Honderden T.V.-toestellen de E 55 naa Meer vrijheid en zelfstandigheid aan de voet gewenst Mieke Eerw. Moeder Mary Katlierine overleden Koningin Elizabeth's bezoek aan Warschau ZATERDAG MAART 19 PAGINA 4 Enige conclusies Centrale plaats voor de dokter Zoveel mogelijk herstel van een zeker eigen risico Persoonlijke verantwoorde- I ijkh eid U it geschakeld Stichteres Congregatie voor Indianen en kleeurlingen Critiek van een Belgisch blad JEUGDIGE ARBEIDER DOOR VALLENDE EIK VERMORZELD PSEUDO-VOGELPEST IN WEZEP clc j U lucJ- mm, itrkietteetrf-r.I lust, stimuleert de luiheid en leidt tot afschuifpolitiek (verwijzen naar specia list), zeer ten detrimente van de pa tiënten. Natuurlijk mogen wij de schuld voor alle feilen niet uitsluitend op het sy steem werpen. Het systeem moet uit kunnen gaan van hoge beroepsopvatting en verantwoordelijkheidsbesef bij de art sen en daar wordt zeer zeker nog al eens tegen gezondigd. De artsen zelf en hun organisaties zullen dan ook met kracht voor de handhaving van een ho ge beroepsmoraal op moeten komen en in dit opzicht een grote eensgezindheid aan den dag moeten leggen, willen zij tenminste hun positie ooit nog in ere hersteld zien. Dit neemt niet weg, dat de combi natie van factoren, welke het huidige systeem karakteriseert een fnuikende invloed heeft. Ondanks zijn beroep is de medicus een gewoon mens, die sterk onder invloed staat van allerlei op hem inwerkende factoren. Op grond van dit alles komen wij tot de conclusie, dat vele moeilijkheden slechts opgelost kunnen worden door de centralisatie van het ziekenfo"'1 wezen. Er moet meer vrijheid komen aan de voet van het systeem, d.w.z. grote- tere zelfstandigheid voor de afzonderlij ke fondsen, welke in beginsel door ver zekerden en medewerkers bestuurd zouden dienen te worden. Hierdoor zouden beide groepen weer in hun verantwoordelijkheid hersteld worden, hun toewijding en vindingrijk heid weer geheel ten dienste van het geheel komen. Naar boven zou de in vloed van de aldus samengestelde fond sen versterkt dienen te worden. Een rui mere schakering van fondsen zou met als een maatschappelijk euvel moeten worden gezien, maar eerder als een be wijs van levendig sociaal besef. Uiter aard zullen bepaalde algemene regels en voorschriften niet kunnen worden ge mist. Er dient echter zoveel mogelijk aan het vrije initiatief te worden over gelaten. liet abonncmcntssystecm bij de ho norering van medewerkers gepaard gaan dc met „all risk" dekking voor verze kerden dient voorts tot minimale propor ties te worden teruggebracht. Het heeft een funeste invloed zowel op verzeker den als medewerkers. Mogelijk kan boven 'n bepaalde grens een gestaffelde verzekering uitkomst bieden. Wenselijk is het voorts een ze ker „eigen risico" in te voeren en te handhaven voor hen, die dit maar enigs zins kunnen dragen. De mogelijkheden, die het particuliere verzekeringswezen bevat, dienen grondig te worden onder zocht en uitgebuit. In elk geval moet de mogelijkheid worden uitgeschakeld, dat ziekenfondsen zich zelf gaan bewegen op het gebied van de uitvoering der gezondheidszorg zoals met de tandheelkundige klinieken het geval is. Dit is hun terrein niet. Hun macht zou er nog maar door toe nemen en de onafhankelijkheid van de medewerkers verder door worden aan getast. Hiermede zijn enkele grote l-'men aan gegeven tot omwerking v»n het zieken fondswezen, waarbij wel beseft wordt dat de practische uitwerking nog zeer' ingewikkeld zal zijn. Wij hopt. echter, niet dat a priori gestelde administratie ve en financiële bezwaren zullen ver hinderen, dat de mogelijkheden onder zocht zullen worden. Een doorbreking b.v. zan de unificatie der sociale ver zekering zal, naar men zegt., geld kos ten. Maar men moet zi"b dan ook af vragen wat het zal koc' z. indien aah deze unificatie andere v. u-den worden opgeofferd. der de huidige omstandigheden de ver tegenwoordigers der fondsen en de drie werknemers de juiste representanten zou achten van de brede massa ver zekerden, dan nog zijn zij verre in de minderheid tegenover de andere groe pen! Maar natuurlijk zijn de kaarten anders verdeeld, dan uit dit neuzen tellen valt op te maken. Bepaalde stem mingen van de Raad, waarvan naar buiten iets uitlekt, doen vermoeden dat zelfs bepaalde vertegenwoordigers der fondsen meer oog hebben voor het sy steem. dan voor de wensen en belan gen der verzekerden. Het systeem reserveert een grote macht voor de top en de betrokkenen willen deze niet gaarne verloren zien gaan. Het systeem getuigt daarbij van een bepaalde efficiency-opvatting, wel ke geïnspireerd lijkt op de lopende band in een fabriek; centraal geleid met straffe controle op de uitvoering; niet mécr verantwoordelijkheid bii de uit voerenden, dan voor een beperkte taak. Dit nu stemt niet overeen met de aard van dc gezondheidszorg en het is dan ok het grootste mankement van het zie kenfondswezen te achten, dat het aldus fnuikend werkt op het verantwoorde lijkheidsbesef. Wij vrezen, dat de grote invloed van centrale overheid en bedrijfsleven deze tendens nog versterkt. Natuurlijk mag men ook van de gezondheidszorg eisen, dat administratie en beheer efficient ver lopen, ook, dat de medicus, het zieken huis e.d. efficient werken maar in de eerste plaats dienen de menselijke ver houdingen in het oog te worden gehou den. Zelfs in het bedrijfsleven moet men erkennen deze te lang te hebben verwaarloosd. Hoeveel temeer moet men er dan voor waken bij de gezondheids zorg niet in nog ernstiger verzuim te vervallen! Maar reeds heeft het er al le schijn van, dat daar de medewerkers als instrument, de verzekerden ais ob ject beschouwd worden en de tandheel kundige klinieken vormen een extreem voorbeeld, hoezeer de lopende-band-idee al ingang heeft gevonden. Uiteraard heeft het socialisatie-pro- ces ook'wijziging gebracht in de positie van de medewerkers-verstrekkers, voor al in die van de medicus. Maar ook hier wordt de boog gespannen. Speci aal de positie van de huisarts, die in de gezondheidszorg een centrale plaats hoort in te nemen, wordt dermate aan getast, dat behoorlijke uitoefening van het doktersambt nauwelijks meer mo gelijk is. Zeker, een dokter kan niet meer uitsluitend als individualist tegen over zijn patiënten staan. Hij maakt deel uit van een gemeenschap, waarin steeds meer een werkelijk sociaal be sef is gegroeid en waarin begrepen wordt, dat de eenling op zich niet tegen de moeilijkheden is opgewassen. De col lectiviteit kan meer zekerheid en on afhankelijkheid verschaffen ook op dit gebied. Maar vóór het zover was, had de dokter, uit hoofde van zijn roeping, voorzover in zijn vermogen lag, reeds de sociale nood opgevangen. En nog he den ten dage kan die gesteldheid niel worden gemist, ook al zal het vrijwel niet meer voorkomen dat uitsluitend met een beroep op de naastenliefde zijn diensten worden gevraagd. INDIEN men echter de medicus thans terug zou brengen tot de sta tus van simpel uitvoerder, die naar rato betaald wordt voor zijn verrich tingen, dan zou er veel verloren gaan van wat het medische beroep maakt tot wat het is en zou de gezondheids zorg aanmerkelijke schade lijden. Het is zelfs zeer goed mogelijk, dat de tra ditionele hoge beroepsopvatting reeds, geleden heeft als gevolg van de na oorlogse ontwikkeling en het kom; ons voor, dat veel van de huidige moeilijk heden hieruit voortvloeien, dat men de medicus zijn volwaardige plaats in de gezondheidszorg heeft Willen i>-'nemen, hem wantrouwt en uitschakelt. De offer bereidheid, die met het beroep moet samengaan heeft onder invloed hiervan wellicht reeds min of meer plaats ge maakt voor een harde zakelijkheid. Daartoe wordt ook veel bijgedragen door het abonnementssysteem, dat de arts een vast bedrag per ziel per jaar garandeert, waarvoor hij alles moet doen. Dit systeem remt ijver en werk- (Van onze sociaal-economische redacteur) Het is niet te miskennen, dat zich in het openbare leven 11a de oorlog een Verdere vermaatschappelijking heeft voltrokken. Het allcenbeslissingsrecht, •at het individu zich voordien nog in grote mate voorbehield, is ten aanzien Van cardinale punten in vele gevallen overgegaan naar de gemeenschap, of naar deel-gemeenschappen. In beginsel is hier geen bezwaar tegen; tot op ilekere hoogte is het zelfs toe te juichen. De mens is immers niet alleen individu, maar ook sociaal-wezen en zijn gedrag en beslissingen kunnen van lerstrekkcnde betekenis zijn voor de hele gemeenschap en ieder lid daarvan persoonlijk. Zijn vrijheid tot het nemen van beslissingen wordt door het zich voltrek- Ziende proces van socialisatie beperkt. Hem worden gedragsregels voorge schreven, welke hem ten aanzien van bepaalde handelingen geen keus meer laten. DIT valt slechts toe te juichen, in- zoverre met deze handelingen een gemeenschapsbelang van betekenis gemoeid is en de gestelde regels in overeenstemming zijn te achten met al gemene normen van rechtvaardigheid en naastenliefde. Voorts dienen zij ook wer kelijk gericht te zijn op het doel. dat ermee bereikt zou moeten worden. Bovenal echter mag men de eis stel len, dat niet strikte persoonlijkheidsrech ten, niet de persoonlijkheid van de mens zelf er door worden aangetast. Gevaar voor aantasting van de per soonlijkheid is groter, naarmate hoge re (grotere) gemeenschappen zich met het stellen van regels belasten. Van daar dat van katholieke zijde steeds het beginsel is gehuldigd, dat niet door een hogere gemeenschap moet worden ge daan, wat aan een lagere kan worden overgelaten. Hoe kleiner de gemeen schap, hoe groter de invloed van elk lid ervan op de collectieve beslissing, hoe groter het deelhebben daaraan van ieder persoonlijk. Ook op het gebied van de gezond heidszorg heeft zich een „vermaatschap pelijking" voltrokken, zowel ten aanzien van hen, die de zorg geven als die haar ontvangen, maar wij kunnen niet zeggen, dat op dit terrein de boven omschreven eisen in acht zijn geno men, tenminste niet bij het organiseren de en de verzorging bepalende element, het ziekenfondswezen. De persoonlijke verantwoordelijkheid van verzorgden en verzorgers is hier voor een groot deel uitgeschakeld, terwijl deze op dit ge bied juist het minst aantastbaar geacht moet worden. IS REEDS de verplichting tot deel neming aan de ziekenfondsverzeke ring voor bepaalde groepen een zaak, waarvoor men met moeite een rechtsgrond kan vinden, erger is het, dat van Invloed van de verzekerden zelf binnen dit systeem van verplichte verzekering nauwelijks gesproken kan worden. Door een welbewust bevorder de concentratie van fondsen ontstaan grote lichamen, die weer aan straffe richtlijnen van boven gebonden zijn. Voor de individuele burger zal het dan ook in de meeste gevallen onverschillig zijn. bij welk fonds hij zich aansluit, terwijl zijn keuze tamelijk beperkt is. Hij is trouwens verplicht zich aan te sluiten hoe dan ook en hij kan eigenlijk dus niet eens door weglopen zijn mogelijke ontstemming kracht bijzetten. In het algemeen kan men dan ook niet zeggen, dat de fondsen een weer spiegeling zjjn van een spontane groeps vorming binnen de samenleving, heigeen toch ten aanzien van een zo persoon lijke zaak als de gezondheidszorg zou mogen worden verwacht. Deze fondsen kunnen voorts olaatseliik soms een grote machtspositie bereiken, waardoor zij de medewerkers kunnen maken en breken, hetgeen hun beroepszelfstandig- heid niet ten goede komt en deze ont- Vcrige week Zaterdag plaatster: wij een artikel, waarin wij enkele sterk aan de dag tredende en on rustbarende verschijnselen samen hangende met het ziekenfondswezen naar voren brachten. Daarbij heb ben wij toegezegd nog nader in te gaan op de mogelijkheden, welke aanwezig geacht kunnen worden, om de spanningen weg te nemen Deze toezegging doen wij nu ge stand. Uiteraard kan het probleem zel's in ten uitvoerig artikel nog niet n volle omvang behandeld worden Wij hopen echter, dat op deze wijze een bijdrage tot de gedachtenvor- ming en tot de uiteindelijke oplos sing wordt geleverd. Moeder Mary Katherine, stichteres van een congregatie voor Indianen en kleurlingen, is op 3 Maart j.l. te Phila delphia in de leeftijd van 96 jaar overleden. Zij was de dochter van de bankier-millionnair Francis A. Drexel, die bij zijn dood in 183 zijn bezittingen ter waarde van vele millioenen aan zijn drie dochters naliet. Enige jaren na de dood van haar vader, toen zij nog novice was in een andere Congregatie, kreeg zij toestem ming om samen met een aantal mede zusters een Gezelschap te stichten, met het doel hulp te verlenen aan in de Ver. Staten woonachtige negers en Indianen. Haar gehele erfenis stelde zij later ter beschikking van deze nieuwe Congregatie, de Orde van het H. Sacra ment voor Indianen en kleurlingen. De Congregatie, die 500 religieuzen telt, bezit thans 49 huizen en 63 scho len, waaronder het Xavier-Collége te New Orleans, het enige katholieke College voor negers in de Ver. Staten. De Belgische koningin Elizabeth heeft, zqals bekend, een uitnodiging aanvaard tot bijwoning van het inter nationale muziekconcours-Chopin, dat van 14 tot 18 Maart te Warschau wordt gehouden. diep heeft geschokt. Iedereen in dat dit bericht verscheidene personen diepj heeft geschokt. Iedereen in België, aldus het blad, kent de liefde van de koningin voor de muziek en haar toewijding waar 't de kunstenaars betreft. De vorstin begeeft zich echter naar Warschau op een ogenblik, dat de communistische regering weer 'n aan tal priesters heeft gearresteerd en bezig is met de oprichting van een concentratiekamp, waar deze priesters en leden der religieuze orden worden opgesloten. „La Libre Belguique" zegt, dat de re gering van Warschau zich niet alleen met muziekconcoursen bezighoudt en dat de president der Poolse republiek niet meer Paderewski is. Tenslotte waarschuwt het blad tegen de propa gandistische munt, die de communis ten uit dit bezoek van koningin Eliza beth zouden kunnen slaan. Bij het vallen van een hoge eikenboom op het landgoed „Avegoor" onder Ellecom is Donderdag de zeventienjarige W. H. uit Wageningen gedood. Hij was met enige arbeiders bezig een boom om te trekken, die reeds op vallen stond. Daar het werk niet erg vlotte, klom H. met een touw naar de kruin van de eik om het touw daar te bevestigen. Doch op het mo ment dat hij halverwege in de boom ge klommen was, plofte de woudreus met een enorme smak tegen de grond, de jongen in zijn val vermorzelend. wikkeling zou door een vaak gepro pageerde verdere concentratie nog versterkt worden. Maar behoudens een zekere vrijheid, die de fondsen hebben bij de uitvoe ring, zijn zij volledig gebonden aan de voorschriften, welke de Ziekenfonds raad, onder het wakend oog van de mi nister, stelt. De Ziekenfondsraad is dus een machtig lichaam, waar alle tou..tjes tenslotte samenkomen. Zijn macht en samenstelling werken echter verwonde ring. Een zeer groot deel van de Raad wordt uitgemaakt door overheidsfunctio narissen en door vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, beide groepen met 7 leden. Er hebben voorts 9 vertegen woordigers van de Algemene zieken fondsen zitting in de Raad, alsmede 12 vertegenwoordigers van medewerkers verstrekkers. Lopende-band-efficiency De verzekerden zelf komen hier slecht aan hun trek. Zeis indien men on- In Wezep (gemeente Oldebroek) is onder de pluimveestapel van de wed. H. van O. een geval van pseudo-vogelpest gecon stateerd. De op het bedrijf aanwezige kip pen ten getale van 350 werden alle afge maakt. omdaf een opkomende verkoud heid U dwars zit, is het de hoogste tijd om ASPIRIN te nemen Bij hoofdpi|n, reumotiek en griep helpt ASPIRIN snel en betrouw baar. Van de 195.000 kinderen, die na de ineenstorting van Hitler's rijk werden vermist, heeft men er 178.000, of ne gentig procent, kunnen terugvinden, aldus meldt het Westduitse Rode Kruis. vandaag liefst niets doen dan luieren, lachte zij. Nu dat kan, wij zijn de hele dag vrij en vanavond ook, stemde hij toe. Maar zeg, lieveling, ik heb een verzoek van mijn moeder, namelijk, of je haar het ge noegen wilt doen, haar een bezoek te brengen. Wat moet ik haar antwoorden? Een tedere trek verzachtte zijn ernstig ge laat, toen hij over zijn moeder sprak. Dit ontging Bella niet en zij lachte hem met van blijdschap stralende ogen toe. Ik wil heel graag komen morgen mis schien? Want daarna beginnen de re petities voor het nieuwe stuk weer en moet ik 's avonds' ook spelen. Dus is het morgen de laatste dag. Je voelt je toch niet overbelast, vroeg hij bezorgd. Dan lachte zij: Ik heb nog nooit ge hoord, dat een toneelspeelster klaagt, wan neer zij kan spelen. Integendeel, ik vind het heerlijk. Zij waren nu bij haar thuis. EUegarde stapte niet uit, doch hielp hasr uit de auto. Een intiem afscheid moest achterwege blijven, want een goede chauf feur is noch blind, noch doof. En de chauffeur van Pretorius was een beste. HOOFDSTUK VIII Inmiddels had de express zijn normale snelheid bereikt en vloog door het land schap. Het sneeuwde. Oliva had 'n hoek- plaats bij het raam in de luxueuze coupé met de zachte fluwelen kussens en ge makkelijke klaptafeltjes, die, ook ai door de aangename warmte, een illusie van huiselijkheid schiep. De trein was niet bijzonder druk be zet en in de coupé bevonden zich behalve Oliva slechts twee personen, een oudere dame en een heer, die beiden gerouti neerde reizigers schenen te zijn. Zij ont deden zich van hun passen en hoeden, namen lectuur en de dame begon aan een reisbiscuitje te knabbelen, terwijl zij in haar rechterhand een boek hield, waar in zij aandachtig begon te lezen. Oliva zat stil in haar hoekje en luis terde naar het. voor haar ongewone, ge luid van de rollende wielen. Het rhythmi- sche eentonige gedreun drong Oliva ten slotte op deze wiegende stemloze melodie een tekst te zoeken..; Hij was er niet Hij was er niet Hij was er niet, klonk het haar voortdurend in de oren. Neen, hij was er niet. Hij had alles voor haar gedaan, alle mogelijke moeite genomen om het haar zo gemakkelijk mo gelijk te maken. Haar wens, die als een bevel had geklonken: zelfstandig over haar geld te kunnen beschikken, was hij nauwgezet nagekomen. Maar een af scheidswoord had hij haar niet gegeven. Tot de laatste seconde had Oliva geloofd, dat hij te laat was gekomen door opont houd, ofschoon zoiets bij een punctueel man als Pretorius uitgesloten was. Zou de band tussen hen verbroken zijn? Was het uit met een vriendschap, die 'n men senleeftijd had geduurd? Zeker, zij had den de laatste tijd dikwijls ruzie gehad, maar tot een breuk waa tv«t nooit geko men. meisje en ik had al zo gehoopt, dat je mijn lievelingskoekjes had laten bakken. Wat ook wel degelijk het geval is, haastte Bella hem te verzekeren, want zij begreep, dat hij liefst zo min mogelijk het woord tot Oliva zou richten. Deze voelde zich door hem verwaar loosd en begreep heel goed, dat hij zich daarmede aan een woord van dank tracht te te onttrekken. Dus morgen vertrek ik, zei ze over luid en met nadruk. Morgen komen de costumes toch pas mama, herinnerde Bella haar. Nu dan onherroepelijk overmorgen. Maar ook deze beslissing maakte geen indruk op Virgilius. Spoedig daarop was het tijd om te vertrekken. Oliva zei niets en Bella zei evenmin iets. Zij was opgestaan en naar haar ka mer gegaan. Na enige minuten kwam ze, gekleed om uit te gaan, weer binnen. Op dit teken stonden beide heren op. Heel officieel nam EUegarde afscheid, dankte voor de genoten gastvrijheid en wenste haar goede reis en veel genoegen. Pretorius, die reeds bij de deur stond, stelde zich tevreden met een buiging. Eer Oiiva wist, wat er gebeurde, was hij Bella naar buiten gevolgd, terwijl EUegar de de stoet met zijn brede rug sloot. Weer was Oliva alleen. Alweer alleen met haar eigen gedachten., en de pas. Op deze pas was haar beeltenis geplakt volgens voorschrift. Maar die foto had Virgilius in het ge heim van haar genomen, zonder dat zij er enig vermoeden van had. Bij deze overdenking kwam er een ge voel van heimwee over haar. Of was het iets aqders? Hoe het ook zij, ze voelde een overmatige drang om te schreien. Zij Jegde het bewuste pasformulier op de tafel en een loupe er naast. Dan nam zij haar zakdoek, drukte hem tegen haar ge zicht, dat zij op haar arm liet steunen Haar schouders schokten. Lang bleef zij in die houding zitten. Dan stond zij op, droogde haar roodgeschreide ogen en nam de pas mee naar haar kamer. Niettegen staande het, nóg vroeg was, kleedde zij zich uit, ging naar bed en deed het licht uit. De pas had zij echter onder haar hoofd kussen geschoven. Eindelijk was het dan toch zo ver. Me vrouw Oliva von Belamy was op reis ge gaan. Er bestaat een soort kalmte, die de omstanders meer opwindt dan gerecht vaardigde zenuwachtigheid. Reiskoorts zou men kunnen begrijpen. Maar niet, hoe iemand met volstrekte onverschillig heid kan spreken over het opnieuw inpak ken van een grote koffer, wanneer de auto reeds voor de deur staat, om de reizigster naar het station te brengen. Het was, alsof zij ook nu wilde tonen, dat men haar niet vermocht te impone ren. Niemand en niets. Ook, het reis plan niet. Alles ging bij haar dan ook van een leien dakje. Andere mensen moeten zich druk maken, voor allerlei dingen zorgen, in de rij staan tot het hun beurt is om geholpen te worden. Bij Oliva niets van dat alles, dank zij de goede zorgen van Pretorius. Maar zij vond het toch afschu welijk persoonlijk naar het bankgebouw te moeten gaan, om haar rekening te ope- ne en de formaliteiten te vervullen die daaraan verbonden waren. Bella had het niet gemakkelijk en beef- Bella kwijtte zich zeer lieftallig van haar taak als dochter des huizes. Zo zelfstandig zij anders was, zo bescheiden was zij nu, want zij gaf haar moeder, die toch haar logé was, de ereplaats van vrouw des huizes. Eer Virgilius op zijn plaats ging zitten, naderde hij Oliva. Ik heb je pas meegebracht, Oliva, zei hij en haalde uit zijn borstzak het of ficiële stuk, dat reeds geheel klaar was. Oliva had slechts haar handtekening er onder te plaatsen. Zij was er zichtbaar ver legen mede, doch nam het kleine boekje aan en knikte hem dankbaar toe, terwijl zij iets onverstaanbaars mompelde. Maar zij keek niet op, bladerde om en stootte op een gegeven ogenblik een kreet van verrassing uit. Onbekend als zij met zul ke dingen was, had zij er niet de minste notie van, dat voor een pas ook een foto nodig was. En nu keek zij verbijsterd naar haar eigen beeltenis. Hoe heb ik het nu? Waar heb je die foto vandaan? Ik heb mij immers nog nooit laten fotograferen? riep zij, zich zelf vergetend. Bella keek nieuwsgierig over haar schouder en EUegarde boog ook naar voren. Pretorius had inmiddels plaats genomen en roerde gemoedelijk in z'n theekopje, dat Bella voor hem had ingeschonken. Het is een oud amateurskiekje, dat ik heb laten vergroten, zei hij, schijnbaar kalm, doch hij was rood geworden. Het was hem blijkbaar onaangenaam, dat hij het middelpunt van dit onderzoek werd. Vergroot? riep Oliva, nog steeds vol van verbazing en vergat daarbij dat zij pigenlijk boos op elkaar waren. Maar ik heb het originele nooit gezien! Hoe kan dat? EUegarde had met Bella een glimlach end knipoogje gew,isseld. Nu wilde hij Virgilius te hulp komen, wiens slecht ver- holen verlegenheid hij zeer goed begreep. Fotografeert u zelf niet, mevrouw? Informeerde hij zo rechtstreeks, dat zij er niet buiten kon, antwoord te geven. Neen ik houd niet van dat ge knoei, zei ze met afkeurende handbewe ging. Dat soms toch heel nuttig kan zijn, zoals nu blijkt, merkte Bella snedig op. Pretorius zweeg en man een slokje thee alsof hem de hele geschiedenis niets meer aanging. Ik heb -nooit voor dit portret gepo seerd, hield Oliva koppig vol. Dat is ook in het geheel niet nodig! Wederom was het EUegarde die sprak. Men kan zijn slachtoffer onopgemerkt ne men, als men een beetje handig is. Zo is het, verwaardigde Pretorius zich een verklaring te geven en vervolg de dan, zonder antwoord af te wachten: Als je morgen met Bella naar de bank wilt gaan, om je handtekening te laten verifieren, dan staaftjiiets je reis meer in de weg. Er is reeoï voor gezorgd, dat je oen som in buitenlands geld ontvangt. Dan wendde hij zich tot Bella: Je laat mij gewoonweg verhongeren, Eer hij echter een uur ouder was ge-s worden, huldigde hij een andere mening. Als dat geen flirten was, dan wist hij niet, hoe het dan genoemd moest wor den. EUegarde en Oliva zaten tegenover elkaar bij de haard en boden een zeer aantrekkelijk beeld, terwijl zij zo tegen el kaar zaten te glimlachen1 en levendig re deneerden. Sedert wanneer dateert die nieuwe vriendschap? vroeg hij zacht en langzaam Mama heeft niet 't flauwste vermoe den, wie hij is was het antwoord en dan vervolgde zij aarzelend: Ik heb je wat te zeggen, Virgilius, buig een beetje voor over, anders zou mama het kunnen horen. Gehoorzaam en gedwee ging de ver trouwde vriend met z'n rug naar de groep bij de schoorsteen staan, zodat zijn bre de gestalte de fluisterend gesproken woorden opving. Kom maar op, meisje, wat is er ge beurd? je ziet er zo feestelijk, zo op gewonden uit! schertste hij enigszins ge dwongen. Hij ergerde zich over .die twee en kon er zich geen rekenschap van ge ven, waarom. Maar reeds in het volgende ogenblik werd hij uit de droom geholpen. Ik heb mij met EUegarde verloofd, fluisterde Bella met een kleur als een bellefleur. Mama mag het echter niet we ten, natuurlijk. Wij smeken je om raad en hulp, Virgilius. En toen zij haar ogen naar hem opsloeg, was hij onthutst, dat hij geen verbazing, maar onverholen blijdschap aan de dag legde. Een mooie boel! Dus Oliva flirtte met haar eigen schoonzoon, zonder dat zij daar het minste vermoeden van had! Dat was een onbetaalbare grap en boette alles uit, wat zij hem had aangedaan. Want hij was allesbehalve dom en had niet lang werk om de situatie te overzien in zoverre het Oliva betrof. Zij wilde hem eenvoudig een lesje geven! Virgilius herstelde zich vlug. En terwijl hij naar Bella overboog wenste hij haar hartelijk geluk: Dus daarom heeft hij mij steeds zo moordlustig aangekeken hij dacht zeker, dat ik zijn medeminnaar was Die is mooi! Maar, beste meid, wat kan ik hier helpen? Mama zal, alleen al uit lust tot tegenspraak tegenover mij, geen toestemming geven. Aan de andere kant moet ik schokkende scènes ontraden. Mijnheer de directeur zal dus een weinig- je geduld moeten oefenen. Ik geef graag toe, dat het hem zwaar zal vallen maar het' is niettemin verstandiger. Zij is die eerste schok nog niet te boven gekomen, dus moet zij niet nogmaals in zo'n toe stand gebracht worden dat zul je ze- ker wel inzien hè? Laat zij nu eerst haar reis gaan maken. Als zij dan terugkomt, kunnen wij verder zien... Bella liet haar kopje hangen. EUegar de, die haar ongemerkt gedesloeg, be greep waar het orn ging en was plotse ling een zeer verstrooid cavalier. Geluk kig verscheen Anny mét de theewagen, zodat er enige beweging in het gezelschap ontstond en men van plaats kon verande ren. tWordt vervolgd*

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 4