ELTOW UIOUO „Lufthansa" weer in de lucht BIEDPRINCIPES BRIELSE TYPEN UIT DE APRILDAGEN 1572 HET GRABBELTONNETJE DE HEILIGE VAN DE WEEK H Palmwijding Bridge-Rubriek Helsche duvel, die tot (te) Bruyssel (Brussel) sijt" Uw laatste kans voor 'n 10 op uw Paas- rapport Inwoners van Stockholm in rotsschuilkelders Vóór-examen Na precies tien jaar Aspirin .VoV V m, mmcJiH wMwÊ ZATERDAG 2 APRIL 1955 PAGINA 6 Eert held die te lang leefde In geval van oorlog Jan Pieterszoon Coppelstock Oplossing „CHICAGO TRIBUNE" VERLIEST DIRECTEUR «m n m f'man mm a m m wm 'tmz. m tfMf 'wfm Zo foeterden de mensen van 1570 tegen Alva en zijn zware belastingen. Vooral de tiende penning maakte .hun woede gaande. Van veel verkochte goederen moest een tiende der waarde aan de regering worden afgestaan. Omtrent 1572 zou men met deze maat regel menens gaan maken. De H. Theodorus van der Eem, een der II.H. Martelaren van Gorcum, in 1572 te Brielle ter dood gebracht. (Glasraam van Dom v. d. Mey in de kerk Linnaeusstraat, A'dam) Zelfs de katholieken stonden op hun achterste benen tegen „de tyran van Spangiën, de wolf, die U verbijt." De kleine zelfstandige neringdoenden onder hen niet het minst. Honderden zetten zich schrap tegen de Spanjaar den. Juist in die bewogen dagen gaf de wispelturige koningin van Engeland, Elisabeth, op Alva's verzoek Nederlandse „freebutters" (vrijbui ters) last de Engelse havens te verla ten, waarin zij overwinterd hadden. Het was 'n opwelling méér niet. Reeds in Maart zwierven deze „free butters" langs onze kusten, om koop vaardijschepen te kapen. Het waren de befaamde: Watergeuzen. Hun aan voerder heette Lumey, door de ge schiedschrijver dr J, W. Boerma ge kenschetst als ,,'n halve wilde, die haar en nagels niet wou knippen eer hij de dood van zijn bloedverwant, graaf Egmont, gwroken zou hebben". Professor Fruin schrijft „dat hij van iedere Nederlander onverdeelde ver achting verdient", Daar kan admi raal „Langnagel" het aardig mee doen. Omstreeks Palmzondag, de 30e Maart 1572, maakten de piraten een met wijn geladen Spaans schip buit. Hun sche pen kregen allengs met tegenwind te kampen. „In de morgen van Dinsdag 1 April delen twee kapiteins, Marinus Brant en Daam van Haren, hun laat ste stuk kaas. De geschiedenis be staat uit kleine dingen. Als dit stukje kaas niet zo onherroepelijk het laatste was geweest, hadden de Geuzen al licht met minder doortastendheid hun 1. Iedereen heeft wel eens iets ge hoord over de beroemde Eiffeltoren te Parijs Waarom heet die toren zo? Hoe hoog is hij ongeveer? Hoe ver ongeveer reikt het gezichtsveld van zijn top af over de omringende omge- ving? 2. Frankrijk leeft thans onder de z g derde republiek, die immers in 1871 begon. Hoeveel „keizerrijken re kent men tot zijn historie? Ook drie? 3. Nu we toch met Frankrijk aan de gang zijn: onze vaderlandse ge schiedenis kent 'n Romeinse vestiging. Lugdunum (Batavorum) (niet de oorsprong van Leiden). Kent U Franse stad, die wél met een „Lugdu num" verband houdt? 4 De woning van een buitenlandse gezant is onschendbaar. De grond, waaroo de woning staat, behoort die eveneens aan die buitenlandse mogend heid? 5. Wie kent er enige punten, waarin de liturgie der paters Dominicanen afwijkt van de gebruikelijke Romein se Mis-liturgie? «„„-J 6 Wanneer men 's zomers de Noord zee bevaart, ziet men daar vaak n „boer met z'n varkens" rondzwem men en buitelen in het zilte nat! Lijkt U dat niet wat vreemd? 7. U kent wel de „Slag" bi) de Dog- gersbank van 1781: 7 Nederlandse te gen 7 Engelse oorlogsschepen; de En- «else namen het eerst de wi]k. Is U ook „het incident" bij de Doggersbank b 8 In Nederland heeft men wel be lasting geheven van „goederen A1 Af, dode hand." Hoe kan een „dode hand nu goederen bezitten? 9 „Water heeft bij 4 graden C®lci"| zijn grootste dichtheid. Uitgezonderd. 10. Blik, gebruikt voor bussen enz. Welke twee metalen spelen een ro bij de vervaardiging van blik. j -17/.kleur der misgewaden wit is. De Duit- Volgende week is de Goede Weekspreken van „Groene" Donder en biina iedere dag van die week waarschijnlijk in verband met heeft een aparte naam. een oud woorci: „greinen", zoveel als In Vlaanderen heet de Maandaf,.51® ons: grienen: wenen. Want vroeger Palmzondag: de „Kalfmaandag. werden op deze dag de boetelingen, dan niet het laatst in school, want d(? wenenden, weer met de Kerk ver- i_ rlrt VlfMP nn£*. t Kdili dan nier net iaat». dan ben je voor de hele da8- 4 Dinsdag ls de enige dag, die geen bijnaam heeft. De Woensdag noemen ze in Vlaan deren: „Schorsendag", of ook wel. Kromme Woensdag", „Schorsen dag", omdat het luiden der Wokken wordt gestaakt, „geschorst ..Krom- me Woensdag", omdat Judas toen tot de Joden sprak: „Wat wilt ge me ge ven en ik zal Jesus aan u overleve ren?" Hij maakte, zodoende, krom, wat recht is. t Witte Donderdag" kent in ons land iedere katholiek. Waarom die Donder dag „wit" wordt genoemd? Omdat de klagen, samstag pen de Maasmond binnen en werd, tien jaar later, keurmeester over het zilte zeebanket. In 1596 Dekenmeester van het Schippersgilde. Geen gekheid, want dat gilde bestond uit een zestig tal schippers en 'n vijftigtal schuiten voerders! „Wanneer het iemand voor de wind gaat, komen de erebaantjes" merkt „meester Been" op! (Zo werd hij in Den Briel steeds genoemd: „meester Been", hij was onderwijzer aan de openbare school op ,,'t Kerkhof") Jan Pietersze Coppelstock „een kre gel en stout kerel", werd tot diaken gekozen in de protestantse kerk van zijn woonplaats en mocht welhaast zit ting nemen naast burgemeesteren en oud-burgemeesteren der historische stad. Toen gebeurde er iets ijzingwek kends: vrouw Jopgen Dircxs kwam de diaken bij dominee Dontoclocq betich ten van een zeer groot kwaad: op de bruiloft van zijn dochter., was., ge danst! En de Kerkeraad had over de zonde van „dansen ende andere licht- veerdicheit" zijn oordeel uitgespro ken! Coppelstock verontschuldigde zich met de betuiging, dat deze zonde geheel buiten zijn medeweten was be dreven, Alles goed en wel maar hij kreeg de raad het Heilig Avond maal maar 'ns 'n keer over te slaan. In 1599 is de veerman van Den Briel overleden. Zijn naam heeft men daar ginds aan een der straten verbonden. Daar in de schaduw van de Sinte- Catharinakerk met haar massieve to ren eens een baken in nood voor de zeeman is in die bewogen dagen nog meer geschied. „De moord op de Gorcumse Martelaren, door dezelfde Lumey en zijn godvergeten bende" horen we iemand zeggen. Inderdaad, één der allerzwartste bladzijden uit onze vaderlandse geschiedenis. Maar we zouden 't meer bijzonder over de Aprildagen hebben; de heldendood der .Martelaren voor H. Eucharistie, Paus 'en Kerk volgde eerst drie maanden later. Welnu het spreekt vanzelf, dat de Spaanse bezetters aanstonds maat regelen namen om de stoutmoedige Geuzen uit het verre Westen te ver jagen. De Graaf van Bossu vertrok met tien vendels keurtroepen uit het Utrechtse naar het eiland Voorne, „Op den eersten dag van April, ver loor due d'Alva sijnen bril" had den de Brusselaars gerijmd Bossu zou hem die bril wel weer op z'n neus zetten! En., dat is hem nog bijna ge lukt ook! Reeds scheen Lumey het onderspit te moeten delven, toen de stadstimmer man, Rochus Meeuwiszoon, in het ge zicht van de vijand het Nieuwlandse sluisje kapot hakte, waardoor de aan grenzende polder onder water liep (5 April). De eenvoudige man „aan wie 's Lands vrijheid een onsterfelijke dank verpligt is", kreeg een schot wond, die hem voor geheel zijn vol gend leven invalide maakte maar: de Spaanse vendels moesten de pol der ruimen. Lumey, de man „van spo reloze Wreedheid" bleef dus in Den Briel. En., hoe ging het verder met onze Rochus Meeuwisz..? Stadstimmerman kon hij niet meer blijven. Op den duur verviel hij tot de zwartste armoede. Hunne Edel Hoogmogenden. de Staten van Holland, kenden de stakker een jaargeld van vijf-en-zeventig gulden toe. (Hun maal tijd met Sir Francis Vere kostte 622). De stedelijke regering benoemde hem in een royale bui tot portier van de Lange Poort 35 stuiver in de week. Ten tweeden male wendde Meeuwisz. zich tot de Heren Staten.nul op 't re quest! De man van de 5e April 1572 is arm en vergeten de eeuwige rust ingegaan Been noemt hem hij bereikte een hoge leeftijd „de held die te lang leefde". Het is ook Been geweest, die „het jonge Nederland" in 1911 wist te be wegen gelden bijeen te brengen om „de arme, verwaarloosde timmerman van Den Briel" alsnog te eren. In één der ramen van de (Protestantse) Sin- te-Catharina werd een prachtig me daillon aangebracht „de kloeke daad voorstellende van hem, die in een oud mannetje verstorven was." Stockholm en alle andere grote ste den in Zweden zullen, volgens een nieuw plan voor de burgerlijke ver dediging, in geval van oorlog vrijwel geheel worden ontruimd. Evacuatie op grote schaal vormt, aldus het rapport, de enige manier om aan een aanval met atoomwapens het hoofd te bieden. Van de 770.000 inwoners van de hoofdstad dienen er slechts 50.000 te blijven voor het handhaven van de belangrijkste diensten. De achterblij vers zullen in geweldige schuilkelders in het centrum van de stad, dat op rotsen is gebouwd, leven en werken. dolle streek ondernomen' (De Lange). Toen de Geuzen van Coppelstock, de veerman, vernamen, dat Den Briel de tegenwind had hen nl. vóór de Maasmond gebracht zonder solda ten was, drongen zij 1 April 1572, Dinsdag in de Goede Week, de ver bijsterde stad binnen. Zo werden de Briellenaars „de Eerstelingen der Vrijheid" het staat nog steeds onder het Brielsche Wapen: „Liberta- tis Primitiae." De veerman van Den Briel! Hij was 't, die de verzamelde menigte op 't Havenhoofd de tijding bracht: „De vloot is met vijfduizend koppen be mand! De mannen zijn kloek en vol vuur". Lichtelijk overdreven: er wa ren er nog geen driehonderd. De Heren op 't stadhuis voelden zich in de klem. Lieten ze de Geuzen bin nen, dan zouden ze al gauw last met de Spanjaarden krijgen. Lieten ze ze buiten staan, dan konden de pira ten hun de rooie haan wel eens op 't dak jagen. Goede raad bleek, als altijd, duur. Toen, tegen negen uur 's avonds, Lumey heer en meester in Den Briel was, had de Overheid haar biezen reeds gepakt en het pad-der-hazen ge kozen. Coppelstock ging 't nadien voor de wind. De Brielse archivaris, wijlen Johan H. Been, weet te berichten, dat hij „het sobere bestaantje van veer schipper" op Maassluis, al spoedig aan anderen overliet. Begon een soort toko, waar „van alles te krijgen was", deed aan haringhandel, loodste sche- 1. Passie- of Lijdenszondag is het begin van de Passie- of Lijdenstijd. Deze duurt tot en met Paaszaterdag. 2. Als de vos de passie preekt, boer, pas op je ganzen. Betekenis: wan trouw de huichelaars, 3. „Ite missa est" veronderstel de oorspronkelijk een volle kerk en werd daardoor tot een uiting van vreugde; tegen deze achtergrond is het duidelijk, dat het wegvalt waar óók het „Gloria" wegvalt. 4. Aalsmeer met zijn kweek van seringen, rozen, chrysanten, anjers en andere snijbloemen en potplanten, heet uit dien hoofde: „de bloemenfabriek van Europa." 5. Almelo met zijn spinnerijen, we verijen, ververijen, tricot-industrie enz. is genoemd naar olmen (iepen). Het „olmenbos" werd: Almelo. 6. Het rijmpje luidt als volgt: Bre- dero het edelste Wassenaar het oud ste Egmond het rijkste en Ar- kel het stoutste. 7. Al kende de Oudheid geen spoor wegen, tunnels bouwde ze toch wél; „gangen" genaamd. 8. De Linge, het befaamde „kleine rivierke" in de Betuwe, is toch altijd nog 108 km lang. De naam betekent dan ook: „lange (rivier"). 9. De befaamde dreef voor ruiters in Londen's park: „Hyde Park (3 x Helgoland) heet, inderdaad: ..Hotten Row." Deze woorden houden noen met rotten" verband, noch met „row (dreef); zij zijn een verbastering van „route du roi' Koningslaan. 10 Kees De Witts: »>V.c. betekent „Vi(van Vis geweld) coactus door geweld genoopt. Hij zette dit on der het besluit der stad Dordrecht om het Eeuwig Edict in te trekken. Me vrouw kraste 't door! zoend. De Goede Vrijdag spreekt voor zich zelf. De Duitsers noemen de dag: „Karfreitag" (kaar-freitag)(> niet. omdat dan het eten „karig is, maar in verband met een oud woord: „kara, Zo spreken zij ook van „Kar- waar wij „Paaszaterdag woon. - --r zeggen en de Liturgie: „Heilige Sab bath' „Sabbatum sanctum. De Vlamingen: „Paasavond." Bij het Gloria in excelsis", dat zich nu weer horen laat, komen de klokken uit Rome terug, beladen met Paaseieren, want: „Te Pasen zullen we eieren eten; Zo is de Vasten vergeten.' Morgen is 't Palmzondag, her innering aan Christus' zegevie rende intocht binnen Jeruzalem. Ér worden palmtakken gewijd, sacramentaliën, welke het ge lovige volk aan het kruisbeeld in de huiskamer bevestigt. Zij verzinnebeelden de overwinning die Christus op de dood zou be halen. Het Evangelie der Palmwij ding verhaalt ons, dat Hij langs het dorp Bethphagé dat be tekent: huis-der-vijgen naar de H. Stad reisde. Zijn rijdier was een ezelsveulen, dat nog nimmer „een juk had gedra gen." Voor onsvklinkt dat wat ongewoon, in or» land hoort de ezel eigenlijk niet thuis, maar 't paard is bij de Joden pas laat in gebruik gekomen. De ezel deed meer aan nederigheid den ken. Een oude voorspelling werd vervuld: „Uw koning zal ko- meh, rijdende op een veulen." Een grote menigte riep en juichte: „Hosanna" het He breeuwse woord hosjiha na wil zeggen: schenk nu heil! „de Zoon van David, gezegend die komt in de naam des He ren"! Met deze woorden besluit het Evangelie der Palmwijding. Waarom deden de mensen zo opgetogen? Waarom „loopt de hele wereld Hem na?' Zij meenden, dat Hij Israël van het Romeinse juk zou kun nen bevrijden! Het uur van de heilige oorlog tegen de heiden se legioenen achtten ze nabij. Maar Christus, die volledige aanspraken op Israel's troon bezat, dacht slechts aan een geestelijk Koninkrijk, dat zich zou uitstrekken over de hele wereld. De Joden juichten Hem toe, die zij weldra zouden ver vloeken en verwerpen. Zijn ge dachten waren niet hun gedach ten! Het ging om veel groter dingen dan om een oorlog tegen de bezetters. De Palmwijding kan ons on derrichten Christus te erkennen zowel wanneer Hij ons leven verrijkt met Zijn weldaden, als wanneer Hij het doorkruist met een doornenkroon. In beide ge vallen lere genade ons te bid den: „Gezegend die komt in de naam des Keren!" In zijn functie van inspecteur-generaal van de Koninklijke Luchtmacht, heeft Z.K.H. Prins Bernhard Vrijdag een be zoek gebracht aan de vliegbasis Leeu warden, ivaar de Prins in de loop van de ochtend, in gezelschap van Lt. Kol. VI. G. Sondermann en enige hoge officieren van zijn staf, in een Dakota landde. Z.K.H. reikte aan de commandant van het 2e squadron, Maj. VI. S. K. Aertsen, de Wisselbeker uit, welke is beschikbaar gesteld voor het squadron, dat de beste schietresultaten in air-to-air wedstrijden heeft behaald, daarna reikte hij aan Kapt. VI. C. H. M. Martens een plaquette op voetstuk uit voor de hoogste persoon lijke schietprestatie. Dp deze foto ziet men Prins Bernhard (rechts) en Maj. Acrts in een Meteor, waarmee naar Vlie land werd gevlogen om de actie air-to- air gade te slaan. De hoofdredacteur-directeur van het grote Amerikaanse dagblad „Chicago Tribune", Kol. Robert McCormick, is heden te Chicago overleden. De over ledene, die een zeer groot aanzien ge noot in de krantenwereld, bereikte de leeftijd van 74 jaar. ArtverT entte) omdat U een verkoudheid voelt opkomen, is het de hoogste tijd om ASPIRIN te nemen. Bij hoofdpijn, verkoudheid, griep en reumatiek helpt ASPIRIN snel en betrouwbaar. Het eerst zichtbare stukje souve- reiniteit is de Duitsers gisteren in de hand gegeven: de „Lufthansa" heeft haar diensten geopend. Het eerste vliegtuig startte voor een vlucht naar München in Hamburg, na passende woorden van de minister van verkeer, dr Seebohm, die in de wandeling we gens zijn ijver voor de nieuwe Duitse luchtvaart ook wel „Luftbohm" wordt genoemd. In de Duitse pers is de her leving der Lufthansa uitbundig ge vierd. De buitenlandse luchtvaart maatschappijen, die tot dusverre het alleenrecht op de Duitse vliegvelden hadden, zijn daarbij niet achter ge bleven. Zij hebben in grote adverten ties in de kranten hun collega het wel kom in het luchtruim toegeroepen. Precies tien jaren is de Lufthansa niet in de lucht geweest. Haar laatste „planmaessige" machine was op 21 April 1945 van het Berlijnse Tempelhof gestart naar Madrid, de enige plaats in Europa, waar zij nog welkom was. De nieuwe Lufthansa moet vanaf de grond worden opgebouwd en het begin is dan ook nog bescheiden. Met vier convairs en vier super-constellations wordt dit jaar in drie etappen begon nen. Gisteren is het binnenlandse net geopend, over twee weken volgt het Europese net en in Juni wordt de lijn HamburgNew York voor het eerst gevlogen. Maar de Lufthansa rekent op een snelle groei. Voor September 1956 zul len nog vier super-constellations ko men, die het mogelijk zullen maken ook op Zuid-Amerika (Buenos Aires) en op het Nabije Oosten (Teheran) te gaan vliegen. Bij de uitbouw van het Europese net heeft men zich voor de eerste jaren de nodige beperkingen opgelegd, teneinde zo snel mogelijk de intercontinentale diensten tot ontwikkeling te kunnen brengen, die een snelle verbetering der rendabiliteit mogelijk zullen maken. Reeds in 1958 hoopt men zonder sub sidies der overheid te kunnen vliegen. Het binnenlandse net der Lufthansa is tot West-Duitsland beperkt daar de Russen niet toestaan, dat de nieuwe onderneming op Berlijn zal gaan vlie gen. De zeer rendabele lijnen naar Berlijn blijven dus onder het monopo lie der Amerikaanse, Britse en Franse maatschappijen vallen. Toen ongeveer tien jaren geleden het Engelse bridgespelpeil bedenkelijk ge daald was, verenigde zich een groep En gelse spelers om daarin verbetering te brengen. Behalve dat zij de theoretische kanten van het spel zorgvuldig bestudeerden, vergaten zij de psychologische zijden be slist niet. Men stelde een aantal „algemene regels" op, waaraan een goed paar zich bij het bieden en spelen had te houden. Eén dezer regels luidde: „make life easy for your partner" (maak uw partner het leven ge makkelijk). Deze regel kan ook voor vele Nederlandse bridgespelers betekenis heb ben, als zij begrijpen wat daarmede be doeld wordt. Het „gemakkelijk" maken bij het bie den, bestaat b.v. daarin, dat men eenvou dige natuurlijke biedingen kiest en dat men zich niet in bochten wringt als men rechtop kan lopen. Een onderdeel van dit gemakkelijk maken is, dat men nooit iets aan de partner moet overlaten wat men zelf kan doen. Bijv. Zuid opent 1 Schoppen op: A A H 7 5 3 A V 3 <>4 V10 72 en krijgt van Noord een antwoord van 2 Harten. Het is nu vrijwel zeker dat 4 Harten een goed eindcontract is, dat be trekkelijk gemakkelijk gemaakt zal kun nen worden. Het is nu bepaald foutief, om het te zwakke bod van drie Harten te doen Zuid moet vier Harten zeggen. Indien Zuid slechts 3 Harten biedt, kan Noord veronderstellen dat Zuid b.v. een volgend spel heeft: 4» H V 7 5 3 O A V 3 <>54 V10 7 mm No. 2051. 2 April 1955. Redacteur: G. J- A. VAN DAM. Alle correspondentie aan dit adres. Bij vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel voor antwoord insluiten. EINDSPELGEHEIMEN (13) In 1915 construeerde wijlen grootmees ter C. Blankenaar een eindspel, dat zijn stijl bijzonder goed karakteriseert. Het is stand no. 3081. Een ander eindspel, dat hiermee zeer nauw in verband staat, zien we in stand no. 3082. No. 3081 No. 3082 Mr C. Blankenaar t Mr C. Blankenaar t Stand: Zw. 10, D. 5. Wit 46, D. 6, D. 50. Wit, aan zet, for ceert de winst. Stand: Zw. 10, D. 5. Wit 37, D. 27, D. 50 Wit, aan zet, for ceert de winst. Met no. 3081 zijn we in een andere ca tegorie van winst-systemen terecht geko men. Dit is het gevolg van het feit, dat de zwarte dam bij de aanvang reeds op gesloten staat. In dit geval op de lijn 465. Voor de oplossing hebben we hier dus niet meer de reeds eerder besproken „eerste fase" nodig, d.w.z. de inleiding, waardoor zwart's dam in zijn bewegin gen belemmerd wordt. Hier vervallen dus de inleidende zetten en gaan we direct over tot de „tweede fase" namelijk het manoeuvreren met de witte dammen om deze op de juiste velden te krijgen voor de winnende slot-fase. Maar al ontbreekt hier nu de eerste fase de ontleding is er niet minder moeilijk of interessant door. Men oordele zelf! Wit 1. 50—22. 10—14. Gedwongen, want op 10—15 volgt 22—31. Hierbij kan wor den opgemerkt, dat wit als eerste zet ook 6—22 kan spelen, met overigens het zelfde spelverloop. Blankenaar achtte de- ze verwisselbaarheid op de eerste zet geen constructie-fout, omdat in standen als deze de bord-eigenschappen dit on vermijdelijk doen zijn Een goed voorbeeld dat men de zogenaamde „scherpe regels' nooit als constructie-wetten kan beschou wen. Men moet altijd met uitzonderings gevallen rekening houden en slechts een competente „constructie-vakman" kan be oordelen wanneer en of zulks zich voor doet. Daarom spreken we liever van „constructie-wensen". Wit 2. 22—4, 14—19. Om dezelfde re den als bij de eerste zet voor zw. ge dwongen. 3. 6—17, 19—23. Thans was 514 belet door de bekende combinatie: 4—13. 4. 17—26, 23—28. Het merkwaardig kenmerk van dit eindspel begint zich dui delijk af te tekenen. De zwarte schijf wordt schijnbaar heel simpel, maar in werkelijkheid door buitengewoon mooi dwangspel gedwongen de ,.,lange-lijn" af te wandelen. De geringste zijstap zou direct dodelijk zijn en.zijn dam moet machteloos tofizien. Wit 5. 26—48, 28—32. Wit gaf de eerste combinatie-mogelijkheid op, doch heeft nu een andere in petto, want als zwart hier bijv. 5—19 zou hebben ge speeld vervolgt wit met 422, 28—37 met oppositiewinst. Wit besluit na 2832 met de krachtzet 6. 415En zwart staat „mat". Hij kan geen voet meer verzetten. De „dodenmars" van de zwar te schijf is ten einde. Een ander sprekend kenmerk in deze constructie is, dat wit niet één aanvallende zet doet.maar zui ver „op tempo" speelt, zwart a.h.w. rus tig laat komen maar intussen toch het schavot Voor zwart opbouwt. In no. 3082 gaat het als volgt: Wit 1. 37—32, 10—14 gedw. (Op 10—15 volgt 50—28 enz.). 2. 27—4, 14—19 en opnieuw begint zwart's opmars langs de „lange-lijn". Wit 3. 50—17, 19—23. Opnieuw komt hier een verwisselbare zet voor in het spel van wit. Wit kon namelijk ook spelen. 3. 50—39, op 5—14 zou dan volgen 39—25 enz Ook hier is deze verwisselbaarheid een gevolg van de bordeigenschappen. Iets wat bij het spel met „dammen" niet te vermijden is. Wit 4. 17—28, 5—19 gedw. 5. 4—18 enz. wint. Schijnbaar zou wit uit de begin- stand ook hebben kunnen spelen: 1. 50—22 10—14. 2. 22—4, dus zoals bij de afwikke ling van stand no. 3081. Zwart nu weer gedw. 14—19. 3. 27—43, 19—23. 4. 43—21 23—28. 5. 21—32 maar nu speelt zwart in plaats van 523, direct 2833 en wit kan niet meer winnen. Bijv. 410, 5x14. 32x10, 33—39 met remise, want de hele slotstand is nu juist één vak te veel op geschoven. Een goed voorbeeld om te laten zien hoe precies het tempospel ook in het eindspel berekend moet worden. VOOR ONZE LADDERWEDSTRIJD Vier „Alix-constructics" No. 3083 Joh. v. d. Boogaard Rotterdam (Eerste publicatie) No. 3084 Max Douwes Hilversum (Eerste publicatie) O Q O m "m m Q ÜJÜ B Stand: Zwart 1. 3—11, 16, 23—26, 29, 33, 36. Wit 17, 22, 27, 35, 37, 40—42, 45. 46, 48—50, Wit sp. cn wint. Stand: Zwart 1, 6. 8, 9, 11, 13—17, 21, 25, 31, 36. Wit 19. 20, 22, 23, 26, 28, 32. 37—39, 41, 42, 47, 49 Wit speelt en wint No. 3085 „Trio" (Eerste publicatie) No. 3086 H. M. Roos, (Eerste publicatie) Stand: Zwart 8, 9. 12—14, 19, 21, 26, 27, 29, 31. Wit 11, 16, 17, 20, 32, 36, 38, 41, 43, 45, 50. Wit speelt en wint. Stand: Zwart 8, 9, 12—14, 18, 23, 26, 28, 29, 39, 45. Wit 11, 10, 17, 21, 30, 32, 34, 37, 40, 42, 43, 46. Wit speelt en wint. Zo langzamerhand worden bewerkingen op het Alix-eindspel een beetje saai, voor al indien tijdens de eigenlijke proble matische afwikkeling om tot deze slot stand te komen geen sensationele zetten of slagen voorkomen. Iedereen weet nu zo zachtjes aan wel hoe deze construc ties in eikaar zitten, terwijl de erva ren oplosser de bedoeling, namelijk 't be reiken van deze slotstelling al spoedig doorziet. Dit is vooral het geval indien de velden 1,6 en of 25 bij de beginstand reeds bezet zijn. Bij de bespreking van een Alix- bewerking, geplaatst onder no. 2809 In de ze rubriek, heb ik reeds eens er op gewe zen, dat het aanbeveling verdient te trach ten zoveel mogelijk alle motiefschijven tij dens de afwikkeling op hun plaats te bren gen. De heren: D. Kleen, te Heemstede, (een bekende problemist van de oude gar de), J. H. H. Scheijen, (de probleemre dacteur van „De Problemist, het offici eel orgaan van de Kring voor Dampro- blematiek) te Kerkrade en G. v.d. Lin de (een componist, die sedert kort naar voren komt) te Zutphen hebben, ten huize van de heer Scheijen, gemeenschappelijk no. 3085 samengesteld. In dit vraagstuk komen alle motiefstukken tijdens de af wikkeling op hun plaats. De heer Roos heeft hetzelfde gepresteerd met no. 3086. De oplossingen van deze vier com posities worden gaarne tot» 13 April te gemoet gezien aan het boven deze rubriek vermelde adres. Ziet u het verschil?! Het eerste spel is bepaald veel sterker dan het tweede. Met het eerste spel is 4 Harten practisch zeker en daarom moet Zuid dat zelf door zijn bod onderstrepen. Met spel 2 is 4 Harten geenszins zeker en met dat spel moet Zuid daarom volstaan met 3 Harten. Een bijzonder veel gemaakte fout tegen het voornaamste principe is de volgende: Zuid opemt 1 Harten op: AB39A97S30H93 H6 en krijgt van Noord een antwoord van drie Ruiten, een krachttonend bod en een duidelijke mancheforcing. Onder een of ander motief, b.v. „mijn hartens waren zo slecht" of „ik had maar heer-derde in Ruiten mee" plegen vele spelers nu het akelige bod van 3 SA. Er is maar één goede actie: 4 Ruiten waarmee Zuid zijn plicht doet, Ruitensteun aangeven en waarop hij kan afwachten wat Noord verder zal doen. Het bod van 3 SA maakt de partner het leven helemaal niet gemakkelijk en een bod van 4 ruiten doet zulks ongetwij feld wel. Want Noord, die met 3 ruiten heeft aangegeven een duidelijk doel voor ogen te hebben, zal met dit Zuidspe] al heel gemakkelijk tenminste 5 Ruiten moa- ten kunnen maken. Het Sanstatout-complex uit zich ook dik wijls in de biedingen zoals die gedemon streerd worden in de onderstaande figuur: A B 8 7 5 9 V 3 <>732 *A10 9 Zuid heeft dit spel en zegt in antwoord op zijn partner's 1-Hartenbod het goede bod van 1 Schoppen. Noord zegt nu 2 Har» ten, waarop vele spelers met zo'n spel 2 SA zeggen een bod van 3 Harten is beter Bepaald dwaas is het echter, als na 2 SA van Zuid de NoordspeleT 3 Hal ten herhaalt en Zuid nu toch nog met 3 SA komt. Ook bij het tegenspelen moet men er aan denken het de partner zo gemakke lijk mogelijk te maken. Niets is gevaar lijker dan het veelvuldig plegen van „fan tasie-uitkomsten" en niets is onaange namer dan het spelen met een partner, die als regel weigert om uit te komen in de door ons geboden kleur. Een tegen partij mag dan ettelijke keren Sans-atout bieden, men moet met Schoppen uitkomen van B-x, of x-x. of x-x—x. of langer, als uw partner Schoppen geboden heeft Doet u dat niet. dan stelt u meer vertrou wen in de tegenpartij dan in uw eigen partner een zéér slechte bridgepolitlek. Heeft men bij het tegenspelen een „waardeloos" spel, dan dient men te be denken dat de partner wellicht belang rijke kaarten heeft en men moet hem dan helpen bij de verdediging. MIMIR. Schaakredacteur: P. A. KOETSHEID, Huize Sint Bernardus, Sassenheim. Zaterdag 2 April DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK No. 7254 P. MOUTECIDES Drama, Macedonië, Griekenland Eerste plaatsing. Mat in twee zetten ZW//, PROBLEEMOPLOSSINGEN 7247. Paul Moutecides. Opl. 1. Dd5b3 dreiging 2. Pd3—c5tt. 7248. A. Casa. Opl. 1. Re8—d7 dreiging 2. Pf8g6 enz. 1Tf4:, Rf4:, Pf4:t gf4:. 2. Pe6, Kb7, Ph7, Rf5 enz. GOEDE OPLOSSINGEN Beide problemen werden goed opgelost door: ir A. Bergstein, Geleen; J. Dlckhaut, Nijmegen; pastoor P. v. d. Heijden, Budel- schoot; E. Hoyng, Veghel; F. Pijls, Maas- bracht; Paul Raschdorf, Hannover; G G. Smit, Schiedam; H. G. E. Teunissen, Ze venaar; C. v. d. Weide, Rotterdam; P. M. Dekker, Rptterdam. No. 7247 werd goed opgelost door C. A. van Arnhem, Rotterdam; mr dr R. Brom berg, Roermond; W. H. Haring, Schiplui den; kap. J. Leijten, Oisterwijk, en no. 7248 door H. Th. v. Goor, Voorburg. No. 7255 L. I. SAGURUJKO, Eerste prijs C.S.R. Sportausschusz 1953 Mat in twee zetten Daar beide opgaven tweezetten zijn, mogen we aannemen, dat zij vallen onder hef bereik van iedere probleemliefhebber. Voor de partijspeler hebben we deze keer ook wat. Oplossingen over drie weken. PARTIJ No. 1259 Dame Indisch Gespeeld te Hamburg 1954 Wit: Von Ahlefeldt. Zwart: Lübbers. Uit: Schachecho. 1. d2d4 Pg8—f6 2. c2—c4 b7b6 Dame Indisch geldt als volwaardige ver dediging slechts dan als wit op de 2e zet Pf3 (dus niet c4) heeft gespeeld. 3. Pblc3 Lc8b7 4. f2f3 .--- Een goede zet die de witte doorstoot in het centrum op e4 zeker stelt. Gebruike lijker is echter 4 Dc2. 4 5. e2e4 6. c4Xd5 7. e4e5 8. f3—f4 9. Pgl—f3 10. Lfl—d3 11. Lel—e3 Daar 11Pc6 wegens 12Pd5. niet aan te raden is, moet zwart deze weg wel kiezen. 12. 0—0 Pa6—c7 Dat had geen haast. Aanbevelenswaard was met 12f5 een verlichting van de koningsvleugel in te zetten, want nu komt een kwade aanval. 13. f4—f5 c5xd4 Zeker zou 13f6 niet naar Ieders smaak zijn geweest, maar toch had zwart na 14. e6, Pb8. 15. Pe2, c4 (b5) nog moge lijkheden gehad. 14. f5—f6! d4*e3 Ook na 14gf6. 15. Pd4: slaagt de aanval door b.v. 15Pe5:. 16. Lh7:t Kh7: 17. Dh5f, Kg8. 18. Tf4! e7e6 d7—d5 e6Xd5 P16—d7 Lf8e7 0—0 c7c5 Pb8—a6 15. Ld3Xh7t! 16. Pf3—g5f 17. Ddl—d3f 18. Dd3—f5t 19. Tfl—13 Kg8Xh7 Kh7g6 Kg6Xg5 Kg5g6 Zwart geeft op.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 6