Het geestelijke en litteraire
testament van Ernst Wiechert
Een wereld IN DRUKINKT
witte doek
Missa sine Nomine" in het
Nederlands vertaald
Bij het twintigjarig bestaan van
Ons Lekenspel
ZATERDAG 8 JANUARI 1955
PAGINA 19
„Wraak en weerwraak, haat en nieuwe haat vormen een onver
brekelijke nimmer eindigende keten die de mensheid naar de onder
gang drukt, tenzijenkelen uit ons midden opstaan, die werke
lijk in staat zijn tot een nieuwe liefdeIn deze woorden heeft de
grote Duitse schrijver Ernst Wiechert zijn laatste boodschap aan
een door angst en haat verscheurde mensheid vervat. Hij deed dit
kort voordat hij in Zwitserland overleed en de roman, waarin hij
voor de laatste maal deze diepe gedachte gestalte heeft gegeven en
nader uitgewerkt, verscheen zojuist iit$N ederlandse vertaling bij de
Zuid Hollandse Uitgeversmij Ad. M. C. Stok te 's-Gravenhage, onder
de titel „Missa Sine NomineErnst W iechert had recht lol
spreken over haat en wraak, want hij had deze aan den lijve onder
vonden of wat nog erger was :diep in zijn gevoelige ziel doorleden.
Het bittere voor hem was, dat het Duitsers, landgenoten van hem,
waren, die blind en overmoedig de jneg naar onrecht, haat en wraak
insloegen. Wiechert waarschuwde keer op keer, viel bij de nazi's in
ongenade en leerde de verschrikkelijke hel van Buchenwald kennen.
Hij keerde als een lichamelijk geknakt mens terug, maar zijn moed
en waarheidsliefde waren ongebroken integendeel! Wederom
schreef hij, met zijn hartebloed, om te troosten en te waarschuwen.
Zekerheid van de liefde
Met nog meer overtuiging
Wedergeboorte
„Aan de Waterkant
Geen gezellige, maar leerzame lectuur Jaarverslag K.F.A.-
K.F.J. Kaderschool in Den Haag Comité Missiefilm
„On the waterfront" en „Poort der Hel" Volgens New-
Yorkse critici de beste films van 1954 Mario Lanza en Rita
Hayworth weer voor de camera's Rita als prinses Zuleika
„Broer" van Gregory Peck Kay Kendall geschorst
Weigerde rol in rol in „Doctor at Sea" „I aust wordt ver
film Kerstversieringvan Lou Costello „Filmforum
Gedachten
W J
Morgen en avond
Welke betekenis heeft ons
lekenspel voor ons gehad?
Het religieus toneel
Hans van Bergen
„Missa sine Nomine" is inderdaad te
beschouwen als het geestelijke en literai
re testament van Ernst Wiechert. Hij
heeft er zich het volledigst in uitgespro
ken. Met alle vuur, dat in hem was, heeft
hij getuigd van zijn afkeer van de kwade
krachten in de mens en van zijn diepste
geloof in de macht en kracht van de ware
liefde. De overwinning op de duistere dic
tatuur van het door hem gehate nazidom
bracht hem grote teleurstellingen. Minder
dan ooit schenen liefde e ngoedheid moge
lijk maar toch, ondanks alles, wist
Wiechert dat ze er waren, al was het
dan ooit schenen liefde en goedheid moge-
voudigen en deemoedigen, die innerlijke
rust en vrede hadden verworven. De stil
len, die deze vrede niet onder woorden
brachten maar diep beleefden.
Rust en vrede, zoals die in de natuur
te vinden zijn in de bossen en velden
en moerassen, waarover Wiechert zo veel
schreef. De natuur kon naar zijn vaste
overtuiging de balsem zijn om een ge
wond hart te genezen en om de mens zich
zelf uit ontreddering en verwarring terug
te doen vinden.
Kort voor de eerste wereldoorlog ver
scheen zijn roman „Het simpele leven",
waarin de voormalige zee-officier Tho
mas Von Orla in de stilte der natuur tot
bezinning komt. Vor Orla laat al het vroe
gere achter zich, het roemrijke even goed
ais het smadelijke, en wordt als het ware
herboren tot een nieuwe mens, die de
eenvoud en de liefde heeft leren ver
staan en de volheid daarvan heeft onder
vonden.
Sinds dit boek is een golf van haat
en menselijke ellende over de wereld
gespoeld. De zekerheid van Wiechert
scheen tot in haar grondvesten geschokt
was ze niet een bijna kinderlijke her
senschim? Maai' mét de smart had
Wiechert jnog dieper dan ooit tevoren
de macht en kracht van de liefde erva
ren. Want in de helse schepping van
het kwade het concentratiekamp,
bloeiden de allerschoonste bloemen van
de opofferende liefde en goedheid. In
dit afschuwelijke symbool van het op
recht kwam de sterkste drang naar
gerechtigheid tot leven..
Wat Wiechert zich als een plicht zag,
was het uitbeelden van de mens, zoals
hij zich nog veel heviger ontredderd
en belast dan Von Orla uit de Tweede
Wereldoorlog en de nasleep daarvan red
de. Dus: een tweede „Het simpele leven",
maar dan nóg directer, met nóg feller
kleuren en schokkender tafrelen. Maar
bovenal: met mèèr overtuiging en inner
lijke kracht.
De schrijver roept drie figuren voor ons
op, de gebroeders Liljecrona, jonge land-
edelen. Erasmus was generaal, maar hij
verliet de dienst voordat Hitier zich de
macht toeeigende. Aegidus bestuurde het
vaderlijk domein en de derde, Amadeus,
was een stille teruggetrokken figuur. Deze
Amadeus zocht de wijsheid en het geluk
In de boeken. Hij werd door een hout
vester verdacht gemaakt bij de nazi's en
gevangen gezet in een concentratiekamp.
We leren hem kennen wanneer hij, na
de oorlog bevrijd door de Amerikanen,
als een opgejaagde vreemdeling op het
vaderlijk landgoed terugkeert. Hij is ver
bitterd en verhard een schim nog
slechts van de oude Amadeus. Hjj vindt
zijn broers terug, maar wat hij niet vindt
is de vrede en de rust, die hij vroeger
hier gekend heeft. Hij moet „de weg
terug" ontdekken, dit is: weer komen tot
aanvaarding van het leven en dus ook
van de liefde. De smart en het gemis
moeten geen aanleiding tot bitterheid,
maar tot vervollediging van het mens
zijn worden.
Het is 'n uiterst moeilijke periode voor
Amadeus. De verschillende mensen, die
zijn pad, kruisen sterke figuren, door
Ernst Wiechert krachtig getekend hel
pen hem, ieder op de eigen wijze, zich-
V)
ken van deze schrijver vol zitten, be
wijst het posthuum verschenen werk
„Gesegnetes Leben", waarin Gerhard
Kamin de meest markante fragmen
ten uit de romans en novellen van Wie
chert heeft bijeengebracht. In niet min
der dan zes-en-twintig hoofdstukken
(„Von der Kindheit und vom Kinde",
„Mensch und Natur", „Vom Leide und
von Leideden", Von deren Liebe",
„Von lauten und stillen Dingen", enz.
enz) heeft de samensteller gedachten,
overpeinzingen en uitspraken van de
schrijver van „Missa sine Nomine" sa
mengevat.
Als men dit boek aandachtig leest, be
seft men pas goed hoe rijk het leven
van deze dichter en denker is geweets.
Men kan slechts wensen, dat er genoeg
oren zullen zijn, die naar deze stem, deze
waarschuwende en bemoedigende stem
willen luisteren..
R.
De duitse titels zijn alle verschenen bij
Kurt Desch Verlag, Müncheen.
Door Julien Kuypers. Uitgave De
Sikkel, Antiverpen en J. M.
Meulenhofj, Amsterdam.
Geen reisbeschrijving in de gewone be
tekenis, over merkwaardige volken, groot
se avonturen, en onontdekte, onbekende
landstreken is het boek „Aan de Water
kant" van Julien Kuypers.
De schrijver vertelt ons van zijn tochten
per motorboot. „Varend door schoon
Vlaanderen", is de ondertitel van zijn
boek en schoon is het inderdaad wat hij
ons, al namijmerend, beschrijft.
In dichterlijke taal vertelt hij van zijn
trekken over de kleine en grote rivieren
van het welige Vlaamse land en de zan
dige, idyllische Kempen. Wij leren de lui
men en geheimen kennen van de Zenne,
de Dijle, de Demer, dc Leie, de Rupel en
nog veel meer. Wij kijken in gedachten
mee naar hun boorden met de gehuchten
en stadjes er langs verborgen in over-
echaduwend sappig groen. En naar de
oude en nieuwe kerkjes, opgetrokken in
Diestersche zandsteen of Brabants arduin.
Hij beschrijft ons de varende wolken, die
schaduwen trekken over het zonnige land
en hij herinnert er ons aan, dat Vlaande
ren, evenals ons eigen Holland, grote
schilders heeft opgeleverd. Hij wijst ons
de geboorteplaatsen en de stadjes, waar
dichters, schrijvers en componisten, die de
kleurenrijkdom en het leven van het goede
Vlaanderen bezongen en beschreven heb
ben, hun levensjaren sleten.
Wij- luisteren, als hij vertelt van de his-
„De IJzeren Ring" door Herbert
Zand Uitg. N.V. Uitgeversmij
Pax te Den Haag.
Een boek, dat de lezer niet licht zal
vergeten is „De IJzeren Ring" van Her-
bert Zand. Aangrijpend en uitermate
plastisch geschreven, vertelt deze sombe
re roman van een denkbeeldige, zich
steeds terugtrekkende compagnie naar
het symbolische stadje Mindenburg, waar
de strijd zich in puin verliest. Geen nauw
gezette oorlogsreportage is dit verhaal
van Zand, doch de auteur bedient zich
van de mannen van deze compagnie en
het leven in het Mindenburgse hoofd-
torie van het oude Vlaamse land. welks
groots verleden voor een deel met het
oude verbonden is.
Hij vertelt van de arme slokkers en
soms valt er een exquis grapje over een
uithangbord, de eigenaardigheden van het
dialect of de historie van de streek. Wij,
opgegroeid in „de lage landen bi der see",
die steeds proberen, onze vacanties door
te brengen tussen hoge bergen, of in me
tropolen, voelden bij het lezen van dit
reisverhaal een oneindig verlangen ons
besluipen, eenzelfde pelgrimage te onder
nemen. Talrijke foto's, helaas wat grijs
afgedrukt, verluchten het boek. Paul Aus-
loos verzorgde een aardig bandontwerp en
stofomslag.
kwartier achter het front om het ver
schijnsel van de oorlog met al zijn mee
dogenloosheid en niets ontziende vernie
tiging aan te klagen en tevens de weg te
wijzen naar de vrede.
De moderne mens moet zichzelf in
zijn medemens weten vrij te maken door
afstand te doen van zichzelf, van zijn
drang naar zelfgenoegzaamheid. Dit is
de idealistische onderstroom welke de
lezer tussen het kanonnengebulder, het
oorlogsrealisme en de rauwe soldaten-
praat door in dit vaak beangstigende
boek waarneemt.
„Dan maar zo!" door Paul Brickhill-
vertaald door Ton van Beers Uitg
H. J. W. Becht, Amsterdam.
„Dan maar zo" is de levensgeschiede
nis van Douglas Bader, wiens naam reeds
tijdens zijn leven over de gehele wereld
een haast legendarische faam heeft gekre
gen. Met zijn haast bovenmenselijke wils
kracht en doorzettingsvermogen weet deze
man, die beide benen tijdens een vlieg
ongeval moest verliezen, ieders bewonde
ring en eerbied af te dwingen: zelfs de
Duitsers in wier krijgsgevangenschap hij
later raakte, respecteerden hem. Hij was
een van de weinige iaehtvliegers die de
slag om Engeland in de lucht uitvochten
en Engeland deden zegevieren. Dank zij
zijn enorme vitaliteit en levensmoed
bracht hij het. ondanks zijn lichamelijke
handicap, in korte tijd tot wing-comman-
WERELDNIEUWS
zelf terug te vinden. Zijn bevrijding vol
trekt zich na een langzaam innerlijk pro
ces en enige dramatische gebeurtenissen,
die tot bezinning dwingen. In de stilte
der natuur ontdekt hij het geheim van
een simpel leven, vrij van haat, rijp voor
het grote geheim van de liefde.
In heel dichterlijk en zuiver proza heeft
Ernst Wiechert het verhaal van de drie
broers, en in het bijzonder dat van Ama
deus, gedaan. In de beschrijvingen van
het natuurschoon treft ons weer de lief
de van Wiechert voor het bos, en in de
karakterisering van mensen zijn voorkeur
voor simpele zileen, die de wijsheid in de
leerschool van het leven-zelf leerden.
Maar is dit een van de waardevolste
facetten aan het werk van Ernst Wiechert,
het is tevens de zwakke plek ervan. Er
worden soms al te veel levenswijsheden
gezegd. Iedereen op zijn beurt spreekt
een schone en zinrijke gedachte uit de
dominee, maar ook een oude koetsier;
een Amerikaanse soldaat, maar ook de
Poolse Jood Jacob (een ontroerende ge
stalte!) Kortom iedereen, en dat maakt
het lezen van Wiecherts werk wel eens
een beetje moeilijk. Het irriteert soms
omdat het de handeling in het verhaal
remt.
In „Missa sine Nomine" is dat echter
minder het geval dan bijvoorbeeld in
„Die Jerominkinder." Wiecherts laatste
roman is waarschijnlijk zijn rijpste en
gaafste werk.
Hoe behartenswaardig overigens de
talloze gedachten zijn, waarvan de boe-
(Van onze filmredacteur)
Jaaroverzichten zijn nu niet bepaald
gezellige, maar soms wei nuttige of leer
zame lectuur. Tot deze laatste soort be
hoort het verslag over de werkzaamhe
den van de Katholieke Filmactie en het
Katholiek Filmcentrum voor de Jeugd,
dat bovendien nog dc verdienste heeft
zeer beknopt te zijn.
Uit dit overzicht kan dc conclusie wor
den getrokken, dat 1954 zowel voor dc
consolidatie als voor dc geleidelijke uit
breiding van het filmvormingswerk, dat
door K.F.A. en K.F.J. wordt verricht,
een vruchtbaar jaar is geweest.
Beide organisaties, hoewel zelfstandig
en staande onder een eigen bestuur, wer
ken ten nauwste samen onder een twee
hoofdige directie, namelijk mr N. W. A.
Brink van de K.F.A. en pater J.P. Dirk-
se. S.C.J. van de K.F.J.
Van elke in Nederland uitgebracht
hoofdfilm en van de belangrijkste korte
films werd een uitvoerige documentatie-
kaart opgesteld, bevattende alle gegevens
beknopte inhoud en een korte waarde
ring. De kaarten worden om de drie we
ken aan de abonné's (meest scholen, ver
enigingen, parochies e.d.) toegézonden.
Met de uitbreiding van het vormingswerk
en ten dienste daarvan neemt het aantal
abonné's op deze kaarten geleidelijk toe.
Bovendien werden mondeling, telefonisch
en vooral schriftelijk honderden adviezen
aan belanghebbenden verstrekt.
In totaal werden gedurende 1954 op
tal van plaatsen in het land 22 filmcur
sussen in 134 lessen gegeven. Het aan
tal deelnemers per cursus varieerde van
40 tot 120. Behandeld werden de geschie
denis van de film, filmhandel en kunst,
filmanalyse, -psychologie en -vormings
methodiek. Elke les besloeg minimaal 2
uur, waarvan één uur theorie en één
uur projectie.
Voorts werd medewerking verleend aan
cursussen, die niet door K.F.A.-K.F.J.
werden georganiseerd, zoals o.a. voor de
Haja in Den Haag en de Stichting U-
trechtse Jeugdfilm. Tenslotte werd nog
in tientallen afzonderlijke spreekbeurten
voor diverse groeperingen filmvorming
gegeven of gepropageerd.
Onder auspiciën van het Landelijk Bu
reau werden filmkringen opgericht in Te-
gelen en in Schiedam. Aan andere reeds
bestaande kringen werd adviserende bij
stand verleend.
Het eerste leerjaar van de Kader-
school in Den Haag, die tot doel heeft
het kweken van filmkennis en de oplei
ding van filmdocenten, werd in 1954 vol
tooid met 15 cursisten. Het tweede leer
jaar, dat, zoals gemeld, op 4 October
plechtig werd geopend, omvat 30 lessen
en een aantal afzonderlijke filmvertonin
gen. Het aantal deelnemers bedraagt der
tig uit intellectuele kringen. Filialen van
deze school in andere delen van het land
zijn in gevorderde staat van voorberei
ding.
De kleine studiebibliotheek ten dienste
van de filmvorming in K.F.A. en K.F.J.
verband werd in 1954 uitgebreid met en
kele tientallen belangrijke studiewerken
en kleinere publicaties. Het illustratie
materiaal werd aangevuld met 3 instruc
tiefilms. 10 films en filmfragmenten en
enkele filmstrips.
Onder de verschillende nevenwerkzaam
heden kan worden genoemd de oprich
ting van een Comité Missiefilm tot or
dening en verheffing van het peil der
huidige missefilms a's belangrijk mid
del tot geloofsverbreiding.
Het comité is bedoeld als contactpunt
voor alle missionerende orden en congre
gaties en is reeds begonnen met een in
ventarisatie van het bestaande missie
film-materiaal. Binnenkort verschijnt
hierover een brochure in de „Projecta"
reeks, een der publicaties van K.F.A.
en K.F.J., die bovendien medewerking
verlenen aan het tijdschrift „Filmforum"
Een grappenmaker, die zich uitgaf voor
de broer van Gregory Peck, de filmster,
heeft bij een groot modehuis in Dallas
„Wegen door de avond" door for
Bruyn - Uitg. Ploegsma, Amster
dam.
Een boek door en voor bejaarden, of
zoals de ondertitel luidt: „de oudgewor-
den mens in vele gestalten gezien door
s hrijvers, dichters en denkers", een soort
bloemlezing voor de levensavond met
zorgvuldigheid gekozen door iemand die
hem zelf nog niet heeft bereikt, doch wel
beseft dat het om de vraag naar de
diepere zin van het leven te doen ts en
het vinden van levensvreugde tn het goed
doen aan anderen.
Bij de keuze der citaten is de gedachte,
door de hoofdstukken heen voortreffelijk
volgehouden.
Verschillende reproducties van toepas
selijke schilderstukken illustreren de
tekst.
Zijn spelen is leren, door Hilary
Page; vertaling Katherina Lyck-
lama. Uitg. J. H. de Bussy,
Amsterdam.
Hilary Page heeft er zijn levenswerk
van gemaakt het spel van het kleine
kind te bestuderen; daaraan heeft hij een
heel systeem van kinderspeelgoed aan
gepast." In dit boek. dat als ondertitel
draagt: „het spel bij baby en kleuter"
houdt de schrijver een warm pleidooi bij
de ouders om zich intensief met het snel
van de kinderen, zodra deze neiging tot
enig spel vertonen, bezig te houden,
daar dit een uitstekend middel is om het
innerlijk van het kind te leren kennen.
Het is een boek, waarin inderdaad een
schat van waarnemingen en raadgevin
gen is te vinden. Kind en spel horen
bij elkaar. Hilary P ;"t de ouders,
hoe zij zelf die saap-h.r'.d tot welzijn
van het kind kunnen uLouiten.
In onze artikelenreeks mogen wij
toch maar niet zo zonder meer voor
bijgaan aan het feest, dat „Ons Le
kenspel" te Bussum onlangs gevierd
heeft bij gelegenheid van zijn twintig
jarig bestaan.
Het heeft gemeend dit feest te moe
ten vieren met een groot werkcongres,
waar eminente sprekers optraden, prac-
tische lessen werden gegeven, voor
drachten gehouden, spelen opgevoerd,
films vertoond, gedebatteerd, gemusi
ceerd, etc. Wij behoeven hier niet
verder op dit werkcongres in te gaan.
We hebben de verslagen in de dagbla
den kunnen lezen. Het is een groot suc
ces geworden. Een ieder, die het werk
congres heeft bijgewoond, was enthou
siast. Men vond het bijzonder interes
sant. En het is, meen ik, ook heel
vruchtbaar geweest. Anton Sweers, de
leider van „Ons Lekenspel" is er de
man niet naar, om het alleen bij woor
den te laten. Zijn daden zullen spoe
dig volgen.
Als ik mij bij het twintig jarig be
staan afvraag, welke betekenis Ons
Lekenspel voor ons gehad heeft, dan
wil dat niet zeggen, dat ik ook nu niet
grote betekenis aan Ons Lekenspel
toeken. Het is mijn bedoeling echter
slechts een blik in het verleden te slaan.
Zonder de andere bona fide uitgeve
rijen te kort te willen doen, mag ik,
geloof ik, toch wel zeggen, dat Ons Le
kenspel zich op de voorgrond heeft ge
plaatst, waar het de strijd tegen hum
bug en draken betreft op het toneel.
Wij denken zo gemakkelijk, dat wij
de mensen zijn, die de wapenen opge
nomen hebben tegen alle wansmaak
op dit gebied, maar deze strijd is mis
schien ouder dan wij in jaren tellen.
Hoogstwaarschijnlijk zal deze strijd wel
net zo oud zijn als het toneel zelf.
Want wij zijn heus niet de eerste men
sen, die van zichzelf veronderstellen
over goede smaak te beschikken.
Hoe het ook zij, twintig jaar gele
den richtte Anton Sweers Ons Leken
spel op. Anton Sweers was een idealist.
En bovendien was hij een man van
de daad. Tegenover het draken-reper
toire wilde hij een oergezond reper
toire stellen. En hiervoor wilde hij be
schikken over een eigen toneelfonds.
Er bestaat geen beter middel om de
draak te bestrijden dan het propageren
van goede en gezonde stukken.
Anton Sweers ging hierbij heel radi
caal te werk. Met de vraag hield hij
geen rekening. Hij gaf alleen uit wat
goed en gezond was. Misschien wel niet
erg practisch van zakelijk oogpunt uit
bekeken, maar van idealistisch stand
punt uit bezien, heel juist.
Anton Sweers brak radicaal met het
gangbare repertoire. Hij was geen man.
om scheutje voor scheutje wat wijn
bij het water te doen en zo ongemerkt
van lieverlee beetje bij beetje het re
pertoire wat gezonder te maken. Hij
rekende in één slag af met alle oude
opvattingen en stelde daartegenover
zijn meningen omtrent lekenspel.
Radicale mensen ontmoeten immer
veel weerstand, maar zij bereiken ook
veel. En hoe men ook in de loop van
de twintig jaren over het repertoire
van Ons Lekenspel heeft mogen den
ken, feit is toch, dat door Anton Sweers
de publieke mening onbewust ten goede
is beïnvloed. Twintig jaar geleden was
het met ons amateurtoneel-repertoire
heel wat droeviger gesteld dan nu.
En wij mogen gerust deze verbetering
van smaak voor een groot deel toe
schrijven aan Ons Lekenspel en in het
bijzonder aan Anton Sweers, die dag
in dag uit hiervoor gevochten heeft
als een leeuw.
Anton Sweers heeft het simpele eer
lijke lekenspel weer in rijn waarde
hersteld. En hierdoor heeft hij smaak
weten bij te brengen voor het oprechte
het zuivere, dat wij in vele gecompli
ceerde spelen dikwijls maar al te wei
nig aantreffen.
Hij heeft wakker geschud. Alle ge
maaktheid en valsheid afgetrokken. Hij
is geen zachte, maar wel een heel goe
de leermeester geweest.
Zonder ook op dit gebied anderen
te kort te willen doen, mogen wij ge
rust zeggen, dat Anton Sweers één van
de grote durvers is geweest, om het
eerlijke, simpele religieuse spel weer
op de voorgrond te plaatsen, waarin
sfeer en wijding ver de boventoon voe
ren over de dramatische handeling.
Waar vroeger ergens van een draak
sprake was, dan was het wel, waar het
een specifiek katholiek religieus stuk
betrof. Een jongen of meisje, dat niet
naar het klooster mocht van thuis, was
schering en inslag. Het meisje of de
jongen werd dan van huis weg gejaagd:
de vader leefde in zonde; en op zijn
sterfbed kwam de verzoening tot stand
met de inmiddels tot priester gewijde
zoon of de non geworden dochter. Der
gelijke stukken kwijlden immer van
sentimentaliteit; zij waren vals en de
den de katholieke zaak eerder afbreuk
dan goed. Ons Lekenspel stelde hier
tegenover de frisse spelen o.a. van
Henri Gheon. Zo heeft Ons Lekenspe'
en hele serie goede religieuse stukken
gebracht. En ook deze stukken hebbe-
hun invloed ten beste gehad op de alge
hele smaakverbetering van onze ka
tholieke verenigingen.
Ons Lekenspel heeft gedurende de
twintig jaren van zijn bestaan een stem
pel gedrukt op het karakter en het
repertoire van onze amateurtoneelver
enigingen. En dit stempel is er een
van het goede soort geweest.
O
Mario Lanzo en Rita Hayworth ko
men beidenna geruime tijd afwezig
te zijn geweest, weer voor de film
camera's
(Texas) voor bijna 8.000 dollars aan bont
mantels en japonnen „gekocht".
Urenlang defileerden de mannequins,
gehuld in de duurste japonnen en linge
rie, voor de man, die door de verkopers
op cigaretten en borrels werd onthaald.
Later boden ze hem zelfs nog een lunch
aan.
De politie identificeerde de man als
een plaatselijke meubelverkoper.
Kay Kendall, het 27-jarige roodharige
actricetje uit „Genevieve" en Doctor in
the House" kwam met Kerstmis zonder
werk. Ze werd door de Rank-organisatie,
die een contract van zeven jaar met haar
heeft, geschorst, omdat ze weigerde als
tegenspeelster van Dirk Bogarde, een
goede vriend van haar, een rol te spelen
in de film „Doctor at Sea". Aangezien
een schorsing gewoonlijk een maand duurt
totdat er een nieuwe rol is gevonden
en aangezien Miss Kendall f 1.200,per
week bij Rank verdient, derft ze bijna
f 5.000,—.
Dat dit is gebeurd, aldus verklaart
ze zelf, verbaast me niets. Ik heb al
twee rollen geweigerd. Dus konden ze
moeilijk anders doen. Ik verbeeld me niet
dat ik een grote ster ben, maar ik wil
een goede rol hebben, waarin ik kan ac
teren. Misschien ben ik gek, maar ik ge
loof, dat ik heel goed weet, wat ik doe.
Acht jaar geleden trad ik op voor de
„musical" „London Town". Die rol maak
te me bijna drie jaar werkloos. Als ik
de naam van de film maar noemde, keek
niemand me meer aan.
Kay Kendall heeft achtereenvolgens ge
weigerd op te treden in „Value for mo
ney". waarin nu Diana Dors optreedt, de.
Jack Buchanen-film „As long as they're
happy" en nu weer in „Doctor at Sea",,. Éi
een vervolg op de succesfilm „Doctor in4-J
the House".
Lou Costello. de filmkomiek, heeft
6.000 dollars besteed aan zijn „Kerstmis-
versiering". Op het dak van zijn huis j
knalde Santa Claus met zijn zweep, een
span rendieren bracht de slee in galop
en millioenen met schijnwerpers verlichte
zeepbellen stegen uit de slee ten hemel.
Voor zijn huis stonden vijftig verlichte
kerstbomen en een openluchtprojector
vertoonde kerstfilms op een groot wit
scherm op het dak. Iedere avond tussen
Kerstmis en Nieuwjaar kwamen honder
den mensen naar dit schouwspel kijken.
toonde film „On the waterfront".
De critici, die aan de New Yorkse dag
bladen werkzaam zijn, noemden de 24-
jarige actrice Grace Kelly als de beste
actrice wegens haar rollen in de films
„Country Girl", „Rear Window" en „Dial
M for murder".
„On the waterfront" werd gekozen als
de beste film in de Engelse taal en de
Japanse film „Poort der Hel", die even
eens hier nog niet in vertoning is geko
men, als de beste buitenlandse film.
Binnenkort zullen twee oude bekenden
van het witte doek weer voor de film
camera's staan.
De eerste is Mario Lanza, Hollywood's
stormachtigste en omvangrijkste zanger
(hij heeft pas een strenge vermagerings
kuur ondergaan), die sinds 1952, toen hij
voor Metro-Goldwyn-Mayer in „Because
you're mine" optrad, van het witte doek
is verdwenen, nadat hij weigerde te spe
len in de film „The Student Prince" ,een
rol, die daarop door Edmund Purdom
werd overgenomen.
Thans zal hij voor Warner Brothers op
treden in de film „Serenade" naar een
roman van James Cain. Lanza zal daar
in de rol spelen van een operazanger,
die zijn stem verliest.
De- tweede, die weer aan het werk gaat
is Rita Hayworth. Columbia Pictures
Corporation heeft meegedeeld, dat Miss
Hayworth voor haar in twee films zal
optreden krachtens een overeenkomst,
waarin „alle sinds een jaar bestaande
geschillen tot wederzijdse bevrediging
van alle partijen" zijn opgelost. Officieel
werd geen melding gemaakt van de be
dragen. maar er wordt gefluisterd, dat
Columbia de ster een millioen dollars
heeft beloofd, terwijl ze 150.000 tot 200.000
dollars voor elke film zal ontvangen. Bo
vendien zal haar tegenwoordige echtge
noot, de Argentijnse zanger Dick Hay-
mes ook een rol in haar films krijgen.
De eerste van de twee films, waarmee
in Maart zal worden begonnen, is „Jo
zef en zijn broeders", een bijbelverhaal,
waarin Rita Hayworth de rol van prinses
Zuleika zal spelen. Na de tweede film,
waarvoor het 'onderwérp nog niet vast
staat, zou het contract van Miss Hay
worth met Columbia niet 'meer worden
verlengd.
Warner Brothers hebben bekend ge
maakt, dat ze voornemens zijn, „Faust"
te verfilmen. De film, die zowel op Gou
nod's opera als, op Goethes meesterwerk
zal zijn gebaseerd, wordt een drama met
muziek. De. zangers en acteurs, die in de
film zullen optreden zijn nog niet uitge
kozen.
In het nieuwste nummer van „Film
forum" maakt de redactie bezwaar tegen
de combinatie exploitant-criticus. Voor
één der Nederlandse radio-omroepen
treedt namelijk de „publicity manager"
van een filmmaatschappij op, die via de
microfoon zijn eigen films in het zonne
tje weet te zetten. Volgens het tijdschrift
houdt hier de culturele voorlichting op
om plaats te maken voor het directe gel
delijke gewin en de redactie hoopt van
harte, dat de overheid maatregelen zal
nemen om in de toekomst te voorko-
De New Yorkse filmcritici hebben aan
het eind van het jaar Marlon Brando ge
kozen als beste acteur van 1954 en Elia
Kazan als de beste regisseur voor hun
werk in de hier te lande nog niet ver-
Marlon Bands, die voor zijn spel in
de film „On the waterfront" door de
New Yorkse critici de beste film
acteur van 1954 werd genoemd.
Kay Kendall is, na voor de derde
maal een filmrol te hebben ge
weigerd, voorlopig door de Rank-
organisatie geschorst.
men, dat een belanghebbend spreker
evenveel rechten voor de radio zal heb
ben als de onafhankelijke criticus, die
zijn best doet angstvallig de moeilijkhe
den te omzeilen, die voor de belangheb
bende blijkbaar niet bestaan.
Over de film „Maarten Luther" komen
in het tijdschrift twee schrijvers aan het
woord: prof. dr W. Kooiman, Lutheraan
en Pater S. Jelsma M.S.C. die de ka
tholieke mening vertegenwoordigt. Bei
den gaan aan de aesthetische hoedanig
heden van de film voorbij en beperken
zich tot een uiteenzetting van hun stand
punt ten aanzien van de historische pro
blematiek.
Charles Boost doet bij gelegeheid vari
het zilveren jubileum van De Uitkijk in
Amsterdam enige grepen uit de historie
j van dit sympathieke theater, terwijl Fred
j Bredschneyder een korte biografie geeft
van de Franse regisseur Jacques Becker
die, zonder te behoren tot het handjevol
regisseurs, dat de richting aangeeft waar-
in de filmkunst zich beweegt, toch een
I frisse wind heeft doen waaien door de
geijkte schema's en ^iccesrecepten van
de filmindustrie.
Naast de gebruikelijke kortere en lan
gere besprekingen van actiele films
wordt in het als altijd lezenswaardige
nummer de artikelenreeks van dr Lud-
wig Berger onder de titel, „De Onzicht
bare Film" en in de vertaling van A.
van Domburg voortgezet.
der; de eerste die de Royal Air Force als
zodanig aanstelde.
Dit boeiend geschreven boek werkt aan
stekelijk en opwekkend en doet elke lezer
inzien welke enorme krachten er in de
mens, dus ook in hemzelf, schuilen.
Paul Brickhill is er bovendien in ge
slaagd de lezer zo nauw met de figuur
van Bader in contact te brengen, dat deze
zich er nauwelijks meer van bewust is dat
Bader niet zelf aan het woord is.
„De dame met de anjers" door
dr. A J. Cronin - Uitg. Sijthoff,
Leiden.
Weer een Cronin-roman die geen ver
haal uit de dokterspraktijd biedt. Veel be
ter nochtans dan de voorgaande, welke
ook aan de ziekenhuis-wereld nagenoeg
vreemd bleef, maar niet excelleerde
als compositie in het meer gebruikelijke
genre.
Hier keert de schrijver zelf terug naar
een heel oud gegeven; maar hij werkt
het op een bijzonder charmante wijze uit
zodat de spanning geen ogenblik ver
flauwt.
Een goed boek, ook wat de strekking
betreft, voor een niet al te jeugdig pu
bliek aanbevolen
Rood Joeco-Slavië door Bernard
flewman Uitg. Nederland:
Boekhuis. Tilburg.
Rood Joego-Slavië, een wondermooi
land voor avontuurlijk aangelegde toe
risten, maar vooral een uniek studie
object voor allen die iets meer te weten
willen komen van de zenuwenoorlog tus
sen het Kremlin en de vrije wereld; dat
ts Joego-Slavië. Want president Tito is
de enige communistische dictator die zich
openlijk durfde verzetten tegen de Sovjet
unie, teneinde zijn eigen koers te gaan
varen. Daarmee heeft hij Rusland een
prestige-deuk bezorgd die het nog jaren
zal voelen. Aan deze allermerkwaardig
ste hoek van Europa is nu het nieuwe
boek van Bernard Newman gewijd en
men kan zich moeilijk een meer ideale
gids voorstellen. Voor de toerist mag de
ze Brit gelden als het prototype van de
op schoonheid en reisavonturen beluste
zwerver; wie Joego-Slavië ooit zelf denkt
te gaan bezoeken moet dit boek lezen,
al was het alleen maar om de verras
sende en onconventionele reismethoden
en reisbeleving die Newman hem voor
houdt. Voor de thuisblijver echter en dan
speciaal die welke graag zijn kennis ver
rijkt over historische en hedendaagse we
reldproblemen, bevat dit boek wel zeer
bijzonder waardevolle gegevens.
Langs Slovenië en Kroatië In het Noor
den. door de kernprovincies Servië en
Bosnië-Hertsegowina, via de ruige dre
ven van Montenegro en Macedonië ln het
Zuiden, en langs de schilderachtige kust
van Dalmatië, voert ons dit spannende
reisrelaas. De auteur vindt telkens een
ongezochte aanleiding zijn verhaal te
stofferen met zakelijke gegevens over
's lands economische en politieke situa
tie. de problemen der kerkvervolging, de
ethnische en taalkundige complicaties en
de woelige geschiedenis, welke laatste de
sleutel vormt voor alle begrip omtrent
Zuidslavische vraagstukken. Steeds weet
de schrijver, die het land ook vóór de
oorlog herhaaldelijk bereisde, vergelijkin
gen te maken, en daardoor worden de
grote lijnen van de ontwikkeling in deze
Balkan-staat voor ons duidelijk zicht
baar. Aldus ontsond een aangenaam ge
heel; een boeiend en fleurig reisverhaal,
met er in verwerkt een schat van be
langwekkende gegevens.
„Bent U ook zo'n vader" door
Henri Knap. - Uitg. De Bezige Bij,
Amsterdam.
De geestelijke ref .r-taties over het dage
lijks leven die Henri Knap reeds in di
verse boekjes heeft ten beste gegeven,
werden voortgezet met een bundel humo
ristische schetsen, waarin de perikelen
van het vaderschap worden onderzocht.
Dat de moeilijkheden voor de opvoeder
door het op de markt verschijnen van po-
pulair-paedagogische werkjes eer toe -
dan afgenomen zijn. wordt door de schrij
ver in tal van benarde situaties aange
toond. Geen vader zal het boekje kunnen
lezen zonder lachend iets van zichzelf in
deze scherts te herkennen.
„Dorothea" door R.G. Waldeck -
Uitg. Querido, Amsterdam.
Historische romans mag men met het
oog op de zedenschildering van een be
paald tijdvak wat door de vingers zien.
Maar deze apotheose van „Talleyrand's
laatste liefde", zoals de ondertitel luidt,
gaat de grens der betamelijkheid ver te
buiten.
Eigenlijk biedt het lijvige boekdeel ln
hoofdzaak een romantisering van het
dansende Congres in Wenen dat zo ha
chelijk verliep en jammerlijk mislukte,
toen Napoleon van Elba de wijk nam en
op Franse bodem terugkeerde; maar de
„liefdes geschiedenis" die er in verweven
is, dringt zich toch te zeer naar de voor
grond. De tekst van het verhaal geeft zeif
toe: „In het oog van de wereld was
Talleyrands leven zo verdacht en schan
dalig als het maar mogelijk was". Met
die „wereld" zal wel ieder het eens zijn
die van ,de „historische gegevens" rond
de figuur van deze „diplomaat"-avontu-
rier ook maar de helft gelooft.
Wat er van zij, de „schandaligheid" ls
behoorlijk uitgebuit, zodat wij niet er toe
besluiten kunnen de roman een algemene
aanbeveling mee te geven Uit katholie
ke bibliotheken blijft hij stellig beter ge
weerd.
„Honderd schrijvers van onze
eeuw"- Uitg. Daamen, Den
Haag.
Na „De Ned. Letterkunde in honderd
schrijvers", de moderne platenatlas van
onze literatuur tot aan de eerste wereld
oorlog, is nu het tweede deel gevolgd
dat met eenzelfde illustratieve rijkdom
de hedendaagse letteren behandelt. In
grote trekken is hetzelfde systeem ge
volgd van het eerste deel; weinig tekst,
die zich beperkt tot korte soms al te
korte karakteristieken der verschillende
schrijvers en goed gereproduceerde veel
al onbekende portretten. Over de keuze
der honderd schrijvers zal wel niemand
het helemaal eens zijn.
Vooropgesteld dat het de tijdgenoot niet
gegeven is het blijvende van het voorbij
gaande te scheiden moet men echter toè-
geyen keuze in ieder geval geen
principiële tekortkomingen vertoont. De
katholieke letteren bijvoorbeeld zijn er
behoorlijk vertegenwoordigd al zien wij
bijvoorbeeld heel beslist niet in waarom
schrijvers als J.W. Hofstra en Dick Ou-
wendijk buiten de honderd belangrijkste
auteurs van Nederland zouden moeten
gerekend worden.
Verheugend is het grote aandeel dat de
Vlaamse letteren in deze atlas hebben.
De speciale moeilijkheid van 't ongewisse
in de waardering der eigentijdse letteren
gaf de samenstellers - J. den Haan
dr. J. Hulsker, G. Schmook, prof. G. Stui
veling en prof. A. Westerlinck - aanlei
ding een reeks portretten van zich nog
ontwikkelende auteurs bij wijze van epi
loog te doen volgen op het eigenlijke boek.
Ter overbrugging van eventuele lacunes
opent het boek met een soortgelijke por
trettengalerij van ouderen, reeds bespro
ken in het eerste deel.
De grote verwildering door A.
den Doolaard Uitg. Querido,
Amsterdam en Duecento, zwerf
tocht door Italië's late middel
eeuwen Uitg. Het Spectrum,
Utrecht.
Dat deze twee boeken een uitgebreide
lezerskring vonden moge blijken uit het
feit dat van eerstgenoemde roman reeds
een vierde druk van de pers kwam, ter
wijl van Duecento in de Prismareeks een
tweede druk verscheen.