eliane en Jacques, eerst nog goede
kameraden, ongeduldige verloofden heeft
gemaakt.
Frédérique is achtentwintig jaar. De
lange, zware keten van deze acht jaren
heeft zo zwaar op haar schouders ge
drukt, dat zij het gevoel heeft alsof er
een wond door was ontstaan, welke nooit
meer geheel zal verdwijnen. Waaruit
hebben al deze dagen bestaan? Zij
weet het nauwelijks. Kleine nijpende zor
gen, als een zwerm vliegen, die je ter
gen, die langzamerhand j« bloed uit
zuigen en je krachteloos en moedeloos
achterlaten.
De vrolijke vlam, die vroeger haar
gezicht deed stralen en haar glimlach
een bijzondere charme verleende, is ver
dwenen. Misschien is zij mooier dan
vroeger met haar bleek gelaat, haar gro
te donkere ogen en haar mooi gevorm
de mond. Maar de ernstige trek om
haar lippen, het gladde blanke voor
hoofd, waar het donkere haar langs
golft, schijnen een droevig geheim te
verbergen. Haar verdriet. Het verdriet,
dat zij voor zich alleen wil houden uit
een zekere trots. Arme Frédérique.
Zij hebben mij nu niet meer nodig.
Ik heb nu het recht aan mijzelf te den
ken. Dat heb ik verdiend., ja, ik heb
het verdiend. Het is mijn recht, ten
minste als er recht op geluk bestaat.
gedachten reeds had gezien, voordat de i u n;et' blij?
postbode hem haar gaf. Daarom wandel- Blijdschap, geluk, is het dan waar,
de zij langzaam naar school. Het zou j dat haar toekomst in de gedaante van
haar onmogelijk zijn geweest, haar werk al deze kiejne meisjes haar nadert,
die ochtend goed te verrichten, als zij waarom dit feest?
die brief, die zij nu tussen haar bevende i Qmdat u blijft. U blijft bij ons. "Itijd.
vingers houdt, niet had ontvangen. Ze-1 Altljd Gelukkige kindsheid. Altijd. Het
nuwachtig opent zij hem. „Claire had sjec^^s een paar maanden,
gelijk, ik heb geen zelfvertrouwen, ik JFré<jérique, met de vruchten in haar
verdien het niet, gelukkig te zijn handen, en al deze jonge vreugde om
Haar blijdschap, schuchter ontwaakt, ^aar heen) voelt zich jaren jonger. Weg-
verdwijnt weldra weer. Het korte be- t. gevaagd zjjn twijfel en angst. Overmor-
richt stelt haar teleur. Papier met de „en overmorgen. De wondere, de ont-
firmanaam. Banale conventionele felrci- roerende uren van het wachten. Niets
taties. Een afspraak twee dagen later. gr de bedwelmende zoetheid aan
En daaronder, heel kort: „Je trouwe j onmemen.
vriend Robert". J Een gezegde van Claire, dat zij zich
Hij heeft dadelijk geantwoord op herinnert, doet haar glimlachen: „Het
het eerste het beste stuk papier, dat hem i mo0iste ogenblik der vreugde is het
in handen kwam. Zijn zaken vergen veel wachten ér op".
van zijn zenuwen. Hij zal er wel rede- Daarom blijft zij die avond lang voor
nen voor hebben, waarom hij die dag haar venster staan, verloren in haar
en dat uur voor een samenkomst heeft droonrii de werkelijkheid bestaat niet
uitgekozen. meer y00r naar De zachte stemmen van
Plotseling blijft zij staan, glimlacht
rustig. „Huis vol geluk". Het huis is
oud. Onverschillige voorbijgangers zien
slechts een vervallen huis in een ver
laten tuin. Er hebben gelukkige mensen
gewoond. Als kind vond Frédérique het
erg prettig om de twee oude mensen,
die haar zakken vol lekkers stopten en
haar sprookjes vertelden, te bezoeken.
De tuin was vol schaduw en er waren
een massa geheime schuilplaatsen. De
twee oude bewoners zijn reeds lang ge
leden gestorven, maar hun zielen zweven
nog om en in het huls. Voor Frédérique
is er een illusie aan dit huis verbonden.
Het is het „Huis vol geluk". Zij stelt
zich voor hoe zij haar leven in dit
huis zou inrichten, stil en gelukkig. Het
huis vol geluk. Als zij voorbij gaat, groet
zij het huis en glimlacht. Zij heeft zich
in dit huis reeds als vrouw en moeder
gezien, in deze tuin hebben haar kinde
ren gespeeld, hebben er bloemen en
vruchten geplukt en er gedanst. Zij heeft
er haar zoons en dochters volwassen zien
worden, het huis zien verlaten om in
de wereld hun toekomst op te bouwen.
Robert en zij zijn oud geworden.'Zij
zijn de twee oude mensen geworden, die
hét huis hebben bewoond.
Wat ben ik een dwaas, denkt Fré
dérique. „Claire is minder kinderachtig
dan ik.
Maar toch heeft zij gezien, dat bij de
ingang van het huis een bord sthat
waarop de woorden „Te Huur" zijtl ge
schilderd.
Hierin ziet zij een teken.
Op de weg komen de schoolkinderen
haar reeds tegemoet, zingend en sprin-,
gend, de handen vol bloemen. Zij han- je stapt zij op de tram, die haar naar
gen aan haar arm, dragen haar actetas. i het zo. verlangde doel zal brengen. By
Rénée Brizard, volgens de andere kin- |.het eindpunt gekomen stapt zij uit. Welk
deren haar lievelingsleerling, geeft haar een eigenaardig idee om deze samen-
een mandje vol geurende aardbeien enkomst hier te houden,
persen. 1 Wat.is dat? Nu. dacht zy nog wel, dat
Claire en Jacques dringen nauwelijks
tot haar door. Ze zou er In het geheel
niet op letten, als zij niet plotseling de
naam van Robert had gehoord.
Vandaag kamerlid. Morgen raads
lid. Hij zal zijn wég maken.
Als hij geen ploert is, zullen de
zorgen voor Frédérique weldra, voorbij
zijn.
ja, maar onze Robert is een ploert.
Marcel zegt.
Frédérique hoort enkel een zacht ge
fluister. Zij voelt de boosheid in zich
opkomen. Zij, voor. wie zij haar per
soonlijk geluk heeft geofferd, hebben
haar dus niet begrepen. Zij weten niet,
dat zij tot hen behoort, die slechts ge
lukkig zijn als zij kunnen schenken. Wat
kan het haar schelen of Robert rijk
wordt.
Eindelijk valt zij in slaap en droomt
Van „Het huis vol geluk". Zij dwaalt
door het labyrinth van struiken in de
eindeloos lange gangen en zoekt tever
geefs naar Robert. Brand verwoest het
huis., zij vlucht en wordt plotseling
wakker, haar hoofd gloeit, haar hart
klopt, onstuimig.
De gehele verdere dag voelt zij zich
loom en ellendig door deze nachtmerrie.
HOOFDSTUK VI
Frédérique maakt vijf minuten vroe
ger een einde aan de les. Zij ruimt op
en laat dit de kinderen eveneens doen
Als de bel gaat, zijn zij allen gereed
Zij staat op straat en haast zich, blij
met het ogenblik dat komen zal, naai
de tramhalte. Lenig' als een jong .meis
zij te vroeg was en nu wacht hij reeds
op haar! Want dat moet hij beslist zijn,
die daar ginds heen en weer wandelt
en daarbij een krant leest. Heel zacht
lopend om hem te verrassen, komt zij
naar hem toe, een blijde glimlach om
de lippen Hij kijkt om het is een
vreemde! Teleurstelling dooft haar vreug
de. Zij loopt door, probeert onverschil
lig te doen. De vreemde kijkt haar een
ogenblik na, dan loopt hij opnieuw heen
en weer. Een jong meisje nadert hem.
zij draagt een roze iapon en heeft een
parasol van dezelfde kleur in de hand
Zij wuift en glimlacht reeds van verre
Een ogenblik later passeren zij gearmd
Frédérique en kijken medelijdend naar
haar. Zij bloost en voeit zich bèledigd
Voor het eerst ziet zij Robert Haynault
met andere ogen: vijandig, verdacht. Zij
begint haar vertrouwen in hem te ver
hezen Zou ik o-mij in de dag en het
uur hebben vergist Heb ik het wel
goed begrepen? Is het wel hier?
Zij haalt voor de zoveelste keer de
brief uit haar tasje en leest hem over.
Neen het is in orde. Maar zij wacht
al een half uur. Opeens wordt zij ang
stig. Geen ogenblik komt het haar in
de gedachte, dat Robert haar voor de
gek zou hebben gehouden. Er moet iets
ernstigs zijn. dat hem ophoudt mis
schien een ongeluk? Zij gaal dezelfde
weg die zij gekomen is, terug. Een au
to, die het stóf doet opwaaien, dwingt
haar helemaal aan de kant te gaan.
Een stem roept, de wagen stopt en de
bestuurder springt e;r uit.
Arme Frédériqüe, ik heb je laten
wachten. Ik kan er heus niéts aan doen
Een panné, 'n band sprong, toen ik
.misschien honderd meter gereden had.,
zulke ongelukjes heb ik nu altijd.
Haar grote donkere ogen kijken hem
verwonderd aan. Maar zonder daarop
te letten gaat hij voort. „Ja, zie je, die
wagen, een koopje, men krijgt die din
gen nu bijna voor niets. Ik moet zoveel
reizen., mijn zaken.. Hel is zó veel
gemakkelijker, dat snap je, het gaat
vlugger. Stap maar in en ga gemakke-
lijk zitten, de kussens zijn heus nog goed
Zij dwingt Ach tot een glimlach. Een
schaking?
Hij geeft geen antwoord, sluit het
portier, zet de motor aan en rijdt pijl
snel verder.
Je vindt het zeker wel goed, er
gens een kop theee te gaan drinken?
Rij niet zo hard, Robert, alsje
blieft? Zy' zegt dit zonder enige bedoe
ling, want zijis meer. van zijn optreden
dan van dé vaart van de wagen ge
schrokken.
Hij trekt, de schouders op. „Op mijn
woord,. Frédérique, je gaat niet met je
tijd mee. Je bent uit de vorige eeuw
Ik rij nauwelijks tachtig- kilometer:
Zij wil niet dénken, zij'wil niets weten,
haar afgestompte zintuigen nemen nau
welijks -iets Waar, haar gedachten zijn
vreemd omsluierd Zij geeft er zich even
wel toch. nog rekenschap van, dat zij
aan het einde van deze tocht tegen iets
zal verpletterd worden, zij en haar il
lusies en dat geen menselijke macht
haar zal kunnen redden.
De kussens van de auto hebben een
sterke vreemde geur, die Frédérique on
passelijk maakt. Zij voelt iets hards
naast zich liggen. Het is een lippen
stift. Hoe komt die hier? Ieder ant
woord, dat zij zichzelf op deze vraag
geeft, klinkt aannemelijker dan de waar
heid. Zij begint zichzelf te beschuldigen.
Wat is er met mij gebeurd, dat
ik begin te twijfelen aan hem, van wte
ik het meeste houd? Zou ik jaloers
zijn op Claire's geluk, op het geluk
van Jacques, op ai die jonge liefde om
mij heen en daardoor het mijne ver
geten?
Eensklaps stopt Robert. Zij valt dooi
de schok naar voren. De wagen staat
voor een landelijk café. In een lange
smalle serre staat een aantal tafels, die
bedekt zijn met vlekkerige tafellakens:
honderden vliegen zwermen om de sui
kerpotten. die er staan. Een versleten
plaat op een gramufoon zingt met
schorre stem „Ramona".
Alsjeblieft Robert, laten wij in de
tuin gaan zitten, daar is het tenminste
fris en wij zien de vijver.
Zoals je wilt, dan in de tuin,
stemt Robert toe.
Een jong meisje verschijnt in de tuin.
Ze ziet er ongesoigneerd uit. Zij is erg
dik en zeer slordig gekleed, Haar dikke,
rode handen met de onverzorgde nagels
vertaden het ruwe werk, dat zij doet.
Zij glimlacht en toont een rij sneeuw
witte tanden. „Hoe jammer, mijnheer
dat u gisteravond niet hier was, al uw
vrienden zijn geweest wij hebben ge
danst
Robert kijkt haar woedend aan. Zy
zwiigt
Twee thee op het terras en een
gemakkelijke stoel voor deze dame.
Het meisje verdwijnt met een boze
blik op Frédérique.
Deze voelt zich minderwaardig. Haar
oude jurk en uitgelopen schoenen, haar
hoed, die zij reeds twee seizoenen heeft
gedragen, flatteren haar niet, denkt zij
eensklaps en ze voelt zich diep onge
lukkig
Robert
kellnerin
les. Het
komt.
En tot Frédérique. „Een man als ik
kent geen vrijheid. Alles wat hij doet,
wordt bespionneerd en becritiseerd. Het
is verschrikkelijk.
Zij zijn alleen. Eindelijk.
Het is heerlijk onder de grote bóom
in de schaduw. Het. blauwe water van
de vijver ligt voor hen te schitteren
In de verte is een zeilboot zichtbaar.
Trots glijden een paar zwanen over het
water, achter haar zwemmen een aan
tal jonge zwaantjes zij proberen hun
ouders bij te houden Een hagedis kruipt
uit een muurspleet en koestert zich in
de zon.
Met de kin in de handen gesteund en
de ellebogen op tafel geleund, waar de
thee koud en de gebakjes een prooi
der wespen worden, zit Frédérique en
wacht. Waarop? Zij weet het zelf niet.
Zal Robert eindelijk beginnen te spre
ken?
Hij heeft rustig een sigaret uit zijn
koker genomen steekt haar op en
blaast de blauwe rook voor zich uit. Dan
begint hij over onverschillige dingen te,
doet vriendelijk tegen de
„Het is goed. Wij hebben al-
is niet nodig, dat, je terug
praten de voordelen van zijn wagen,
zijn reizen, zijn zaken. Over het dorp,
waar hij in zo lang niet meer geweest
is, omdat hij weet, dat men hem er
niet graag ziet. En dat om de laatste
verkiezingen. Wat. zullen de dominé, de
leraar en die bruut van een Fumel nij
dig op hem zijn.
Schudt niet van neen, Frédérique,
ik weet, wat je mij wilt zeggen. Jij hebt
hen allemaal steeds zo buitengewoon ge
vonden Ik heb hen echte: anders le
ren kennen Ik ken de prijs van hun
weldaden.. Ik ben niet als een hond,
die de zweep, waarmede men van plan
is hem te .slaan, in zijn bek aandraagt.
Blijft alles in dit achterlijke dorp dan
zo star?
Frédérique weet niet meer, wat zij
zegt. Haar woorden komen als in een
droom en hebben geen betekenis. „Het
Huis vol Geluk"., weet ie nog?.. Dat.
staat te huur.Is dat niet wonderlijk?
Dat het juist nu leeg staat. nu..
Het Huis vol Geluk? Hij probeert
zich te herinneren.
Ach ja, ik weet het. Dat krot, dat
wij als kinderen zo bewónderden? Wat
kan een kind toch dwaze illusies heb
ben Te denken, dat. dat huis toen voor
ons het noogtepunt van comfort en ge
zelligheid betekende.
En nu? Frédérique is moedig. Zij
weet nu, wat haar bedreigt. Zij luistert
kalm. „En nu?"
Hij lacht. Het is een ruwe lach, die
haar treft als een vuistslag „WHt drom
mel, men moet toch met zijn tijd mee
gaan Het geluk? Men brengt 't nie» naar
een nest vol microben waai men rheu-
matisch wordt, als men dat geluk mee
naar een hygiënisch huis kan nemen
waar centrale verwarming, een lift en
een stofzuiger zijn. Men moet werkelijk
een Frédérique zijn 'om in zulke bouw
vallige huizen, die enkel een geschikte
bergplaats voor mummies zijn, charmes
te ontdekken.
De uitweg is gevonden. Hij begint
filosofisch te pralen over de wegen, die
hem naar zijn doel moeten voeren, nver
de mogelijkheden, die voor een man be
staan om zich een weg te banen en
over het leven, dat mensen, die veel van
elkaar houden, scheidt
Frédérique is opgestaan. Zij is erg
bleek, zij zegt geen woord. Zij net al
les als door een sluier en is duizelig
Zij ts als een drenkeling, die door het
water naar beneden wordt getrokken
Haar ogen staren zo ongelukkig en tra
gisch, dat zelfs Robert er van schrikt
Hij probeert haar hand te grijpen „Fré
dérique, kom, jij, die altijd zo verstan
dig bent, zo helemaal niet sentimenteel
lij, die altijd voor anderen hebt geleefd.
Zij is weggegaan De kellnerin blijft
in de deur staan en grijnslacht.
Robert roept zacht .Frédérique je
maakt ons hier gewoon belachelijk.
Zij loopt met, grote passen door. Hij
volgt haar en doet alsof hij het aardig
vindt Ze is aan de kant van de weg
gaan zitten en steunt de kin in de ge
vouwen handen. Als hij haar genaderd
is, blijft zij onbewegelijk.
Hij smeekt. „Frédérique. Vergeef mij
Jij hebt mij verkeerd begrepen. Je zult
zien, dat er feitelijk.
Laat mij met rust.
Wat wil .ie hier? Het zal gauw don
ker worden. Wij moeten naar huis. Ik
zet je binnen een kwartier thuis af.
Zou je daar nog durven komen?
Robert schrikt van deze vraag.
Zij glimlacht verachtelijk. „Waar ben
je bang voor? Neen. neen. ik ben niet
sentimenteel. Daar komt de boot. Daar
ga ik mee naar huis, het is heel een
voudig. Zij houdt hem met een bewe
ging van de hand op een afstand, zij
duwt hem terug, zij verjaagt hem.
Een vrouw gaat in de nacht alleen
naar huis. Haar gang is zwaar als van
een arbeider, die een last draagt.
Frédérique heeft, als een gewond dier,
de schaduw en een schuilplaats gezocht
en deze in haar donkere kamer gevon
den Uitgeput valt zij in een stoel en
snikt haar bitter verdriet uit.
Er wordt in de tuin gefluisterd als in
een huis, waar een dode ligt..
- Wy hadden haar moeten waarschu
wen, voorbereiden..
Het is Jacques, die vol medelijden
voor haar Is.
- Een jongen die wij beschermd heb
ben, die zonder ons niets zou zijn ge
worden, klaagd de moeder. Maar wat
is er tussen hen voorgevallen?
Heeft Frédérique 't u niet verteld?
- Zij zal het nooit Vertellen. Toen rij
laat thuis kwam zo laat, dat Ik al aan
een ongeluk dacht, is zij in een stoel
neergevallen en toen ik bij haar kwam,
beeft zij mij beslist niet herkend, want
zij duwde mij weg.
- Laat mij., zeg niets., geen woord.,
bet zou ellendig zijn.
- Fredenque, mijn lief kind, vertel
een», is er iets met je aanstaande?
- ik ben niet verloofd. Ik ben het
nooit geweest. Hij Is het, die niets van
mij wü weten. Ik zeg jullie dit eens
voor al, ik smeekjullie, als jullie een
beetje van mij houdt, spreek er dan
nooit meer over. Met geen woord,
nooit!
En toen begon zij te snikken met het
hootd op haar armen en ik zag enkel
haar arme smalle schouders, die schud
den van het snikken.
Nu heeft Frédérique ruw het venster
gesloten, zy heeft de gordijnen dichtge
trokken en licht gemaakt. Zij wil alleen
zi.1'1 met haar verdriet. Zij bergt de
brieven, foto's, alles wat zij van hem
heeft gekregen, in een doos op, daarna
wordt zy kalmer, moedig kijkt zij naai
de werkelijkheid.
Hoe heb ik van hem kunnen houden?
Hoe is hel mogelijk, dat ik zoveel van
hem kon houden? herhaalt zij onophou
delijk Heb ik dan een schaduw liefge
had? Heb ik hem goed, rechtvaardig,
liefhebbend, eerlijk gemaakt met al de
kracht van mijn illusies en wensen
Heb ik van een schim gehouden? Of
heeft het leven, dat Iedere mens elke
dag opnieuw vervormt en hem van iets
berooft, die man, van wie ik hield en
dié ik nu veracht, veranderd?
Want, het ts een ander, een vreemde,
die voor haar heeft, gestaan en wiens
stem. wiens woorden, wiens bewegingen
haar liefde dodelijk hebben gewond. Zij
overdenkt hoe alies zou zijn geworden
als de omstandigheden hun plannen niet
hadden verijdeld. Haar gelool in hen»
was zo diep en innig Hoe kan zij n®.
nu het leven haar niets meer bleOT,
verder leven? Hoe zal zij de onhandig®
woorden van troost kunnen aanhoren en
haar verdriet aan de nieuwsgierige
blikken, die haar beledigen prijsgeven?
(wordt vervolgd)