Er luidde klagend een klok in Stavenisse Uitbreiding verstrekkingen aan ver plichte ziekenfondsverzekerden Mama wordt opgevoed Seizoen in Bergen aan Zee Aan de dijken geen paniek docli vastberadenheid Jan Ba fa eigenaar van Bat'a wereldconcern Inbreken „hoofd beroep" Ook Spierpijn I Ziekenhuis, sanatorium, brillen, hoor- toestellen en specialistische hulp Binnenkort van kracht Verloofde en vriendin bedrog en \RIJDAG 24 DECEMBER 1954 PAGINA 4 ige (Van een verslaggever) STAVENISSE, middernacht Er luidde een klok in Stavenisse. Het geluid kroop klagend en in vlagen over de bedreigde po der waarin, verloren, nog slechts een enkel lichtje gloeide. Er woedde op Tholen toen nog altijd een orkaan. De storm kwam guur en ■verra derlijk en niet een mateloze woede uit de Oosterschelde, doch als er, een enkele maal, tussen twee luid loeiende rukwinden in, een holle, kille stilte viel over het schier-eilaftd, dan hoorde men het klagend geluid van de klok van Stavenisse tot helemaal in Sint Maartensdijk. Er stond, in Sint Maartensdijk, een giftig gonzende benzinelanrtp naast het gat dat aan de Oostvest, de stormvloed daar vanmiddag in de magere dijk gevreten had. Het Café „Handel en Scheepvaart" dat verleden jaar in één afgrijselijke vloedgolf was weggespoeld, had het gulzig sissende modderwater alweer tot in de gloednieuwe gelagkamer gekregen, en geen mens kon zeggen of de dijk het vannacht wel houden zou doch toen men in Sint Maartensdijk vanavond om acht uur de klok van Stavenisse klagen hoorde, viel er één eindeloze seconde lang aan de Oostvest geen enkel woord. Het was alsof men in die stilte opeens tastbaar de lugubere dreiging voelde van de naderende nacht. Twintig zwijgende schimmen rond een benzinelamp in een smalle, tegen de komende vloed gebarricadeerde straat. Een leeggehaalde winkel met alleen nog maar een dwaas in de leegte slingerende kerstversiering in de etalage. Het donkere, gulzig tegen de kade opwiegende water m het kleine binnenhaventje. En dan een oude, verweerde stem die alleen maar zei: „ze luien de klok, ginds in Stavenisse .Men moest naar Stavenisse nog zeven kilometers rijden. Het land leek daar ïood verzwolgen opnieuw door de zee. Op de smalle dijkweg was men alleen met de storm. Men zag, dat er meer naar het Westen, boven Schouwen-Duiveland nu een onweer hing. Zandzakken en een gebed A'dams gerechtshof van oordeel: Jaarinkomen f 75.000 Koppig vertrouwen De weg naar veiligheid Op korte termijn kan de afkondi ging worden verwacht van enige beschikkingen van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid betreffende uitbreiding van ver strekkingen der verplichte zieken fondsverzekering. Ziekenhuisver pleging Klinisch■specialistische hulp Sanatoriumverpleging Brilleglazcn II oor toestellen Duizenden kwamen reeds naar de gestrande Katingozien Kerstattractie Met het oog op Uw ogen LEVERANCIER VAN ALLE 7.1 EKENFONDSEN Daar lichtte fel zo nu en dan de hori zon op, doch toen men in Stavenisse kwam, stond daar de hemel vol met ster ren. Er hing een sfeer van droeve, dof fe gelatenheid in de donkere dorpsstraat, en men dacht, dat het er vroeger op de avond ginds in Sint Maartensdijk of ver der nog naar het Noorden, in Halsteren Fiinaart, Dinteloord en Willemstad wel dreigender had uitgezien. Toen kwam er een man uit de gemeentesecretarie. Zijn laarzen maakten slissende geluiden in het jle nlcl- laagje modder dat de vloed vanmiddag jyien kon nog vluchten, Vrijdagavond daar' achtergelaten had. Het geluid var )a^ jn stavenisse. Er loopt door de lage de koperen bel, waarmee hij driftig zwaai I )0lder tussen Tholen en de veiligheid van de, versplinterde de sfeer. „D'r word bekend gemaakt", schreeuwde de man sloeg ruw en schuimend tegen de zee dijk en de dijk werd op enkele plaatsen „ernstig" beschadigd. Er ging geen zucht van verlichting door Stavenisse toen later op de middag het water langzaam zakte. Men ként daar zijn zee, men kent ook zijn dijk. „De dijk staat wankel", zeiden ze in de gemeen tesecretarie; in de rampnacht had men destijds hetzelfde gezegd: Stavenisse wist wat komen ging, doch Stavenisse vlucnt- vijand. Vannacht om vier pas, als de vloed opnieuw een hoogtepunt bereikt heeft en als de twee honderd militairen om wier assistentie de burgemeester Don derdagavond Iaat dringend gevraagd heeft, gearriveerd zullen zijn dan pas zal men weten of de dijk en de mensen die hem verdedigden ditmaal sterker ble ken. „Wat ik vergeten heb", zei tijdens een kleine rustpoos, een nog jonge man aan de dijk terwijl hij op zijn schop leun de, „wat ik vergeten heb, is: wat shag in te slaan. Verleden jaar zat ik zonder wat te roken op mijn zol der. Ik had een tabakswinkel aan de over kant, daar dreef de shag ae ramen uit, maar Je kon er niet bij komen „Ik zou maar niet lang in Stavenisse blijven", had bij de brug in Tholen de man van het tankstation de vreemdeling geraden, „verleden jaar, de avond voor de ramp, was d'r een Hollander die naar Stavenisse wilde. In Halsteren, ginds, had den ze hem voor Stavenisse gewaar schuwd, maar hij liet zich niet raden. Hij kwam nooit weerom en zijn wagen ver kochten ze later als oud roest voor de sloop". Doch als men eenmaal aan de dijk in Stavenisse staat, zich schrap zet tend tegen de storm, komt men moeilijk nog weg. Er is daar een klein en verge ten dorp, ergens aan de uiterste rand van een schiereiland, dat in deze storm nacht opnieuw voor zijn leven vechten moet. Er is daar 'n klein brokje Neder land dat vandaag nog geen andere scha de dan een omgewaaide schoorsteen en wat vergruizelde dakpannen registreert, doch dat vannacht nog - in déze nacht - opnieuw rampgebied kan zijn, machteloos tegen het van alle zijden aanstormde, gul zig naar puin en slachtoffers zoekende water. Dat weet men in Stavenisse. Doch er is geen paniek en aan vluchten denkt men niet, en men aarzelde nog voor men Donderdagavond laat de hulp van de mi litairen inriep: „misschien zitten ze el ders nog dringender om hulp verlegen".. De dijk staat wankel, zegt men in Sta- venisse. En déze dijk verdedigt men. Zon der morren, zonder zelfbeklag. „Alleen de hemel weet", zei de man die vroeger in de avond de bel geluid had teneinde nog vijf-en-twintig mannen voor het dijk- leger te rekwireren' „alleen de hemel weet, of we dit jaar een natte Kerst gaan krijgen". Er werd, vanavond in Stave nisse, niet alleen maar aan de dijk ge werkt. Er werd - men kon dat beluisteren achter de kwasi-luchtig uitgesproken woorden van de man -, in Stavenisse vanavond ook wel stil gebeden.. men er met vreugde een aantal vrijwil ligers uit Chaam en Oosterhout had be groet, wachtte men ook in Willemstad niet zonder spanning op de aankomst van een groep commandotroepen die ter assistentie naar de bedreigde polder op weg was. Ook in Dinteloord, waar de Carolinapolder met verdrinking bedreigd werd, versterkte men de dijk met zakken zand en zeilen. Donderdagmiddag tegen half vier, toen de vloed daar zijn hoog tepunt bereikte, sloeg het water over de dijk, en ook in Dinteloord kon men Don derdagavond laat bij benadering niet zeg gen of de dijk Vrijdagochtend om vier uur vrijwel overal in de Zeeuwse wa teren het critieke moment! de kracht van de storm opnieuw zou kunnen ke ren. Intussen hield de storm ook toen nog alle Zeeuwse eilanden gevangen in hun isolement. In de loop van Donder dagmiddag staakten ook de veerdiensten die men tot dan toe nog in bedrijf gehouden had en op Sint Philipsland vond men voor de aanlegsteigei van het veer naar Bruinisse een lange rij verla ten automobielen, welker inzittenden zich vroeger op de dag met een klein bootje dat toen nog de overtocht over het ruwe water riskeerde, naar Schouwen-Duive land hadden laten overzetten. Daar liad men de vloed van Don derdagmiddag zonder dijkbreuken doorstaan. Slechts aan het „Stelletje' te Zierikzee, waar het water Don derdagmiddag een haJve meter tegen de vloedplaten opklom, had de dijk enige schade geleden. Niettemin sleurde men in de lager gelegen ge deelten van de stad, evenals in Brui nisse, Nieuwerkerk en Ouwerkerk. zo mateloos zwaar getroffen tijdens de Februari-ramp, bij wijze van voorzorg liet meubilair naar de bo venverdieping der lage huizen. En wachtte men gespannen doch vastberaden op de nacht die komen moest Het Amsterdamse gerechtshof heeft gis teren in zijn uitvoerig arrest uitgespro ken, dat Jan Bat'a zich terecht de eige naar van het wereld-omvattende Bat'a- schoenenconcern beschouwt en derhalve ook eigenaar is van de betwiste aandelen van het Bata-schoenenbedrijf in Best Het hof oordeelde dat het gelijkluidende von nis van de Amsterdamse rechtbank te recht gewezen is en dat de stukken, waarmee de Tsjechische schoenerunag- magnaat Tomas Bat'a Sr het concern na zijn dood aan zijn halfbroer Jan over deed. volledig rechtsgeldigheid bezitten. De zoon, Tomas Jr, heeft overal ter we reld zijn halfoom Jan Bat'a doen dag vaarden, omdat hij van mening is, dat de stukken niet rechtsgeldig zijn. Alle ge rechtelijke uitspraken in het buitenland vielen tot dusver in het nadeel van Jan Ba'a uit. Alleen 't Amsterdams gerechts hof waarvoor de zaak over het eigen domsrecht van het Nederlandse schoenen- bedrijf te Best en de winkels in Neder land heeft gediend, is van mening dat Jan rechtsgeldig eigenaar is. De Hilversumse recherche blijkt met de arrestatie van de 36-jarige vertegenwoor diger. die er in zijn eigen auto op uittrok om in te breken, een goede vangst te heb ben gedaan. De man heeft inmiddels be kend. dat hij in veertien verschillende gemeenten in een jaar tijds aan het roven is gefeest. Hij was steeds uitsluitend op geld uit en wist op deze wijze een bedrag bijeen te stelen dat hij op 75.000 gulden schat. Er is overigens niet veel meer van over: hij heeft zich een auto en diverse luxueuze artikelen gekocht en leefde een prettig leventje. Zijn baan als vertegen woordiger hield hij als dekmantel aan. Hij was destijds tot inbreken gekomen, omdat hij met werken naar zijn smaak niet genoeg verdiende en „inbreken was zijn hobby". Later werd het zijn hoofdbe roep. „dat vijf en twintig man met laarzen en schoppen zich nu direct bij Nortier moe ten melden!' 'Er meldden zich vier man Met schoppen en met laarzen. Door het smalle steegje naast de gemeentesecre tarie gingen zij naar de dijk De rest van Stavenisse was daar ai. Sedert vele uren. En of men de dijk zou kunnen hou den, wist men niet. Zo keerde men, na bijna twee jaren, terug in Stavenisse.. Men was er destijds gekomen met een mosselvisser uit Ierseke. In een storm nacht als deze en met een lading ruw getimmerde doodkisten, omdat ze in Sta venisse geen doodkisten meer hadden. Dat was twee etmalen na de ramp, toen dijken en huizen en mensen en landerijen verdronken waren en men in Stavenisse niet eens meer om zandzakken, doch al leen maar om doodkisten en om red ding vroeg. „Neen", had men de vreem deling toen gezegd, „er is geen paniek geweest in Stavenisse, zelfs niet toen de dijk tenslotte brak"; en er moest na bij na twee jaren opnieuw een storm teiste rend en gierend over onze kusten gaan alvorens gij. vreemdeling, ontdekt waar om er in plaatsen als Stavenisse, van drie zijden bedreigd door de zee, zelfs in dodelijk angstige en critieke ogenblik ken als deze geen paniek ontstaat. Stavenisse stond aan de dijk. Stavenis se stond daar al uren. De vloed van Donderdagmiddag bereikte daar een hoog te van 3,80 M. boven N.A.P.; het water JOi-uer lussen i uwcu Halsteren een kaarsrechte weg Verleden aar verdronk die weg mét de Auveigne- polder in een wild kolkende zee, waarip slechts de cadavers der verdronken die ren bolle, afzichtelijke drijvende eiland jes vormden. De verdronken tweg besliste over het lot van vele tientallen mensen op Tho len en vannacht om vier kan de dijk van de Auvergne-polder opnieuw in stuk ken slaan en opnieuw zou Tholen dan een klein en aan de golven prijs gege ven eiland zijn.... en er ligt, van de Fe- bruan-ramp. nog genoeg puin in plaats jes als Stavenisse om ook de vreemdeling met één oogopslag te laten zien wat dat precies betekent. Doch evacueren doet men niet. „De mannen aan de dijken", heeft burgemees ter Verburg vanmiddag gezegd, „en ae meubels op de bovenverdieping. Dat is al. De mannen ztjn naar de dv)k gegaan, met laarzen en met schoppen. Z« wer ken daar nu al vele uren. De dijk die wankel staat, wordt versterkt Weeste nen, met zandzakken en met zeildoek. Er wordt niet veel gesproken aan de dijk Men werkt er met een stille, koppige v®s4" beradenheid: drie honderd kleine, gebo gen schimmen, strijdend tegen een oude A'lverteniiei en rheumatlsche pijnen i wrijft U weg met Zo was dat Donderdag tegen midder nacht in Stavenisse. Men kwam er aan het slot van een tocht langs tal van bedreigde punten in Zeeland en West-Brabant, en de sfeer was nergens anders. De donkere dreiging van de naderende nacht, doch ook: het koppi ge granietharde vertrouwen van hen die in deze nacht onze dijken bewaakten. Noordelijk van de Moerdiikbrug had men de eerste stoottroepen van ons dijk- leger aangetroffen. In Willemsoord stond daar het water al in de huizen, en hoog aan de dijk, aan de rand van de grote verkeersweg naar Breda, dichtte men bij ,'t licht der lantaarns en ten prooi aan de mateloze woede van de storm een groot gat dat de vloed daar Donderdag middag geslagen had. In Moerdijk, waar de toestand toen nog altijd critlek was reed men langs een rij veriaten huizen tnet gesloten luiken wachtend op de nachtelijke vloed. In de richting van La ge Zwaiuwe ploegde men moeizaam door de modder en zag men hoe, in de hui zen de mensen nog steeds bezig waren, hun huisraad naar hoger gelegen regio nen te evacueren. In Willemstad pas bespeurde men enige sporen van nervositeit. Daar vrees de men voor de dijken van de polder Kuigcnhil: vooral de dijk ten Westen van het dorp was Donderdagmiddag vrij ern stig beschadigd. De bevolking van de polder werd Donderdagochtend reeds ge ëvacueerd en driehonderd mannen ston den daar nu al sedert vanmorgen om acht uur aan de dijk. De wind stuwde het water nog altijd op ih het Hollands Diep (Vrijdagavond om elf uur mat mén in Willemstad '1.77 meter boven N.A.P., terwijl de normale waterstand rond dat uur daar 90 cm... beneden N.A.P. bedraagt!), en hoewel De duur der ziekenhuisverpleging wordt van ten hoogste 42 op ten hoogste <0 dagen per geval gebracht. Het l'gt in de bedoeling dat deze bepaling, zo enigszins mogelijk, met ingang van 1 Januari a.s. in werking zal treden. Voor de verzekerden, die op deze datum reeds in een ziekenhuis zijn opgenomen, doch nog geen 42 dagen verpleging en be handeling voor rekening van hun fonds hebben genoten, betekent dit dat hun aanspraken na verloop van 42 dagen nog gedurende vier weken doorlopen. De verzekerden, die op l Januari voor een bepaald geval reeds 42 dagen zieken huisverpleging hebben genoten en op deze datum nog tn het ziekenhuis verblijf houden, zullen met ingang van die dag alsnog gedurende ten hoogste vier weken aanspraken jegens bun fonds kunnen doen gelden. Erkend wordt een recht van verplicht- verzekerden op klinisch-specialistische hulp na het verstreken van de termbn van 7ft dacen, althans voor zover de verzeker de nog op grond van een medische indicatie in het ziekenhuis verblijf houdt. Een uitzondering wordt echter gemaakt voor psychiatrische patiënten aangezien de minister zich op het standprnt stelt, dat de erkenning van dit recht bij deze soort van patiënten tot niet te overziene consequenties zou leiden. In de beschikking sanatoriumverpleging blijft de vergoeding gehandhaafd op 75 procent van de kosten, doch het ts de bedoeling, dat het maximum van I 6 per dag met ingang van 1 Januari a.s komt te vervallen. In de beschikking wordt tevens voor verzekerden, die tijdens bun verblijf in het sanatorium eer operatie moeten ondergaan, het recht op volledige vergoeding van de kosten daarvan erkend. Het recht op volledige vergoeding van de kosten van longopera ties heeft de Ziekenfondsraad het vorige jaar reeds erkend. Toen is echter geen melding ge maakt van operaties wegens andere tuberculeuze aandoeningen en evenmin van operaties van geheel andere aard die incidenteel wel eens in een sanatorium worden verricht. Om alle twijfel uit te sluiten, wordt in de beschikking thans een bepaling opgenomen, die deze kwestie in een voor verzekerden gunstige zin beslist. In de beschikking kunst- en hulpmid delen wordt een recht op een vergoeding voor brilleglazen opgenomen. De ver goedingen zijn vastgesteld op een bedrag van 75 pet van de minimum-verkoop prijzen voor ronde en z.g. oanto-glazen. die in 1952 door de Federatie van Neder landse opticiens-organisaties zijn vast gesteld Aangenomen, dat de beschikking, op 1 Januari a.s. in werking treedt, kan de vergoeding worden toegekend voor alle brilleglazen, die na deze datum worden aangeschaft, ook al is het recept vóór 1 Januari afgegeven. Vergoeding voor brilmonturen wordt alleen verleend ten behoeve van kinderen. Voor kinderen tot en met II iaar bedraagt zij ten hoogste f 6: voor kinderen van 12 tot 16 iaar ten hoogste f 9: de ver goeding kan worden verleend voor alle monturen, die na 1 Januari worden aan geschaft. onverschillig of het recept vóór die datum is afgegeven. Tenslotte wordt een vergoeding inge voerd voor de kosten van een hoortoestel. Deze verstrekking geldt echter, evenals bij brilmonturen, alleen voor kinderen tot 16 jaar. De vergoeding bedraagt 75 pet van de aansehaffingskosten met een maximum van f 250. Voor een t\ eede of verdere verstrekking moet een termijn van 4 jaar in acht worden genomen. In verband met deze uitbreiding voor de verplichte verzekering is het van be lang. dat de fondsen zich beraden over de vraag welke maatregelen met betrekking tot de vrijwillige en de aanvullende ver zekering moeten worden genomen. Het spreekt vanzelf, dat het (aldus de voorzitter van Ziekenfondsraad in een aan de algemene ziekenfondsen gericht rondschrijven, waarin hij van het boven staande mededeling doet) uitermate wenselijk zou zijn. dat de vrijwillige ver zekering zich voor de omvang der ver strekkingen seheel zou aansluiten bij die van de verplichte, BERGEN AAN ZEE, 23 December. (Van een verslaggever) De Bergenaren en de bewoners van de omgeving van Bergen aan Zee hebben onverwacht een Kerst-attractie gekregen, die voor een bepaalde groep mensen ech ter minder aangenaam is. Over attractie gesproken, zelfs van ver weg waren vandaag vreemdelingen komen kijken naar het Panamese schip „Ka tingo", dat, zoals wij reeds hebben bericht, vlak voor het strand van de zo gewaar deerde Noordzee-badplaats op een bank is vastgelopen. Er reden uit Alkmaar extra-bussen, voor een groot deel bezet door jongelui, die hun eerste vacantiedag besteedden met een bezoek te brengen aan de zo bijzondere bezienswaardigheid. Ook het autoverkeer naar Bergen aan Zee is op de winterse dag zelden zo druk geweest- Men behoefde ook niet ver te lopen om het gestrande schip te zien en alleen slechts wat zand in de ogen voor lief te nemen; want met een razende kracht kwam de wind uit zee, een donderend ge raas, met accompagnement van hagel- gekletter. Zodra men de weg was afgelopen, doemde het gevaarte op, dat zich aan de woeste zee wilde ontworstelen. Telkens verwachtte men, dat de „Katingo" zichzelf zou bevrijden. De toeschouwers sloegen dit met toe nemende spanning gade, doch menigeen sloeg de schrik om het hart, als hjj het hoge zwarte schip gevaarlijk naar de zee kant zag overhellen. „Maar loskomen doet-ie niet", vertelde de duinwacht ons, die het thans overspoelde strand, waar de Panamees zich ingewroet heeft, veel te goed kent. „Het duurt op zijn minst twee maan den", meende hij, maar anderen verzeker den ons, dat er wel een half jaar mee gemoeid kan zijn. De Noord- en Zuidhollandse Redding maatschappij heeft de uit 32 koppen be staande bemanning aangeboden haar van boord te halen, doch zij verkoos te blijven. Nu en dan zag men een der mannen in oliejas en de zuidwester op aan dek ver schijnen. Gisteravond kon men nog met droge voeten tot dicht bij het schip komen. Naar schatting moet de „Katingo" wel vijf me ter verschoven zijn. Maar nogmaals, de beweging is niet sterk genoeg volgens des kundigen, om vrij te komen. Alleen vreest men heel erg, dat het schip zal breken. Vracht had de „Katingo" niet aan boord, want het voer in ballast, wat de strop, hoe zwaar die ook kan zijn, lichter maakt. Met de Kerstdagen zal Bergen aan Zee ongetwijfeld zijn bezienswaardigheid be houden en daardoor veel vreemdelingen trekken, wat het slechte zomerseizoen nog een beetje goed kan maken. ^vertentie OOSTZEEDIJK 286 ROTTERDAM TEL. K 1800-26777 .Maakt U deze eerste Kerst in mijn huwelijk tot een onvergetelijke", pleitte veertien dagen geleden de 33-jarige con- fectionnair A. E. van G. uit Amsterdam bij zijn laatste woord tot 't Amsterdamse gerechtshof in de hoop, dat het hof hem nog vóór Kerstmis in vrijheid zou laten stellen. Gisteren heeft het hof uitspraak ge daan en dit verzoek van verdachte inge willigd. Het legde hem acht maanden met aftrek van de preventieve hechtenis op en aangezien hij reeds acht maanden in voorarrest hmeeft doorgebracht, zal de verdachte de Kerstdagen thuis kunnen vieren. Hij is veroordeeld wegens oplichting en verduistering ten nadele van zijn ex- verloofde en een andere dame. Hij had n.l., nadat hij in 1953, zijn verloving had verbroken een derde meisje ontmoet met wie hij in het begin van dit jaar in het huwelijk trad. Zijn vroegere verloofde en een tweede vriendin kwamen toen ;tot de ontdekking, dat zij ook in financieel op- zich door de confectionnair bedrogen waren als de buitenlui aardkluiten weet plat te trappen. Juist op het ogenblik, dat Oliva von Belamy het knarsende tuindeurt.ie open duwt, treft een scherp, toeterend geluid haar oor het signaal van een auto claxon. Reeds schijnt het. of zij haar hoofd wil omwenden in de Tichting van.het ge luid. doch zij fronst slechts licht haar voorhoofd, terwijl zij vastberaden haar „rx/nurr I weg verv' 'gt. Bedaard stapt zij tussen de ROMAN VAN LO WILSDOrA bloeiende borders door en daarom is het Geautoriseerde vertaling door F. van Veis» j *»«mh.Iih« zo HOOFDSTUK I sch ijnt zij zich nu van de hitte be de landweg komt wus' te w'orden' want plotseling versnelt de landweg j zy haar gtappen. bereikt het herenhuis hal Langs een bocht in a„rw- zli haar stappen, bereikt het herenhuis en mevrouw von Belamy '^adeJra,^;aed laPangaat onmiddellijk de schemerdonkere straat, vanwaar een naar het herenhuis voert, dat door zijn okergele kleur levendig afsteekt bi.i de om ringende bloembedden. Overal waar tij langs komt. knikken de mensen eerbiedig. behalve de kinderen, die zich op het zien van de landvrouw h istig in alle richtin gen verspreiden. Dan zijn er nog de kip pen en eenden, die bij haar nadering m alleri.il een goed heenkomen zoeken, ot- schoon niet uit dezelfde motieven als de kinderen. Ilevri von Belamv heeft niet zon der reden steeds tets op de kleinen aan te r,. ken. De vieze handjes en gezichtjes de bemorste kleren vormen voor haar een onuitputtelijke bron van misnoegen en dit misnoegen steekt zij dan tegenover de kin. deren ook niet onder stoelen of banken De vrees van het pluimvee geldt Hector de witte, ruigharige herdershond, die om zijn meesteres heenspringt en er zijn ge noegen in schiint te vinden, het vreed zaam kakelend en snaterend gedierte de stuipen op het lijf te jagen nier van spreken wel eens prikkelend werken'. Op hel gelaat van de bezoeker vertoonde zich dan ook werkelijk een mis- hoegd en enigszins spottend glimlachje, toen hij terzjjde trad om de vrouw des huizes '!e laten passeren. Zij ging naar he: kleine terras, dat aan dè noordzijde was gelegen. Voor een groepje oleanders in kuipen stonden enige eenvoudige rieten stoelen. Oliva zette zich op een van are krakende meubelstukken neer en wees naar een andere achter het oude tuinta- feltje. Ga zitten, Virgilius. Zjj monsterde Hij lachte hartelijk. Het is vermakelijk, zoals jij in je beschouwingen en uitdrukkingen bent blijven stilstaan waai- je leermeesters je hebben verlaten.... Doch daardoor ont gaat je toch een massa, beste Oliva.... daardoor mis je vee Tot een jongedame van stand zon der twijfel. Nu lachte Pretorius haar vierkant in het gezicht uit. Goeie hemel, Oliva. wanneer iemand zo regelrecht uit de wereld bij je binnen valt, dan maak je neem mé niet kwa lijk, dat ik 't zeg - beslist een komische indruk. Een jonge dame van stand! Wat stel je je in 's hemelsnaam daarvan voor? Zou je dochter hier tussen die verdroogde miss en die corpulente madame hebben moeten verzuren? Frans en Engels brab belen en voor 't overige huishoud- en land- boiiwkundige cursussen volgen onder jouw leiding, nawaar? Mevrouw von Belamy, stond op en wierp - Wat zou 'ik missen, als ik geen ge-baar hoofd beledigd in de nek. brink mank van die moderne onzin, wan- - Neem me met kwalijk, dat 'k m- neer ik het eerbiedwaardige, dat ik van j terugtrek. .Te manier om met een dame; mijn voorouders heb geërfd, in ere houd? te spreken is er in Wenen niet beschaaf- Scherp en enigszins bitter klonk het. Hij j der op geworden, werd ernstig. Van het hoofd tot_de voeten j Qok Pretorius was opgestaan. Het - c* „HU1, ^totTan^1wortel'wTbiïï I s^ecn of hij op 't punt stond een heftig het uiterlijk van de man tegenover haar da* haar bloosde afwendde haar hbofd ?"!w,?nrd te «ven, doch hu bedacht zich en wederom fronste zij het voorhoofd! sloei haar ogen neer. Weer ging I Hl' l'ep op h^r toe en bood haar met De manier waarop jij je kleedt is aen aljfg „°faaad. zoals enige mi-1 over -even galanterie zijn arm aan binnen. Koel, zelfs kil was het'daar en het rook er duf. Ook in de overige vertrekken van het grote, eeuwenoude gebouw, hing die eigenaardige duffe lucht, niettegenstaan de de zon dak en muren blakerde. Want verder was het haar dan ook niet ver gund haar zegenrijke stralen op het huis te doen inwerken Voor alle vensters hin- een de jaloezieën omlaag 6n door de re ten viel juist licht genoeg naar binnen om te voorkomen dat men zich m het half duister stootte aan de weinige meubels, dié langs de wanden gerangschikt nto en herinnerden aan een weel dei u vlogen tijden. Ongewoon en ongezellig en beklemmend was h Oliva von Belamv ademde diep en hui verend. Na haar wandeling door de vel den, waar zij volop van de frisse lucht had genoten, deed de kelder-at mos leer van het huis haar bijna stikken, ofschoon de koelte haar niet onaangenaam aan deed. Een ogenblik hield zij haar stap tn. om haar ogen aan de duisternis te doen Met zekere overdreven minzaamheid. omna g toep die nauw aan hoogmoed verwant is. be-- «n j1 4nBde deur vastgreep, om antwoordt mevrouw von Belamy de eer- "e hSnnen te eaan werd die biedige groeten van de eenvoudige dorpe-d^h'unkam geopend lingen Hoe gaat het er mee. moeder Bar bara? Hoe is het met je zieke zoon, vrouw Schneider? Heb je goede berich ten van je dochter uit de stad ontvangen? Op die manier strooit Oliva Belamy als het ware goedgunstigheid in het rond, ter wijl zij zich, zonder ergens te blijven stil staan. naar haar grote villa begeeft. Kaarsrecht en met gelijkmatige passen vervolgt zij haar weg. Zij is een grote slanke vrouw van niet te schatten leef tijd. Haar gelaat ls smal en ovaal; de enigszins biiziende ogen knipperen nu en dan tegen het schelle licht. Ondanks de zomerhitte draagt zij een stijve zwarte japon naar een reeds lang vergeten mo de en een hoedje van onmogelijk oudei- wets model, met hoge bol. is diep in haar ogen getrokken Alleen haa» schoenan, of schoon allesbehalve modern, lijk enigs zins voor hun doel geschikt. Zij zijn van grof zwart leder gemaakt en van dikke zolen voorzien; echte schoenen zoals de marien op het platteland dragen. De wij ze waarop mevrouw von Belamy loopt, bewijst, dat ze de hobbelige keien van de straten en wegen niet vermijdt en even- Van aangezicht tot aangezicht stond zij plotseling terorover een man van rijzige gestalte, die bijna de heie deuropening v'de Mevrouw von Belamy was even ge schrokken. Waarom kom je niet door de voor deur binnen? vroeg zij min of meer scherp Goede morgen, antwoordde de bezoe ker gemoedelijk en vervolgde dan heel kalm: E„n goede manier om een gast te ontvangen, vind je zelf niet? Terwijl hij haar met een vrolijk, spot- j lachje toeknikte, wendde zij haar blik van I hem af. Kom je niet binnen? Neen. verklaarde hij op.besliste toon. Neen ik heb geen zin om in de duffe kel derlucht van dit huis te zitten. Jij hebt rheumatiek genet-, voor de hele buurt... Wat heeft dat nu met de koelte van het huis te maken? 'Ieder veiDandig mens zal toch zeker bij zo'n hitte de zonneblin den sluiten! Zij sprak de woorden op één. toonhoogte ui:.' het klonk als de val van regendruppel een zinken dak. Op Tem perament vc'.i enigszins zenuwachtg' mensen kon ,.o'n eentonige, afgemetgn ma- v©or iemand van jouw standing tamelijk tamelijk Het voorwerp van haar critiëk lachte onbezorgd en nam o? de hem aangeboden stoei plaats. Bevalt mijn kleding jé niet? Nu, dat is- niets, nieuws., maar om dat weer te moeten horen, ben Ik niet direct na mijn reis hierheen gekomen. Virgüius Pretorius, wiens landgoed aan ■dat van mevrouw Belamy grensde, was afgevaardigde voor zijn district. Deze functie noodzaakte hem. dikwijls naar Wenen te reizen Zij kenden elkagr reeds van kindsbeen af. doch terwijl de mart in de conversatie eenvoudig en gemakkelijk bi ief. was de stijve ongenaakbaarheid van Oliva steeds vermengd met stekelige vit terij. Zij leek daardoor ouder dan zij in werkelijkheid was. terwijl hij, die meer dan tien jaar ouder was dan zij. steeds fris en opgewekt bleef. Van haar bele digende manier van doen scheen hij zich niets aan te trekken. Virgilius Pretorius was een prettige en niet alledaagse verschijning. Bij alle eenvoud, getuigden zijn woorden en uit drukkingen van levenskennis en fijne be schaving: hij sloeg echter steeds de spij ker op de kop. Op de zonnige zomermor gen droeg hij, behalve zijn wit flanellen pantalon, slechts een dun zijden over hemd, waarvan de omgeslagen kraag de ki-achtige hals vrij liet. Zijn donkerblond haar vertoonde bij nauwkeurige beschou wing reeds enige zilverwitte draadjes, het geen echter niets aan zijn jeugdige voor komen afdeed. Mevrouw von Belamy had haar voorwe reldlijke hoed niet afgezet. Op haar huig voorhoofd parelden kleine zweetdruppel tjes en men kon zien. dat zij ondfJ lastige hoofdbedekking haar weelderig haar glad naar achteren gekamd droeg. Tegen he.t achterhoofd lagen de twee zwa re vlechten in èen stijve wrong. Zij kon met succes voor de moeder van haar jeugdyriend doorgaan. Direct na je reis? vroeg zij met ge fronst voorhoofd. Ja, dat is te zeggen, ik heb mij even vlug verkleed, want ik zat dik onder het stof. dat begrijp je. Dus ben je. weer met d .t idiote race- wagentje helemaal naar Wenen geweest en niet per spoor, zoals andere mensen doen? nuten te voren, toen zij door het autoge toeter op zijn komst werd opmerkzaam gemaakt. Wat ie ontgaat, Oliva? Het hele le- optgaat je. Voel je dan niet dat je Sta me toe. dat ik met ie mee ga dat wil zeggen, als ik je aan tafel mag geleiden, want ik moet bekennen, dat ik hierheen kwam in de hoop. dat je mij te dineren zoudt vragen Ik ben een man Veidtfvoel van dp vooruitgang maar je oude keu een leven op je eigen bowtj® EIMV [ML,! I kenprinses. Resi, kan gerust blijven, zo- .1 alc -yt-i T ooVion/l Iroolr ViH or> hoar1 je niet. dat je je eigen en niet dgt van je voorouden D:at ^e ie aan je eigen tijd moet aanpassen. Dat je anders als 'n spook uit v,erv1"" jden door de wereld moet rondwalen. Je bent in een alleraangenaamste stemming uit Wenen gekomen. Het was vinnig bedoeld, doch haar ^™klonk on vast en dreigde over te slaan. Pretorius antwoordde niet dadalp stak z'n hand in de borstzak van hemd, haalde een platte gouder koker te voorschijn, nam er een sigaret uit en staK ?e_aa!?e permitteert toch? mompelde hij onder het aansteken. Roken, voor het etendat is on gezond zei ORva werktmaeliik zoals mensen doen. die er een van maken hun omaevina te bedillen. .Te vraagt niet eens hoe bet met Bel la gaat. zei hij kalm. alsof hij haar op merking niet gehoord had- Nu sloeg zij haar ogen on en monsterde de man genover haar met vlugge bl k^ Wanneer komt Bella thuis. Waarschijnlijk helemaal p'et h„- heeft "een varantie zie je. antwoordde _mj. maa- een trek van misnoegen nverscoa- duwde ziin sympathiek gelaat. Geen vacantie? Alweer niet? Met Kerstmis heeft ze het niet aehad Pasen ook niet - wat moet dat beteke nen? informeerde mevrouw von B mee»- afkeurend dan verrast of teleurg steld Dat betekent, dat zij moet werken om iets te kunnen bereiken. Vergeet met, dat ik er tegen was Bella naar Wenen te sturen. Waarom is het nodi° dat zii studeert. Ik heb ook niet gestudeerd En je moeder en je grootmoeder ook niet. vulde Pretorius knikkend aan. Dat weet ik. Maar zie 1e, de tijden veranderen, zelfs al zou ilj hei niet wil len En buitendien wat had Bella met frisse ipncd te dit nenzame gat moe ten beginnen? Je zondt haar naar je el- gen model opgevoed hebben. als zii is. Lachend keek hij op haar neer. Iedereen weet het geen vrouw, of ze vooruitstrevend, of het tegenovergestelde is kan een compliment over haar keu ken weerstaan. Zij gaf hem dan ook een genadig knikie en maakte aanstalten om aan zijn wens tegemoet te komen. Ik zal even naar binnen gaan om mijn hoed af te zetten daarna zullen wij aan tafel gaan En misschien zou het. met het oog op deze hondsdagentemperatuur PraT^ tisch zijn. als je een dunne japon aantrok. Met uitgesproken weerzin keek hu naar haar ouderwetse wollige jurk. Onmiddel lijk was ze weer gepikeerd. Hoe kom je er bij. Virgilius? Denk je soms iat ik me zes maal per dag verkleed zoals die bespottelijke filmsterren? Men moet niet aan die malligheden toegeven Over een paai uur zou ik dan weer iets anjers moeten aandoen om de avondkoel teJij houdt er absurde ideeën op na. Pretorius lachte gemoedelijk Ik geef me gewonnen; zoals gewoon lijk heb je weer gelijk want het valt niet tegen te spreken, dat de zon over een paar uur niet meer zal branden. Dus.besloot zij met voldoening. Dan knikte zij hem afgemeten toe en ging het huis binnen. Op het landgoed heerste doorlopend een vrouwenregering, placht men in de omge ving te zeggen. Sedert vele geslachten waren het steeds h welljken van korte duur geweest. Jonge weduwen met een enige dochter. Jonge weduwen, die ge heel in hun plichten opgingen en 'n twee de huwelijk nooit in overweging namen. Het was een feit, dat ook Oliva's kinder jaren onder de tucht van een grootmoeder en moeder stonden, die haar beiden, on danks zwakjes tegenstribbelen, onverbid delijk hadden gedwongen, op een leeftijd van achttien iaar met de edelman Albin von Belamy in 't huwelijk te treden Deze huwelijkscanri-idaat telde vier en vi.iftig inar en liaci z'n leven niel al te goed be steed. Oil huwe'iik dn'irde ine korte» inn de familiekroniek als regel vermeldde. Reeds na ruim zes maanden was er een derde weduwe in het okergele herenhuis. Een weduwe van nog geen ..egentten jaar, die ongeveer vier maanden na het over lijden van haar echtgenoot het leven schonk aan een meisje alweer een meis- jel Hoe Oliva over die korte huwelijksver bintenis dacht, heeft nooit iemand verno men. Doch zij paste zich verwonderlijk vlug bij haar nieuwe omstandigheden aan. Spoedig daarna had haar grootmoeder het tijdelijke met 't eeuwige verwisseld, waar door Oliva enigszins opklom in rang. Het werd haar nu in enkele gevallen veroor loofd, een zelfstandige mening te uiten, doch die gelegenheden deden zich zeer sporadisch voor. Evenals vroeger werd haar tijd strenE ingedeeld, maar zij maak te toch promotie: zieken en armen verple ging, tot nu toe de bezigheid van haar moeder, werden nu haar taak. Wat de op voeding van de kleine Arabella betrett. alle vermaningen en aanmerkingen over heteeen een longe dame met paste, ont ving de kleine, levenslustige Arabella van twee kanten tegelijk: van mama en groot mama op zekere dag verstomde ook voor altijd de stem van de laatste en werd Ol - va alleenheerseres over de villa en de landerijen. Toen Oliva nog een heel klein meisje was, dat haar moedertaal nog niet geheel machtig was, kwamen er twee buitenland se gouvernantes in huis miss Tory, een Engelse en madame Duval een Franga se En aangezien de gebeurtenissen, zo ais reeds vermeld, elkaar onverwacht snei opvolgden en hun leerlinge zo jong trouw de en moeder werd, bleven beide S0UVt,L nantes als gezelschapsdames op de vi wonen. Met een gestrenheid, die geen spraak duldde, werd aan de regel vast-W" houden, dat gedurende de ene week Fr en ged »-ende de andere Engels de co satietaal in huis was. Toen grootmama nog leefde had„fvrm!L keliiks een whistavondje, waartoe - nuit de de oude dames en heren uit deOmtrcK werden uitgenodigd. Op deze ka het ies sprak men klassiek Latijn. D heroïsch verleden in de eeuwenoude Mevrouw von Belamy en h8taPeeaSgezel- ten zich aan tafel, waar de twee. ge schapsdames haar Plaats ree gezelschap genomen en op het ho» Wachtten. van Pretorius maakte er geen J'a"' dat hij een gezonde eetlust had^en nge- zien het tof de gewoonten van het huis behoorde, dat onder het consumeren van de soep niet werd gesproken, hadden de disgenoten zich vergenoegd met knikjes om elkaar te begroeten. Vandaag was Engels aan de beurt. Me vrouw gaf het teken dat de conversatie kon beginnen: Och, missy dear, wat ik zeggen wil. Maar zij' vergat nooit, met neerbuigende beminnelijkheid ook madame in het ge sprek te betrekken Pretorius genoot hei melijk van het welbekende, doch nog steeds onderhoudende schouwspel: hoe Oliva onverstoord en zonder een enkele maai uit haar rol te vallen de ceremoniële toon bewaarde. De oude huisknecht Grol] liep bedrijvig om de tafel, terwijl hij zich telkens met de schotels vergiste, omdat hij aan chrn- nische vc*' leed De vrouw des huizes vermaande hem met een soort be rusting in haar stem, want ten opzichte van zijn aangeboren vergeetachtigheid, had zij alle hoop op genezing laten varen. Pretorius was een man van de daad. Dat bewees hij ook bij het eten. Drie- maai liet hij de schotel brengen, dan eerst nam hij van de wereld om zich heen no titie: „Die patrijzen zijn voortreffelijk, Oliva!" Deze eenvoudige bewering had een al lerzonderlingste uitwerking. Oliva liet zich achterover in haar stoel zinken en lach te. Zij lachte zo hartelijk, zo onbedaar lijk, als niemand ooit van haar had ge hoord. Pretorius staarde haar verbluft aan. Wat was zij plotseling veranderd! Haar slanke gestalte, die zij anders zo kaarsrecht wist te houden, wiegde ^lch als een wiigentak in de zomerwind. Haar half geopende lippen toonden twee rijen hagelwitte tanden en over het vaalbleke gelaat trok nu een zachte blos. Haar zil veren lachsalvo's schalden als ongeken de klanken door de stemmige halldonk-e re eetkamer, waarvan de wanden mis schien voor 't eerst zulk een vrolijk ge luid weerkaatsten. Ook de twee oude gou vernantes keken met blikken van onver holen verbazing naar de vrouw des hui les Wanneer had zij voor 't laatst ge lachen? Men kon het zich absoluut niet herinneren. Lachen werkt aanstekelijk. In 't begin schudde Pretorius nietbegrij- pend het hoofd, dan echter lachte hij met het gezelschap mee. Overal kon,t een eind aan; ook aan lachen, zelfs al wordt het onbedaarlijk genoemd. Oliva droogde met haar zak doek haar ogen af. Neem mij niet kwalijk, wendde zij zich tot Pretorius, maar het was ook zo kostelijk komisch! Waarmee heb ik dan in 's hemels naar je lachlust zo opgewekt? informeer de hij. Hij begreep van het hele geval niets. Wat' zag ze er toch jong uit; ja dat viel hem nu bijzonder op en onwille keurig moest hij er aan denken, hoe lang het reeds geleden was, dat hij met Oli va in de tuin ravotte, haar nazette om haar lange, zwarte vlechten machtig te worden. Toen lachte zij ook zo als nu, zo kinderlijk blij overmoedig.Hoe lang was dat geleden? Niet zo heel lang Waarmee? en zij proestte weer krampachtig. Omdat jij, de koning van de jagers, gewone jonge duiven voor patrij zen hebt gegeten! Wederom dreigd er een lachbui los t.e breken, doch zij be dwong zich en haar gezicht nam weer de gewone strakke uitdrukking aan. Neem mij niet kwalijk, ik weet niet wat me is overkomen. Maar het gebeurt ook zo uiterst zelden, dat je je blameert, zie je. Men voelt zich bi' jou vergeleken altijd zo onwetend en mi heb i kje met zulke primitieve mdidelen verschalkt., met een beetje roden wijn en een paar jeneverbessen. Pretorius schudde z'n hoofd. Hij her kende z'n oude vriendin niet. Zij lachte en schertste het einde van de wereld was nabij dat stond vast! Indien hij van deze goede luim eens partij trok en haar het geheim openbaar de, dat hem zo drukte? Niet alleen hem, maar ook haar dochter Arabella, wier voogd hij was. Zou hij het. wagen? Eens zou het toch moeten gebeuren.... Inmiddels was het souper afgelopen en gaf mevrouw, nu weer stijf-deftig, het teken tot opstaan. iWurdt vervolgd!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 4