Het Rijk legt „Rekenschap'' af
DE KAT EN DE MUIS
lATERQft
VODROOMG
WIJ HOUDEN EEN GROTE
WEDKAMP
BBEJOW
EtfOC/D
Imposante tentoonstelling in
„Het Prinsenhof
Zeerovers in Rotterdams Park
i;s m m
w^mmm
Bridge-Rubriek
Wie doet er mee?
DE HEILIGE VAN DE WEEK
HET GRABBELTONNETJE
1 m W_J§
i
II iMfil
i mpLsm.
ZATERDAG 18 DECEMBER 1954
PAGINA o
VEELOMVATTENDE
EXPOSITIE
Boedelbeschrijving
HOGERE JAARWEDDE
GED. STATEN Z. HOLLAND
Originele attractie op
manifestatie E 55
Kersttoespraak van
Eisenhower
Amerika's taak bij het
winnen van de vrede
m m
s m s s
g§ m m
i s i *1
a o mm
m
c
e s
s
m m
i m
c.
m
m m s
m 0
-i L -:ï m
m
m
m. m m. m
i .m
2
WM
mm *5 WM M
O wê
Fr\fi§ *5
Oplossing van gisteren
Opstelwedstrijd
Zet bezwaren opzij
Een tekening mag ook
De voomvaarden
Adres voor de inzendingen
Half Januari sluit de termijn
CORRESPONDENTIE-A DRES
POSTBUS 8, HILVERSUM
Oplossing van het
eerste Tentamen
21 DecemberOngelovige Thomas
Tweede. Tentamen
voor het Kerstrapport
ONZE DAGELIJKSE PUZZLE
Kerstgroen
In museum „Het Prinsenhof", dat sinds enkele jaren in de Contourtentoon
stellingen een overzicht geeft van de moderne beeldende kunst van ons land,
is ditmaal een expositie ingericht van de in de jaren 1946 tot 1954 door het
Rijk verworven hedendaagse beeldende kunst. Was het voor de oorlog
sinds 1931 zo dat op de Rijksbegroting een bedrag voor aankoop van beel
dende kunst werd uitgetrokken van eigen tijd, pas na de oorlog is deze post
aanzienlijk opgelopen. Zo werd voor 1955 een bedrag van 150.000 begroot
voor dergelijke aankopen door het Rijk. Vroeger bestond er slechts één aan
koopcommissie. Sinds 1952 is er naast de bestaande commissie die representa
tieve werken van moderne beeldende kunstenaars aankocht een tweede
commissie ingesteld voor z.g. stimulerende aankopen. Zo wordt dus het
belastinggeld van de Nederlander besteed aan genoemde aankopen.
strekt over eigentijdse kunstenaars. Ter
geruststelling zij tenslotte nog opgemerkt
dat men er voor gewaakt schijnt te heb
ben al te veel extremiteiten aan te kopen
zodat een wandeling over de gevarieerde
bundeling moderne kunst een groot aan
tal rustpunten biedt die vooral voor het
publiek aanleiding kan zijn een vastge
roest axioma over moderne kunst als
onverstaanbaar, bizar of zonder meer on
aanvaardbaar, weg te nemen. Hierdoor
draagt „Rekenschap" een steentje bij tot
het brengen van de kunst, de moderne
kunst onder het volk.
Hedenmiddag' heeft Z. Exc. prof. dr L.
J. M. Beel. de tentoonstelling, die tot 7
Februari '55 toegankelijk is, geopend.
In een veelomvattende expositie van
het Ministerie van O. K. en W. heeft men
nu gepoogd een zo volledig mogelijk
overzicht te geven van deze aankopen.
Hierbij dient a priori opgemerkt te wor
den dat de keuze van de tentoongestelde
werken niet allen door aesthetische fac
toren bepaald werd. Men heeft hier de
werken die voor het binnenland be
waard zijn gebleven en die of in musea
of in rijksgebouwen aanwezig waren, bij
eengebracht. Het aantrekkelijke is hierbij
bijzonder het overzicht dat men krijgt
van de beeldende kunsten in ons land na
de oorlog, een dwarsnoorsnee van het
beste dat er naar het oordeel van de
Rijkscommissies uiteraard te vinden is
en was. Het hachelijke hierbij is echter
dat men uiteraard op verschillende aan
kopen critiek kan uitoefenen juist omdat
het Kier om moderne kunst gaat die zich
te enenmale onttrekt aan eenstemmige
bewondering of critiek.
Het is naast deze „boedelbeschrijving"
dan ook de opzet van het ministerie ge
weest van deze tentoonstelling een sti
mulerende invloed op het publiek te
doen uitgaan.
Een uitvoerige, van royaal plaatwerk
voorziene catalogus, waarin men allerlei
gegevens over de samenstelling van de
commissies, biografische gegevens over
de betrokken kunstenaars en een van
cijfermateriaal voorziene inleiding kan
aantreffen, is hierbij een voortreffelijke
gids. De inrichting van de tentoonstelling
zelf is een moeilijke opgaaf geweest,
maar wanneer men de expositie in haar
geheel overziet mag men zeggen dat de
inrichters er in geslaagd zijn uit de
chaotische veelheid van werken een
overzichtelijk geheel te formeren waarin
de verschillende moderne stromingen in
duidelijke lijnen zijn aangegeven. Naast
vele „oude bekenden" treft men hier ook
werk aan dat weinig geëxposeerd is ge
weest en dat waardevolle gegevens ver-
Bij de Provinciale Staten van Zuid-Hol
land is een voorstel ingediend om de iaar-
wedde van de leden der Gedeputeerde
Staten te verhogen van S.500 tot 12.000
en de kindertoelage-regeling voor de le
den der Gedeputeerde Staten aan te pas
sen aan de ter zake algemeen geldende
bepalingen. Dit voorstel is ondertekend
door vertegenwoordigers van alle fracties.
Een van de wonderlijkste attracties van
de E 55 zal ongetwijfeld worden het naar
bet bekende boek van Stevenson „Trea
sure Island" aan te leggen Schateiland
„Carramonta". Het is hetzelfde eiland,
waar gedurende de Aboy', 77 dagen lang,
een man de rol van Robinson Crusoë
heeft volgehouden, slechts vergezeld van
de „inboorling" Vrijdag.
Dit eiland in het Park te Rotterdam
- opgenomen in het E 55-complex ts
500 vierk. meter groot en hierop zal men
een wonderlijk samenraapsel vinden van
zeekapers óók die met het bekende
houten been en de lap op één oog die
geroofde schatten op- en begraven. Het
nest van zeerovers, vertoevend temidden
van kisten goud, juwelen, zilver en an
dere kostbaarheden, zal slechts op af
stand te benaderen zijn met (gemotori
seerde) houtvlotten, die om de „baai" en
het hele eiland zullen heen- en weer
varen en speciaal voor dit doel zijn ge
bouwd.
Een bende piraten zal hier zowel over
dag als des avonds .een twintig minuten
durend spel opvoeren dat erg fantastisch
belooft te worden.
Van het hele schateiland en zijn bewo
ners is een maquette vervaardigd en hei
mag gezegd zijn, dat reeds deze maquette
een bijzonder romantische indruk maakt
De boomgroep op het eiland blijft, zoals
ze thans is. maar inplaats van he4 lage
struikgewas komen allerlei exotische
wonderlijke planten. De ontwerper ervan
is de heer J. C. Wiegman, die bij Philips
(welks „Wondertuin" bekend is) zijn ken
nis van romantische lichteffecten heeft
opgedaan.
President Eisenhower heeft gisteren de
Amerikanen uiteengezet wat hun houding
moet zijn bij het winnen van de vrede.
Hij deed dit bij de opening van de eerste
plechtigheid van het grote Washingtonse
Vredesfeest ter gelegenheid van Kerstmis,
nadat hij de grote nationale kerstboom
had ontstoken.
De president verklaarde, dat de V. S.
zullen voortgaan op de moeilijke weg van
geduldig en onvermoeid zoeken naar de
vrede. Doch laat niemand denken, zo
voegde hij hieraan toe, dat wij vrede wil
len tegen elke prijs, dat wij beginselen
zullen verzaken of dat wij onze eer zullen
verpanden voor kortstondige concessies.
De hoop van de wereld op vrede brandt
nu helderder dan menig jaar het geval is
geweest, aldus de president, doch zij
wordt nog getemperd door sommige brute
feiten, zoals onderdrukking, beroving en
wreed lijden naar lichaam en geest, opge
legd door onmenselijke meesters aan hul
peloze slachtoffers.
Zelfs met Kerstmis mogen wij niet de
misdaden tegen het recht, het onthouden
van mededogen, de schending van de
menselijke waardigheid vergeten. Verge
ten is door de vingers zien, en dit lokt
nieuwe gewelddaden uit. Wij mogen ech
ter ook niet onze zegeningen vergeten, zo
zei hij, door deze te tellen krijgen we
nieuwe moed en nieuwe kracht, een stand
vastiger geduld onder beproevingen en een
krachtiger geloof in de Goddelijke voor
zienigheid en het fatsoen van de mensen.
Wij Amerikanen moeten weten, dat een
machtige taak bij het helpen bevorderen
van de vrede voor ons is weggelegd.
Amerika moet met allen, die enig geloof
belijden, zich verenigen in een gebed van
dank en moet biddend vragen, dat wat
er ook nog voor ons ligt wij sterk en
moedig en wijs zullen zijn bij de volbren
ging van onze taak in overeenstemming
met Gods Wil.
asiiï wa
No. 2036. 18 December 1954
Redacteur: G. J. A. VAN DAM,
Vossiusstraat 18 B, Amsterdam-Z.
Alle correspondentie aan dit adres. Bij
vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel
voor antwoord insluiten.
UITSLAG LADDERWEDSTRIJD
(Sept.Oct.-serie)
Na de in de maanden September en
October ter oplossing gegeven vraagstuk
ken bleken de acht hoogstaankomende
deelnemers aan de ladderwedstrijd te zijn
de heren: Leo Springer, Den Haag met 69
punten; C. H. Spanjaard te Beverwijk, J.
van Berkum te Noordwijkerhout en S.
Korpershoek te Vlaardingen, ieder met 60
punten; C. v. d. Weide te Rotterdam met
59 p.; O. Platt te Rotterdam met 57 p.;
A. Gorree Jr te Rotterdam met 54 p. en O.
G. v. Veen te Breda met 53 punten.
Aan ieder van de genoemde heren wordt
een prijs van 2.50 toegezonden. /De
puntenlijst van de overige deelnemers ziet
er verder als volgt uit:
L. W. Scholtes (51), Den Haag: M. Rom-
bouts (45), Rotterdam; H. M. Kipping (42),
's-Hertogenbosch: H. P. J. Goesens (39),
Geleen- G. H. W. v. d. Most (35), Rotter
dam; J Smeets (31), Noordwijkerhout; C.
de Zeeuw (31), Rotterdam; H. Garrelts (29),
Amsterdam; M. Uzeel (27), Den Bosch. C.
H. Blokzijl (24), Amsterdam; T. Bruin (22).
Amsterdam; W. H. Hoekstra (18), Amster
dam; M. W. Diels (17), Dreumel; L. P. de
Caluwe (14), Wateringen; dr R. J. Nivard
(11), Nijmegen; S. H. F. v. Hateren (10),
Rotterdam; dr K. Venema (9), Den Haag;
en P. M. de Graaf (8) te Gouda. Het aantal
punten van de deelnemers waarin ge
durende deze serie geen verandering is
gekomen, is (ter besparing van plaats
ruimte), niet vermeld. Zij zullen hun
r.amen vinden op de lijst van de Nov.-
Dec.-serie. Ook zijn nog geen namen op
genomen van oplossers, welke tot dusver
met minder dan 8 punten geboekt staan.
VOOR ONZE LADDERWEDSTRIJD
Oud-wereldkampioen Isidore Weiss t
All-round componisten waren en zijn in
de damproblematiek dun gezaaid. Onder
deze problemisten worden zij gerekend
die werkelijk bijzondere staaltjes van
constructie-techniek en scheppingsvermo
gen tonen te bezitten in alle compositie
genres. Voor hun veelzijdigheid vormt het
componeren van spectaculaire slagproble
men evenmin een bezwaar als het con
strueren van spelstudies, lokzetten, eind
spelen enz., terwijl zij evengoed de aan
wezigheid van de dam(men) in de begin-
standen van vraagstukken weten te ver
antwoorden als het gebruik daarvan
tijdens de afwikkeling. Kortom: hun crea
tief vermogen en hun vindingrijkheid in
het inlassen van verrassende zetten of
slagen gaat voor geen enkele constructie
moeilijkheid op zij.
Het is begrijpelijk, dat deze veelzijdig
heid het meeste voorkomt onder pro016"
misten, die teven sterke spelers zijn. Vaak
behoren zij zelfs tot de grootmeesters. Zij
beheersen immers alle factoren van het
spel, kennen alle facetten en alle bord
mogelijkheden tot in de finesses. De twee
vermaardste vertegenwoordigers waren
beide wereldkampioen, namelijk wijlen
Isidore Weiss en de nestor der groot
meesters B. Springer. De overige all-round
componisten maken het dozijn nog niet
eens vol. Het waren of zijn (alphabetisch):
E. Boissinot (Frankrijk), Geo v. Dam (Ned).
G. L. Gortmans (Engeland), H. Laros
(Ned.), H. J. Lize (Ned.), G. Mantel (Ned.),
ir P. Sonier (Frankrijk), L. Schut (Ned.) en
A. R. de Zwart (Ned.), alsmede nog enige
anderen, die wel in alle probleemgroepen
componeerden, maar in een of ander genre
minder productief waren.
Nu wil de veelzijdigheid van deze com
ponisten niet zeggen, dat hun werk in een
of ander probleemgenre mooier of waar
devoller is dan het werk van hen, die zich
in hoofdzaak beperken tot het componeren
in één of enkelen vajr de bekende genres.
Geenszins!
Het feit, dat het merendeel der com
ponisten zich beperkt of moet beperken
tot een enkele groep der probleemgenres
kan verschillende oorzaken hebben, zoals,
gebrek aan belangstelling vóór of aan
kennis van het partijspel gebrek aan ge
duld (het construeren van eindspelen bijv
vergt extra geduld voor het onderzoeken
van mogelijke bij-oplossingen, het noteren
van de vaak vele varianten enz.); een
tekort aan fantasie (zoals bijv. nodig is
voor het construeren van problemen met
dam(men) in de beginstand 0Ip deze dam-
(men) daarna in de afwikkeling functies
te laten vervullen, welke voor een schijf
onmogelijk zijn enz), terwijl tenslotte ge
voelsoverwegingen een grote rol spelen.
De een werkt liever met weinig materiaal
en vindt de subtiele schoonheid van de
samenwerking tussen enkele schijven
mooier dan wanneer dit in massaal ver
band geschiedt, dus met veel materiaal op
het bord. De ander prefereert juist zware,
met veel schijven gevulde standen en de
verrassende wendingen, welke daarin zijn
te bereiken.
Het verschil tussen deze problemisten en
de all-round componist ligt in het feit, dat
de laatste de schoonheid van elk genre
weet te waarderen en er daarom naar
streeft de bekoring, welke aan ieder genre
is verbonden, tot uitdrukking te brengen.
Dit is ook de reden, waarom de samen
stelling van een jury, die de voor een
probleemwedstrijd ingezonden vraagstuk
ken moet beoorddelen, zo moeilijk is, want
iedere deelnemer heeft er recht op, dat
zijn werk, ook al is dat gebaseerd op een
probleemgenre, dat zijn voorliefde heeft,
onbevooroordeeld wordt getaxeerd. Een
jurylid mag zich nu eenmaal niet laten
leiden door zijn eigen voorkeur. En pro
bleemkenners, die alle genres weten te
waarderen gijn er, zoals uit het boven
staande blijkt, helaas te weinig.
Zo iemand was Weiss! Hieraan danken
we het gevleugelde gezegde: „Ach, waren
alle dammers zo wijs als Weiss!"
Hoe bekwaam, ingenieus en origineel
deze beroemde grootmeester was, moge
blijken uit dit viertal composities, waar
van de oplossingen gaarne tot 30 Decem
ber aan het boven deze rubriek vermelde
adres worden tegemoet gezien.
-v
j
Schaakredacteur: P. A. KOETSHEID
Huize Sint Bernardus, Sassenheim
Zaterdag 18 December 1954
M. D. L. ARTZ OVERLEDEN
In de leeftijd van 81 jaar is op 9 Decern,
ber te Amersfoort overleden de heer Artz
die ons in de laatste jaren verschillende
van z'n opgaven ter beschikking stelde
Voor zover ons bekend bepaalde hij zich
uitsluitend tot de compositie van twee-
zetten. We herinneren ons slechts één
driezet te hebben gepubliceerd. Dikwijls
waren het opgaven in combinatie met
Seilberger. We geloven dat hij de com
positie uitsluitend beoefende voor z'n lief
hebberij en er niet naar streefde om roem
en eer te oogsten.
Hij ruste in vrede
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK
Een twee- en driezet waaraan de lezer
z'n hart kan ophalen. Het zou zeer jammer
zijn als de oplossing oppervlakkig ge
schiedt.
PROBLEEMOPLOSSINGEN
No. 7210. P. Overkamp. Opl 1. Pd5b4
dreiging 2. Pb4c6tf. Aan 1. Rb4 ont
breekt de matzet en deze is in dit soort
opgaven nodig. Ver-der worden 1. Pb6 en
1. Pc7 weerlegd door 1Rf3!.
No. 7211. I. Mikan. Opl 1. Th7 dreigt 2.
Pf7+ 1Kd6: (Kf6), Ta5, Td2, 2. Dd4t,
Pc4t,' Te7t enz. 1. Pb5. Th4, f6t falen door
c4c3. Kf6 en Rg5.
Beide problemen werden goed opgelost
door: P. M. Bekker, R'dam; F. Pyls- Maas-
bracht; Paul Rasohdorf, Hannover.
No. 7210 door dr R. Bromberg, Roer
mond; H. Th v. Goor, Voorburg; C Ob
den Camp, Maastricht; F. J. F. Vismans,
R'dam; C. v. d. Weide, R'dam.
No. 7211 door J. Dickhaut, Nijmegen.
No. 7217
O. STRERATH. HAMBURG
le prijs Tidskrift för Schack 1953
Mat in 2 zetten
No. 3019
Probl. zonder dam
No. 3020
Probleem met dam
No. 3021
Spelstndic
No. 3022
Eindspel
O, 0
H H 0
O 0
3 i
O,
O
'O
0 O O
O.
0
5)
O.
Stand: Zw. 7-9, 16,
19, 24-26, 29, 30. Wit
27, 28, 32, 33, 36, 39,
41, 42, 45, 48.
Wit speelt en wint.
Stand: Zw 7-9, 14.
19, 24, 28, 29, 35,
D. 26. Wit 15, 22, 31,
33, 37-41, 44, 50.
Wit speelt en wint.
Stand: Zw. 12-17,
21, 25, 26. Wit 24, 28,
31-34, 37, 38, 48, 50.
Wit, aan zet, for
ceert de winst. Va
rianten aangegeven.
Stand: Zw. 1, 15, 23.
D. 12, D. 47. Wit 20,
30, 33, D. 11, D. 14,
D. 24. Wit, aan slag,
forceert de winst!
Var. aangegeven.
In één onzer vorige rubrieken bieden j bij. Zuid bleef onaandoenlijk onder deze
zonder haast maakten wij naar aan- openhartigheid van de vijand en liet de
leiding van een bijzonder slecht en een dummy beide hoge ruitens afspelen. J3p
bijzonder goed biedverloop de opmerking,-
dat men daêruit het hemelsbrede verschil
kon zien tussen goed en slecht bridge
Dezer dagen zagen wij het onderstaande
spel spelen en als wij dat hieronder weer
geven is dat, om thans eens bij het
afspelen het enorme verschil te laten
zien, dat tussen goed en slecht bridge be
staan kan.
A 7,5,2
C 5,3
O H,V.3,5,4
H,E
A H,V.9,8,4
N
A 6,3
V H,10,2
W O
B,7,6
<0 6
7
O A,10 8,7,3
8,7,4,2
10,9,5
4 A.B.10
V A,V,9,8,4
B,2
A,V,6
Zuid gever, niemand kwetsbaar.
Zuid opende met één Harten, West bood
één Schoppen, Noord twee Ruiten, Oost
paste, Zuid drie Sans-atout, waarop ieder
een paste. West speelde Schoppen 9 uit.
welke door Zuid met de 10 genomen werd.
In de tweede slag trok Zuid O* Boer na,
hopende die kleur vrij te kunnen spelen.
Oost nam O Aas en vervolgde met zijn
laatstede 6. Zuid had deze slag kunnen
duiken als hij dat doet kan hij het con
tract niet meer winnen! Zuid moet op dit
moment 4» Aas nemen, om één over
te houden; met die laatste kan hij in
het eindspel eventueel West aan slag
brengen, waarna West gedwongen kan
worden van zijn V Heer af te spelen.
Zuid doorzag de mogelijkheden en won
de tweede 4»-trek direct. In slag 4 speel
de Zuid de O 2 na en bemerkte tot zijn
teleurstelling, dat er geen enkele lengte
slag tn die kleur te ontwikkelen zou zijn.
West, die het zéér noodzakelijk vond zijn
partner te vertellen dat hij met C? aan
slag zou kunnen komen, kegelde de V 10
No. 7218
A. P. EERKES en J. HARTONG
le ptijs Arbejder Skak 1953
Mat in 3 zetten
de laatste hoge Ruiten gooide Zuid de V 4
weg, West begon op zijn stoel te draaien
en liet vervolgens een kleine los.
Nadat dit gebeurd was incasseerde Zuid
zijn 3 slagen en daar West deze nog
alle drie bekende, wist Zuid dat West oor
spronkelijk begonnen was met 4 4», 1 O,
5 en dus met 3 V- Het eindspel was nu
simpel. Zuid speelde schoppen na, West
mocht nog drie slagen in die kleur maken
en moest tenslotte naar de V A—V van
Zuid toe spelen. 9 Slagen voor NZ voor
een score van 400 punten.
Zuid heeft het spel zéér goed geboden
en zéér goed afgespeeld, alhoewel daarbij
gezegd moet worden, dat elke internatio
nale meesterspeler het op deze wijze zou
afwerken.
West maakte alle technische en tacti
sche fouten welke er maar te maken zijn.
Zijn volgbod van 1 4» is hoogst dubieus,,
zijn uitkomst van 4* 9 technisch fout (hij
moet de „vierde van boven" de 8 spelen),
zijn signaleren van Harten buitengewoon
naïef. Zoals West te werk ging, vervulde
hij de rol van de muis, die zich in de
etensbak van de kat liet zakken om een
maaltijd te nuttigen.
Zetten we nu eens 'n werkelijke bridge-
speler op de Westplaats. Hij volgt niet met
1 4». omdat met een bod op zo'n zwakke
kaart als regel niets gewonnen kan wor
den en het dus alleen maar nuttig is om
de tegenpartij inlichtingen te geven. Als
NZ 3 SA geboden hebben, komt hii met
8 uit. Zuid wint met de 10 en trekt
na. Oost neemt, en vervolgt met A. die
Zuid neemt. Als Zuid nu twee malen
speelt, gooit West de O 2 en de CP 10
weg! Hierna wordt drie malen A ge
speeld. maar waar de 4e A zit bliift een
geheim Zuid kan nu snelen op het snii-
den in CP. dan wel on een placing hei
de speelwijzen mislukken want West
keeft nog een A over' stlechts kan Zuid
het spel winnen als hü West doorziet en
O Aas Slaat". Maar kan Zuid dat zien?
7,iet ge het verschil tussen °n
slecht bridge?
MIMIR.
HORIZONTAAL: 1. boerderij; 5. klein
plantje; 9. verlaagde toon; 11. verhaal; 13.
verharde huid; 15. water in Brabant; 17.
visnet; 19. te zijner plaatse (lat. afk.); 20.
het romeinse rijk (lat. afk.); 21. niet fout;
23. aandoening; 25. de dato (afk.); 26. pa-
pagaaiennaam; 28. riviermonding; 20. lek
kernij; 32. zangnoot; 33. pers. vnw.; 35.
stijf; 36. Gode zij lof (lat. afk.); 38, pro
jectiel; 41. naamloze vennootschap (duits)
42. ernstige; 44. jongensnaam; 46. maan
stand (afk.); 47. doorzichtige stof; 49. wa
terdamp; 50. leerling (Fr.); 53. en anderen
(afk.); 55. plaats in Z.-Holland; 57. coupe;
58. vervoerbedrijf (afk.); 60. titel; 61. bij
woord; 63. steenmassa; 65. bericht; 67.
wijnglas; 70. natuurkundeterm (afk.); 71.
deel v. e. breuk; 72. bouwmateriaal.
VERTICAAL: 1. verwarmingsartikel; 2.
aanzien; 3. van een dunne laag gaad voor
zien; 4. stofmaat; 5. vogel; 6. luchtmacht;
7. vorm geven;; 8. overblijfsel; 9. stofmaat
10. bevel; 12. vogel; 14. bijb. naam; 16. pi.
in Zeeland; 18. ijzerhoudende aarde; 22.
zangnoot; 24. verbintenis; 27. vossennaam;
30. bid (lat.); 31. maanstand (afk.); 34.
vogel; 35. heilige; 37. vallei; 38. pers. vnw.
39. anno (afk.); 40. afwezige; 42. eng. voor
zetsel; 43. verschaffen; 45. foto; 48. leegte;
51. watering; 52. deel v. Amerika; 54. pl.
in Drente; 56. nakomeling; 59. pl. in
Duitsland; 62. aanzien; 64. vr. munt; 66.
naamloze vennootschap (duits); 68. goud
(fr.); 69. soort schip (afk.).
HORIZONTAAL: 1. ora; 4. mot; 6. gul:
9. marie; 10. tarwe; 11. ark; 14. laf 17. al;
18. ab; 20. toepasselijk; 21. pa; 22. se; 23.
ier; 24. olm; 28. ketel; 31. sneek; 33. sas;
34. lot; 35. ree.
VERTICAAL: 1. oma; 2. ra; 3. aria; 4.
me; 5. t.t.; 6. grif; 7. uw; 8. lek; 12. rappe.
13. klaar; 14. lasso; 15. abeel; 16. sta; 19.
ski; 23. iets; 25. meer; 26. aks; 27. oke; 29.
e.a.; 30. 1.1.; 31. st.; 32. ee.
,,Wat voor wedstrijd is dat dan?" horen we deze en gene al
vragen. „Gaat het over sport?"
Ja en: neen. Niet over voetbal, of zo; niet over sport met de
henen. Maar de handen komen er wel aan te pas, zonder dat er
„hands" gemaakt wordt!
We bedoelen: schrijfsport! Wie dit woord niet indrukwekkend
genoeg vindt, mag het inruilen tegen: denksport! We zullen het eens
precies uitleggen.
De Kerstvacantie staat voor de deur.
Willen we in vorm blijven dan kan
het geen kwaad af en toe eens naai
de pen te grijpen. Neen niet voor
strafsommen, of strafregels. Kersttijd
is vredestijd! Maar voor een opstelle
tje over belevenissen tijdens de vacan-
tiedagen. Er valt altijd wel wat voor:
een reisje; een wandeling door het
winterse bos; mogelijk ijs- of sneeuw
pret; een feestje om de Kerstboom,
bij het kribje; wat er op Oudejaars
avond gebeurde en op Nieuwjaarsdag;
niet te vergeten; op Driekoningen
en zulke dingen meer.
„Ja, maar.." En dan komen de
bezwaren. „Ik ben geen Hofwijk of
geen Duijzings."
Dat zijn wij ook niet. Maar een ver
haaltje schrijven kan iedereen. Het
gaat ook niet om de ereprijs voor
Nederlandse letterkunde. En nog min
der om de Nobelprijs voor schone let
teren.
Het ts de bedoeling; een eenvoudig
verhaal te schrijven over hetgeen er
zo tijdens en even na de Kerstvacan
tie in de omgeving gebeurde. En wij
weten zeker, dat ook thans beroemde
literatoren zo begonnen zijn. Wie
weet, wat er nog uit groeit?
Nu willen we eerlijk zijn; in onze
klas van veertig leerlingen zaten er
vorig jaar drie, die voor 'n opstel geen
pen op 't papier konden krijgen. Twee
meisjes en één jongen. Eén meisje
kreeg een rood gezicht. Het andere
begon te., schreien. En de jongen
zei: ik ga liever rolschaatsen. Hij wou
zich groot houden! Met dit drietal
maakten we toen een andere afspraak
die ook voor deze wedstrijd geldtZij
mochten een tekening inleveren En
kleuren ook! Niet overtrekken tegen
de ramen; niet natekenen; neen
eigen werk. En laat die jongen
nu de eerste prijs krijgen. Hij
mocht een hele maand snippers
oprapen, inktpotjes vullen en de
gymnastiektoestellen klaarzetten. Bof-
te-ie even! De snippers deed-ie voor
'n zuurbal aan 'n andere jongen over,
en de rest hield ie voor zichzelf.
Nu mag iedereen zijn adem gaan
inhouden, want nu komt 't:
WE TELLEN DE DEELNEMERS
AF IN DRIE GROEPEN:
I. VAN 9 TOT EN MET 11 JAAR.
II. VAN 12 TOT EN MET 14 JAAR.
III. BOVEN DE 14 TOT EN MET 17
JAAR.
We loven voor iedere groep drie
prijzen uit, in totaal dus: negen.
De opstellen beoordelen we met
twee collega's samen; die komen dus
voor de Raad-van-Drie.
De tekeningen enz. worden beoor
deeld door een vriend van ons, een
zeer bekende, Gooise kunstschilder,
tevens leraar aan de schilders-acade
mie.
Alle inzendingen worden gestuurd
naar Postbox 8, Hilversum; meer hoeft
er op de enveloppe niet te staan. Dus:
heel kort; ,,Aari postbox 8, Hilversum".
De inzenders vermelden op hun
werk hun leeftijd; hun naam en voor
naam; jongen of meisje; en duide
lijk adres. Bovendien, de naam van
deze courant.
De opstellen mogen ten hoogste
4 kantjes van een gewoon schoolschrift
beslaan, aan één zijde beschreven.
De wkeningen mogen het formaat
va" f ,x 25 cm- niet te boven gaan.
Het fraaiste opstel uit elke
wordt in de „Grabbelton'
Als een „bekroonde"
zich toe leent, zal
„Grabbelton'
groep
afgedrukt,
tekening er
plaatsing in de
overwogen worden.
gebruiken of
Daarom: zwarte inkt
heel donkerblauwe.
De ouders mogen helpen, maar uit
sluitend bij het vaststellen van het
briefporto!.
„Tot hoelang hebben we de tijd?"
Tot en met 15 Januari. De uitslag
zal zo spoedig mogelijk bekend ge
maakt worden.
1. In de bouwkunde spreekt men
vaak van: friezen. Men verstaat
er onder bepaalde, verticale vlakken.
Op het toneel is een fries het boven
stuk ener toneeldecoratie.
2. Aspirine kan uit steenkolenteer
worden vervaardigd.
3. Porselein is harder dan staal.
4. Stijfsel bestaat uit zetmeel. Wordt
Uw boord onder het hete strijkijzer
warm en stevig, dan is het slappe
zetmeel door de verhitting omgezet
in glanzende dextrine.
5. Onder de musicerende insecten
is de huiskrekel, achter de bakkers
oven, wel het bekendst. Maar vergeet
de zwarte veldkrekel niet. En dan:
de sabelsprinkhaan, waarvan de man
netjes musiceren.
6. De veenmol doet ook al mee.
Een mol met zes poten! De voorste
zijn graafpoten, net als bij de echte
mol.
7. Elk college van Gedeputeerde
Staten bestaat uit zes personen, o.a.
belast met het dagelijks bestuur in
de Provincie.
8. Er bestaan, inderdaad, ook vlees
etende planten. We noemen: zonne
dauw, die een insect op zijn bladeren
vangt. Het blaasteskruid stelt zelfs
„valletjes" op om insecten te vangen.
9. De bijenhouder weegt de lege
korf. Schept hij een bijenzwerm, dan
weegt hij hem opnieuw. Is de korf
dan 2 kg. zwaarder, dan zitten er
ongeveer 20.000 bijen in.
10. Hagedissen houden haar winter
slaap in kleine groepjes. Merkwaar
dig is, dat ze slapen met open mond.
11. Orde van Oranje-Nassau (1892).
Devies: „Je Maintiendrai". Vijf klas
sen: ridder, officier, commandeur,
grootofficier, grootkruis.
12. Nederlandse Leeuw (1815). De
vies: „Virtus nobilitat (Deugd adelt).
Ridder, commandeur, grootkruis;
(„broeders" met jaarlijkse toelage).
We hebben het dikwijls over
„de ongelovige Thomas" en be
doelen dan de Apostel Thomas
ook wel: „Didymus" genaamd
beide woorden betekenen: twee
ling die niet wou geloven, dat
Christus uit de doden was opge
staan. „Eerst zien En dan ge
loven" hield hij maar vol, zelfs
tegen 't getuigenis zijner mede-
Apostelen in.
En toch was 't juist deze Tho
mas, die eens zijn ambtgenoten
had opgewekt samen met Chris
tus te sterven: „Laat ons ook
gaan, om met Hem te sterven".
Daaruit spreekt toch wel grote
ijver en liefde tot de Meester!
Wie zou van zo iemand ver
wachten, dat hij de dingen op
z'n kop wilde zetten. Eerst zien,
dan geloven! Christus zegt het
juist andersom: „Zalig zij, die
niet zien en toch geloven" Eerst
geloven dan zien.
De Evangelist Sint Jan heeft
dit niet opgetekend om ons aan
te moedigen Thomas te volgen
in diens ongeloof, maar om ons
zijn boetvaardigheid voor ogen
te stellen.
Deze H. Thomas toch heeft Je
zus"* later beleden als zijn Heer
en zijn God. Daardoor erkende
hij Hem in Zijn menselijke na
tuur die hij zag, en in Zijn God-
lijke natuur, die hij niet zag,
waardoor S. Gregorius zeggen
kon: „Meer heeft mij tot 't Ge
loof gebaat de ongelovigheid van
Thomas, dan 't geloven der an
dere discipelen".
Het betaamde nu, dat Thomas,
die aanvankelijk 's Heren verrij
zenis had geloochend, een zeer
bijzondere verkondiger Zijner
Opstanding zou worden. Het is,
als 't ware, of hij zijn misstap
goed wilde maken. Hii doorkruis
te, volgens oude, vrome schrijvers
de landen van Parthen en Me
den, Perzen en Moren „hij heeft
de mensen, die leelijker waren
dan slanghen en swerter dan ra
ven, gesuyvert door het water-
badt der wedergeboorte" tot in
Brazilië en Indië toe.
1. Veroordeelde misdadigers maak
ten vroeger met de galei kennis: ga
leiboeven. Nog steeds zijn er men
sen, maar nu van onbesproken handel
en wande], die dagelijks met een ga
lei te maken hebben. Hoe kan dat?
2. Kan het water, dat zich in enig
materiaal bevindt, alleen maar door
drogen verwijderd worden, of kent U
ook nog andere manieren?
Daar was eens 'n meisje, dat de
wijde wereld in wou.
„Ga je gang"— zei haar vader. Een
moeder had ze niet meer.
Toen ze een paar dagen gelopen had
kwam ze aan het paleis. Daar woon
de de koningin.
„Wat kom jij hier doen? vroeg een
soldaat, die voor het paleis stond.
„De koningin helpen" zei het
meisje. „Ik spin een draad uit een
pond vlas binnen een dag en een
nacht.
„Kom dan maar hier"— vond de
soldaat. „De koningin zit net om draad
verlegen".
Zo kwam het meisje in dienst van
haar vorstin. Deze gaf haar een pond
vlas. En toen moest ze gaan spinnen.
Ze kreeg een eigen werkkamer. Maar
in plaats van te spinnen begon ze te
huilen. „Dat krijg ik nooit af"snik-
tg ZG.
Opeens stond er een oud vrouwtje
bij haar, met een hele lange neus. „Ik
wil je wel helpen", zei ze. „Maar dan
moet je op de gelukkigste dag van je
leven „tante" tegen me zeggen Nu
dat wou het meisje wel. Ze ging naar
bed.
En toen ze 's morgens wakker werd
lag er een lange prachtige vlas-draad
op tafel.
Kun je daar nu een stuk linnen
van weven?"vroeg de koningin.
„Zeker, Majesteit, morgenochtend
heb ik het voor U klaar.
Ze ging naar haar werkkamer, maar
ze begon niet te weven; ze deed niets
dan schreien.
Opeens hoorde ze weer een oud
vrouwtje spreken Ze was heel erg ge
bogen. „Ik wil je wel helpen, maar
dan moet je me tante noemen op de
gelukkigste dag van je leven".
Best! 's Morgens lag het linnen ge
reed. Toen moest ze er overhemden
van maken, voor de Prins, de zoon
van de koningin. Een derde oud
vrouwtje, met rode ogen, hielp haar,
maar, alweer: ze moest tante tegen
haar zeggen op de gelukkigste dag van
haar leven.
Die dag brak eindelijk aan: zij
trouwde met de Prins. En de drie
oude vrouwtjes kwamen feliciteren.
„Dag Tante! Dag Tante! Dag Tante"
riep de Prinses.
De Prins keek raar op. Wat 'n rare
vrouwtjes.
„Als U maar weet, dat ik mijn lan
ge neus heb gekregen door steeds aan
die lange draad te werken"— zei de
een. „En ik mijn kromme rug, door
me over het linnen te bukken"zel
de ander. „En ik m'n rooie ogen, d°or
het knopen aanzetten"— zei de derde.
„Goed dat ik het hoor"— zei de
Prins. „Lieve Prinses. Je mag n0°
spinnen, nooit weven en nooit over
hemden maken". H
De Prinses vond dat natuurlijk goea.
3. Driekleurendruk. Welke kleuren
zijn dat hoofdzakelijk?
4. „Heilig, heilig, driemaal heilig".
Waarom juist driemaal? Drie is toch
niet veel.
5. Een dichterlijke roman behandelt
de geschiedenis van „Floris ende
Vult U s.v.p. even in?
6. Wat scheren is, weet iedereen.
Ook wat scheren zijn?
7. Met Kerstmis ziet U in het vroe
ge ochtenduur een zeer stralende ster
aan de hemel glanzen niet: schitte
ren Is dat een ster? Hoe is de
naam?
8. Gedurende de gehele Kerstnacht
is nog een andere ster te zien, ook
buitengewoon glanzend; Kijkt U
maar in Zuid-Zuidoostelijke richting.
Is dat een ster? Naam?
9. Hoe heet de ambtenaar, die zon
der onderbreking de algemene leiding
heeft van een departement?
10. Welke rechten heeft de Tweede
Kamer, die de Eerste Kamer mist?
Noemt U er eens twee.
11. Sommigen maken onderscheid
tussen een universiteit en een hoge
school. Weet U ook welk?
12. Zoudt U ook enige universitei
ten hier te lande kunnen opnoemen?
En een drietal hogescholen?
Oplossing de volgende keer.
Eén takje hulst brengt al dadelijk
wat Kerst-sfeer in huis. De eironde
blaren met hun scherpe punten en
glanzig, lederachtig oppervlak, steken
zo leuk af tegen de rode bessen, de
vruchten, met haar langwerpige za
den, die zo heerlijk ruiken! Dat weten
lijsters en merels ook en waar ze
maar kunnen, proberen zij van die
bessen te snoepen. De stekels houden
bladen schorsetende dieren op 'n
genadige afstand de egelhuist
draagt zelfs nog stekels op de blad
vlakte ook. Toch telt de familie wel
soorten die van stekels niets moeten
hebben en bijna gaafrandig blad be
zitten, hoogstens met één priem aan
de top.
Vreemd, een sierstruik met blad,
midden in de winter.
„Verliest de hulst z'n blad dan
nooit?"— vraagt iemand misschien.
Niet eerder dan van de zomer. Dat
heeft dus nog even tijd.
Een trouw Kerst-attribuut vormt
ook de maretak, of mistletoe, met z'n
lepelvormig, lederachtig, altijd bleek
groen blad. En vergeet de glanzige,
witte bessen niet, met hun slijmachtig
taai vlees. Sommigen zeggen, dat deze
bessen niet geheel onschuldig zijn ,ja,
vergiftigt?) maar de .vogels hebben
daar zo geen weet van, eten ze onge
hinderd op, doch geven het zaad vrij.
Meestal komt dit op een tak terecht.
Er ontwikkeld zich dan een nieuwe
plant, die gedeeltelijk leeft door zuig-
wortels in haar gastheer te werken,
waardoor deze iets van zijn voedings
sappen moet afstaan voor de halfpara-
siet, de vogellijm.
Bij het Kerstgroen komt, onvermij
delijk, de kerstboom in menige huis
kamer, meestal een sparretje, geen
den! Kijkt U zelf maar: bij een den
zitten de naalden ten getale van twee,
drie, vijf bijeen, aan de voet door een
„kokertje" omsloten; bij een spar
staan de naalden alléén, stuk voor stuk
in het hout, het „vurenhout".
De spar vertoont, bovendien, de pi
ramide-vorm, de den niet, en zijn ke
gels, de sparappels, zijn bruiner,
langwerpiger, zonder verdikte schub
ben.
Onder de naaldbomen vormt de lork
een bekende uitzondering: hij verliest
in het najaar al zijn naalden.