Het geestelijke en litteraire testament van Ernst Wiechert Een wereld IN DRUKINKT witte doek Missa sine Nomine" in het Nederlands vertaald Bij het twintigjarig bestaan van Ons Lekenspel ZATERDAG 8 JANUARI 1955 PAGINA 19 „Wraak en weerwraak, haat en nieuwe haat vormen een onver brekelijke nimmer eindigende keten die de mensheid naar de onder gang drukt, tenzijenkelen uit ons midden opstaan, die werke lijk in staat zijn tot een nieuwe liefdeIn deze woorden heeft de grote Duitse schrijver Ernst Wiechert zijn laatste boodschap aan een door angst en haat verscheurde mensheid vervat. Hij deed dit kort voordat hij in Zwitserland overleed en de roman, waarin hij voor de laatste maal deze diepe gedachte gestalte heeft gegeven en nader uitgewerkt, verscheen zojuist iit$N ederlandse vertaling bij de Zuid Hollandse Uitgeversmij Ad. M. C. Stok te 's-Gravenhage, onder de titel „Missa Sine NomineErnst W iechert had recht lol spreken over haat en wraak, want hij had deze aan den lijve onder vonden of wat nog erger was :diep in zijn gevoelige ziel doorleden. Het bittere voor hem was, dat het Duitsers, landgenoten van hem, waren, die blind en overmoedig de jneg naar onrecht, haat en wraak insloegen. Wiechert waarschuwde keer op keer, viel bij de nazi's in ongenade en leerde de verschrikkelijke hel van Buchenwald kennen. Hij keerde als een lichamelijk geknakt mens terug, maar zijn moed en waarheidsliefde waren ongebroken integendeel! Wederom schreef hij, met zijn hartebloed, om te troosten en te waarschuwen. Zekerheid van de liefde Met nog meer overtuiging Wedergeboorte „Aan de Waterkant Geen gezellige, maar leerzame lectuur Jaarverslag K.F.A.- K.F.J. Kaderschool in Den Haag Comité Missiefilm „On the waterfront" en „Poort der Hel" Volgens New- Yorkse critici de beste films van 1954 Mario Lanza en Rita Hayworth weer voor de camera's Rita als prinses Zuleika „Broer" van Gregory Peck Kay Kendall geschorst Weigerde rol in rol in „Doctor at Sea" „I aust wordt ver film Kerstversieringvan Lou Costello „Filmforum Gedachten W J Morgen en avond Welke betekenis heeft ons lekenspel voor ons gehad? Het religieus toneel Hans van Bergen „Missa sine Nomine" is inderdaad te beschouwen als het geestelijke en literai re testament van Ernst Wiechert. Hij heeft er zich het volledigst in uitgespro ken. Met alle vuur, dat in hem was, heeft hij getuigd van zijn afkeer van de kwade krachten in de mens en van zijn diepste geloof in de macht en kracht van de ware liefde. De overwinning op de duistere dic tatuur van het door hem gehate nazidom bracht hem grote teleurstellingen. Minder dan ooit schenen liefde e ngoedheid moge lijk maar toch, ondanks alles, wist Wiechert dat ze er waren, al was het dan ooit schenen liefde en goedheid moge- voudigen en deemoedigen, die innerlijke rust en vrede hadden verworven. De stil len, die deze vrede niet onder woorden brachten maar diep beleefden. Rust en vrede, zoals die in de natuur te vinden zijn in de bossen en velden en moerassen, waarover Wiechert zo veel schreef. De natuur kon naar zijn vaste overtuiging de balsem zijn om een ge wond hart te genezen en om de mens zich zelf uit ontreddering en verwarring terug te doen vinden. Kort voor de eerste wereldoorlog ver scheen zijn roman „Het simpele leven", waarin de voormalige zee-officier Tho mas Von Orla in de stilte der natuur tot bezinning komt. Vor Orla laat al het vroe gere achter zich, het roemrijke even goed ais het smadelijke, en wordt als het ware herboren tot een nieuwe mens, die de eenvoud en de liefde heeft leren ver staan en de volheid daarvan heeft onder vonden. Sinds dit boek is een golf van haat en menselijke ellende over de wereld gespoeld. De zekerheid van Wiechert scheen tot in haar grondvesten geschokt was ze niet een bijna kinderlijke her senschim? Maai' mét de smart had Wiechert jnog dieper dan ooit tevoren de macht en kracht van de liefde erva ren. Want in de helse schepping van het kwade het concentratiekamp, bloeiden de allerschoonste bloemen van de opofferende liefde en goedheid. In dit afschuwelijke symbool van het op recht kwam de sterkste drang naar gerechtigheid tot leven.. Wat Wiechert zich als een plicht zag, was het uitbeelden van de mens, zoals hij zich nog veel heviger ontredderd en belast dan Von Orla uit de Tweede Wereldoorlog en de nasleep daarvan red de. Dus: een tweede „Het simpele leven", maar dan nóg directer, met nóg feller kleuren en schokkender tafrelen. Maar bovenal: met mèèr overtuiging en inner lijke kracht. De schrijver roept drie figuren voor ons op, de gebroeders Liljecrona, jonge land- edelen. Erasmus was generaal, maar hij verliet de dienst voordat Hitier zich de macht toeeigende. Aegidus bestuurde het vaderlijk domein en de derde, Amadeus, was een stille teruggetrokken figuur. Deze Amadeus zocht de wijsheid en het geluk In de boeken. Hij werd door een hout vester verdacht gemaakt bij de nazi's en gevangen gezet in een concentratiekamp. We leren hem kennen wanneer hij, na de oorlog bevrijd door de Amerikanen, als een opgejaagde vreemdeling op het vaderlijk landgoed terugkeert. Hij is ver bitterd en verhard een schim nog slechts van de oude Amadeus. Hjj vindt zijn broers terug, maar wat hij niet vindt is de vrede en de rust, die hij vroeger hier gekend heeft. Hij moet „de weg terug" ontdekken, dit is: weer komen tot aanvaarding van het leven en dus ook van de liefde. De smart en het gemis moeten geen aanleiding tot bitterheid, maar tot vervollediging van het mens zijn worden. Het is 'n uiterst moeilijke periode voor Amadeus. De verschillende mensen, die zijn pad, kruisen sterke figuren, door Ernst Wiechert krachtig getekend hel pen hem, ieder op de eigen wijze, zich- V) ken van deze schrijver vol zitten, be wijst het posthuum verschenen werk „Gesegnetes Leben", waarin Gerhard Kamin de meest markante fragmen ten uit de romans en novellen van Wie chert heeft bijeengebracht. In niet min der dan zes-en-twintig hoofdstukken („Von der Kindheit und vom Kinde", „Mensch und Natur", „Vom Leide und von Leideden", Von deren Liebe", „Von lauten und stillen Dingen", enz. enz) heeft de samensteller gedachten, overpeinzingen en uitspraken van de schrijver van „Missa sine Nomine" sa mengevat. Als men dit boek aandachtig leest, be seft men pas goed hoe rijk het leven van deze dichter en denker is geweets. Men kan slechts wensen, dat er genoeg oren zullen zijn, die naar deze stem, deze waarschuwende en bemoedigende stem willen luisteren.. R. De duitse titels zijn alle verschenen bij Kurt Desch Verlag, Müncheen. Door Julien Kuypers. Uitgave De Sikkel, Antiverpen en J. M. Meulenhofj, Amsterdam. Geen reisbeschrijving in de gewone be tekenis, over merkwaardige volken, groot se avonturen, en onontdekte, onbekende landstreken is het boek „Aan de Water kant" van Julien Kuypers. De schrijver vertelt ons van zijn tochten per motorboot. „Varend door schoon Vlaanderen", is de ondertitel van zijn boek en schoon is het inderdaad wat hij ons, al namijmerend, beschrijft. In dichterlijke taal vertelt hij van zijn trekken over de kleine en grote rivieren van het welige Vlaamse land en de zan dige, idyllische Kempen. Wij leren de lui men en geheimen kennen van de Zenne, de Dijle, de Demer, dc Leie, de Rupel en nog veel meer. Wij kijken in gedachten mee naar hun boorden met de gehuchten en stadjes er langs verborgen in over- echaduwend sappig groen. En naar de oude en nieuwe kerkjes, opgetrokken in Diestersche zandsteen of Brabants arduin. Hij beschrijft ons de varende wolken, die schaduwen trekken over het zonnige land en hij herinnert er ons aan, dat Vlaande ren, evenals ons eigen Holland, grote schilders heeft opgeleverd. Hij wijst ons de geboorteplaatsen en de stadjes, waar dichters, schrijvers en componisten, die de kleurenrijkdom en het leven van het goede Vlaanderen bezongen en beschreven heb ben, hun levensjaren sleten. Wij- luisteren, als hij vertelt van de his- „De IJzeren Ring" door Herbert Zand Uitg. N.V. Uitgeversmij Pax te Den Haag. Een boek, dat de lezer niet licht zal vergeten is „De IJzeren Ring" van Her- bert Zand. Aangrijpend en uitermate plastisch geschreven, vertelt deze sombe re roman van een denkbeeldige, zich steeds terugtrekkende compagnie naar het symbolische stadje Mindenburg, waar de strijd zich in puin verliest. Geen nauw gezette oorlogsreportage is dit verhaal van Zand, doch de auteur bedient zich van de mannen van deze compagnie en het leven in het Mindenburgse hoofd- torie van het oude Vlaamse land. welks groots verleden voor een deel met het oude verbonden is. Hij vertelt van de arme slokkers en soms valt er een exquis grapje over een uithangbord, de eigenaardigheden van het dialect of de historie van de streek. Wij, opgegroeid in „de lage landen bi der see", die steeds proberen, onze vacanties door te brengen tussen hoge bergen, of in me tropolen, voelden bij het lezen van dit reisverhaal een oneindig verlangen ons besluipen, eenzelfde pelgrimage te onder nemen. Talrijke foto's, helaas wat grijs afgedrukt, verluchten het boek. Paul Aus- loos verzorgde een aardig bandontwerp en stofomslag. kwartier achter het front om het ver schijnsel van de oorlog met al zijn mee dogenloosheid en niets ontziende vernie tiging aan te klagen en tevens de weg te wijzen naar de vrede. De moderne mens moet zichzelf in zijn medemens weten vrij te maken door afstand te doen van zichzelf, van zijn drang naar zelfgenoegzaamheid. Dit is de idealistische onderstroom welke de lezer tussen het kanonnengebulder, het oorlogsrealisme en de rauwe soldaten- praat door in dit vaak beangstigende boek waarneemt. „Dan maar zo!" door Paul Brickhill- vertaald door Ton van Beers Uitg H. J. W. Becht, Amsterdam. „Dan maar zo" is de levensgeschiede nis van Douglas Bader, wiens naam reeds tijdens zijn leven over de gehele wereld een haast legendarische faam heeft gekre gen. Met zijn haast bovenmenselijke wils kracht en doorzettingsvermogen weet deze man, die beide benen tijdens een vlieg ongeval moest verliezen, ieders bewonde ring en eerbied af te dwingen: zelfs de Duitsers in wier krijgsgevangenschap hij later raakte, respecteerden hem. Hij was een van de weinige iaehtvliegers die de slag om Engeland in de lucht uitvochten en Engeland deden zegevieren. Dank zij zijn enorme vitaliteit en levensmoed bracht hij het. ondanks zijn lichamelijke handicap, in korte tijd tot wing-comman- WERELDNIEUWS zelf terug te vinden. Zijn bevrijding vol trekt zich na een langzaam innerlijk pro ces en enige dramatische gebeurtenissen, die tot bezinning dwingen. In de stilte der natuur ontdekt hij het geheim van een simpel leven, vrij van haat, rijp voor het grote geheim van de liefde. In heel dichterlijk en zuiver proza heeft Ernst Wiechert het verhaal van de drie broers, en in het bijzonder dat van Ama deus, gedaan. In de beschrijvingen van het natuurschoon treft ons weer de lief de van Wiechert voor het bos, en in de karakterisering van mensen zijn voorkeur voor simpele zileen, die de wijsheid in de leerschool van het leven-zelf leerden. Maar is dit een van de waardevolste facetten aan het werk van Ernst Wiechert, het is tevens de zwakke plek ervan. Er worden soms al te veel levenswijsheden gezegd. Iedereen op zijn beurt spreekt een schone en zinrijke gedachte uit de dominee, maar ook een oude koetsier; een Amerikaanse soldaat, maar ook de Poolse Jood Jacob (een ontroerende ge stalte!) Kortom iedereen, en dat maakt het lezen van Wiecherts werk wel eens een beetje moeilijk. Het irriteert soms omdat het de handeling in het verhaal remt. In „Missa sine Nomine" is dat echter minder het geval dan bijvoorbeeld in „Die Jerominkinder." Wiecherts laatste roman is waarschijnlijk zijn rijpste en gaafste werk. Hoe behartenswaardig overigens de talloze gedachten zijn, waarvan de boe- (Van onze filmredacteur) Jaaroverzichten zijn nu niet bepaald gezellige, maar soms wei nuttige of leer zame lectuur. Tot deze laatste soort be hoort het verslag over de werkzaamhe den van de Katholieke Filmactie en het Katholiek Filmcentrum voor de Jeugd, dat bovendien nog dc verdienste heeft zeer beknopt te zijn. Uit dit overzicht kan dc conclusie wor den getrokken, dat 1954 zowel voor dc consolidatie als voor dc geleidelijke uit breiding van het filmvormingswerk, dat door K.F.A. en K.F.J. wordt verricht, een vruchtbaar jaar is geweest. Beide organisaties, hoewel zelfstandig en staande onder een eigen bestuur, wer ken ten nauwste samen onder een twee hoofdige directie, namelijk mr N. W. A. Brink van de K.F.A. en pater J.P. Dirk- se. S.C.J. van de K.F.J. Van elke in Nederland uitgebracht hoofdfilm en van de belangrijkste korte films werd een uitvoerige documentatie- kaart opgesteld, bevattende alle gegevens beknopte inhoud en een korte waarde ring. De kaarten worden om de drie we ken aan de abonné's (meest scholen, ver enigingen, parochies e.d.) toegézonden. Met de uitbreiding van het vormingswerk en ten dienste daarvan neemt het aantal abonné's op deze kaarten geleidelijk toe. Bovendien werden mondeling, telefonisch en vooral schriftelijk honderden adviezen aan belanghebbenden verstrekt. In totaal werden gedurende 1954 op tal van plaatsen in het land 22 filmcur sussen in 134 lessen gegeven. Het aan tal deelnemers per cursus varieerde van 40 tot 120. Behandeld werden de geschie denis van de film, filmhandel en kunst, filmanalyse, -psychologie en -vormings methodiek. Elke les besloeg minimaal 2 uur, waarvan één uur theorie en één uur projectie. Voorts werd medewerking verleend aan cursussen, die niet door K.F.A.-K.F.J. werden georganiseerd, zoals o.a. voor de Haja in Den Haag en de Stichting U- trechtse Jeugdfilm. Tenslotte werd nog in tientallen afzonderlijke spreekbeurten voor diverse groeperingen filmvorming gegeven of gepropageerd. Onder auspiciën van het Landelijk Bu reau werden filmkringen opgericht in Te- gelen en in Schiedam. Aan andere reeds bestaande kringen werd adviserende bij stand verleend. Het eerste leerjaar van de Kader- school in Den Haag, die tot doel heeft het kweken van filmkennis en de oplei ding van filmdocenten, werd in 1954 vol tooid met 15 cursisten. Het tweede leer jaar, dat, zoals gemeld, op 4 October plechtig werd geopend, omvat 30 lessen en een aantal afzonderlijke filmvertonin gen. Het aantal deelnemers bedraagt der tig uit intellectuele kringen. Filialen van deze school in andere delen van het land zijn in gevorderde staat van voorberei ding. De kleine studiebibliotheek ten dienste van de filmvorming in K.F.A. en K.F.J. verband werd in 1954 uitgebreid met en kele tientallen belangrijke studiewerken en kleinere publicaties. Het illustratie materiaal werd aangevuld met 3 instruc tiefilms. 10 films en filmfragmenten en enkele filmstrips. Onder de verschillende nevenwerkzaam heden kan worden genoemd de oprich ting van een Comité Missiefilm tot or dening en verheffing van het peil der huidige missefilms a's belangrijk mid del tot geloofsverbreiding. Het comité is bedoeld als contactpunt voor alle missionerende orden en congre gaties en is reeds begonnen met een in ventarisatie van het bestaande missie film-materiaal. Binnenkort verschijnt hierover een brochure in de „Projecta" reeks, een der publicaties van K.F.A. en K.F.J., die bovendien medewerking verlenen aan het tijdschrift „Filmforum" Een grappenmaker, die zich uitgaf voor de broer van Gregory Peck, de filmster, heeft bij een groot modehuis in Dallas „Wegen door de avond" door for Bruyn - Uitg. Ploegsma, Amster dam. Een boek door en voor bejaarden, of zoals de ondertitel luidt: „de oudgewor- den mens in vele gestalten gezien door s hrijvers, dichters en denkers", een soort bloemlezing voor de levensavond met zorgvuldigheid gekozen door iemand die hem zelf nog niet heeft bereikt, doch wel beseft dat het om de vraag naar de diepere zin van het leven te doen ts en het vinden van levensvreugde tn het goed doen aan anderen. Bij de keuze der citaten is de gedachte, door de hoofdstukken heen voortreffelijk volgehouden. Verschillende reproducties van toepas selijke schilderstukken illustreren de tekst. Zijn spelen is leren, door Hilary Page; vertaling Katherina Lyck- lama. Uitg. J. H. de Bussy, Amsterdam. Hilary Page heeft er zijn levenswerk van gemaakt het spel van het kleine kind te bestuderen; daaraan heeft hij een heel systeem van kinderspeelgoed aan gepast." In dit boek. dat als ondertitel draagt: „het spel bij baby en kleuter" houdt de schrijver een warm pleidooi bij de ouders om zich intensief met het snel van de kinderen, zodra deze neiging tot enig spel vertonen, bezig te houden, daar dit een uitstekend middel is om het innerlijk van het kind te leren kennen. Het is een boek, waarin inderdaad een schat van waarnemingen en raadgevin gen is te vinden. Kind en spel horen bij elkaar. Hilary P ;"t de ouders, hoe zij zelf die saap-h.r'.d tot welzijn van het kind kunnen uLouiten. In onze artikelenreeks mogen wij toch maar niet zo zonder meer voor bijgaan aan het feest, dat „Ons Le kenspel" te Bussum onlangs gevierd heeft bij gelegenheid van zijn twintig jarig bestaan. Het heeft gemeend dit feest te moe ten vieren met een groot werkcongres, waar eminente sprekers optraden, prac- tische lessen werden gegeven, voor drachten gehouden, spelen opgevoerd, films vertoond, gedebatteerd, gemusi ceerd, etc. Wij behoeven hier niet verder op dit werkcongres in te gaan. We hebben de verslagen in de dagbla den kunnen lezen. Het is een groot suc ces geworden. Een ieder, die het werk congres heeft bijgewoond, was enthou siast. Men vond het bijzonder interes sant. En het is, meen ik, ook heel vruchtbaar geweest. Anton Sweers, de leider van „Ons Lekenspel" is er de man niet naar, om het alleen bij woor den te laten. Zijn daden zullen spoe dig volgen. Als ik mij bij het twintig jarig be staan afvraag, welke betekenis Ons Lekenspel voor ons gehad heeft, dan wil dat niet zeggen, dat ik ook nu niet grote betekenis aan Ons Lekenspel toeken. Het is mijn bedoeling echter slechts een blik in het verleden te slaan. Zonder de andere bona fide uitgeve rijen te kort te willen doen, mag ik, geloof ik, toch wel zeggen, dat Ons Le kenspel zich op de voorgrond heeft ge plaatst, waar het de strijd tegen hum bug en draken betreft op het toneel. Wij denken zo gemakkelijk, dat wij de mensen zijn, die de wapenen opge nomen hebben tegen alle wansmaak op dit gebied, maar deze strijd is mis schien ouder dan wij in jaren tellen. Hoogstwaarschijnlijk zal deze strijd wel net zo oud zijn als het toneel zelf. Want wij zijn heus niet de eerste men sen, die van zichzelf veronderstellen over goede smaak te beschikken. Hoe het ook zij, twintig jaar gele den richtte Anton Sweers Ons Leken spel op. Anton Sweers was een idealist. En bovendien was hij een man van de daad. Tegenover het draken-reper toire wilde hij een oergezond reper toire stellen. En hiervoor wilde hij be schikken over een eigen toneelfonds. Er bestaat geen beter middel om de draak te bestrijden dan het propageren van goede en gezonde stukken. Anton Sweers ging hierbij heel radi caal te werk. Met de vraag hield hij geen rekening. Hij gaf alleen uit wat goed en gezond was. Misschien wel niet erg practisch van zakelijk oogpunt uit bekeken, maar van idealistisch stand punt uit bezien, heel juist. Anton Sweers brak radicaal met het gangbare repertoire. Hij was geen man. om scheutje voor scheutje wat wijn bij het water te doen en zo ongemerkt van lieverlee beetje bij beetje het re pertoire wat gezonder te maken. Hij rekende in één slag af met alle oude opvattingen en stelde daartegenover zijn meningen omtrent lekenspel. Radicale mensen ontmoeten immer veel weerstand, maar zij bereiken ook veel. En hoe men ook in de loop van de twintig jaren over het repertoire van Ons Lekenspel heeft mogen den ken, feit is toch, dat door Anton Sweers de publieke mening onbewust ten goede is beïnvloed. Twintig jaar geleden was het met ons amateurtoneel-repertoire heel wat droeviger gesteld dan nu. En wij mogen gerust deze verbetering van smaak voor een groot deel toe schrijven aan Ons Lekenspel en in het bijzonder aan Anton Sweers, die dag in dag uit hiervoor gevochten heeft als een leeuw. Anton Sweers heeft het simpele eer lijke lekenspel weer in rijn waarde hersteld. En hierdoor heeft hij smaak weten bij te brengen voor het oprechte het zuivere, dat wij in vele gecompli ceerde spelen dikwijls maar al te wei nig aantreffen. Hij heeft wakker geschud. Alle ge maaktheid en valsheid afgetrokken. Hij is geen zachte, maar wel een heel goe de leermeester geweest. Zonder ook op dit gebied anderen te kort te willen doen, mogen wij ge rust zeggen, dat Anton Sweers één van de grote durvers is geweest, om het eerlijke, simpele religieuse spel weer op de voorgrond te plaatsen, waarin sfeer en wijding ver de boventoon voe ren over de dramatische handeling. Waar vroeger ergens van een draak sprake was, dan was het wel, waar het een specifiek katholiek religieus stuk betrof. Een jongen of meisje, dat niet naar het klooster mocht van thuis, was schering en inslag. Het meisje of de jongen werd dan van huis weg gejaagd: de vader leefde in zonde; en op zijn sterfbed kwam de verzoening tot stand met de inmiddels tot priester gewijde zoon of de non geworden dochter. Der gelijke stukken kwijlden immer van sentimentaliteit; zij waren vals en de den de katholieke zaak eerder afbreuk dan goed. Ons Lekenspel stelde hier tegenover de frisse spelen o.a. van Henri Gheon. Zo heeft Ons Lekenspe' en hele serie goede religieuse stukken gebracht. En ook deze stukken hebbe- hun invloed ten beste gehad op de alge hele smaakverbetering van onze ka tholieke verenigingen. Ons Lekenspel heeft gedurende de twintig jaren van zijn bestaan een stem pel gedrukt op het karakter en het repertoire van onze amateurtoneelver enigingen. En dit stempel is er een van het goede soort geweest. O Mario Lanzo en Rita Hayworth ko men beidenna geruime tijd afwezig te zijn geweest, weer voor de film camera's (Texas) voor bijna 8.000 dollars aan bont mantels en japonnen „gekocht". Urenlang defileerden de mannequins, gehuld in de duurste japonnen en linge rie, voor de man, die door de verkopers op cigaretten en borrels werd onthaald. Later boden ze hem zelfs nog een lunch aan. De politie identificeerde de man als een plaatselijke meubelverkoper. Kay Kendall, het 27-jarige roodharige actricetje uit „Genevieve" en Doctor in the House" kwam met Kerstmis zonder werk. Ze werd door de Rank-organisatie, die een contract van zeven jaar met haar heeft, geschorst, omdat ze weigerde als tegenspeelster van Dirk Bogarde, een goede vriend van haar, een rol te spelen in de film „Doctor at Sea". Aangezien een schorsing gewoonlijk een maand duurt totdat er een nieuwe rol is gevonden en aangezien Miss Kendall f 1.200,per week bij Rank verdient, derft ze bijna f 5.000,—. Dat dit is gebeurd, aldus verklaart ze zelf, verbaast me niets. Ik heb al twee rollen geweigerd. Dus konden ze moeilijk anders doen. Ik verbeeld me niet dat ik een grote ster ben, maar ik wil een goede rol hebben, waarin ik kan ac teren. Misschien ben ik gek, maar ik ge loof, dat ik heel goed weet, wat ik doe. Acht jaar geleden trad ik op voor de „musical" „London Town". Die rol maak te me bijna drie jaar werkloos. Als ik de naam van de film maar noemde, keek niemand me meer aan. Kay Kendall heeft achtereenvolgens ge weigerd op te treden in „Value for mo ney". waarin nu Diana Dors optreedt, de. Jack Buchanen-film „As long as they're happy" en nu weer in „Doctor at Sea",,. Éi een vervolg op de succesfilm „Doctor in4-J the House". Lou Costello. de filmkomiek, heeft 6.000 dollars besteed aan zijn „Kerstmis- versiering". Op het dak van zijn huis j knalde Santa Claus met zijn zweep, een span rendieren bracht de slee in galop en millioenen met schijnwerpers verlichte zeepbellen stegen uit de slee ten hemel. Voor zijn huis stonden vijftig verlichte kerstbomen en een openluchtprojector vertoonde kerstfilms op een groot wit scherm op het dak. Iedere avond tussen Kerstmis en Nieuwjaar kwamen honder den mensen naar dit schouwspel kijken. toonde film „On the waterfront". De critici, die aan de New Yorkse dag bladen werkzaam zijn, noemden de 24- jarige actrice Grace Kelly als de beste actrice wegens haar rollen in de films „Country Girl", „Rear Window" en „Dial M for murder". „On the waterfront" werd gekozen als de beste film in de Engelse taal en de Japanse film „Poort der Hel", die even eens hier nog niet in vertoning is geko men, als de beste buitenlandse film. Binnenkort zullen twee oude bekenden van het witte doek weer voor de film camera's staan. De eerste is Mario Lanza, Hollywood's stormachtigste en omvangrijkste zanger (hij heeft pas een strenge vermagerings kuur ondergaan), die sinds 1952, toen hij voor Metro-Goldwyn-Mayer in „Because you're mine" optrad, van het witte doek is verdwenen, nadat hij weigerde te spe len in de film „The Student Prince" ,een rol, die daarop door Edmund Purdom werd overgenomen. Thans zal hij voor Warner Brothers op treden in de film „Serenade" naar een roman van James Cain. Lanza zal daar in de rol spelen van een operazanger, die zijn stem verliest. De- tweede, die weer aan het werk gaat is Rita Hayworth. Columbia Pictures Corporation heeft meegedeeld, dat Miss Hayworth voor haar in twee films zal optreden krachtens een overeenkomst, waarin „alle sinds een jaar bestaande geschillen tot wederzijdse bevrediging van alle partijen" zijn opgelost. Officieel werd geen melding gemaakt van de be dragen. maar er wordt gefluisterd, dat Columbia de ster een millioen dollars heeft beloofd, terwijl ze 150.000 tot 200.000 dollars voor elke film zal ontvangen. Bo vendien zal haar tegenwoordige echtge noot, de Argentijnse zanger Dick Hay- mes ook een rol in haar films krijgen. De eerste van de twee films, waarmee in Maart zal worden begonnen, is „Jo zef en zijn broeders", een bijbelverhaal, waarin Rita Hayworth de rol van prinses Zuleika zal spelen. Na de tweede film, waarvoor het 'onderwérp nog niet vast staat, zou het contract van Miss Hay worth met Columbia niet 'meer worden verlengd. Warner Brothers hebben bekend ge maakt, dat ze voornemens zijn, „Faust" te verfilmen. De film, die zowel op Gou nod's opera als, op Goethes meesterwerk zal zijn gebaseerd, wordt een drama met muziek. De. zangers en acteurs, die in de film zullen optreden zijn nog niet uitge kozen. In het nieuwste nummer van „Film forum" maakt de redactie bezwaar tegen de combinatie exploitant-criticus. Voor één der Nederlandse radio-omroepen treedt namelijk de „publicity manager" van een filmmaatschappij op, die via de microfoon zijn eigen films in het zonne tje weet te zetten. Volgens het tijdschrift houdt hier de culturele voorlichting op om plaats te maken voor het directe gel delijke gewin en de redactie hoopt van harte, dat de overheid maatregelen zal nemen om in de toekomst te voorko- De New Yorkse filmcritici hebben aan het eind van het jaar Marlon Brando ge kozen als beste acteur van 1954 en Elia Kazan als de beste regisseur voor hun werk in de hier te lande nog niet ver- Marlon Bands, die voor zijn spel in de film „On the waterfront" door de New Yorkse critici de beste film acteur van 1954 werd genoemd. Kay Kendall is, na voor de derde maal een filmrol te hebben ge weigerd, voorlopig door de Rank- organisatie geschorst. men, dat een belanghebbend spreker evenveel rechten voor de radio zal heb ben als de onafhankelijke criticus, die zijn best doet angstvallig de moeilijkhe den te omzeilen, die voor de belangheb bende blijkbaar niet bestaan. Over de film „Maarten Luther" komen in het tijdschrift twee schrijvers aan het woord: prof. dr W. Kooiman, Lutheraan en Pater S. Jelsma M.S.C. die de ka tholieke mening vertegenwoordigt. Bei den gaan aan de aesthetische hoedanig heden van de film voorbij en beperken zich tot een uiteenzetting van hun stand punt ten aanzien van de historische pro blematiek. Charles Boost doet bij gelegeheid vari het zilveren jubileum van De Uitkijk in Amsterdam enige grepen uit de historie j van dit sympathieke theater, terwijl Fred j Bredschneyder een korte biografie geeft van de Franse regisseur Jacques Becker die, zonder te behoren tot het handjevol regisseurs, dat de richting aangeeft waar- in de filmkunst zich beweegt, toch een I frisse wind heeft doen waaien door de geijkte schema's en ^iccesrecepten van de filmindustrie. Naast de gebruikelijke kortere en lan gere besprekingen van actiele films wordt in het als altijd lezenswaardige nummer de artikelenreeks van dr Lud- wig Berger onder de titel, „De Onzicht bare Film" en in de vertaling van A. van Domburg voortgezet. der; de eerste die de Royal Air Force als zodanig aanstelde. Dit boeiend geschreven boek werkt aan stekelijk en opwekkend en doet elke lezer inzien welke enorme krachten er in de mens, dus ook in hemzelf, schuilen. Paul Brickhill is er bovendien in ge slaagd de lezer zo nauw met de figuur van Bader in contact te brengen, dat deze zich er nauwelijks meer van bewust is dat Bader niet zelf aan het woord is. „De dame met de anjers" door dr. A J. Cronin - Uitg. Sijthoff, Leiden. Weer een Cronin-roman die geen ver haal uit de dokterspraktijd biedt. Veel be ter nochtans dan de voorgaande, welke ook aan de ziekenhuis-wereld nagenoeg vreemd bleef, maar niet excelleerde als compositie in het meer gebruikelijke genre. Hier keert de schrijver zelf terug naar een heel oud gegeven; maar hij werkt het op een bijzonder charmante wijze uit zodat de spanning geen ogenblik ver flauwt. Een goed boek, ook wat de strekking betreft, voor een niet al te jeugdig pu bliek aanbevolen Rood Joeco-Slavië door Bernard flewman Uitg. Nederland: Boekhuis. Tilburg. Rood Joego-Slavië, een wondermooi land voor avontuurlijk aangelegde toe risten, maar vooral een uniek studie object voor allen die iets meer te weten willen komen van de zenuwenoorlog tus sen het Kremlin en de vrije wereld; dat ts Joego-Slavië. Want president Tito is de enige communistische dictator die zich openlijk durfde verzetten tegen de Sovjet unie, teneinde zijn eigen koers te gaan varen. Daarmee heeft hij Rusland een prestige-deuk bezorgd die het nog jaren zal voelen. Aan deze allermerkwaardig ste hoek van Europa is nu het nieuwe boek van Bernard Newman gewijd en men kan zich moeilijk een meer ideale gids voorstellen. Voor de toerist mag de ze Brit gelden als het prototype van de op schoonheid en reisavonturen beluste zwerver; wie Joego-Slavië ooit zelf denkt te gaan bezoeken moet dit boek lezen, al was het alleen maar om de verras sende en onconventionele reismethoden en reisbeleving die Newman hem voor houdt. Voor de thuisblijver echter en dan speciaal die welke graag zijn kennis ver rijkt over historische en hedendaagse we reldproblemen, bevat dit boek wel zeer bijzonder waardevolle gegevens. Langs Slovenië en Kroatië In het Noor den. door de kernprovincies Servië en Bosnië-Hertsegowina, via de ruige dre ven van Montenegro en Macedonië ln het Zuiden, en langs de schilderachtige kust van Dalmatië, voert ons dit spannende reisrelaas. De auteur vindt telkens een ongezochte aanleiding zijn verhaal te stofferen met zakelijke gegevens over 's lands economische en politieke situa tie. de problemen der kerkvervolging, de ethnische en taalkundige complicaties en de woelige geschiedenis, welke laatste de sleutel vormt voor alle begrip omtrent Zuidslavische vraagstukken. Steeds weet de schrijver, die het land ook vóór de oorlog herhaaldelijk bereisde, vergelijkin gen te maken, en daardoor worden de grote lijnen van de ontwikkeling in deze Balkan-staat voor ons duidelijk zicht baar. Aldus ontsond een aangenaam ge heel; een boeiend en fleurig reisverhaal, met er in verwerkt een schat van be langwekkende gegevens. „Bent U ook zo'n vader" door Henri Knap. - Uitg. De Bezige Bij, Amsterdam. De geestelijke ref .r-taties over het dage lijks leven die Henri Knap reeds in di verse boekjes heeft ten beste gegeven, werden voortgezet met een bundel humo ristische schetsen, waarin de perikelen van het vaderschap worden onderzocht. Dat de moeilijkheden voor de opvoeder door het op de markt verschijnen van po- pulair-paedagogische werkjes eer toe - dan afgenomen zijn. wordt door de schrij ver in tal van benarde situaties aange toond. Geen vader zal het boekje kunnen lezen zonder lachend iets van zichzelf in deze scherts te herkennen. „Dorothea" door R.G. Waldeck - Uitg. Querido, Amsterdam. Historische romans mag men met het oog op de zedenschildering van een be paald tijdvak wat door de vingers zien. Maar deze apotheose van „Talleyrand's laatste liefde", zoals de ondertitel luidt, gaat de grens der betamelijkheid ver te buiten. Eigenlijk biedt het lijvige boekdeel ln hoofdzaak een romantisering van het dansende Congres in Wenen dat zo ha chelijk verliep en jammerlijk mislukte, toen Napoleon van Elba de wijk nam en op Franse bodem terugkeerde; maar de „liefdes geschiedenis" die er in verweven is, dringt zich toch te zeer naar de voor grond. De tekst van het verhaal geeft zeif toe: „In het oog van de wereld was Talleyrands leven zo verdacht en schan dalig als het maar mogelijk was". Met die „wereld" zal wel ieder het eens zijn die van ,de „historische gegevens" rond de figuur van deze „diplomaat"-avontu- rier ook maar de helft gelooft. Wat er van zij, de „schandaligheid" ls behoorlijk uitgebuit, zodat wij niet er toe besluiten kunnen de roman een algemene aanbeveling mee te geven Uit katholie ke bibliotheken blijft hij stellig beter ge weerd. „Honderd schrijvers van onze eeuw"- Uitg. Daamen, Den Haag. Na „De Ned. Letterkunde in honderd schrijvers", de moderne platenatlas van onze literatuur tot aan de eerste wereld oorlog, is nu het tweede deel gevolgd dat met eenzelfde illustratieve rijkdom de hedendaagse letteren behandelt. In grote trekken is hetzelfde systeem ge volgd van het eerste deel; weinig tekst, die zich beperkt tot korte soms al te korte karakteristieken der verschillende schrijvers en goed gereproduceerde veel al onbekende portretten. Over de keuze der honderd schrijvers zal wel niemand het helemaal eens zijn. Vooropgesteld dat het de tijdgenoot niet gegeven is het blijvende van het voorbij gaande te scheiden moet men echter toè- geyen keuze in ieder geval geen principiële tekortkomingen vertoont. De katholieke letteren bijvoorbeeld zijn er behoorlijk vertegenwoordigd al zien wij bijvoorbeeld heel beslist niet in waarom schrijvers als J.W. Hofstra en Dick Ou- wendijk buiten de honderd belangrijkste auteurs van Nederland zouden moeten gerekend worden. Verheugend is het grote aandeel dat de Vlaamse letteren in deze atlas hebben. De speciale moeilijkheid van 't ongewisse in de waardering der eigentijdse letteren gaf de samenstellers - J. den Haan dr. J. Hulsker, G. Schmook, prof. G. Stui veling en prof. A. Westerlinck - aanlei ding een reeks portretten van zich nog ontwikkelende auteurs bij wijze van epi loog te doen volgen op het eigenlijke boek. Ter overbrugging van eventuele lacunes opent het boek met een soortgelijke por trettengalerij van ouderen, reeds bespro ken in het eerste deel. De grote verwildering door A. den Doolaard Uitg. Querido, Amsterdam en Duecento, zwerf tocht door Italië's late middel eeuwen Uitg. Het Spectrum, Utrecht. Dat deze twee boeken een uitgebreide lezerskring vonden moge blijken uit het feit dat van eerstgenoemde roman reeds een vierde druk van de pers kwam, ter wijl van Duecento in de Prismareeks een tweede druk verscheen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 10