Er luidde klagend een klok in
Stavenisse
Uitbreiding verstrekkingen aan ver
plichte ziekenfondsverzekerden
Mama
wordt opgevoed
Seizoen in Bergen
aan Zee
Aan de dijken geen paniek docli
vastberadenheid
Jan Ba fa eigenaar van
Bat'a wereldconcern
Inbreken „hoofd
beroep"
Ook Spierpijn I
Ziekenhuis, sanatorium, brillen, hoor-
toestellen en specialistische hulp
Binnenkort van kracht
Verloofde en vriendin
bedrog
en
\RIJDAG 24 DECEMBER 1954
PAGINA 4
ige
(Van een verslaggever)
STAVENISSE, middernacht
Er luidde een klok in Stavenisse.
Het geluid kroop klagend en in vlagen over de bedreigde po der
waarin, verloren, nog slechts een enkel lichtje gloeide. Er woedde op
Tholen toen nog altijd een orkaan. De storm kwam guur en ■verra
derlijk en niet een mateloze woede uit de Oosterschelde, doch als er,
een enkele maal, tussen twee luid loeiende rukwinden in, een holle,
kille stilte viel over het schier-eilaftd, dan hoorde men het klagend
geluid van de klok van Stavenisse tot helemaal in Sint Maartensdijk.
Er stond, in Sint Maartensdijk, een giftig gonzende benzinelanrtp naast
het gat dat aan de Oostvest, de stormvloed daar vanmiddag in de
magere dijk gevreten had. Het Café „Handel en Scheepvaart" dat
verleden jaar in één afgrijselijke vloedgolf was weggespoeld, had het
gulzig sissende modderwater alweer tot in de gloednieuwe gelagkamer
gekregen, en geen mens kon zeggen of de dijk het vannacht wel houden
zou doch toen men in Sint Maartensdijk vanavond om acht uur de klok
van Stavenisse klagen hoorde, viel er één eindeloze seconde lang aan
de Oostvest geen enkel woord. Het was alsof men in die stilte opeens
tastbaar de lugubere dreiging voelde van de naderende nacht. Twintig
zwijgende schimmen rond een benzinelamp in een smalle, tegen de
komende vloed gebarricadeerde straat. Een leeggehaalde winkel met
alleen nog maar een dwaas in de leegte slingerende kerstversiering in
de etalage. Het donkere, gulzig tegen de kade opwiegende water m
het kleine binnenhaventje. En dan een oude, verweerde stem die
alleen maar zei: „ze luien de klok, ginds in Stavenisse .Men moest
naar Stavenisse nog zeven kilometers rijden. Het land leek daar
ïood verzwolgen opnieuw door de zee. Op de smalle dijkweg was men
alleen met de storm. Men zag, dat er meer naar het Westen, boven
Schouwen-Duiveland nu een onweer hing.
Zandzakken en een gebed
A'dams gerechtshof van oordeel:
Jaarinkomen f 75.000
Koppig vertrouwen
De weg naar veiligheid
Op korte termijn kan de afkondi
ging worden verwacht van enige
beschikkingen van de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
betreffende uitbreiding van ver
strekkingen der verplichte zieken
fondsverzekering.
Ziekenhuisver pleging
Klinisch■specialistische hulp
Sanatoriumverpleging
Brilleglazcn
II oor toestellen
Duizenden kwamen reeds naar
de gestrande Katingozien
Kerstattractie
Met het oog op Uw ogen
LEVERANCIER
VAN ALLE
7.1 EKENFONDSEN
Daar lichtte fel zo nu en dan de hori
zon op, doch toen men in Stavenisse
kwam, stond daar de hemel vol met ster
ren. Er hing een sfeer van droeve, dof
fe gelatenheid in de donkere dorpsstraat,
en men dacht, dat het er vroeger op de
avond ginds in Sint Maartensdijk of ver
der nog naar het Noorden, in Halsteren
Fiinaart, Dinteloord en Willemstad wel
dreigender had uitgezien. Toen kwam er
een man uit de gemeentesecretarie. Zijn
laarzen maakten slissende geluiden in het jle nlcl-
laagje modder dat de vloed vanmiddag jyien kon nog vluchten, Vrijdagavond
daar' achtergelaten had. Het geluid var )a^ jn stavenisse. Er loopt door de lage
de koperen bel, waarmee hij driftig zwaai I )0lder tussen Tholen en de veiligheid van
de, versplinterde de sfeer. „D'r word
bekend gemaakt", schreeuwde de man
sloeg ruw en schuimend tegen de zee
dijk en de dijk werd op enkele plaatsen
„ernstig" beschadigd.
Er ging geen zucht van verlichting door
Stavenisse toen later op de middag het
water langzaam zakte. Men ként daar
zijn zee, men kent ook zijn dijk. „De dijk
staat wankel", zeiden ze in de gemeen
tesecretarie; in de rampnacht had men
destijds hetzelfde gezegd: Stavenisse wist
wat komen ging, doch Stavenisse vlucnt-
vijand. Vannacht om vier pas, als de
vloed opnieuw een hoogtepunt bereikt
heeft en als de twee honderd militairen
om wier assistentie de burgemeester Don
derdagavond Iaat dringend gevraagd
heeft, gearriveerd zullen zijn dan pas
zal men weten of de dijk en de mensen
die hem verdedigden ditmaal sterker ble
ken. „Wat ik vergeten heb", zei tijdens
een kleine rustpoos, een nog jonge man
aan de dijk terwijl hij op zijn schop leun
de, „wat ik vergeten heb, is: wat
shag in te slaan. Verleden jaar
zat ik zonder wat te roken op mijn zol
der. Ik had een tabakswinkel aan de over
kant, daar dreef de shag ae ramen uit,
maar Je kon er niet bij komen
„Ik zou maar niet lang in Stavenisse
blijven", had bij de brug in Tholen de
man van het tankstation de vreemdeling
geraden, „verleden jaar, de avond voor
de ramp, was d'r een Hollander die naar
Stavenisse wilde. In Halsteren, ginds, had
den ze hem voor Stavenisse gewaar
schuwd, maar hij liet zich niet raden. Hij
kwam nooit weerom en zijn wagen ver
kochten ze later als oud roest voor de
sloop". Doch als men eenmaal aan de
dijk in Stavenisse staat, zich schrap zet
tend tegen de storm, komt men moeilijk
nog weg. Er is daar een klein en verge
ten dorp, ergens aan de uiterste rand
van een schiereiland, dat in deze storm
nacht opnieuw voor zijn leven vechten
moet. Er is daar 'n klein brokje Neder
land dat vandaag nog geen andere scha
de dan een omgewaaide schoorsteen en
wat vergruizelde dakpannen registreert,
doch dat vannacht nog - in déze nacht -
opnieuw rampgebied kan zijn, machteloos
tegen het van alle zijden aanstormde, gul
zig naar puin en slachtoffers zoekende
water. Dat weet men in Stavenisse. Doch
er is geen paniek en aan vluchten denkt
men niet, en men aarzelde nog voor men
Donderdagavond laat de hulp van de mi
litairen inriep: „misschien zitten ze el
ders nog dringender om hulp verlegen"..
De dijk staat wankel, zegt men in Sta-
venisse. En déze dijk verdedigt men. Zon
der morren, zonder zelfbeklag. „Alleen
de hemel weet", zei de man die vroeger
in de avond de bel geluid had teneinde
nog vijf-en-twintig mannen voor het dijk-
leger te rekwireren' „alleen de hemel
weet, of we dit jaar een natte Kerst gaan
krijgen". Er werd, vanavond in Stave
nisse, niet alleen maar aan de dijk ge
werkt. Er werd - men kon dat beluisteren
achter de kwasi-luchtig uitgesproken
woorden van de man -, in Stavenisse
vanavond ook wel stil gebeden..
men er met vreugde een aantal vrijwil
ligers uit Chaam en Oosterhout had be
groet, wachtte men ook in Willemstad
niet zonder spanning op de aankomst
van een groep commandotroepen die ter
assistentie naar de bedreigde polder op
weg was. Ook in Dinteloord, waar de
Carolinapolder met verdrinking bedreigd
werd, versterkte men de dijk met zakken
zand en zeilen. Donderdagmiddag tegen
half vier, toen de vloed daar zijn hoog
tepunt bereikte, sloeg het water over de
dijk, en ook in Dinteloord kon men Don
derdagavond laat bij benadering niet zeg
gen of de dijk Vrijdagochtend om vier
uur vrijwel overal in de Zeeuwse wa
teren het critieke moment! de kracht
van de storm opnieuw zou kunnen ke
ren. Intussen hield de storm ook toen
nog alle Zeeuwse eilanden gevangen in
hun isolement. In de loop van Donder
dagmiddag staakten ook de veerdiensten
die men tot dan toe nog in bedrijf
gehouden had en op Sint Philipsland
vond men voor de aanlegsteigei van het
veer naar Bruinisse een lange rij verla
ten automobielen, welker inzittenden zich
vroeger op de dag met een klein bootje
dat toen nog de overtocht over het ruwe
water riskeerde, naar Schouwen-Duive
land hadden laten overzetten.
Daar liad men de vloed van Don
derdagmiddag zonder dijkbreuken
doorstaan. Slechts aan het „Stelletje'
te Zierikzee, waar het water Don
derdagmiddag een haJve meter tegen
de vloedplaten opklom, had de dijk
enige schade geleden. Niettemin
sleurde men in de lager gelegen ge
deelten van de stad, evenals in Brui
nisse, Nieuwerkerk en Ouwerkerk.
zo mateloos zwaar getroffen tijdens
de Februari-ramp, bij wijze van
voorzorg liet meubilair naar de bo
venverdieping der lage huizen.
En wachtte men gespannen doch
vastberaden op de nacht die komen
moest
Het Amsterdamse gerechtshof heeft gis
teren in zijn uitvoerig arrest uitgespro
ken, dat Jan Bat'a zich terecht de eige
naar van het wereld-omvattende Bat'a-
schoenenconcern beschouwt en derhalve
ook eigenaar is van de betwiste aandelen
van het Bata-schoenenbedrijf in Best Het
hof oordeelde dat het gelijkluidende von
nis van de Amsterdamse rechtbank te
recht gewezen is en dat de stukken,
waarmee de Tsjechische schoenerunag-
magnaat Tomas Bat'a Sr het concern na
zijn dood aan zijn halfbroer Jan over
deed. volledig rechtsgeldigheid bezitten.
De zoon, Tomas Jr, heeft overal ter we
reld zijn halfoom Jan Bat'a doen dag
vaarden, omdat hij van mening is, dat de
stukken niet rechtsgeldig zijn. Alle ge
rechtelijke uitspraken in het buitenland
vielen tot dusver in het nadeel van Jan
Ba'a uit. Alleen 't Amsterdams gerechts
hof waarvoor de zaak over het eigen
domsrecht van het Nederlandse schoenen-
bedrijf te Best en de winkels in Neder
land heeft gediend, is van mening dat Jan
rechtsgeldig eigenaar is.
De Hilversumse recherche blijkt met de
arrestatie van de 36-jarige vertegenwoor
diger. die er in zijn eigen auto op uittrok
om in te breken, een goede vangst te heb
ben gedaan. De man heeft inmiddels be
kend. dat hij in veertien verschillende
gemeenten in een jaar tijds aan het roven
is gefeest. Hij was steeds uitsluitend op
geld uit en wist op deze wijze een bedrag
bijeen te stelen dat hij op 75.000 gulden
schat. Er is overigens niet veel meer van
over: hij heeft zich een auto en diverse
luxueuze artikelen gekocht en leefde een
prettig leventje. Zijn baan als vertegen
woordiger hield hij als dekmantel aan.
Hij was destijds tot inbreken gekomen,
omdat hij met werken naar zijn smaak
niet genoeg verdiende en „inbreken was
zijn hobby". Later werd het zijn hoofdbe
roep.
„dat vijf en twintig man met laarzen en
schoppen zich nu direct bij Nortier moe
ten melden!' 'Er meldden zich vier man
Met schoppen en met laarzen. Door het
smalle steegje naast de gemeentesecre
tarie gingen zij naar de dijk De rest
van Stavenisse was daar ai. Sedert vele
uren. En of men de dijk zou kunnen hou
den, wist men niet.
Zo keerde men, na bijna twee jaren,
terug in Stavenisse..
Men was er destijds gekomen met een
mosselvisser uit Ierseke. In een storm
nacht als deze en met een lading ruw
getimmerde doodkisten, omdat ze in Sta
venisse geen doodkisten meer hadden.
Dat was twee etmalen na de ramp, toen
dijken en huizen en mensen en landerijen
verdronken waren en men in Stavenisse
niet eens meer om zandzakken, doch al
leen maar om doodkisten en om red
ding vroeg. „Neen", had men de vreem
deling toen gezegd, „er is geen paniek
geweest in Stavenisse, zelfs niet toen de
dijk tenslotte brak"; en er moest na bij
na twee jaren opnieuw een storm teiste
rend en gierend over onze kusten gaan
alvorens gij. vreemdeling, ontdekt waar
om er in plaatsen als Stavenisse, van
drie zijden bedreigd door de zee, zelfs
in dodelijk angstige en critieke ogenblik
ken als deze geen paniek ontstaat.
Stavenisse stond aan de dijk. Stavenis
se stond daar al uren. De vloed van
Donderdagmiddag bereikte daar een hoog
te van 3,80 M. boven N.A.P.; het water
JOi-uer lussen i uwcu
Halsteren een kaarsrechte weg Verleden
aar verdronk die weg mét de Auveigne-
polder in een wild kolkende zee, waarip
slechts de cadavers der verdronken die
ren bolle, afzichtelijke drijvende eiland
jes vormden.
De verdronken tweg besliste over het
lot van vele tientallen mensen op Tho
len en vannacht om vier kan de dijk
van de Auvergne-polder opnieuw in stuk
ken slaan en opnieuw zou Tholen dan
een klein en aan de golven prijs gege
ven eiland zijn.... en er ligt, van de Fe-
bruan-ramp. nog genoeg puin in plaats
jes als Stavenisse om ook de vreemdeling
met één oogopslag te laten zien wat dat
precies betekent.
Doch evacueren doet men niet. „De
mannen aan de dijken", heeft burgemees
ter Verburg vanmiddag gezegd, „en ae
meubels op de bovenverdieping. Dat is
al. De mannen ztjn naar de dv)k gegaan,
met laarzen en met schoppen. Z« wer
ken daar nu al vele uren. De dijk die
wankel staat, wordt versterkt Weeste
nen, met zandzakken en met zeildoek.
Er wordt niet veel gesproken aan de dijk
Men werkt er met een stille, koppige v®s4"
beradenheid: drie honderd kleine, gebo
gen schimmen, strijdend tegen een oude
A'lverteniiei
en rheumatlsche pijnen i
wrijft U weg met
Zo was dat Donderdag tegen midder
nacht in Stavenisse.
Men kwam er aan het slot van een
tocht langs tal van bedreigde punten in
Zeeland en West-Brabant, en de sfeer was
nergens anders. De donkere dreiging van
de naderende nacht, doch ook: het koppi
ge granietharde vertrouwen van hen die
in deze nacht onze dijken bewaakten.
Noordelijk van de Moerdiikbrug had
men de eerste stoottroepen van ons dijk-
leger aangetroffen. In Willemsoord stond
daar het water al in de huizen, en hoog
aan de dijk, aan de rand van de grote
verkeersweg naar Breda, dichtte men bij
,'t licht der lantaarns en ten prooi aan
de mateloze woede van de storm een
groot gat dat de vloed daar Donderdag
middag geslagen had. In Moerdijk, waar
de toestand toen nog altijd critlek was
reed men langs een rij veriaten huizen
tnet gesloten luiken wachtend op de
nachtelijke vloed. In de richting van La
ge Zwaiuwe ploegde men moeizaam door
de modder en zag men hoe, in de hui
zen de mensen nog steeds bezig waren,
hun huisraad naar hoger gelegen regio
nen te evacueren.
In Willemstad pas bespeurde men
enige sporen van nervositeit. Daar vrees
de men voor de dijken van de polder
Kuigcnhil: vooral de dijk ten Westen van
het dorp was Donderdagmiddag vrij ern
stig beschadigd. De bevolking van de
polder werd Donderdagochtend reeds ge
ëvacueerd en driehonderd mannen ston
den daar nu al sedert vanmorgen om
acht uur aan de dijk.
De wind stuwde het water nog altijd
op ih het Hollands Diep (Vrijdagavond
om elf uur mat mén in Willemstad '1.77
meter boven N.A.P., terwijl de normale
waterstand rond dat uur daar 90 cm...
beneden N.A.P. bedraagt!), en hoewel
De duur der ziekenhuisverpleging wordt
van ten hoogste 42 op ten hoogste <0
dagen per geval gebracht. Het l'gt in de
bedoeling dat deze bepaling, zo enigszins
mogelijk, met ingang van 1 Januari a.s.
in werking zal treden.
Voor de verzekerden, die op deze datum
reeds in een ziekenhuis zijn opgenomen,
doch nog geen 42 dagen verpleging en be
handeling voor rekening van hun fonds
hebben genoten, betekent dit dat hun
aanspraken na verloop van 42 dagen nog
gedurende vier weken doorlopen.
De verzekerden, die op l Januari voor
een bepaald geval reeds 42 dagen zieken
huisverpleging hebben genoten en op deze
datum nog tn het ziekenhuis verblijf
houden, zullen met ingang van die dag
alsnog gedurende ten hoogste vier weken
aanspraken jegens bun fonds kunnen
doen gelden.
Erkend wordt een recht van verplicht-
verzekerden op klinisch-specialistische
hulp na het verstreken van de termbn van
7ft dacen, althans voor zover de verzeker
de nog op grond van een medische
indicatie in het ziekenhuis verblijf houdt.
Een uitzondering wordt echter gemaakt
voor psychiatrische patiënten aangezien
de minister zich op het standprnt stelt,
dat de erkenning van dit recht bij deze
soort van patiënten tot niet te overziene
consequenties zou leiden.
In de beschikking sanatoriumverpleging
blijft de vergoeding gehandhaafd op 75
procent van de kosten, doch het ts de
bedoeling, dat het maximum van I 6 per
dag met ingang van 1 Januari a.s komt
te vervallen. In de beschikking wordt
tevens voor verzekerden, die tijdens bun
verblijf in het sanatorium eer operatie
moeten ondergaan, het recht op volledige
vergoeding van de kosten daarvan erkend.
Het recht op volledige vergoeding van
de kosten van longopera ties heeft de
Ziekenfondsraad het vorige jaar reeds
erkend. Toen is echter geen melding ge
maakt van operaties wegens andere
tuberculeuze aandoeningen en evenmin
van operaties van geheel andere aard die
incidenteel wel eens in een sanatorium
worden verricht. Om alle twijfel uit te
sluiten, wordt in de beschikking thans
een bepaling opgenomen, die deze kwestie
in een voor verzekerden gunstige zin
beslist.
In de beschikking kunst- en hulpmid
delen wordt een recht op een vergoeding
voor brilleglazen opgenomen. De ver
goedingen zijn vastgesteld op een bedrag
van 75 pet van de minimum-verkoop
prijzen voor ronde en z.g. oanto-glazen.
die in 1952 door de Federatie van Neder
landse opticiens-organisaties zijn vast
gesteld
Aangenomen, dat de beschikking, op 1
Januari a.s. in werking treedt, kan de
vergoeding worden toegekend voor alle
brilleglazen, die na deze datum worden
aangeschaft, ook al is het recept vóór
1 Januari afgegeven.
Vergoeding voor brilmonturen wordt
alleen verleend ten behoeve van kinderen.
Voor kinderen tot en met II iaar bedraagt
zij ten hoogste f 6: voor kinderen van
12 tot 16 iaar ten hoogste f 9: de ver
goeding kan worden verleend voor alle
monturen, die na 1 Januari worden aan
geschaft. onverschillig of het recept vóór
die datum is afgegeven.
Tenslotte wordt een vergoeding inge
voerd voor de kosten van een hoortoestel.
Deze verstrekking geldt echter, evenals
bij brilmonturen, alleen voor kinderen
tot 16 jaar. De vergoeding bedraagt 75
pet van de aansehaffingskosten met een
maximum van f 250. Voor een t\ eede of
verdere verstrekking moet een termijn
van 4 jaar in acht worden genomen.
In verband met deze uitbreiding voor
de verplichte verzekering is het van be
lang. dat de fondsen zich beraden over de
vraag welke maatregelen met betrekking
tot de vrijwillige en de aanvullende ver
zekering moeten worden genomen.
Het spreekt vanzelf, dat het (aldus de
voorzitter van Ziekenfondsraad in een
aan de algemene ziekenfondsen gericht
rondschrijven, waarin hij van het boven
staande mededeling doet) uitermate
wenselijk zou zijn. dat de vrijwillige ver
zekering zich voor de omvang der ver
strekkingen seheel zou aansluiten bij die
van de verplichte,
BERGEN AAN ZEE, 23 December.
(Van een verslaggever)
De Bergenaren en de bewoners van de
omgeving van Bergen aan Zee hebben
onverwacht een Kerst-attractie gekregen,
die voor een bepaalde groep mensen ech
ter minder aangenaam is.
Over attractie gesproken, zelfs van ver
weg waren vandaag vreemdelingen komen
kijken naar het Panamese schip „Ka
tingo", dat, zoals wij reeds hebben bericht,
vlak voor het strand van de zo gewaar
deerde Noordzee-badplaats op een bank is
vastgelopen.
Er reden uit Alkmaar extra-bussen, voor
een groot deel bezet door jongelui, die hun
eerste vacantiedag besteedden met een
bezoek te brengen aan de zo bijzondere
bezienswaardigheid. Ook het autoverkeer
naar Bergen aan Zee is op de winterse
dag zelden zo druk geweest-
Men behoefde ook niet ver te lopen om
het gestrande schip te zien en alleen
slechts wat zand in de ogen voor lief te
nemen; want met een razende kracht
kwam de wind uit zee, een donderend ge
raas, met accompagnement van hagel-
gekletter.
Zodra men de weg was afgelopen,
doemde het gevaarte op, dat zich aan de
woeste zee wilde ontworstelen. Telkens
verwachtte men, dat de „Katingo" zichzelf
zou bevrijden.
De toeschouwers sloegen dit met toe
nemende spanning gade, doch menigeen
sloeg de schrik om het hart, als hjj het
hoge zwarte schip gevaarlijk naar de zee
kant zag overhellen. „Maar loskomen
doet-ie niet", vertelde de duinwacht ons,
die het thans overspoelde strand, waar de
Panamees zich ingewroet heeft, veel te
goed kent.
„Het duurt op zijn minst twee maan
den", meende hij, maar anderen verzeker
den ons, dat er wel een half jaar mee
gemoeid kan zijn.
De Noord- en Zuidhollandse Redding
maatschappij heeft de uit 32 koppen be
staande bemanning aangeboden haar van
boord te halen, doch zij verkoos te blijven.
Nu en dan zag men een der mannen in
oliejas en de zuidwester op aan dek ver
schijnen.
Gisteravond kon men nog met droge
voeten tot dicht bij het schip komen. Naar
schatting moet de „Katingo" wel vijf me
ter verschoven zijn. Maar nogmaals, de
beweging is niet sterk genoeg volgens des
kundigen, om vrij te komen. Alleen vreest
men heel erg, dat het schip zal breken.
Vracht had de „Katingo" niet aan boord,
want het voer in ballast, wat de strop, hoe
zwaar die ook kan zijn, lichter maakt.
Met de Kerstdagen zal Bergen aan Zee
ongetwijfeld zijn bezienswaardigheid be
houden en daardoor veel vreemdelingen
trekken, wat het slechte zomerseizoen nog
een beetje goed kan maken.
^vertentie
OOSTZEEDIJK 286 ROTTERDAM TEL. K 1800-26777
.Maakt U deze eerste Kerst in mijn
huwelijk tot een onvergetelijke", pleitte
veertien dagen geleden de 33-jarige con-
fectionnair A. E. van G. uit Amsterdam
bij zijn laatste woord tot 't Amsterdamse
gerechtshof in de hoop, dat het hof hem
nog vóór Kerstmis in vrijheid zou laten
stellen.
Gisteren heeft het hof uitspraak ge
daan en dit verzoek van verdachte inge
willigd. Het legde hem acht maanden
met aftrek van de preventieve hechtenis
op en aangezien hij reeds acht maanden
in voorarrest hmeeft doorgebracht, zal de
verdachte de Kerstdagen thuis kunnen
vieren.
Hij is veroordeeld wegens oplichting
en verduistering ten nadele van zijn ex-
verloofde en een andere dame. Hij had
n.l., nadat hij in 1953, zijn verloving had
verbroken een derde meisje ontmoet met
wie hij in het begin van dit jaar in het
huwelijk trad. Zijn vroegere verloofde en
een tweede vriendin kwamen toen ;tot de
ontdekking, dat zij ook in financieel op-
zich door de confectionnair bedrogen
waren
als de buitenlui aardkluiten weet plat te
trappen.
Juist op het ogenblik, dat Oliva von
Belamy het knarsende tuindeurt.ie open
duwt, treft een scherp, toeterend geluid
haar oor het signaal van een auto
claxon. Reeds schijnt het. of zij haar hoofd
wil omwenden in de Tichting van.het ge
luid. doch zij fronst slechts licht haar
voorhoofd, terwijl zij vastberaden haar
„rx/nurr I weg verv' 'gt. Bedaard stapt zij tussen de
ROMAN VAN LO WILSDOrA bloeiende borders door en daarom is het
Geautoriseerde vertaling door F. van Veis» j *»«mh.Iih« zo
HOOFDSTUK I sch ijnt zij zich nu van de hitte be
de landweg komt wus' te w'orden' want plotseling versnelt
de landweg j zy haar gtappen. bereikt het herenhuis
hal
Langs een bocht in
a„rw- zli haar stappen, bereikt het herenhuis en
mevrouw von Belamy '^adeJra,^;aed laPangaat onmiddellijk de schemerdonkere
straat, vanwaar een
naar het herenhuis voert, dat door zijn
okergele kleur levendig afsteekt bi.i de om
ringende bloembedden. Overal waar tij
langs komt. knikken de mensen eerbiedig.
behalve de kinderen, die zich op het zien
van de landvrouw h istig in alle richtin
gen verspreiden. Dan zijn er nog de kip
pen en eenden, die bij haar nadering m
alleri.il een goed heenkomen zoeken, ot-
schoon niet uit dezelfde motieven als de
kinderen.
Ilevri von Belamv heeft niet zon
der reden steeds tets op de kleinen aan
te r,. ken. De vieze handjes en gezichtjes
de bemorste kleren vormen voor haar een
onuitputtelijke bron van misnoegen en dit
misnoegen steekt zij dan tegenover de kin.
deren ook niet onder stoelen of banken
De vrees van het pluimvee geldt Hector
de witte, ruigharige herdershond, die om
zijn meesteres heenspringt en er zijn ge
noegen in schiint te vinden, het vreed
zaam kakelend en snaterend gedierte de
stuipen op het lijf te jagen
nier van spreken wel eens prikkelend
werken'. Op hel gelaat van de bezoeker
vertoonde zich dan ook werkelijk een mis-
hoegd en enigszins spottend glimlachje,
toen hij terzjjde trad om de vrouw des
huizes '!e laten passeren. Zij ging naar he:
kleine terras, dat aan dè noordzijde was
gelegen. Voor een groepje oleanders in
kuipen stonden enige eenvoudige rieten
stoelen. Oliva zette zich op een van are
krakende meubelstukken neer en wees
naar een andere achter het oude tuinta-
feltje.
Ga zitten, Virgilius. Zjj monsterde
Hij lachte hartelijk.
Het is vermakelijk, zoals jij in je
beschouwingen en uitdrukkingen bent
blijven stilstaan waai- je leermeesters je
hebben verlaten.... Doch daardoor ont
gaat je toch een massa, beste Oliva....
daardoor mis je vee
Tot een jongedame van stand zon
der twijfel.
Nu lachte Pretorius haar vierkant in
het gezicht uit.
Goeie hemel, Oliva. wanneer iemand
zo regelrecht uit de wereld bij je binnen
valt, dan maak je neem mé niet kwa
lijk, dat ik 't zeg - beslist een komische
indruk. Een jonge dame van stand! Wat
stel je je in 's hemelsnaam daarvan voor?
Zou je dochter hier tussen die verdroogde
miss en die corpulente madame hebben
moeten verzuren? Frans en Engels brab
belen en voor 't overige huishoud- en land-
boiiwkundige cursussen volgen onder jouw
leiding, nawaar?
Mevrouw von Belamy, stond op en wierp
- Wat zou 'ik missen, als ik geen ge-baar hoofd beledigd in de nek.
brink mank van die moderne onzin, wan- - Neem me met kwalijk, dat 'k m-
neer ik het eerbiedwaardige, dat ik van j terugtrek. .Te manier om met een dame;
mijn voorouders heb geërfd, in ere houd? te spreken is er in Wenen niet beschaaf-
Scherp en enigszins bitter klonk het. Hij j der op geworden,
werd ernstig. Van het hoofd tot_de voeten j Qok Pretorius was opgestaan. Het
- c* „HU1, ^totTan^1wortel'wTbiïï I s^ecn of hij op 't punt stond een heftig
het uiterlijk van de man tegenover haar da* haar bloosde afwendde haar hbofd ?"!w,?nrd te «ven, doch hu bedacht zich
en wederom fronste zij het voorhoofd! sloei haar ogen neer. Weer ging I Hl' l'ep op h^r toe en bood haar met
De manier waarop jij je kleedt is aen aljfg „°faaad. zoals enige mi-1 over -even galanterie zijn arm aan
binnen.
Koel, zelfs kil was het'daar en het rook
er duf. Ook in de overige vertrekken van
het grote, eeuwenoude gebouw, hing die
eigenaardige duffe lucht, niettegenstaan
de de zon dak en muren blakerde. Want
verder was het haar dan ook niet ver
gund haar zegenrijke stralen op het huis
te doen inwerken Voor alle vensters hin-
een de jaloezieën omlaag 6n door de re
ten viel juist licht genoeg naar binnen om
te voorkomen dat men zich m het half
duister stootte aan de weinige meubels,
dié langs de wanden gerangschikt nto
en herinnerden aan een weel dei u
vlogen tijden. Ongewoon en
ongezellig en beklemmend was h
Oliva von Belamv ademde diep en hui
verend. Na haar wandeling door de vel
den, waar zij volop van de frisse lucht
had genoten, deed de kelder-at mos leer
van het huis haar bijna stikken, ofschoon
de koelte haar niet onaangenaam aan
deed. Een ogenblik hield zij haar stap tn.
om haar ogen aan de duisternis te doen
Met zekere overdreven minzaamheid. omna g toep
die nauw aan hoogmoed verwant is. be-- «n j1 4nBde deur vastgreep, om
antwoordt mevrouw von Belamy de eer- "e hSnnen te eaan werd die
biedige groeten van de eenvoudige dorpe-d^h'unkam geopend
lingen
Hoe gaat het er mee. moeder Bar
bara? Hoe is het met je zieke zoon,
vrouw Schneider? Heb je goede berich
ten van je dochter uit de stad ontvangen?
Op die manier strooit Oliva Belamy als
het ware goedgunstigheid in het rond, ter
wijl zij zich, zonder ergens te blijven stil
staan. naar haar grote villa begeeft.
Kaarsrecht en met gelijkmatige passen
vervolgt zij haar weg. Zij is een grote
slanke vrouw van niet te schatten leef
tijd. Haar gelaat ls smal en ovaal; de
enigszins biiziende ogen knipperen nu en
dan tegen het schelle licht. Ondanks de
zomerhitte draagt zij een stijve zwarte
japon naar een reeds lang vergeten mo
de en een hoedje van onmogelijk oudei-
wets model, met hoge bol. is diep in haar
ogen getrokken Alleen haa» schoenan, of
schoon allesbehalve modern, lijk enigs
zins voor hun doel geschikt. Zij zijn van
grof zwart leder gemaakt en van dikke
zolen voorzien; echte schoenen zoals de
marien op het platteland dragen. De wij
ze waarop mevrouw von Belamy loopt,
bewijst, dat ze de hobbelige keien van de
straten en wegen niet vermijdt en even-
Van aangezicht tot aangezicht stond zij
plotseling terorover een man van rijzige
gestalte, die bijna de heie deuropening
v'de Mevrouw von Belamy was even ge
schrokken.
Waarom kom je niet door de voor
deur binnen? vroeg zij min of meer scherp
Goede morgen, antwoordde de bezoe
ker gemoedelijk en vervolgde dan heel
kalm: E„n goede manier om een gast
te ontvangen, vind je zelf niet?
Terwijl hij haar met een vrolijk, spot-
j lachje toeknikte, wendde zij haar blik van
I hem af.
Kom je niet binnen?
Neen. verklaarde hij op.besliste toon.
Neen ik heb geen zin om in de duffe kel
derlucht van dit huis te zitten. Jij hebt
rheumatiek genet-, voor de hele buurt...
Wat heeft dat nu met de koelte van
het huis te maken? 'Ieder veiDandig mens
zal toch zeker bij zo'n hitte de zonneblin
den sluiten! Zij sprak de woorden op één.
toonhoogte ui:.' het klonk als de val van
regendruppel een zinken dak. Op Tem
perament vc'.i enigszins zenuwachtg'
mensen kon ,.o'n eentonige, afgemetgn ma-
v©or iemand van jouw standing tamelijk
tamelijk
Het voorwerp van haar critiëk lachte
onbezorgd en nam o? de hem aangeboden
stoei plaats.
Bevalt mijn kleding jé niet? Nu, dat
is- niets, nieuws., maar om dat weer te
moeten horen, ben Ik niet direct na mijn
reis hierheen gekomen.
Virgüius Pretorius, wiens landgoed aan
■dat van mevrouw Belamy grensde, was
afgevaardigde voor zijn district. Deze
functie noodzaakte hem. dikwijls naar
Wenen te reizen Zij kenden elkagr reeds
van kindsbeen af. doch terwijl de mart in
de conversatie eenvoudig en gemakkelijk
bi ief. was de stijve ongenaakbaarheid van
Oliva steeds vermengd met stekelige vit
terij. Zij leek daardoor ouder dan zij in
werkelijkheid was. terwijl hij, die meer
dan tien jaar ouder was dan zij. steeds
fris en opgewekt bleef. Van haar bele
digende manier van doen scheen hij zich
niets aan te trekken.
Virgilius Pretorius was een prettige en
niet alledaagse verschijning. Bij alle
eenvoud, getuigden zijn woorden en uit
drukkingen van levenskennis en fijne be
schaving: hij sloeg echter steeds de spij
ker op de kop. Op de zonnige zomermor
gen droeg hij, behalve zijn wit flanellen
pantalon, slechts een dun zijden over
hemd, waarvan de omgeslagen kraag de
ki-achtige hals vrij liet. Zijn donkerblond
haar vertoonde bij nauwkeurige beschou
wing reeds enige zilverwitte draadjes, het
geen echter niets aan zijn jeugdige voor
komen afdeed.
Mevrouw von Belamy had haar voorwe
reldlijke hoed niet afgezet. Op haar huig
voorhoofd parelden kleine zweetdruppel
tjes en men kon zien. dat zij ondfJ
lastige hoofdbedekking haar weelderig
haar glad naar achteren gekamd droeg.
Tegen he.t achterhoofd lagen de twee zwa
re vlechten in èen stijve wrong.
Zij kon met succes voor de moeder van
haar jeugdyriend doorgaan.
Direct na je reis? vroeg zij met ge
fronst voorhoofd.
Ja, dat is te zeggen, ik heb mij even
vlug verkleed, want ik zat dik onder het
stof. dat begrijp je.
Dus ben je. weer met d .t idiote race-
wagentje helemaal naar Wenen geweest
en niet per spoor, zoals andere mensen
doen?
nuten te voren, toen zij door het autoge
toeter op zijn komst werd opmerkzaam
gemaakt.
Wat ie ontgaat, Oliva? Het hele le-
optgaat je. Voel je dan niet dat je
Sta me toe. dat ik met ie mee ga
dat wil zeggen, als ik je aan tafel mag
geleiden, want ik moet bekennen, dat ik
hierheen kwam in de hoop. dat je mij te
dineren zoudt vragen Ik ben een man
Veidtfvoel van dp vooruitgang maar je oude keu
een leven op je eigen bowtj® EIMV [ML,! I kenprinses. Resi, kan gerust blijven, zo-
.1 alc -yt-i T ooVion/l Iroolr ViH or> hoar1
je niet. dat je je eigen
en niet dgt van je voorouden D:at ^e ie
aan je eigen tijd moet aanpassen. Dat je
anders als 'n spook uit v,erv1"" jden
door de wereld moet rondwalen.
Je bent in een alleraangenaamste
stemming uit Wenen gekomen. Het was
vinnig bedoeld, doch haar ^™klonk on
vast en dreigde over te slaan.
Pretorius antwoordde niet dadalp
stak z'n hand in de borstzak van
hemd, haalde een platte gouder koker te
voorschijn, nam er een sigaret uit en staK
?e_aa!?e permitteert toch? mompelde hij
onder het aansteken.
Roken, voor het etendat is on
gezond zei ORva werktmaeliik zoals
mensen doen. die er een van
maken hun omaevina te bedillen.
.Te vraagt niet eens hoe bet met Bel
la gaat. zei hij kalm. alsof hij haar op
merking niet gehoord had- Nu sloeg zij
haar ogen on en monsterde de man
genover haar met vlugge bl k^
Wanneer komt Bella thuis.
Waarschijnlijk helemaal p'et h„-
heeft "een varantie zie je. antwoordde _mj.
maa- een trek van misnoegen nverscoa-
duwde ziin sympathiek gelaat.
Geen vacantie? Alweer niet? Met
Kerstmis heeft ze het niet aehad
Pasen ook niet - wat moet dat beteke
nen? informeerde mevrouw von B
mee»- afkeurend dan verrast of teleurg
steld
Dat betekent, dat zij moet werken
om iets te kunnen bereiken.
Vergeet met, dat ik er tegen was
Bella naar Wenen te sturen. Waarom is
het nodi° dat zii studeert. Ik heb ook niet
gestudeerd
En je moeder en je grootmoeder
ook niet. vulde Pretorius knikkend aan.
Dat weet ik. Maar zie 1e, de tijden
veranderen, zelfs al zou ilj hei niet wil
len En buitendien wat had Bella met
frisse ipncd te dit nenzame gat moe
ten beginnen? Je zondt haar naar je el-
gen model opgevoed hebben.
als zii is. Lachend keek hij op haar neer.
Iedereen weet het geen vrouw, of ze
vooruitstrevend, of het tegenovergestelde
is kan een compliment over haar keu
ken weerstaan. Zij gaf hem dan ook een
genadig knikie en maakte aanstalten om
aan zijn wens tegemoet te komen. Ik zal
even naar binnen gaan om mijn hoed af
te zetten daarna zullen wij aan tafel gaan
En misschien zou het. met het oog
op deze hondsdagentemperatuur PraT^
tisch zijn. als je een dunne japon aantrok.
Met uitgesproken weerzin keek hu naar
haar ouderwetse wollige jurk. Onmiddel
lijk was ze weer gepikeerd.
Hoe kom je er bij. Virgilius? Denk je
soms iat ik me zes maal per dag verkleed
zoals die bespottelijke filmsterren? Men
moet niet aan die malligheden toegeven
Over een paai uur zou ik dan weer iets
anjers moeten aandoen om de avondkoel
teJij houdt er absurde ideeën op na.
Pretorius lachte gemoedelijk
Ik geef me gewonnen; zoals gewoon
lijk heb je weer gelijk want het valt
niet tegen te spreken, dat de zon over een
paar uur niet meer zal branden.
Dus.besloot zij met voldoening.
Dan knikte zij hem afgemeten toe en ging
het huis binnen.
Op het landgoed heerste doorlopend een
vrouwenregering, placht men in de omge
ving te zeggen. Sedert vele geslachten
waren het steeds h welljken van korte
duur geweest. Jonge weduwen met een
enige dochter. Jonge weduwen, die ge
heel in hun plichten opgingen en 'n twee
de huwelijk nooit in overweging namen.
Het was een feit, dat ook Oliva's kinder
jaren onder de tucht van een grootmoeder
en moeder stonden, die haar beiden, on
danks zwakjes tegenstribbelen, onverbid
delijk hadden gedwongen, op een leeftijd
van achttien iaar met de edelman Albin
von Belamy in 't huwelijk te treden Deze
huwelijkscanri-idaat telde vier en vi.iftig
inar en liaci z'n leven niel al te goed be
steed. Oil huwe'iik dn'irde ine korte» inn
de familiekroniek als regel vermeldde.
Reeds na ruim zes maanden was er een
derde weduwe in het okergele herenhuis.
Een weduwe van nog geen ..egentten jaar,
die ongeveer vier maanden na het over
lijden van haar echtgenoot het leven
schonk aan een meisje alweer een meis-
jel
Hoe Oliva over die korte huwelijksver
bintenis dacht, heeft nooit iemand verno
men. Doch zij paste zich verwonderlijk
vlug bij haar nieuwe omstandigheden aan.
Spoedig daarna had haar grootmoeder het
tijdelijke met 't eeuwige verwisseld, waar
door Oliva enigszins opklom in rang. Het
werd haar nu in enkele gevallen veroor
loofd, een zelfstandige mening te uiten,
doch die gelegenheden deden zich zeer
sporadisch voor. Evenals vroeger werd
haar tijd strenE ingedeeld, maar zij maak
te toch promotie: zieken en armen verple
ging, tot nu toe de bezigheid van haar
moeder, werden nu haar taak. Wat de op
voeding van de kleine Arabella betrett.
alle vermaningen en aanmerkingen over
heteeen een longe dame met paste, ont
ving de kleine, levenslustige Arabella van
twee kanten tegelijk: van mama en groot
mama op zekere dag verstomde ook voor
altijd de stem van de laatste en werd Ol -
va alleenheerseres over de villa en de
landerijen.
Toen Oliva nog een heel klein meisje
was, dat haar moedertaal nog niet geheel
machtig was, kwamen er twee buitenland
se gouvernantes in huis miss Tory, een
Engelse en madame Duval een Franga se
En aangezien de gebeurtenissen, zo ais
reeds vermeld, elkaar onverwacht snei
opvolgden en hun leerlinge zo jong trouw
de en moeder werd, bleven beide S0UVt,L
nantes als gezelschapsdames op de vi
wonen.
Met een gestrenheid, die geen
spraak duldde, werd aan de regel vast-W"
houden, dat gedurende de ene week Fr
en ged »-ende de andere Engels de co
satietaal in huis was.
Toen grootmama nog leefde had„fvrm!L
keliiks een whistavondje, waartoe -
nuit de
de oude dames en heren uit deOmtrcK
werden uitgenodigd. Op deze ka het
ies sprak men klassiek Latijn. D
heroïsch verleden in de eeuwenoude
Mevrouw von Belamy en h8taPeeaSgezel-
ten zich aan tafel, waar de twee. ge
schapsdames haar Plaats ree gezelschap
genomen en op het ho»
Wachtten. van
Pretorius maakte er geen J'a"'
dat hij een gezonde eetlust had^en nge-
zien het tof de gewoonten van het huis
behoorde, dat onder het consumeren van
de soep niet werd gesproken, hadden de
disgenoten zich vergenoegd met knikjes
om elkaar te begroeten.
Vandaag was Engels aan de beurt. Me
vrouw gaf het teken dat de conversatie
kon beginnen:
Och, missy dear, wat ik zeggen wil.
Maar zij' vergat nooit, met neerbuigende
beminnelijkheid ook madame in het ge
sprek te betrekken Pretorius genoot hei
melijk van het welbekende, doch nog
steeds onderhoudende schouwspel: hoe
Oliva onverstoord en zonder een enkele
maai uit haar rol te vallen de ceremoniële
toon bewaarde.
De oude huisknecht Grol] liep bedrijvig
om de tafel, terwijl hij zich telkens met
de schotels vergiste, omdat hij aan chrn-
nische vc*' leed De vrouw des
huizes vermaande hem met een soort be
rusting in haar stem, want ten opzichte
van zijn aangeboren vergeetachtigheid,
had zij alle hoop op genezing laten varen.
Pretorius was een man van de daad.
Dat bewees hij ook bij het eten. Drie-
maai liet hij de schotel brengen, dan eerst
nam hij van de wereld om zich heen no
titie: „Die patrijzen zijn voortreffelijk,
Oliva!"
Deze eenvoudige bewering had een al
lerzonderlingste uitwerking. Oliva liet zich
achterover in haar stoel zinken en lach
te. Zij lachte zo hartelijk, zo onbedaar
lijk, als niemand ooit van haar had ge
hoord. Pretorius staarde haar verbluft
aan. Wat was zij plotseling veranderd!
Haar slanke gestalte, die zij anders zo
kaarsrecht wist te houden, wiegde ^lch
als een wiigentak in de zomerwind. Haar
half geopende lippen toonden twee rijen
hagelwitte tanden en over het vaalbleke
gelaat trok nu een zachte blos. Haar zil
veren lachsalvo's schalden als ongeken
de klanken door de stemmige halldonk-e
re eetkamer, waarvan de wanden mis
schien voor 't eerst zulk een vrolijk ge
luid weerkaatsten. Ook de twee oude gou
vernantes keken met blikken van onver
holen verbazing naar de vrouw des hui
les Wanneer had zij voor 't laatst ge
lachen? Men kon het zich absoluut niet
herinneren. Lachen werkt aanstekelijk.
In 't begin schudde Pretorius nietbegrij-
pend het hoofd, dan echter lachte hij
met het gezelschap mee.
Overal kon,t een eind aan; ook aan
lachen, zelfs al wordt het onbedaarlijk
genoemd. Oliva droogde met haar zak
doek haar ogen af.
Neem mij niet kwalijk, wendde zij
zich tot Pretorius, maar het was ook zo
kostelijk komisch!
Waarmee heb ik dan in 's hemels
naar je lachlust zo opgewekt? informeer
de hij. Hij begreep van het hele geval
niets. Wat' zag ze er toch jong uit; ja
dat viel hem nu bijzonder op en onwille
keurig moest hij er aan denken, hoe lang
het reeds geleden was, dat hij met Oli
va in de tuin ravotte, haar nazette om
haar lange, zwarte vlechten machtig te
worden. Toen lachte zij ook zo als nu,
zo kinderlijk blij overmoedig.Hoe lang
was dat geleden? Niet zo heel lang
Waarmee? en zij proestte weer
krampachtig. Omdat jij, de koning van de
jagers, gewone jonge duiven voor patrij
zen hebt gegeten! Wederom dreigd er
een lachbui los t.e breken, doch zij be
dwong zich en haar gezicht nam weer
de gewone strakke uitdrukking aan.
Neem mij niet kwalijk, ik weet niet
wat me is overkomen. Maar het gebeurt
ook zo uiterst zelden, dat je je blameert,
zie je. Men voelt zich bi' jou vergeleken
altijd zo onwetend en mi heb i kje met
zulke primitieve mdidelen verschalkt.,
met een beetje roden wijn en een paar
jeneverbessen.
Pretorius schudde z'n hoofd. Hij her
kende z'n oude vriendin niet. Zij lachte
en schertste het einde van de wereld
was nabij dat stond vast!
Indien hij van deze goede luim eens
partij trok en haar het geheim openbaar
de, dat hem zo drukte? Niet alleen hem,
maar ook haar dochter Arabella, wier
voogd hij was. Zou hij het. wagen? Eens
zou het toch moeten gebeuren....
Inmiddels was het souper afgelopen en
gaf mevrouw, nu weer stijf-deftig, het
teken tot opstaan.
iWurdt vervolgd!