Honderden T.V.-toestellen
de E 55
naa
Meer vrijheid en zelfstandigheid aan
de voet gewenst
Mieke
Eerw. Moeder Mary
Katlierine overleden
Koningin Elizabeth's
bezoek aan Warschau
ZATERDAG
MAART 19
PAGINA 4
Enige conclusies
Centrale plaats voor de dokter
Zoveel mogelijk herstel van een zeker eigen risico
Persoonlijke verantwoorde-
I ijkh eid U it geschakeld
Stichteres Congregatie voor
Indianen en kleeurlingen
Critiek van een Belgisch blad
JEUGDIGE ARBEIDER
DOOR VALLENDE EIK
VERMORZELD
PSEUDO-VOGELPEST
IN WEZEP
clc j
U lucJ- mm, itrkietteetrf-r.I
lust, stimuleert de luiheid en leidt tot
afschuifpolitiek (verwijzen naar specia
list), zeer ten detrimente van de pa
tiënten.
Natuurlijk mogen wij de schuld voor
alle feilen niet uitsluitend op het sy
steem werpen. Het systeem moet uit
kunnen gaan van hoge beroepsopvatting
en verantwoordelijkheidsbesef bij de art
sen en daar wordt zeer zeker nog al
eens tegen gezondigd. De artsen zelf en
hun organisaties zullen dan ook met
kracht voor de handhaving van een ho
ge beroepsmoraal op moeten komen en
in dit opzicht een grote eensgezindheid
aan den dag moeten leggen, willen zij
tenminste hun positie ooit nog in ere
hersteld zien.
Dit neemt niet weg, dat de combi
natie van factoren, welke het huidige
systeem karakteriseert een fnuikende
invloed heeft. Ondanks zijn beroep is
de medicus een gewoon mens, die sterk
onder invloed staat van allerlei op hem
inwerkende factoren.
Op grond van dit alles komen wij tot
de conclusie, dat vele moeilijkheden
slechts opgelost kunnen worden door de
centralisatie van het ziekenfo"'1 wezen.
Er moet meer vrijheid komen aan
de voet van het systeem, d.w.z. grote-
tere zelfstandigheid voor de afzonderlij
ke fondsen, welke in beginsel door ver
zekerden en medewerkers bestuurd
zouden dienen te worden.
Hierdoor zouden beide groepen weer
in hun verantwoordelijkheid hersteld
worden, hun toewijding en vindingrijk
heid weer geheel ten dienste van het
geheel komen. Naar boven zou de in
vloed van de aldus samengestelde fond
sen versterkt dienen te worden. Een rui
mere schakering van fondsen zou met
als een maatschappelijk euvel moeten
worden gezien, maar eerder als een be
wijs van levendig sociaal besef. Uiter
aard zullen bepaalde algemene regels en
voorschriften niet kunnen worden ge
mist. Er dient echter zoveel mogelijk
aan het vrije initiatief te worden over
gelaten.
liet abonncmcntssystecm bij de ho
norering van medewerkers gepaard gaan
dc met „all risk" dekking voor verze
kerden dient voorts tot minimale propor
ties te worden teruggebracht. Het heeft
een funeste invloed zowel op verzeker
den als medewerkers.
Mogelijk kan boven 'n bepaalde grens
een gestaffelde verzekering uitkomst
bieden. Wenselijk is het voorts een ze
ker „eigen risico" in te voeren en te
handhaven voor hen, die dit maar enigs
zins kunnen dragen. De mogelijkheden,
die het particuliere verzekeringswezen
bevat, dienen grondig te worden onder
zocht en uitgebuit.
In elk geval moet de mogelijkheid
worden uitgeschakeld, dat ziekenfondsen
zich zelf gaan bewegen op het gebied
van de uitvoering der gezondheidszorg
zoals met de tandheelkundige klinieken
het geval is. Dit is hun terrein niet.
Hun macht zou er nog maar door toe
nemen en de onafhankelijkheid van de
medewerkers verder door worden aan
getast.
Hiermede zijn enkele grote l-'men aan
gegeven tot omwerking v»n het zieken
fondswezen, waarbij wel beseft wordt
dat de practische uitwerking nog zeer'
ingewikkeld zal zijn. Wij hopt. echter,
niet dat a priori gestelde administratie
ve en financiële bezwaren zullen ver
hinderen, dat de mogelijkheden onder
zocht zullen worden. Een doorbreking
b.v. zan de unificatie der sociale ver
zekering zal, naar men zegt., geld kos
ten. Maar men moet zi"b dan ook af
vragen wat het zal koc' z. indien aah
deze unificatie andere v. u-den worden
opgeofferd.
der de huidige omstandigheden de ver
tegenwoordigers der fondsen en de drie
werknemers de juiste representanten
zou achten van de brede massa ver
zekerden, dan nog zijn zij verre in de
minderheid tegenover de andere groe
pen! Maar natuurlijk zijn de kaarten
anders verdeeld, dan uit dit neuzen
tellen valt op te maken. Bepaalde stem
mingen van de Raad, waarvan naar
buiten iets uitlekt, doen vermoeden dat
zelfs bepaalde vertegenwoordigers der
fondsen meer oog hebben voor het sy
steem. dan voor de wensen en belan
gen der verzekerden.
Het systeem reserveert een grote
macht voor de top en de betrokkenen
willen deze niet gaarne verloren zien
gaan. Het systeem getuigt daarbij van
een bepaalde efficiency-opvatting, wel
ke geïnspireerd lijkt op de lopende band
in een fabriek; centraal geleid met
straffe controle op de uitvoering; niet
mécr verantwoordelijkheid bii de uit
voerenden, dan voor een beperkte taak.
Dit nu stemt niet overeen met de aard
van dc gezondheidszorg en het is dan
ok het grootste mankement van het zie
kenfondswezen te achten, dat het aldus
fnuikend werkt op het verantwoorde
lijkheidsbesef.
Wij vrezen, dat de grote invloed van
centrale overheid en bedrijfsleven deze
tendens nog versterkt. Natuurlijk mag
men ook van de gezondheidszorg eisen,
dat administratie en beheer efficient ver
lopen, ook, dat de medicus, het zieken
huis e.d. efficient werken maar in de
eerste plaats dienen de menselijke ver
houdingen in het oog te worden gehou
den. Zelfs in het bedrijfsleven moet
men erkennen deze te lang te hebben
verwaarloosd. Hoeveel temeer moet men
er dan voor waken bij de gezondheids
zorg niet in nog ernstiger verzuim te
vervallen! Maar reeds heeft het er al
le schijn van, dat daar de medewerkers
als instrument, de verzekerden ais ob
ject beschouwd worden en de tandheel
kundige klinieken vormen een extreem
voorbeeld, hoezeer de lopende-band-idee
al ingang heeft gevonden.
Uiteraard heeft het socialisatie-pro-
ces ook'wijziging gebracht in de positie
van de medewerkers-verstrekkers, voor
al in die van de medicus. Maar ook
hier wordt de boog gespannen. Speci
aal de positie van de huisarts, die in
de gezondheidszorg een centrale plaats
hoort in te nemen, wordt dermate aan
getast, dat behoorlijke uitoefening van
het doktersambt nauwelijks meer mo
gelijk is. Zeker, een dokter kan niet
meer uitsluitend als individualist tegen
over zijn patiënten staan. Hij maakt
deel uit van een gemeenschap, waarin
steeds meer een werkelijk sociaal be
sef is gegroeid en waarin begrepen
wordt, dat de eenling op zich niet tegen
de moeilijkheden is opgewassen. De col
lectiviteit kan meer zekerheid en on
afhankelijkheid verschaffen ook op dit
gebied. Maar vóór het zover was, had
de dokter, uit hoofde van zijn roeping,
voorzover in zijn vermogen lag, reeds
de sociale nood opgevangen. En nog he
den ten dage kan die gesteldheid niel
worden gemist, ook al zal het vrijwel
niet meer voorkomen dat uitsluitend met
een beroep op de naastenliefde zijn
diensten worden gevraagd.
INDIEN men echter de medicus
thans terug zou brengen tot de sta
tus van simpel uitvoerder, die naar
rato betaald wordt voor zijn verrich
tingen, dan zou er veel verloren gaan
van wat het medische beroep maakt
tot wat het is en zou de gezondheids
zorg aanmerkelijke schade lijden. Het is
zelfs zeer goed mogelijk, dat de tra
ditionele hoge beroepsopvatting reeds,
geleden heeft als gevolg van de na
oorlogse ontwikkeling en het kom; ons
voor, dat veel van de huidige moeilijk
heden hieruit voortvloeien, dat men de
medicus zijn volwaardige plaats in de
gezondheidszorg heeft Willen i>-'nemen,
hem wantrouwt en uitschakelt. De offer
bereidheid, die met het beroep moet
samengaan heeft onder invloed hiervan
wellicht reeds min of meer plaats ge
maakt voor een harde zakelijkheid.
Daartoe wordt ook veel bijgedragen
door het abonnementssysteem, dat de
arts een vast bedrag per ziel per jaar
garandeert, waarvoor hij alles moet
doen. Dit systeem remt ijver en werk-
(Van onze sociaal-economische redacteur)
Het is niet te miskennen, dat zich in het openbare leven 11a de oorlog een
Verdere vermaatschappelijking heeft voltrokken. Het allcenbeslissingsrecht,
•at het individu zich voordien nog in grote mate voorbehield, is ten aanzien
Van cardinale punten in vele gevallen overgegaan naar de gemeenschap, of
naar deel-gemeenschappen. In beginsel is hier geen bezwaar tegen; tot op
ilekere hoogte is het zelfs toe te juichen. De mens is immers niet alleen
individu, maar ook sociaal-wezen en zijn gedrag en beslissingen kunnen van
lerstrekkcnde betekenis zijn voor de hele gemeenschap en ieder lid daarvan
persoonlijk.
Zijn vrijheid tot het nemen van beslissingen wordt door het zich voltrek-
Ziende proces van socialisatie beperkt. Hem worden gedragsregels voorge
schreven, welke hem ten aanzien van bepaalde handelingen geen keus meer
laten.
DIT valt slechts toe te juichen, in-
zoverre met deze handelingen een
gemeenschapsbelang van betekenis
gemoeid is en de gestelde regels in
overeenstemming zijn te achten met al
gemene normen van rechtvaardigheid en
naastenliefde. Voorts dienen zij ook wer
kelijk gericht te zijn op het doel. dat
ermee bereikt zou moeten worden.
Bovenal echter mag men de eis stel
len, dat niet strikte persoonlijkheidsrech
ten, niet de persoonlijkheid van de
mens zelf er door worden aangetast.
Gevaar voor aantasting van de per
soonlijkheid is groter, naarmate hoge
re (grotere) gemeenschappen zich met
het stellen van regels belasten. Van
daar dat van katholieke zijde steeds het
beginsel is gehuldigd, dat niet door een
hogere gemeenschap moet worden ge
daan, wat aan een lagere kan worden
overgelaten. Hoe kleiner de gemeen
schap, hoe groter de invloed van elk
lid ervan op de collectieve beslissing,
hoe groter het deelhebben daaraan van
ieder persoonlijk.
Ook op het gebied van de gezond
heidszorg heeft zich een „vermaatschap
pelijking" voltrokken, zowel ten aanzien
van hen, die de zorg geven als die
haar ontvangen, maar wij kunnen niet
zeggen, dat op dit terrein de boven
omschreven eisen in acht zijn geno
men, tenminste niet bij het organiseren
de en de verzorging bepalende element,
het ziekenfondswezen. De persoonlijke
verantwoordelijkheid van verzorgden en
verzorgers is hier voor een groot deel
uitgeschakeld, terwijl deze op dit ge
bied juist het minst aantastbaar geacht
moet worden.
IS REEDS de verplichting tot deel
neming aan de ziekenfondsverzeke
ring voor bepaalde groepen een
zaak, waarvoor men met moeite een
rechtsgrond kan vinden, erger is het,
dat van Invloed van de verzekerden
zelf binnen dit systeem van verplichte
verzekering nauwelijks gesproken kan
worden. Door een welbewust bevorder
de concentratie van fondsen ontstaan
grote lichamen, die weer aan straffe
richtlijnen van boven gebonden zijn.
Voor de individuele burger zal het dan
ook in de meeste gevallen onverschillig
zijn. bij welk fonds hij zich aansluit,
terwijl zijn keuze tamelijk beperkt is. Hij
is trouwens verplicht zich aan te sluiten
hoe dan ook en hij kan eigenlijk dus
niet eens door weglopen zijn mogelijke
ontstemming kracht bijzetten.
In het algemeen kan men dan ook
niet zeggen, dat de fondsen een weer
spiegeling zjjn van een spontane groeps
vorming binnen de samenleving, heigeen
toch ten aanzien van een zo persoon
lijke zaak als de gezondheidszorg zou
mogen worden verwacht. Deze fondsen
kunnen voorts olaatseliik soms een
grote machtspositie bereiken, waardoor
zij de medewerkers kunnen maken en
breken, hetgeen hun beroepszelfstandig-
heid niet ten goede komt en deze ont-
Vcrige week Zaterdag plaatster:
wij een artikel, waarin wij enkele
sterk aan de dag tredende en on
rustbarende verschijnselen samen
hangende met het ziekenfondswezen
naar voren brachten. Daarbij heb
ben wij toegezegd nog nader in te
gaan op de mogelijkheden, welke
aanwezig geacht kunnen worden,
om de spanningen weg te nemen
Deze toezegging doen wij nu ge
stand.
Uiteraard kan het probleem zel's
in ten uitvoerig artikel nog niet n
volle omvang behandeld worden
Wij hopen echter, dat op deze wijze
een bijdrage tot de gedachtenvor-
ming en tot de uiteindelijke oplos
sing wordt geleverd.
Moeder Mary Katherine, stichteres
van een congregatie voor Indianen en
kleurlingen, is op 3 Maart j.l. te Phila
delphia in de leeftijd van 96 jaar
overleden. Zij was de dochter van de
bankier-millionnair Francis A. Drexel,
die bij zijn dood in 183 zijn bezittingen
ter waarde van vele millioenen aan
zijn drie dochters naliet.
Enige jaren na de dood van haar
vader, toen zij nog novice was in een
andere Congregatie, kreeg zij toestem
ming om samen met een aantal mede
zusters een Gezelschap te stichten, met
het doel hulp te verlenen aan in de
Ver. Staten woonachtige negers en
Indianen. Haar gehele erfenis stelde zij
later ter beschikking van deze nieuwe
Congregatie, de Orde van het H. Sacra
ment voor Indianen en kleurlingen.
De Congregatie, die 500 religieuzen
telt, bezit thans 49 huizen en 63 scho
len, waaronder het Xavier-Collége te
New Orleans, het enige katholieke
College voor negers in de Ver. Staten.
De Belgische koningin Elizabeth
heeft, zqals bekend, een uitnodiging
aanvaard tot bijwoning van het inter
nationale muziekconcours-Chopin, dat
van 14 tot 18 Maart te Warschau wordt
gehouden.
diep heeft geschokt. Iedereen in
dat dit bericht verscheidene personen
diepj heeft geschokt. Iedereen in
België, aldus het blad, kent de liefde
van de koningin voor de muziek en
haar toewijding waar 't de kunstenaars
betreft. De vorstin begeeft zich echter
naar Warschau op een ogenblik, dat de
communistische regering weer 'n aan
tal priesters heeft gearresteerd en
bezig is met de oprichting van een
concentratiekamp, waar deze priesters
en leden der religieuze orden worden
opgesloten.
„La Libre Belguique" zegt, dat de re
gering van Warschau zich niet alleen
met muziekconcoursen bezighoudt en
dat de president der Poolse republiek
niet meer Paderewski is. Tenslotte
waarschuwt het blad tegen de propa
gandistische munt, die de communis
ten uit dit bezoek van koningin Eliza
beth zouden kunnen slaan.
Bij het vallen van een hoge eikenboom
op het landgoed „Avegoor" onder Ellecom
is Donderdag de zeventienjarige W.
H. uit Wageningen gedood. Hij was met
enige arbeiders bezig een boom om te
trekken, die reeds op vallen stond. Daar
het werk niet erg vlotte, klom H. met
een touw naar de kruin van de eik om het
touw daar te bevestigen. Doch op het mo
ment dat hij halverwege in de boom ge
klommen was, plofte de woudreus met een
enorme smak tegen de grond, de jongen
in zijn val vermorzelend.
wikkeling zou door een vaak gepro
pageerde verdere concentratie nog
versterkt worden.
Maar behoudens een zekere vrijheid,
die de fondsen hebben bij de uitvoe
ring, zijn zij volledig gebonden aan de
voorschriften, welke de Ziekenfonds
raad, onder het wakend oog van de mi
nister, stelt. De Ziekenfondsraad is dus
een machtig lichaam, waar alle tou..tjes
tenslotte samenkomen. Zijn macht en
samenstelling werken echter verwonde
ring. Een zeer groot deel van de Raad
wordt uitgemaakt door overheidsfunctio
narissen en door vertegenwoordigers
van het bedrijfsleven, beide groepen met
7 leden. Er hebben voorts 9 vertegen
woordigers van de Algemene zieken
fondsen zitting in de Raad, alsmede 12
vertegenwoordigers van medewerkers
verstrekkers.
Lopende-band-efficiency
De verzekerden zelf komen hier
slecht aan hun trek. Zeis indien men on-
In Wezep (gemeente Oldebroek) is onder
de pluimveestapel van de wed. H. van
O. een geval van pseudo-vogelpest gecon
stateerd. De op het bedrijf aanwezige kip
pen ten getale van 350 werden alle afge
maakt.
omdaf een opkomende verkoud
heid U dwars zit, is het de hoogste
tijd om ASPIRIN te nemen
Bij hoofdpi|n, reumotiek en griep
helpt ASPIRIN snel en betrouw
baar.
Van de 195.000 kinderen, die na de
ineenstorting van Hitler's rijk werden
vermist, heeft men er 178.000, of ne
gentig procent, kunnen terugvinden,
aldus meldt het Westduitse Rode
Kruis.
vandaag liefst niets doen dan luieren,
lachte zij.
Nu dat kan, wij zijn de hele dag vrij
en vanavond ook, stemde hij toe. Maar
zeg, lieveling, ik heb een verzoek van
mijn moeder, namelijk, of je haar het ge
noegen wilt doen, haar een bezoek te
brengen. Wat moet ik haar antwoorden?
Een tedere trek verzachtte zijn ernstig ge
laat, toen hij over zijn moeder sprak.
Dit ontging Bella niet en zij lachte hem
met van blijdschap stralende ogen toe. Ik
wil heel graag komen morgen mis
schien? Want daarna beginnen de re
petities voor het nieuwe stuk weer en
moet ik 's avonds' ook spelen. Dus is het
morgen de laatste dag.
Je voelt je toch niet overbelast,
vroeg hij bezorgd.
Dan lachte zij: Ik heb nog nooit ge
hoord, dat een toneelspeelster klaagt, wan
neer zij kan spelen. Integendeel, ik vind
het heerlijk. Zij waren nu bij haar thuis.
EUegarde stapte niet uit, doch hielp hasr
uit de auto. Een intiem afscheid moest
achterwege blijven, want een goede chauf
feur is noch blind, noch doof.
En de chauffeur van Pretorius was een
beste.
HOOFDSTUK VIII
Inmiddels had de express zijn normale
snelheid bereikt en vloog door het land
schap. Het sneeuwde. Oliva had 'n hoek-
plaats bij het raam in de luxueuze coupé
met de zachte fluwelen kussens en ge
makkelijke klaptafeltjes, die, ook ai door
de aangename warmte, een illusie van
huiselijkheid schiep.
De trein was niet bijzonder druk be
zet en in de coupé bevonden zich behalve
Oliva slechts twee personen, een oudere
dame en een heer, die beiden gerouti
neerde reizigers schenen te zijn. Zij ont
deden zich van hun passen en hoeden,
namen lectuur en de dame begon aan een
reisbiscuitje te knabbelen, terwijl zij in
haar rechterhand een boek hield, waar
in zij aandachtig begon te lezen.
Oliva zat stil in haar hoekje en luis
terde naar het. voor haar ongewone, ge
luid van de rollende wielen. Het rhythmi-
sche eentonige gedreun drong Oliva ten
slotte op deze wiegende stemloze melodie
een tekst te zoeken..; Hij was er niet
Hij was er niet Hij was er niet, klonk
het haar voortdurend in de oren.
Neen, hij was er niet. Hij had alles
voor haar gedaan, alle mogelijke moeite
genomen om het haar zo gemakkelijk mo
gelijk te maken. Haar wens, die als een
bevel had geklonken: zelfstandig over
haar geld te kunnen beschikken, was hij
nauwgezet nagekomen. Maar een af
scheidswoord had hij haar niet gegeven.
Tot de laatste seconde had Oliva geloofd,
dat hij te laat was gekomen door opont
houd, ofschoon zoiets bij een punctueel
man als Pretorius uitgesloten was. Zou
de band tussen hen verbroken zijn? Was
het uit met een vriendschap, die 'n men
senleeftijd had geduurd? Zeker, zij had
den de laatste tijd dikwijls ruzie gehad,
maar tot een breuk waa tv«t nooit geko
men.
meisje en ik had al zo gehoopt, dat je
mijn lievelingskoekjes had laten bakken.
Wat ook wel degelijk het geval is,
haastte Bella hem te verzekeren, want zij
begreep, dat hij liefst zo min mogelijk het
woord tot Oliva zou richten.
Deze voelde zich door hem verwaar
loosd en begreep heel goed, dat hij zich
daarmede aan een woord van dank tracht
te te onttrekken.
Dus morgen vertrek ik, zei ze over
luid en met nadruk.
Morgen komen de costumes toch pas
mama, herinnerde Bella haar.
Nu dan onherroepelijk overmorgen.
Maar ook deze beslissing maakte geen
indruk op Virgilius. Spoedig daarop was
het tijd om te vertrekken.
Oliva zei niets en Bella zei evenmin
iets. Zij was opgestaan en naar haar ka
mer gegaan. Na enige minuten kwam ze,
gekleed om uit te gaan, weer binnen. Op
dit teken stonden beide heren op. Heel
officieel nam EUegarde afscheid, dankte
voor de genoten gastvrijheid en wenste
haar goede reis en veel genoegen.
Pretorius, die reeds bij de deur stond,
stelde zich tevreden met een buiging. Eer
Oiiva wist, wat er gebeurde, was hij
Bella naar buiten gevolgd, terwijl EUegar
de de stoet met zijn brede rug sloot.
Weer was Oliva alleen. Alweer alleen
met haar eigen gedachten., en de pas.
Op deze pas was haar beeltenis geplakt
volgens voorschrift.
Maar die foto had Virgilius in het ge
heim van haar genomen, zonder dat zij er
enig vermoeden van had.
Bij deze overdenking kwam er een ge
voel van heimwee over haar. Of was het
iets aqders? Hoe het ook zij, ze voelde
een overmatige drang om te schreien.
Zij Jegde het bewuste pasformulier op de
tafel en een loupe er naast. Dan nam zij
haar zakdoek, drukte hem tegen haar ge
zicht, dat zij op haar arm liet steunen
Haar schouders schokten. Lang bleef
zij in die houding zitten. Dan stond zij op,
droogde haar roodgeschreide ogen en nam
de pas mee naar haar kamer. Niettegen
staande het, nóg vroeg was, kleedde zij
zich uit, ging naar bed en deed het licht
uit.
De pas had zij echter onder haar hoofd
kussen geschoven.
Eindelijk was het dan toch zo ver. Me
vrouw Oliva von Belamy was op reis ge
gaan.
Er bestaat een soort kalmte, die de
omstanders meer opwindt dan gerecht
vaardigde zenuwachtigheid. Reiskoorts
zou men kunnen begrijpen. Maar niet,
hoe iemand met volstrekte onverschillig
heid kan spreken over het opnieuw inpak
ken van een grote koffer, wanneer de
auto reeds voor de deur staat, om de
reizigster naar het station te brengen.
Het was, alsof zij ook nu wilde tonen,
dat men haar niet vermocht te impone
ren. Niemand en niets. Ook, het reis
plan niet.
Alles ging bij haar dan ook van een
leien dakje. Andere mensen moeten zich
druk maken, voor allerlei dingen zorgen,
in de rij staan tot het hun beurt is om
geholpen te worden. Bij Oliva niets van
dat alles, dank zij de goede zorgen van
Pretorius. Maar zij vond het toch afschu
welijk persoonlijk naar het bankgebouw te
moeten gaan, om haar rekening te ope-
ne en de formaliteiten te vervullen die
daaraan verbonden waren.
Bella had het niet gemakkelijk en beef-
Bella kwijtte zich zeer lieftallig van
haar taak als dochter des huizes. Zo
zelfstandig zij anders was, zo bescheiden
was zij nu, want zij gaf haar moeder, die
toch haar logé was, de ereplaats van
vrouw des huizes.
Eer Virgilius op zijn plaats ging zitten,
naderde hij Oliva.
Ik heb je pas meegebracht, Oliva,
zei hij en haalde uit zijn borstzak het of
ficiële stuk, dat reeds geheel klaar was.
Oliva had slechts haar handtekening er
onder te plaatsen. Zij was er zichtbaar ver
legen mede, doch nam het kleine boekje
aan en knikte hem dankbaar toe, terwijl
zij iets onverstaanbaars mompelde. Maar
zij keek niet op, bladerde om en stootte
op een gegeven ogenblik een kreet van
verrassing uit. Onbekend als zij met zul
ke dingen was, had zij er niet de minste
notie van, dat voor een pas ook een foto
nodig was. En nu keek zij verbijsterd
naar haar eigen beeltenis.
Hoe heb ik het nu? Waar heb je die
foto vandaan? Ik heb mij immers nog
nooit laten fotograferen? riep zij, zich
zelf vergetend. Bella keek nieuwsgierig
over haar schouder en EUegarde boog
ook naar voren.
Pretorius had inmiddels plaats genomen
en roerde gemoedelijk in z'n theekopje,
dat Bella voor hem had ingeschonken.
Het is een oud amateurskiekje, dat
ik heb laten vergroten, zei hij, schijnbaar
kalm, doch hij was rood geworden. Het
was hem blijkbaar onaangenaam, dat hij
het middelpunt van dit onderzoek werd.
Vergroot? riep Oliva, nog steeds vol
van verbazing en vergat daarbij dat zij
pigenlijk boos op elkaar waren. Maar ik
heb het originele nooit gezien! Hoe kan
dat?
EUegarde had met Bella een glimlach
end knipoogje gew,isseld. Nu wilde hij
Virgilius te hulp komen, wiens slecht ver-
holen verlegenheid hij zeer goed begreep.
Fotografeert u zelf niet, mevrouw?
Informeerde hij zo rechtstreeks, dat zij er
niet buiten kon, antwoord te geven.
Neen ik houd niet van dat ge
knoei, zei ze met afkeurende handbewe
ging.
Dat soms toch heel nuttig kan zijn,
zoals nu blijkt, merkte Bella snedig op.
Pretorius zweeg en man een slokje thee
alsof hem de hele geschiedenis niets meer
aanging.
Ik heb -nooit voor dit portret gepo
seerd, hield Oliva koppig vol.
Dat is ook in het geheel niet nodig!
Wederom was het EUegarde die sprak.
Men kan zijn slachtoffer onopgemerkt ne
men, als men een beetje handig is.
Zo is het, verwaardigde Pretorius
zich een verklaring te geven en vervolg
de dan, zonder antwoord af te wachten:
Als je morgen met Bella naar de bank
wilt gaan, om je handtekening te laten
verifieren, dan staaftjiiets je reis meer
in de weg. Er is reeoï voor gezorgd, dat
je oen som in buitenlands geld ontvangt.
Dan wendde hij zich tot Bella:
Je laat mij gewoonweg verhongeren,
Eer hij echter een uur ouder was ge-s
worden, huldigde hij een andere mening.
Als dat geen flirten was, dan wist hij
niet, hoe het dan genoemd moest wor
den. EUegarde en Oliva zaten tegenover
elkaar bij de haard en boden een zeer
aantrekkelijk beeld, terwijl zij zo tegen el
kaar zaten te glimlachen1 en levendig re
deneerden.
Sedert wanneer dateert die nieuwe
vriendschap? vroeg hij zacht en langzaam
Mama heeft niet 't flauwste vermoe
den, wie hij is was het antwoord en
dan vervolgde zij aarzelend: Ik heb je wat
te zeggen, Virgilius, buig een beetje voor
over, anders zou mama het kunnen horen.
Gehoorzaam en gedwee ging de ver
trouwde vriend met z'n rug naar de groep
bij de schoorsteen staan, zodat zijn bre
de gestalte de fluisterend gesproken
woorden opving.
Kom maar op, meisje, wat is er ge
beurd? je ziet er zo feestelijk, zo op
gewonden uit! schertste hij enigszins ge
dwongen. Hij ergerde zich over .die twee
en kon er zich geen rekenschap van ge
ven, waarom. Maar reeds in het volgende
ogenblik werd hij uit de droom geholpen.
Ik heb mij met EUegarde verloofd,
fluisterde Bella met een kleur als een
bellefleur. Mama mag het echter niet we
ten, natuurlijk. Wij smeken je om raad
en hulp, Virgilius. En toen zij haar ogen
naar hem opsloeg, was hij onthutst, dat
hij geen verbazing, maar onverholen
blijdschap aan de dag legde.
Een mooie boel! Dus Oliva flirtte
met haar eigen schoonzoon, zonder dat
zij daar het minste vermoeden van had!
Dat was een onbetaalbare grap en boette
alles uit, wat zij hem had aangedaan.
Want hij was allesbehalve dom en had
niet lang werk om de situatie te overzien
in zoverre het Oliva betrof. Zij wilde hem
eenvoudig een lesje geven!
Virgilius herstelde zich vlug. En terwijl
hij naar Bella overboog wenste hij haar
hartelijk geluk: Dus daarom heeft hij mij
steeds zo moordlustig aangekeken hij
dacht zeker, dat ik zijn medeminnaar was
Die is mooi! Maar, beste meid, wat kan
ik hier helpen? Mama zal, alleen al uit
lust tot tegenspraak tegenover mij,
geen toestemming geven. Aan de andere
kant moet ik schokkende scènes ontraden.
Mijnheer de directeur zal dus een weinig-
je geduld moeten oefenen. Ik geef graag
toe, dat het hem zwaar zal vallen maar
het' is niettemin verstandiger. Zij is die
eerste schok nog niet te boven gekomen,
dus moet zij niet nogmaals in zo'n toe
stand gebracht worden dat zul je ze-
ker wel inzien hè? Laat zij nu eerst haar
reis gaan maken. Als zij dan terugkomt,
kunnen wij verder zien...
Bella liet haar kopje hangen. EUegar
de, die haar ongemerkt gedesloeg, be
greep waar het orn ging en was plotse
ling een zeer verstrooid cavalier. Geluk
kig verscheen Anny mét de theewagen,
zodat er enige beweging in het gezelschap
ontstond en men van plaats kon verande
ren.
tWordt vervolgd*