7
Cjeschenken
Korte Adventsoverdenking
Dan eerst zullen wij de zin verstaan
Voor GOD en de NATIE
NA DUIZEND JAAR
HONDENPRAAT
Dagboek
van een
Aalmoezenier
OP DEZE PAGINA
mg
12
;n
PAGINA
ZATERDAG 4 DECEMBER 1954
In dc viering van de Advent geelt de liturgie ons een meervoudige
gedachte: de verwachting van Christus' geboorte te Bethlehem; de
verwachting van de definitieve komst van Christus op de Jongste Dag;
de inwendige komst van Christus in ieder mens door de genade.
Deze drie aspecten moeten natuurlijk niet afzonderlijk gezien worden:
zij zijn in heel de Adventsviering niet van elkander te scheiden. Tweemaal
is Christus op aarde. Bij het begin van zijn heilsdaad en bij het einde.
Wij pelgrimeren in de phase, de tijd van de genade; de heerlijkheid is oas
nog niet geopenbaard. Wij leven onder het teken, onder de zegen van
deze dubbele komst van Christus: we zien uit naar zijn wederkomst.
HET OORDEEL
Voortdurend wijst Christus ons op
het laatste oordeel van de jongste dag
„Nog is het rijk der hemelen gelijk
aan een net, dat in de zee wordt uit
geworpen. Toen het vol was trok men
het op strand, zette zich neer, en
zocht de goede vissen uit om ze in
vaten te doen, maar de slechte gooide
men weg. Zo zal het gaan aan het
eind der wereld."
„Het rijk der hemelen is gelijk aan
een koning die een bruiloftsmaal gaf
voor zijn zoon".„Velen zijn ge
roepen, maar weinigen uitverkoren.'
„Het rijk der hemelen is gelijk aan
tien maagden, die haar lampen na
men om de bruidegom tegemoet te
gaan". „Wacht dus, want ge kent
dag noch uur".
Altijd weer opnieuw het heenwij-
zen naar het eindoordeel.
Ten onrechte wekt de gedachte aan
Ook in Amerika is het Mariajaar met reügieuzc manifestaties
van allerlei aard gevierd. In Zuid-Californic wordt het Mariajaar
nu besloten met een tentoonstelling „Festival of Madonna's"
waarvoor tal van particulieren hun schone of eigenaardige
Mariabeelden uit eigen bezit ter expositie afstonden. Er zijn
zelfs bekende filmsterren uit Hollywood die voor deze gelegen
heid een bijdrage leverden, zoals Irene Dunne, die de bovenste
Madonna uit onze reeks, de „Madonna of the Mandolin inzond.
Dat is een modern beeldje kennelijk op oude voorbeelden
geïnspireerd, vol folkloristische elementen, maar zonder dc
aangrijpende menselijkheid die het oud-Spaanse Madonnabeeld
op de foto daaronder vertoont. Van een verrukkelijke argeloos
heid is het 17e eeuwse Mexicaanse beeld daawnder. Het moet
minder een vrome veneratie voor de H Maagd zijn geweest dan
het kinderlijk besef voor Haar verbondenheid met de strijdende
Kerk, die de beeldsnijder de Madonna deed uitbeelden als een
Mexicaans dorpsmeisje, wandelend in een palmentuin. De foto
hiernaast tenslotte geeft een oud-Chinese Madonna in haar
kastje te zien.
MGR SCHNEIDERS NAAR
NEDERLAND
Apostolisch-Vicaris van Makassar
WMCMMtff
^an
een
te-
toe-
lang
gs-
aar-
ndel
aan
pret-
eide,
apen
dden
i, of
bom-
2000
rdeel
m
n er,
irden
Land
naar
staan
opers
Het
id en
imen.
voor
10.
posi-
i lap
en in
im-
ledig,
t ge-
een
laar.
zich
elec-
arme
vater
iscus.
t der
der
bolle
achel
It de
tst de'
mrgse
;uurs-
00 m.
wel
anen,
itjes".
lucht
onde,
mest"
snaar
uk op
s: ha-
1, die
- Bij
toom-
s: ho-
le Pa-
-peer.
■peer?
ologie
n kar
nsheid
heette
iets?
'k nul.
nacht?
Inder-
chtste,
'n an-
elnere
n
ief?
;n tin
i legé-
te hun
n ste-
féli-
ns de
ïoemd
bogen
regen-
kleur
elkaar
groot-
lan-
staan
Hoewel het gezicht van deze pagi
na aan verschillende stemmingen on
derhevig is, blijft zij onveranderd het
terrein van: De mensen van mor
gen.
De uitbundige licht- en feestrecla-
mes rond Sinterklaas hebben hun in
vloed niet gemist op onze hoog-be-
gaafde theoloog die ons de ware be
tekenis van het geschenk uiteenzet.
De maand December is de maand
van geschenken, daar zijn we nu on
derhand wel achter. De zin van het
geschenk is weer wat moeilijkei
te vatten. Nu vragen we ons af: waar
zitten we nu in feite op te wachten,
als we anderen geschenken geven?
Zo wemelt het rond 't feest van Sin
terklaas gelukkig ook weer van pro
blemen. Het altijd frisse, levendige
en beste blad voor jonge mensen,
dat wij kennen: G3 stelt de benau
wende vraag: „Wat doet Sinterklaas
als zijn baard te lang wordt: stelt
lopen of bijknippen?" En op de laat-
ste pagina vinden we een eenvoudig
doorgezaagde heilige, fifty-fifty, met
o.a. als tekst: „Toen wij klein waren,
dachten we dat schoenen vullen en
pakjes maken iets was, dat Sinter-
klaas moest doen. Toen wij ouder
werden ontdekten wij - meestal tot
onze teleurstelling - dat wij het zelf
moesten doen. Hoe ouder je wordt,
des te meer je zelf moet doen. En
aangezien we 't geloof in Sinterklaas
nog geen van allen hebben terugge
vonden, komt het er op neer, dat
ook in de kazerne het Sinterklaas-
feest afhankelijk is van' de zelfwerk
zaamheid".
G3 betoogt dan verder: „Van de
parate hap (typische legerterm Bed.)
gaat de helft naar huis, de andere
helft zit vast. Is het een gek idee
van de schade te delen? De helft
die weggaat laat iets achter voor
de helft die blijft". Dit goede voor
stel kan evenzeer gelden voor de
Kerstdagen. Het zou zelfs navolging
verdienen voor de „hap", die niet
dienstplichtig is..
De aankondiging: „Onderweg met
de luchtmacht" blijft van kracht, al
zal er enige tijd nodig zijn om de vele
notities vorm te geven. Tenslotte:
in de feestroes van deze dagen mogen
we niet uit 't oog verliezen, dat we
in de Advent vieren, 't Feest van
Kerstmis mag geen leugen zijn. Dat
zou het worden, wanneer wij ons
geen moeite wilden geven om er ons
ernstig op voor te bereiden.
P.W.
26 November. Tussen elf en twaalf
's avonds. Vandaag heb ik het gevoel
van vacantie gehad. Met zo'n gevoel
kom je maar moeilijk in bed. In de
Officiers-zitkamer hiernaast klinken nog
late stemmen, met een luchtig zingen
de damesstem op de achtergrond. Ik
heb de radio ook aan. Ik heb de radio
ook aan. Een klassiek stuk muziek, van
Brahms, Bach, of nog liever modern, en
voor je op tafel een kostelijk boek, dat
kan je gewoon wild maken van energie
en ideeën.
Maar och, wat is een mensenleven?
Elke avond meen je er iets van beet te
hebben, en elke ochtend kijk je ont
nuchterd bet raam van je slaapkamer
uit omdat je weer helemaal opnieuw
moet beginnen. We drijven op stemmin
gen, emoties, vage en meer omlijnde
plannen. De vage voldoen niet voor dit
moment, de scherpomlijnde voldoen
aileen voor dit moment. Een kunste
naar die na inspannende arbeid zijn
werkstuk heeft voltooid, wordt over
vallen door een onzegbaar gevoel van
leegheid.
In deze sti.il zou ik mijn dagboek moe
ten schrijven als ik eerlijk was en als
ik meer tijd had om te peinzen. Maar
wij verraden het mysterie van het le
ven naarmate wij drukker en ouder
worden. Wij beleven de gebeurtenissen
anders dan wij ze verwachten en wij
beschrijven ze anders dan wij ze bele
ven. Zelfs in een dagboek. Het enige
dat steeds zekerder tot ons doordringt
als wij nog over een bewustzijn be
schikken is, dat we ons aan niets wat
voorbijgaat kunnen vastklampen. Wat
wij wensen gebeurt niet, of, als het ge
beurt, zijn onze wensen veranderd.
Welke sterveling krijgt op volwassen
leeftijd de bestemming die hij in jeug
dige bevliegingen voor zich gedroomd
had?
Het meest verrassende van alles: dit
is nu juist dc lijn die God voor ons
uittekent. Hij geeft genoeg prettige
i dingen om ons overeind te houden, en
genoeg beroerde dingen om ons dc weg
tot Zijn Wezen te doen vinden. Uit de
combinatie van beide bouwt Hij een le
ven op. Geestelijk of lichamelijk, op een
of andere wijze zoekt Hij naar even
wicht. Evenwicht voor deze mens.
Evenwicht in het wereldconcept. Een
soldaat, die een arm mist, kan geeste
lijk tot een overgave komen die hij
zonder ongeluk niet gekend had. Een
meisje dat jaren lang op bed moet lig
gen, kan na een wanhopige strijd een
heldin, een heilige worden.
„Wie zegt ons of wij liefde of haat
verdienen?" staat er in het Oude Testa
ment. Wie zegt ons waar de straf voor
de zonde eindigt en het hemelse voor
recht van de loutering begint? Als het
vagevuur bestaat in het gemis van de
meest geliefde, dan heeft al het onder
maanse er iets van. Het is maar of we
de kern van dit ondermaanse vatten.
Walg van het alledaagse, een intens
besef van verlatenheid, al die ervarin
gen van een oververmoeide beschaving,
waaruit de bijziende existentialist con
cludeert tot de onzinnigheid van Gods
bestaan, zijn in feite even zovele bewij
zen voor Diens werking in elke men
senziel.
Ik fiets nog even naar de kapel om
maand van Allerzielen. Is er bij de na
dering van de nacht niet iets te horen
van hun smartelijk, gekreun?
27 November. De Maandagmorgen
biedt de verrassing van de daad. Er
moet gewerkt worden. Brieven beant
woorden, die al veel te lang hebben ge
legen, artikelen lezen, lessen voorberei
den, stof voor een praatavond verzame
len, een lezing voorbereiden, afspraken
maken, afspraken afzeggen, door het
kamp rondlopen, een onderhoud arran
geren met die en die, nieuwe patiënten
hartelijk ontvangen, vertrekkende har
telijk uitgeleide doen. Verder de kazer
nes te M. en te S. vooral niet in de
steek laten. Daar tussen door moet er
nog voor een revue worden gerepeteerd
en moet er met het oog op de spoedige
uitvoering voor décor en kostuums
daar wat neer te zetten. In de barakken worden gezorgd,
van het kamp is het vrij rustig. Morgen
vroeg komen de meesten pas, per eerste
reisgelegenheid
Eigenlijk zou ik hier bij het taberna
kel moeten blijven bidden. Waren de
heiligen soms sterker van vonstitutie
dan ik? Ik hoop het voor ze. Dit is de
Misschien is het het beste meer plan
nen te maken dan je eigenlijk kunt uit
voeren. Dan heb je het dubbele voor
deel, dat je hard werkt, en dat je er bo
vendien als het zou moeten rustig
mee uit kunt scheiden^ omdat je toch
nooit klaar komt. Ph. S.
't Is in het jaar 3000. In 1953 had
ik een ster zien vallen en zachtjes de
wens uitgesproken over duizend jaar
nog een keer voet op het ondermaan
se te mogen zetten. Deze wens ging
nu in vervulling. Ik wou graag in
mijn korte renaissance een reisje
maken en spoedde me dus naar 't
station.
Helicoptères vlogen af cn aan. Het
geluid van afschietende raketten en
opstijgende straaljagers vermengde
zich met het helse lawaai van luid
schreeuwende mensen die met loud-
speakertjes om hun hals elkaar hun
wensen in de oren toeterden. De ge-
luiddempertjes op de oorschelpen be
hoedden hen voor doofheid.
Straaljagertje dame", werd er in
mijn oor gebulkt. Ik schudde nee
en zette het op een lopen. Plotseling
voelde ik de grond onder me verdwij
nen. Tot mijn schrik en verbazing
hing ik aan de haak en i erd in een
„Passagiershehcoptère gehesen.
Vol! werd er naar beneden „ge-
speakt". De inzittenden schenen nog
gejaagder te zijn dan in mijn tijd.
Ze klommen over elkaar heen om
een zitplaats te bemachtigen.
Ik kreeg het met mijn nylons, flats
en boxcoat heet, toen ik keek naar
de balletjurkjes om me heen. Schoe
nen ontbraken. Klompsokken schenen
een vogue te zijn. Naar de aanwezig
heid van kousen kon ik slechts ra
den. Maar toen ik jong was droegen
ze ook al naadloze nylons.
Voor me zat een moeder. Op haar
schoot zat ren kindje dat er met
haar opgeplakte wimpertjes en ge-
schor cnwenkbrauwen uitzag als een
opgemaakte jongedame uit 1954
Zuigfles en luier deden het de waar
digheid „baby" behouden.
De helcoptère vloog langzaam.
Op vliegende schotels prezen picco
lo's en koffiemannetjes hun waren
aan.
Er werd nog minder gekocht dan
op de vroegere treinstations. De kof
fie was iéts beter. De controleur
kwam geld innen. Zijn uniform van
genopte stof deed me denken aan
een pias uit een bal masqué.
Toen mijn beurt was gekomen,
oegonnen de mensen notie van me
te nemen.
Amsterdam, zei ik.
Amsterdam, schaterlachte de
man. Mensen zij wil naar Amster
dam. Het werd een -"egriflnik, dat
lanzwol tot een gebrul zelfs de baby
achte mee.
Massamens, concludeerde ik
ninachtend en riep dit woord drie
;eer hard op om mijn ergernis, ver-
egenheid en kleur te verbergen. Na
■en half uur werd me tussen gieren
■n nieuwe uitbarstingen duidelijk
:emaakt, dat Amsterdam reeds drie-
londerd jaar van de kaart verdwe-
en was. Ons» hele land .was volge
bouwd. En nog was er woningtekort.
Nederland was een stad geworden;
Europa een land. Amsterdam was een
tijdlang een stadswijk gebleven maar
bij de opmars van het volk kreeg
dé jordaan de overmacht
Het lachen bedaarde. Toch waren
de meesten er van opgeknapt. De
tranen hadden bij velen de verf
laag weggebeten. Ik voelde in
mijn zak een appel zitten. Ik
haalde hem te voorschijn, poetste
hem glimmend en zette mijn
tanden erin. Verlangende, vragende
ogen hingen aan mijn liepen. Ieder
bedelde om een stukje. Een rijke
Amerikaan bood me voor het klok
huis liefst duizend dollars. Waarvoor
dat hunkeren naar deze appel? Er
was hier toch fruit in overvloed!
Dit leven leek me het paradijs. De
rijke Amerikaan gaf me al vingeraf-
likkende de verklaring. De appel
boom weigerde vrucht te zetten
in deze lucht geladen met atoom.
Een zuivere en natuurlijke atmo
sfeer was nodig voor deze natuurpro
ducten.
En ananas en perziken dan?
waagde ik te vragen. Die hebben zich
met ons mensen geacclimatiseerd,
zuchtte de Amerikaan- In de
stilte die hierop volgde hoorde je dui
delijk het voorbijsuizen van de vlie
gende sigaren en peukjes. Alles kwam
me in mijn twintigste-eeuws costuum
onwezelijk voor. Waar zou dit op uit
draaien? Wat was het doel van deze
reis? „Waarheen?" Het dreunde me
in mijn oren. Bij iedere daling of
stijging drukte tegen mijn trommel
vliezen de lucht geladen met atoom
en de vraag „waarheen?" Ik vroeg
het aan het echtpaar dat tegenover
me zat.
We gaan naar Ternate, zei de
dame met schorre stem, van het
vele roken. In iedere mondhoek hing
een sigaret.
Mijn nichtje moet toelatings
examen doen voor de lagere school.
We gaan de fuif meevieren.
Is dat examen nodig, fluisterde
ik.
Och ja zoveel onderwijzers en
mderwijzeressen van het lager on
derwijs konden met een spoedcursus
overgehaald worden naar het Middel
baar onderwijs. Vandaar die leerlin-
genbeperking!
En keuren de ministers dit goed?
vroeg ik ontsteld.
Het onderwijs is overgegaan in
particuliere handen, geeuwde de da-
ne verveeld.
Het ging me duizelen. Was ik maar
■riet teruggekomen. Wat moest er van
de jeugd worden? Plotseling! Ik wees!
Daar! Ja! Een vallende ster. Ik deed
mijn ogen dicht en wenstezacht-
ies
Na een kwartiertje bemerkte ik,
dat ik weer van de hypermoderne
aardbol was verdwenen.
dit oordeel alleen maar onze vrees op.
Die niet wilden luisteren zullen afge
wezen worden, maar voor hen die
goed willen bevat de meditatie over
de wederkomst des Heren juist ele
menten van troost en bemoediging.
Immers: dan zal ons alles van ons
eigen leven duidelijk worden. We
gaan geblinddoekt door het leven. Er
is zoveel dat wij niet verstaan.
Nooit zien wij ons leven als ih een
klaar perspectief voor ons. Wij weten
niet eens of wij wel in Gods liefde zijn.
Alle momenten van angst en pijn, van
wrevel en walging, van verdriet en
teleurstelling; van 't maar nooit ver
staan worden; van 't altijd durend
gebrek aan contact; die vele schijn
baar zo onnodige conflicten: het zal
ons dan duidelijk zijn in Gods licht.
Maar wij zullen bovendien dan de
schoonheid zien van Gods plan om
trent de hele gemeenschap waar wij
deel van uitmaken. Dan eerst zullen
wij de zin van de geschiedenis begrij
pen. Al die koninkrijken en staten,
alle stromingen, revoluties en oorlo
gen; de zonden en genaden, bede
vaartstochten en ontdekkingsreizen;
massamoorden en rechtszaken; alle
ketterijen en dwalingen en mystieke
vervoeringen; en de grenzenloze ver
warring op bijkans alle gebied in on
ze dagen. Wanneer wij een landkaart
open spreiden en we gaan op zoek
naar de veroveringen van Gods Kerk
op aarde dan slaat de zo menselijke
schrik om ons 't hart. Wanneer wij
't dagblad inzien, dan weten wij nog
minder waar de Kerk aan toe is.
De Katholieke Kerk groeit elk jaar
met 7 millioen; maar de niet Katho
lieke kerkgenootschappen en de an
dere godsdienstige groepen met 22
millioen, van wie 17 millioen niet-
christenen.
Hoe is de gang van de Kerk in de
geschiedenis? We weten 't niet. We
tasten alleen in 't duister. Maar dan,
op de jongste dag, zal Gods plan met
Zijn Kerk ons in grote heerlijkheid
openbaar worden.
P. WESSELING Css.R
Naar wij vernemen is mgr Nicolaas
Schneiders, Apostolisch-Vicaris van Ma
kassar in Indonesië, in Brussel aangeko'
men. Hij zal naar Nederland vertrekken
voor een verblijf van drie maanden.
Mgr Schneiders is geboren in Den Haag
en ontving aldaar de bisschopswijding in
1948. Het vicariaat Makassar telt onge
veer 10.000 Katholieken, van wie 1000 ge
immigreerde Chinezen. De totale bevolking
bedraagt 4.500.000 zielen. Een der missio
narissen van deze missiebisschop is pater
H. Versteden, die twee jaar geleden werd
entvoerd doorgueriilestrijders. Sindsenke-
ie maanden heeft men niets meer van hem
vernomen.
Vol verwachting klopt ons hart,
zingt het kinderlied. Vol verwachting
inderdaad. Maar wat verwachten
wij eigenlijk in deze St.Nicolaasdagen?
Een oppervlakkig antwoord zou zijn:
geschenken. Kijk maar eens rondom
u heen in deze dagen rond 6 Decem
ber. De etalages liggen propvol met
allerlei soorten goederen, welke we
aan elkander cadeau kunnen geven.
Het lijkt een werkelijkheid geworden
droom. Er is zoveel, wat we nodig
hebben; er is zoveel, waar we plezier
aan beleven. En dat alles is nu te krij
gen. Toch is dat niet de diepe zin van
de St.Nicolaasgeschenken. We kunnen
nuchter zijn en bij ons zelf zeggen:
als ik iets nodig heb, wel, dan koop
ik het. Er is voldoende uitgestald.
Maar dit is het niet. Het gaat om de
betekenis juist van het geschenk in het
leven van de mens. Dit heeft een vol
le diepe en ontroerende zin. Het is dui
delijk: het gaat heus niet alleen en
zelfs niet op de eerste plaats om dat
stoffelijke goed, dat speelgoed, dit
luxe-dingetje, 't Belangrijkste is, dat
het gegeven wordt, dat het een uit
drukking is van iets veel diepers. La
ten we het maar onmiddellijk zeggen,
het is het symbool van de gave van
ons zelf. Men zegt tegenwoordig wel
eens, dat iedere mens eigenlijk een
zaam is, dat niemand kan doordringen
in de diepste kern van ons hart. Maar
is dat wel zo? Zeker: ik kan niet onmid
dellijk tot de andere komen en in zijn
diepste intimiteit raken. Altijd is er
een barrière, welke ons de tocht naar
de andere schijnt te verhinderen. Het
tragische is juist, dat ons lichaam,
waardoor het ons mogelijk wordt, in
contact te komen met onze medemens,
tegelijk een belemmering is, om de
andere te grijpen. Hoe kan ik de an
dere raken, hoe kan ik hem duidelijk
maken, dat hij niet eenzaam behoeft
te zijn, dat ik hem in mijn hart draag,
dat ik van hem houd. Op verschillende
manieren kan ik hem dit zeker duide
lijk maken. Ik kan het hem zeggen,
maar ik kan het ook op een andere en
wel symbolische manier zeggen, door
b.v. iets van mij zelf als symbool te
gebruiken van mijn liefde. Zo geef ik
hem een hand. Ik druk daardoor sym
bolisch uit, dat ook onze harten één
zijn. Maar ik kan het nog dieper en
beter uitdrukken:ik kan de ander iets
geven als symbool van mijn liefde,
als uitdrukking van de gave van mijn
hart. Ik koop iets, van het geld, dat
ik bezit, iets, dat van mij is, dat aan
mij behoort, iets, dat ik heb. Ik las
laatst, dat b.v. het woordje „hebben"
zou afstammen van „happen", dat wil
zeggen, iets, wat ik van mezelf
gemaakt heb, dat helemaal van mij
is, dat als het ware met mij zelf ge-
dentifieerd is. Iets wat zo van mij is,
geef ik aan de andere, opdat hij het
van hem maakt, het gebruikt naar zijn
believen, ook dat „heeft". Zo wordt
het uitwisselen van geschenken meer
dan een uitwisselen van goederen, al
of niet nuttig, maar de uitdrukking
van mijn liefde en mijn overgave. Het
betekent, dat de andere niet eenzaam
is, dat hij niet vergeten wordt, maar
dat er diep innerlijk contact is. Het
gaat er niet zozeer om, wat hij krijgt,
maar dat hij iets krijgt als uitdrukking
van mijn liefde. Het is goed, dat er
tijden in het jaar zijn, dat wij dit kun
nen uitdrukken, dat we boven onze za
kelijke verhoudingen uitgroeien, bo
ven de sleur van het aan elkaar-ge-
woon-zijn, maar eens laten zien dat er
op de bodem van ons hart liefde is.
Het is ook niet zonder zin, dat deze
feesten, hoe profaan ze misschien ook
geworden zijn, oorspronkelijk kerke
lijke feesten zijn, feesten, waarin de
liefde tot God en in God tot de naaste
worden gevierd, zoals Kerstfeest, en
het feest van de heilige bisschop Nico
laas. Dit laat ons zien, dat eigenlijke
liefde tot elkander slechts mogelijk is
binnen het kader van de liefde tot God
sdat deze liefde de natuurlijke belem
meringen te boven gaat, omdat ze in
God, in Christus geworteld is. Daar
uit volgt ook tegelijk, hoe zinvol het
zou zijn, ook anderen te gedenken, die
we misschien niet kennen, maar die
toch in Christus onze naasten zijn. en
juist de allerarmsten en de meest ver-
getenen, om zo Christus in de armen
in deze dagen goed te doen.
H.B.
„Wat het Sinterklaasfeest betreft",
aldus Hond met een staart trillend
van verwachting, „zou ik dit jaar
mijn wensen minder bes.heiden wil
len houden, dan de vorige jaren. Ik
denk aan de 6 pet loonsverhoging en
de op handen zijnde belastingverla
ging. Naar ik vernam, zijn de mini
mumprijzen voor het brood afge
schaft en ik neem aan dat ook het
hondenbrood onder deze maatregel
valt. Voorlopig zijn er dus genoeg
symptomen, die op een verhoging der
algemene welvaart duiden.
Ik heb de indruk, dat ook de mate
riële welstand van de Sint de laatste
jaren aanzienlijk is toegenomen.
Vroeger zag men hem in een vrij so
bere tabberd met papieren mijter en
kartonnen stafkrul dikwijls, door de
straten van de stad gaan. Zijn enige
luxe was een gammel rijtuigje met
een schimmelige schimmel. Mantel
en baard zagen èr wat verfomfaaid
uit en het geheel leidde tot de con
clusie van een kwalijk gecamoufleer
de en enigszins opgedirkte armoe. In
die tijd beschikte de Sint slechts over
één knecht en door de officiële auto
riteiten werd zo goed als geen aan
dacht aan hem besteed. Nu is dat
anders. Er is een officiële, plechtige
ontvangst. De burgemeester ver
schijnt met ambtsketen en houdt een
toespraak. Een prachtige koets staat
gereed en een aantal keurig opge
tuigde paarden voor een twaalftal
knechten, die stuk voor stuk in fleu
rige kledij zijn gestoken. De Heilige
Man zelf is voorzien van bisschop
pelijke attributen, die een critische
blik kunnen doorstaan. De kwaliteit
van de stof, waaruit tabberd en wijde
mantel zijn vervaardigd komt niet
langer in discussie. Zijn weelderige
baard verraadt de meesterhand van
een gerenommeerde coiffeur. Schoe
nen en kousen, bisschopsring, stof en
mijter, alles is van het fijnste mate
riaal en met een voldane glimlach
op het vaderlijk gezicht laat de Sint
zich langs de juichende menigte rij
den.
Het zit er blijkbaar wel aan tegen
woordig. De Sint hoeft niet langer op
een dubbeltje te kijken. Hij is niet
meer de eenvoudige, simpele, vrij
gevige oude man, maar een verfijn
de welwillende en neerbuigende aris
tocraat met een zekere neiging om
royaal te doen.
Sommigen vinden dit misschien
een achteruitgang. Maar ik wéét 't
nog niet. Misschien redeneert Sin
terklaas wel mét de gemiddelde
hond: het vlees is beter dan de be
nen.."
s