G 3, een doeltreffend wapen
Achter de coulissen der fruitbomen
Het komgronden-vraagstuk vergt
samenwerking van velen
Hoe een telefoongesprek klonk in 1876
Nieuwe hangbrug in Keulen
Aantal personenauto's
verdubbeld
Een volwassen maandblad voor soldaten
Nieuwe hoofding.-
directeur Prov. Water
staat Noord-Brabant
ÈH»m»U£&£
ZATERDAG 18 DECEMBER
z.w.
EN
PAGINA 13
hi vijf jaar tijd
Zuid-Holland aan de kop
Volgens de telling van het C. B. S. be
droeg het aantal personenauto's in Ne
derland op 1 Augustus j.l. 219.411. Dit
betekent, dat gedurende de iaatste 5 jaar
het aantal personenauto's in ons land
vrijwel is verdubbeld.
C. F. VAN NOPPEN
OVERLEDEN
Het is een oud cultuurgebied
daar tussen en langs de grote
rivieren, met oude zegeningen en
even oude kwalen. Toeristisch
grotendeels een specialiteit voor
'de liefhebbers van eindeloze
vlakten, bonte veldtapijten on
der een voortdurend wisselende
hemel heeft het stroken, waar
langs in het voorjaar gequeued
wordt, per fiets, per auto en
tegenwoordig per brommer, alle
maal om het „sprookje van de
bloeiende boomgaarden".
Zware klei
Voorzichtige mensen
Ook sociaal-paedagogisch
vraagstuk
Niet alleen dood materiaal
KEURING
AUTOKOPLAMPEN
Seinsleutel heeft afgedaan
RlSW
i:i- fts-i
mds-
unis.
ston.
Vliss
istm.
p St
Ialta.
iltg.).
enua.
almo.
ottm.
Bord.
t.
rt n.
'arljs.
sv.
Rot-
naar
5S n.
l. La
naar
ht o.
las.
Vntw.
van
le n.
nden.
mijl
Vntw.
ira n.
ica.
Sottm
itende
naar
itm n
>uaan.
Malta
rpen.
ilaam.
naar
no.
Rottm
Rott.
uiskil.
tottm.
lagen.
Bel-
n.
mburg
stm n
£apore
scat.
3 naar
gen n
ng.
terre.
verw.
a v.w.
1954
voor:
la 1.
1, Van
AM-
arelse;
iVilma.
and 2.
Wa«-
Dumo,
Hove-
mmur,
uillau-
scadet,
ljo, v.
DRIM-
Schul-
:uwen-
Hoop
ROS-
leulen;
Waal;
dhout;
ECHT4:
ensen;
Adel;
Waa;l
2, Bos-
Atjo,
Anna,
Doöpe-
V. d.
h; Al-
tfervla,
3eemt;
^avex-
ress 4,
urmes-
Decap;
na, V.
Har-
acrolx,
ir 36,
eldner.
Lee-
rlsruhe
3am 3,
ïoek.
terdam
.mster-
ht.
51 van
>aja.
nevelt,
21 te
naar
ver-
naar
rekt 18
t-Indië
in Rot-
r Am-
24 te
naar
V. van
ir Rot-
O. van
terdam
ïey te
rekt 22
erdam.
anuarl
lingtoa
i naar
O. van
ra naar
o ver-
53 van
il.
naar
.7 Lis-
n ver-
13 uur,
.9 uur,
in v» i i rorto cror» \xrnn
Dr Konrad Adenauer heeft eens,
toen hij nog eerste burgemeester
der stad Keulen was, een lange
strijd met zijn gemeenteraad ge
vochten over de vraag of er aan
het noordelijke einde der stad een
hangbrug, dan wel een boogbrug
over de Rijn geslagen zou worden.
De gemeenteraad voteerde één
stemmig voor een klassieke boog
brug en liet dr Adenauer met zijn
passie voor een moderne hangbrug
alleen staan. Dus zo zegt men
in Keulen nog altijd kwam er
een nieuwe hangbrug, en toen die
eenmaal hing moesten alle edel
achtbare heren toegeven, dat de
burgemeester toch eigenlijk wel ge
lijk had gehad.
Het is dan ook in Keulen bij één
hangbrug niet gebleven. Ook aan
het zuidelijke einde der stad werd
er een gebouwd. Beide pronkstuk
ken zonken in de oorlogsdagen met
Keulens drie andere bruggen in
het Rijnwater en jarenlang was
een door Engelse soldaten gesla
gen Baily-brug de enige verbinding
tussen de beide geschonden oevers
der rivier. Zij was gedoopt met de
naam „Patton-bridge", ter ere van
de voortvarende Rijn-„crosser", en
zii gold als een der beste werk
stukken van de Britse genie. Het
Duitse genie lag toen nog gekluis
terd aan zijn ruines. „Patton-brid
ge" landde aan de noordelyke
oever in het stadsdeel Muelheim,
dat één stenen graf leek. Wij her
inneren ons nog, dat op een d
ingestorte fabrieksmuren nog de
naam „Kloeckner-Humboldt-Deutz
te reconstrueren was. Thans lezen
wij, dat „Kloeckner" sedert die da
gen weer driehonderd millioen
mark heeft geïnvesteerd en dat de
onderneming daar in de komende
vijf jaren nog eens een zelfde be
drag aan toe wil voegen. En de
zware diesels van Deutz daveren
weer door alle werelddelen. Pat
ton-bridge" is lang verdwenen. De
naam heeft de Duitsers nooit aan
gesproken, hij vertegenwoordigde
een fase der vernedering en zulke
fasen komen en gaan. Maar de
„Hohenzollernbruecke" verderop
is een blijvend monument van
Duitse vlijt en Duitse trots. Zij is
al lang uit het water gevist en op
haar oeverstukken pralen weer
krijgshaftige Hohenzollern op hun
bronzen paarden. Vijf bruggen ver
binden de Keulse oevers van de
Rijn nu weer. Met zelfbewuste trots
opende dr Adenauer dezer dager
de laatste van het quintet. Waar
schijnlijk dacht hij er daarbij ovei
na, dat deze nieuwe hangbrug niel
alleen een schakel in het Duitse
herstel is, doch evenzeer een scha
kel in het Europese verkeersstel-
sel. De herstelde brug leidt name
lijk de grote autosnelweg over dr
brede rivier. Zij moet passen ir
het schema der nieuwe Europesr
verbindingswegen. De opening var
deze brug betekent daarom veel
eer het begin, dan de voleindinf
van een werk. De betonnen linter
der autowegen, die hier zo sierlij1
over de Rijn gespannen zijn, moe
ten nu worden doorgetrokken. Zi
zoeken de kustlijn. In weinige ja
ren zullen zij tot Aken reiken e
vandaar wil men ze naar Antwer
pen leiden. Noordelijker miasen d
autowegen nog hun snelle aan
sluiting aan Nederland. Een ka
pittel op zich vormen de wegver
bindingen van Keulen en 't wal
mende Roergebied naar de Neder
landse grens. Zij liggen 'n halv
eeuw achter bij de hangbrug va:
KeulenRodenkirchen, die d-
Duitsers trots als „de grootst
van het continent" aandiener
Zij liggen ook ver achter bi
de snelle vlucht, die de han
delsbetrekkingen tussen beid
landen hebben genomen. He
ware goed wanneer de Duitsers n
ook de landbrug naar de Neder
landse grens sloegen. Zij zoude
met trots kunnen zeggen, dat he
de drukst bereden landbrug var
het continent zou zijn.
Op 1 Augustus 1949 was de stand n.l.
113.477. Ten opzichte van de stand op 1
Augustus van het vorige jaar bedraagt
de toeneming van het aantal personen
auto's 31.803 (17%).
Het grootste aantal personenauto's hoort
thuis in de provincie Zuid-Holland, n.l.
56.988, waarvan 16.431 in Rotterdam en
16.081 in Den Haag. Noord-Holland telt
53.659 personenauto's, waarvan 26.158 in
Amsterdam. De cijfers voor de overige
provincies luiden: Noor-Brabant 20.725,
Gelderland 19.467, Utrecht 13.666, Ovoer-
ijssel 13.095, Limburg 11.714, Groningen
10.444, Friesland 8.352, Zeeland 6.630 en
Drethe 4.671.
Een soldatenblad redigeren is een
hachelijke onderneming. Zeer zeker als
de redacteurs wensen, dat het blad ge
lezen wordt en niet gaat behoren tot de
lectuur, die de militair principieel noch
aankijkt, noch inziet. De soldaat bekijkt
nu eenmaal alles, wat hem van officiële
zijde wordt voorgeschoteld met een on
begrensd wantrouwen.
Zijn op het weren van volgens hem
ongewenste, invloeden gescherpte geest
mede gevormd door ervaring en over
levering zet alle signalen op gloeiend
rood, wanneer een drukwerk door de
bevoegde instanties niet slechts wordt
getolereerd, maar zelfs zoals dat heet
warm wordt aanbevolen.
Hoe G-3, het maandblad voor soldaten
onder redactie van aalmoezenier P. C,
Groenendijk er in geslaagd is het front
van achterdocht te penetreren, is na
lezing van het juist verschenen Kerst
nummer geen vraag meer.
Misschien is het wel dienstig eerst even
vast te stellen, wat G-3 niet is. De geest,
die dit periodiek uitademt is niet die van
de frisse jongeling, die met een levens
blije lach de wereld meent te moeten
verzekeren: „Het is zó bij het leger" en
daarbij niet vergeet zijn woorden met
het bekende „duim-omhoog" gebaar te
onderstrepen. Noch is het een altijd goed
bedoelde maar meestal tevergeefse, po
ging om met „een serie bewijzen uit een
handboek" de uitdrukking is van aal
moezenier Groenendijk de jongeren
met een slag van hun geloofsnood te ver
lossen.
De redactie heeft zich tot taak gesteld
de goede geest en de gemeenschapszin
aan te wakkeren, in ieder persoonlijk.
Zonder een blad voor de mond te nemen
toont zij de man zijn feilen, maar tevens
legt zij een weldadig begrijpen aan de
dag en openhartig analyseert de redactie
in haar artikelen de achtergrond van de
moeilijkheden van de bijna-man.
Het chaotisch denken van de jonge
mens, op religieus en maatschappelijk ge
bied te ordenen en richting te geven in
de beslissende fase van zijn leven, is
tevens het doel van de auteurs.
Het Kerstnummer van G-3 is de kazerne
binnengedwarreld onder de titel „Op de
drempel van de volwassenheid". In een
hoofdartikel bespeelt aalmoezenier Groe
nendijk het thema „Naar volwassenheid
in het geloven".
„Leek vraagt zich af, wat de volwas
senheid is. Hij betoogt in commissie
zoals hij zelf zegt dat in de eerste
periode van zijn leven de mens zich ont
wikkelt onder leiding van een ander.
Vanaf het ogenblik, dat hij de teugels zelf
in handen neemt en zelf zijn richting
bepaalt kan hij rijpen tot volwassenheid.
De richting, die naar de volwassenheid
voert is die. waarin dè mens zich bereid
willig toont en open staat voor zijn mede
mens Hoe dit ook in deze wereld, met
zijn 'verdachtmakingen en berekening,
mogelijk is, maakt „Leek" ons in het
vervolg van zijn artikel duidelijk.
A. J. klaagt er in zijn beschouwing
over. dat het specifieke, het eigene in
ieder mens geen kans krijgt in onze maat
schappij. De wereld, van de schoolbanken
af, is er op uit, het persoonlijk talent te
torpederen om doorsnee-mensen van ons
te maken. Hij ziet een mogelijkheid het
individu naar voren te halen, zonder dat
het in botsing komt met de gemeenschap
en deze zelfs verrijkt.
Rest ons nog te zeggen, dat het boekje
een feestelijke verschijningsvorm heeft en
geïllustreerd is met voortreffelijke foto's.
En op de laatste pagina houdt zich
iemand op, die zichzelf uitdost met de
benaming „De Bruinbakker", en een
dosis uitstekende humor lanceert.
Wij hopen niet, dat u de commandant
van de Marsiaanse strijdkrachten moet
napraten, wanneer „Bruinbakker" u
vraagt, of u G-3 wel eens gelezen hebt,
die zei namelijk: „Ik heb nog nooit zó iets
goeds gelezen".
Gisteren is te Nijmegen plotseling over
leden de heer C. F. van Noppen- oud
directeur en nog adviseur van de fabriek
van Honigs artikelen, bestuurslid van de
Kamer van Koophandel van de Nijmeegse
industriële kring, voorzitter van het de
partement Nijmegen van de Ned. Mij.- voor
Nijverheid en Handel en ridder in de orde
van Oranje Nassau. Hij bereikte de leef
tijd van 68 jaar.
Maar wat daarachter schuil gaat
weten maar weinigen en n0§ minder
bezoekers zien dat land met andere dan
romantische ogen. De ontmoeting met
forenbouwvallen langs de Noord-Oost-
rand van Brabant, met de slingerpaadjes
in Maas en Waal en de ernstige dijk-
dorpen in het land van Altena wordt
zelden een confrontatie met de bijzon
dere problematiek van die streken, met
de kommer van de komgronden. Ach
ter al het fraais van hoge wolkenluch
ten, wiekende molens en dorpspleintjes
wordt door deskundigen en hand over
hand ook meer door de boeren met een
jargon gewerkt, dat culmineert in w
den als waterbeheersing,
graslandverbetering en slotenprofiel. Het
besef, dat landaanwinning niet belang-
Prins Bernhard
Huisvrouwen
rijker is dan het hanteerbaar maken en
gebruiken van beschikbare gronden is
aan het doordruppelen in het gebied
van dé komgronden.
Sociaal-paedagogisch werk reikt de
hand aan de technische maatregelen,
waardoor de komgronden letterlijk uit
het moeras gehaald moeten worden.
Het vraagstuk, dat zich opdoet van
Utrecht tot 's-Hertogenbosch, tussen
Dordrecht en Zutfen is even gecompli
ceerd als rijk aan aspecten. De grote
rivieren hebben het fijne slib het verst
afgeworpen in lagere streken, terwijl
het grove op hogere „ruggen" terecht,
kwam. En daardoor zit een aanzienlijk
deel van het groenste part op de kaart
van Midden-Nederland 's winters in de
modder en 's zomers in. een ongenaak
bare korst of laag van bijna niet te
bewerken kluiten.
De komgronden zijn te zwaar, heb
ben te weinig doorluchting en komen
kalk te kort. Door hun lage liggmg
weegt het probleem van de ontwatering
er bepaald zwaar. Bovendien is er die
geheimzinnige relatie tussen mens en
bodem. Het achtergebleven gebied kent
menselijke, verhoudingen en een eeono-
mische exploitatie die navenant zijn.
De welvaart in de kleilanden van Mid
den-Nederland is lang niet overal tot
een redelijk peil gekomen. De kom-
gronden-boeren laten dikwijls slechts
een boerderij met wat grond °n pacht-
contracten na, zodat een der kinderen
huwt en zijn broers en zusters niet
beter te doen weten dan ongetrouwd het
ouderlijk huis met hem te blijven delen.
Er moet een bestaan gevonden worden
ten dele uit gronden, die daarvoor nog
allerminst geschikt zijn en nog steeds de
heilloze gevolgen van een roofbouw-
systeem ondergaan.
Want de klei-boeren zijn voorzichtige
mensen, behalve met de leus: „niet alle
eier onder één kip leggen". Ze geven
dH voorkeur aan het zogenaamde ge
mengde bedryf, waarin de betere gron
den voor landbouw en fruitteelt wor
den gebruikt en de komgronden als
hooi- en weiland dienst doen. VVat er bij
de schaarste aan goede natuurlijke mest
nog aan schade wordt aangericht in de
armelijke komgronden laat zich denken.
De éénjarige pachten zijn gelukkig
door de Pachtwet 1938 aan hun einde
gekomen, zodat de totale verwaarlozing
welke korte pacht-termijnen meebren
gen, nu tot het verleden behoort. Maar
cultiveer, ook bij een pacht van 5 jaar,
de grond maar eens, als de waterstaat
kundige toestanden, het tekort aan
natuurlijke mest en onkunde het werk
tot bijna volledige vruchteloosheid
doemen.
Het komgrondenprobleem is daarom
behalve een vraagstuk van waterhuis
houding en grondstructuur, er ook een
van sociaal-paedagogische aard. De
boeren moeten worden voorgelicht over
grondgebruik en grond-voeding. En met
het streven naar welvaartverbetering,
moet een gestage arbeid tot betere
volksontwikkeling, tot oplossing van het
vrije-tijdsprobleem samengaan.
De jeugd, die bulten schooluren met
slenteren en rondhangen dikwijls de
tijd moet verdoen, behoort sportgelegen-
heden te krijgen; de opgroeiende
meisjes behoren ontwikkelingscursussen
te kunnen vinden en de kleuters moe
ten op een schooltje gestald en op de
grote school voorbereid kunnen worden.
Dat zijn de doeleinden waarop de in
1951 opgerichte Gelderse Komgronden-
Commissie mikt. De Maaskanalisatie,
een nieuw gemaal in Alphen en sane
ringsmaatregelen in het land van Maas
en Waal hebben al heel wat verbete
ringen van waterstaat- en landbouw
kundige aard gebracht. De studie om
trent de structuur van de bodem, het
grasverbeteringsplan en de geleidelijke
verbetering van sloten-profielen en
waterbeheersing blijven echter dringen
de zaken, die nog maar zeer gedeeltelijk
zijn aangepakt. De technische mogelijk
heden worden voortdurend onderzocht,
maar de uitvoering van ontsluitings
projecten, van moderne wegen en brug
gen en van ontwateringsplannen vragen
millioenen.
Geleidelijk wordt ook via premies aan
de boeren en onder controle van deskun
digen door drainage en andere metho
den verbetering der gronden bereikt.
Vooral dient het grasland gezuiverd te
worden van onkruid en giftige moeras
paardenstaarten, die voor de gezondheid
van het vee gevaarlijk zijn.
Het vraagstuk van de komgronden
vraagt de medewerking van allen, die
iets met deze achtergebleven gebieden
te maken hebben. Hoe deze medewer
king tot stand komt, hoe er gestudeerd,
gedraineerd, ontsloten en verbeterd
wordt in het verkommerde gebied, wordt
zonder overbodige uitvoerigheid uiteen
gezet in het wel-geïllustreerde boek:
„Verkommerd Land", dat onlangs bij
H. J. Paris het licht zag. Kaartjes docu
menteren het overzichtelijke geheel.
N.a.v. „Verkommerd Land", door ir
L. J. A. de Jonge. Uitgave H. J.
Paris, Amsterdam.
en vrouwelijke
deskundigen
Kamerleden
rond het Kom
grondenprobleem.
(van onze Haagse redactie)
Het telefoon en telegraafverkeor
moge voor ons de P.T.T.-
ciëntèle van 1954 de meest
doodgewone zaak van de wereld
zijn in wezen is liet dat niet. Er
is een lieleboel technisch vernuft
en organisatievermogen aan te
pas gekomen voordat het eerste
telefoonlijntje, dat een zaken
man in 1880 aanlegde tussen zijn
bedrijf en zijn woning, uitge
bouwd was tot het moderne
Nederlandse telefoonnet, waarbij
enige honderdduizenden abon-
né's zijn aangesloten. Iloe is
die ontwikkeling gegaan en
welke moeilijkbeden moesten
daarbij worden overwonnen?
Het antwoord op deze vraag is
te vinden in het Nederlands
Postmuseum te Den Haag, waar
van 23 December tot 6 Januari
een tentoonstelling wordt gehou
den over de werking van de
telefooncentrale, het telefoon
gesprek over lange afstand en
oude en moderne telegrafie.
Het aantrekkelijke van deze ex
positie is dat men niet alleen
„dood" materiaal krijgt te zien
maar dat hetgeen men U wil bij
brengen ook kan worden gede
monstreerd. U zit. iets gebeuren.
Bijvoorbeeld hóe de verbinding
tussen Den Haag en Maastricht
automatisch tot stand komt door
domweg een aantal cijfertjes te
In de vacature van hoofdingenieur-di
recteur bij de Provinciale Waterstaat van
Noord-Brabant, ontstaan door het eervol
ontslag per 1 Januari 1955 van ir J. P. van
Noorden, hebben de Provinciale Staten
van Noord-Brabant in hun gisteren
gehouden zitting met 49 van de 60 stemmen
tot opvolger benoemd ir L. A. L. Hamers
ci., hoofdingenieur le klasse bij de Prov.
Waterstaat van Noord-Brabant, geboren te
Maastricht op 5 Augustus 1904 en wonende
te Vught.
In een brief aan de directeur van de
Rijksdienst voor het Wegverkeer heeft
de KNAC er de aandacht op gevestigd,
dat, nu de datum van 1 Januari a.s. als
grens is aangenomen voor de mogelijk
heid tot aanbrenging van het Rijkskeur
op de koplampen, zich hierbij in de prac-
tijk onoverkomelijke moeilijkheden
voordoen.
Niet alleen is, volgens de KNAC, nog
geen voldoende aantal garages voor het
aanbrengen van het Rijkskeur aangewe
zen, zodat b.v. iemand uit Westkapelle
(Z.) naar Rotterdam of Eindhoven moet
gaan om op een bepaald merk koplamp
het Rijkskeur te doen aanbrengen, doch
bovendien wachten nog zeer vele typen
koplampen op keuring.
De KNAC heeft thans verzocht te wil
len bevorderen, dat de gestelde termijn
wordt verlengd tot bijvoorbeeld 1 April
a.s.
draaien. U leert de betekenis van
ieder van die cijfers kermen
doordat U de reactie ziet, welke
Uw pogen opwekt in de appara
tuur van de centrale. Maar voor
dat U zover bent hebt U eerst
kennis gemaakt met de oudste te
lefoontoestellen en de voorlopers
van de automatische centrale uit
de tijd, toen de telefonistes der
P.T.T. nog hun triomfen vierden.
Bijzonde, leuk is het telefoontoe
stelletje, dat achter een schilde
rijtje is verborgen. Het dateert
uit de tijd van de eerste particu
liere verbindingen. Het maakt U
duidelijk, dat men een goede 70
jaar geleden nog ijsde van de
techniek in de huiskamer.
Het zal wel niemand verbazen
dat er een hemelsbreed verschil
is tussen de kwaliteit van de mi
crofoon, die de uitvinder Bell in
1876 voor zijn tele. _on gebruikte,
en de huidige. Welnu, in het Post
museum kan men U laten horen
hoe het geluid steeds opnieuw
weer werd verbeterd. U krijgt een
indruk hoe zo'n gesprek in 1876
klonk. Er werden toen extra eisen
gesteld aan het menselijk oor!
Ook het groter maken van de af
stand leverde steeds nieuwe moei
lijkheden op. Toen men de ver
zwakking had overwonnen bleek
bij zeer grote afstanden het mid
del erger dan de kwaal omdat
men zijn eigen echo hoorde. Ook
dat hoeft men op deze expositie
niet zonder meer van zijn gids te
aanvaarden. Men mag het zelf
ondervinden. En vanzelfsprekend
wordt daarna uit de doeken, ge
daan, hoe dit probleem weer is
opgelost.
Nauw verbonden met de ont
wikkeling van de telefonie is die
van de telegrafie. Zo zeer zelfs
dat er thans eigenlijk geen spra
ke meer is van een eigen tele-
graafnet. Voor het telegraafver-
keer benut men tegenwoordig ge
woon een kanaal van het telefoon
net. De oude seinsleutel welk
een geheimzinnige bekoring gaat
er nog altijd uit van dat primitie
ve instrument heeft afgedaan.
De verreschrijver heeft zijn
plaats ingenomen. Het is zeker
een niet minder interessant
schouwspel deze aan het werk te
zien. Als bijzonderheid mag wel
vermeld worden, dat de drie ver-
reschrijvers in het Postmuseum
met elkaar in verbinding staan
via de eerste automatische cen
trale, welke de P.T.T. in de be
zettingstijd heimelijk heeft ge
bouwd. Het materiaal was toen
niet allemaal even best, hetgeen
af en toe storingen teweeg brengt.
Maar da. door krijgt de demon
stratie juist nog meer het karak
ter van „echtheid." Iedere kran
tenman weet daarvan mee te pra
ten.
Onze conclusie uit het bezoek,
dat wij dezer dagen onder leiding
van de heer C. W. L. Schell aan
de door hem uitgedachte tentoon
stelling hebben mogen brengen is,
dat zowel jong als oud veel ple
zier zullen kunnen beleven bij
een visite aan het Postmuseum.
De expositie is interessant, met
zorg opgesteld, duidelijk en over
zichtelijk. Zonder dat de „leek"
lastig wordt gevallen met voor
hem toch onbegrijpelijke techni
sche details krijgt hij toch een
goed ide^ van de principes, waar
op het telefoon- en telegraafver-
keer berust. En wat zou een
„leek" tenslotte meer mogen wen
sen?