KOETSHEID JUBILEUM
TOURNOOI
w*m i
i n p.m.
rW,Wr Ui
EEN OUDE BEKENDE
MtJ
IATERQAGS
VÖDR30MG
1
i
merm a i
Een bezoek aan de Utrechtse
dierenkliniek
DE HEILIGE VAN DE WEEK
HET GRABBELTONNETJE
w h wê i w
Bridge-Rubriek
M Wm €m
m a m h m
ZATERDAG 8 JANUARI 1955
PAGINA 5
Jury-rapport
wm a m
i i i
W,WA Pi i W?
m i mÊ
M&m
'%m mm mm 'mm
MM Jö
m wé
wm.
m a a a i
n
t
m m m m
dikwijls het zwakke punt bij paarden-
Honden hebben een Raad van Beheer
De zieke boxer
Het dozijn vol
Wie geeft het antwoord op dit
dozijn vragen?
8 Januari: H. Guclula
Wie helpt?
Oplossing
CORRESPONDENTIE-ADRES:
POSTBUS 8, HILVERSUM
Onze opstel- en
tekenwedstrijd
m is sasisï
Het Koetsheid Jubileum tournooi heeft
zowel naar het aantal als naar het gehalte
der inzendingen een bevredigende belang
stelling gevonden, in het bijzonder bij de
Nederlandse componisten. Van de buiten
landse inzendingen bleken nelaas enkele
van de beste incorrrect te zijn. hetgeen
vooral ook daarom jammer is, omdat er
enige goede Bohemers bij waren die in
'n tournooi van De Maasbode-pers, waarin
in de loop der jaren zoveel voortreffelijke
Bohemers zijn gepubliceerd, zeer op hun
plaats waren geweest.
Nu moesten wij het in dit opzicht doen
met enige problemen, die in het, algemeen
niet boven de middelmaat uitkwamen. Bij
de thematische bevonden zich een aantal
zeer goede composities. Toch was de be
slissing niet gemakkelijk, omdat er geen
bijzondere uitblinkers bij waren, waar
van men zonder aarzelen kan zeggen: dat
zijn de prijswinnaars. Ik ben mij er dan
ook van bewust, dat de gekozen volgorde
der bekroningen bepaald is door een voor
keur, die men zich ook anders zou kun
nen denken, maar ik vertrouw, dat de col
lectie als geheel als een waardige herden
king van het jubileum van de heer Koets
heid beschouwd mag worden.
Aangezien de incorrecte inzendingen
inmiddels reeds aan de componisten zijn
teruggestuurd, kan hier volstaan worden
met te vermelden, dat 30 correcte drie-
zetten zijn binnengekomen, die inmiddels
alle in de loop van '54 in De Maasbode-pers
zijn gepubliceerd. Opgemerkt zij hierbij,
dat in nr 7153 (B. Postma) een ontsieren
de dual voorkomt, zodat dit orobleem
verder buiten beschouwing moest blijven.
Alvorens nu over te gaan tot bespre
king van de twaalf problemen, die ik voor
onderscheiding zou willen voordragen, wil
ik hier in het voorbijgaan melding maken
van een aantal goede problemen, die bij
een laatste schifting ter zijde werden ge
legd; nr 7122 (Postma twee aardige
themavarianten), nr 7136 (J. K. Blom. goed
maar te weinig oorspronkelijk), nr 7139 (.7.
G. M. Vos, te weinig variatie in de tweede
zetten van wit), nr 7190 (J. Opdenoordt,
aardige echo), nr 7206 (P. Overkamp, een
rijke verzameling van ec. reine matstel-
lineen, echter te veel knutselwerk).
Thans de bekroningen:
F. W. NANNING
le prijs (nr 7125)
Mat in d r i e zetten
1. Lf7 dr. (Tb6, Tc6) 2. Pe6 (Pe2, Pd3)
E. VISSERMAN
2e prijs (nr 7213)
m
sprongproblemen, en dit gaf tenslotte de
doorslag bij de beoordeling.
2e Prijs nr 7213 E. Visserman.
De wijze waarop hier, met behulp van
pion en loper een torenbatterij wordt ge
vormd en ontplooid, is uiterst verrassend
en zeer oorspronkelijk. Fraai is de beurte-
lingse penning van de zwarte paarden.
Helaas zijn sleutelzet, dreiging en verde
re inhoud van het probleem wat armoedig.
3c Prijs nr 7216 J. J. Rietveld.
Wederom een paardensprong met een
goede sleutelzet. Drie blokkeringen op f5,
waarvan een tot een „Brede-crosscheck"
leidt en de beide andere de dualvermijding
completeren.
Extra prijs, nr 7167. J. Buchwald.
Hoe moet men zo'n probleem plaatsen?
De differentiatie van de dame- en paard-
promoties na de gewelddadige schaakzet-
ten van zwart zijn meesterlijk van tech
niek en geen der andere inzendingen even
aart dit probleem in gedurfde oorspron
kelijkheid. Het is echter niet zozeer een
probleem doch meer een demonstratie die
begint na wits „Sleutelzet". Het wil mij
voorkomen, dat door toekenning van een
extra prijs deze inzending op de juiste
wijze is gewaardeerd.
le Eervolle vermelding. Nr. 7116. J. J.
P. A. Seilberger.
Wit Kgl, Df6, Tb2, La3, dl, Pa5, Pg3,
pi- a6, b4. Zwart Kc3, Td4. Lh3, Pal, b3,
pi. f7, g2, g4.
1. Lf3 Pc2 (Pel, Pa5:, P. anders, gf3:) 2.
Pe4 (Le4, Le2, Pe2, Df3:).
Een zeer harmonisch en uitstekend ge
construeerd tempo-probleem. In één der
varianten na 1Pel weer een tempo
stand. De thematische inhoud bestaat in
de dubbele bezetting van e2 en e4 door
paard en loper met wits tweede zetten.
De sleutelzet behoort mede tot de beste
van het tournooi.
2e Eervolle vermelding. Nr. 7191. J. J.
Rietveld.
Wit Kh4, Tg8, La3, e8, Pg4, pi. f5, g3,
g6. Zwart Kd5, Td4, pi. c3, c4, d3, d6, e3,
e4, h6.
1. La4 c2 (d2, e2, h5) 2- Te8 (Td8, Tc8,
Ta8).
Een viervoudige Fleck, welke zijn bij
zondere bekoring ontleent aan het feit, dat
de vier dreigingen alle worden uitgevoerd
door de witte toren.
3e Eervolle vermelding. Nr. 7209. A. P.
Eerkcs.
Wit Kh4, De8, Tb6, Lh7, Pc6, pi. b4, b5,
d2, e3. Zwart. Ke4, Df5. Tc3, Lf8, h3, Pa2,
h5, pi. c4, d3, e7, f3. 1. Da8 dr. (e6, Pf6,
Pf4, Ta3, Pb4) 2- Pe7: (Pb8, Pd8, Pd4, Pa5,
Pb4).
Wederom de paardensprong, ditmaal
helaas met de gebruikelijke kleurloze
sleutelzet. De aardige thematische inhoud
vormen de interferenties van de zwarte
dame: drie in de varianten en tenslotte
ook nog een in de dreiging, waarop echter
geen paardmat volgt.
4e Eervolle vermelding. Nr- 7160. P.
Overkamp.
Wit Kd7, De2, Tel, Lc5, Pb2, c6, pi. e5.
g2, g3, g5. Zwart Kd5, Ta5, Le4, Pdl, e3,
pi. b4, c7' d4, e6, e7, f3, f7. 1. Tc4 dr. (Lbl.
Lh7, Pc2, Pf5, Ld3) 2. Pe7: (Le7:, Lb4:,
Pe7:, Pb4:, Dd3:).
Dit probleem munt uit door de critische
zetten van de zwarte loper, gevolgd door
interferenties door het zwarte paard en
stijlvolle voortzettingen van de witte
loper, die zorgvuldig zelfblokkering voor
het witté paard vermijden. Het critisch
spel, dat enerzijds de kracht is van dit
probleem, is anderzijds in zekere zin de
zwakte ervan, omdat het niet zeer oor
spronkelijk is.
le Bijzondere vermelding. Nr. 7183. E.
A. Wirtanen.
No. 2039. 8 Januari 1955
Redacteur: G. J. A. VAN DAM,
Vossiusstraat 18b, Amsterdam-Z.
Alle correspondentie aan dit adres. Bij
vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel
voor antwoord insluiten.
EINDSPEL-GEHEIMEN (11)
Deze eerste rubriek van het nieuwe jaar
vangt aan met een nieuwe bijdrage van
Leo Springer over de geheimen van het
eindspel. In zijn vorig artikel (no. 10) be
sprak hij onder no. 3005 een eindspel van
wijlen de eindspelkoning mr C. Blanke
naar, dat nog behoorde in de reeks van
eindspelen, die reeds waren behandeld.
Leo Springer vervolgt thans met stand
no. 3031 van
MR C BLANKENAAR t
Stand: Zw. 27, D. 4- Wit D. 15, D. 24, D. 46.
Wit forceert winst
Mat in d r i e zetten
1. f7 dr. (Pbd3, Pcd3, Pd7) 2. Df4 (ed4
Ld4, Ta5).
J. J. RIETVELD
3e prijs (nr 7216)
Wit Ke8, Dg3' Th5, h6, Lb7, Pd3, e6.
pi. a6, f5. Zwart Kd6, Tel, hl, Lb8, dl, Pf7,
pi. b3, c5, d4, f4, g5.
1. Pb2 dr (Pe5, Le2, Ke5) 2. Pc4 (Pf4.
Pg5:, Df4).
Ontpenning, cross-check en zelfpenning
in de hoofdvariant, nog een ontpenning en
een dame-offer in de andere varianten.
Th5 wordt op aardige wijze in het spel
betrokken. Helaas een korte dreiging en
te weinig thematische samenhang in de
variantenvorming.
2e Bijzondere vermelding. Nr. 7211. Ing.
I. Mikan.
Wit Kc8, Df2, Th5, Pc3, d6, pi. f5. Zwart
Ke5, Ta2, a4, Lel- Pb8, pi. c4, e2, h4-
1. Th7 dr. (Ta5, Td2, Kd6:) 2. Pf7 (Pc4,
Te7, Dd4).
De beste Bohemer met een aardige sleu
telzet en drie goede, maar weinig verras
sende ec. reine matstellingen.
3e Bijzondere vermelding No. 7197. J.
K. Blom.
Wit Kh4, Tb5, Lel, Lg4, Pd7, h7- pi. a5,
c5, f2, h2. Zwart Kf4, Db3, Ta2, Ldl, pi
b4, c7, e2' e4, h3.
1. Pg5 dr- (Tc2, Td2, e3) 2. Lc3 (Tb4:,
c6, f3).
Goede brandpuntverstoring door de
witte loper in de dreiging en tweemaal
door de aangelokte zwarte toren. Tot de
zwakke punten behoort de sleutelzet.
4e Bijzondere vermelding. Nr. 7145. Mr
J. Albarda.
Wit Kcl, Tc6, f5, Pf2, pi. d2, e6. Zwart
Kd4, pi. c2, d3, d6, e7. 1. Tc3 d5 2. Pd3:.
Een cerebraal geval- De matvoerings
verandering (gereed ligt 1d5 2. Tf4)
betekent een omwisseling van wit's twee
de en derde zet. Vernuftig bedacht, maar
het probleem lijdt een beetje aan bloed
armoede.
ROTTERDAM, December 1954.
J. HARTONG.
De heer Hartong betuigen wij hierbij
onze grote erkentelijkheid voor de keu
rige samenstelling van dit juryrapport, zo
geheel belangeloos verricht. Het testen
van de ingekomen opgaven hebben we
voor onze rekening genomen, doch daarbij
zeer verdienstelijk gesteund door de alge
meen bekende en scherpe speurzin van de
heer B. S. Witte.
Eventuele bezwaren tegen het juryrap
port kunnen tot 1 Mei a.s. aan ons wor
den gericht. Daarna worden de prijzen ter
beschikking van de winnaars gesteld.
„Wij zullen nu beginnen met de syste
men, welke er mogelijk zijn om te winnen,
indien de zwarte dam zich bevindt in de
vierhoek, aan te geven door de diagonalen
4—15—47—36—4.
Het bovenstaande eindspel werd in 1915
gecomponeerd. Het is niet zo diep als zijn
voorgangers slechts drie zetten maar
in deze drie zetten demonstreert Blanke
naar op duidelijke wijze de constructie
van zijn winstsystemen.
Als we de stand goed bestuderen, zien
we direct, dat de zwarte dam reeds nu
een zeer beperkte bewegingsvrijheid heeft
en deze kan door één krachtzet van wit
nog meer worden belemmerd, namelijk:
wit 1.2447! Hierdoor is de mogelijkheid
voor zwart om met zijn dam te spelen tot
een minimum teruggebracht, want de dam
mag niet „los" gaan staan door de be
kende combinatie 4632 enz. Ook kan
zwart zijn schijf niet offeren, omdat wit
dan naar 14 slaat en als dan de zwarte
dam los gaat staan, b.v. 418, volgt 149
en 4733. Zwart is dus gedwongen tot
1. 27—31. Nu wit 2. 15—20!, dreigt 46—10,
waardoor het offeren van de schijf op
nieuw wordt belet. De enige zet, welke
zwart nog overblijft, is op dit moment
3136. Wit mag nu de zwarte dam niet
afnemen, want dan slipt de schijf nog
juist door naar dam en wordt het sPel
remise. Thans volgt echter de verrassende
slotzet wit 3. 4724!, waarmede zwart mat
is gezet. Offeren is weer verhinderd door
46X10, 24—27 enz. Zwart moet dus zijn
dam opspelen, waardoor deze toch „los"
op het bord komt te staan en wit wint
door 4. 46—41 gevolgd door 5. 20—15, uit!
Deze drie zetten zouden we als leidraad
kunnen beschouwen voor Blankenaar's
eindspelen- We zien namelijk:
Zet 1. De inleiding door beperking van
zwart's mogelijkheden;
Zet 2. Middenspel met het rangeren der
witte dammen naar de velden van waaruit
de winst wordt geforceerd;
Zet 3. Slotphase, waarin het thema of
idee wordt gedemonstreerd om de zwarte
dam(men) op te vangen.
Het zijn deze drie „momenten", welke
we in alle eindspelen van Blankenaar
terugvinden. In volgende artikelen zullen
we hierop steeds weer de aandacht vesti
gen. Heeft men dit systeem goed bestu
deerd, dan zal men sneller de winst in
vele dammen-eindspelen ontdekken en
wat zeer belangrijk is daarvan ook in
het partijspel zeer veel nut kunnen trek
ken.
LEO SPRINGER".
VOOR ONZE LADDERWEDSTRIJD
Spectaculaire Problematiek
Ter afwisseling met de gedurende enige
weken ter oplossing gegeven vraagstuk
ken, welke merendeels onder het hoofd
stuk „practische" problematiek zijn te
rangschikken, laat ik thans een viertal
composities volgen van wijlen de beroem
de Canadase problemist C. E. St Maurice.
Hierin wordt met dam(men) in beginstand
en tijdens de afwikkeling gewerkt op een
wijze, die ieder rechtgeaard probleem
liefhebber zijn hart doet ophalen, terwijl
er tevens door bewezen wordt dat derge
lijke composities hun plaats onder de ver
schillende constructie-genres ten volle
waard zijn. In dit opzicht schijnt hij
geïnspireerd te zijn door Weiss.
De oplossingen van deze vier vraag
stukken worden gaarne tot 18 Januari
tegemoet gezien aan het boven deze ru
briek vermelde adres.
No. 3032
No. 3033
Mat in drie zetten
1. Kc8 dr. (Lf5:, Tff5:, Tgf5, Ke7, Pb6)
2. Pb3, (Pd7, Pb7, Pa6, Db7, Db6).
J. BUCHWALD
Extra prijs (nr 7167)
Het serieus bestuderen van speeltechni-
sche figuren heeft het voordeel, dat men
dergelijke figuren goed weet af te werken
wanneer deze in de practijk voorkomen.
Het volgende spel kwam onlangs in een
parenwedstrijd voor en de lezers van deze
rubriek kunnen de moeilijke speeltechm-
sche oplossing zeker zelf vinden, indien
zij de artikelen die wij aan dit onderwerp
gewijd hebben met zorg hebben gelezen.
4» A B 4
9943
O V 4
H B 9 5 3
4» H 10 9
9 AV75
O H 10 5 2
if. 10 7
4 8 5 3 2
9 B 10 2
OB963
4 A 4
9 H 8 6
O A 8 7
4 V 8 6 2
Noord was de gever, niemand k^ts*
baar. Noord. Oost en Zuid pasten. West
opende met 1 Harten, Noord doubleerde
(informatie), Oost bood 2 Harten, Zuid 2
Sans-atout, waarna iedereen paste.
Het zal duidelijk zijn, dat wanneer West
met Schoppen, Harten of Ruiten uitkomt,
de Zuidspeler al een slag cadeau krijgt en
een zeer eenvoudig spel overhoudt.
West speelde echter «f» 10 voor waar
door er echte moeilijkheden ontstonden.
In Noord werd 4 Heer gelegd, °ost J^m
het Aas en speelde 10 na; Zuid en West
lieten de slag lopen, waarop Oost V Boer
speelde, Zuid dekte met de Heer. Wes
maakte hierna nog twee vrije zodat
OW reeds 5 slagen hadden. Op de 4e
werd in Noord een kleine 4 afgegooid,
terwijl Zuid de O 7 opruimde. West speel
de weer 4 na, daar hij in die kleur het
minste bederven kon. Zuid kwam in d
hand aan slag met 4 8. Nu werd 4 ge
speeld en gesneden met 4 Boer, A
gelukte. De situatie was nu de volgende.
6 3
onder West's 4 Heer valt. Zuid brengt
de eigen hand aan slag met O Aas en
heeft nog 4 Vrouw over.
Deze bijzonder elegante dwangpositie is
voor onze lezers dus een oude bekende.
Enige weken geleden behandelden wij
het principe van deze dwangstelling on
der de naam „Kris-kras-dwangpositie".
Herinnert u het zich nog en heeft u in dit
spel het juiste spelprincipe in toepassing
kunnen brengen?
Zo ja, dat bent u al weer een eindje op
de brid'geladder gestegen, zo neen, leest
u een en ander dan nog eens goed door.
En zegt u niet „zo'n spel komt nooit voor".
In luttele weken tijd hebben wij reeds
drie van dergelijke figuren in practisch
55361 g6Zien MIMIR.
0.'
Stand: Zw. 3, 710,
D' 48. Wit 17—19,
22—24, 32, 35, 37.
Wit speelt en wint.
No. 3034
Stand: Zw. 1, 7—10,
13, 40, D. 16. Wit 19,
23, 24, 27, 31, 32, 34,
41, 42, 45. Wit speelt
en wint.
No. 3035
9 0 0
O 0
Stand: Zw. 79, 13,
15, 18—20, D. 26. Wit
27—29, 31, 32, 34, 39,
43—45, 48. Wit sp.
en wint.
I
4 B 9 5
H 10 5 2
Mat in drie zetten
1 Pe4 blP (blD, gflP, gflD) 2. Pc3
(Pf6, Pg3, Pg5).
le Prijs nr 7125 F. W. Nanning.
Er zijn zoveel paardensprongproblemen
van Nederlandse componisten gepubli
ceerd de laatste jaTen, dat het nieuwtje
er wel af is. Nr 7125 is bovendien nogal
zwaar (Dal, Pb8). Maar al zijn er dus be
zwaren, de thematische harmonie van dit
probleem is voortreffelijk: penning bij
voorbaat van het witte paard, indien dit
de dreiging zou willen uitvoeren, en pen
ning van de zwarte torens uit de halfpin
bij voorbaat. Bijzonder is ook de verras
sende, vluchtveldgevende sleutelzet, zo
4 V 7
0? -
O A 8
4 v 6
Noord is aan slag, hoe moet Zuid ver
der spelen om alle slagen te maken.
De drie vrije 4 moeten afgespeeld wor
den en bij de laatste 4 noet de Zuid
speler de 8 weggooien. Op het moment
dat die laatste 4 gespeeld wordt heeft
West nog 4 H-10 en O H-10.
Gooit West de O 10 bij, dan wordt uit
Noord O nagespeeld, Zuid speelt het Aas
waaronder de O Heer valt. Noord heef
dan nog twee vrije kaarten over, 4 Aas
en O Vrouw.
Gooit West de 4 10 bij, dan wordt
eerst 4 Aas uit Noord gespeeid, waar-
Stand: Zw. 4, 7, 8,
20, 24, 30, 40, D. 34.
Wit 18, 23, 31, 33,
37, 38, 41, 42, 49, 50.
Wit speelt en wint.
CORRESPONDENTIE
Voor de vele Nieuwjaarswensen en de
daarbij tot uitdrukking gebrachte waar
dering voor deze rubriek, betuig ik gaarne
mijn hartelijke dank. Alle lezers, compo
nisten, oplossers en overige medewerkers
en belangstellenden eveneens een in alle
opzichten gelukkig en voorspoedig 1955!
Viervoetige huisvrienden presenteren zich
Even buiten de stad Utrecht, achter het gemeentelijke gasbedrijf,
ligt de grootste dierenkliniek van ons land. Zij vormt een onderdeel
van de faculteit der veeartsenijkunde en dus ook van de Utrechtse
universiteit. Utrechtenaren kunnen er met hun kleine huisdieren
terecht tussen negen en tien uur 's morgens. Voor wie huiten Utrecht
wonen, is dat van negen tot elf uur. Na die tijd gaat de deur van de
wachtkamer onherroepelijk toe. De heren doktoren zijn dikwijls nog
uren daarna bezig dc wachtende „patiënten" te helpen. Dat gaat naar
volgnummers.
Deze week hebben wij, in gezelschap
van een dame wier hond ziek was,
een bezoek aan die kliniek gebracht.
Wie eenmaal de gashouders achter
de rug heeft, hoeft naar A. Numankade
91 nauwelijks meer te vragen. Een
geblaf van honden wijst als vanzelf
de weg. Langs weiden, met hekwerk
afgerasterd, komt men aan het gro
te, ruime gebouw, dat elke ochtend
vele tientallen bezoekers telt. We
zagen mensen met honden, katten,
postduiven, vogeltjes, konijntjes, op
weg naar professor dr. C. Romijn met
zijn assistenten.
Eén hond werd door twee mannen
in een bruin zeil naar het „zieken
huis" gedragen; het arme dier was
overreden en kon uiteraard niet meer
lopen.
Als men zijn nummer heeft gekre
gen, komt men in een kleine vestibule
en na enige tijd, in de wachtkamer.
De onderlinge dierenliefde werkt ver
broedering in de hand. Het is net, of
iedereen iedereen al jaren kent. Men
wisselt zijn ervaringen uit over wat
'n hond de meeste patiënten zijn
honden wei, of niet mag hebben;
hoe oud 'n kleine hond kan worden en
hoe veel eerder 'n grote gewoonlijk
sterft; hoe de doktoren Hekkie van
de nare hondenziekte hebben afgehol
pen en Lady van de Engelse ziekte.
Er zit een heer, die de hele wacht
kamer verbaast met de mededeling,
dat zijn twintigjarige hond het vorig
jaar nog een jonkie ter wereld heeft
gebracht. Terwijl, volgens kenners,
tien jaar dooreengenomen al een hele
leeftijd voor 'n hond is.
Twee kleine jongens, profiterend van
de Kerstvacantie, zijn er met hun
knaap van 'n hond op uitgetrokken
om het oordeel over zijn tenen te ho
ren: „hij heeft iets aan z'n tenen!"
Zodra wij het dier over de kop willen
aaien, begint het te grommen. „Niet
doen, meneer, kinderen doet hij niks,
maar grote mensen soms wel" waar
schuwen de jongens.
Er is beslist iets tussen kinderen en
honden. Als 'n grote 'n hond ook maar
de helft aandoet van wat hij soms
van 'n kind uitstaat, kan hij zelcer op
'n knauw rekenen; 'n kind niet. Het
lijkt wel of de hond denkt: die klei
nen zijn nu eenmaal niet wijzer, r)]aar
dc groten moesten wijzer wezen. Want
een hond is een zeer „verstandig"
dier.
De binnenkomst van een raszuivere
„Abessijn" een langharige wind
hond van Afghanistan lokt alge
meen protest van de andere dieren
uit; de ontvangst is bepaald: honds!
Misschien komt het hierdoor, dat de
meeste, jaloerse „patiënten" bas
taardhonden zijn, die door de R. v. B.
voor raszuiverheid zeker geen „vol
doende" zouden krijgen. De R. v. B. in
de wereld der honden is allerminst
hun Rijksverzekeringsbank, maar de
Raad van Beheer op kynologisch (Gr:
kyoon is hond) gebied in Nederland,
gevestigd te Arjsterdam.
De hond van de dame, die ik verge
zelde, een boxer, heeft een gezwel
aan de „achterhand" zo groot als 'n
kinderhoofdje. Wanneer het onze beurt
is voor de vierschaar der geleerden
te verschijnen, wekt het hun verba
zing, dat het beestje nog lopen kan.
Gelukkig nog wel!
Het gezwel wordt vakkundig beoor
deeld De eigenares slaakt een zucht
van verlichting: het is „goedaardig!"
„Uw hond zal hier moeten blijven.
We zullen het gezwel operatief verwij
deren. Dat is 't moeilijkste niet. Hét
moeilijkste is: hoe krijgen we de wond
weer dicht. Want de hond za) er zich
voortdurend mee bezighouden!"
Zo lopen we dan naar de „stallen"
in de onmiddellijke nabijheid. Er
heerst een aangename temperatuur.
Het is er, wat men noemt brand
schoon. ,,Je kunt bier wel van de
grond eten", stelt de dame met ken
nersblik vast. In moderne, ruime hok
ken liggen de trouwe metgezellen van
de mens, meestal op rode rubbermat-
ten. Aan ieder hok hangt een tempe-
ratuurlijst met de bekende koortscur
ven; pols, ademhaling en temperatuur
ongeveer 37 graden worden re
gelmatig gecontroleerd. Op 'n kaart
boven aan het hok staat, wat de hond
katten zijn er slechts weinig man
keert en waaruit zijn diëet behoort te
bestaan. Tweemaal per dag laat de
mroü
vtouo
dienstdoende beambte de dieren zoveel
mogelijk uit.
„U kunt opbellen" zegt hij tot de
dame „wanneer U wilt, om naar
Uw hond te informeren en iedere
Woensdag tussen 3 en 4 uur komt U
op bezoek!" Deze dierenvriend blijkt
duidelijk te beseffen, dat. de medische
behandeling moge nog zo voortreffe
lijk zijn, voor de neerslachtigheid van
een zieke hond de hartelijkheid van
zijn eigen baas de beste remedie is,
want in een voor hem vreemde om
geving, omringd door vreemd geluid
en vreemde stemmen, zal de gemid
delde hond zich toch altijd minder op
zijn gemak gevoelen.
De dame blijft maar treuzelen bij
het hok. Blijkbaar valt het afscheid
zwaar. De hond springt tegen de sta
ven en jankt klaaglijk. De vrouw
weg dat is heel wat in zijn leven!
De dienstdoende beambte ook des
nachts wordt hier doorlopend ..ge
waakt" beurt haar wat op. Hij weet
immers dat men hier tot- het uiterste
zal gaan om het zieke dier beter te
maken. Dat weet de dame ook; zij
heeft thuis nog vier honden; neen,
niet om handel te drijven, alleen maar
voor de gezelligheid en de hartelijk
heid. Maar juist het gemis van deze
valt haar zwaar; zij schreit. Als wij
zelf geen hond gehad hadden, zouden
we, misschien, tersluiks gelachen heb
ben. Maar wij hebben zelf een hond
gehad. En lachen niet.
(Oplossing volgende keer)
1. Kent ge ook vogels wier lichaam
gedeeltelijk met schubben, of met
„niets" is bedekt?
2. Kookt een vloeistof in een met
verdunde lucht gevulde ruimte gauwer
dan onder normale omstandigheden,
of even gauw? Kookt ze op bergen ge
makkelijker dan in de vlakte?
3. Zo langzamerhand zien we bol-
planten zich volledig ontwikkelen lou
ter en alleen op een beetje water. Hoe
kan dat?
4. Tussen Schaesberg en Simpelveld
ligt het „miljoenenlijntje" (spoor
lijntje). Uiteraard, omdat de aanleg
'n millioen kostte?
5. De toegang uit zee tot de Ooster-
schelde langs Walcheren's Noordkust
heet „Roompot'???
6. Is U een omzetbelasting van 10
pet. bekend uit onze vaderlandse ge
schiedenis van eeuwen terug?
7. Op een oude steen vond men in
Romeinse cijfers het volgende staan:
LXXII. LXXX. CC. Hoeveel wordt
hiermede bedoeld? Hoe stelden de Ro
meinen ons cijfer 4 voor?
8. Hispanje Spanje ..Wat zou het
eerste woord volgens velen betekenen?
9. Indien iemand de kortste, diplo
matieke nota kent ooit ter wereld ge
wisseld, verzoeken wij hem ons daar
van mededeling te doen? Wij zullen
dan zijn naam bij de beantwoording
afdrukken. (Oude Geschiedenis).
10. Een der door ds O. Heldring op
gerichte gestichten heette: „Talitha
Kumi." Betekent?
11. Wat verstaat U onder „een por
tret ten voeten uit?"
12. „Via dolorosa" de kruisweg
onzes Heren. Kent U nog een andere
„Via?"
„H. Gudula een weinig be
kende Heilige!" Inderdaad. Wan
neer we Sainte Gudule hadden
geschreven, zou menigeen wel
licht niet hebben opgekeken: wie
heeft te Brussel de Sainte Gudu
le nimmer bezocht, de hoofd
kerk der Belgische hoofdstad?
De Sinte Goedele, met haar drie
beuken in Gothische stijl, haar
fraaie torens en de beroemde
kapel ter ere van het H. Sacra
ment!
Hier vinden de voornaamste
godsdienstige plechtigheden
plaats, niet zelden in tegenwoor
digheid der Belgische, vorstelij
ke familie en van Zijne Eminen
tie, Kardinaal Van Roey, Aarts
bisschop van Mechelen. Sainte
Gudule leefde omstreeks het
jaar 700. Men beeldt haar dik
wijls af met een flambouw of
een lantaarn in de hand, terwijl
een duivelse gedaante het licht
poogt te doven. Dit herinnert aan
haar veelvuldig gebed in het
kerkje van Moorsel, in Oost-
Vlaanderen.
Eens, tijdens een donkere
avond, blies de boze de fakkel
uit, die de Heilige in haar hand
droeg. Zij maakte het kruisteken
over de toorts en deze vatte
aanstonds weer vlam.
Onze Heilige hield ook heel
veel van dieren. Eens, tijdens
een jachtpartij van Karei de
Grote in die streken, werd een
beer door lanssteken gewond.
Het arme dier vluchtte in de
richting van Moorsel en vlijde
zich neer nabij het graf van
Sainte Gudule. Daar legde het
alle wildheid af, en likte zelfs
de hand der jagers, die het ge
kwetst hadden. Toen Karei de
Grote dit vernam, verbood hij
het dier nog langer te kwellen.
Zusters Benedictinessen ver
zorgden het en voortaan leefde
de ruige beer als een huisgenoot
binnen het klooster.
1. Vondel's: „Gijsbreght van Acm-
stel" zou aanvankelijk met Kerstmis
worden gespeeld (1637). Door de actie
der predikanten tegen de ..vert.hoo-
ninge van de superstitiën der pape-
rije" werd het 3 Januari 1638.
2. In December 1707 werd de opvoe
ring van de „Gijsbreght" voor het
eerst gevolgd door de klucht van Klo
ris en Roosje.
3. Het wapen der republiek Mexico
vertoont een adelaar, die een groene
slang doodt.
4. Het: „Laatste Oordeel" op de
achterwand der Sixtijnse kapel te
Rome werd geschilderd door Michel
Angelo.
5. Op Walcheren kent men drie
„burgen" tegen de woede der Noor-
en moeder hadden er geen oren naar
Dat had nog tijd. Bovendien, de straat
was veel te druk! En de kleine Roe
koe had nog veel te weinig les in vlie
gen gehad. Ja, dat moet ook geleerd
worden net zo goed als lopen.
Hoe gaat dat met zulke jonge die
ren? Op zekere morgen, toen vader
en moeder even weg waren, liet Roe
koe zich van het dak naar beneden tui
melen.. en kwam natuurlijk midden
in de straat terecht. Juist voor de voe
ten van een verkeersagent. De goede
man begreep direct, dat dit mis moest
lopen. Hij liet het hele verkeer onmid
dellijk stoppen. Taxi's, bussen, vracht
wagens, fietsen, motoren., het werd
een lange rij!
Terwijl de agent met uitgestrekte
armen staan bleef, raapte een heer
Roekoe op en bracht het vogeltje in
veiligheid. Even later rukte de brand
weer uit. Een lange ladder kwam te
gen het hoge huis te staan. De heer
klom met Roekoe naar boven. En
plaatste het vogeltje weer in het nest.
De ouders van het ongehoorzame duif
je dolblij natuurlijk!
Het is gebeurd in Londen, de hoofd
stad van Engeland. Ergens in een van
de drukste straten had een vogelpaar
zijn nest gebouwd op een vooruitste
kende hoek van een hoog huis. Het
waren prachtige dieren. Hun snavel
was aan de wortel rood; kop, nek en
keel papaverblauw. Houtduiven.
Toen het voorjaar aanbrak, sleepten
ze bouwstoffen voor hun nest aan.
Dorre rijsjes van sparren, dennen, of
beuken. Het wijfje schikte de hele rom
mel bijeen tot wat men met 'n beetje
goeie wil; een nest zou kunnen noe
men. In de laatste helft van April la
gen er twee langwerpige, glanzig-witte
eieren in; ze werden door het manne
tje en het wijfje om beurten bebroed.
Na verloop van 'n paar weken kwa
men de jonkies te voorschijn.
Bepaald mooi zagen ze er niet uit.
Ze droegen geel dons in plaats van ve
ren en ze waren nog blind op de koop
toe, maar'dat werd met de dag beter.
De ouders propten hen vol met pap
uit hun dikke krop. En dikwijls vloog
de vader naar zijn lievelingsboom en
daar ging hij dan een tijdje zitten te
koeren: „roekoe, roekoe, roekoe", zo
klonk dat maar door.
Het grootste jong begon het ai gauw
te vervelen in liet nest. Het wilde de
wijde wereld wel eens in. Maar vader
mannen opgericht: Souburg Dom
burg en Middelburg.
6. Dc mieren behoren, met de termie
ten onderling vijandig tot de so
ciaal hoogst ontwikkelde van alle in
secten en trouwens van alle dieren.
7. De hoge eretitel van: „Minister
van Staat" veronderstelt in strikte
zin noch rechten, noch plichten; het
is een onderscheiding.
8. Mars Venus en Saturnus
zijn planeten. Sirius is de helderste
ster aan onze avondhemel; geen pla
neet.
9. Odysseus schoot met gemak een
pijl door de openingen van 12 achter
elkaar geplaatste bijlen.
10. Volgens sommigen zou het woord
„Italia" geen andere betekenis heb
ben dan: „Runderland."
11. Onder: „Attisch zout" verstaat
men een zinrijke, geestige strekking
van een rede, een gezegde.
12. Onder de „vierkantswortel" van
een getal verstaat men een getal, dat.
met zichzelve vermenigvuldigd, het
eerste getal oplevert. 3 is de wortel
van 9, want 3 x 3 is 9.
Voor de laatste maal willen
wij de aandacht van onze jeug
dige lezers vestigen op de opstel
en tekenwedstrijd, die 15 Janua
ri a.s. sluit. Er is dus nog een
hole week om
Postbus 8. Hilversum
vol te stoppen met inzendin
gen. Het is al 'n paar keer ge
beurd, dat de dienstdoende post
ambtenaar de brieven, tekenin
gen enz. in een dikke bundel
naast het loketje moest leggen.
Laat dat nu volgende week da
gelijks het geval zijn! Tevreden
zijn we; voldaan nog niet. Jullie
kunnen zorgen, dat de wedstrijd
in alle opzichten slaagt door van
de week nog eens je beste been
tje voor te zetten.