Geen
Op 1
rijbewijs voor bromfietsers
Juli 1955: twee achter
lichten voor auto's
Geen invoering gemeentelijke
inkomstenbelasting
Tot aan heupen in de benzine
DICK BAKER twijfelde geen
moment: hij zag de „Triton"
Bouwcapaciteit
benutten
Onderzoek Triton -ramp
Nauwkeurig relaas van ervaringen
van passagier
Overzicht Eerste Kamer
HERZIENING OMZETBELASTING
AANVAARD
BÉNÉDICTINE
Aandeel gemeenten in nationaal inkomen
niet teruggelopen
In hoger beroep
vrijspraak
Detailhandel op 1 Januari vrij
De man op de radarpost maakte
foute gevolgtrekking
Het ongeluk met de
„lAuilus Potter"
WOENSDAG 8 DECEMBER 1954
pagina
Verkeersveiligheid
Wat de verkeersveiligheid aangaat be
toogde minister Algera. dat het voetgan-
gersvraagstuk ingewikkelder is dan het
ogenschijnlijk lijkt. Dit probleem is m
Töezicht credietwezen
Geen nieuwe verlenging
Opnieuw Wederopbouw
NIEUWE PARTIJ IN
WEST-DUITSLAND
- 'O
Lawaai in het donker
Flauw gevallen
De „Veiser affaire
Prijsverhoging
Geen moment getwijfeld
Noodlanding begrijpelijk
BIJ DE BEHANDELING van de be
groting van Wederopbouw en Volks
huisvesting zijn weer eens wensen
geuit ten aanzien van het jaarlijks aantal
te bouwen woningen, dat voor dit jaar
noS op 65.000 is gepland. Verschillende
^Prekers nu hebben er bij deze begrotings
behandeling bij de minister op aange
drongen, het aantal per jaar te bouwen
w°ningen op te voeren tot 70.000 a 75.000.
Dat is gemakkelijk neergeschreven en
n°g gemakkelijker gezegd.
Maar men hoort daarbij eigenlijk maar
Weinig over een allerbelangrijkste factor
in deze zaak, namelijk hoe het staat met
het beschikbare aantal bouwvakarbeiders.
Reeds een paar maanden geleden heeft
dr Zonnenberg hieraan in Economisch-
Statistische Berichten een artikel gewijd,
waarin hij opmerkt, dat noch plaatselijk
noch regionaal noch zelfs landelijk iets
omtrent het beschikbare aantal bouwvak
arbeiders bekend is. Schattingen van vel
schillende instanties blijken te varieren
tussen 100.000 en 300.000.
Men zou daaruit moeten concluderen,
dat de huidige woningcontingen ering
geen verband kan houden met het aantal
verschillende arbeidskrachten en daarop
dus niet is afgesteld. Het aantal van 65.000
is dan eigenlijk slechts een ervaringscijfer
en men zou dus zelfs niet kunnen zeggen
of een hoger aantal woningen ook werke
lijk kan woraen gerealiseerd. Is er voor
het wensgetal van 70.000 a 75.000 een
tekort aan vakarbeiders, dan zou dit getal
als totaal contingent voor het gehele
land spanningen op de arbeidsmarkt kun
nen oproepen, waarvan een scheef trek
ken van de woningbouw in verschillende
delen van het land het gevolg zou zijn.
Nu hebben wij dezer dagen kennis ge
kregen van een rede, welke het lid van
Gedeputeerd® Staten van Zuid-Holland,
de heer A. C. A. Deerenberg, belast met
de portefeuille van de woningbouw, heeft
gehouden voor de Provinciale Contact
commissie Zuid-Holland inzake 't woon-
ruimtevraagstuk.
Hij heeft daar natuurlijk het probleem
voor Zuid-Holland aangesneden en erop
gewezen, dat de gemeenten eerst hun
fichtcontingent moeten realiseren, indien
Zuid-Holland in aanmerking wil komen
Voor een gedeelte van de 13.500 woningen,
Welke het Departement van Wederopbouw
en Volkshuisvesting in reserve heeft ge
houden. In Zuid-Holland zat men in
Augustus nog met het probleem, dat men
1000 woningen op het schema achter was.
Het zou toen gemakkelijk zijn geweest de
oorzaak hiervan te zoeken in het tekort
aan bouwvakarbeiders, maar een feit is,
dat intussen dit tekort geheel is ingehaald.
De heer Deerenberg nu heeft in die
rede openlijk verklaard, dat dit ook de
oorzaak is geweest, dat bijvoorbeeld
Rotterdam een hogere toewijzing kon krij
gen mede uit de Rijksreserve, omdat
het richtcontingent was gerealiseerd
en nu In staat was meer volkswoningen
te bouwen.
Hij beargumenteerde dit aldus: Momen
teel is het zo, dat, waar het contingent
over drie jaar is verdeeld, thans voor de
laatste twee maanden van dit jaar nog
slechts een contingent beschikbaar is van
1265 woningen, wat betekent, dat per
maand slechts 632 woningen kunnen wor
den gebouwd, terwijl de bouwcapaciteit,
zoals bewezen is, bijna 900 woningen per
maand kan zijn. En hij stelde dan: als
dit zo is, dan zal ook, hoe dan ook en
langs welke weg dan ook, de mogelijkheid
moeten worden aangegrepen om dat vol te
houden en dan zal er in Zuid-Holland
meer moeten worden toegewezen dan tot
nu toe. Hier ziet men dus reeds het begin
van een doorbraak van de moeilijkheid
omtrent het aantal bouwvakarbeiders. Uit
dat groter aantal had hij dan, volgens zijn
mededeling, zulk een aantal aan Rotter
dam toegezegd, dat daardoor de bouw van
volkswoningen op gang kon komen. Deze
bouw wordt immers dikwijls afgeremd
door de premiebouwwoningen, die voor
rang hebben bij de toewijzingen. Welnu,
zo redeneerde hij, Rotterdam zit met een
ernstig probleem. In de oorlog werden
daar 23.000 woningen verwoest. Op het
ogenblik bouwt Rotterdam en men werkt
daar niet alleen voor Rotterdam, maar
voor <3e gehele nationale welvaart. Daar
om moet er vóór gezorgd worden, dat in
Rotterdam kan worden gebouwd. Men
kan het met deze verstandige woorden al
leen waar eens zijn.
Intussen ziet men hieruit, dat met het
probleem van bet tekort aan bouwvak
arbeiders ten dele toch wel rekening kan
Worden gebouden, indien men bij de
woningverdeling en ^"^^ewijzing
vasthoudt aan de bouwcapaciteit. Volgens
vasthou 1 de heer Deerenberg
t t provinciaal in Zuid-Holland
geschiedt dit P die haar contingent
Maar een provincie, m£t deze
woningen verdeelt, houden, Indien
bouwcapaciteit rekenms aanvragen
de gemeentebesturen bij !aie Bestuur
om woningen aan het Pr0" besChikking
aRe plannen en cijfers ter
En daarop nu heeft de beer Deerenberg
zijn gehoor, dat bestond uit v
woordigers van 80 gemeentebesturen,
trokken departementen en grote b
ven, dan ook met <le grootste nadruk 8
wezen. Hij gaat dus bij zijn beleid uit van
de bouwcapaciteit en al kan men dan ook
statistisch het aantal beschikbare arbei
ders niet aangeven, er is in de gemeenten
een bouwervaring, waarop men kan toe
wijzen.
Het ging er de beer Deerenberg blijk
baar om aan te tonen, dat er in Zuid-
Holland méér kan worden gebouwd. In
m,ctus nog 1000 woningen achter, voor
iSï. wcember
ge" tek°^„ toewijzingen aan Rotterdam
Door extra-tocw J capaciteu opge_
en Den Haag i r€aüseert de bouw-
voerd. Rotterda dan 00k recht op
capaciteit en hee herbouw, daar
extra woningen vocm ingwetw0nin-
er anders met genoeg gn dez£
gen kuntwn worden Deze extra_
bouw dus in gevaar kon en uU de
toewijzing wilde hij flan .j de Rijks-
provinciale reserve en rlijk alleen
reserve. Maar dat kan n gerealiseerd
als het normale contingent ,.ge cyfers
en de gemeenten met volt
komen. „-tterdam en
Nu bewezen is, dat in R worden
Den Haag het bouwprogram kon
Subsidi eregeling en woni ngbouw
's-GRAVENHAGE, 7 December 1951
De Tweede Kamer begon vanmiddag met de rest aan te boren van de
rede, welke de minister van Verkeer en Waterstaat Vrijdag bad afgebroken.
De begroting van dit departement werdna veelvuldige repliek zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd met de bekende aantekening voor de
communisten. In een schermutseling met de beer Posthumus (P. v. d. A.)
toonde de heer Algera zich ook ten aanzien van het vervoer een krachtig
verdediger van de stelling, dat het particulier bedrijf de eerste kans toe
komt. Hij was bet dan ook volkomen eens met mr dr Van den Heuvel
(K.V.P.)hoewel bij diens subsidiariteitsbeginsel in termen, welke hem
meer eigen zijn, wenste te vertalen. In de avondvergadering was de Kamer
gedwongen de behandeling van de rijksbegroting te onderbreken omdat zij
eerst moest beslissen over het wetsontwerp verlenging van de duur dei-
wet toezicht credietwezen voor de tijd van twee jaar. Na een^ vrij uitge
breide discussie werd hoofdelijke stemming gevraagd. Deze zal morgen
middag te 1 uur gebouden worden.
De bewindsman van Verkeer en Water
staat wees met grote nadruk de beschul
diging, geuit door de heer Postumus
(P.v.d.A.), van de hand als zou hij er op
uiit zijn geweest de Spoorwegen een duw
te geven. „Ik heb geen andere wens zo
zei de hij, dan steeds op de bres te staan
voor de belangen van de N.S. maar dan
toch steeds binnen het raam van mijn
principiële uitgangspunt. Dat «s, iedere
vervoersonderneming die Plaa^f -
welke haar toekomt. Mocht de N S. daar
door geschaad wo-rden, dan betreur ik
dit'' Hij was eohter niet van plan net al-
gemeen vervoersbelang op te offeren aan
het NS-belang. Het zou best mogelijk
kunnen zijn, dat 't voor de Spoorwegen
rationeel is zich van verschillende ver
voerstechnieken te bedienen maar de mi
nister is desalniettemin van mening, dat
het ni et-rail ver voer het best kan geschie
den door krachtige middenstandsonderne-
minigen. De overheidsbedrijven dienen
pas in te springen als het particulier ini
tiatief geen interesse toont. Hetgeen an
derzijds weer niet wil zeggen, dat de
N.S. verplicht -zouden zijn alle onrenda
bele vervoer op zich te nemen.
Wat de Commissie Vergunningen Goe
derenvervoer en de Commissie Vergun
ningen en Personenvervoer aangaat
bracht de minister hulde aan de heer Van
den Heuvel (K.V.P.) die naar zijn mening
een goed gedocumenteerd en principieel
betoog had gehouden. Hij geloofde, dat de
service van sommige particuliere ver
voerders nog wel iets te wensen overlaat.
De vergunningverlening aan de tourwa-
genbedrijven en het ongeregeld vervoer
zal op korte termijn beginnen.
studie bij de Commissie Veiligheid Weg
verkeer.
Vooralsnog wordt niet overwogen een
rijbewijs in tc voeren voor bromfietsers.
Want dit zou betekenen, dat men natio
naal zou afwijken van de internationaal
aanvaarde regelen. Bovendien staat niet
vast dat de ongelukken met bromfietsen
vooral veroorzaakt worden door gebrek
aan rijvaardigheid. Voorts deelde de be
windsman mede, dat motorrijtuigen op
»er dan twee wielen vanaf 1 Juli
voorzien moeten zijn van twee achterlich
ten. Verlichting van de normen, welke
gesteld worden voor het verkrijgen van
een bewijs van rijvaardigheid, ligt niet in
het voornemen. Ook is er geen aanleiding
de.datum, waarop trams van een richting
wijzer voorzien moeten zijn, 1 Januari
1958 te verlaten.
Met zijn ambtgenoot van Sociale Zaken
zal de minister zich beraden over de
vraag op welke wijze men moet komen
tot een nieuw rijtijdenbesluit. De opzet
om via een sociale commissie vervoer
hiertoe te komen is mislukt, omdat de
daartoe uitgenodigde organisaties gewei
gerd hebben aan dit overleg deel te ne
men. In geen der kringen van betrokke
nen Was hem enige ongerustheid geble
ken over het aantal ontheffingen welke
op het thans geldend besluit gevraagd
worden. Tenslotte deelde de minister
mede, dat er op zijn departement een on
derzoek wordt ingesteld naar de verhou
ding tussen de belasting, welke de weg
gebruikers opbrengen en de kosten, die te
hunnen behoeve worden gemaakt. Doei is
antwoord te geven op de vraag, of het
wegverkeer teveel belast is in verhouding
tot de spoorwegen. Want de bewindsman
is van mening, dat de opbrengst van speci
fieke belastingen ten goede moet komen
aan de groep, welke deze belastingen be
taalt.
De verlenging van de wet toezicht cre
dietwezen lokte enig debat uit. De heer
Janssen (K.V.
P.) betoogde,
dat 't feit, dat
in de tweede
helft van de
periode gedu
rende welke
de wet had ge
golden geen
ingrijpen no
dig was ge
weest, geens
zins beduidt,
dat er inder
tijd geen re
den was ge
weest de wet
aan te nemen.
De K.V.P zou
ook nu haar eenmaal ingenomen stand-
M. JANSSEN
Tijdelijk hoofdzaak
punt handhaven, namelijk dat zij accoord
zou gaan vanwege de tijdelijkheid. Zodra
de minister komt met een nieuw weten
schappelijk gefundeerd wetsontwerp tot
regeling van het toezicht zal de K.V.P.
een definitief standpunt Innemen. Hij
hoopte dan ook, dat dit de laatste maal
zal zijn dat de minister met een verlen
ging komt.
De heer Van Leeuwen (V.V.D.) noemde
deze wet schadelijk en had er weinig
waardering voor. De verlenging achtte hij
echter geen principiële kwestie. In af
wachting van een geheel nieuwe opzet
wilde hij evenwel meegaan met een tijde
lijke verlenging van de nu eenmaal be
staande wet. Zijn fractiegenoten dachten
hier anders over, zo voegde hij er aan toe.
Zij vonden het een principiële zaak en
zouden tegenstemmen. De heer Van der
Wetering (C.H.) verklaarde deze laatste
opvatting te delen. De heer Welter (K.N.
P.) wilde ook van geen verlenging horen.
Hij vond deze methode zeer onsympa
thiek en was verder van mening, dat in
tijdei} van calamiteiten de minister eerst
maar moest praten met de banken en pas
met dwang moest komen als dit niet zou
lukken. De heer Oud (V.V.D.) sprekend
namens de tegenstemmers van zijn fractie
zeide, geen vertrouwen te hebben in de
tijdelijkheid van deze verlenging want
zijn ervaring had hem geleerd; dat niets
zo bestendig is als het tijdelijke. De heer
Van Leeuwen dacht daar anders over
maar dat kwam naar zijn mening omdat
deze afgevaardigde nog niet zoveel poli
tieke ondervinding heeft. Hij wilde de
minister toch nog een kans geven. Indien
deze het sociaal-economisch toezicht zou
laten vallen zouden hij en zijn fractie
accoord gaan met verlenging van de rest
van de wet (het bedrijfseconomisch toe
zicht). Hij stelde een amendement in het
vooruitzicht als de minister niet op deze
suggestie zou willen ingaan.
De heer Hofstra (P.v.d.A.) was 't uiter
aard con amore eens met de verlenging.
In zijn antwoord deelde minister Van
de Kieft de heer Janssen mede, dat ruim
schoots op tijd een nieuw wetsontwerp
gereed zal zijn zodat een nieuwe verlen
ging niet is te vrezen. Hij zegde de katho
lieke afgevaardigde toe, dat de mogelijk
heid van splitsing van het sociaal-econo
misch en bedrijfs-economisch toezicht on
derzocht zal worden. Evenals de mogelijk
heid of er voor 't toezicht aanknopings
punten te vinden zijn in de publiekrech
telijke bedrijfsorganisatie. Volgens hem
ging de bankiersvereniging met de ver
lenging accoord. Op de suggestie van de
heer Oud kon de bewindsman niet ingaan
omdat zijns inziens in de wet het bedrijfs
economisch en het sociaal-economisch toe
zicht niet van elkaar zijn te scheiden.
Toen dit puntje bij paaltje gekomen was
koos de heer Oud toqfi eieren voor zijn
geld. Hij diende zijn amendement niet in
omdat, zoals hij zelde, het toch geen meer
derheid zou vinden.
Hierna kwam de begroting van Weder
opbouw en Volkshuisvesting weer aan de
orde.
Eerst kregen de drie sprekers, die vorige
week niet meer aan bod gekomen waren
de heren Ritmeester (V.V.D.). Gortzak
(C.P.N.) en Lemaire (K.N.P.) gelegen
heid hun hart te luchten. De heer Lemaire
zeide, dat de regering zijn fractiegenoot
en hem tegenover zich zou vinden als zij
zou komen met een bestemmingsheffing
op de huren van oud woningbezit.
Het was reeds kwart over twaalf, to-m
de minister aan zijn antwoord begon. In
verband met het late uur wenste hij de
hoofdschotel tot morgen te bewaren. On
der het kleingoed bleek de minister dit
maal ook de huurkwestie te verstaan, om
dat hij hierover in dit stadium nog niets
kon zeggen Hetgeen de sprekers op dit
stuk te berde hadden gebracht was z.i.
echter een waardevolle bijdrage tot de
meningsvorming in de regering over het
huurprobleem en andere in de lucht han
gende maatregelen.
Tot zijn leedwezen moest de bewinds
man meedelen, dat het in de memorie van
antwoord aangekondigde plan tot oplos
sing van het vraagstuk der verhouding
tussen de subsidiëring van de woningwet
en de particuliere bouw niet kon door
gaan. De minister had 't subsidie-systeem
voor de woningwetbouw ook willen toe
passen op de particuliere bouw. Dit voor
stel was echter door de regering afge
wezen, omdat men het om budgetaire en
practische redenen niet doorvoerbaar
achtte. De gedachten van de bewindsman
gaan nu uit naar een oplossing, waarbij
het systeem van de particuliere bouw
wordt toegepast op de woningwetwoningen
Programmering achtte minister Witte
van belang, maar men moest er geen te
grote exactheid van verwachten, want het
leven laat zich niet steeds in cijfers vat
ten. Door de grote mobiliteit is geen
nauwkeurig inzicht te krijgen in het aan
tal bouwvakarbeiders. Voortdurend wordt
gestreefd naar verbetering van dit inzicht.
Voor de programmering achtte hij deze
wetenschan trouwens van secundair be
lang. Immers, ook al zou men precies
weten hoeveel arbeiders beschikbaar zijn,
dan zou men nog niet precies kunnen pro
grammeren, omdat men geen specificatie
heeft van de aard der bouwobjecten en
geen zekerheid over het weer.
Te één uur sloot de voorzitter de ver
gadering. Morgen zal de minister zijn rede
voortzetten.
AD INTERIM.
BENEDICTINE
BENEDICTINE
CACHET OR
d'un go61 plut tOO
1
LA GRANDE LIQUEUR fRANQAISE
w Voor de HandelN. V. Levert Co Amsterdam C.
In het voorlopige verslag der commissie
van rapporteurs uit de Eerste Kamer over
het wetsontwerp betreffende de financiële
verhouding tussen het Rijk en de gemeen
ten voor de jaren 1953 t/m. 1957 is de mo
gelijkheid geopperd een gemeentelijke in
komstenbelasting in te voeren. In de me
morie van antwoord van de minister van
financiën en van dc minister van binnen
landse zaken wordt thans opgemerkt, dat
de invoering van een zodanige belasting,
in de geest zoals deze vroeger bestond, niet
binnen de kring der mogelijkheden ligt.
De bezwaren hiertegen zijn, gelijk deze
ministers inzien zo evident, dat de ge
dachte daaraan moet worden verworpen.
Ten aanzien van de vraag, of het wen
selijk is ter verkrijging van een vrije be-
lastingzoom ten behoeve van de gemeen
ten een andere algemeen werkende ge
meentelijke belasting in het voorlopi
ge verslag wordt als zodanig een „woon
plaatsbelasting" genoemd in te voeren,
hebben de ministers zich nog geen defi
nitief oordeel gevormd.
In het voorlopige verslag werd de vrees
geuit, dat het aandeel van de gemeenten
in het nationaal inkomen bjj elke wijzi
ging in de noodvoorziening relatief be
scheidener is geworden. Dit is, zo delen
de ministers mede, echter een misvatting.
Zjj hebben in de memorie een staatje
doen opnemen, dat laat zien dat van een
teruggang van de positie van de gemeen
ten niet kan worden gesproken.
Het wetsontwerp werd medio 1953 bij
de Tweede Kamer ingediend en bedoelt
een overgang te zijn van de noodregeling,
welke voor de jaren Ï948 t/m. 1952 van
kracht was, naar een meer duurzame re
geling.
In het ontwerp wordt voorgesteld: 1. de
tot en met 1952 geldende uitkeringen uit
het gemeentefonds samen te voegen tot
een „algemene uitkering", 2. de financiële
mogelijkheden voor de kleinere gemeen
ten iets te verruimen door het stellen van
een minimum aan de algemene uitkering,
3. de uitkering wegens ondernemingsbe
lasting. te vervangen door een belasting
uitkering uit het gemeentefonds en ver
der door toewijzing van de opbrengst van
de hoofdsommen der grond- en personele
belasting aan de gemeenten, 4. verhoging
van het aandeel van het gemeentefonds
in de opbrengst der Rijksbelastingen, 5.
Over de in 's Rijks kas aanwezige midde
len van de reserve van het gemeentefonds
rente te vergoeden, 6. de rijkscommissie
van advies voor de gemeentefinanciën te
vervangen door een raad van advies voor
de gemeentefinanciën, bestaande uit 15
personen ni. een buiten de partijen staan
de voorzitter, zeven op voordracht van de
vereniging van Nederlandse gemeenten
te benoemen leden en zeven vertegen
woordigers van Rijk en provincie, 7. aan
de gemeenten compensatie te verlenen m
verband met de verlaging van de perso
nele belasting.
De ministers van financiën en van bin
nenlandse zaken delen in de memorie van
antwoord nog mede, dat voortgaande stu
die en overweging tot de conclusie heb
ben geleid, dat verdeling van het huidige
omvangrijke gemeentefonds naar globale
objectieve maatstaven uitgegoten moet
worden geacht en dat een grotere plaa*s
zal moeten worden ingeruimd voor de
doeluitkeringen voor en aleer het gemeen
tefonds naar zulke maatstaven zal kun
nen worden verdeeld.
Te Hannover is gisteren door voor
malige leden van de liberaal-democrati
sch partij, de F D P. en de Vluchtelingen-
partij een nieuwe beweging opgericht, de
Duitse Nationale Party (D.N.P.).
De nieuwe partij kant zich tegen de
opvattingen van bondskanselier Adenauer
op het gebied der buitenlandse politiek
en zij is voorstandster van het openen
van rechtstreekse onderhandelingen met
het Oosten. Z;j is voornemens in het vol
gend jaar deel te nemen aan de landdag
verkiezingen in Neder-Saksen.
Voorzitter van de nieuwe party is Jo
hannes Rohde. die tot voor kort tot de
leiding van de F.D.P. behoorde.
Gisterenmiddag heeft .het bij het openbare onderzoek naar de oorzaak
van de ramp met de K.L.M.-Superconstellation „Triton" complimenten
geregend aan het adres van de blonde, 33-jarige Duitse passagier, Fritz
Haver uit Oelde in Westfalen, die voor een machinefabriek voor de eerste
maal naar Amerika reisde? maar niet verder kwam dan de rivier de
Shannon, omdat het toestel waarin hij de vlucht maakte toevallig de
„Triton" was. Hij deed het relaas van zijn ervaringen in vlot Engels.
IN adat hij uitgesproken was, complimenteerde eerst de vertegenwoordiger
van de Ierse procureur-generaal, de heer MacBride, hem voor dc over
zichtelijke en duidelijk beschrijvende manier, waarop hij het verbaal
verteld had. Vervolgens stond een der Ierse advocaten, die de belangen
ran de K.L.M. behartigt, op en voegde eraan toe, dat hij de bescheidenheid
van de jonge Duitse passagier wilde roemen, daar deze wel uitvoerig was
geweest over allerlei details, maar daarbij de moedige rol die hij zelf
bij de redding van andere passagiers had gespeeld, in liet geheel niet had
genoemd. Namens de K.L.M. dankte de advocaat de Duitser voor zijn
dappere optreden. President Steevan sloot de rij met woorden van dank
tot Fritz Haver, voor het feit, dat hij de moeite had genomen speciaal
naar Dublin te komen om als getuige tc worden gehoord.
Vlak voor de start had ik mijn jasje j een schreeuwde. Ik hoorde de stewardess
aan de stewardess gegeven en mijn sokken 1 van achteren roepen: Komt u allemaal
hier, alles komt in orde. We hebben een
goede piloot. Ze praatte daarna in het
Hollands tot de beide stewards en ze pro
beerde kennelijk de grote toegangsdeur
open te stoten. Ik hoorde ben er tegen
aan bonzen, maar het lukte blijkbaar met.
Ik stond bij het echtpaar Habig. We had
den de vrouw tussen ons ingenomen. De
in de cabine stromende Denzine kwam
steeds hoger. Ik geloof, dat ik er al tot
mijn knieën instond en de dampen wer
den hinderlijk. Gelukkig had ik mijn jas
niet aan, zodat die niet met benzine
doordrenkt kon geraken. Daarom heb ik
misschien iets minder last van de dampen
gehad dan menige andere passagier We
dommelde mijn vinger erin om net ie stonden met zijn allen bij de deur. maar
proeven: het was benzine en ik zei tegen toen zei ik: Ik houd het met uit.
mijn vrienden (dat was het echtpaar
Habig dat aan de andere kant van het
gangpad zat): dat is geen whiskey, maar
benzine.
Er was veel lawaai in het donkere vlieg
tuig. Er zaten mensen te bidden en ieder-
en schoenen uitgedaan", vertelde hij,
want de reis zou acht uur duren en ik
wilde op mijn sleep-air-bank gaan slapen.
Maar toen we wegtrokken zat :k nog
rechtop cn keek uit het raampje. Ik zat
midden in het vliegtuig. Ik had net de
wielen van de grond zien gaan, toen we
al weer stilstonden en gelijktijdig de
lichten uitgingen. In mijn herinnering
kunnen we nooit hoog zijn geweest Ik
dacht zelf dat we nog op het vliegveld
stonden We stonden allemaa, op. ik pakte
mijn camera en mijn tas maar kon niet
bij mijn sokken en schoenen komen, om
dat die onder de bank stonden. Eu liep
snel een soort vocht in de cabine. Ik
om het te
gooide mijn tas ergens weg en voelde mijn
bewustzijn wegzinken.
Tot ik zelf, geloof ik, flauwt/iel. Ik
werd weer even wakker dooi 'n schreeuw
en zag toen het licht van een zaklantaarn
voor in de machine. Ik liep door de
benzine er heen en op weg daar naar toe
gooide ik mijn camera in een rek. ik
wist toen niets meer. Het hamerde in mijn
hoofd Toen kwam ik onder het gat in
het dak te staan en kreeg frisse lucht.
Daardoor kwam ik weer een beetje tot
mijn positieven. Er was jiaar een nood
uitgang, die open was gemaakt en ik zag
een dinghie op het water liggen, tk zei:
wat is er aan de hand, ik Was nog steeds
niet goed bij mijn bewustzijn Het was
erg koud en ik pakte een deken en gooide
die door de uitgang in de dinghie Toen
liep ik nog verder naar voren en daar
waren leden van de bemanning bezig door
de voorste deur een gewonde dame naar
buiten te helpen. Ze vroegen me of ik
mee wilde helpen en dat deed ik Later
moest ik zelf ook in de boot stappen en
ik riep toen om mtin vrienden, want ik
dacht, dat ze in de andere dinghie zouden
zitten of in nog een derde Ik wist niet
hoeveel bootjes er waren" (Het echtpaar
Habig is niet gered). Haver besloot zijn
relaas met een even nauwkeurig over
zicht over de tocht over het water Daarbij
vermeldde hij nog, dat zij od de zandbank
vastliepen om 5 40 uur. Hij keek toen voor
het eerst op zijn horloge en het liep nog.
Toen staken de leden van de bemanning
de rode noodsignalen af.
„Hoe hoog stond de benzine in de
cabine?", vroeg de president.
„Op het laatst, toen ik voorin stond,
moet ik het tot miin heupen hebben ge
had". antwoordde Haver, .want later ging
miin huid vervellen. Ik heb de huid er
toen tot heuphoogte af kunnen trekken'
Verwacht wordt, dat vandaag, op de
negende dag van het onderzoek, de laatste
twee leden van de bemanning, derde
vlieger J. Tieman en telegrafist H Ouds
hoorn, zullen worden verhoord In totaal
zijn tot dusverre ruim twintig getuigen
gehoord. Vermoedeliik volgen er nog
minriens tien voor het onderzoek besloten
wordt.
nrvh^lnrrJ°n7ke'il- bcto"> her en der 1ieer-
f-aSl selstenen door ontzag-
me golven, markeren het gat in de zee
wering by het Engelse vissersplaatsje
Fleetwood tn Lancashire. Door dc
storm vaH'1f a:lü<;}ov"\ dagen ontstond
daar een bres m de dyk van soo meter
breedTerwjl men Plannen maakt om
de bevolking 2.SOO ~ielen groot te
evacueren, 's een le^frt}e Vl}n dijkwer
kers onverpoosd bc'Zig grote hoeveel
heden puin tn 'ie^ 9 e, st°rten, om
teaen een nieuwe, woedende aanval van
de zee zo goed mogelijk beveiligd tc zijn.
Het gerechtshof te Amsterdam heeü
gisteren het vonnis van de tigd
rechtbank in hoger beroep beve„,;7V
waarbij de 47-jarige brigadier van P°m"
K- H. H. en de 47-jarige monteur L.
v- d. V., beiden oud-opsporingsambtena
ren van de P.O.D. uit Velsen. zijn vrij
gesproken.
De beide verdachten was ten laste ge
legd, dat zij kort na de bevryding van
een politiek delinquent giften, voorname-
j"'" nok niet af" b;,,5 drank en levensmiddelen, zouden
gerealiseerd, mag men dan on_ i hebben aangenomen om, in strijd met hun
maar zal men, onfaD;;a bouw- f,'e z°rgen, dat deze delinquent en
's-GRAVENHAGE, 7 December 1951
De herziening van de Omzetbelasting is eindelijk in kannen en kruiken.
Het was van de aanvang af de bedoeling, dat deze herziening nog voor
1 Januari het Staatsblad zou bereiken om bet mogelijk te maken, dat vanaf
die datum de detaillisten van omzetbelasting zullen zijn vrijgesteld. Dat
is met bet aannemen er van door de Eerste Kamer nu gebeurd De Eerste
Kamer beeft er vanmiddag niet veel moeite aan gehad. Er waren vijf
senatoren, die er iets over te zeggen hadden en buiten de heer Vixscboxse,
die Deutsch-gründlich bet doel, liet wezen en de toekomst van de omzc -
belasting aan een bespreking onderwierp, bad blijkbaar niemand veel be
hoefte aan een uitgebreid debat.
Zekerheid op de arbeidsmarkt de j zijn echtgenote spoedig vrij zouden komen,
volledig moeten benutten Daar dan wel dat hun zagk sneJ behande!d zou
i P i ?nnln de gemeentebesturen hun worden. Subsidiair was hun ten laste ge-
toe kunnen 15 goed, dat deze legd, dat zij schenkingen hebben aan-
medewerking^gevem Het ^s. geng'ezet. Het vaard, ponder daarmee in strijd met hun
zaak eens
kan, dus het moet. r_
En het is zoals de spreker °P
gadering
plicht te hebben gehandeld.
Verdachten hadden ter terechtzitting
ontkend zich aan genoemde handelingen
aiö Vic OjJi. T «.«pt - - -
van die Provinciale Contac - te hebben schuldig "gemaakt. De brigadier
heeft gezegd: „Het zou oe- van politie is sedert 1951 in verband met
schamend zijn voor
commissie ne Nederlandse volk <jeze zaak buiten dienst gesteld. Zowel het
i u -Ta-aoiiita enniunctuur als arrest als het vonnis waren conform de
als het bij een dergeh ke conjuncDg raa<Jsman vgn een der verdachten
waarin het nu leeft, met had ijzertijd aangevoerd, dat ondanks de
het probleem sneller op te lossen uitgesproken vrijspraak conform de eis
nu toe mogelijk bleek. Het nageslacn door de rechtbank, toch hoger beroep was
dan tot deze generatie het verwijt ricn- aangetekend „om buiten deze zaak lig-
ten dat zij haar tijd niet heeft verstaan gende redenen".
Het gin® over wat details als het ver
schil in belasting tussen confectionneurs
en maatkleermakers (Molenaar), over hef.
wezen van de weeldebelasting (Hellema
en Regout) en zo nog enige zaken. Reeds
voor vier uur des middags was de Kamer
door de algemene beschouwingen, die
overigens geen nieuws opleverden, heen.
Maar de staatssecretaris'antwoordde eerst
des avonds om kwart voor acht omdat
de senatoren eerst nog in de afdelings-
vergadering gingen ter voorbereiding van
de algemene beschouwingen op de Rijks
begroting, die zoals gebruikelijk m
maand Januari zullen worden gehouden.
Reeds na deze redevoeringen stond n-t
vast, dat het wetsontwerp op de Omzet
belasting zonder enige tegenstand zou
worden aanvaard.
Wij kunnen dan ook wel volstaan met
enige dingen uit het antwoord van de
Staatssecretaris voor de belastingen, de
heer Van den Berghe. te memoreren Dit
geschiedde dus in de avondvergadering,
die onder leiding stond van het oudste
aanwezige lid de heer Kolff (C.H.). Tegen
over de heer Vixseboxse zette de staats
secretaris dan uiteen dat men wel bij de
omzetbelasting letten moest op de indivi
duele draagkracht, maar niet daarop
alleen. Deze had namelijk een ongediffe
rentieerde belasting bepleit, dus één soort
belasting zonder afwijkingen, zoals Voor
vergeten groepen wordt gedaan. Die ver
geten groepen moesten er niet zijn, had
de heer Vixseboxse betoogd. Dat is wel
heel gemakkelijk gezegd, zei de staats
secretaris nu, maar ze zijn er nu eenmaal
en er is genoeg gedaan om het lot van die
vergeten groepen te verlichten. De heer
Van de Berghe was het dus meer eens met
prof. Hellema, die een differentiatie in de
omzetbelasting niet afwijst, maar een dif
ferentiatie dan naar beneden en niet naar
boven. Dit hield voor de heer Hellema
verband met de weeldebelasting waarin
hij een gevaar zag voor de fabrikant, maai
volgens de staatssecretaris was hier juist
de mogelijkheid de individuele draag
kracht tot uitdrukking te brengen. Wel gaf
hij toe, dat de weeldetabel veel te ui,
gebreid was geworden, waarom deze dan
ook moest worden herzien. Op de vraag
waarom dit niet tegelijk met dit wets
ontwerp was gebeurd, antwoordde de
staatssecretaris, dat de financiële fommis-
sie in de Tweede Kamer hiermede accoord
was gegaan, omdat dan toch bij de alge
hele herziening het volgend jaar deze
zaak wéér aan de orde zou zijn gekomen
Hij legde er vervolgens de nadruk op
dat het niet de bedoeling was. dat door
het wegnemen van de omzetbelasting bij
de detaillist een prijsverhoging zou op
treden, daar immers de totale druk het
zelfde blijft. Natuurlijk heeft dat niet in
de bedoeling van de regering gelegen,
maar het is alleen maar de vraag of dat
practisch niet het gevolg zal zijn, indien
de winkeliers op de verhoogde inkoop
prijzen dezelfde winstpercentage als voor
heen blijven berekenen. De bedoeling is
natuurlijk schoon, maar of daarin de prac-
tijk ook iets van terecht zal komen is een
andere vraag. Niet voor niets heeft men
enige weken in de Tweede Kamer aan de
regering de vraag gesteld of zij geen druk
of invloed kan uitoefenen op de detail
handel om dit te voorkomen.
Het ging dan verder nog over de kwes
tie van de restitutie, welke de staatssecre
taris alleen wilde toepassen bij de zeer
grote verschillen Niet dus bij boeken, die
nu vrijgesteld worden en waarom prof
Hellema had gevraagd.
Er werd nog wat gerepliceerd, waarbij
het feit van de geruisloos verhoogde ih-
voerbelasting op sigaretten ter sprake
kwam, waarna het wetsontwerp z.h.st.
werd aangenomen.
De voorzitter, de heer Kolff, deelde ten
slotte mede, dat de Kamer opnieuw zal
worden bijeengeroepen de volgende week
Woensdag ter behandeling van het wets
ontwerp verlenging van de duur der wst
toezicht credietwezen en enige kleinere
wetsontwerpen.
F S.
Gisterochtend heeft de man uit de ra
darpost, die op 5 September ten onrechte
meende de reeds verongelukte „Triton" 23
mijl ten Westen van Shannon op zijn ra
darscherm te zien vliegen, in de getuigen
bank van de grote zaal in de King's Inns
te Dublin gezeten.
„Moet U heslist weten hoe oud ik ben?",
vroeg hij na. zijn ondervraging aan de
verslaggevers in de zaal. „Wel, ik ben 38,
maar ik voel mij 50".
Hij is de Ier Dick Baker, de man die op
de vroege Zondagochtend van 5 Septem
ber in de verplaatsbare radarinstallatie
bij startbaan 14 op het vliegveld zat Hij
mengde zich 10 minuten na de start van
de „Triton" in de radiotelefonische con
versatie tussen de verkeerstoren en de
Area Control-post, toen hij een van deze
twee vragen hoorde stellen: „Heeft de
Ground Controlled Approach-radarpost
ook niets van de „Triton" gezien?"
Meteen zei Baker: „23 Mijl West nu".
Dez« mededeling is er de hoofdoorzaak
van geweest, dat de verkeerstoren en
Area Control het geven van alarm het>
ben nagelaten en hebben geloofd, dat al
leen de radio-installatie van de „Triton"
was uitgevallen, terwijl de machine zelf
zijn weg op de normale route naar Ame
rika had voortgezet.
Als getuige gehoord vertelde Baker
hoe hy precies op het ogenblik, waarop
hij de verkeerstoren over zijn post hoor
de praten op zijn radarscherm het toe
stel op 23 mij] ontwaarde. Er kon in die
buurt volgens alle beschikbare gegevens
geen enkel ander vliegtuig aanwezig
zijn Daarom had hij er geen moment
aan getwijfeld, dat het de „Triton"
moest zijn. Hij zag het toestel slechts
10 a 15 seconden. Toen verdween het
van het scherm.
Desgevraagd antwoordde Baker, dat dit
normaal was aangezien de limiet van zijn
radarpost ongeveer 25 mijl is De machine
was dus buiten het bereik van het radar
toestel gekomen. Dat hij de „Triton" dan
niet eerder gezien had, achtte hij even
min abnormaal. Het kwam meer voor,
dat toestellen op de uitreis, waarmede de
radarpost zich toch zelden bemoeide, niet
aldaar zichtbaar waren. Veel hangt af van
de hoogte, waarop de machine vliegt
De vraag deed zich voor, welk toestel
Baker nu feitelijk echt op zijn scherm
heeft gezien, want het kan onmogelijk de
K.L.M.-machine zijn geweest. Die lag op
dat tijdstip al in de rivier. De chef van
Baker gaf drie mogelijkheden: 1 Een on
bekend toestel, dat niet van Shannon
kwam en niet met Shannon in verbinding
stond; 2. een z.g. tweede echo van een
toestel op een geheel andere plaats: 3.
een speciale regendichte wolk, die wei
eens op het scherm wordt opgevangen.
De Raad voor de Luchtvaart heeft geen
aanleiding gevonden maatregelen te ne
men naar aanleiding van hei ongeluk met
de K.L.M.-Convair „Paules Potter" op de
Tweede Pinksterdag van het jaar 1953.
Het vliegtuig kwam vlak na de start
terecht in een weilahd in het verlengde
van de startbaan op Schiphol. Twee
meisjes, die op de Schiphoiweg liepen,
werden door het toestel geraakt en gedood.
De raad achtte de beslissing van de ge
zagvoerder om onder de gegeven om
standigheden tot een noodlanding over te
gaan, begrijpelijk. De mogelijke verklaring
voor het optreden van onvoldoende uit
werking van de beweging van het hoogte
roer is dat de toegepaste correctie met
dit roer te klein zou zijn gehouden. In
dien dit juist is. is het vermijden van een
grotere roercorrectie door de gezagvoer
der waarschijnlijk het gevolg geweest van
de vrees in overtrokken toestand te ge
raken. De Raad ontbreken iverigens vol
doende feitelijke gegevens om deze ver
klaring als enig juiste te aanvaarden.