Geen Op 1 rijbewijs voor bromfietsers Juli 1955: twee achter lichten voor auto's Geen invoering gemeentelijke inkomstenbelasting Tot aan heupen in de benzine DICK BAKER twijfelde geen moment: hij zag de „Triton" Bouwcapaciteit benutten Onderzoek Triton -ramp Nauwkeurig relaas van ervaringen van passagier Overzicht Eerste Kamer HERZIENING OMZETBELASTING AANVAARD BÉNÉDICTINE Aandeel gemeenten in nationaal inkomen niet teruggelopen In hoger beroep vrijspraak Detailhandel op 1 Januari vrij De man op de radarpost maakte foute gevolgtrekking Het ongeluk met de „lAuilus Potter" WOENSDAG 8 DECEMBER 1954 pagina Verkeersveiligheid Wat de verkeersveiligheid aangaat be toogde minister Algera. dat het voetgan- gersvraagstuk ingewikkelder is dan het ogenschijnlijk lijkt. Dit probleem is m Töezicht credietwezen Geen nieuwe verlenging Opnieuw Wederopbouw NIEUWE PARTIJ IN WEST-DUITSLAND - 'O Lawaai in het donker Flauw gevallen De „Veiser affaire Prijsverhoging Geen moment getwijfeld Noodlanding begrijpelijk BIJ DE BEHANDELING van de be groting van Wederopbouw en Volks huisvesting zijn weer eens wensen geuit ten aanzien van het jaarlijks aantal te bouwen woningen, dat voor dit jaar noS op 65.000 is gepland. Verschillende ^Prekers nu hebben er bij deze begrotings behandeling bij de minister op aange drongen, het aantal per jaar te bouwen w°ningen op te voeren tot 70.000 a 75.000. Dat is gemakkelijk neergeschreven en n°g gemakkelijker gezegd. Maar men hoort daarbij eigenlijk maar Weinig over een allerbelangrijkste factor in deze zaak, namelijk hoe het staat met het beschikbare aantal bouwvakarbeiders. Reeds een paar maanden geleden heeft dr Zonnenberg hieraan in Economisch- Statistische Berichten een artikel gewijd, waarin hij opmerkt, dat noch plaatselijk noch regionaal noch zelfs landelijk iets omtrent het beschikbare aantal bouwvak arbeiders bekend is. Schattingen van vel schillende instanties blijken te varieren tussen 100.000 en 300.000. Men zou daaruit moeten concluderen, dat de huidige woningcontingen ering geen verband kan houden met het aantal verschillende arbeidskrachten en daarop dus niet is afgesteld. Het aantal van 65.000 is dan eigenlijk slechts een ervaringscijfer en men zou dus zelfs niet kunnen zeggen of een hoger aantal woningen ook werke lijk kan woraen gerealiseerd. Is er voor het wensgetal van 70.000 a 75.000 een tekort aan vakarbeiders, dan zou dit getal als totaal contingent voor het gehele land spanningen op de arbeidsmarkt kun nen oproepen, waarvan een scheef trek ken van de woningbouw in verschillende delen van het land het gevolg zou zijn. Nu hebben wij dezer dagen kennis ge kregen van een rede, welke het lid van Gedeputeerd® Staten van Zuid-Holland, de heer A. C. A. Deerenberg, belast met de portefeuille van de woningbouw, heeft gehouden voor de Provinciale Contact commissie Zuid-Holland inzake 't woon- ruimtevraagstuk. Hij heeft daar natuurlijk het probleem voor Zuid-Holland aangesneden en erop gewezen, dat de gemeenten eerst hun fichtcontingent moeten realiseren, indien Zuid-Holland in aanmerking wil komen Voor een gedeelte van de 13.500 woningen, Welke het Departement van Wederopbouw en Volkshuisvesting in reserve heeft ge houden. In Zuid-Holland zat men in Augustus nog met het probleem, dat men 1000 woningen op het schema achter was. Het zou toen gemakkelijk zijn geweest de oorzaak hiervan te zoeken in het tekort aan bouwvakarbeiders, maar een feit is, dat intussen dit tekort geheel is ingehaald. De heer Deerenberg nu heeft in die rede openlijk verklaard, dat dit ook de oorzaak is geweest, dat bijvoorbeeld Rotterdam een hogere toewijzing kon krij gen mede uit de Rijksreserve, omdat het richtcontingent was gerealiseerd en nu In staat was meer volkswoningen te bouwen. Hij beargumenteerde dit aldus: Momen teel is het zo, dat, waar het contingent over drie jaar is verdeeld, thans voor de laatste twee maanden van dit jaar nog slechts een contingent beschikbaar is van 1265 woningen, wat betekent, dat per maand slechts 632 woningen kunnen wor den gebouwd, terwijl de bouwcapaciteit, zoals bewezen is, bijna 900 woningen per maand kan zijn. En hij stelde dan: als dit zo is, dan zal ook, hoe dan ook en langs welke weg dan ook, de mogelijkheid moeten worden aangegrepen om dat vol te houden en dan zal er in Zuid-Holland meer moeten worden toegewezen dan tot nu toe. Hier ziet men dus reeds het begin van een doorbraak van de moeilijkheid omtrent het aantal bouwvakarbeiders. Uit dat groter aantal had hij dan, volgens zijn mededeling, zulk een aantal aan Rotter dam toegezegd, dat daardoor de bouw van volkswoningen op gang kon komen. Deze bouw wordt immers dikwijls afgeremd door de premiebouwwoningen, die voor rang hebben bij de toewijzingen. Welnu, zo redeneerde hij, Rotterdam zit met een ernstig probleem. In de oorlog werden daar 23.000 woningen verwoest. Op het ogenblik bouwt Rotterdam en men werkt daar niet alleen voor Rotterdam, maar voor <3e gehele nationale welvaart. Daar om moet er vóór gezorgd worden, dat in Rotterdam kan worden gebouwd. Men kan het met deze verstandige woorden al leen waar eens zijn. Intussen ziet men hieruit, dat met het probleem van bet tekort aan bouwvak arbeiders ten dele toch wel rekening kan Worden gebouden, indien men bij de woningverdeling en ^"^^ewijzing vasthoudt aan de bouwcapaciteit. Volgens vasthou 1 de heer Deerenberg t t provinciaal in Zuid-Holland geschiedt dit P die haar contingent Maar een provincie, m£t deze woningen verdeelt, houden, Indien bouwcapaciteit rekenms aanvragen de gemeentebesturen bij !aie Bestuur om woningen aan het Pr0" besChikking aRe plannen en cijfers ter En daarop nu heeft de beer Deerenberg zijn gehoor, dat bestond uit v woordigers van 80 gemeentebesturen, trokken departementen en grote b ven, dan ook met <le grootste nadruk 8 wezen. Hij gaat dus bij zijn beleid uit van de bouwcapaciteit en al kan men dan ook statistisch het aantal beschikbare arbei ders niet aangeven, er is in de gemeenten een bouwervaring, waarop men kan toe wijzen. Het ging er de beer Deerenberg blijk baar om aan te tonen, dat er in Zuid- Holland méér kan worden gebouwd. In m,ctus nog 1000 woningen achter, voor iSï. wcember ge" tek°^„ toewijzingen aan Rotterdam Door extra-tocw J capaciteu opge_ en Den Haag i r€aüseert de bouw- voerd. Rotterda dan 00k recht op capaciteit en hee herbouw, daar extra woningen vocm ingwetw0nin- er anders met genoeg gn dez£ gen kuntwn worden Deze extra_ bouw dus in gevaar kon en uU de toewijzing wilde hij flan .j de Rijks- provinciale reserve en rlijk alleen reserve. Maar dat kan n gerealiseerd als het normale contingent ,.ge cyfers en de gemeenten met volt komen. „-tterdam en Nu bewezen is, dat in R worden Den Haag het bouwprogram kon Subsidi eregeling en woni ngbouw 's-GRAVENHAGE, 7 December 1951 De Tweede Kamer begon vanmiddag met de rest aan te boren van de rede, welke de minister van Verkeer en Waterstaat Vrijdag bad afgebroken. De begroting van dit departement werdna veelvuldige repliek zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd met de bekende aantekening voor de communisten. In een schermutseling met de beer Posthumus (P. v. d. A.) toonde de heer Algera zich ook ten aanzien van het vervoer een krachtig verdediger van de stelling, dat het particulier bedrijf de eerste kans toe komt. Hij was bet dan ook volkomen eens met mr dr Van den Heuvel (K.V.P.)hoewel bij diens subsidiariteitsbeginsel in termen, welke hem meer eigen zijn, wenste te vertalen. In de avondvergadering was de Kamer gedwongen de behandeling van de rijksbegroting te onderbreken omdat zij eerst moest beslissen over het wetsontwerp verlenging van de duur dei- wet toezicht credietwezen voor de tijd van twee jaar. Na een^ vrij uitge breide discussie werd hoofdelijke stemming gevraagd. Deze zal morgen middag te 1 uur gebouden worden. De bewindsman van Verkeer en Water staat wees met grote nadruk de beschul diging, geuit door de heer Postumus (P.v.d.A.), van de hand als zou hij er op uiit zijn geweest de Spoorwegen een duw te geven. „Ik heb geen andere wens zo zei de hij, dan steeds op de bres te staan voor de belangen van de N.S. maar dan toch steeds binnen het raam van mijn principiële uitgangspunt. Dat «s, iedere vervoersonderneming die Plaa^f - welke haar toekomt. Mocht de N S. daar door geschaad wo-rden, dan betreur ik dit'' Hij was eohter niet van plan net al- gemeen vervoersbelang op te offeren aan het NS-belang. Het zou best mogelijk kunnen zijn, dat 't voor de Spoorwegen rationeel is zich van verschillende ver voerstechnieken te bedienen maar de mi nister is desalniettemin van mening, dat het ni et-rail ver voer het best kan geschie den door krachtige middenstandsonderne- minigen. De overheidsbedrijven dienen pas in te springen als het particulier ini tiatief geen interesse toont. Hetgeen an derzijds weer niet wil zeggen, dat de N.S. verplicht -zouden zijn alle onrenda bele vervoer op zich te nemen. Wat de Commissie Vergunningen Goe derenvervoer en de Commissie Vergun ningen en Personenvervoer aangaat bracht de minister hulde aan de heer Van den Heuvel (K.V.P.) die naar zijn mening een goed gedocumenteerd en principieel betoog had gehouden. Hij geloofde, dat de service van sommige particuliere ver voerders nog wel iets te wensen overlaat. De vergunningverlening aan de tourwa- genbedrijven en het ongeregeld vervoer zal op korte termijn beginnen. studie bij de Commissie Veiligheid Weg verkeer. Vooralsnog wordt niet overwogen een rijbewijs in tc voeren voor bromfietsers. Want dit zou betekenen, dat men natio naal zou afwijken van de internationaal aanvaarde regelen. Bovendien staat niet vast dat de ongelukken met bromfietsen vooral veroorzaakt worden door gebrek aan rijvaardigheid. Voorts deelde de be windsman mede, dat motorrijtuigen op »er dan twee wielen vanaf 1 Juli voorzien moeten zijn van twee achterlich ten. Verlichting van de normen, welke gesteld worden voor het verkrijgen van een bewijs van rijvaardigheid, ligt niet in het voornemen. Ook is er geen aanleiding de.datum, waarop trams van een richting wijzer voorzien moeten zijn, 1 Januari 1958 te verlaten. Met zijn ambtgenoot van Sociale Zaken zal de minister zich beraden over de vraag op welke wijze men moet komen tot een nieuw rijtijdenbesluit. De opzet om via een sociale commissie vervoer hiertoe te komen is mislukt, omdat de daartoe uitgenodigde organisaties gewei gerd hebben aan dit overleg deel te ne men. In geen der kringen van betrokke nen Was hem enige ongerustheid geble ken over het aantal ontheffingen welke op het thans geldend besluit gevraagd worden. Tenslotte deelde de minister mede, dat er op zijn departement een on derzoek wordt ingesteld naar de verhou ding tussen de belasting, welke de weg gebruikers opbrengen en de kosten, die te hunnen behoeve worden gemaakt. Doei is antwoord te geven op de vraag, of het wegverkeer teveel belast is in verhouding tot de spoorwegen. Want de bewindsman is van mening, dat de opbrengst van speci fieke belastingen ten goede moet komen aan de groep, welke deze belastingen be taalt. De verlenging van de wet toezicht cre dietwezen lokte enig debat uit. De heer Janssen (K.V. P.) betoogde, dat 't feit, dat in de tweede helft van de periode gedu rende welke de wet had ge golden geen ingrijpen no dig was ge weest, geens zins beduidt, dat er inder tijd geen re den was ge weest de wet aan te nemen. De K.V.P zou ook nu haar eenmaal ingenomen stand- M. JANSSEN Tijdelijk hoofdzaak punt handhaven, namelijk dat zij accoord zou gaan vanwege de tijdelijkheid. Zodra de minister komt met een nieuw weten schappelijk gefundeerd wetsontwerp tot regeling van het toezicht zal de K.V.P. een definitief standpunt Innemen. Hij hoopte dan ook, dat dit de laatste maal zal zijn dat de minister met een verlen ging komt. De heer Van Leeuwen (V.V.D.) noemde deze wet schadelijk en had er weinig waardering voor. De verlenging achtte hij echter geen principiële kwestie. In af wachting van een geheel nieuwe opzet wilde hij evenwel meegaan met een tijde lijke verlenging van de nu eenmaal be staande wet. Zijn fractiegenoten dachten hier anders over, zo voegde hij er aan toe. Zij vonden het een principiële zaak en zouden tegenstemmen. De heer Van der Wetering (C.H.) verklaarde deze laatste opvatting te delen. De heer Welter (K.N. P.) wilde ook van geen verlenging horen. Hij vond deze methode zeer onsympa thiek en was verder van mening, dat in tijdei} van calamiteiten de minister eerst maar moest praten met de banken en pas met dwang moest komen als dit niet zou lukken. De heer Oud (V.V.D.) sprekend namens de tegenstemmers van zijn fractie zeide, geen vertrouwen te hebben in de tijdelijkheid van deze verlenging want zijn ervaring had hem geleerd; dat niets zo bestendig is als het tijdelijke. De heer Van Leeuwen dacht daar anders over maar dat kwam naar zijn mening omdat deze afgevaardigde nog niet zoveel poli tieke ondervinding heeft. Hij wilde de minister toch nog een kans geven. Indien deze het sociaal-economisch toezicht zou laten vallen zouden hij en zijn fractie accoord gaan met verlenging van de rest van de wet (het bedrijfseconomisch toe zicht). Hij stelde een amendement in het vooruitzicht als de minister niet op deze suggestie zou willen ingaan. De heer Hofstra (P.v.d.A.) was 't uiter aard con amore eens met de verlenging. In zijn antwoord deelde minister Van de Kieft de heer Janssen mede, dat ruim schoots op tijd een nieuw wetsontwerp gereed zal zijn zodat een nieuwe verlen ging niet is te vrezen. Hij zegde de katho lieke afgevaardigde toe, dat de mogelijk heid van splitsing van het sociaal-econo misch en bedrijfs-economisch toezicht on derzocht zal worden. Evenals de mogelijk heid of er voor 't toezicht aanknopings punten te vinden zijn in de publiekrech telijke bedrijfsorganisatie. Volgens hem ging de bankiersvereniging met de ver lenging accoord. Op de suggestie van de heer Oud kon de bewindsman niet ingaan omdat zijns inziens in de wet het bedrijfs economisch en het sociaal-economisch toe zicht niet van elkaar zijn te scheiden. Toen dit puntje bij paaltje gekomen was koos de heer Oud toqfi eieren voor zijn geld. Hij diende zijn amendement niet in omdat, zoals hij zelde, het toch geen meer derheid zou vinden. Hierna kwam de begroting van Weder opbouw en Volkshuisvesting weer aan de orde. Eerst kregen de drie sprekers, die vorige week niet meer aan bod gekomen waren de heren Ritmeester (V.V.D.). Gortzak (C.P.N.) en Lemaire (K.N.P.) gelegen heid hun hart te luchten. De heer Lemaire zeide, dat de regering zijn fractiegenoot en hem tegenover zich zou vinden als zij zou komen met een bestemmingsheffing op de huren van oud woningbezit. Het was reeds kwart over twaalf, to-m de minister aan zijn antwoord begon. In verband met het late uur wenste hij de hoofdschotel tot morgen te bewaren. On der het kleingoed bleek de minister dit maal ook de huurkwestie te verstaan, om dat hij hierover in dit stadium nog niets kon zeggen Hetgeen de sprekers op dit stuk te berde hadden gebracht was z.i. echter een waardevolle bijdrage tot de meningsvorming in de regering over het huurprobleem en andere in de lucht han gende maatregelen. Tot zijn leedwezen moest de bewinds man meedelen, dat het in de memorie van antwoord aangekondigde plan tot oplos sing van het vraagstuk der verhouding tussen de subsidiëring van de woningwet en de particuliere bouw niet kon door gaan. De minister had 't subsidie-systeem voor de woningwetbouw ook willen toe passen op de particuliere bouw. Dit voor stel was echter door de regering afge wezen, omdat men het om budgetaire en practische redenen niet doorvoerbaar achtte. De gedachten van de bewindsman gaan nu uit naar een oplossing, waarbij het systeem van de particuliere bouw wordt toegepast op de woningwetwoningen Programmering achtte minister Witte van belang, maar men moest er geen te grote exactheid van verwachten, want het leven laat zich niet steeds in cijfers vat ten. Door de grote mobiliteit is geen nauwkeurig inzicht te krijgen in het aan tal bouwvakarbeiders. Voortdurend wordt gestreefd naar verbetering van dit inzicht. Voor de programmering achtte hij deze wetenschan trouwens van secundair be lang. Immers, ook al zou men precies weten hoeveel arbeiders beschikbaar zijn, dan zou men nog niet precies kunnen pro grammeren, omdat men geen specificatie heeft van de aard der bouwobjecten en geen zekerheid over het weer. Te één uur sloot de voorzitter de ver gadering. Morgen zal de minister zijn rede voortzetten. AD INTERIM. BENEDICTINE BENEDICTINE CACHET OR d'un go61 plut tOO 1 LA GRANDE LIQUEUR fRANQAISE w Voor de HandelN. V. Levert Co Amsterdam C. In het voorlopige verslag der commissie van rapporteurs uit de Eerste Kamer over het wetsontwerp betreffende de financiële verhouding tussen het Rijk en de gemeen ten voor de jaren 1953 t/m. 1957 is de mo gelijkheid geopperd een gemeentelijke in komstenbelasting in te voeren. In de me morie van antwoord van de minister van financiën en van dc minister van binnen landse zaken wordt thans opgemerkt, dat de invoering van een zodanige belasting, in de geest zoals deze vroeger bestond, niet binnen de kring der mogelijkheden ligt. De bezwaren hiertegen zijn, gelijk deze ministers inzien zo evident, dat de ge dachte daaraan moet worden verworpen. Ten aanzien van de vraag, of het wen selijk is ter verkrijging van een vrije be- lastingzoom ten behoeve van de gemeen ten een andere algemeen werkende ge meentelijke belasting in het voorlopi ge verslag wordt als zodanig een „woon plaatsbelasting" genoemd in te voeren, hebben de ministers zich nog geen defi nitief oordeel gevormd. In het voorlopige verslag werd de vrees geuit, dat het aandeel van de gemeenten in het nationaal inkomen bjj elke wijzi ging in de noodvoorziening relatief be scheidener is geworden. Dit is, zo delen de ministers mede, echter een misvatting. Zjj hebben in de memorie een staatje doen opnemen, dat laat zien dat van een teruggang van de positie van de gemeen ten niet kan worden gesproken. Het wetsontwerp werd medio 1953 bij de Tweede Kamer ingediend en bedoelt een overgang te zijn van de noodregeling, welke voor de jaren Ï948 t/m. 1952 van kracht was, naar een meer duurzame re geling. In het ontwerp wordt voorgesteld: 1. de tot en met 1952 geldende uitkeringen uit het gemeentefonds samen te voegen tot een „algemene uitkering", 2. de financiële mogelijkheden voor de kleinere gemeen ten iets te verruimen door het stellen van een minimum aan de algemene uitkering, 3. de uitkering wegens ondernemingsbe lasting. te vervangen door een belasting uitkering uit het gemeentefonds en ver der door toewijzing van de opbrengst van de hoofdsommen der grond- en personele belasting aan de gemeenten, 4. verhoging van het aandeel van het gemeentefonds in de opbrengst der Rijksbelastingen, 5. Over de in 's Rijks kas aanwezige midde len van de reserve van het gemeentefonds rente te vergoeden, 6. de rijkscommissie van advies voor de gemeentefinanciën te vervangen door een raad van advies voor de gemeentefinanciën, bestaande uit 15 personen ni. een buiten de partijen staan de voorzitter, zeven op voordracht van de vereniging van Nederlandse gemeenten te benoemen leden en zeven vertegen woordigers van Rijk en provincie, 7. aan de gemeenten compensatie te verlenen m verband met de verlaging van de perso nele belasting. De ministers van financiën en van bin nenlandse zaken delen in de memorie van antwoord nog mede, dat voortgaande stu die en overweging tot de conclusie heb ben geleid, dat verdeling van het huidige omvangrijke gemeentefonds naar globale objectieve maatstaven uitgegoten moet worden geacht en dat een grotere plaa*s zal moeten worden ingeruimd voor de doeluitkeringen voor en aleer het gemeen tefonds naar zulke maatstaven zal kun nen worden verdeeld. Te Hannover is gisteren door voor malige leden van de liberaal-democrati sch partij, de F D P. en de Vluchtelingen- partij een nieuwe beweging opgericht, de Duitse Nationale Party (D.N.P.). De nieuwe partij kant zich tegen de opvattingen van bondskanselier Adenauer op het gebied der buitenlandse politiek en zij is voorstandster van het openen van rechtstreekse onderhandelingen met het Oosten. Z;j is voornemens in het vol gend jaar deel te nemen aan de landdag verkiezingen in Neder-Saksen. Voorzitter van de nieuwe party is Jo hannes Rohde. die tot voor kort tot de leiding van de F.D.P. behoorde. Gisterenmiddag heeft .het bij het openbare onderzoek naar de oorzaak van de ramp met de K.L.M.-Superconstellation „Triton" complimenten geregend aan het adres van de blonde, 33-jarige Duitse passagier, Fritz Haver uit Oelde in Westfalen, die voor een machinefabriek voor de eerste maal naar Amerika reisde? maar niet verder kwam dan de rivier de Shannon, omdat het toestel waarin hij de vlucht maakte toevallig de „Triton" was. Hij deed het relaas van zijn ervaringen in vlot Engels. IN adat hij uitgesproken was, complimenteerde eerst de vertegenwoordiger van de Ierse procureur-generaal, de heer MacBride, hem voor dc over zichtelijke en duidelijk beschrijvende manier, waarop hij het verbaal verteld had. Vervolgens stond een der Ierse advocaten, die de belangen ran de K.L.M. behartigt, op en voegde eraan toe, dat hij de bescheidenheid van de jonge Duitse passagier wilde roemen, daar deze wel uitvoerig was geweest over allerlei details, maar daarbij de moedige rol die hij zelf bij de redding van andere passagiers had gespeeld, in liet geheel niet had genoemd. Namens de K.L.M. dankte de advocaat de Duitser voor zijn dappere optreden. President Steevan sloot de rij met woorden van dank tot Fritz Haver, voor het feit, dat hij de moeite had genomen speciaal naar Dublin te komen om als getuige tc worden gehoord. Vlak voor de start had ik mijn jasje j een schreeuwde. Ik hoorde de stewardess aan de stewardess gegeven en mijn sokken 1 van achteren roepen: Komt u allemaal hier, alles komt in orde. We hebben een goede piloot. Ze praatte daarna in het Hollands tot de beide stewards en ze pro beerde kennelijk de grote toegangsdeur open te stoten. Ik hoorde ben er tegen aan bonzen, maar het lukte blijkbaar met. Ik stond bij het echtpaar Habig. We had den de vrouw tussen ons ingenomen. De in de cabine stromende Denzine kwam steeds hoger. Ik geloof, dat ik er al tot mijn knieën instond en de dampen wer den hinderlijk. Gelukkig had ik mijn jas niet aan, zodat die niet met benzine doordrenkt kon geraken. Daarom heb ik misschien iets minder last van de dampen gehad dan menige andere passagier We dommelde mijn vinger erin om net ie stonden met zijn allen bij de deur. maar proeven: het was benzine en ik zei tegen toen zei ik: Ik houd het met uit. mijn vrienden (dat was het echtpaar Habig dat aan de andere kant van het gangpad zat): dat is geen whiskey, maar benzine. Er was veel lawaai in het donkere vlieg tuig. Er zaten mensen te bidden en ieder- en schoenen uitgedaan", vertelde hij, want de reis zou acht uur duren en ik wilde op mijn sleep-air-bank gaan slapen. Maar toen we wegtrokken zat :k nog rechtop cn keek uit het raampje. Ik zat midden in het vliegtuig. Ik had net de wielen van de grond zien gaan, toen we al weer stilstonden en gelijktijdig de lichten uitgingen. In mijn herinnering kunnen we nooit hoog zijn geweest Ik dacht zelf dat we nog op het vliegveld stonden We stonden allemaa, op. ik pakte mijn camera en mijn tas maar kon niet bij mijn sokken en schoenen komen, om dat die onder de bank stonden. Eu liep snel een soort vocht in de cabine. Ik om het te gooide mijn tas ergens weg en voelde mijn bewustzijn wegzinken. Tot ik zelf, geloof ik, flauwt/iel. Ik werd weer even wakker dooi 'n schreeuw en zag toen het licht van een zaklantaarn voor in de machine. Ik liep door de benzine er heen en op weg daar naar toe gooide ik mijn camera in een rek. ik wist toen niets meer. Het hamerde in mijn hoofd Toen kwam ik onder het gat in het dak te staan en kreeg frisse lucht. Daardoor kwam ik weer een beetje tot mijn positieven. Er was jiaar een nood uitgang, die open was gemaakt en ik zag een dinghie op het water liggen, tk zei: wat is er aan de hand, ik Was nog steeds niet goed bij mijn bewustzijn Het was erg koud en ik pakte een deken en gooide die door de uitgang in de dinghie Toen liep ik nog verder naar voren en daar waren leden van de bemanning bezig door de voorste deur een gewonde dame naar buiten te helpen. Ze vroegen me of ik mee wilde helpen en dat deed ik Later moest ik zelf ook in de boot stappen en ik riep toen om mtin vrienden, want ik dacht, dat ze in de andere dinghie zouden zitten of in nog een derde Ik wist niet hoeveel bootjes er waren" (Het echtpaar Habig is niet gered). Haver besloot zijn relaas met een even nauwkeurig over zicht over de tocht over het water Daarbij vermeldde hij nog, dat zij od de zandbank vastliepen om 5 40 uur. Hij keek toen voor het eerst op zijn horloge en het liep nog. Toen staken de leden van de bemanning de rode noodsignalen af. „Hoe hoog stond de benzine in de cabine?", vroeg de president. „Op het laatst, toen ik voorin stond, moet ik het tot miin heupen hebben ge had". antwoordde Haver, .want later ging miin huid vervellen. Ik heb de huid er toen tot heuphoogte af kunnen trekken' Verwacht wordt, dat vandaag, op de negende dag van het onderzoek, de laatste twee leden van de bemanning, derde vlieger J. Tieman en telegrafist H Ouds hoorn, zullen worden verhoord In totaal zijn tot dusverre ruim twintig getuigen gehoord. Vermoedeliik volgen er nog minriens tien voor het onderzoek besloten wordt. nrvh^lnrrJ°n7ke'il- bcto"> her en der 1ieer- f-aSl selstenen door ontzag- me golven, markeren het gat in de zee wering by het Engelse vissersplaatsje Fleetwood tn Lancashire. Door dc storm vaH'1f a:lü<;}ov"\ dagen ontstond daar een bres m de dyk van soo meter breedTerwjl men Plannen maakt om de bevolking 2.SOO ~ielen groot te evacueren, 's een le^frt}e Vl}n dijkwer kers onverpoosd bc'Zig grote hoeveel heden puin tn 'ie^ 9 e, st°rten, om teaen een nieuwe, woedende aanval van de zee zo goed mogelijk beveiligd tc zijn. Het gerechtshof te Amsterdam heeü gisteren het vonnis van de tigd rechtbank in hoger beroep beve„,;7V waarbij de 47-jarige brigadier van P°m" K- H. H. en de 47-jarige monteur L. v- d. V., beiden oud-opsporingsambtena ren van de P.O.D. uit Velsen. zijn vrij gesproken. De beide verdachten was ten laste ge legd, dat zij kort na de bevryding van een politiek delinquent giften, voorname- j"'" nok niet af" b;,,5 drank en levensmiddelen, zouden gerealiseerd, mag men dan on_ i hebben aangenomen om, in strijd met hun maar zal men, onfaD;;a bouw- f,'e z°rgen, dat deze delinquent en 's-GRAVENHAGE, 7 December 1951 De herziening van de Omzetbelasting is eindelijk in kannen en kruiken. Het was van de aanvang af de bedoeling, dat deze herziening nog voor 1 Januari het Staatsblad zou bereiken om bet mogelijk te maken, dat vanaf die datum de detaillisten van omzetbelasting zullen zijn vrijgesteld. Dat is met bet aannemen er van door de Eerste Kamer nu gebeurd De Eerste Kamer beeft er vanmiddag niet veel moeite aan gehad. Er waren vijf senatoren, die er iets over te zeggen hadden en buiten de heer Vixscboxse, die Deutsch-gründlich bet doel, liet wezen en de toekomst van de omzc - belasting aan een bespreking onderwierp, bad blijkbaar niemand veel be hoefte aan een uitgebreid debat. Zekerheid op de arbeidsmarkt de j zijn echtgenote spoedig vrij zouden komen, volledig moeten benutten Daar dan wel dat hun zagk sneJ behande!d zou i P i ?nnln de gemeentebesturen hun worden. Subsidiair was hun ten laste ge- toe kunnen 15 goed, dat deze legd, dat zij schenkingen hebben aan- medewerking^gevem Het ^s. geng'ezet. Het vaard, ponder daarmee in strijd met hun zaak eens kan, dus het moet. r_ En het is zoals de spreker °P gadering plicht te hebben gehandeld. Verdachten hadden ter terechtzitting ontkend zich aan genoemde handelingen aiö Vic OjJi. T «.«pt - - - van die Provinciale Contac - te hebben schuldig "gemaakt. De brigadier heeft gezegd: „Het zou oe- van politie is sedert 1951 in verband met schamend zijn voor commissie ne Nederlandse volk <jeze zaak buiten dienst gesteld. Zowel het i u -Ta-aoiiita enniunctuur als arrest als het vonnis waren conform de als het bij een dergeh ke conjuncDg raa<Jsman vgn een der verdachten waarin het nu leeft, met had ijzertijd aangevoerd, dat ondanks de het probleem sneller op te lossen uitgesproken vrijspraak conform de eis nu toe mogelijk bleek. Het nageslacn door de rechtbank, toch hoger beroep was dan tot deze generatie het verwijt ricn- aangetekend „om buiten deze zaak lig- ten dat zij haar tijd niet heeft verstaan gende redenen". Het gin® over wat details als het ver schil in belasting tussen confectionneurs en maatkleermakers (Molenaar), over hef. wezen van de weeldebelasting (Hellema en Regout) en zo nog enige zaken. Reeds voor vier uur des middags was de Kamer door de algemene beschouwingen, die overigens geen nieuws opleverden, heen. Maar de staatssecretaris'antwoordde eerst des avonds om kwart voor acht omdat de senatoren eerst nog in de afdelings- vergadering gingen ter voorbereiding van de algemene beschouwingen op de Rijks begroting, die zoals gebruikelijk m maand Januari zullen worden gehouden. Reeds na deze redevoeringen stond n-t vast, dat het wetsontwerp op de Omzet belasting zonder enige tegenstand zou worden aanvaard. Wij kunnen dan ook wel volstaan met enige dingen uit het antwoord van de Staatssecretaris voor de belastingen, de heer Van den Berghe. te memoreren Dit geschiedde dus in de avondvergadering, die onder leiding stond van het oudste aanwezige lid de heer Kolff (C.H.). Tegen over de heer Vixseboxse zette de staats secretaris dan uiteen dat men wel bij de omzetbelasting letten moest op de indivi duele draagkracht, maar niet daarop alleen. Deze had namelijk een ongediffe rentieerde belasting bepleit, dus één soort belasting zonder afwijkingen, zoals Voor vergeten groepen wordt gedaan. Die ver geten groepen moesten er niet zijn, had de heer Vixseboxse betoogd. Dat is wel heel gemakkelijk gezegd, zei de staats secretaris nu, maar ze zijn er nu eenmaal en er is genoeg gedaan om het lot van die vergeten groepen te verlichten. De heer Van de Berghe was het dus meer eens met prof. Hellema, die een differentiatie in de omzetbelasting niet afwijst, maar een dif ferentiatie dan naar beneden en niet naar boven. Dit hield voor de heer Hellema verband met de weeldebelasting waarin hij een gevaar zag voor de fabrikant, maai volgens de staatssecretaris was hier juist de mogelijkheid de individuele draag kracht tot uitdrukking te brengen. Wel gaf hij toe, dat de weeldetabel veel te ui, gebreid was geworden, waarom deze dan ook moest worden herzien. Op de vraag waarom dit niet tegelijk met dit wets ontwerp was gebeurd, antwoordde de staatssecretaris, dat de financiële fommis- sie in de Tweede Kamer hiermede accoord was gegaan, omdat dan toch bij de alge hele herziening het volgend jaar deze zaak wéér aan de orde zou zijn gekomen Hij legde er vervolgens de nadruk op dat het niet de bedoeling was. dat door het wegnemen van de omzetbelasting bij de detaillist een prijsverhoging zou op treden, daar immers de totale druk het zelfde blijft. Natuurlijk heeft dat niet in de bedoeling van de regering gelegen, maar het is alleen maar de vraag of dat practisch niet het gevolg zal zijn, indien de winkeliers op de verhoogde inkoop prijzen dezelfde winstpercentage als voor heen blijven berekenen. De bedoeling is natuurlijk schoon, maar of daarin de prac- tijk ook iets van terecht zal komen is een andere vraag. Niet voor niets heeft men enige weken in de Tweede Kamer aan de regering de vraag gesteld of zij geen druk of invloed kan uitoefenen op de detail handel om dit te voorkomen. Het ging dan verder nog over de kwes tie van de restitutie, welke de staatssecre taris alleen wilde toepassen bij de zeer grote verschillen Niet dus bij boeken, die nu vrijgesteld worden en waarom prof Hellema had gevraagd. Er werd nog wat gerepliceerd, waarbij het feit van de geruisloos verhoogde ih- voerbelasting op sigaretten ter sprake kwam, waarna het wetsontwerp z.h.st. werd aangenomen. De voorzitter, de heer Kolff, deelde ten slotte mede, dat de Kamer opnieuw zal worden bijeengeroepen de volgende week Woensdag ter behandeling van het wets ontwerp verlenging van de duur der wst toezicht credietwezen en enige kleinere wetsontwerpen. F S. Gisterochtend heeft de man uit de ra darpost, die op 5 September ten onrechte meende de reeds verongelukte „Triton" 23 mijl ten Westen van Shannon op zijn ra darscherm te zien vliegen, in de getuigen bank van de grote zaal in de King's Inns te Dublin gezeten. „Moet U heslist weten hoe oud ik ben?", vroeg hij na. zijn ondervraging aan de verslaggevers in de zaal. „Wel, ik ben 38, maar ik voel mij 50". Hij is de Ier Dick Baker, de man die op de vroege Zondagochtend van 5 Septem ber in de verplaatsbare radarinstallatie bij startbaan 14 op het vliegveld zat Hij mengde zich 10 minuten na de start van de „Triton" in de radiotelefonische con versatie tussen de verkeerstoren en de Area Control-post, toen hij een van deze twee vragen hoorde stellen: „Heeft de Ground Controlled Approach-radarpost ook niets van de „Triton" gezien?" Meteen zei Baker: „23 Mijl West nu". Dez« mededeling is er de hoofdoorzaak van geweest, dat de verkeerstoren en Area Control het geven van alarm het> ben nagelaten en hebben geloofd, dat al leen de radio-installatie van de „Triton" was uitgevallen, terwijl de machine zelf zijn weg op de normale route naar Ame rika had voortgezet. Als getuige gehoord vertelde Baker hoe hy precies op het ogenblik, waarop hij de verkeerstoren over zijn post hoor de praten op zijn radarscherm het toe stel op 23 mij] ontwaarde. Er kon in die buurt volgens alle beschikbare gegevens geen enkel ander vliegtuig aanwezig zijn Daarom had hij er geen moment aan getwijfeld, dat het de „Triton" moest zijn. Hij zag het toestel slechts 10 a 15 seconden. Toen verdween het van het scherm. Desgevraagd antwoordde Baker, dat dit normaal was aangezien de limiet van zijn radarpost ongeveer 25 mijl is De machine was dus buiten het bereik van het radar toestel gekomen. Dat hij de „Triton" dan niet eerder gezien had, achtte hij even min abnormaal. Het kwam meer voor, dat toestellen op de uitreis, waarmede de radarpost zich toch zelden bemoeide, niet aldaar zichtbaar waren. Veel hangt af van de hoogte, waarop de machine vliegt De vraag deed zich voor, welk toestel Baker nu feitelijk echt op zijn scherm heeft gezien, want het kan onmogelijk de K.L.M.-machine zijn geweest. Die lag op dat tijdstip al in de rivier. De chef van Baker gaf drie mogelijkheden: 1 Een on bekend toestel, dat niet van Shannon kwam en niet met Shannon in verbinding stond; 2. een z.g. tweede echo van een toestel op een geheel andere plaats: 3. een speciale regendichte wolk, die wei eens op het scherm wordt opgevangen. De Raad voor de Luchtvaart heeft geen aanleiding gevonden maatregelen te ne men naar aanleiding van hei ongeluk met de K.L.M.-Convair „Paules Potter" op de Tweede Pinksterdag van het jaar 1953. Het vliegtuig kwam vlak na de start terecht in een weilahd in het verlengde van de startbaan op Schiphol. Twee meisjes, die op de Schiphoiweg liepen, werden door het toestel geraakt en gedood. De raad achtte de beslissing van de ge zagvoerder om onder de gegeven om standigheden tot een noodlanding over te gaan, begrijpelijk. De mogelijke verklaring voor het optreden van onvoldoende uit werking van de beweging van het hoogte roer is dat de toegepaste correctie met dit roer te klein zou zijn gehouden. In dien dit juist is. is het vermijden van een grotere roercorrectie door de gezagvoer der waarschijnlijk het gevolg geweest van de vrees in overtrokken toestand te ge raken. De Raad ontbreken iverigens vol doende feitelijke gegevens om deze ver klaring als enig juiste te aanvaarden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 3