KOETSHEID JUBILEUM TOURNOOI w*m i i n p.m. rW,Wr Ui EEN OUDE BEKENDE MtJ IATERQAGS VÖDR30MG 1 i merm a i Een bezoek aan de Utrechtse dierenkliniek DE HEILIGE VAN DE WEEK HET GRABBELTONNETJE w h wê i w Bridge-Rubriek M Wm €m m a m h m ZATERDAG 8 JANUARI 1955 PAGINA 5 Jury-rapport wm a m i i i W,WA Pi i W? m i mÊ M&m '%m mm mm 'mm MM Jö m wé wm. m a a a i n t m m m m dikwijls het zwakke punt bij paarden- Honden hebben een Raad van Beheer De zieke boxer Het dozijn vol Wie geeft het antwoord op dit dozijn vragen? 8 Januari: H. Guclula Wie helpt? Oplossing CORRESPONDENTIE-ADRES: POSTBUS 8, HILVERSUM Onze opstel- en tekenwedstrijd m is sasisï Het Koetsheid Jubileum tournooi heeft zowel naar het aantal als naar het gehalte der inzendingen een bevredigende belang stelling gevonden, in het bijzonder bij de Nederlandse componisten. Van de buiten landse inzendingen bleken nelaas enkele van de beste incorrrect te zijn. hetgeen vooral ook daarom jammer is, omdat er enige goede Bohemers bij waren die in 'n tournooi van De Maasbode-pers, waarin in de loop der jaren zoveel voortreffelijke Bohemers zijn gepubliceerd, zeer op hun plaats waren geweest. Nu moesten wij het in dit opzicht doen met enige problemen, die in het, algemeen niet boven de middelmaat uitkwamen. Bij de thematische bevonden zich een aantal zeer goede composities. Toch was de be slissing niet gemakkelijk, omdat er geen bijzondere uitblinkers bij waren, waar van men zonder aarzelen kan zeggen: dat zijn de prijswinnaars. Ik ben mij er dan ook van bewust, dat de gekozen volgorde der bekroningen bepaald is door een voor keur, die men zich ook anders zou kun nen denken, maar ik vertrouw, dat de col lectie als geheel als een waardige herden king van het jubileum van de heer Koets heid beschouwd mag worden. Aangezien de incorrecte inzendingen inmiddels reeds aan de componisten zijn teruggestuurd, kan hier volstaan worden met te vermelden, dat 30 correcte drie- zetten zijn binnengekomen, die inmiddels alle in de loop van '54 in De Maasbode-pers zijn gepubliceerd. Opgemerkt zij hierbij, dat in nr 7153 (B. Postma) een ontsieren de dual voorkomt, zodat dit orobleem verder buiten beschouwing moest blijven. Alvorens nu over te gaan tot bespre king van de twaalf problemen, die ik voor onderscheiding zou willen voordragen, wil ik hier in het voorbijgaan melding maken van een aantal goede problemen, die bij een laatste schifting ter zijde werden ge legd; nr 7122 (Postma twee aardige themavarianten), nr 7136 (J. K. Blom. goed maar te weinig oorspronkelijk), nr 7139 (.7. G. M. Vos, te weinig variatie in de tweede zetten van wit), nr 7190 (J. Opdenoordt, aardige echo), nr 7206 (P. Overkamp, een rijke verzameling van ec. reine matstel- lineen, echter te veel knutselwerk). Thans de bekroningen: F. W. NANNING le prijs (nr 7125) Mat in d r i e zetten 1. Lf7 dr. (Tb6, Tc6) 2. Pe6 (Pe2, Pd3) E. VISSERMAN 2e prijs (nr 7213) m sprongproblemen, en dit gaf tenslotte de doorslag bij de beoordeling. 2e Prijs nr 7213 E. Visserman. De wijze waarop hier, met behulp van pion en loper een torenbatterij wordt ge vormd en ontplooid, is uiterst verrassend en zeer oorspronkelijk. Fraai is de beurte- lingse penning van de zwarte paarden. Helaas zijn sleutelzet, dreiging en verde re inhoud van het probleem wat armoedig. 3c Prijs nr 7216 J. J. Rietveld. Wederom een paardensprong met een goede sleutelzet. Drie blokkeringen op f5, waarvan een tot een „Brede-crosscheck" leidt en de beide andere de dualvermijding completeren. Extra prijs, nr 7167. J. Buchwald. Hoe moet men zo'n probleem plaatsen? De differentiatie van de dame- en paard- promoties na de gewelddadige schaakzet- ten van zwart zijn meesterlijk van tech niek en geen der andere inzendingen even aart dit probleem in gedurfde oorspron kelijkheid. Het is echter niet zozeer een probleem doch meer een demonstratie die begint na wits „Sleutelzet". Het wil mij voorkomen, dat door toekenning van een extra prijs deze inzending op de juiste wijze is gewaardeerd. le Eervolle vermelding. Nr. 7116. J. J. P. A. Seilberger. Wit Kgl, Df6, Tb2, La3, dl, Pa5, Pg3, pi- a6, b4. Zwart Kc3, Td4. Lh3, Pal, b3, pi. f7, g2, g4. 1. Lf3 Pc2 (Pel, Pa5:, P. anders, gf3:) 2. Pe4 (Le4, Le2, Pe2, Df3:). Een zeer harmonisch en uitstekend ge construeerd tempo-probleem. In één der varianten na 1Pel weer een tempo stand. De thematische inhoud bestaat in de dubbele bezetting van e2 en e4 door paard en loper met wits tweede zetten. De sleutelzet behoort mede tot de beste van het tournooi. 2e Eervolle vermelding. Nr. 7191. J. J. Rietveld. Wit Kh4, Tg8, La3, e8, Pg4, pi. f5, g3, g6. Zwart Kd5, Td4, pi. c3, c4, d3, d6, e3, e4, h6. 1. La4 c2 (d2, e2, h5) 2- Te8 (Td8, Tc8, Ta8). Een viervoudige Fleck, welke zijn bij zondere bekoring ontleent aan het feit, dat de vier dreigingen alle worden uitgevoerd door de witte toren. 3e Eervolle vermelding. Nr. 7209. A. P. Eerkcs. Wit Kh4, De8, Tb6, Lh7, Pc6, pi. b4, b5, d2, e3. Zwart. Ke4, Df5. Tc3, Lf8, h3, Pa2, h5, pi. c4, d3, e7, f3. 1. Da8 dr. (e6, Pf6, Pf4, Ta3, Pb4) 2- Pe7: (Pb8, Pd8, Pd4, Pa5, Pb4). Wederom de paardensprong, ditmaal helaas met de gebruikelijke kleurloze sleutelzet. De aardige thematische inhoud vormen de interferenties van de zwarte dame: drie in de varianten en tenslotte ook nog een in de dreiging, waarop echter geen paardmat volgt. 4e Eervolle vermelding. Nr- 7160. P. Overkamp. Wit Kd7, De2, Tel, Lc5, Pb2, c6, pi. e5. g2, g3, g5. Zwart Kd5, Ta5, Le4, Pdl, e3, pi. b4, c7' d4, e6, e7, f3, f7. 1. Tc4 dr. (Lbl. Lh7, Pc2, Pf5, Ld3) 2. Pe7: (Le7:, Lb4:, Pe7:, Pb4:, Dd3:). Dit probleem munt uit door de critische zetten van de zwarte loper, gevolgd door interferenties door het zwarte paard en stijlvolle voortzettingen van de witte loper, die zorgvuldig zelfblokkering voor het witté paard vermijden. Het critisch spel, dat enerzijds de kracht is van dit probleem, is anderzijds in zekere zin de zwakte ervan, omdat het niet zeer oor spronkelijk is. le Bijzondere vermelding. Nr. 7183. E. A. Wirtanen. No. 2039. 8 Januari 1955 Redacteur: G. J. A. VAN DAM, Vossiusstraat 18b, Amsterdam-Z. Alle correspondentie aan dit adres. Bij vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel voor antwoord insluiten. EINDSPEL-GEHEIMEN (11) Deze eerste rubriek van het nieuwe jaar vangt aan met een nieuwe bijdrage van Leo Springer over de geheimen van het eindspel. In zijn vorig artikel (no. 10) be sprak hij onder no. 3005 een eindspel van wijlen de eindspelkoning mr C. Blanke naar, dat nog behoorde in de reeks van eindspelen, die reeds waren behandeld. Leo Springer vervolgt thans met stand no. 3031 van MR C BLANKENAAR t Stand: Zw. 27, D. 4- Wit D. 15, D. 24, D. 46. Wit forceert winst Mat in d r i e zetten 1. f7 dr. (Pbd3, Pcd3, Pd7) 2. Df4 (ed4 Ld4, Ta5). J. J. RIETVELD 3e prijs (nr 7216) Wit Ke8, Dg3' Th5, h6, Lb7, Pd3, e6. pi. a6, f5. Zwart Kd6, Tel, hl, Lb8, dl, Pf7, pi. b3, c5, d4, f4, g5. 1. Pb2 dr (Pe5, Le2, Ke5) 2. Pc4 (Pf4. Pg5:, Df4). Ontpenning, cross-check en zelfpenning in de hoofdvariant, nog een ontpenning en een dame-offer in de andere varianten. Th5 wordt op aardige wijze in het spel betrokken. Helaas een korte dreiging en te weinig thematische samenhang in de variantenvorming. 2e Bijzondere vermelding. Nr. 7211. Ing. I. Mikan. Wit Kc8, Df2, Th5, Pc3, d6, pi. f5. Zwart Ke5, Ta2, a4, Lel- Pb8, pi. c4, e2, h4- 1. Th7 dr. (Ta5, Td2, Kd6:) 2. Pf7 (Pc4, Te7, Dd4). De beste Bohemer met een aardige sleu telzet en drie goede, maar weinig verras sende ec. reine matstellingen. 3e Bijzondere vermelding No. 7197. J. K. Blom. Wit Kh4, Tb5, Lel, Lg4, Pd7, h7- pi. a5, c5, f2, h2. Zwart Kf4, Db3, Ta2, Ldl, pi b4, c7, e2' e4, h3. 1. Pg5 dr- (Tc2, Td2, e3) 2. Lc3 (Tb4:, c6, f3). Goede brandpuntverstoring door de witte loper in de dreiging en tweemaal door de aangelokte zwarte toren. Tot de zwakke punten behoort de sleutelzet. 4e Bijzondere vermelding. Nr. 7145. Mr J. Albarda. Wit Kcl, Tc6, f5, Pf2, pi. d2, e6. Zwart Kd4, pi. c2, d3, d6, e7. 1. Tc3 d5 2. Pd3:. Een cerebraal geval- De matvoerings verandering (gereed ligt 1d5 2. Tf4) betekent een omwisseling van wit's twee de en derde zet. Vernuftig bedacht, maar het probleem lijdt een beetje aan bloed armoede. ROTTERDAM, December 1954. J. HARTONG. De heer Hartong betuigen wij hierbij onze grote erkentelijkheid voor de keu rige samenstelling van dit juryrapport, zo geheel belangeloos verricht. Het testen van de ingekomen opgaven hebben we voor onze rekening genomen, doch daarbij zeer verdienstelijk gesteund door de alge meen bekende en scherpe speurzin van de heer B. S. Witte. Eventuele bezwaren tegen het juryrap port kunnen tot 1 Mei a.s. aan ons wor den gericht. Daarna worden de prijzen ter beschikking van de winnaars gesteld. „Wij zullen nu beginnen met de syste men, welke er mogelijk zijn om te winnen, indien de zwarte dam zich bevindt in de vierhoek, aan te geven door de diagonalen 4—15—47—36—4. Het bovenstaande eindspel werd in 1915 gecomponeerd. Het is niet zo diep als zijn voorgangers slechts drie zetten maar in deze drie zetten demonstreert Blanke naar op duidelijke wijze de constructie van zijn winstsystemen. Als we de stand goed bestuderen, zien we direct, dat de zwarte dam reeds nu een zeer beperkte bewegingsvrijheid heeft en deze kan door één krachtzet van wit nog meer worden belemmerd, namelijk: wit 1.2447! Hierdoor is de mogelijkheid voor zwart om met zijn dam te spelen tot een minimum teruggebracht, want de dam mag niet „los" gaan staan door de be kende combinatie 4632 enz. Ook kan zwart zijn schijf niet offeren, omdat wit dan naar 14 slaat en als dan de zwarte dam los gaat staan, b.v. 418, volgt 149 en 4733. Zwart is dus gedwongen tot 1. 27—31. Nu wit 2. 15—20!, dreigt 46—10, waardoor het offeren van de schijf op nieuw wordt belet. De enige zet, welke zwart nog overblijft, is op dit moment 3136. Wit mag nu de zwarte dam niet afnemen, want dan slipt de schijf nog juist door naar dam en wordt het sPel remise. Thans volgt echter de verrassende slotzet wit 3. 4724!, waarmede zwart mat is gezet. Offeren is weer verhinderd door 46X10, 24—27 enz. Zwart moet dus zijn dam opspelen, waardoor deze toch „los" op het bord komt te staan en wit wint door 4. 46—41 gevolgd door 5. 20—15, uit! Deze drie zetten zouden we als leidraad kunnen beschouwen voor Blankenaar's eindspelen- We zien namelijk: Zet 1. De inleiding door beperking van zwart's mogelijkheden; Zet 2. Middenspel met het rangeren der witte dammen naar de velden van waaruit de winst wordt geforceerd; Zet 3. Slotphase, waarin het thema of idee wordt gedemonstreerd om de zwarte dam(men) op te vangen. Het zijn deze drie „momenten", welke we in alle eindspelen van Blankenaar terugvinden. In volgende artikelen zullen we hierop steeds weer de aandacht vesti gen. Heeft men dit systeem goed bestu deerd, dan zal men sneller de winst in vele dammen-eindspelen ontdekken en wat zeer belangrijk is daarvan ook in het partijspel zeer veel nut kunnen trek ken. LEO SPRINGER". VOOR ONZE LADDERWEDSTRIJD Spectaculaire Problematiek Ter afwisseling met de gedurende enige weken ter oplossing gegeven vraagstuk ken, welke merendeels onder het hoofd stuk „practische" problematiek zijn te rangschikken, laat ik thans een viertal composities volgen van wijlen de beroem de Canadase problemist C. E. St Maurice. Hierin wordt met dam(men) in beginstand en tijdens de afwikkeling gewerkt op een wijze, die ieder rechtgeaard probleem liefhebber zijn hart doet ophalen, terwijl er tevens door bewezen wordt dat derge lijke composities hun plaats onder de ver schillende constructie-genres ten volle waard zijn. In dit opzicht schijnt hij geïnspireerd te zijn door Weiss. De oplossingen van deze vier vraag stukken worden gaarne tot 18 Januari tegemoet gezien aan het boven deze ru briek vermelde adres. No. 3032 No. 3033 Mat in drie zetten 1. Kc8 dr. (Lf5:, Tff5:, Tgf5, Ke7, Pb6) 2. Pb3, (Pd7, Pb7, Pa6, Db7, Db6). J. BUCHWALD Extra prijs (nr 7167) Het serieus bestuderen van speeltechni- sche figuren heeft het voordeel, dat men dergelijke figuren goed weet af te werken wanneer deze in de practijk voorkomen. Het volgende spel kwam onlangs in een parenwedstrijd voor en de lezers van deze rubriek kunnen de moeilijke speeltechm- sche oplossing zeker zelf vinden, indien zij de artikelen die wij aan dit onderwerp gewijd hebben met zorg hebben gelezen. 4» A B 4 9943 O V 4 H B 9 5 3 4» H 10 9 9 AV75 O H 10 5 2 if. 10 7 4 8 5 3 2 9 B 10 2 OB963 4 A 4 9 H 8 6 O A 8 7 4 V 8 6 2 Noord was de gever, niemand k^ts* baar. Noord. Oost en Zuid pasten. West opende met 1 Harten, Noord doubleerde (informatie), Oost bood 2 Harten, Zuid 2 Sans-atout, waarna iedereen paste. Het zal duidelijk zijn, dat wanneer West met Schoppen, Harten of Ruiten uitkomt, de Zuidspeler al een slag cadeau krijgt en een zeer eenvoudig spel overhoudt. West speelde echter «f» 10 voor waar door er echte moeilijkheden ontstonden. In Noord werd 4 Heer gelegd, °ost J^m het Aas en speelde 10 na; Zuid en West lieten de slag lopen, waarop Oost V Boer speelde, Zuid dekte met de Heer. Wes maakte hierna nog twee vrije zodat OW reeds 5 slagen hadden. Op de 4e werd in Noord een kleine 4 afgegooid, terwijl Zuid de O 7 opruimde. West speel de weer 4 na, daar hij in die kleur het minste bederven kon. Zuid kwam in d hand aan slag met 4 8. Nu werd 4 ge speeld en gesneden met 4 Boer, A gelukte. De situatie was nu de volgende. 6 3 onder West's 4 Heer valt. Zuid brengt de eigen hand aan slag met O Aas en heeft nog 4 Vrouw over. Deze bijzonder elegante dwangpositie is voor onze lezers dus een oude bekende. Enige weken geleden behandelden wij het principe van deze dwangstelling on der de naam „Kris-kras-dwangpositie". Herinnert u het zich nog en heeft u in dit spel het juiste spelprincipe in toepassing kunnen brengen? Zo ja, dat bent u al weer een eindje op de brid'geladder gestegen, zo neen, leest u een en ander dan nog eens goed door. En zegt u niet „zo'n spel komt nooit voor". In luttele weken tijd hebben wij reeds drie van dergelijke figuren in practisch 55361 g6Zien MIMIR. 0.' Stand: Zw. 3, 710, D' 48. Wit 17—19, 22—24, 32, 35, 37. Wit speelt en wint. No. 3034 Stand: Zw. 1, 7—10, 13, 40, D. 16. Wit 19, 23, 24, 27, 31, 32, 34, 41, 42, 45. Wit speelt en wint. No. 3035 9 0 0 O 0 Stand: Zw. 79, 13, 15, 18—20, D. 26. Wit 27—29, 31, 32, 34, 39, 43—45, 48. Wit sp. en wint. I 4 B 9 5 H 10 5 2 Mat in drie zetten 1 Pe4 blP (blD, gflP, gflD) 2. Pc3 (Pf6, Pg3, Pg5). le Prijs nr 7125 F. W. Nanning. Er zijn zoveel paardensprongproblemen van Nederlandse componisten gepubli ceerd de laatste jaTen, dat het nieuwtje er wel af is. Nr 7125 is bovendien nogal zwaar (Dal, Pb8). Maar al zijn er dus be zwaren, de thematische harmonie van dit probleem is voortreffelijk: penning bij voorbaat van het witte paard, indien dit de dreiging zou willen uitvoeren, en pen ning van de zwarte torens uit de halfpin bij voorbaat. Bijzonder is ook de verras sende, vluchtveldgevende sleutelzet, zo 4 V 7 0? - O A 8 4 v 6 Noord is aan slag, hoe moet Zuid ver der spelen om alle slagen te maken. De drie vrije 4 moeten afgespeeld wor den en bij de laatste 4 noet de Zuid speler de 8 weggooien. Op het moment dat die laatste 4 gespeeld wordt heeft West nog 4 H-10 en O H-10. Gooit West de O 10 bij, dan wordt uit Noord O nagespeeld, Zuid speelt het Aas waaronder de O Heer valt. Noord heef dan nog twee vrije kaarten over, 4 Aas en O Vrouw. Gooit West de 4 10 bij, dan wordt eerst 4 Aas uit Noord gespeeid, waar- Stand: Zw. 4, 7, 8, 20, 24, 30, 40, D. 34. Wit 18, 23, 31, 33, 37, 38, 41, 42, 49, 50. Wit speelt en wint. CORRESPONDENTIE Voor de vele Nieuwjaarswensen en de daarbij tot uitdrukking gebrachte waar dering voor deze rubriek, betuig ik gaarne mijn hartelijke dank. Alle lezers, compo nisten, oplossers en overige medewerkers en belangstellenden eveneens een in alle opzichten gelukkig en voorspoedig 1955! Viervoetige huisvrienden presenteren zich Even buiten de stad Utrecht, achter het gemeentelijke gasbedrijf, ligt de grootste dierenkliniek van ons land. Zij vormt een onderdeel van de faculteit der veeartsenijkunde en dus ook van de Utrechtse universiteit. Utrechtenaren kunnen er met hun kleine huisdieren terecht tussen negen en tien uur 's morgens. Voor wie huiten Utrecht wonen, is dat van negen tot elf uur. Na die tijd gaat de deur van de wachtkamer onherroepelijk toe. De heren doktoren zijn dikwijls nog uren daarna bezig dc wachtende „patiënten" te helpen. Dat gaat naar volgnummers. Deze week hebben wij, in gezelschap van een dame wier hond ziek was, een bezoek aan die kliniek gebracht. Wie eenmaal de gashouders achter de rug heeft, hoeft naar A. Numankade 91 nauwelijks meer te vragen. Een geblaf van honden wijst als vanzelf de weg. Langs weiden, met hekwerk afgerasterd, komt men aan het gro te, ruime gebouw, dat elke ochtend vele tientallen bezoekers telt. We zagen mensen met honden, katten, postduiven, vogeltjes, konijntjes, op weg naar professor dr. C. Romijn met zijn assistenten. Eén hond werd door twee mannen in een bruin zeil naar het „zieken huis" gedragen; het arme dier was overreden en kon uiteraard niet meer lopen. Als men zijn nummer heeft gekre gen, komt men in een kleine vestibule en na enige tijd, in de wachtkamer. De onderlinge dierenliefde werkt ver broedering in de hand. Het is net, of iedereen iedereen al jaren kent. Men wisselt zijn ervaringen uit over wat 'n hond de meeste patiënten zijn honden wei, of niet mag hebben; hoe oud 'n kleine hond kan worden en hoe veel eerder 'n grote gewoonlijk sterft; hoe de doktoren Hekkie van de nare hondenziekte hebben afgehol pen en Lady van de Engelse ziekte. Er zit een heer, die de hele wacht kamer verbaast met de mededeling, dat zijn twintigjarige hond het vorig jaar nog een jonkie ter wereld heeft gebracht. Terwijl, volgens kenners, tien jaar dooreengenomen al een hele leeftijd voor 'n hond is. Twee kleine jongens, profiterend van de Kerstvacantie, zijn er met hun knaap van 'n hond op uitgetrokken om het oordeel over zijn tenen te ho ren: „hij heeft iets aan z'n tenen!" Zodra wij het dier over de kop willen aaien, begint het te grommen. „Niet doen, meneer, kinderen doet hij niks, maar grote mensen soms wel" waar schuwen de jongens. Er is beslist iets tussen kinderen en honden. Als 'n grote 'n hond ook maar de helft aandoet van wat hij soms van 'n kind uitstaat, kan hij zelcer op 'n knauw rekenen; 'n kind niet. Het lijkt wel of de hond denkt: die klei nen zijn nu eenmaal niet wijzer, r)]aar dc groten moesten wijzer wezen. Want een hond is een zeer „verstandig" dier. De binnenkomst van een raszuivere „Abessijn" een langharige wind hond van Afghanistan lokt alge meen protest van de andere dieren uit; de ontvangst is bepaald: honds! Misschien komt het hierdoor, dat de meeste, jaloerse „patiënten" bas taardhonden zijn, die door de R. v. B. voor raszuiverheid zeker geen „vol doende" zouden krijgen. De R. v. B. in de wereld der honden is allerminst hun Rijksverzekeringsbank, maar de Raad van Beheer op kynologisch (Gr: kyoon is hond) gebied in Nederland, gevestigd te Arjsterdam. De hond van de dame, die ik verge zelde, een boxer, heeft een gezwel aan de „achterhand" zo groot als 'n kinderhoofdje. Wanneer het onze beurt is voor de vierschaar der geleerden te verschijnen, wekt het hun verba zing, dat het beestje nog lopen kan. Gelukkig nog wel! Het gezwel wordt vakkundig beoor deeld De eigenares slaakt een zucht van verlichting: het is „goedaardig!" „Uw hond zal hier moeten blijven. We zullen het gezwel operatief verwij deren. Dat is 't moeilijkste niet. Hét moeilijkste is: hoe krijgen we de wond weer dicht. Want de hond za) er zich voortdurend mee bezighouden!" Zo lopen we dan naar de „stallen" in de onmiddellijke nabijheid. Er heerst een aangename temperatuur. Het is er, wat men noemt brand schoon. ,,Je kunt bier wel van de grond eten", stelt de dame met ken nersblik vast. In moderne, ruime hok ken liggen de trouwe metgezellen van de mens, meestal op rode rubbermat- ten. Aan ieder hok hangt een tempe- ratuurlijst met de bekende koortscur ven; pols, ademhaling en temperatuur ongeveer 37 graden worden re gelmatig gecontroleerd. Op 'n kaart boven aan het hok staat, wat de hond katten zijn er slechts weinig man keert en waaruit zijn diëet behoort te bestaan. Tweemaal per dag laat de mroü vtouo dienstdoende beambte de dieren zoveel mogelijk uit. „U kunt opbellen" zegt hij tot de dame „wanneer U wilt, om naar Uw hond te informeren en iedere Woensdag tussen 3 en 4 uur komt U op bezoek!" Deze dierenvriend blijkt duidelijk te beseffen, dat. de medische behandeling moge nog zo voortreffe lijk zijn, voor de neerslachtigheid van een zieke hond de hartelijkheid van zijn eigen baas de beste remedie is, want in een voor hem vreemde om geving, omringd door vreemd geluid en vreemde stemmen, zal de gemid delde hond zich toch altijd minder op zijn gemak gevoelen. De dame blijft maar treuzelen bij het hok. Blijkbaar valt het afscheid zwaar. De hond springt tegen de sta ven en jankt klaaglijk. De vrouw weg dat is heel wat in zijn leven! De dienstdoende beambte ook des nachts wordt hier doorlopend ..ge waakt" beurt haar wat op. Hij weet immers dat men hier tot- het uiterste zal gaan om het zieke dier beter te maken. Dat weet de dame ook; zij heeft thuis nog vier honden; neen, niet om handel te drijven, alleen maar voor de gezelligheid en de hartelijk heid. Maar juist het gemis van deze valt haar zwaar; zij schreit. Als wij zelf geen hond gehad hadden, zouden we, misschien, tersluiks gelachen heb ben. Maar wij hebben zelf een hond gehad. En lachen niet. (Oplossing volgende keer) 1. Kent ge ook vogels wier lichaam gedeeltelijk met schubben, of met „niets" is bedekt? 2. Kookt een vloeistof in een met verdunde lucht gevulde ruimte gauwer dan onder normale omstandigheden, of even gauw? Kookt ze op bergen ge makkelijker dan in de vlakte? 3. Zo langzamerhand zien we bol- planten zich volledig ontwikkelen lou ter en alleen op een beetje water. Hoe kan dat? 4. Tussen Schaesberg en Simpelveld ligt het „miljoenenlijntje" (spoor lijntje). Uiteraard, omdat de aanleg 'n millioen kostte? 5. De toegang uit zee tot de Ooster- schelde langs Walcheren's Noordkust heet „Roompot'??? 6. Is U een omzetbelasting van 10 pet. bekend uit onze vaderlandse ge schiedenis van eeuwen terug? 7. Op een oude steen vond men in Romeinse cijfers het volgende staan: LXXII. LXXX. CC. Hoeveel wordt hiermede bedoeld? Hoe stelden de Ro meinen ons cijfer 4 voor? 8. Hispanje Spanje ..Wat zou het eerste woord volgens velen betekenen? 9. Indien iemand de kortste, diplo matieke nota kent ooit ter wereld ge wisseld, verzoeken wij hem ons daar van mededeling te doen? Wij zullen dan zijn naam bij de beantwoording afdrukken. (Oude Geschiedenis). 10. Een der door ds O. Heldring op gerichte gestichten heette: „Talitha Kumi." Betekent? 11. Wat verstaat U onder „een por tret ten voeten uit?" 12. „Via dolorosa" de kruisweg onzes Heren. Kent U nog een andere „Via?" „H. Gudula een weinig be kende Heilige!" Inderdaad. Wan neer we Sainte Gudule hadden geschreven, zou menigeen wel licht niet hebben opgekeken: wie heeft te Brussel de Sainte Gudu le nimmer bezocht, de hoofd kerk der Belgische hoofdstad? De Sinte Goedele, met haar drie beuken in Gothische stijl, haar fraaie torens en de beroemde kapel ter ere van het H. Sacra ment! Hier vinden de voornaamste godsdienstige plechtigheden plaats, niet zelden in tegenwoor digheid der Belgische, vorstelij ke familie en van Zijne Eminen tie, Kardinaal Van Roey, Aarts bisschop van Mechelen. Sainte Gudule leefde omstreeks het jaar 700. Men beeldt haar dik wijls af met een flambouw of een lantaarn in de hand, terwijl een duivelse gedaante het licht poogt te doven. Dit herinnert aan haar veelvuldig gebed in het kerkje van Moorsel, in Oost- Vlaanderen. Eens, tijdens een donkere avond, blies de boze de fakkel uit, die de Heilige in haar hand droeg. Zij maakte het kruisteken over de toorts en deze vatte aanstonds weer vlam. Onze Heilige hield ook heel veel van dieren. Eens, tijdens een jachtpartij van Karei de Grote in die streken, werd een beer door lanssteken gewond. Het arme dier vluchtte in de richting van Moorsel en vlijde zich neer nabij het graf van Sainte Gudule. Daar legde het alle wildheid af, en likte zelfs de hand der jagers, die het ge kwetst hadden. Toen Karei de Grote dit vernam, verbood hij het dier nog langer te kwellen. Zusters Benedictinessen ver zorgden het en voortaan leefde de ruige beer als een huisgenoot binnen het klooster. 1. Vondel's: „Gijsbreght van Acm- stel" zou aanvankelijk met Kerstmis worden gespeeld (1637). Door de actie der predikanten tegen de ..vert.hoo- ninge van de superstitiën der pape- rije" werd het 3 Januari 1638. 2. In December 1707 werd de opvoe ring van de „Gijsbreght" voor het eerst gevolgd door de klucht van Klo ris en Roosje. 3. Het wapen der republiek Mexico vertoont een adelaar, die een groene slang doodt. 4. Het: „Laatste Oordeel" op de achterwand der Sixtijnse kapel te Rome werd geschilderd door Michel Angelo. 5. Op Walcheren kent men drie „burgen" tegen de woede der Noor- en moeder hadden er geen oren naar Dat had nog tijd. Bovendien, de straat was veel te druk! En de kleine Roe koe had nog veel te weinig les in vlie gen gehad. Ja, dat moet ook geleerd worden net zo goed als lopen. Hoe gaat dat met zulke jonge die ren? Op zekere morgen, toen vader en moeder even weg waren, liet Roe koe zich van het dak naar beneden tui melen.. en kwam natuurlijk midden in de straat terecht. Juist voor de voe ten van een verkeersagent. De goede man begreep direct, dat dit mis moest lopen. Hij liet het hele verkeer onmid dellijk stoppen. Taxi's, bussen, vracht wagens, fietsen, motoren., het werd een lange rij! Terwijl de agent met uitgestrekte armen staan bleef, raapte een heer Roekoe op en bracht het vogeltje in veiligheid. Even later rukte de brand weer uit. Een lange ladder kwam te gen het hoge huis te staan. De heer klom met Roekoe naar boven. En plaatste het vogeltje weer in het nest. De ouders van het ongehoorzame duif je dolblij natuurlijk! Het is gebeurd in Londen, de hoofd stad van Engeland. Ergens in een van de drukste straten had een vogelpaar zijn nest gebouwd op een vooruitste kende hoek van een hoog huis. Het waren prachtige dieren. Hun snavel was aan de wortel rood; kop, nek en keel papaverblauw. Houtduiven. Toen het voorjaar aanbrak, sleepten ze bouwstoffen voor hun nest aan. Dorre rijsjes van sparren, dennen, of beuken. Het wijfje schikte de hele rom mel bijeen tot wat men met 'n beetje goeie wil; een nest zou kunnen noe men. In de laatste helft van April la gen er twee langwerpige, glanzig-witte eieren in; ze werden door het manne tje en het wijfje om beurten bebroed. Na verloop van 'n paar weken kwa men de jonkies te voorschijn. Bepaald mooi zagen ze er niet uit. Ze droegen geel dons in plaats van ve ren en ze waren nog blind op de koop toe, maar'dat werd met de dag beter. De ouders propten hen vol met pap uit hun dikke krop. En dikwijls vloog de vader naar zijn lievelingsboom en daar ging hij dan een tijdje zitten te koeren: „roekoe, roekoe, roekoe", zo klonk dat maar door. Het grootste jong begon het ai gauw te vervelen in liet nest. Het wilde de wijde wereld wel eens in. Maar vader mannen opgericht: Souburg Dom burg en Middelburg. 6. Dc mieren behoren, met de termie ten onderling vijandig tot de so ciaal hoogst ontwikkelde van alle in secten en trouwens van alle dieren. 7. De hoge eretitel van: „Minister van Staat" veronderstelt in strikte zin noch rechten, noch plichten; het is een onderscheiding. 8. Mars Venus en Saturnus zijn planeten. Sirius is de helderste ster aan onze avondhemel; geen pla neet. 9. Odysseus schoot met gemak een pijl door de openingen van 12 achter elkaar geplaatste bijlen. 10. Volgens sommigen zou het woord „Italia" geen andere betekenis heb ben dan: „Runderland." 11. Onder: „Attisch zout" verstaat men een zinrijke, geestige strekking van een rede, een gezegde. 12. Onder de „vierkantswortel" van een getal verstaat men een getal, dat. met zichzelve vermenigvuldigd, het eerste getal oplevert. 3 is de wortel van 9, want 3 x 3 is 9. Voor de laatste maal willen wij de aandacht van onze jeug dige lezers vestigen op de opstel en tekenwedstrijd, die 15 Janua ri a.s. sluit. Er is dus nog een hole week om Postbus 8. Hilversum vol te stoppen met inzendin gen. Het is al 'n paar keer ge beurd, dat de dienstdoende post ambtenaar de brieven, tekenin gen enz. in een dikke bundel naast het loketje moest leggen. Laat dat nu volgende week da gelijks het geval zijn! Tevreden zijn we; voldaan nog niet. Jullie kunnen zorgen, dat de wedstrijd in alle opzichten slaagt door van de week nog eens je beste been tje voor te zetten.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 6