Wie U hoorthoort Mij
r
m
Naar aanleiding van de Luther-film
LUTHER EN WIJ
Nieuwe verhoudingen
HONDENPRAAT
PAS OP JE ZELF!
1
Het Mysterie der Kerk
Gesprekken tussen katholieken en
protestanten
Om de redding uit de
menselijke onmacht
NI IlitisCiSJfl
i "20
Op deze pagina
J,
^TSTls-Tiyrvh'dWi»iVA-ORA-TRjlirfl 5'
T EM 'TiOH'P OT V ÏT♦PiNGEAR. -PO OT
mm
MAARTEN LUTHER
5 -
ZATERDAG 18 DECEMBER 1954
PAGINA t
jppii
-
0'' 3%,
v-é
1' A'
jtf,
■G;
V
s
Doctor Maarten Luther was
Augustijner monnik on priester,
een zeer vroom cn religieus den
kend man, talentvol en begaafd
op velerlei gebied, maar deson
danks diep overtuigd van zijn
eigen onwaardigheid, schuld en
machteloosheid tegenover God
en de goddelijke barmhartigheid.
Luther was er zich heel sterk
van bewust, dat hij maar een
zondaar was voor God, een arme
zondaar, die tóch graag goed zou
willen staan met God en zalig
worden. Tegelijk besefte hij, dat
hij dit zichzelf nooit zou kunnen
geven. En hij zocht vurig en ern
stig naar een oplossing.
Als hij professor wordt en on
derricht moet geven in de Heili
ge Schrift, bestudeert hij ijverig
de Boeken van het Oude en Nieu
we Testament. Daarbij verlaat
hem nooit de vraag: hoe wordt
Ik uit mijn eigen onmacht en zon
digheid gered en hoe word ik voor
God gerechtvaardigd? In de Hei
lige Schrift meent hij na verloop
van tijd de volgende oplossing te
De film „Maarten Luther"
heeft op het dagelijks gesprek
haar invloed niet gemist. We
meenden daarom er goed aan
te doen om wat uitvoeriger in
te gaan op de "figuur van Lu
ther. De aandachtige lezing van
wat hier gepresteerd wordt zal
het niveau van de gesprekken
zonder twijfel ten goede ko
men. Zo zijn enkele vaste ru
brieken cn andere artikelen
enigszins in de verdrukking
gekomen.
Intussen zijn we nog maar
een enkele week van Kerstmis
af. Wordt Kerstmis dit jaar een
nieuw begin voor ons? 't Leven
zal gewoon doorgaan. Na Kerst
mis staat Oud en Nieuw voor
de deur. Dan komt de Vasten
tijd alweer in zicht. We werken
het program van ons leven af.
Jaar na jaar. En tóch een wer
kelijk nieuw begin? Wie door
dringt in de Liturgie van de
Advent kan niet ontkomen aan
de sterke verwachting, dat het
Rijk Gods nabij was. Maar het
volk heeft niet geloofd. Daar
om is het Rijk niet gekomen
zoals 't in eerste instantie was
aangekondigd. Het is, om zo te
zeggen, zwevend gebleven en
is immer in aantocht. Het
streeft hierheen. Het komt in
de enkeling, ook wel in een
kleine gemeenschap, ook zelfs
op grotere schaal, maar slechts
voor korte tijd om dan weer
terug te wijken. (Guardini: „De
Heer"). Het hangt van onze
voorbereiding „in rouwmoe
digheid" af, of Kerstmis voor
ons een nieuw begin zal zijn.
P.W.
ontdekken: „Niet wat ik doe, is
beslissend voor mijn rechtvaardi
ging en uiteindelijke zaligheid. Al
les wat ik doe is immers, als ge
volg van de erfzonde, met zon
digheid besmet. Elke daad, die
ik stel, is in godsdienstig opzicht
waardeloos. Krachtens mijzelf
kan ik daar nooit uitkomen. De
ze impasse is voor de mens zelf
onoplosbaar. Er is voor mij één
mogelijkheid: geloven in Jezus
Christus; dat betekent: niets van
mijzelf verwachten en alles van
Hem; dat betekent: mijzelf ge
heel en al aan deze Jezus Chris
tus uitleveren. Dat zal ik, terwijl
ik zondaar ben en blijf, door mijn
verbondenheid met Hem, in de
ogen van God gerechtvaardigd
zijn cn zalig worden".
Dit werd voor Maarten Luther
het uitgangspunt en vandaar ging
hij verder denken. Hij kwam tot
de conclusie: een mens raakt z n
zondigheid hier op aarde eigen
lijk nooit kwijt Ook niet als hij
door het geloof met Christus ver
bonden en in Hem gerechtvaar
digd is. God heeft ons willen ver
lossen, en wanneer wij geloven,
wordt die verlossing op ons toege
past; niet omdat wij zo goed zijn
om te geloven; maar omdat God
zo goed is ons het geloof te schen
ken. Want dit geloof moet niet
worden beschouwd als een presta
tie onzerzijds; het is veel meer
een soort instrument, dat God ons
gratis en onverdiend in handen
geeft en waarmee wij onze red
ding a.h.w. kunnen grijpen. Als
we gered worden, ondanks onze
zondigheid, hebben wij dat dus op
geen enkele wijze aan onszelf te
danken. En als we de genade
van het geloof hebben ontvangen,
moeten wij onszelf niet wijsmaken
dat wij nu onze zondigheid kunnen
afleggen en in de echte zin van
het woord heilig kunnen worden.
Goede werken doen bestaat niet.
Alles wat je onderneemt blijft ge
ïnfecteerd door de erfzonde. Al
leen Jezus Christus is zondeloos
en heilig. En alléén door in Je
zus Christus met overgave en toe
wijding te geloven, kan de men
selijke zondigheid, zonder te ver
dwijnen, door God niet langer
worden toegerekend en kan God
de zondaar gaan beschouwen al
lereerst als „iemand die bij Chris
tus hoort".
Deze ideeën werden door Lu
ther openlijk voorgestaan en ver
kondigd. Hij wees de Bijbel aan
als bron voor deze ideeën, vooral
de brieven van de apostel Pau-
lus. Het goede en ware, dat in
deze ideeën ongetwijfeld ligt op
gesloten, leerde hij even harts
tochtelijk als het eenzijdige en on
juiste, dat zij volgens het oordeel
van zijn Kerk bevatten. Hij ver
gat n.l. dat Christus aan de mens
weer de mogelijkheid heeft gege
ven om met innerlijke vrijheid
Gods uitnodiging te aanvaarden
en in werkelijkheid een kind van
Hem te worden, vervuld van Zijn
waarachtig goddelijk leven en
daardoor in staat tot goede daden
en groei in heiligheid en liefde.
Dit werd hem noodlottig. Hij wil
de nl. de correctie van de Kerk
niet aanvaarden. In het jaar 1517
verbrandde Luther in het publiek
de pauselijke brief, waarin hem
..Als ik m'n blik eens Iaat gaan,
aldus Hond wederom, „langs de
kolommen van ons lijfblad, dan
valt het me de laatste dagen op,
dat de generaals alweer stevig in
de bus beginnen te blazen. Ik las,
dat de generaals van oordeel zijn,
dat zij in geval van oorlog onaf-
de a£ J\hebben uit te maken of
hrufk?of atoomwapens ge-
worden. De beslis
sing moet niet liggen bij de poli
tieke leiders, maar bij de mili
taire leiders, die 0p grond van
strategische overwegingen kun
nen uitmaken of er moet worden
geschoten met een alarmpistool of
met een atoomkanon. Dit is, van
de hond uit gezien, een duidelijk
en aanvaardbaar standpunt. De
politieke leiders vertegenwoordi
gen het volk en het volk heeft
niets met de verrichtingen van
zijn legers te maken en heeft per
se niet de beslissing m handen
over de vraag of er nu een boe
renschuur of ,an wereldstad tot
ontploffing moet worden gebracht
en zeker niet over de vraag oi er
nu door dit leger, dat namens het
als priester van die Kerk werd op
gedragen op het eenzijdige en on
ware van zijn stellingen terug te
komen. Luther was ongehoor
zaam geworden aan de Kerken
het protestantisme was een feit.
S. J.
Dat gelovige protestanten ecu druk gebruik maken van de Bijbel,
is ons bekend. Op school worden zij veel uitgebreider cn nauwkeuriger
in de Bijbel, Oud en Nieuw-Testament, onderricht dan wij katholieken.
Thuis heeft men dc zogenaamde Gezinsbijbel, waaruit vóór dc hoofd
maaltijd elke dag een fragment wordt gelezen. In de Kerk staat de
Bijbel in hel middelpunt: géén grootse uiterlijke plechtigheid, geen
heilig Offer dat in een statige liturgie aan God wordt opgedragen; maar
,.dc prediking van Gods oord", ontleend aan de Heilige Schrift. Als
protestanten naar de kerk gaan, dan doen zij dit over liet algemeen
om naar de preek te luisteren. Deze preek lie-eft dc bedoeling de Bijbel
en de zin van de Bijbel dichter bij de mensen te brengen. De rest
psalmgezang en orgelmuziek is sobere versiering. Waar het op aan
komt is dit: luisteren naar liet Woord Gocls^ zoals dat in de heilige
hoeken van de Bijbel tot ons komt.
Volgens Luther en Calvijn en hun I dus op de tweede plaats. De kerk
Franse dominicanen hebben kortge
leden een poging gedaan „het gewe
tensonderzoek te verjongen", door in
een markant boekje moedig al die
kleine onopgemerkte, nauwelijks te
registreren onhebbelijkheden tegen
over God en de mens naast ons, te
etaleren. Een kort requisitoir, dat je
een ogenblik verwart waarachtig,
zo ben ik maar dat je toch web wilt
aanvaarden en dan met een verlegen
glimlach, want je voelt je in je eigen
waan en zelfverzekerdheid beetgeno
men en een tikje belachelijk voor God.
Dus, maar vertalen en verspreiden
en er is weer een brok christelijke tra
ditie gered! Maar dan moest er toch
eerst bij de jongeren begrip zijn voor
het gewetensonderzoek en behoefte er
aan, en een enquête daarover (al
weer een!) zou wel op een teleurstel
ling uitlopen. Want waar het om gaat,
is het geloofsbesef, dat wij werkelijk
moeten uitkijken, willen we de kans
op een ontmoeting met Christus niet
missen, omdat wij die zelf voor een
stuk in handen hebben. In velen van
ons is er Goddank dat diepe geloof,
dat ons leven zonder genade, zonder
de voortdurende werking van Chris
tus' kracht in ons, een verloren zaak
is. Maar als we om ons heen kijken
naar het gebrek aan verantwoorde
lijkheidsgevoel, naar de sleur, het
meelopen van zovelen, dan dringt
zich de vraag op, of de overtuiging
nog leeft, dat wij, wij zelf ook het le
ven, het christelijk leven maken, er
zelf verantwoordelijk voor zijn. Alles
is genade, goed, maar niet zonder ons
niet buiten ons om. Christus neemt
ons au sérieux, onze mogelijkheden en
onze inzet. En als we ons dat even
realiseren, dan gaan we uitkijken, kij
ken naar ons zelf. Het geloof aan on
ze eigenwaarde voor Christus, dat is
het uitgangspunt voor een herleving
van het gewetensonderzoek.
Rond de twintig, vroeg of laat, komt
de liefde tot Christus in een crisis,
zoals na een tijd iedere vriendschap
en iedere liefde. Als je pas een vriend
hebt ontmoet, nog maar kort ver
liefd bent, is alles vanzelfsprekend
mooi en goed, het gaat vanzelf, het is
allemaal gave, laten we zeggen gena
de. En dikwijls na een tijd gaat er
iets haperen; je bent lichtgeraakt,
kunt niets meer velen, begrijpt elkaar
niet meer. Crisis van de liefde, maar
ook de kans van de liefde. Kans om
jezelf te gaan ontdekken en de ernst
van de vriendschap. Je egoïsme, je
hebbelijkheden en de eisen, die de
liefde aan jou stelt, want iedere lief
de verwacht iets van ons.. Er hapert
iets zo rond de twintig; ik kan niet
meer bidden, de Mis zegt me niets
meer, het geloof? ik ben niet beter
dan de humanist naast me. Crisis,
maar ook kans, dat je ogen open gaan
en je eens ziet, dat het nu ernst wordt.
Allés is genade en genade is een mys
terie, maar dat is juist de menselijk
heid van het Evangelie dat wij niet
op hoop van zegen drijven op de
stroom van een oncontroleerbaar le
ven in ons, maar dat er in ons ergens
zichtbaar, grijpbaar de fouten, het
mankement zijn te ontdekken, waar
door het leven van Christus in ons mis
lukt. Zo ernstig neemt Christus ons
dat al deze bijna onbelangrijke klei
nigheden in hart en leven doorslagge
vend kunnen zijn voor de richting van
ons leven.
Gewetensonderzoek is niet gereser
veerd voor avondgebed en biecht,
maar het is kijk op je zelf, voortdu
rende controle, want altijd is er de
kans op liefde of ontrouw.
V. O.
aanhangers tot op de dag van van
daag, bevat de Bijbel de volledige
openbaring van God aan de mensen.
Buiten de Bijbel is er van die' open
baring niets te vinden. Daarom leert
het Protestantisme dan ook, dat
de H. Schrift het laatste en hoog
ste gezag is in aangelegenheden van
het geloof. Wat wij als christenen ge
loven aldus de hervormers, wordt uit
sluitend door de H. Schrift uitge
maakt.
Er is in deze protestantse opvat
ting géén instantie boven de H. Schrift
die gezagvol haar betekenis en bedoe
ling kan uitlegggen. Wie moet ons
dan de Bijbel leren verstaan? Zelf
moet ik de Bijbel ter hand nemen of
naar de woorden en de boodschap van
de Bijbel luisteren. Ik moet dat ern
stig en eerlijk doen, zonder vooringe
nomenheid, bereid om alles te gelo
ven wat God openbaart. Dan zal de
Heilige Geest, die de bijbelse schrij
vers hielp bij het schrijven, ook mij
helpen bij het verstaan van wat ik lees
of hoor. Alléén de H. Geest zorgt daar
voor; niets of niemand anders. De do
minee heeft een taak, maar die taak
is slechts dienend en voorbereidend.
D.w.z. de dominee heeft niet te be-
slisssen wat de Bijbel zegt of bedoelt;
hij moet mij slechts ontvankelijk ma
ken voor het Woord Gods; hij moet
de Bijbel onder mijn aandacht brengen
en zorgen, dat door zijn uitleg en com
mentaar de bijbelse boodschap ern
stiger en zorgvuldiger tot mij komt.
Maar het is de Geest van God zélf,
die mij inwendig verlicht en de zin
van Gods Woord voor mij onvouwt.
Voor een protestant komt de kerk
staat, evenals de dominee, in dienst
van de Bijbel. De kerk moet aan de
Bijbel gehoorzamen en volstrekt on
derworpen zijn.
H. Geest werkt in de kerk.
Het verschil met de katholieke ge
loofsovertuiging is vooral hierin gele
gen: de protestant moet steunen
op de Schrift en de H. Geest; de
katholiek beroept zich allereerst op de
Kerk van Christus en gaat daar, bij
die Kerk, de openbaring en de bood
schap van God zoeken. In die Kerk,
aldus katholieke leer, is de H. Geest
aanwezig en werkzaam; Hij leidt de
Kerk in leer en leven en deze Kerk
komt tot ons met haar onfeilbare leer
gezag, puttend uit Bijbel en Overle
vering. Vraag een katholiek: „Waar
om geloof je dat?" En hij zal moeten
antwoorden: „Omdat de Kerk van
Christus het leert". Stelt een protes
tant dezelfde vraag, en hij zal moeten
antwoorden: „Omdat 't door de Bijbel
wordt geleerd".
Waarom stelt de katholiek dan zo'n
onbeperkt vertrouwen in het gezag
van de Kerk? Omdat Christus deze
Kerk heeft aangewezen om Zijn werk
op aarde voort te zetten en omdat
Christus aan mensen - niet aan boe
ken - de opdracht heeft gegeven al
len te onderrichten, met de belofte,
dat Hijzelf met die mensen zou zijn
tot het einde der tijden. Tot deze men
sen heeft Christus gezegd: „Wie U
hoort, hoort Mij; wie U versmaadt,
versmaadt Mij!" Daarom luisteren
wij naar deze mensen, want we gelo
ven in Christus, die opdracht gaf om
naar deze mensen van die Kerk te
gaan. Ik moet immers steeds vragen:
„Heer wat wilt Gij dat ik doen zal?"
Het is een tragisch ogenblik ge
weest in de geschiedenis der chris
tenheid, toen men de Bijbel losrukte
uit zijn zinvol verband. En het is een
tragisch verschijnsel, dat wij katho
lieken daarna veel te veel de Bijbel
maar Bijbel hebben gelaten, het aan
de protestanten overlatend er een
druk gebruik van te maken.
•t'.rr.y r, •..v...tï. v i.v sïöMlri.
i'tvc Uit- Ï.WTKS* f
m -.I....:
MELANCHTON
vi y.c» i§t$tv,waht v; rr. i,v f r.nv
swi-ïWfrKiiWA tf trt rvrciv vtt-eMv' m
itiJvx-Ah*i:.w»..rv-1 unie-vtr-ivoir- -•m.-.o,- F-
AVjerivy UVXH S ftY»> tl
v„ i> .«a>, - - fj
LUTHER
Deze veelbesproken film, naar
de feitelijkheid beoordeeld, schiet
m.i. dubbel tekort. Ten eerste
wordt Luther te eenzijdig gete
kend als de protesterende, die in
dodelijke ernst, zonder enig ge
voel voor de betrekkelijkheid van
wat Christus' Kerk aan zwakke en
misvormde menselijkheid ople
vert, zijn protest de wereld in-
slingert.
Een al te gepassioneerde en
daarom lastige gesprekspartner.
Ik geloof niet, dat daarmede aan
de historische figuur recht wordt
gedaan en het verbaast mij, dat
juist principiële Luther-vereer-
ders deze mistekening niet heb
ben voorkomen. Ten tweede krijg
ik in deze film eigenlijk nergens
ook maar één flitsend moment de
wezenlijke strijd te zien tussen
twee serieuze partijen, met als in
zet dat essentiële van het chris
tendom, waarom het toen ging en
waarom het nog steeds gaat tus
sen rooms-katholieken en refor
matorische christenen. Mijn be
zwaar is niet, dat Luther als held
en als de sympathieke Christus-
belijder te voorschijn komt. Aan
zijn persoonlijkheid en zijn leven
kunnen heldhaftige en sympathie
ke aspecten en momenten niet
worden ontzegd. Mijn bezwaar is,
dat de film ons wil doen geloven,
dat Luther als 't erop aankomt
geen serieus gevecht kan leveren,
wegens ontstentenis van 'n serieu-
se tegenpartij. Hij vindt - aldus
de film - alleen maar aarzelende
zwakkelingen en verpolitiekte
geld-duivels tegenover zich. Jo
hannes Eek heeft weinig op te
merken. Karei V is een verwaand
stuk onbenul. Erasmus is alleen
maar een geestig, spitsvondig
mannetje. In Rome en in gemeen
schap met Rome leven slechts
christelijk geverniste heidenen
en passieloze conservatieven. Al
leen Luther draagt de aureool, die
nog wat licht spreidt over Me-
lanchton, Carlstadt en de twijfe
lende von Staupitz, mensen in zijn
nabijheid, en over keurvorst Fre-
derik. De rest is en blijft in het
duister. Een ernstig motief voor
hun weerstand komt nergens tot
zijn recht.
In dit al te ongenuanceerde
beeld heeft Luther vrij gemakke
lijk spel, zowel met de tijdgenoot
als met de toeschouwer van van
daag, die door deze film niet, of
althans veel te oppervlakkig,
wordt geconfroteerd met de dier
bare inzet van het droeve, duren
de conflict. De reformatie is in
haar opzet geen gevecht voor een
profane individuele vrijheid, waar
voor Luther in deze film al te zeer
de onrustige voorvechter schijnt,
maar een zoeken naar de enige
waarheid, die de mens vrijmaakt
in de vrijheid der kinderen Gods.
En de katholieke gebondenheid
aan de Kerk en de autoriteit van
Rome is in haar opzet géén
streving naar profane totalitaris-
men, maar de wijze gebondenheid
aan dezelfde bevrijdende Waar
heid, die in het geopenbaarde
Woord van God tot ons komt.
Voor ons moge deze film aan
leiding zijn, wat dieper in te gaan
op de wezenlijke betekenis van
Luthers reformatie en op de tra
gische tegenstellingen, die zij
heeft opgeroepen.
S. Jelsma M.S.C.
volk heet op te treden, éen mens
of honderd duizend mensen
ten worden geliquideerd.
dien, als bij al dergelijke kleine
onbenulligheden de vertegenwoor
digers van het volk tot een
sluit moeten komen, dan kan een
generaal nooit eens lekker In
schieten en de tegenstander voor
wezen. En daar gaat het toch om,
waar of niet? Dat is toch de eigen
lijke norm! Meer en meer kom
ik tot de overtuiging, dat men de
belangen van een goede strategie
in de mensenwereld schromelijk
onderschat en dat men veel te
veel aandacht besteedt aan sub
tiele 'politieke of ethische vragen.
Waar het bij een volgende oorlog
om gaat is eenvoudig dit: wie
lieeft er het eerst het vijandige
volk uitgeroeid? Dat is de enige
vraag, waaraan men zich moet
vastklampen, en alleen de gene
raals hebben die vraag te beant
woorden; anders krijgen we op dit
gebied nooit eens vakwerk.
Zo zie ik het. Maar nogmaals,
ik spreek nu als hond zijnde...."
Dc meeste protestanten, die wij ontmoeten, liebben ccn heel gebrekkige
kijk op het geloof en liet leven van de katholieke Kerk. Ze hebben er
hier en daar iets over opgevangen, in hun catechisatietijd, in lectum
of omgang met katholieke kennissen; en op grond van allerlei losse
indrukken hebben zij zich een beeld gevormd van de Katholieke Kerk.
Dat beeld is meestal een caricatuur. Wanneer wij niet deze protestanten
in gesprek komen, bemerken we, dat ze praten over een heel andere
Katholieke Kerk dan die waarin wij geloven. En het valt niet mee, hel
gesprek rustig te houden en vruchtbaar te doen zijn. Onbegrip is altijd
een moeilijk te nemen barricade. Erger nog wordt het, als wij van onze
kant er een even vals beeld van het protestantisme op na houden en,
in onze ijver om de dwaling te bevechten, tegen een caricatuur van het
protestantisme strijden in plaats van tegen het protestantisme zelf. Wat
de meeste katholieken van het serieuze protestantisme afweten, is weinig,
eenzijdig en daardoor misleidend. En zo krijgt men in het gesprek tussen
katholiek en protestant dikwijls onbegrip tegenover onbegrip, met als
resultaat: nog méér onbegrip.
Nu is het voor een goedwillend cn
ernstig katholiek niet per se noodzake
lijk, dat hij de leer van onze protes
tantse mede-christenen door en door
heeft bestudeerd en onderzocht. Het
is echter evenmin per se noodzakelijk,
om met een hele serie misverstan
den omtrent het protestantisme te
blijven rondlopen. Voor een goedwil
lend en ernstig katholiek, die nogal
eens met goedwillende en ernstige pro
testanten in aanraking komt, is dat
zelfs schadelijk en hinderlijk.
De eerste voorwaarde voor een
vruchtbaar gesprek is eerlijkheid bij
degenen, die aan het gesprek deelne
men en begrip voor en van elkanders
standpunt. Wanneer een van die voor
waarden ontbreekt, praat men volko
men langs elkaar heen en doet men
niets anders dan tijd, energie en
vriendschap verspillen.
Gelukkig is er de laatste jaren een
zekere vooruitgang te bespeuren, zo
wel aan katholieke als aan protes
tantse zijde. Onbegrip en misverstand
drongen vroeger ook binnen in voor
name publicaties, zoals godsdiensti
ge school- en handboeken, godgeleer
de werken enz. Dat is langzaam-aan
hersteld, doordat priesters, theologen,
dominees en ontwikkelde leken dieper
en veelzijdiger kennis namen van de
andere levensovertuiging, alvorens er
over te gaan schrijven. Het grof ge
schut werd geleidelijk opgeborgen en
men ging elkaar met meer eerbied en
voorzichtigheid, met groter eerlijk
heid en wil om te begrijpen, tegemoet.
Er zijn nu b.v. priesters in Nederland,
die iaeel speciaal studie maken van
het protestantisme, en er zijn domi
nees die zich bijzonder toeleggen op
de bestudering van het katholicisme.
In onze katholieke Nijmeegse Univer
siteit is een leerstoel voor het Protes
tantisme opgericht. In Rijksuniver
siteiten is het niet ongewoon meer dat
een katholiek theoloog wordt uitgeno
digd als buitengewoon hoogleraar of
privaat-docent in de katholieke theo
logie.
In sommige plaatsen komen pries
ters en dominees regelmatig bij el
kaar, om samen na te denken en te
praten over wat zij geloven. In de
ze bijeenkomsten, die op bepaalde
voorwaarden worden toegestaan, gaat
het er niet allereerst om, eikaars op
vattingen te bestrijden en te weerleg
gen. Het gaat er allereerst om, naar
elkander te luisteren en elkaar te le
ren verstaan. Men wil weten wat de
ander gelooft, om daardoor de over
eenkomsten en de verschillen tussen
beide groepen scherper en duidelijker
te leren zien.
Er is dus iets groeiende: weder
zijds begrip en een meer positieve,
christelijke houding. Willen we niet bij
onze tijd achterblijven, dan zullen we
méé moeten groeien.
Het is reeds lang geleden, dat
Luther gestorven is, maar bij velen
leeft nog zijn geest. Ik bedoel
hier niet de protestanten van de
Evangelische Kerk mee, maar ve
le Katholieken en met name Katho
lieke jongeren. Ook bedoel ik
hier niet iets te zeggen van de
vroomheid van Luther en zijn lief
de voor Christus. Maar het volgen
de: Luther had zeker terecht ern
stige bezwaren tegen de Katholieke
Kerk, zoals deze in zijn tijd was.
Niet voor niets gold ook toen in
Katholieke kringen het spreekwoord
van „hervornjing zowel in hoofd als
leden". Een dringende hervorming
was nodig, maar een hervorming
van de Kerk, niet een hervorming
buiten de door Christus gewilde
Kerk. Misschien was dat toen nog
niet zo duidelijk als nu, maar des
te grotere verantwoordelijkheid
hebben de Katholieken van deze
tijd. Door de strijd rondom de Kerk
is het wezen van de Kerk meer
naar voren gekomen en begrij
pen wij beter, hoe het leven van
de christen volgens Christus' bestel
zich moet afspelen binnen de ruim
te der Kerk, die Christus' Mystieke
Lichaam is. We begrijpen nu be
ter dan tevoren, vooral door de en
cycliek van onze Paus over de
Kerk als Mystiek Lichaam van
Christus, hoe de kerk een groot
Mysterie is, waarin wij moeten ge
loven. De Kerk is immers meer
dan een uitwendige gemeen
schap van de gelovigen, die onder
de gehoorzaamheid van de Paus
van Rome de ware leer van Chris
tus belijden. Dat is de Kerk als or
ganisatie En dat is een juist en ze
ker waar aspect van de Kerk. Maar
de Kerk is ook een organisme met
een innerlijke eenheid in Christus.
Wij weten als Katholieken, dat we
niet van Christus kunnen leven, als
we niet binnen dit organisme leven.
Maar moeten we helaas niet zeg
gen, dat zeer en zeer velen niets
van dit Mysterie der Kerk begrij
pen, dat we geestelijk niet leven
binnen de ruimte van deze Kerk?
We hebben zoveel critiek op de
Kerk. Zij is z.g. verouderd, niet vol
doende aangepast, zij loopt achter
de feiten aan enz. Misschien zit er
iets waars in. We begrijpen dit: de
Kerk kreeg als opdracht zich aan
te passen aan een tamelijk plotse
ling veranderde en veranderende
•wereld. Ze kan zo maar niet één
twee-drie zich aanpassen met het
gevaar belangrijke dingen over het
hoofd te zien, teveel op te gaan in
de actualiteit en het eeuwige te ver
geten. Het is zeker goed en aposto
lisch aan de Kerk de eis te stellen
zich aan te passen, zich opnieuw
te incarneren in deze nieuwe tijd.
Maar er is hier altijd een reserve:
binnen de ruimte der Kerk in vol
le gehoorzaamheid en onderwer
ping aan de kerkelijke hiërarchie.
Het heeft soms de schijn, dat de
leek zich zo geëmancipeerd voelt,
dat hij denkt, dat de Kath. Kerk
een democratische gemeenschap is,
waarin de meeste stemmen, of lie
ver de luidst klinkende stemmen
gelden. De Kerk wordt bestuurd
door de H. Geest, Die werkt door
de hiërarchie op de eerste plaats.
Onvruchtbare critiek, eisen stellen
voor een kerkvernieuwing zonder
dat men het terrein kan overzien,
kleine als 't ware autonome groep
jes stichten, welke wel eventjes de
kerkhervorming en aanpassing ter
hand nemen is niet leven binnen de
ruimte van de Kerk. En moeten
we ook helaas niet zeggen, dat er
wel veel gecritiseerd wordt, wel
veel af gegeven op maatregelen
van de Kerk, op bisschoppen en
priesters, maar dat er zo weinig
positiefs gedaan wordt. Probeer 't
eerst eens zelf en begin bij u zelf.
Hoevelen hebben niet gediscussi
eerd b.v. over het mandement, en
hoe weinigen hebben met name
eens ernst gemaakt met dat eer
ste deel van het mandement in hun
leven te brengen. De film over
Luther, en de discussies hier rond
omheen ontstaan moeten ons ook
tot gewetensonderzoek brengen, en
moeten ons doen afvragen: gaan
wij niet dezelfde weg op, en zien
wij de waarheid van het Mysterie
der Kerk niet voorbij.
H. B.
Maarten Luther, de grote man van
de reformatie, werd in 1483 te Eisle-
ben geboren, trad op 22-jarige leeftijd
in het Augustijnenklooster te Erfurt
en ontving twee jaar later de priester
wijding.
Nadat hij zijn theologische studie be
ëindigd had, werd hij tot professor in
de Godgeleerdheid aan de Universiteit
in Erfurt benoemd.
Steeds meer bekwaamde hij zich in
de kennis van de H. Schrift en werd
hierdoor een der beste schriftuurken
ners. Als kloosterling die God zocht,
met geheel zijn hart, was hem zijn
eigen zondigheidsbesef een ware kwel
ling, zozeer dat hij van een „theolo
gie van het Kruis" sprak. En dit ang
stige worstelen met de zondigheid als
tegenhanger van de liefde tot God, zag
hij zo essentiëel, dat hij ieder die de
ze ervaringen niet had 'n dweper
noemde.
Intussen zocht hij naar een bevrij
ding uit dit innerlijk worstelen, een
bevrijding, die hij tenslotte vond langs
een zeer persoonlijke weg, die hem te
vens van de traditionele leer en ge
woonten vervreemdde.
Dit werd de kernwaarheid van zijn
godsdienstige beleving: het persoon
lijk zoeken, onmiddellijk uit Gods
Woord, tot ons gekomen door de H.
Schrift, naar de bevrijding uit de on
gerechtigheid en de zonde. Eenieder
diende dit zelf en zelfstandig te doen,
onder inwerki 0 en bijstand van de H.
Geest. Hierin accepteerde hij niet lan
ger het kerkelijk leergezag en de over
levering.
Hier lag dan ook de kern van zijn
conflict met de Kerk, die zich als ge
meenschap de draagster, bescherm
ster en verkondigster weet van de
Openbaring.
De stellingen over de aflaat waren
de eerste aanleiding tot openlijk con
flict, hoewel dus de oorzaak dieper
lag.
Op de vooravond van Allerheiligen
1507 plakte hij zijn bekende stellin
gen aan de kerk te Wittenberg, stel
lingen die de kerkelijke overheid
middels Leo X noopten tot een ver
oordeling van zijn leer.
Als groot propagandist en publicist
liet Luther het daarbij niet. In snel
tempo volgden de publicaties elkaar
op, publicaties waarin hij zijn stellin
gen op elk godsdienstig terrein uiteen
zette, en waarin hij opwekte tot re
formatie van het aloude christelijke
geloof.
P.R.