Landbouwpolitiek in Benelux
PHILIPS
Reddingboot had ook al moei
lijkheden met radio-contact
Verhoging van verpleegsters
salarissen
Per jaar wordt 2 a 3 millioen aan
luistergeld ontdoken
over
Belangwekkende publicatie
verschijnsel der buitenkerkelijkheid
de w3S
f
I
Wij blijven langer „ziek" dan
voor de oorlog
Gemeenschappelijke liberalisatielijst
in gevaar
ie
zuinij
ÉS
MEENK'S
POEDERS
Nederland neemt in dezen een uitzon
derlijke positie in
Hatojama volgt
Josjida op
Buitenkerkelijkheid op massale schaal
Delegaties onvoldaan
naar huis
De pervitine-vrijspraak
Onderzoek Triton -ramp
Rijksweg 12 in 1956
gedeeltelijk voltooid
Zware financiële last voor Kruis
verenigingen
Nog geen oplossing voor doelmatiger
inning gevonden
Opvallende boks-be-
langstelling van Peron
Marktkooplieden en
diplomaten
Friesland is hiervan de meest sprekende
exponent
Ziekengeldkosten belangrijk gestegen
Laatste Koreavrijwilli-
gers keren terug
PAGINA 5
VRIJDAG 10 DECEMBER 1954
Landbouwbeleid, het
Minister van Justitie wil
wetswijziging
lampen
Veel licht, zuinig
en laag in prijs!
grote probleem
Moeilijkheden bij vrijmaking
VERKEERSONGELUK OP
KRUISPUNT LAREN
Dublin gedeeltelijk onder
water
AUDIËNTIES
Bij sluiting Maria-jaar
OPENING „KEUKENHOF"
IN 1955
In Maart verkiezingen in
Japan
Merkwaardig verschil in
verschijningsvorm
Van onaantastbare grootheden
tot randverschijnselen
5Poelen
Vaker verzuim
In Februari van liet volgende jaar zal een bijzondere conferentie worden
gehouden ter bestudering' van de mogelijkheid ener harmonisatie van de
landbouwpolitiek der Beneluxlanden, aldus luidt het belangrijkste punt
in het communiqué dat na de Donderdag te Brussel gehouden conferentie
der Beneluxministers werd uitgegeven. Ook hij de gisteren gehouden
besprekingen is namelijk eens te meer gebleken, dat met betrekking tot de
liberalisaties in het kader van de O.E.E.S., het agrarische probleem het
voornaamste is en dat daarmee de vooruitgang van de Benelux staat of valt.
naren namen zes Belgische, vier Neder
landse en drie Luxemburgse ministers er
aan deel. Van Nederlandse zijde de mi
nisters J. Luns, buitenlandse zaken, J. van
de Kieft, financiën, J. Zijlstra, economi
sche zaken en S. L. Mansholt, landbouw.
In het communiqué wordt het volgende
gezegd ^Qi^ité van ministers heeft gecon
stateerd dat de economische situatie der
Beneluxlanden zich in gunstige richting
ontwikkelt evenals die van de andere
Westeuropese landen, dat de in Neder
land plaats gehad hebbende stijging der
lonen en prijzen de toenadering tussen de
partnerlanden vergemakkelijkt en dat de
onderlinge uitvoer der Beneluxlanden zijn
traditionele betekenis heeft herkregen.
Na een uiteenzetting van baron Snoy
et d'Oppuerst, secretaris-generaal van
het Belgische ministerie van economische
zaken met betrekking tot de problemen
welke voor de Beneluxlanden rijzen in
gevolge de agenda van de komende zit
ting van de raad van ministers van de
O.E.E.S. heeft het comité van ministers
hierover van gedachten gewisseld.
Het comité van ministers heeft kennis
genomen van het laatste rapport van de
delegaties der Beneluxlanden ter confe
rentie van de algemene overeenkomst
aangaande de douanetarieven en de han
del en heeft aan een groep deskundigen
opdracht gegeven ten behoeve van ge
noemde delegaties instructies op te stel
len, welke het mogelijk maken de eenvor
migheid van de standpunten der Bene
luxlanden gedurende de werkzaamheden
van bedoelde conferentie te fj
Het Beneluxcomité van ministers
besloten in Februari I955 Sc£
conferentie te doen houden ter bestudering
van de mogelijkheid tot harmouisatie van
de landbouwpolitiek der Beneluxlanden.
zaken en buitenlandse handel. In verband
met de gemeenschappelijke Benelux-po-
litiek wil men een comité van uitsluitend
ministers in het leven roepen, dat dadelijk
een beslissing kan nemen, hetgeen met
ambtenaren niet het geval is.
Wat de G.A.T.T. aangaat, is ter verga
dering nog eens bevestigd, dat de Bene
luxlanden, op het standpunt staan, dat
de kwantitieve beperkingen geleidelijk
moeten verdwijnen. Er is echter hét voor
behoud, dat als andere landen op het ge
bied der tarieven niets doen, de Benelux
landen hun houding daarnaar zullen re
gelen. Dit werd In een resolutie vastge
legd.
Hoewel het probleem der aanbestedin
gen op de dagorde stond is het wegens
tijdsgebrek niet in behandeling gekomen.
Wei werd afgesproken, dat de Belgische
minister van openbare werken daarom
trent tussen Kerstmis en Nieuwjaar met
de Nederlandse minister Zijlstra zal
confereren. Ter conferentie werd ook
niet over de conferentie der waterwegen
gesproken.
Het comité van ministers van de Bel
gisch Nederlandse Douane Unie kwam
bijeen onder voorzitterschap van de Bel
gische minister van buitenlandse zaken,
Spaak. Vergezeld door experts en ambte-
Zoals bekend is onlangs een longarts te
Dordrecht zowel door de rechtbank als
door het gerechtshof te Amsterdam vrij
gesproken van de hem ten laste gelegde
overtreding van artikl 26 der Wegenver
keerswet (rijden onder invloed van alco
holische drank). Deze vrijspraken zijn ge
volgd na het betoog van de arts, dat hij
de geincrimineerde verschijnselen heeft
vertoond als gevolg van het gebruik van
pervitine.
Naar wij vernemen hebben deze vrij
sprekende uitspraken de aandacht van de
minister van Justitie en is het_ waarschijn
lijk, dat deze zich in verbinding zal stel
len met zijn ambtgenoot van Verkeer en
Waterstaat teneinde een wetswijziging te
bevorderen, opdat degenen, die het ver
keer in gevaar brengen, zich niet meer
op dergelijke omstandigheden zullen kun
nen beroepen.
Deze scholier wil het
komende seizoen lid
worden van een tennis
club Zijn vader zei
„Spaar zelf een beetje
mee en smijt niet zo
met licht." Nu zit dit
ventje avond aan avond
bij het maken van huis
werk zijn ogen te be
derven bij een veel te
kleine lamp Dit is een
zuinigheid, die de wijs
heid bedriegt, want
slecht licht is duurl
Dit tennissen gaat beslist
niet door. als het van deze
averechtse „besparing"
moet komen tenminste.
Alleen goede lampen
zijn zuinige lampen I Met
goede tampen bent LI
altijd beter en voorde
liger uit. Dat bewijzen
de Philips lampen over
duidelijk. Ten eerste ge
ven ze mééi licht, ten
tweede zijn ze laag dn
prijs en ten derde uiterst
zuinig in 't gebruik.
In alle lichtpunten horen
daarom Philips lampen.
De lampen die U wér
kelijk geld besparen!
De sleer in Uw zit- en
woonkamer wordt nog
gezelliger door het zach
te licht van de Philip»
„Argenta" lampen.
1 Ad vei ten liet
Na afloop van de conferentie der Bene
lux-ministers hebben de leden van elke
delegatie tegenover het persbureau Belga
verklard niet voldaan te zijn. Een van
de Luxemburgse ministers voegde er aan
toe: „Op de vorige conferentie werd er
gespr ':en over sommige visseriiproduc-
teh. Nu had men het vooral over snij
bloemen."
Sommige gedelegeerden bevestigden, dat
het op elkaar afstemmen van het land
bouwbeleid der drie landen het grote nog
op te lossen probleem blijft.
Sommige gedelegeerden deelden mede,
dat op de conferentie nog geen basis voor
overeenkomst kon worden gevonden om
een gemeenschappelijke liberalisatielijst
voor de O.E.E.S. op te maken. Een Bel
gische gedelegeerde voegde er aan toe,
dat de Belgische lijst in feite reeds het
door de O.E.E.S. aan de lidstaten ge
vraagde overschrijdt.
Van Nederlandse zijde heeft men zich
steeds op het standpunt gesteld, dat het
landbouwprotocol niet als zodanig in h
verdrag van de economische uniekon
worden opgenomen en slechts als over
gangsregeling beschouwd diende te wor
den, gedoemd eens te verdwijnen.
slachtvee
De toestand is thans zo, dat Nederland
de mogelijkheid ziet de door de O.E.E.S.
geëiste aanvullende liberalisatie te ver
wezenlijken, doch dat België hiertoe
slechts kans ziet, indien het de invoer
van het in het landbouwprotocol opgeno
men slachtvee vrijgeeft. Dit laatste zou
de grenzen echter open zetten voor slacht
vee en zou de vleesprijzen dusdanig doen
dalen, dat dit een ramp zou betekenen
voor de vleesproducerende boeren in t>
gië.
Daar men wil trachten toch een 6?"
meenschappelijke lijst bij de O.E.E.S. te
Parijs in te dienen, zal België thans
voor 12 Januari nagaan of het mogelijk
is voor wat deze vrijmaking van slacht
vee betreft eenzelfde systeem in te voe-
ren als thans in Nederland in zwang is,
n.I. een monopolisering. Dit zou neerko
men op de z.g. glijdende invoerrechten met
een garantieprijs voor de boeren.
Wanneer deze regeling niet lukt, zou
den België en Nederland afzonderlijke li-
beraiisatielijsten moeten indienen en zou
men in een onmogelijke positie komen
RpnVÉrklren' die een gemeenschappelijke
?v»n v SM,lfek onmogelijk zou
maken. Voor België zou dit trouwens
slechts een uitstel van de moeilijkheden
met zijn landbouw betekenen, daar ook
hij het indienen van een afzonderlijke
lijst het percentage der liberalisaties ge-
leidelijk opgevoerd zal moeten worden.
Het belang, nat aan de landbouwcon-
ferentie van Februari wordt gehecht,
blijkt wel hieruit, dat niet alleen de mi
nisters van landbouw hieraan zullen deel
nemen, maar ook die van buitenlandse
teaen koorts, kiespijn.
Een maand na de verbetering van het
beruchte kruispunt te Laren is gisteroch
tend het eerste verkeersongeluk daar ter
plaatse gebeurd. Toen de automobilist,
dr H. uit Laren, zich als gewoonlijk per
auto van zijn woning via de Hilver-
sumseweg' naar Amsterdam begaf en
over het kruispunt de Rijksweg opreed,
werd hij in de flank aangereden door de
auto van de heer Van R. uit Blaricum.
Beide auto's werden beschadigd. De
heer Van R. verklaarde, dat hij had wil
len afremmen, maar dat door de glad
heid van de wég zijn wagen was door
gegleden.
De minister van Verkeer en Waterstaat
heeft in een schrijven aan de Amsterdam
se K.v.K. meegedeeld, dat de Rijksweg 12
tussen Utrecht en Arnhem, in zijn de
finitieve vorm als tweebaansweg, in 1956
zal zijn voltooid tot de kruising met de
toegangsweg naar Arnhem, nabij de Plan
kenwambuis, verlengd dan verder met
één rijbaan tot de weg Arnhem-Apeldoorn
Aan de uitvoering van het resterende weg
vak tot aan de Duitse grens voorlopig
wordt dit een éénbaansweg zal met
spoed worden begonnen. Omstreeks 1958
kunnen deze werkzaamheden zijn voltooid
Verder is, aldus vermeldt het schrijven
contact opgenomen met de Duitse rege
ring inzake de voltooiing van het wegvak
grens Oberhausen.
Opnieuw werd gisteren door het Ierse
Hof van Onderzoek naar de oorzaak van
de „Triton"-ramp een aantal Ierse getui
gen gehoord. Uitgezocht werd, hoe het
mogelijk is geweest, dat de reddingboot
van Foynes, uitgevaren om 6.15 uur, na
een kwartier terug moest keren, omdat
hij geen radio-contact kon krijgen met de
verkeerstoren en nog niet precies wist
waar hij heen moest varen. Het bleek, dat
dit niet aan de reddingboot lag, doch aan
de ontvanginstallatie in de toren, die niet
helemaal goed afgestemd was. Dit was
niet de schuld van de man, die op de on
geluksdag in de toren dienst deed, want
het was niet zijn taak dit toestel bij te
stemmen. Hij had dit echter toch gedaan
en wel nadat de kapitein van de redding
boot, teruggekeerd in Foynes, hem opge
beld had. Intussen kostte deze kleinigheid
die er de oorzaak van was dat de red
dingboot pas om 7.20 uur in plaats van
35 minuten eerder het wrak bereikte,
vermoedelijk de jonge Amerikaan W. G.
Tulier het leven. Dit zou mogelijk niet ge
schied zijn, indien de boot meteen radio
contact met de toren had gehad en dus
direct al door zou zijn gevaren.
Gisterenmiddag kwam een Nederlandse
getuige in de bank zitten, de heer C. A.
Bruynestein, chef van de sectie Lockheed
der K.L.M. Hij heeft deelgenomen aan het
uitgebreide technische onderzoek van de
overblijfselen der „Triton" en werd lang
durig over zijn conclusies ondervraagd.
Aan het slot vroeg de heer Macbride hem:
„Kunt U het hof thans misschien nog
enige hulp geven ten aanzien van de
vraag, wat de oorzaak van het ongeluk
is geweest?"
„Dat kan ik niet", zei de heer Bruyne
stein zonder aarzeling op besliste toon.
Het onderzoek wordt vandaag voort
gezet.
Zowel in de zaal van de King's Inns
als in de Ierse dagbladen en bij het pu
bliek zelf is de belangstelling voor het
openbare onderzoek van de ramp met de
Het troosteloze aanzien van dit onder
gelopen stadsdeel doet onwillekeurig
denken aan de beelden van Zeeland in
Februari 1953. Een honderd jaar oude
spoorwegbrug over een rivier bezweek in
de kolkende watermassa's, zodat de direc
te treinverbinding tussen Dublin en Bel
fast werd verbroken. Talloze winkel
straten staan geheel blank, huizen zijn be
neden onder water gelopen en vele hon
derden bewoners moesten in bootjes
worden geëvacueerd.
Wat betreft de verbindingen van Neder- K.L.M.-Superconstellation in Du-
- - - - - - blin op het tweede plan gekomen. Men
spreekt hier in deze dagen slechts over
een andere ramp: de abnormaal hevige
storm van Dinsdag en Woensdag, die er
de oorzaak van is, dat het Noordelijke
deel der Ierse hoofdstad overstroomd is.
land met het Ruhrgebied via België wordt
meegedeeld, dat deze in ons land reeds
over een belangrijke lengte hun definitie
ve vorm hebben gekregen, terwijl in Bel
gië met de werkzaamheden vrijwel nog
moet worden begonnen.
Op de dezer dagen te Roermond ge
houden jaarvergadering van „Het Lim
burgse Groene Kruis" heeft de secretaris
generaal van het Wit-Gele Kruis, mr J.
de Vreeze, de verhoging der salarissen van
de verpleegsters in particuliere zieken
huizen ter tafel gebracht en de conse-
kwenties, die daaraan vastzitten voor de
wijkverpleegsters van de kruisinstellingen.
Spr. betreurde het, dat deze kwestie
onverwacht in de openhaarheid is geraakt,
doordat de overheidsziekenhuizen zich niet
aan de regeling hielden die er bestond
tussen hen en de particuliere zieken
huizen.
De wijkverpleegsters van het Groene
Kruis worden gelijk gesteld met een eer
ste verpleegster in de ziekenhuizen, ook
in haar salariëring. Noch het Groene
Kruis, noch de verpleegstersverenigingen
willen aan deze gelijkstelling tornen. In
middels hebben de Rijksbemiddelaars zich
accoord verklaard met de nieuwe regeling,
die zal ingaan per 1 Januari a.s.
De salarissen van de wijkverpleegsters
lagen voorheen tussen f 2800 en 3900
en zullen in de toekomst schommelen
tussen 3700 en 5100. Voor de kruis-
Op grond van de ervaringen van de gaan of een meer doelmatige wijze van
laatste jaren kan worden aangenomen, innig van de luisterbijdrage mogelijk zou
dat jaarlijks 2 a 3 millioen gulden aan zijn. Daarbij is met het ministerie van
radioluistergeld wordt ontdoken. Indien Financiën tevens onder ogen gezien, ot
men deze feiten in aanmerking neemt en J de heffing via de belastingdienst zou kun
nen geschieden. Een aanvaardbare oplos
sing voor dit probleem kon echter niet
worden gevonden.
Het percentage der gezinnen, dat in
geval de financiering van de omroep zou
geschieden uit een voor ieder geldende
belastingheffing zou moeten meebeta
len zonder enigerlei radio-ontvangstin-
richting te bezitten, kan slechts zeer bij
benadering worden gegeven. In 1953 nl.
werd bij een huis-aan-huis controle in
naar hun aard en ligging uiteenlopende
gebieden van het land, geconstateerd, dat
op 18 procent der bezochte adressen geen
radio-ontvangstinrichting aanwezig was.
De vraag echter, hoeveel bewoners van
deze adressen tot niet-belasting-betalers
behoren, is zonder uitvoerige enquête, al
dus de minister, niet te beantwoorden.
voorts denkt aan dc preventieve werking,
die van het bestaan van een controle
apparaat uitgaat, dan zijn de kosten,
welke hiervoor worden gemaakt, zeker
verantwoord, zo deelt minister Algera de
Tweede Kamer mede in zijn Memorie
van Antwoord op het voorlopig verslag
inzake de begroting van de P.T.T., spre
kend over de dienst luistervergunningen,
waarvan de taak, aldus de bewindsman,
ook een repressief karakter heeft.
De minister gaf ook verscheidene cij
fers. In 1953 betaalde 84 procent der ge
registreerde toestelbezitters op eigen
initiatief de luisterbijdrage; de overige
275.000 moesten op min of meer nadruk
kelijke wijze aan hun betalingsplicht wor
den herinnerd. In dat zelfde jaar achter
haalde de contröledienst in totaal een be
drag van 878.369, dat zonder deze be
moeiingen niet door het Rijk zou zijn ont
vangen. Ruim de helft van dit bedrag
heeft betrekking op ontdoken luisterbij
drage bij niet of te laat aangegeven radio
toestellen.
De laatste jaren is bij herhaling nage-
verenigingen zal dat een grotere finan
ciële last betekenen van drie millioen
gulden per jaar. Daarvan zal volgens de
huidige regeling het rijk een millioen
betalen. Mr De Vreeze is van oordeel
dat, daar het rijk in de eerste plaats
verantwoordelijk is voor deze gang van
zaken, het ook de consekwenties daar
van voor zijn rekening moet nemen,
althans voor een belangrijk deel, want
de kruisverenigingen zijn niet in staat
deze drie millioen zo maar te voorschijn
te toveren. Het is gebleken, dat men ten
departemente begrip heeft' voor de moei
lijkheden, waarin de kruisverenigingen
geraken.
De kruisverenigingen gaan met deze
salarisverhoging gaarne accoord, want de
salarissen vooral van de religieuze wijk
verpleegsters hadden vaak meer weg van
een fooi. De ziekenhuizen zullen inge
volge deze ontwikkeling per jaar 18
millioen meer moeten uitgeven.
Met een grote meerderheid van stem
men werd een voorstel van het hoofd
bestuur aangenomen om de contributie
afdracht te verhogen van 0.60 op 0.85
per lid en per jaar. Het Limburgse Groene
Kruis telt 105.000 leden.
Z. H. Exc. de bisschop van Haarlem zal
Dinsdag 14 December geen audiëntie ver
lenen.
Een menigte,- zo groot als men nog maar
zelden in Buenos Aires heeft gezien,
stroomde Woensdag in de Argentijnse
hoofdstad samen om er de sluiting van het
Maria-jaar te vieren, aldus een bericht
van Reuter.
Niettemin wijdden de Peronistische
dagbladen van gisteren geen woord aan
deze bijzondere gebeurtenis. Stuk voor
stuk' publiceerden ze echter we] hele reek
sen foto's van President Peron, die met
een brede omarming de lichtgewicht
kampioen bokser Pascuai Perez begroette
op het vliegveld van de hoofdstad. Perez
keerde juist terug in zijn vaderland uit
Tokio waar hij vorige week het wereld
kampioenschap lichtgewicht-boksen heeft
veroverd. Zijn aankomst viel samen met
de sluitingsplechtigheden van het Maria-
jaar.
Wanneer in de toekomst buitenlandse
staatslieden de trappen van het stadhuis
van Bonn bestijgen om hun handtekening
in het gouden boek der stad te gaan zet
ten, zullen zij niet meer door het ge
schreeuw der marktkooplieden worden ge
stoord.
Aan de voet van het stadhuis ligt n.I. het
marktplein waar doorgaans een rumoerig
bedrijf heerst. Het stadsbestuur nu is var»
mening, dat het geen pas geeft wanneer
standwerkers de in het raadhuis gehouden
redevoeringen overstemmen. Daarom is
verordend, dat de verkoop voortaan zal
moeten worden stopgezet tijdens officiëlt
bezoeken van staatslieden en tijdens het
spelen der volksliederen.
De openingsdatum van de Keukenhof
tentoonstelling 1955 is thans definitief
vastgesteld op Donderdag 24 Maart.
Itsjiro Hatojama, leider van de Japanse
rechtse democratische partij, is gisteren,
zoals wij reeds in een deel van onze editie
meldden, met de steun van de socialisti
sche afgevaardigden in de Rijksdag tot
premier van Japan gekozen. Om deze
socialistische steun te krijgen moest Hato
jama znn goedkeuring hechten aan alge
mene verkiezingen in Maart van het vol
gende jaar. De socialisten zjjn n.I. van
oordeel dat zij, zoals de zaken op het
ogenblik ervoor staan, bii verkiezingen
als de grote winnaars te voorschijn zullen
komen.
De thans 71-jarige Hatojama, die inder
tijd door de bezettingsautoriteiten wegens
zijn werkzaamheid in de oorlog werd ge
zuiverd, trad uil de liberale partij van
ex-premier Josjida en werd de vorige
maand tot leider van de nieuwe democra
tische partij gekozen, die gevormd is uit
afgescheiden liberalen en uiterst rechtse
elementen.
Hatojama is, zoals bekend, voorstander
van herbewapening van Japan en in ver
band hiermee van herziening van de
grondwet, die onder het Amerikaanse be
zettingsbewind tot stand kwam. Hij w:i
ook normale handelsbetrekkingen met
communistische landen.
In een radiorede heeft Hatojama gezegd
dat hi.i de Japanse buitenlandse politiek
zou blijven baseren op samenwerking met
niet-communistische landen. Hij zou even-
wel trachten „Japans vastgeraakte buiten
landse betrekkingen" te herstellen.
Hatojama zou vandaag beginnen met
de vorming van een zakenkabinet.
Als prijs voor hun steun aan Hatojama
hebben de socialisten geëist, dat eerst
slechts een zakenkabinet wordt gevormd
en dat spoedig daarna algemene verkie
zingen worden gehouden. De democrati
sche partij heeft deze eis Ingewilligd.
De Japanse rijksdag heeft daarna bij
meerderheid van stemmen Hatojama tot
premier aangewezen.
De buitenkerkelijkheid is een verschijnsel in onze samenleving, waaraan
meer en meer aandacht wordt geschonken. Verwonderlijk is dit allerminst.
Want de massale uittocht uit de kerken is een gebeuren, dat voor het
geestelijk en zedelijk leven vérgaande consequenties heeft. Voor velen
betekent het feit, dat zij buiten de Kerk komen te staan, een volslagen
geestelijke ontreddering.
De reeks van publicaties aan de buitenkerkelijkheid gewijd, is thans
verrijkt met een bijzondér belangwekkende studie. Wij bedoelen hier hei
proefschrift van pater R. J. Stavermans O.F.M., getiteld: „Volk in
Friesland buiten de Kerk" (Uitg. Van Gorcum en Comp. te Assen), waarop
hij vandaag aan de Nijmeegse Universiteit is gepromoveerd.
Pater Stavermans is tien jaar lang nauw betrokken geweest bij het
„Apostolaat Minderbroeders Friesland", dat in 1933 uit dé verontrusting
over de toenemende buitenkerkelijkheid werd geboren en dat thans onder
de auspiciën van de Sint Willibrord Vereniging vanuit Drachten,
St. Jacobiparochie, Bergum en Oosterwolde in Friesland opereert. Deze
studie is de wetenschappelijke vrucht van dit apostolaatswerk en tevens een
afscheid hiervan, want pater Stavermans vertrekt binnenkort naar
Nieuw-Guinea.
De buitenkerkelijkheid van Friesland
is in sterke mate een plattelands-buiten
kerkelijkheid, als zodanig duidelijk onder
scheiden van gelijksoortige verschijnselen
in de steden. Ook Noord-Holland en Gro
ningen kennen een sterke plattelands
buitenkerkelijkheid.
Toch is een aparte bestudering van dat
verschijnsel in Friesland volkomen ge
wettigd omdat het in dit gewest eerder
dan overal elders massale afmetingen
aannam.
De studie van dr Stavermans is .deels
sociografisch deels historisch. Zij valt
uiteen in drie delen.
In het eerste deel worden de omvang
en groei van de buitenkerkelijklieid in
Nederland en in het bijzonder in Fries
land vastgesteld. Hierbij wordt, tevens
een zeer instructieve vergelijking ge
maakt met de situatie óp dit punt m het
buitenland.
Vervolgens wordt een onderzoek inge
steld naar de oorzaken van de buiten
kerkelijkheid in Friesland. In het derde
deel wordt tenslotte getracht enigermate
door te dringen in de levensovertuiging
van een aantal buitenkerkelijken in
Friesland, m.a.w. de geestelijke inhoud
van de buitenkerkelijkheid te benaderen.
De studie wordt afgesloten met een na-
waarin de sociaal-weten-
het verschijnsel der
buitenkerkelijkheid afgerond en verdiept
wordt door een theologische reflectie.
Wel meer buitenkerkelijk
heid, niet meer ontkerstend
Zoals gezegd, wordt in het eerste deel
een zeer instructieve vergelijking ge-
maakt mat da situatio in hat buitonlanci.
Hieronder worden begrepen die landen,
waar het verschijnsel der bultenkerkelijk-
heid eveneens uit de volkstellingen be
kend is, zoals Duitsland Zwitserland,
Oostenrijk, de Scandinavische landen, Ier
land en Canada.
Uit «lit vergelijkend onderzoek blijkt,
dat Nederland wat de buitenkerkelijk
heid betreft, een uitzonderlijke positie
inneemt. Terwijl enerzijds in vrijwel geen
enkel land de kerken een zo grote in
vloed hebben op het maatschappelijke
leven en vooral op de organisatievormen
daarvan als in Nederland, is er eveneens
hoegenaamd geen enkel land, waar rela
tief een zo groot deel van «Ie bevolking
rondweg opgeeft niet meer tot een kerk
genootschap te behoren (n.I. 17,5%).
Men dient deze unieke positie van
Nederland echter goed te begrijpen.
Men mag er zeker niet zonder meer uit
concluderen, dat Nederland meer ont
kerstend zou zijn dan het buitenland.
Het is niet onwaarschijnlijk, aldus de
schrijver, dat het tegendeel waar is.
De ontkerstening openbaart zieb ech
ter in het buitenland niet in de vorm
van massale onkerkelijkheid zoals te
onzent, maar in de vorm van een mas
sale en zeer vergaande onkerksheid,
dus het niet meer vervullen van kerke
lijke plichten. Dit geldt voor Duitsland
en wellicht in nog sterkere mate voor
de Scandinavische landen, waar ker
kelijkheid (het aangesloten-zijn bij een
kerkgenootschapvanzelfsprekend,
maar kerksheid uitzondering schijnt te
zijn.
Van de uitzonderingspositie, welke
Nederland tegenover het buitenland in
neemt. is Friesland de meest sprekende
exponent. Men kan gerust aannemen,
dat het proces van ontkerstening in de
laatste decennia der vorige eeuw in het
buitenland minstens zo ver op gang was
als in Nederland en in de grote steden
van Holland reeds dieper was doorge
drongen dan in Friesland. Toch was het
juist in Friesland, dat de ontkerstening
zich reeds toen op de meest massale wijze
in de vorm van buitenkerkelijkheid open
baarde. Toen de buitenkerkelijkheid in
Berlijn nog een nauwelijks bekend ver
schijnsel was en Amsterdam nog geen
2% buitenkerkelijken telde, lag het per
centage buitenkerkelijken in vcrs«jhillen-
de plattelandsgemeenten van Friesland
al tussen de 10% en de 20%!
Wat is de oorzaak van dat merkwaar
dige verschil in verschijningsvorm der
ontkerstening?
De verklaring, die de schrijver hiervan
geeft, lijkt ons niet. onaannemelijk. Hij
zoekt haar in een opmerkelijk verschil in
de verhouding tussen kerk en volksge
meenschap Waar de kerk het karakter
heeft van volkskerk in sociologische zin
verstaan als het samenvallen van kerk
en volksgemeenschap, zoals in boven
genoemde landen, is het welhaast even
vanzelfsprekend dat men bij de kerk is
aangesloten als dat men tot het volk be
hoort. De kerkelijkheid wordt hier alleen
al beschermd door het feit. dat een for
mele breuk met de kerk als een breuk
met de volksgemeenschap wordt aan
gevoeld. Hiervan uitgaande ligt het
voor de hand, dat het proces van ont
kerstening zich niet uit in de vorm van
buitenkerkelijkheid, maar in die van on
kerksheid a] zal ook hier onkerkelijkheid
stellig het eindpunt van het proces zijn.
Waar de kerk echter niet het karak
ter van volkskerk heeft, zal het be
horen tot de kerk niet vanzelfsprekend
geacht worden. De kerkelijkheid is hier
veel meer kwetsbaar, daar men. ook
zonder tot de kerk te behoren, toch als
een volwaardig lid van de volksge-
meenschap wordt beschouwd. Deze
situatie doet zich voor in ons land. De
band tussen kerk en volksgemeenschap
is hier niet bijzonder nauw. Dit hangt
natuurlijk samen met het eigenaardige
karakter der Nederlandse samenleving,
welke sterk bepaald wordt door de
aanwezigheid van een protestantse
meerderheid en een aanzienlijke ka
tholieke minderheid. Deze omstandig
heid schept veel grotere mogelijkheden
voor het optreden van de ontkerste
ning in de vorm van buitenkerkelijk
heid- De meeste weerstand wordt op
dit punt aangetroffen in de katholieke
streken waar de volkskerkgedachte
nog het duidelijkst gerealiseerd is.
Maar hier dreigt dan ook het gevaar
van een ernstige onkerksheid. die de
kerkelijkheid steeds verder uitholt.
Dat de buitenkerkelijkheid juist in de
niet-katholieke streken en met name ook
in Friesland zo ver om zich heen heeft
gegrepen, hangt, nanr de auteur duidelijk
maakt, stellig samen met de situatie bin
nen de Nederlands-Hervormde Kerk m
de 19e eeuw. Haar karakter van volks
kerk is juist in de vorige eeuw sterk
aangetast door een complex van factoren,
die binnen de N.H. Kerk een ontbin
dingsproces op gang hebben gebracht,
waarvan naar rechts de Afscheiding in
1834 en de Doleantie in 1886, naar links
het optreden en de snelle ontwikkeling
van de buitenkerkelijkheid de meest
spectaculaire symptomen zijn.
In het derde deel wordt aan de hand
van een onderzoek getracht de in
houd van het verschijnsel der buiten
kerkelijkheid te benaderen. Naar dit
onderzoek leert, vormt de groep buiten
kerkelijken een zeer gevarieerd gezel
schap, zowel inzake hun verhouding t.o.v.
de kerk als wat betreft de aard van hun
levensbeschouwing
Stond de godsdienst vroeger centraal
in het leven en lag de Kerk zinvol
midden in het dorp, voor de massa der
buitenkerkelijken schijnen godsdienst
en kerk nu randverschijnselen gewor
den te zijn. Door andere waarden als
maatschappij en gezin werden zij weg
gedrukt naar de periferie van het
leven en als godsdienst en kerk nog
van betekenis geacht worden, dan is
het bh velen alleen voorzover zij bo
dragen tot de verbetering van maat
schappelijke toestanden en tot het w®)"
slagen van het menselijk bestaan. Dit
is dan de laatste uiting van een zeker
respect voor w&t eens onHHntsstbsre
grootheden waren.
In zijn nabeschouwing komt pater Sta
vermans tot de conclusie, dat ontkerke
lijking en ontkerstening in laatste in
stantie alleen te verklaren zijn door een
verstarring en verval van de christelijke
traditie, bron en bescherming van de
christelijke waarden- Hieruit volgt, dat
het apostolaat niet mag blijven staan bij
een sociologisch en sociaal-psychologisch
noodzakelijke reïntegratie van een ge
desintegreerde maatschappij, doch tevens
vanuit een theologische visie op de con
crete situatie moet streven naar een aan
gepast herstel van christelijke tradities,
zodat de christelijke inzichten en werke
lijkheden weer gaan leven In de mense
lijke samenleving.
U vliegt nu
De minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid heelt in November 1951
een commissie geïnstalleerd, welke de
opdracht ontving het vraagstuk van de
invloed van het ziekteverzuim op de
arbeidsproductiviteit in studie te nemen.
De commissie, welke onder voorzitter
schap -staat van de directeur-generaal
van de Volksgezondheid, prof. dr P Mun
tendam, heeft thans een interim-rapport
uitgebracht, waarbij gebruik is gemaakt
van de arbeid van een aantal sub-com
missies, nl. een statistische, een medische,
een sociaal-psychologische en sociologi
sche, een economische en een ter formu
lering van de practische maatregelen.
Uit de door de commissie verzamelde
cijfers kan als vaststaand worden gecon
stateerd dat de ziekengeldkosten per
1000 loon in vergelijking met die van
voor de oorlog, in de na-oorlogse jaren
(1946 t/m 1950) bij de bedrijfsverenigingen,
geadministreerd door de Federatie van
Bedrijfsverenigingen, met 74 pet en bij de
Raden van Arbeid met 89 pet zijn ge
stegen. Tn het bijzonder zijn de leeftijds
groepen van 20 tot 40 jaar debet aan de
stijging van het aantal ziektegevallen
Vooral de zeer kortdurende en tamelijk
langdurige gevallen zijn in frequentie
«oegenomen. Zowel voor als na de oorlog
is de frequentie zowel als het ziekte-
oercentage in de steden hoger dan op het
platteland. De gemiddelde duur der ziekte
gevallen ligt in de steden echter lager
dan op het platteland. De commissie
neemt aan, dat op het platteland veel
minder kortdurende gevallen voorkomen
dan ln de steden.
Hoewel de frequentie van de ziekte
gevallen bij de oudere leeftijdsgroepen
geringer is dan bij de jongere, kan men
naar het oordeel der commissie, althans
in bepaalde gevallen, wel aannemen, dat
de veel langere duur der eerste van
grote invloed is op het totale ziekte
verzuim. De belangrijke toeneming van
het ziekteverzuim meent de commissie
vooral te moeten toeschrijven aan fre
quenter verzuim; overigens heerst er een
algemene tendens, om langer te verzuimen
dan voor de oorlog. Wat de oorzaken van
het ziekteverzuim betreft, wijst de com
missie o.m. op de ontwikktling der ge
neeskunde, welke veelvuldiger leidt tot
de inschakeling van specialisten, hetgeen
uiteraard wachttijd kost, wat veelal ook
het geval is bij ziekenhuisopneming.
Het laatste per vliegtuig terugkerende
detachement Koreavrijwilligers wordt,
onvoorziene omstandigheden voorbehou
den, vanavond om 19.15 uur op Schiphol
verwacht. Bij dit detachement, dat 47 man
telt, bevinden zich de commandant van
het Nederlandse detachement Ver. Naties,
luitenant-kolonel J. Raaymakers uit
Breda en korporaal J. van Antwerpen uit
Sommelsdijk, die sinds Maart 1951 onaf
gebroken bij het N.D.V.N. in Korea heeft
gediend.
Het laatste varende detachement wordt
Maandag a.s. in de haven van Marseille
verwacht. Dit detachement onder com
mando van kapitein A. Wanningen uit
Weert zet de reis naar Nederland per
trein voort, waar het onvoorziene om
standigheden voorbehouden Dinsdag
a.s. om 18.32 uur in Roosendaal aankomt.