V estigingseisen voor ue land
bouw niet noodzakelijk
Algemene vorming en beroeps
opleiding dienen samen te gaan
Coöperaties dienen micldenstandsbelangen
te respecteren
Buitengewone vergadering K.N.B.T.B.
Nederlandse volk niet bereid redelijke
nriis te betalen?
PAGINA 3
Dan spijt het U, \A
wanneer U geen Aspirin
(alléén echt met het Bayerkruis
in huis hebt.
Dominerende vraagstukken
eens een aanwijzing zou kunnen zijn, dat
het Nederlandse volk niet bereid is de
kostprijs plus een redelijke ondernemers
winst te betalen voor producten, welke
door de landbouw worden opgeleverd.
De Nederlandse landbouw kan overigens
wat de kostprijzen betreft de vergelijking
met het buitenland glansrijk doorstaan.
In dit verband vroeg de heer Mertens
zich af, welke tak van handel en indus
trie het heeft gepresteerd om d.m.v. een
objectief instituut als het L.E.I. de kost
prijzen der producten zo verantwoord open
te leggen als dit in de landbouw het ge
val ts.
De georganiseerde landbouw zal moe
ten zorgen voor een goed ingericht en
slagvaardig voorlichtingsapparaat, waar
door het mogelijk wordt gemaakt, het Ne
derlandse volk wat meer begrip bij te
brengen voor de werkelijke situatie en po
sitie van de Nederlandse landbouw, aldus
de heer Mertens.
Prof. Thurlings heeft in de vergadering
van de K.N.B.T.B. een zeer interessante
beschouwing over en toelichting op het
sociaal economische beleidsprogramma
gegeven.
De daarin dominerende vraagstukken
vatte hjj in twee groepen samen, in de
eerste plaats het vraagstuk van onderne
mersschap en marktrisico en vervolgens
het vraagstuk van de kostprvjsverschillen
in samenhang met dat van de sociale
ontsluiting van ons platteland en daarme
de dat van de verhouding tussen agra
risch en niet- agrarisch inkomen.
De boer heeft niet genoeg aan be
kwaamheid, hij moet ook bewegingsvrij
heid, speelruimte hebben. Hij moet zich
kunnen ontplooien. Vandaar de gereser
veerde houding t.a.v. het vestigingsbeleid
en t.a.v. toetsingsnormen voor de pacht
overeenkomst. Vandaar het streven naar
Europese economische integratie, dat wil
afrekenen met de kunstmatige bescher
ming, welke de handel belemmert.
Het vraagstuk van de kostprijsverschil-
len houdt verband met de garantiepoli-
tiek voor de uitvoerbaarheid waarvan niet
zozeer de aanwezigheid van kostprijsver-
schillen. doch de hoogte der kostprijzen
in de duurste gebieden het beslissende
moment vormt. Deze vindt men bij de
gezinsbedrijven op de zandgronden.
De beschouwingen van prof Thurlings
waarbij het o.a. een analyse geeft van
het begrip .economisch verantwoord be
drijf", lopen uit op overwegingen, op wel
ke wijze de kosten van de zandgrond-
bedrijven te verminderen zouden zijn on
der gelijktijdige bewerking van de nodig»
structuele aanpassingen.