Ontboezeming van
een Pleinprediker
MISSIEZONDAG
Hoofdplicht van de Kerk
GODS ROEP
i
Op deze pagina
Berichten uit GODS KERK
hondenpraat
Een wereld van weerstanden en
mogelijkheden
UIT DE OOGST VAN
EEN WEEK
In
a
Azie
sterven
millioenen
kinderen
DE VICIEUZE CIRKEL
r~
OVER DE GRENZEN
"N
V.
J
ZATERDAG 23 OCTOBER 1954
PAGINA 7
Weerstanden
Neem me niet kwalijk, maar ik
vind de wereld wreed. Diezelfde
wereld waarvoor op Missie-Zon
dag mijn gelovige aandacht wordt
gevraagd. Zo onverbiddelijk gaat
deze wereld haar gang, missie of
geen missie, met of zonder post
zegels en zilverpapier. De wereld:
dat is immers China met een paar
honderd millioen Chinezen, die
voor een groot deel honger lijden
en hongerig van de ene uitbuiting
in de ander zijn vervallen, niet
eens meer ernstig op zoek naar 'n
wezenlijk begin van menselijke
vrijheid, om over een goddelijke
Bevrijding nog maar te zwijgen.
De wereld: dat is Zuid-Afrika,
waar een echtpaar van een blan
ke man en een zwarte vrouw on
langs is veroordeeld, omdat hij
blank en zij zwart is en omdat de
„wet op de immoraliteit" de com
binatie verbiedt; dat is het land
van Stepinac en Tito, van Minds-
zenty en zijn Hongaarse beulen;
dat is het uitgestrekte gebied van
de Indo-Chinese en Koreaanse
slagvelden, de millioenen ont
heemden, de millioenen pasgebo
ren kinderen, die dit jaar in Azië
zullen sterven, het stemvee van
Oost-Duitsland, het proletariaat
van de banlieux der Franse ste
den en de negers van Harlem. De
wereld: dat is het kind, dat als
oorlogsinvalide werd aangetrof
fen in de straat van een Zuidko-
reaanse stad, kermend tegen de
stoeprand, stervend van pijn en
honger; dat is het kleine stukje
Parijs, waar dezer dagen een tent
stond, bewoond door een vader,
een moeder en een kind, dat dood
moest gaan aan bronchitis, want
er was geen plaats voor hen in de
herbergen van de feestelijke
Lichtstad.
Mogelijkheden
Missie
China
Formosa
DE WERELD VAN
Kijk nu niet verder, maar beantwoord
eerst even deze vraag: welke is volgens
jou de hoofdplicht van de Kerk? Dat is
m.a.w. wat is de zin van haar bestaan j
hier? Waarvoor is zij er in feite? Je kunt
hier natuurlijk verschillende antwoorden
op geven en die worden er ook gegeven.
Sommigen vinden de Kerk noodzakelijk,
om de cultuur, welke zij brengt. Anderen
menen, dat zij er is en noodzakelijk is,
om het zedelijk leVen van de mens én
te richten én te beschermen Zonder de
Kerk zou de wereld een chaos zijn en
zou ieder doen, wat ieder zou willen.
Zelfs de niet-katholieken, humanisten le
ven nog als het ware van flarden Chris
tendom. Deze en andere antwoorden zijn
natuurlijk alle ten dele waar, maar
geven niet de diepste zin van de Kerk
weef.
De Kerk op deze wereld is op de eer
ste plaats een Heilinstituut. Daarvoor is
zij gesticht. Zij zet de zending van Chris
tus voort. Of liever laten we bovenaan
beginnen. Laten we beginnen met Gods
algemene heilswil, toen Hij de mens
schiep. Hij schiep hem naar zijn Beeld
en Gelijkenis. Daardoor is ieder mens
geroepen tot de eeuwige gelukkig-
uiakende gemeenschap met God. De
zending van het Joodse volk was er om
hiervan te getuigen. Ook profeten wer
den geroepen, om hiervan te getuigen.
Maar vooral dit: de Vader zond zijn
Zoon, om ons allen te redden. Christus
gehele leven was erop gericht, deze
zending te vervullen: Zijn sterven was
een sterven, opdat wij zouden leven. Dan
komt de Pinksterervaring in de Kerk,
als de H. Geest langzaam, maar onweer
staanbaar begint op te dringen en de
Kerk verbreidt in steeds grotere krin
gen. Dit is de hoofdplicht van de Kerk:
de zending van Christus tot heil van ei-
dere mens door en voort te zetten, ja
tegenwoordig te stellen in alle tijden en
op alle plaatsen tot het uiteinde der aar
de en het einde der tijden. De Kerk kent
dus geen groterfe en dwingender plicht
dan het apostolaat. De Kerk is m.a.w.
wezenlijk een missionerende, een aposto
lische Kerk. De Kerk is daarom wezen
lijk ook altijd in het offensief. Lijdzaam
heid op dit punt kent zij niet en mag zij
niet kennen. Zo is het altijd in de geschie
denis geweest. Onweerstaanbaar werd de
ene plaatselijke Kerk na en door de an
dere plaatselijke Kerk gesticht, totdat al
len, die bereikt konden worden, bereikt
waren. Deze Missieplicht van de Kerk
kreeg een nieuw en groot élan met de
ontdekking van andere en nieuwe wereld
delen. Er ontstond plotseling in het be
gin van de nieuwe tijd een grootse Mis-
siebeweging, welke allerlei problemen op
wierp. Zo is de Kerk door de geschiedenis
gegaan. En we weten, hoe dit élan mis
schien een ogenblik kon verflauwen,
maar nooit geheel verdween. Juist de
laatste decennia kent het Missievuur een
nieuwe en ongekende opleving. We weten
ook. hoe juist Nederland onder de missio*
nerende landen een van de eerste plaat
sen heeft veroverd.
Op Missie-zondag wordt de chris
ten zich meer dan ooit bewust van
de eenheid en de algemeenheid van
het menselijk geslacht. Vaak denken
we zo particulier en nationalistisch,
zodat we ons opsluiten in onze eigen
landelijke grootheid. Maar de Chris
ten heeft er weet van, dat God niet
alleen de God van Europa of van de
blanke volkeren is, maar van elke
kleur en elk ras. God roept iedereen,
zonder onderscheid. Dit is de alge
meenheid van Gods heilswil. Ieder
mens, door het feit, dat hij geboren
wordt, wordt persoonlijk door God ge
roepen om te komen tot de gemeen
schap met God in de hemel. Het kan
misschien de schijn hebben, dat deze
persoonlijke roeping van elke mens
in de practijk weinig of niets te be
tekenen heeft, maar zo is het toch
niet. Zien we immers niet, hoe b v.
God in het Oude Verbond speciaal
de God was van Abraham, Isaac en
Jacob, de God van het Joodse volk?
Zeker, op het eerste gezicht kan dat
ook lijken. God heeft het Joodse volk
uitgekozen als drager van de belof
ten. Maar juist van uit dit volk
moest het heil uitgaan naar alle vol
keren, naar alle heidenen. Uitdruk
kelijk komt dit naar voren in de mes-
siaanse voorspellingen, welke de Jood
se grenzen wijd doorbreken en zich
richten naar een tijd, waarop all.e
volkeren opgaan naar de heilige tem
pel van Jahwe, waarop overal een
heilig offer aan God zal worden op
gedragen.
Zeker ook is het waar, dat God tot
het vlees kwam juist door het Joodse
volk en gebonden werd in zijn leven
door de Joodse grenzen en gebruiken,
maar wie het Evangelie nauwlettend
leest, zal in de bijzonderheid van
Christus' Prediking, welke zich richt
te en aanpaste aan het Joods gehoor,
de algemeenheid van Christus' leer
beluisteren. Over de hoorders van
Zijn tijd en Zijn volk heen, sprak de
Heer tot allen, tot alle volkeren, tot
u en tot mij. Heel duidelijk kwam dat
uit in 't Verlossend lijden van Chris
tus. waarin zich Gods heilswil wel op
een geheel unieke en onbegrijpelijke
wijze openbaarde: dit lijden en ster
ven was voor geheel de mensheid.
Het is te begrijpen, dat deze alge
meenheid van Christus verlossend
lijden, welke geheel beantwoordde
aan de algemeenheid van Gods roep,
van Gods heilswil in het begin niet
altijd begrepen werd. Het Joodse
volk met name kwam hier van het
begin af tegenop. Zij waren immers
het Heilige Volk van God, de dragers
van de belofte. Vele Joodse bekeer
lingen eisten daarom ook van de
niet-Joodse bekeerlingen, dat zij toe
zouden treden tot de Joodse gemeen
schap. Dan alleen konden zij het heil
verwerven. Hoe verkeerd hun inzicht
was, had de Pinksterervaring hun
moeten leren: tot allen werd het
woord gericht, allen hoorden zij de
Apostelen spreken in hun eigen taal.
Deze eerste strijd om de algemeen
heid van de Kerk is een van de
meest tragische episoden uit de Kerk
geschiedenis. Petrus en Paulus had
den hier met elkaar moeilijkheden
om. Slechts heel langzaam scheen de
ze gedachte door te dringen. Was
niet een van de oorzaken van de Pau
lus' gevangenneming, welke uiteinde
lijk tot zijn dood zou leiden, de haat
van de Joden-christenen, welke 't
christelijke geloof wilden opsluiten
binnen de Joodse leer? Paulus, de
apostel der heidenen, is gestorven
omwille van de algemeenheid der
Kerk. Hij heeft stervend hier zo van
getuigd.
In en door de Kerk wil God Zijn
heilswil voor allen realiseren De
Kerk als heilsinstelling is daarom de
gewone weg voor de mens, om tot
God en het heil te komen. Daarom
moet de Kerk algemeen zijn, niet al
leen inzover ze op alle plaatsen der
wereld geplant is, maar ook alge
meen, inzover zij zo moet zijn, dat
zij ieder volk, ras en geslacht aan
spreekt. Zeker, God kan buiten de
Kerk om handelen. Hij is door haar
niet gebonden, maar de Kerk is de
gewone weg, waarin zich Gods alge
mene heilswil uit en verwerkelijkt:
daarom geldt als algemene regel het
spreekwoord nog steeds: buiten de
Kerk geen heil.
H.B.
Maar is het niet vaak zo, dat vele
christenen menen hun plicht gedaan te
hebben, als er uit hun midden missiona
rissen vertrekken naar verre en vreem
de landen? Dit is niet juist. De hoofd
plicht van de Kerk is het apostolaat. Zij
moet de zending van Christus voorzetten
zowel in binnen- als buitenland.
Maar wie vormen die Kerk? Alleen
het bestuur van de Kerk, Paus en Bis
schoppen? Of moeten we niet eerder zeg-
8en, dat de Kerk evengoed gemeenschap
van gelovigen is. De Kerk, dat zijt gij,
heeft Paus Pius XII eens tot de leken
gezegd. Deze hoofdplicht van de Kerk is
ook de hoofdplicht van iedere christen
als lid van een missionerende Kerk.Door
het H. Doopsel ben jij toegetreden tot
een instelling, welke, hierop op aarde,
op de eerste plaats een missionerende in
stelling is. Daar kun jij niet buitenblij-
Jij kunt de uitoefening van deze
plicht en de verantwoordelijkheid niet op
anderen schuiven, op het Bestuur van de
Kerk of het vage „de anderen." Mis
schien vind je het volgende voorbeeld
vreemd en profaan, maar dat doet er
niet toe, als het maar duidelijk is. Als
je lid wordt van een bridge-club, dan doe
je dat niet op de eerste plaats, om geza
menlijk te gaan zwemmen, maar om te gaan
bridgen. Daar is die club juist voor in
gesteld, Als je door het H. Doopsel lid
bent geworden van een missionerende
Kerk, dan is dat, om ook mee te gaan
doen met grote élan. De Missieplicht
is dus een persoonlijke plicht voor ieder
een. Dat wil niet zeggen, dat ieder per
soonlijk verplicht is naar verre landen te
gaan. Evenmin als tijdens een oorlog
ieder verplicht is in de voorste linies te
strijden. Maar ieder moet zijn steentje
bijdragen door gebed en offer op de eer
ste plaats Ik denk hier aan het woord
van de jkleme H. Theresia: een speld op
rapen uit liefde kan reeds een ziel red
den. Missieplcht door je tijd beschikbaar
te stellen, voor propaganda, door mee-
offeren voor financiële ondersteuning van
het grote werk: ook jouw werk. Nie
mand kan zich op dit punt dispenseren,
als je denkt zalig te worden, door alleen
maar aan je eigen zieleheil te denken,
dan heb je het mis. Wie alleen zijn eigen
huid wil redden is ook onder de gewone
mensen een egoïst.
Zo ook hier: we kunnen slechts ons
heil bewerken door ook voor het zieleheil
van de naasten te werken, door meer te
doen aan deze hoofdplicht van de chris
telijke liefde: het apostolaat zowel in
binnen- als buitenland.
H B.
De wereld: dat is Nederland, waar de
mensen zó dicht bij elkaar wonen, dat
ze elkaar gemakkelijk kunnen doodrod-
delen; waar macht en liefde zo vlot wor
den verwisseld: waar de eerbied voor
de mens op de achterbalcons van de
tram even automatisch wordt vermoord
als in automatisch geschreven commen
taren; waar de openbare discussie door
bijbedoelingen en vooroordeel, door
angstaanjagerij en vervalsing van el-
kaars intentie dreigt te worden ver
stikt; waar het heelal en alles wat eraan
ontstijgt wordt versmald tot een gammel
en stuntelig décor op een klein dorps
plein; waar duizenden hongeren naar
Omdat het morgen Missie-Zondag
is, wordt vandaag bijzondere aan
dacht gewijd aan de buitenlandse en
binnenlandse missie-arbeid. Overi
gens mogen we onze lezers nog eens
attent maken op de rubriek „Over
de grenzen", waarin regelmatig wer
kelijk belangrijk nieuws uit de vele
missiegebieden, maar ook uit alle
andere landen van de wereld kort
wordt samengevat. Wie regelmatig
deze berichten bijhoudt, zal zonder
twijfel de horizon van z'n aposto
lische belangstelling verruimen.
Na de Joost-academie van Breda
en de groep jongemensen uit Roosen
daal kwamen er maar weinig goede
bijdragen binnen van onze eigen
lezers. Vandaag introduceren we een
schrijfster, 'n 21-jarige onderwijzeres
uit Sneek, met een goed artikel, dat
naar eigen zeggen zeker niet het
laatste zal zijn.
Aan boord van 't vliegtuig
van Recife naar Dakar
03.30 's nachts.
Pater.
Excuseer me dit potloodbriefje maar
per se wilde ik U even schrijven n.a.v. die
radio-uitzending over de vliegerij en de
vliegers. Wellicht is het gek of sentimen
teel wat ik U wil schrijven, maar ik doe
het toch, omdat U Uw gedachten heeft
laten gaan over ons, de crew in de cock
pit, en de geest die onder ons heerst. Ik
schrijf dit aan boord van 'n zware 4 rao-
torige Dakota, die zich met haar 10.000
PK op 14.000 voet hoogte in deze nacht
op weg bevindt van Recife over de South
Atlantic via Dakar naar Lissabon en
Schiphol. Mijn collega zit achter de radio
en ik heb dus even tijd voor ik hem weer
aflos. De piloten zitten rustig achter hun
instrumenten en letten op Sjors, onze
automatische piloot, die de kist haarfijn
op koers houdt. En dan denk ik zo bij mij
zelf als ik al die instrumenten zie aanwij
zen wat er in onze 4 versterke motoren
gebeurt; en als ik de radiosignalen hoor
die van 2500 KM ver onze signalen be
antwoorden: hoe is dit alles mogelijk!
Want wie ter wereld verklaart nu eens
wat er in mijn zender gebeurt? Wie ver
klaart de bron waaruit de voortplanting
van onze signalen voortkomt? Geen mens
kan dat. En dan sta ik als gewoon mar
conist stil en in eerbied voor die Almach
tige, die het heelal bestuurt en contro
leert, die onze motoren zo feilloos hun
1800 toeren per minuut laat di'aaien en
onze kist zo doodstil op het „luchtkussen"
laat rusten, terwijl we toch voortbewo
gen worden met 500 KM per uur!
Nergens anders ondervind ik zo de
kracht van de Almachtige.
Hartelijk gegroet,
N.N.
eenvoudige vriendschap en een beetje
vertrouwen, naar frisse lucht en vrije
ademhaling, naar eerlijk gesprek en
zuivere gemeenzaamheid, zonder dat
aan de hongerigen voedsel wordt ver
strekt.
Dat is de wereld, waar het deze Mis
siezondag om gaat en waar het alle Zon
dagen en andere dagen om gaat. En die
wereld vind ik wreed. Zó wreed, dat ik
het niet begrijpen kan, geheimzinnig en
vol diepten van ellende en verbijsterend
onrecht. Zo wreed, dat ik me machte
loos moet voelen, als ik in een dergelij
ke wereld word gezonden met' de op
dracht haar te heiligen in gerechtigheid,
goede trouw, barmhartigheid en liefde.
Is dat niet de opdracht welke wij op
Missie-Zondag gedenken, m ij n op
dracht, u w opdracht?
De wereld, waarop onze missie betrek
king heeft is echter méér dan alleen
maar wreed. Deze wereld is ook goed
en mooi.
De wereld, dat is immers ook Floren
ce met burgemeester Georgio La Pira,
die alles voor allen is, Bologna met Kar
dinaal Lercaro, de geestelijke vader van
een nieuwe, wordende Italiaanse chris
tenheid.
De wereld: dat is het Emmaüs van
abbé Pierre en de duizenden Emmaüs
gangers; dat is Lambarene in Centraal-
Afrika met dr AJbert schweitzei, die
daar levend tussen zieke en gebrekkige
negers nét doet alsof het Evangelie se
rieus is bedoeld; dat is de avondstad m
elk land, met zijn parken en pleinen en
binnenkamers, waar altijd nog, in de
avond, kleine mensen woorden van
menselijke liefde spreken en vanuit
hun liefde naar telkens weer nieuwe
namen zoeken voor de gelifMe. dat is
Val Sainte, de heilige vallei, waar de
Kartuizermonniken sinds eeuwen n»
kluizen bewonen, omdat zij God boven
alles willen liefhebben, en waar het
zuchten en klagen, het hunkeren en ver-
langen der mensheid aandachtig gebe
wordt; dat is het paradijs der kinderen
van alle landen, die van elk verward en
vervuild achtertuintje, van elk verdord
stukje woestijnrand een speeltuin ma
ken, die een kinderlijke voorafbeel
ding moet zijn van de hemel van ge
luk, waar de grote mensen in geloven,
niet meer in geloven of aan twijfelen.
De wereld: dat is mijn moeder en mijn
vader, mijn broers en zusters die enkele
doorgewinterde vrienden van mij, dis
mét mij zijn en mij steeds dieper doen
beseffen, hoe schoon en goed de bete
kenis is van de evangelische woorden
die ik moet spreken: geloof, trouw, eer-
dienstbaarheid, liefde.
wereld
zij biedt óók voortdurend aanknopings
punten in haar lijden en haar angst, in
haar kinderlijkheid en verlangen, in
haar geluksverwachting en in alle
menselijk zoeken naar gemeenschap
en waarachtige liefde.
In déze wrede, mooie en goede we
reld ben ik aanwezig. En ik ben mede
verantwoordelijk voor haar wel en wee.
Ik moet tezamen met u, met m'n
christelijke buren, confraters en onbe
kende broeders, tezamen met alle
christelijke krantenlezers, met de bis
schoppen en de Paus deze wereld
laten zien en horen wat de verlossing
door Christus voor haar betekent. Ik
moet in haar die verlossing, in Zijn
naam, verwerkelijken. Mijn Kerk is
een Wereldkerk. Ik ben een gelovige en
gezondene voor heel de wrede en scho
ne wereld.
Die wereld: dat is ook Nederland.
Wat doen we voor Nederland vanuit
onze christelijke zending en verant
woordelijkheid? Hoe zijn we aanwezig
met ons getuigenis en ons geloof bij
de Nederlandse buitenkerkelijkheid
en het Nederlandse ongeloof? Hoe ver
loopt ons gesprek met de christenen,
die onze dwalende broeders zijn??
Ernstig gesprek met buitenkerkelij
ken en ongelovigen is er nog zeer
spaarzaam. Het „bedrijfsapostolaat" is
schoorvoetend begonnen; belangstel
lenden kunnen in de grote steden
de weg vinden naar de gespreksmo-
gelykheden van „Una Sancta", „Open
Deur" e.a. Daar wordt het geloof on
derricht aan hen, die onderricht willen
worden. Doch betrekkelijk weinigen
komen met hun belangstelling zo dicht
bij de open deur van de éne heilige
Kerk. Het is niet voldoende, dat de
deur van ons huis open staat. Wij zélf
zullen eruit moeten komen, willen
we de mensen, tot wie we gezonden
zijn, ontmoeten. Er zijn aanknopings
punten: gelijke zorg, gelijke angst, ge
lijk verdriet, gelijk verlangen. Gesprek
is mogelijk. En noodzakelijk krachtens
onze opdracht. Vandaar een enkele
poging, nog schuchter, van sommigen
om „buitenshuis" in de gemeenschap
pelijke wereld van kerkelijke en bui
tenkerkelijke te treden en van mens tot
mens met elkander te praten, zich aan
elkander te openbaren, tot gemeen
zaamheid te komen. Vandaar, als ik
het zeggen mag, de aanwezigheid van
een priester op een Plein, waar ieder
een onverplicht kan komen of weg
lopen. Vandaar een blad als „De Vra
gende Mens", dat aan een élite van
denkende en zoekende, aarzelende en
belangstellende buitenkerkelijken wordt
toegezonden, opdat zij aan het gesprek
kunnen deelnemen. Vandaar een een
voudige schriftelijke cursus voor bui
tenkerkelijken, die zich in het myste
rie (voor hen dikwijls het „probleem")
der Katholieke Kerk willen verdie
pen. Vandaar de drukbezochte en ge
animeerde gespreksavonden van ,jPlein
195b", waar de een zo ernstig tiaar de
ander luistert en waar altijd met eer
bied en vanuit geloof wordt gedacht
en gesproken. Vandaar het blad „Plein
195i", dat met duizenden exemplaren
huisaanhuis wordt aangeboden in Den
Haag en dat op Prinsjesdag aan de
wachtenden langs de weg van de
koninkl/ijke rijtoer werd uitgereikt.
Vandaar het denken, met worstelende
en nimmer aflatende fantasie, om nog
andere en nieuwe mogelijkheden te
vinden ter verwerkelijking van de mis
sie, die ons gegeven werd, de zending
die elke dag opnieuw door de Kerk
wordt uitgesproken: ,Jte, missa est":
„Gaat, dit is de zending". De zending
voor héél de wereld, ook voor Neder
land.
Neen, we mogen niet blijven zit
ten: „Gaat". En allen, die dit lezen,
zijn medeplichtig, wanneer er niet ge
gaan wordt
S. JELSMA M.S.C.
bied,
De wereld: dat is Hij, die de
zozeer heeft liefgehad, dat Hü zich
met haar heeft vereenzelvigd en mijn
medemens is geworden, voor eens en
voor altijd.
De'wereld: dat is de Calvarieberg
en het open graf van de eerste Paas-
morgen, toen het leven zichzelf beves
tigde in glorieuze onoverwinnelijkheid
en toen nieuw licht begon te glinste
ren in alle dauwdruppels van de nacht
en alle tranen van menselijk verdriet.
Neem me niet kwalijk, maar ik vind
de wereld zo goed en zo mooi. Laat zij,
in haar wrede ongerechtigheid, voort
durende weerstand en weerbarstigheid
zijn tegenover het Evangelie dat wij in
woord on daad hebben te verkondigen.
„Nu ik
dat van Audrey Hepburn
heb", aldus Hond met een
veelri„mensei^lt;e Peinzende, half-ver-
sniit 6n halUverbaasde blik, „nu
lid ben ^aast echt- dat ik geen
taire oorin commissie voor tnili-
j °°riogsslachtoffers Wist ie
Ten ba?erevanVrif dagen hier komt?
len Date van die oorloesslachtnffpr<<
treedt ze op in een caba^'^ t
Hermans, een teleViSie_uiUendi
een modeshow en een diner. Dit is
een simpele manier om mensen die in
nood zitten uit de nood te helpen.
Audrey heeft ook haar handtekening
gezet op kaarten, die voor i per
stuk worden verkocht. Dat is een nog
simpeler manier, vind ik- Reken maar
dat er straks heel wat geld zal losko
men voor de militaire o
offers, die nu practise!) all
Audrey Hepburn hebben g-
rechtvaardige hulpverlening
nen ontvangen, Ik wil de belablin®
betalers niet onderschatten, maar
eerlijkheid gebiedt me toch, vast te
stellen, dat deze taak van hulpverle
ning té groot en té zwaar is voor Re-
lasting betalend Nederland. Niet d
een deel der belastinggelden aan ae
nood van landgenoten te besteden,
maör door het vrije volkje 'n verzetje
aan te bieden komt men tot een recht
vaardige aanpak. In dat licht en in
dat kader moet je het bezoek van
Audrey Hepburn, geloof ik, zien. En
met deze gedachte in je achterhoofd
moet je een kaart-met-handtekening
kopen a 1 of een kaartje voor de
show 10. Persoonlijk geef ik er
de voorkeur aan deel te nemen aan dat
diner, als een hond wel te verstaan
die z'n plaats kent: op de grond, on
der de tafel, tussen de benen van hen
die de benen afkluiven en wellicht 'r
enkele keer achteloos wegwerpen
Zo zou ik mee kunnen werken aan
dit edele initiatief.
Maar dan zou ik willen voorstellen
om óók dat diner uit te zenden dooi
de televisie, zodat de oorlogsslachtof
fers met eigen ogen kunnen zien, hoe
ijverig ze geholpen worden. En hoe
een hond, die dAar eigenlijk niet
thuishoort (evenmin als de slachtof
fers zélf) toch altijd nog wel een
kruimeltje of kluifje meepikt
De verklaringen van Attlee over de
godsdienstvrijheid in China, zijn door
mgr. Mannix, aartsbisschop van Mei-
bourne, categorisch gelogenstraft.
In een boodschap, gericht aan de „Ca
tholic Herald" van Londen, zegt de bis
schop in genendele de meningen van
Attlee te delen. (De Labour-leider be
weerde immers, dat alleen katholieke
niet-Chinezen vervolgd werden).
Mgr Mannix maakt melding van tal
loze verklaringen van uitgedreven mis
sionarissen, met als enig motief het feit,
dat ze tot de Kath. Kerk behoorden, en
dat bovendien 8 Chinese bisschoppen en
honderden Chinese priesters en religieu
zen voortdurend gevangen gehouden
worden in het rode China. Niet alleen de
katholieken zijn slachtoffer van 't com
munistische regiem, maar ook alle ware
christenen.
In één provincie zijn 200 van de „06
kerken door de communisten gesloten.
„Ik geloof niet dat mr Attlee bewust
heeft gelogen", besluit de aartsbisschop
van Melbourne, „maar de Labour-leidei
heeft zich in enkele weken tijds geen
exact beeld kunnen vormen van de gods
dienstige toestand...., want hij kon al
leen zien, wat men hem wilde laten zien".
Terwijl Formosa ligt
onder de bedrei
ging van een invasie, is het opvallend,
hoe de katholieke missie zich daar uit
breidt. Vele vluchtelingen uit China,
waaronder veel priesters en kloosterlin
gen, helpen hieraan mee. Toch staat For
mosa pas sinds 1950 onder bestuur van
eigen Chinese priesters.
De universiteit van de hoofdstad,
Taipei, die staat onder leiding van Chinese
priesters en Jezuïeten van verschillende
nationaliteit, telt meer dan 3500 studen
ten, waarvan een groot aantal gedoopt is
in 1953.
Ook doceren hier Zusters Benedictines
sen, die buiten hun cursussen om. aposto-
laatswerk verrichten.
De Zusters Dominicanessen besturen
een „High-school", die door de regering
erkend is. mef 700 leerlingen. Zij geven
hier les met 40 eigen leerkrachten.
Het apostolaat voor heel Formosa heeft
zijn centrale in de hoofdstad Taipei, in
het onlangs door een Pater Salesiaan ge
opend „Katholiek Centrum
Het aartsdiocees Taipei heeft 40 pa
rochies met 129 priesters, waarvan 2/3
buitenlandse missionarissen. Er zijn hier
7000 katholieken en 1500(1) catechume
nen.
Het bekeringswerk maakt zeer sterke
vorderingen. In 1953 bekeerde zich een
hele stam van 200 personen. Zij werden
gedoopt door de apostolisch internun
tius in China. De grootste aandacht en
zorg gaan uit naar de vluchtelingen.
Daar zat ik midden in. Wat zich
„de groten der wereld" noemt zat
om me heen geschaard, en het was
me onmogelijk deze gesloten krom
me te doorbreken.
Ze hadden plaats genomen op De
venter stoelen. Dit om de sfeer iets
Nederlands te maken, en mij op
mijn gemak te stellen.
Mijn ogen richtten zich naar Eden,
gingen naar rechts en vingen ach
tereenvolgens in hun lens glimpen
van Malenkov, Van Kleffens, Fran
co, Tito, Coty, iemand van de
pers (zonder nationaliteit), Foster
Dulles. Churchill, Eisenhower en
een Zenuwarts. Om weer te eindi
gen met Eden. Ging ik linksom, dan
was het begin en eindgezicht ook
van Eden. 't Was als bij het myce
lium van een paddestoel. Waren het
vliegenzwammen? Als ik keek naar
de rode mutsen van Tito en Malen
kov dan was ik geneigd te zeggen:
„Ja". De anderen leken meer op
sekhoorntjesbrood.
Vergiftige en niet vergiftige, ge
vaarlijke en ongevaarlijke, alles
vind je in zo'n mycelium.
Hun sporen hadden ze in eigen
land achtergelaten.
Boven me bemerkte ik aan een
paal een bord waarop In het Neder
lands stond: „Vragen over kinde
ren? Hier het Antwoord".
Ik pijnigde mijn hersens wie dat
daar neergeplant kon hebben. Ik
verdacht Franco ervan, die met een
hoogrode kleur, onrustig op zijn
stoel heen en weer zat te schuifelen.
Naderhand bleek dat een der heren
ik vermoedde Van Kleffens,
Spanje was geen UNO-lid een
scheutje ijswater op de stoelzitting
had gedruppeld.
Alle vragen werden in het Neder
lands gesteld, ook door diegenen,
die nooit iets hadden gestudeerd.
De Zitting werd geopend met het
Welpensaluut. Malenkof scheen nog
niet geïnstalleerd te zijn. Hij sa
lueerde links.
Ik verklaarde de cirkel voor ge
opend. „En Eelco", zei ik „Vraag,
vriend!"
Als bij toverslag verdween al het
officiële door deze familiaire aan
spreking.
Malenkov knipoogde naar de pers.
Churchill sloeg Eisenhower op zijn
schouder, die de mep prompt door
gaf aan zijn buurman. Mr Eelco
van Kleffens humde. „Hoe denkt u
over het kind in het algemeen?" Ik
raakte aan het spreken over en
verward in psychische en physische
kwesties. Noemde namen van be
roemde physiologen en peadagogen,
maar merkte al gauw dat ik niet
begrepen werd. Abrupt eindigde ik
met: „Kinderen in het algemeen zijn
kinderen". Dat snapten ze.
Ike vroeg me, al bubblegum
kauwend, welk merk spijkerbroek 't
Nederlandse kind prefereerde. Hij
nam genoegen met het antwoord:
„Geen voorkeur".
Churchill wilde graag de leeftijd
weten waarop het gemiddelde kind
placht te beginnen met sigaren ro
ken. Dat daar geen leeftijd voor be
stond scheen niet tot hem door te
dringen.
Franco informeerde naar de kleu
ren van de kinderdracht op een na
tionale Feestdag!
Molenkov suggereerde zwart-rood.
Een zeer goede combinatie la Ma
lenkov. Hij wilde hier meteen zijn
vraag aan vastkoppelen. „Heeft u er
ook enig idee van of de kinderen
begrijpen wat ze aan de Staat ver
schuldigd zijn?"
Helaas ik had er geen idee van.
Foster Dulles wilde voor z'n beurt
spreken en moest op voorstel van
de zenuwarts in de hoek staan.
Maar hij liet zich niet in een hoekje
drukken.
Door het tumult dat daardoor
ontstond Eisenhower wilde zijn
landgenoot helpen wat als partijdig
heid werd beschouwd zag ik kans
om uit deze duivelskring te ont
snappen. Terwijl vele heren nog
met hun onbeantwoorde kindervra
gen tobden, vond ik me terug in bed
waaruit ik even moeilijk kon komen
als uit de vicieuze cirkel.
R. SMITS.