ELTOW
UIOUO
„Lufthansa" weer in de lucht
BIEDPRINCIPES
BRIELSE TYPEN UIT DE
APRILDAGEN 1572
HET GRABBELTONNETJE
DE HEILIGE VAN DE WEEK
H Palmwijding
Bridge-Rubriek
Helsche duvel, die tot (te)
Bruyssel (Brussel) sijt"
Uw laatste kans voor
'n 10 op uw Paas-
rapport
Inwoners van Stockholm
in rotsschuilkelders
Vóór-examen
Na precies tien jaar
Aspirin
.VoV
V
m, mmcJiH
wMwÊ
ZATERDAG 2 APRIL 1955
PAGINA 6
Eert held die te lang
leefde
In geval van oorlog
Jan Pieterszoon
Coppelstock
Oplossing
„CHICAGO TRIBUNE"
VERLIEST DIRECTEUR
«m n m
f'man mm
a m m
wm 'tmz.
m tfMf 'wfm
Zo foeterden de mensen van 1570 tegen Alva en zijn zware
belastingen. Vooral de tiende penning maakte .hun woede gaande.
Van veel verkochte goederen moest een tiende der waarde aan de
regering worden afgestaan. Omtrent 1572 zou men met deze maat
regel menens gaan maken.
De H. Theodorus van der Eem, een der II.H. Martelaren van Gorcum,
in 1572 te Brielle ter dood gebracht.
(Glasraam van Dom v. d. Mey in
de kerk Linnaeusstraat, A'dam)
Zelfs de katholieken stonden op
hun achterste benen tegen „de tyran
van Spangiën, de wolf, die U verbijt."
De kleine zelfstandige neringdoenden
onder hen niet het minst. Honderden
zetten zich schrap tegen de Spanjaar
den.
Juist in die bewogen dagen gaf de
wispelturige koningin van Engeland,
Elisabeth, op Alva's verzoek
Nederlandse „freebutters" (vrijbui
ters) last de Engelse havens te verla
ten, waarin zij overwinterd hadden.
Het was 'n opwelling méér niet.
Reeds in Maart zwierven deze „free
butters" langs onze kusten, om koop
vaardijschepen te kapen. Het waren
de befaamde: Watergeuzen. Hun aan
voerder heette Lumey, door de ge
schiedschrijver dr J, W. Boerma ge
kenschetst als ,,'n halve wilde, die
haar en nagels niet wou knippen eer
hij de dood van zijn bloedverwant,
graaf Egmont, gwroken zou hebben".
Professor Fruin schrijft „dat hij van
iedere Nederlander onverdeelde ver
achting verdient", Daar kan admi
raal „Langnagel" het aardig mee
doen.
Omstreeks Palmzondag, de 30e Maart
1572, maakten de piraten een met wijn
geladen Spaans schip buit. Hun sche
pen kregen allengs met tegenwind te
kampen. „In de morgen van Dinsdag
1 April delen twee kapiteins, Marinus
Brant en Daam van Haren, hun laat
ste stuk kaas. De geschiedenis be
staat uit kleine dingen. Als dit stukje
kaas niet zo onherroepelijk het laatste
was geweest, hadden de Geuzen al
licht met minder doortastendheid hun
1. Iedereen heeft wel eens iets ge
hoord over de beroemde Eiffeltoren
te Parijs Waarom heet die toren zo?
Hoe hoog is hij ongeveer? Hoe ver
ongeveer reikt het gezichtsveld van
zijn top af over de omringende omge-
ving?
2. Frankrijk leeft thans onder de
z g derde republiek, die immers in
1871 begon. Hoeveel „keizerrijken re
kent men tot zijn historie? Ook drie?
3. Nu we toch met Frankrijk aan
de gang zijn: onze vaderlandse ge
schiedenis kent 'n Romeinse vestiging.
Lugdunum (Batavorum) (niet de
oorsprong van Leiden). Kent U
Franse stad, die wél met een „Lugdu
num" verband houdt?
4 De woning van een buitenlandse
gezant is onschendbaar. De grond,
waaroo de woning staat, behoort die
eveneens aan die buitenlandse mogend
heid?
5. Wie kent er enige punten, waarin
de liturgie der paters Dominicanen
afwijkt van de gebruikelijke Romein
se Mis-liturgie? «„„-J
6 Wanneer men 's zomers de Noord
zee bevaart, ziet men daar vaak n
„boer met z'n varkens" rondzwem
men en buitelen in het zilte nat! Lijkt
U dat niet wat vreemd?
7. U kent wel de „Slag" bi) de Dog-
gersbank van 1781: 7 Nederlandse te
gen 7 Engelse oorlogsschepen; de En-
«else namen het eerst de wi]k. Is U
ook „het incident" bij de Doggersbank
b 8 In Nederland heeft men wel be
lasting geheven van „goederen A1 Af,
dode hand." Hoe kan een „dode hand
nu goederen bezitten?
9 „Water heeft bij 4 graden C®lci"|
zijn grootste dichtheid. Uitgezonderd.
10. Blik, gebruikt voor bussen enz.
Welke twee metalen spelen een ro
bij de vervaardiging van blik.
j -17/.kleur der misgewaden wit is. De Duit-
Volgende week is de Goede Weekspreken van „Groene" Donder
en biina iedere dag van die week waarschijnlijk in verband met
heeft een aparte naam. een oud woorci: „greinen", zoveel als
In Vlaanderen heet de Maandaf,.51® ons: grienen: wenen. Want vroeger
Palmzondag: de „Kalfmaandag. werden op deze dag de boetelingen,
dan niet het laatst in school, want d(? wenenden, weer met de Kerk ver-
i_ rlrt VlfMP nn£*. t Kdili
dan nier net iaat».
dan ben je voor de hele da8- 4
Dinsdag ls de enige dag, die geen
bijnaam heeft.
De Woensdag noemen ze in Vlaan
deren: „Schorsendag", of ook wel.
Kromme Woensdag", „Schorsen
dag", omdat het luiden der Wokken
wordt gestaakt, „geschorst ..Krom-
me Woensdag", omdat Judas toen tot
de Joden sprak: „Wat wilt ge me ge
ven en ik zal Jesus aan u overleve
ren?" Hij maakte, zodoende, krom,
wat recht is. t
Witte Donderdag" kent in ons land
iedere katholiek. Waarom die Donder
dag „wit" wordt genoemd? Omdat de
klagen,
samstag
pen de Maasmond binnen en werd,
tien jaar later, keurmeester over het
zilte zeebanket. In 1596 Dekenmeester
van het Schippersgilde. Geen gekheid,
want dat gilde bestond uit een zestig
tal schippers en 'n vijftigtal schuiten
voerders!
„Wanneer het iemand voor de wind
gaat, komen de erebaantjes" merkt
„meester Been" op! (Zo werd hij in
Den Briel steeds genoemd: „meester
Been", hij was onderwijzer aan de
openbare school op ,,'t Kerkhof")
Jan Pietersze Coppelstock „een kre
gel en stout kerel", werd tot diaken
gekozen in de protestantse kerk van
zijn woonplaats en mocht welhaast zit
ting nemen naast burgemeesteren en
oud-burgemeesteren der historische
stad.
Toen gebeurde er iets ijzingwek
kends: vrouw Jopgen Dircxs kwam de
diaken bij dominee Dontoclocq betich
ten van een zeer groot kwaad: op de
bruiloft van zijn dochter., was., ge
danst! En de Kerkeraad had over de
zonde van „dansen ende andere licht-
veerdicheit" zijn oordeel uitgespro
ken! Coppelstock verontschuldigde
zich met de betuiging, dat deze zonde
geheel buiten zijn medeweten was be
dreven, Alles goed en wel maar
hij kreeg de raad het Heilig Avond
maal maar 'ns 'n keer over te slaan.
In 1599 is de veerman van Den Briel
overleden. Zijn naam heeft men daar
ginds aan een der straten verbonden.
Daar in de schaduw van de Sinte-
Catharinakerk met haar massieve to
ren eens een baken in nood voor
de zeeman is in die bewogen dagen
nog meer geschied. „De moord op de
Gorcumse Martelaren, door dezelfde
Lumey en zijn godvergeten bende"
horen we iemand zeggen. Inderdaad,
één der allerzwartste bladzijden uit
onze vaderlandse geschiedenis. Maar
we zouden 't meer bijzonder over de
Aprildagen hebben; de heldendood der
.Martelaren voor H. Eucharistie, Paus
'en Kerk volgde eerst drie maanden
later.
Welnu het spreekt vanzelf, dat
de Spaanse bezetters aanstonds maat
regelen namen om de stoutmoedige
Geuzen uit het verre Westen te ver
jagen.
De Graaf van Bossu vertrok met
tien vendels keurtroepen uit het
Utrechtse naar het eiland Voorne,
„Op den eersten dag van April, ver
loor due d'Alva sijnen bril" had
den de Brusselaars gerijmd Bossu
zou hem die bril wel weer op z'n neus
zetten! En., dat is hem nog bijna ge
lukt ook!
Reeds scheen Lumey het onderspit
te moeten delven, toen de stadstimmer
man, Rochus Meeuwiszoon, in het ge
zicht van de vijand het Nieuwlandse
sluisje kapot hakte, waardoor de aan
grenzende polder onder water liep (5
April). De eenvoudige man „aan wie
's Lands vrijheid een onsterfelijke
dank verpligt is", kreeg een schot
wond, die hem voor geheel zijn vol
gend leven invalide maakte maar:
de Spaanse vendels moesten de pol
der ruimen. Lumey, de man „van spo
reloze Wreedheid" bleef dus in Den
Briel.
En., hoe ging het verder met onze
Rochus Meeuwisz..?
Stadstimmerman kon hij niet meer
blijven. Op den duur verviel hij tot
de zwartste armoede. Hunne Edel
Hoogmogenden. de Staten van Holland,
kenden de stakker een jaargeld van
vijf-en-zeventig gulden toe. (Hun maal
tijd met Sir Francis Vere kostte
622).
De stedelijke regering benoemde
hem in een royale bui tot portier
van de Lange Poort 35 stuiver in
de week.
Ten tweeden male wendde Meeuwisz.
zich tot de Heren Staten.nul op 't re
quest! De man van de 5e April 1572
is arm en vergeten de eeuwige rust
ingegaan Been noemt hem hij
bereikte een hoge leeftijd „de held
die te lang leefde".
Het is ook Been geweest, die „het
jonge Nederland" in 1911 wist te be
wegen gelden bijeen te brengen om
„de arme, verwaarloosde timmerman
van Den Briel" alsnog te eren. In één
der ramen van de (Protestantse) Sin-
te-Catharina werd een prachtig me
daillon aangebracht „de kloeke daad
voorstellende van hem, die in een
oud mannetje verstorven was."
Stockholm en alle andere grote ste
den in Zweden zullen, volgens een
nieuw plan voor de burgerlijke ver
dediging, in geval van oorlog vrijwel
geheel worden ontruimd. Evacuatie op
grote schaal vormt, aldus het rapport,
de enige manier om aan een aanval
met atoomwapens het hoofd te bieden.
Van de 770.000 inwoners van de
hoofdstad dienen er slechts 50.000 te
blijven voor het handhaven van de
belangrijkste diensten. De achterblij
vers zullen in geweldige schuilkelders
in het centrum van de stad, dat op
rotsen is gebouwd, leven en werken.
dolle streek ondernomen' (De Lange).
Toen de Geuzen van Coppelstock, de
veerman, vernamen, dat Den Briel
de tegenwind had hen nl. vóór de
Maasmond gebracht zonder solda
ten was, drongen zij 1 April 1572,
Dinsdag in de Goede Week, de ver
bijsterde stad binnen. Zo werden de
Briellenaars „de Eerstelingen der
Vrijheid" het staat nog steeds
onder het Brielsche Wapen: „Liberta-
tis Primitiae."
De veerman van Den Briel! Hij was
't, die de verzamelde menigte op 't
Havenhoofd de tijding bracht: „De
vloot is met vijfduizend koppen be
mand! De mannen zijn kloek en vol
vuur". Lichtelijk overdreven: er wa
ren er nog geen driehonderd.
De Heren op 't stadhuis voelden zich
in de klem. Lieten ze de Geuzen bin
nen, dan zouden ze al gauw last met
de Spanjaarden krijgen. Lieten ze
ze buiten staan, dan konden de pira
ten hun de rooie haan wel eens op
't dak jagen.
Goede raad bleek, als altijd, duur.
Toen, tegen negen uur 's avonds,
Lumey heer en meester in Den Briel
was, had de Overheid haar biezen
reeds gepakt en het pad-der-hazen ge
kozen.
Coppelstock ging 't nadien voor de
wind. De Brielse archivaris, wijlen
Johan H. Been, weet te berichten, dat
hij „het sobere bestaantje van veer
schipper" op Maassluis, al spoedig
aan anderen overliet. Begon een soort
toko, waar „van alles te krijgen was",
deed aan haringhandel, loodste sche-
1. Passie- of Lijdenszondag is het
begin van de Passie- of Lijdenstijd.
Deze duurt tot en met Paaszaterdag.
2. Als de vos de passie preekt, boer,
pas op je ganzen. Betekenis: wan
trouw de huichelaars,
3. „Ite missa est" veronderstel
de oorspronkelijk een volle kerk en
werd daardoor tot een uiting van
vreugde; tegen deze achtergrond is het
duidelijk, dat het wegvalt waar óók
het „Gloria" wegvalt.
4. Aalsmeer met zijn kweek van
seringen, rozen, chrysanten, anjers en
andere snijbloemen en potplanten, heet
uit dien hoofde: „de bloemenfabriek
van Europa."
5. Almelo met zijn spinnerijen, we
verijen, ververijen, tricot-industrie enz.
is genoemd naar olmen (iepen). Het
„olmenbos" werd: Almelo.
6. Het rijmpje luidt als volgt: Bre-
dero het edelste Wassenaar het oud
ste Egmond het rijkste en Ar-
kel het stoutste.
7. Al kende de Oudheid geen spoor
wegen, tunnels bouwde ze toch wél;
„gangen" genaamd.
8. De Linge, het befaamde „kleine
rivierke" in de Betuwe, is toch altijd
nog 108 km lang. De naam betekent
dan ook: „lange (rivier").
9. De befaamde dreef voor ruiters
in Londen's park: „Hyde Park (3 x
Helgoland) heet, inderdaad: ..Hotten
Row." Deze woorden houden noen met
rotten" verband, noch met „row
(dreef); zij zijn een verbastering van
„route du roi' Koningslaan.
10 Kees De Witts: »>V.c. betekent
„Vi(van Vis geweld) coactus
door geweld genoopt. Hij zette dit on
der het besluit der stad Dordrecht om
het Eeuwig Edict in te trekken. Me
vrouw kraste 't door!
zoend.
De Goede Vrijdag spreekt voor zich
zelf. De Duitsers noemen de dag:
„Karfreitag" (kaar-freitag)(> niet.
omdat dan het eten „karig is, maar
in verband met een oud woord: „kara,
Zo spreken zij ook van „Kar-
waar wij „Paaszaterdag
woon. - --r
zeggen en de Liturgie: „Heilige Sab
bath' „Sabbatum sanctum.
De Vlamingen: „Paasavond." Bij het
Gloria in excelsis", dat zich nu weer
horen laat, komen de klokken uit
Rome terug, beladen met Paaseieren,
want: „Te Pasen zullen we eieren
eten; Zo is de Vasten vergeten.'
Morgen is 't Palmzondag, her
innering aan Christus' zegevie
rende intocht binnen Jeruzalem.
Ér worden palmtakken gewijd,
sacramentaliën, welke het ge
lovige volk aan het kruisbeeld
in de huiskamer bevestigt. Zij
verzinnebeelden de overwinning
die Christus op de dood zou be
halen.
Het Evangelie der Palmwij
ding verhaalt ons, dat Hij langs
het dorp Bethphagé dat be
tekent: huis-der-vijgen naar
de H. Stad reisde. Zijn rijdier
was een ezelsveulen, dat nog
nimmer „een juk had gedra
gen." Voor onsvklinkt dat wat
ongewoon, in or» land hoort de
ezel eigenlijk niet thuis, maar 't
paard is bij de Joden pas laat
in gebruik gekomen. De ezel
deed meer aan nederigheid den
ken. Een oude voorspelling werd
vervuld: „Uw koning zal ko-
meh, rijdende op een veulen."
Een grote menigte riep en
juichte: „Hosanna" het He
breeuwse woord hosjiha na
wil zeggen: schenk nu heil!
„de Zoon van David, gezegend
die komt in de naam des He
ren"! Met deze woorden besluit
het Evangelie der Palmwijding.
Waarom deden de mensen zo
opgetogen? Waarom „loopt de
hele wereld Hem na?'
Zij meenden, dat Hij Israël
van het Romeinse juk zou kun
nen bevrijden! Het uur van de
heilige oorlog tegen de heiden
se legioenen achtten ze nabij.
Maar Christus, die volledige
aanspraken op Israel's troon
bezat, dacht slechts aan een
geestelijk Koninkrijk, dat zich
zou uitstrekken over de hele
wereld. De Joden juichten Hem
toe, die zij weldra zouden ver
vloeken en verwerpen. Zijn ge
dachten waren niet hun gedach
ten! Het ging om veel groter
dingen dan om een oorlog tegen
de bezetters.
De Palmwijding kan ons on
derrichten Christus te erkennen
zowel wanneer Hij ons leven
verrijkt met Zijn weldaden, als
wanneer Hij het doorkruist met
een doornenkroon. In beide ge
vallen lere genade ons te bid
den: „Gezegend die komt in
de naam des Keren!"
In zijn functie van inspecteur-generaal
van de Koninklijke Luchtmacht, heeft
Z.K.H. Prins Bernhard Vrijdag een be
zoek gebracht aan de vliegbasis Leeu
warden, ivaar de Prins in de loop van de
ochtend, in gezelschap van Lt. Kol. VI.
G. Sondermann en enige hoge officieren
van zijn staf, in een Dakota landde.
Z.K.H. reikte aan de commandant van
het 2e squadron, Maj. VI. S. K. Aertsen,
de Wisselbeker uit, welke is beschikbaar
gesteld voor het squadron, dat de beste
schietresultaten in air-to-air wedstrijden
heeft behaald, daarna reikte hij aan
Kapt. VI. C. H. M. Martens een plaquette
op voetstuk uit voor de hoogste persoon
lijke schietprestatie. Dp deze foto ziet
men Prins Bernhard (rechts) en Maj.
Acrts in een Meteor, waarmee naar Vlie
land werd gevlogen om de actie air-to-
air gade te slaan.
De hoofdredacteur-directeur van het
grote Amerikaanse dagblad „Chicago
Tribune", Kol. Robert McCormick, is
heden te Chicago overleden. De over
ledene, die een zeer groot aanzien ge
noot in de krantenwereld, bereikte de
leeftijd van 74 jaar.
ArtverT entte)
omdat U een verkoudheid voelt
opkomen, is het de hoogste tijd
om ASPIRIN te nemen.
Bij hoofdpijn, verkoudheid, griep
en reumatiek helpt ASPIRIN
snel en betrouwbaar.
Het eerst zichtbare stukje souve-
reiniteit is de Duitsers gisteren in de
hand gegeven: de „Lufthansa" heeft
haar diensten geopend. Het eerste
vliegtuig startte voor een vlucht naar
München in Hamburg, na passende
woorden van de minister van verkeer,
dr Seebohm, die in de wandeling we
gens zijn ijver voor de nieuwe Duitse
luchtvaart ook wel „Luftbohm" wordt
genoemd. In de Duitse pers is de her
leving der Lufthansa uitbundig ge
vierd. De buitenlandse luchtvaart
maatschappijen, die tot dusverre het
alleenrecht op de Duitse vliegvelden
hadden, zijn daarbij niet achter ge
bleven. Zij hebben in grote adverten
ties in de kranten hun collega het wel
kom in het luchtruim toegeroepen.
Precies tien jaren is de Lufthansa
niet in de lucht geweest. Haar laatste
„planmaessige" machine was op 21
April 1945 van het Berlijnse Tempelhof
gestart naar Madrid, de enige plaats
in Europa, waar zij nog welkom was.
De nieuwe Lufthansa moet vanaf de
grond worden opgebouwd en het begin
is dan ook nog bescheiden. Met vier
convairs en vier super-constellations
wordt dit jaar in drie etappen begon
nen. Gisteren is het binnenlandse net
geopend, over twee weken volgt het
Europese net en in Juni wordt de lijn
HamburgNew York voor het eerst
gevlogen.
Maar de Lufthansa rekent op een
snelle groei. Voor September 1956 zul
len nog vier super-constellations ko
men, die het mogelijk zullen maken
ook op Zuid-Amerika (Buenos Aires)
en op het Nabije Oosten (Teheran) te
gaan vliegen.
Bij de uitbouw van het Europese net
heeft men zich voor de eerste jaren de
nodige beperkingen opgelegd, teneinde
zo snel mogelijk de intercontinentale
diensten tot ontwikkeling te kunnen
brengen, die een snelle verbetering der
rendabiliteit mogelijk zullen maken.
Reeds in 1958 hoopt men zonder sub
sidies der overheid te kunnen vliegen.
Het binnenlandse net der Lufthansa
is tot West-Duitsland beperkt daar de
Russen niet toestaan, dat de nieuwe
onderneming op Berlijn zal gaan vlie
gen. De zeer rendabele lijnen naar
Berlijn blijven dus onder het monopo
lie der Amerikaanse, Britse en Franse
maatschappijen vallen.
Toen ongeveer tien jaren geleden het
Engelse bridgespelpeil bedenkelijk ge
daald was, verenigde zich een groep En
gelse spelers om daarin verbetering te
brengen.
Behalve dat zij de theoretische kanten
van het spel zorgvuldig bestudeerden,
vergaten zij de psychologische zijden be
slist niet.
Men stelde een aantal „algemene regels"
op, waaraan een goed paar zich bij het
bieden en spelen had te houden. Eén dezer
regels luidde: „make life easy for your
partner" (maak uw partner het leven ge
makkelijk). Deze regel kan ook voor vele
Nederlandse bridgespelers betekenis heb
ben, als zij begrijpen wat daarmede be
doeld wordt.
Het „gemakkelijk" maken bij het bie
den, bestaat b.v. daarin, dat men eenvou
dige natuurlijke biedingen kiest en dat
men zich niet in bochten wringt als men
rechtop kan lopen. Een onderdeel van dit
gemakkelijk maken is, dat men nooit iets
aan de partner moet overlaten wat men
zelf kan doen.
Bijv. Zuid opent 1 Schoppen op:
A A H 7 5 3 A V 3 <>4 V10 72
en krijgt van Noord een antwoord van 2
Harten. Het is nu vrijwel zeker dat 4
Harten een goed eindcontract is, dat be
trekkelijk gemakkelijk gemaakt zal kun
nen worden. Het is nu bepaald foutief,
om het te zwakke bod van drie Harten te
doen Zuid moet vier Harten zeggen.
Indien Zuid slechts 3 Harten biedt, kan
Noord veronderstellen dat Zuid b.v. een
volgend spel heeft:
4» H V 7 5 3 O A V 3 <>54 V10 7
mm
No. 2051. 2 April 1955.
Redacteur: G. J- A. VAN DAM.
Alle correspondentie aan dit adres. Bij
vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel
voor antwoord insluiten.
EINDSPELGEHEIMEN (13)
In 1915 construeerde wijlen grootmees
ter C. Blankenaar een eindspel, dat zijn
stijl bijzonder goed karakteriseert. Het
is stand no. 3081. Een ander eindspel, dat
hiermee zeer nauw in verband staat, zien
we in stand no. 3082.
No. 3081 No. 3082
Mr C. Blankenaar t Mr C. Blankenaar t
Stand: Zw. 10, D. 5.
Wit 46, D. 6, D. 50.
Wit, aan zet, for
ceert de winst.
Stand: Zw. 10, D. 5.
Wit 37, D. 27, D. 50
Wit, aan zet, for
ceert de winst.
Met no. 3081 zijn we in een andere ca
tegorie van winst-systemen terecht geko
men. Dit is het gevolg van het feit, dat
de zwarte dam bij de aanvang reeds op
gesloten staat. In dit geval op de lijn
465.
Voor de oplossing hebben we hier dus
niet meer de reeds eerder besproken
„eerste fase" nodig, d.w.z. de inleiding,
waardoor zwart's dam in zijn bewegin
gen belemmerd wordt. Hier vervallen
dus de inleidende zetten en gaan we direct
over tot de „tweede fase" namelijk het
manoeuvreren met de witte dammen om
deze op de juiste velden te krijgen voor
de winnende slot-fase. Maar al ontbreekt
hier nu de eerste fase de ontleding is er
niet minder moeilijk of interessant door.
Men oordele zelf!
Wit 1. 50—22. 10—14. Gedwongen, want
op 10—15 volgt 22—31. Hierbij kan wor
den opgemerkt, dat wit als eerste zet
ook 6—22 kan spelen, met overigens het
zelfde spelverloop. Blankenaar achtte de-
ze verwisselbaarheid op de eerste zet
geen constructie-fout, omdat in standen
als deze de bord-eigenschappen dit on
vermijdelijk doen zijn Een goed voorbeeld
dat men de zogenaamde „scherpe regels'
nooit als constructie-wetten kan beschou
wen. Men moet altijd met uitzonderings
gevallen rekening houden en slechts een
competente „constructie-vakman" kan be
oordelen wanneer en of zulks zich voor
doet. Daarom spreken we liever van
„constructie-wensen".
Wit 2. 22—4, 14—19. Om dezelfde re
den als bij de eerste zet voor zw. ge
dwongen. 3. 6—17, 19—23. Thans was
514 belet door de bekende combinatie:
4—13. 4. 17—26, 23—28. Het merkwaardig
kenmerk van dit eindspel begint zich dui
delijk af te tekenen. De zwarte schijf
wordt schijnbaar heel simpel, maar in
werkelijkheid door buitengewoon mooi
dwangspel gedwongen de ,.,lange-lijn" af te
wandelen. De geringste zijstap zou direct
dodelijk zijn en.zijn dam moet machteloos
tofizien. Wit 5. 26—48, 28—32. Wit gaf de
eerste combinatie-mogelijkheid op, doch
heeft nu een andere in petto, want als
zwart hier bijv. 5—19 zou hebben ge
speeld vervolgt wit met 422, 28—37
met oppositiewinst. Wit besluit na 2832
met de krachtzet 6. 415En zwart
staat „mat". Hij kan geen voet meer
verzetten. De „dodenmars" van de zwar
te schijf is ten einde. Een ander sprekend
kenmerk in deze constructie is, dat wit
niet één aanvallende zet doet.maar zui
ver „op tempo" speelt, zwart a.h.w. rus
tig laat komen maar intussen toch het
schavot Voor zwart opbouwt.
In no. 3082 gaat het als volgt: Wit 1.
37—32, 10—14 gedw. (Op 10—15 volgt 50—28
enz.). 2. 27—4, 14—19 en opnieuw begint
zwart's opmars langs de „lange-lijn". Wit
3. 50—17, 19—23. Opnieuw komt hier een
verwisselbare zet voor in het spel van
wit. Wit kon namelijk ook spelen. 3.
50—39, op 5—14 zou dan volgen 39—25
enz Ook hier is deze verwisselbaarheid
een gevolg van de bordeigenschappen.
Iets wat bij het spel met „dammen" niet
te vermijden is.
Wit 4. 17—28, 5—19 gedw. 5. 4—18 enz.
wint. Schijnbaar zou wit uit de begin-
stand ook hebben kunnen spelen: 1. 50—22
10—14. 2. 22—4, dus zoals bij de afwikke
ling van stand no. 3081. Zwart nu weer
gedw. 14—19. 3. 27—43, 19—23. 4. 43—21
23—28. 5. 21—32 maar nu speelt zwart
in plaats van 523, direct 2833 en wit
kan niet meer winnen. Bijv. 410, 5x14.
32x10, 33—39 met remise, want de hele
slotstand is nu juist één vak te veel op
geschoven.
Een goed voorbeeld om te laten zien hoe
precies het tempospel ook in het eindspel
berekend moet worden.
VOOR ONZE LADDERWEDSTRIJD
Vier „Alix-constructics"
No. 3083
Joh. v. d. Boogaard
Rotterdam
(Eerste publicatie)
No. 3084
Max Douwes
Hilversum
(Eerste publicatie)
O Q O
m "m m
Q ÜJÜ B
Stand: Zwart 1.
3—11, 16, 23—26, 29,
33, 36. Wit 17, 22,
27, 35, 37, 40—42, 45.
46, 48—50, Wit sp.
cn wint.
Stand: Zwart 1, 6.
8, 9, 11, 13—17, 21,
25, 31, 36. Wit 19.
20, 22, 23, 26, 28, 32.
37—39, 41, 42, 47, 49
Wit speelt en wint
No. 3085
„Trio"
(Eerste publicatie)
No. 3086
H. M. Roos,
(Eerste publicatie)
Stand: Zwart 8, 9.
12—14, 19, 21, 26, 27,
29, 31. Wit 11, 16, 17,
20, 32, 36, 38, 41, 43,
45, 50. Wit speelt en
wint.
Stand: Zwart 8, 9,
12—14, 18, 23, 26, 28,
29, 39, 45. Wit 11, 10,
17, 21, 30, 32, 34, 37,
40, 42, 43, 46. Wit
speelt en wint.
Zo langzamerhand worden bewerkingen
op het Alix-eindspel een beetje saai, voor
al indien tijdens de eigenlijke proble
matische afwikkeling om tot deze slot
stand te komen geen sensationele zetten
of slagen voorkomen. Iedereen weet nu
zo zachtjes aan wel hoe deze construc
ties in eikaar zitten, terwijl de erva
ren oplosser de bedoeling, namelijk 't be
reiken van deze slotstelling al spoedig
doorziet. Dit is vooral het geval indien de
velden 1,6 en of 25 bij de beginstand reeds
bezet zijn. Bij de bespreking van een Alix-
bewerking, geplaatst onder no. 2809 In de
ze rubriek, heb ik reeds eens er op gewe
zen, dat het aanbeveling verdient te trach
ten zoveel mogelijk alle motiefschijven tij
dens de afwikkeling op hun plaats te bren
gen. De heren: D. Kleen, te Heemstede,
(een bekende problemist van de oude gar
de), J. H. H. Scheijen, (de probleemre
dacteur van „De Problemist, het offici
eel orgaan van de Kring voor Dampro-
blematiek) te Kerkrade en G. v.d. Lin
de (een componist, die sedert kort naar
voren komt) te Zutphen hebben, ten huize
van de heer Scheijen, gemeenschappelijk
no. 3085 samengesteld. In dit vraagstuk
komen alle motiefstukken tijdens de af
wikkeling op hun plaats. De heer Roos
heeft hetzelfde gepresteerd met no.
3086. De oplossingen van deze vier com
posities worden gaarne tot» 13 April te
gemoet gezien aan het boven deze rubriek
vermelde adres.
Ziet u het verschil?! Het eerste spel is
bepaald veel sterker dan het tweede. Met
het eerste spel is 4 Harten practisch zeker
en daarom moet Zuid dat zelf door zijn
bod onderstrepen. Met spel 2 is 4 Harten
geenszins zeker en met dat spel moet Zuid
daarom volstaan met 3 Harten.
Een bijzonder veel gemaakte fout tegen
het voornaamste principe is de volgende:
Zuid opemt 1 Harten op:
AB39A97S30H93 H6
en krijgt van Noord een antwoord van
drie Ruiten, een krachttonend bod en een
duidelijke mancheforcing. Onder een of
ander motief, b.v. „mijn hartens waren zo
slecht" of „ik had maar heer-derde in
Ruiten mee" plegen vele spelers nu het
akelige bod van 3 SA. Er is maar één
goede actie: 4 Ruiten waarmee Zuid
zijn plicht doet, Ruitensteun aangeven en
waarop hij kan afwachten wat Noord
verder zal doen.
Het bod van 3 SA maakt de partner
het leven helemaal niet gemakkelijk en
een bod van 4 ruiten doet zulks ongetwij
feld wel. Want Noord, die met 3 ruiten
heeft aangegeven een duidelijk doel voor
ogen te hebben, zal met dit Zuidspe] al
heel gemakkelijk tenminste 5 Ruiten moa-
ten kunnen maken.
Het Sanstatout-complex uit zich ook dik
wijls in de biedingen zoals die gedemon
streerd worden in de onderstaande figuur:
A B 8 7 5 9 V 3 <>732 *A10 9
Zuid heeft dit spel en zegt in antwoord
op zijn partner's 1-Hartenbod het goede
bod van 1 Schoppen. Noord zegt nu 2 Har»
ten, waarop vele spelers met zo'n spel 2
SA zeggen een bod van 3 Harten is
beter Bepaald dwaas is het echter, als
na 2 SA van Zuid de NoordspeleT 3 Hal
ten herhaalt en Zuid nu toch nog met 3
SA komt.
Ook bij het tegenspelen moet men er
aan denken het de partner zo gemakke
lijk mogelijk te maken. Niets is gevaar
lijker dan het veelvuldig plegen van „fan
tasie-uitkomsten" en niets is onaange
namer dan het spelen met een partner,
die als regel weigert om uit te komen in
de door ons geboden kleur. Een tegen
partij mag dan ettelijke keren Sans-atout
bieden, men moet met Schoppen uitkomen
van B-x, of x-x. of x-x—x. of langer,
als uw partner Schoppen geboden heeft
Doet u dat niet. dan stelt u meer vertrou
wen in de tegenpartij dan in uw eigen
partner een zéér slechte bridgepolitlek.
Heeft men bij het tegenspelen een
„waardeloos" spel, dan dient men te be
denken dat de partner wellicht belang
rijke kaarten heeft en men moet hem
dan helpen bij de verdediging.
MIMIR.
Schaakredacteur: P. A. KOETSHEID,
Huize Sint Bernardus, Sassenheim.
Zaterdag 2 April
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK
No. 7254
P. MOUTECIDES
Drama, Macedonië, Griekenland
Eerste plaatsing. Mat in twee zetten
ZW//,
PROBLEEMOPLOSSINGEN
7247. Paul Moutecides. Opl. 1. Dd5b3
dreiging 2. Pd3—c5tt.
7248. A. Casa. Opl. 1. Re8—d7 dreiging
2. Pf8g6 enz. 1Tf4:, Rf4:, Pf4:t
gf4:. 2. Pe6, Kb7, Ph7, Rf5 enz.
GOEDE OPLOSSINGEN
Beide problemen werden goed opgelost
door: ir A. Bergstein, Geleen; J. Dlckhaut,
Nijmegen; pastoor P. v. d. Heijden, Budel-
schoot; E. Hoyng, Veghel; F. Pijls, Maas-
bracht; Paul Raschdorf, Hannover; G G.
Smit, Schiedam; H. G. E. Teunissen, Ze
venaar; C. v. d. Weide, Rotterdam; P. M.
Dekker, Rptterdam.
No. 7247 werd goed opgelost door C. A.
van Arnhem, Rotterdam; mr dr R. Brom
berg, Roermond; W. H. Haring, Schiplui
den; kap. J. Leijten, Oisterwijk, en no.
7248 door H. Th. v. Goor, Voorburg.
No. 7255
L. I. SAGURUJKO,
Eerste prijs C.S.R. Sportausschusz 1953
Mat in twee zetten
Daar beide opgaven tweezetten zijn,
mogen we aannemen, dat zij vallen onder
hef bereik van iedere probleemliefhebber.
Voor de partijspeler hebben we deze keer
ook wat. Oplossingen over drie weken.
PARTIJ No. 1259
Dame Indisch
Gespeeld te Hamburg 1954
Wit: Von Ahlefeldt. Zwart: Lübbers.
Uit: Schachecho.
1. d2d4 Pg8—f6
2. c2—c4 b7b6
Dame Indisch geldt als volwaardige ver
dediging slechts dan als wit op de 2e zet
Pf3 (dus niet c4) heeft gespeeld.
3. Pblc3 Lc8b7
4. f2f3 .---
Een goede zet die de witte doorstoot in
het centrum op e4 zeker stelt. Gebruike
lijker is echter 4 Dc2.
4
5. e2e4
6. c4Xd5
7. e4e5
8. f3—f4
9. Pgl—f3
10. Lfl—d3
11. Lel—e3
Daar 11Pc6 wegens 12Pd5.
niet aan te raden is, moet zwart deze weg
wel kiezen.
12. 0—0 Pa6—c7
Dat had geen haast. Aanbevelenswaard
was met 12f5 een verlichting van
de koningsvleugel in te zetten, want nu
komt een kwade aanval.
13. f4—f5 c5xd4
Zeker zou 13f6 niet naar Ieders
smaak zijn geweest, maar toch had zwart
na 14. e6, Pb8. 15. Pe2, c4 (b5) nog moge
lijkheden gehad.
14. f5—f6! d4*e3
Ook na 14gf6. 15. Pd4: slaagt de
aanval door b.v. 15Pe5:. 16. Lh7:t
Kh7: 17. Dh5f, Kg8. 18. Tf4!
e7e6
d7—d5
e6Xd5
P16—d7
Lf8e7
0—0
c7c5
Pb8—a6
15. Ld3Xh7t!
16. Pf3—g5f
17. Ddl—d3f
18. Dd3—f5t
19. Tfl—13
Kg8Xh7
Kh7g6
Kg6Xg5
Kg5g6
Zwart geeft op.