OVERHEMDEN DAG Katholieke stem bij bestudering der wereldproblemen Mej. Klompé: georganiseerde invloed nog te gering Europese toekomst van Benelux Uitbreiding vrij handelszone tussen Europese partnerlanden Brief van Hoge Commissariaat Nederlandse fruittelers hadden goed oogstjaar Poëzieprijzen van Jan Campert- stichting uitgereikt IRMA KOLASSI O.LC.-vergadering in Scheveningen overgelegd in zaak Jungschlaeger B'J ESDERS Internationale betrekkingen Prof. Van Houtte wil herziening plan-Beyen Manocli verhoord over dropings Doch prijzen niet erg bevredigend Aan Jan Engelman en Max Croiset MORGEN Vrijdag is maart 1955 PAGINA 3 HEREN OVERHEMDEN BINNENWEG PLEINWEG 196 DUITSLAND "GEEFT INVOER VAN APPELS VRIJ Plicht van Benelux Benelux moet initiatief nemen ,Amphityon „Op iedere heuveltop andere zangwijzen" Debuut als pianiste Caplet-bewonderaarster Griekse volksmuziek Het onderwerp der Scheveningse besprekingen is zoals wij gisteren reeds schreven niet vast omlijnd, doch men houdt zich voornamelijk bezig met de betrekkingen van de O.I.C, met de internationale officiële en niet gouvernementele organisaties. In diverse werkgroepen worden detail problemen behandeld. Zo werken de Pax Romana-vertegenwoordigers ver der de arbeidsproblemen uit zoals deze gesteld zijn tijdens een verleden jaar te Delft gehouden congres van katho lieke ingenieurs. Onmiddellijk na de opening las de voorzitter van het congres, Bernard Jousset (Frankrijk) de brief voor, die mgr Dell'Acqua, substituut van het pauselijk staatssecretariaat namens de H. Vader aan het congres heeft gericht. Boodschap van H. Vader In Zijn boodschap getuigt de H. Vader van Zijn persoonlijke be- Hedenoclitend is in tegenwoordigheid van talrijke autoriteiten van Kerk en Staat in liet Kurhaus te Scheveningen <1 e algemene ledenvergadering geopend van de Internationale Katholieke Organisaties (O.I.C.) Onder de aanwezige autoriteiten waren o.a. mgr Paolo Giobhe. Apostolisch Inter nuntius, mgr dr B. J. Alfrink, aartsbisschop-coadjutor van Utrecht, de minister zonder portefeuille, mr J. M. A. H. Luns, de voorzitter van de 1 weede Kamer, dr Kortenhdrst, alsmede vertegenwoordigers der sociale en van andere organisaties in Nederland. van het toporgaan der O.I.C. jaarlijks groeit. De Conférence, aldus Jousset, beantwoordt aan een behoefte van onze tijd: overal, waar dat noodzake- lijk is, bi.i alle instanties, die werken aan de toekomstige wereldstructuur, een waakzame tegenwoordigheid te verzekeren van de christelijke gedachte en leer, die alleen in staat zijn de men selijke persoon te vrijwaren van de vermorzeling door de nieuwe afgoden van onze tijd, de techniek van de stof en de totalitaire tyrannie van de staat. Dc O.I.C. houdt zich intensief bezig met de wereldproblemen als het basis onderwijs, dc discriminaties, de hulp aan achtergebleven gebieden, migratie, de vervolgde Kerk enz. De heer Jous set herinnerde daarbij aan de enorme steun van dc H. Vader en aan het i Pius XII-fonds. eerste opzet van een daadwerkelijk universeel Koninkrijk Gods vormen. Maar dan moeten de Christenen overs' aanwezig zijn. Als voorwaarden voor een gewettig de en efficiënte vertegenwoordiging bij de officiële organisaties stelde mei. Klompé vier voorwaarden: De aanwezighid der katholieken; De deskundigheid van de aanwezige katholieken; Betere onderlinge samenwerking dpr katholieke organisaties en Ondernemingslust en werkelijkheids zin, welke onze woorden waar kunnen maken. In verband met de eerste voorwaar de merkte mej. Klompé op, dat de O.I.C. nog een te geringe werkings sfeer heeft, omdat zij slechts over een zuiver consultatieve status beschikt. i Daarom is het een gebiedende eis, dat goede katholieken zitting hebben in de officiële delegaties der regeringen en lid worden van talrijke permanente j secretariaten der officiële internatio- j nale organisaties. Want daar worden I in feite de programma's en richtlijnen uitgewerkt. Wij behoren daar en wij vormen er op het ogenblik slechts een j zwakke minderheid. Wat internatio naal geldt, aldus mej. Klompé, geldt 1 mutatis mutandis nationaal Te veel op Europa georiënteerd Spreekster ging vervolgens de andere voorwaarden na en drong aan op daad kracht en op een verantwoorde toepas sing van de Leer der Kerk op de practische problemen van het dage lijks leven. Zij achtte het voorts on juist, dat alle secretariaten der O.I.C. in Europa zijn gevestigd, omdat niet alleen Europa een roeping in de wereld te vervullen heeft. Bovendien,, zegt mej. Klompé, kennen wij elkaar te weinig. Wij weten niet voldoende van eikaars werk af, zowel verticaal als horizontaal in de organisaties. Mej. Klompé herinnerde voorts aan de Kerk achter het IJzeren Gordijn en aan onze plicht tot daadwerkelijk medeleven in gebed en goedheid. Slechts een zuiver Christendom kan de mensen daar wederom terugvoeren van de gevolgen van een ontoelaatbare en lasterlijke propaganda. Aan het slot van dit deel van haar referaat merkte mej. Klompé op, dat het argument van „gebrek aan geld" ter vergoelijking van gebrek aan activiteit geen indruk op haar maakt. Integendeel, zegt zij, ik ben er ten diepste van overtuigd, dat, wanneer wij begrip hebben voor onze verant woordelijkheid en hart voor ons werk, ons het geld evenmin zal ontbreken als wijn op de bruiloft van Cana- Over de samenwerking met de niet- katholieke organisaties, zei de mej. Klompé tenslotte, dat deze vanzelf sprekend is- Als voorwaarde geldt ech ter, dat de katholieke organisaties haar onmisbare autonomie bewaren en dat zij de plaats en invloed verkrijgen, die haar toekomen. Na de rede van mej. Klompé voer den nog mgr Alfrink, minister Luns en prof. dr A. H. M. Albregts de organisator van dit congres het woord. (Advertentie) Morgen 9 uur met vast boord, uru-poplin in moderne tinten o.a anthraciet - grijs, cognac, donkerbruin en groen. Fantastische aanbieding voor slechts ..De tijd is gunstig' x Na de openingsrede van de heer Jousset hield mej. dr Marga Klompé een uitvoerig referaat over de „Inter nationale samenwerking en de verant woordelijkheid der Katholieken". De langstelling en wijst Hij op het grote hedendaagse Christen geeft zich al belang der katholieke samenwerking op internationaal niveau in dienst van de Kerk. De H. Vader prijst de volg zaamheid aan het pauselijk gezag, waarmede de O.I.C. te werk gaat, en gaat na hoe het internationale aposto laat overal de Kerk moet dienen in ëen vertrouwelijke samenwerking met de bisschoppen der verschillende lan den. Evenzeer als de leden van de Conférence des Presidents van de O.I.C. gerechtigd zijn hun richtlijnen te ontlenen aan Hem, die de zorg draagt voor alle Kerken, zo zijn ook de nationale en diocesane organisaties, Waaraan de internationale katholieke organisaties hun levenskracht ont lenen, gebonden aan een eerbiedige en kinderlijke verhouding tot de plaatse lijke bisschop en de bisschoppelijke organisaties, zoals die in talrijke lan den bestaan. De pauselijke brief herinnert ver bolgens aan twee toespraken, waarin geleden de H. Vader de drievou- 'Se taak van leraar, hogepriester en herder uiteenzette, die voor wat hun eigen gelovigen betreft rust op hen, die „de H. Geest heeft aangesteld om de Kerk van God te besturen (Acta 20, 28). De brief wijst op de taak van de katholieke organisaties om steeds beter de hiërarchie in haar zending te helpen. „De diverse vormen van leken- apostolaat verdienen de grootste lof, en kunnen en moeten krachtig uit gebreid worden. Maar alle leken moe ten onder de autoriteit, de leiding en het toezicht zijn en blijven van hen, die krachtens goddelijke instelling aan gesteld zijn als meesters van de Kerk t'an Christus". (Toespraak 31-5-'54, A.A.S. t 46, p. 316). De Paus merkt dan op, dat de bis schoppen zich slechts kunnen verheu gen, wanneer competente leken, onder steund door deskundige en ervaren Priesters, zich er op toeleggen de rech ten van godsdienst en moraal tot gel ding te brengen in de hoogste instan ties. Maar van de andere kant moeten de verantwoordelijke personen in de O.I.C. er op toezien, dat zij het episco paat, geïnteresseerd in een of andere bijzondere kwestie, langs de geëigende Wegen die inlichtingen verschaffen, Welke de bisschoppen in staat stellen Piet kennis van zakpn hun verantwoor delijkheid als hoofd en herder te aan vaarden. Daarbij dienen de leken met het oog op de kwestie, die op inter nationaal niveau speelt, de adviezen en raadgevingen van de leden van het episcopaat aan te nemen, zodat hun Plaats en functie des te gequalificeer- der wordt, aldus de Pauselijke bood schap. Voorzitter Bernard Jousset zette daarna in zijn toespraak de taak en de reden van bestaan van de O.I.C. uit een en wees er op, dat de autoriteit dus mej. Klompé beter dan ooit re kenschap van de noodzaak en de zwaarte van zijn zending te midden van de chaos het plan Gods te ont cijferen en met hart en ziel te werken om dit plan te verwezenlijken. De tijd daarvoor is gunstig. Mej. Klompé noemde enige positieve moge lijkheden: de moderne mens is losge rukt uit zijn zelfgenoegzaamheid en overgeleverd aan de angst en is weer op zoek naar de waarheid. De proble men van de kernenergie hebben de wereld een eschatologisch perspectief gegeven. De moderne mens wordt ge confronteerd met de doodservaring en bezint zich wellicht voor de eerste maal sinds vele eeuwen wederom op het wezenlijke- Aan de Christen de taak, aldus spreekster, om dit benard» ontwaken te maken tot waarlijke, geestelijke vernieuwing. De eenwor ding tenslotte, die thans de mensen tot elkaar brengt, grotendeels onder de druk van materiële noodzaak, kan de Ur stad Sncek beleefde Donderdag een dubbele ouderwetse Fr,esc bruiloft. Hotze Veldhuis uit Jutrijp trouwde met. Jacoba Hofstra uit Sncek c,j zijn zuster Keeltje Uiltje. Veldhuis met Lieuives Rozendale uit Gromt in de Amerikaanse staat New York en zij deden dat in het oud Pries. Aanleiding hiertoe nas wellicht, dat broer en zus Veldhuis en mej. Hofstra lid zijn van de Sucker Volksdansplorq Hoe dat ook zij, honderden inwoners van Sncek zagen gisteren twee Friese sieren getrok ken door vurige Friese paarden door de straten rijden en (IP de Vnllcs- dansploeg stonden opgesteld op de trappen van het stadhuis l,aar -ïi b i dr aan komst van de bruidsparen het Friese volkslied zongen. In dr rnad'j-nal trouwde burgemeester L. Rasterhoff deze twee paren in hei Fries e>, eren scheen het of in deze raadszaal oude tijden waren herleefd. Na afloop van de plechtigheid, toen alle gasten in oud Fries costuum hun lange Goudse pijpen hadden aangestoken, de beide gloednieuwe brnidegommen incluis, heeft de volksdansploeg oude Friese dansen uitgevoerd, voor het stadhuis in. een dichte sneeuwjacht. Óp het bordes sloegen de bruidsparen en burgemeester Rasterhof dit gebeuren gade. noch, die vertelde van twaalf door hem bijgewoonde afwerpingen van wapens, levensmiddelen en medicijnen. Volgens zijn verklaring werden twee van deze af werpingen verricht door een vliegtuig van de Indonesische luchtmacht, zeg met vliegtuigen van de B.P.M., twee met toe stellen van de ambassade van de Ver enigde Staten en twee met een vliegtuig van de Engelse ambassade. Op de vraag van de rechter, of de Standard Vacuum Oil Comp. er nooit bij was, antwoordde Manoch ontkennend. Aangezien Manochs verklaringen in dit opzicht afweken van hetgeen hij tijdens het politieverhoor heeft gezegd, merkte de officier van Jus titie op, dat getuige niet gemakkelijk is en veel tracht te verbergen. Manoch zeide, dat de afwerpingen ge schiedden in opdracht van Jungschlaeger of kapitein Van Swieten. Hij had steeds Tijdens de Donderdagochtend voortge zette behandeling van de strafzaak tegen de Nederlander Jungschlaeger heeft de officier van Justitie mr Soenario een brief overgelegd, die 't Nederlandse Hoge Commissariaat op 30 Januari 1954, direct na verdachtes arrestatie, had geschreven. Het Hoge Commissariaat zegt in deze brief met bevreemding kennis genomen te hebben van het feit, dat de toelatings kaart van Jungschlaeger enige tijd tevo ren was ingetrokken. De Nederlandse regering had hem daarop een dienstpas- poort verstrekt. Het Hoge Commissariaat vroeg het ministerie van Buitenlandse Zaken over deze zaak uitsluitsel te mo- schriftelijke instructies gekregen, die hij, gen ontvangen en verzocht vrijlating van getekend door de piloot, weer aan Jung- Jungschlaeger, indien zou blijken dat schlaeger moest terugbrengen. Alle af grond voor de arrestatie ontbrak. werpingen hadden plaats gehad in 1951 Op de vraag van verdedigster mr Nani (en 1952. Jungschlaeger zei desgevraagd Razak, waarom Jungschlaeger niet ge- arresteerd was direct bij zijn terugkomst van de ILO-conferentie in October 1953, antwoordde de officier van Justitie, dat men eigenlijk niet wist, dat hij zou terug keren. Hij zei verder, dat er in 1952 reeds aanwijzingen bestonden, dat Jungschlae ger leider zou zijn van een subversieve organisatie, doch de bewijzen ontbraken toen. De rechter hamerde hierop een verder debat tussen de verdediging en de officier van Justitie over de gang van zaken bij het verlenen van toelatings kaarten af, omdat dit zijns inziens te technisch was. Verhoor van Manoch De zitting was verder vrijwel geheel gewijd aan het verhoor van getuige Ma- wederom. Manoch niet te kennen en hem nooit te hebben gesproken. Manoch ver klaarde verder, dat hij midden 1952 in het kantoor van Djaksa zou zijn geïnfil treerd als informant, waarbij zijn op dracht zou zijn geweest gegevens te ver zamelen over de activiteit van de linkse groeperingen. Toen de rechter een nieu we getuige wilde doen horen, maakte de verdediging bezwaar, omdat zij nog vele andere vragen aan Manoch wenste te stellen. Met ingang van Donderdag heeft de Duitse regering de invoer van appels uit alle landen vrij gegeven. Sinds 24 No vember 1954 was deze invoer verboden, behalve van Nederland uit. Ons land kon namelijk een minimumprijs van 30 gul den per 100 kilogram franco grens ga randeren via de Nederlands-Duitse ge mengde commissie. Door deze prijs kon geen marktverstoring in Duitsland optre den. De uitvoer was hierdoor wei gebon den aan een beperkt aantal soorten. Aanstaande Maandag zal de gemengde commissie zich beraden over het thans genomen besluit, Tot dat moment blijft de voorwaarde van de genoemde mini mumprijs in ieder geval van kracht. AI te vaak verliest men uit het oog dat zekere maatregelen, ook op het in terne Beneiuxvcrkcer toepasselijk, het ge. 1 volg zijn niet van Beneluxbeslissingen. maar van regelingen getroffen door ande re, ruimere Europese organisaties, zoals de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal of de Europese Organisatie voor Economische samenwerking", aldus ver klaarde de oud-eerste minister van België prof. mr J. van Houtte gisteren tijdens een voordracht voor dc Ned. Kamer van Koop handel voor België en Luxemburg op een van de periodieke bijeenkomsten van de Kamer, welke te Scheveningen werd ge houden. Prof. Van Houtte toonde zich ervan overtuigd dat de beperktheid van de Bene- luxmarkt en zijn samenstelling niet toe laten zekere integratieproblemen op te lossen waarvoor een oplossing wel te vinden is op een ruimere markt, in een organisatie waaraan zouden toetreden staten wier productie meer complementair is voor de Beneluxeconomie dan. in de schoot van de Benelux, de Belgisch- Luxemburgse productie complementair is voor de Nederlandse en omgekeerd. Is de Duitse landbouwmarkt niet, mits de nodige overgangsperiode, voor de Beneluxland- bouw open te stellen? en de dispariteit tusen het Nederlandse en het Belgisch- Luxemburgse prijzenniveau. zal zeker ge makkelijker verteerd worden, wanneer de douane-unie zich niet tot drie landen van ongeveer gelijke economische betekenis beperkt, maar wanneer het Nederlandse loonpeil een tendentie zou vertonen om aangetrokken te worden naar het' Euro pese". „Ik geloof ëchter, zo zeide hij, dat de Be. nelux ook een plicht te vervullen heeft tegenover Europa. De gebeurtenissen van 1954 en in 't bijzonder 'de mislukking van de E.D.G. hebben zeker wel ge wezen op de vele hindernissen op de weg naar Europese integratie, maar zeker niet op een verminderde urgentie van het pro bleem. Ik meen een bijna algemeen ge voel te vertolken wanneer ik zeg dat de voorkeur nu beslist naar het economische terrein moet gaan, en wanneer ik daarbij voeg dat de Beneluxlanden uitstekend ge plaatst zijn om een initiatief te nemen dat machtig zou bijdragen tot dé Europese economische eenmaking. Naar mijn bescheiden mening zou dit initiatief zich moeten bewegen op het klassieke terrein van de douane-unie. On der dat opzicht zou het voorstel, dat ge richt zou moeten worden tot alle landen van de O.E.E.S., veel gelijkenis vertonen met het voorstel tot uitbreiding van de douane-unie dat ongeveer een jaar ge leden door minister Beyen werd gedaan Een douane-unie biedt het voordeel, dat bij het begin een supranationale instelling niet als a priori vaststaand moet be schouwd worden. Dit punt zou aan de gang van de besprekingen kunnen overge laten worden Eigenlijk impliceert het voorstel een uit breiding van de vrijhandelszone tussen de partnerlanden. Ten overstaan van derden wordt dus wel een gemeenschappelijke tol grens voorzien. Binnen de nieuwe vrijhandelszone zou den de douanerechten niet ineens worden afgeschaft. Dit zou geleidelijk moeten ge schieden, b.v. over een periode van 10 a 15 jaar, a rato van 5 a 10 pet per jaar. Voor de landbouw zou een trager rythme kun nen aangenomen worden dan voor de in dustrie. Middelen en wegen moeten gezicht wor den om de liberalisatie tot 100 pet geleide lijk op te voeren. Het lijdt geen twijfel wij hebben het trouwens door ondervin ding geleerd dat de laatste procenten de moeilijkste zijn. Derhalve zullen over gangsmaatregelen moeten voorzien wor den. Ik denk ook dat er een wederaan passingsfonds zal moeten worden voor zien, waarin alle landen een bijdrage zou den storten berekend b.v. naar hun natio naal inkomen. Hoofdzaak is dat. terwijl de partner landen overeenkomen de douanerechten en contingenten af te schaffen, zij zien tevens accoord zouden stellen over een „code of fair competition", een code van eerlijke concurrentie waarbij zouden moe ten verboden worden: het opnieuw invoeren van douanerech ten of contingenten; elke discriminatie vanwege de landen ten bate van hun eigen nijverheid en tegen de vreemde industrie; alle hinderpalen die de vrije keuze van producent of afnemer in de weg staan; alle subsidies ten bate of alle speciale lasten ten nadele van de nationale nijver heid, waardoor de concurrentie-voorwaar- den zouden vervalst worden; alle restric tieve practijken vanwege de ondernemin gen. Het zou wenselijk zijn dat de besprekin gen over het scheppen van 'n vrijhandels zone op initiatief van JScnelux zo spoedig mogelijk zouden worden aangevat. Op het model van deze die in 1951 door Robert Schuman voor de K.S.G. werden ingezet, zouden zij zich oorspronkelijk kunnen be palen tot 't richten van 'n uitnodiging tot al diegenen die zouden bereid zijn sommige grondbeginselen aan te nemen: al de rest zouvoor besprekingen vatbaar zijn tijdens de onderhandelingen", aldus prof. Van Houtte. Konden de Beneluxslaten het initiatief nemen van 'n dergelijk voorstel en verder de stuwende motor blijven voor dit stre ven naar 'n horizontale Europese economi sche integratie, dan zouden zij, een grote dienst bewijzen niet enkel aan Europa, maar ook aan zichzelf. Dan zou er geen enkel bezwaar meer kunnen worden geopperd tegen de vol strekte economische Benelux-unie. Spr zeide niet te bedoelen de Benelux te vervangen door een ruimere Europese organisatie. Hij meende dat de Benelux 'n realiteit is, die niet geroepen is om vroeg of laat in een Europese smeltkroes te verdwijnen, wel echter om een leidende kracht te worden in de organisatie van de vrije volkeren van Europa. via.UU, eC1 Ui^ekend laar voor de vloedige oogst worden gesproken. Bij de Nederlandse fruittelers geweest. Er was1 andere fruitsoorten (bessen, frambozen, een zeer grote fruitoogst en vooral bij de bramen, aardbeien, druiven en perziken) Cn,vruchten (aPPelen, peren,werd een matige oogst van ongeveer pruimen en kersen) kan met een op- i 45.000 ton verkregen, brengst van 610.000 ton van een over- (Van onze Haagse redactie) v burgemeester Schokking heeft ,?ister- qjödagr in het oude Haagse raadhuis aan ti?..Groenmarkt de Constantijn Huygens- k'is, groot 2000.uitgereikt aan de Vj'holieke dichter Jan Engelman en de <viv.erbergprüs groot 1500,aan Max Jif.l'set. Zoals men weet worden deze Jlen ieder jaar beschikbaar gesteld >r de Jan Campertstichting. De UC liail V3ULUU1 J 0- .Pertprjjs zelve, groot 1000, Jan had tLÏUr.v toegekend aan Nes Ter Gast. heeft hem echter geweigerd te aan tip "en, omdat hij het niet eens is met Cultuurpolitiek van de Overheid. *eirt Mout, voorzitter van de Stichting, e dat het bestuur dit zeer betreurt. Zwf Mout constateerde, dat de jury een Vijv;e taak heeft gehad. Alleen voor de 9® in bergPrijs waren er niet minder dan Udir; "dingen binnengekomen. In zijn HuAUm stelde hij, dat de Constantijn Prijs wordt verleend ter bekro mp een geheel oeuvre. Ditmaal aan ««out „Selman als lyrisch dichter, Mr torSr,„°ernde zijn werk veelzijdig. ,.In vaE>rtV?" in „Parnassus en Emporium" f'cus. pV- een gevoelig en waakzaam cri- jdhst p1' hebt ons inzicht in beeldende hkeiirt ai'chitectuur met Uw belang-; beschouwingen verrijkt. Gij gaaft ons epische gedichten, lekespelen en vertalingen. Maar vóór alles zijt gij lyrisch dichter. En al erkennen wij mede de betekenis van Uw eerstgenoemde uitingen als gelukkige secondanten van Uw artistieke verschijning, wij eren en bekronen U als lyrisch dichter." Mevrouw Heleen Pimentel noemde het drama „Amphitryon", waarmee Max Croiset de Vijverbergprijs heeft gewon nen, een zeer persoonlijke en fijnzinnige visie op het bekende klassieke gegeven. Het stuk is zuiver en mooi van taal, ón- hollands-luchtig van toon, terwijl de we zenlijke tragiek voortdurend voelbaar blijft. De drie grote rollen zijn doorzich tig en gaaf uitgewerkt. In een inleiding van dertig seconden worden de situatie en het conflict geschilderd. Het stuk, dat twee bedrijven telt, is volkomen gaaf in zijn beknoptheid. Er is eenheid van tijd, plaats en handeling en technisch is Am phitryon gemakkelijk te realiseren. Het kan echter niet in de eerste plaats „du theatre" worden genoemd. Het is leven dig door snelle wisseling van stemmin gen en de dramatische kracht schuilt in grote spanningen van innerlijke conflic ten; sterke uiterlijke dramatische effec ten ontbreken. Dit stelt zeer hoge eisen aan de spelers maar ook aan het publiek. Hierna reikte de burgemeester de prij zen uit, waarna Jan Engelman en Max Croiset een kort dankwoord spraken en iets voorlazen uit eigen werk. Of men Irma Kolassl hoort zingen of spreken of recht in de ogen kijkt, steeds worden we geconfronteerd met een omsluierde gestalte, met een eindeloos-dromende klank en blik die men evengoed Moors als Spaans, Arameens of Grieks kan noemen. Toch is zij een Griekse, die wonderlijke mezzo-sopraan Irma Kolassi, al schijnt haar nageslacht van moeders zijde uit de hoogvlakten van Armenië te stammen. Vinden we hierin de verklaring waarom zij met zulk een sterke passie en omfloerste klank Spaanse muziek kan zingen? Is de Moorse trek die als een rossige gloed de Spaanse volksmuziek doorzindert niet dezelfde die we ook in Griekse volksmuziek horen? „Ja, het is dezelfde karaktertrek, viel Irma Kolassi geestdriftig uit. Ons Griekse land heeft dezelfde hard heid en woestheid op zijn rotsen; de zelfde brandende zon op zijn plateaux dezelfde vurige, ingehouden passie en dezelfde lijdenslrek na eeuwen van strijd om onafhankelijkheid". „Woont u nog in Griekenland?" „Neen, ik woon midden in Parijs, dat t.a.v. van mijn zangpraktijk veel meer mogelijkheden biedt. Het is het centrum der Europese muziekcul tuur. Bovendien heb ik er gewoond sinds mijn ouders zich daar geves tigd hadden. „Hebt u dus ook daar uw muzi kale opleiding gehad?'' „Neen, deze heb ik in mijn ge boorteland Athene en in Rome ge had. U moet weten, dat ik niet als zangeres maar als pianiste gedebu teerd heb. Eerst na mijn le prijs voor piano op het conservatorium van Athene behaald te hebben, ben ik tot de zangstudie overgegaan; heb daar eveneens een le prijs voor be haald en heb verder aan de „Acca- demia di Sta. Cecilia" in Rome mijn zangstudie voortgezet". „Uw zangméthode is dus waar schijnlijk geheel op het bel-canto ge richt?". „Ten dele! Mijn zangstudie is eer der een mixtuur van Italiaans-Fran se invloeden. De stemvorming als zodanig is Italiaans, maar de dictie en de muzikale zeggingskracht heb ik van de Fransen". Deze mixtuur is Irma Kolassi stel lis ten goede gekomen bij haar su blieme weergave van Caplet's „Trois Prières". Ze evenaart hierin een groot artiste in Nederland, die des tijds een pionierster was der Franse muziek: Berthe Leroen. Zodra we dan ook van Caplet spraken viel on ze woordvoerdster ons bij door te zeggen, dat zij weldra in Parijs ac tief zal deelnemen aan het Caplet- Festival, dat t.g.v. de 30-ste sterf dagherdenking van deze meester op 28 April a.s zal worden gegeven. „Ik adoreer zijn „Miroir de Jésus" zeide deze Griekse en haar ogen schitterden. En wij dachten weder om aan Berthe Leroen, die voor het eerst met Evert Cornells z.g. en het Kralingse Vrouwenkoor destijds de ze Romaans-vergeestelijkte klanken in ons starre Noorden introduceerde We kwamen nogmaals op de volks muziek van Griekenland terug „Ach, verzuchtte de Griekse en haar blik scheen een diep verschiet te willen doorboren. Ach, Grieken land is een onuitputtelijk reservaat van volksmelodieën. Op iedere heu vel wonen herders. Zij snijden al duizenden jaren fluiten uit riet, boren er een paar gaten in en spe len dan hun kudden weidend, enkele melodieën, die hun eigen bezit zijn. Want op iedere heuveltop hoort men weer andere zangwijzen, ook al heb ben ze de antieke toonsoorten als het Ionisch, het Dorisch of Lydisch als gemeenschappelijk fundament". „Wat doet men daarginds om deze melodieën te behouden?" „Weinig! De belangstelling der overheid schijnt meer tot de beel dende kunst uit te gaan. Bovendien is Griekenland een arm land, dat vele jaren van oorlog, revolutie, bur geroorlog en ontbering achter de rug heeft". „Zingt u ook voor de gramofoon?" „Dat is een van mijn belangrijkste bezigheden en tegelijk overhandigde zij ons een lijst van Decca-opna- men w.o. de „5 Chansons populaires Grècques" van Ravel en de „Poè- mes juifs" van Milhaud 'n belang rijke plaats innemen. „U moet daar aan toevoegen een L.P.plaat van Griekse folklore en één van Spaanse volksmuziek. Ze werden enkele we ken geleden in Londen opgenomen. Daarnaast staat een unieke opna me van de „Postkartengrüsze" van Alban Berg en „Erwartung" van Arn Schönberg". Ook voor de hedendaagse muziek kan men nog veel van Irma Kolassi verwachten! M. Dit deelde de voorzitter van de Neder landse Fruittelers Organisatie, de heer C. Boudewijn, vanochtend tijdens de al gemene vergadering van deze organisatie te Utrecht mede. Een overvloedige oogst, aldus de heer Boudewijn, betekent evenwel voor de Nederlandse fruittelers nog allerminst een bevredigende financiële uitkomst van het bedrijf. Het jaar 1954 heeft dan ook voor vele fruittelers, zoal geen ver lies, toch stellig een onbevredigende financiële uitkomst gegeven. Een uitzondering geldt voor de bedrij ven, die een belangrijke hoeveelheid van de vroege appelen- en perenrassen telen, waarvoor goede tot behoorlijke prijzen konden worden gemaakt. Als een van de oorzaken van de onbevredigende gang van zaken bij het merendeel van de Ne derlandse fruitteeltbedrijven, noemde de heer Boudewijn de moeilijkheden bij de afzet. Het grootste probleem voor de fruitteelt is, hoe men exportmogelijkhe den verkrijgt om tegen lonende prijzen afzet te vinden. In 1954 werd een hoeveelheid van 149.000 ton vers fruit 'ter waarde van 74.000.000 uitgevoerd tegen 161.000 ton ter waarde van 68.000.000 in 1953. Bij de beoordeling van deze cijfers, aldus de heer Boudewijn, moet men evenwel be denken, dat de oogst van appelen en peren in 1954 ongeveer 120.000 ton groter was dan het jaar daarvoor. De binnenlandse markt noemde de heer Boudewijn veruit het grootste afzetge bied. Ook in 1954 is weer gebleken, dat de binnenlandse consument bereid is tegen matige prijzen een zeer belangrijk deel van de fruitoogst op te nemen. De belang stelling voor de meeste der oude rassen is evenwel sterk teruggelopen, terwijl de vraag naar de betere rassen en betere kwaliteiten toeneemt. Waren de prijzen voor het zomer- en vroege herfstfruit nog wel bevredigend, m de latere herfst- en wintermaanden stelden zij de fruittelers teleur, aldus spreker. De prijzen kwamen zelfs op een niveau dat voor de fruitteler onvoldoen de is om zijn bedrijf rendabel te houden. Het prijsniveau voor appelen en peren yan de oogst 1954 lag gemiddeld ongeveer 5—10 cent per kilo lager dan in 1953. Ondanks de weinige-zekerheid voor een voldoende export van het fruit tegen lo nende prijzen en de onbevredigende prij zen in 1954 had de heer Boudewijn toch vertrouwen in de toekomst van de fruit teelt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 3