Handschoenen
rAED'NOS
DE DAPPERE DASCIE
in lichte tinten
ZATERDAG 23 APRIL 1955
PAGINA i
GOUDEN PROFESSIE-
FEEST
De zaak Jungsclilaeger
BRAZILIË WIL KOFFIE-
VOORRADEN IN HET
BUITENLAND AANLEGGEN
Gevaar van de colporteur
Huishoudpraat
door
BETTY KORTEKAAS
DEN HAAN
Alleen bij noodzaak
d8 superieure tand»
Romantisch Ridder-verhaal uit de tijd van de Kruistochten
(Advertentie)
Vandaag viert de eerw. broeder Leonar-
dus, die in Tilburg als Henricus Paulus
Teurlings geboren werd in 1884, zijn
gouden professiefeest. Heeds op 18-
jarige leeftijd trad hij in de Congregatie
van de broeders van de Onbevlekte Ont
vangenis der Allerheiligste Maagd en
Moeder Gods, de Broeders van Huyber-
gen. In 1905 werd hij geprofest.
Vooral tijdens de eerste wereldoorlog
heeft broeder Leonardus zich als een wel
doener voor de Belgische vluchtelingen
doen kennen evenals trouwens in de laatste
oorlog, toen hij de verzorging kreeg van
de evacué's uit Oirschot. Hij was toen in
het klooster te Haaren, Broeder Leonar
dus is thans koster en portier van de her
bouwde dorpskerk in Huybergen.
sociale groepen. De groepstherapie vindt
twee- of driemaal per week plaats, waar
naast iedereen zijn individuele therapie
uren krijgt.
De gehele onontbeerlijke samenhang der
■behandeling van psychisch gestoorde de
linquenten bestaat uit: observatie, selec
tie. behandeling in gedifferentieerde in
richtingen, nazorg en research. Nadat vijf
jaar geleden met observeren begonnen is,
toen de kliniek aan de Gansstraat geopend
werd, zijn inmiddels 8 verschillende nieu
we inrichtingen tot stand gekomen.
De uitbreiding en vernieuwing van het
Willem Arntsz-huis, <jat 00k dienstbaar
wordt gemaakt aan de opleiding van de
psychiater, omvat verder de bouw van een
onderwijsafdeling ten behoeve van prof.
Rümpke en prpf. Van Lennep, alsmede een
centraal laboratorium. Men hoopt het ge
hele complex in 1961 voltooid te hebben
bij het vijfde eeuwfeest van de Willem
Arntsz Stichting.
NEEM PER MAN
DRIEKWART KAN
fubUrall. N.d.riarnfr {ytytlfryr.yy grgTTOhaag-
De brief van de Indonesische minister
van Justitie aan mr Bouman, waarin hij
deze mededeelt hem niet de gevraagde
waarborgen te kunnen geven, werd Vrij
dagochtend in Djakarta voorgelezen door
rechter Maengkom aan het begin van de
tiende zitting van het proces tegen de heer
Jungschl&ger Bij deze behandeling waren
wederom geen verdedigers aanwezig.
Van mr Nany Razak was een brief ge
komen, die de rechter voorlas en waarin
deze verdedigster mededeelt, dat zij we
gens de Islamietische vastenmaand uitstel
van behandeling verzoekt, een verzoek,
dat verdachte zelf ook deed. De rechter
deelde mede, dat hij hierover overleg had
gepleegd met de officier van justitie,
waarbij bleek, dat deze bezwaar had tegen
uitstel. Voorlopig zal echter slechts een
keer per week, op Donderdag, zitting wor
den gehouden.
Van mr Bouman was een brief binnen
gekomen, waarin hij mededeelt, dat hij
het na de beslissing van de minister nodig
acht met de betrokken autoriteiten en zijn
cliënt overleg te plegen. Aangezien dit
overleg niet beëindigd is, verzocht hij uit
stel van de zaak.
Rechter Maengkom verklaarde echter,
dat de zitting voortgang kan vinden, aan
gezien bij afwezigheid van de verdedigers
deze toch alle gelegenheid zullen krijgen
de afgelegde verklaringen te bestuderen.
Daarop werd gehoord getuige Daniël*
Fredoloen Manoppo, geboren te Pare
Pare (Celebes). 38 jaar, thans handelaar
te Djakarta. Het verhoor geschiedde
echter met gesloten deuren, aangezien
zoals de rechter verklaarde getuige drie
bedreigingen van een onbekende heeft
ontvangen, voor het geval hij een nadelige
verklaring jegens verdachte zou afleggen.
Het Braziliaanse ministerie van finan
cien heeft een plan bekendgemaakt voor
het inrichten va nkoffie-entrepots in het
buitenland. Het plan wordt gesteund door
de koffieplanters, maar de exporteurs
van Santos hebben er bezwaar tegen,
daar zij vrezen, dat het aanhouden van
verkoopvoorraden in het buitenland de
prijzen zal drukken en een verlammende
invloed zal hebben op de exporthandel.
Oostenrijkse onderscheidingen. De
Oostenrijkse president, Theodor Koerner,
heeft de Nederlandse gezant in Wenen,
mr E. Star Busfnann, de grote gouden
medaille met de sjerp verleend. De eerste
handelssecretaris, drs A. J. M. van der
Maade en de eerste gezantschapssecretaris,
G. W. baron Bentinck, ontvingen de grote
eremedaille eerste klasse.
Voor de oorlog was afbetaling in
ons land een van de dingen waarover
men in bepaalde kringen niet sprak. Al
had men daar dan wel de hypotheek op
het ..eigen" huis, die in zekere zin toch
ook een vorm van afbetaling is. De sinds,
dien gegroeide sociale voorzieningen heb
ben voorvel en echter een deel van het
risico weggenomen dat de overeengekomen
afbetalingsverpichtingen niet kunnen Wor
den voldaan. De kinderbijslag opent bo
vendien de mogelijkheid om daarmee een
hoog aanloopbedrag contant neer te tellen
waarna de verdere maandelijkse termijnen
dan binnen het normale gezinsbudget
kunnen worden gehouden
Wjj kunnen het daarmee eens zjjn of
niet, maar toch moeten wjj rekening hou
den met een bepaalde stroming die niet
te keren is. Banken leveren hiervoor grote
credieten en er is een wettelijke regeling
volgens welke een hoge rente op
de af te betalen koopsom is toe
gestaan. Wat de wet echter als maximum
beschouwt, is voor heel wat bedrijven
tevens het minimum, en daar nu ligt een
van de voetangels van dit systeem. Na
tuurlijk kan men voordeliger sparen.
Daarmee betaalt men geen rente en in-
formatiekosten naar zijn credietwaardig-
heid, maar het levert bovendien nog een
kleine beloning op. We weten evenwel
ook hoe moeilijk het soms kan zijn om
deze spaarpot in tact te houden wanneer
zich in een gezin onverwachte gebeurte
nissen voordoen. De voornaamste vraag
blijft dan: wat kopen we op afbetaling?
En is dat gemotiveerd?
Ook de regering heeft ingezien, dat hier
een uitspraak nodig was en in 1950 werd
er door de toenmalige staatssecretaris van
Economische Zaken, mr v. d. Grinten, dan
ook een commissie ingesteld, die de ver
schillende afbetalingsvormen op de keper
moest bekijken, maar toen ik de samen
stelling van die commissie zag, bezorgde
mij dat toch wel een lichte schrik. De
vijftien mannen die hier onder voor
zitterschap van mr W. Lichtenauer (alge
meen secretaris van de Kamer van Koop
handel voor Zuid-Holland) bijeen waren,
kwamen voornamelijk uit de rechtstreeks
betrokken kringen van handel, bankwezen
industrie. Er waren slechts twee vrouwen
bij: mej. C. Stringa van .de Katholieke
Arbeiders Vrouwen en een voormalig
adviseur van een groot warenhuis.
Men zal zich dus kunnen voorstellen,
•waardoor het rapport, dat na vier jaar
zwoegen uit de bus kwam, teleurstellend
•was voor het gevoel van de consument.
Dit gevoel van onbehagen kwam ook
tot uiting in een aan het rapport-
Lichtenauer toegevoegde minderheidsnota,
waarin gesproken wordt van de colpor-
tage-poliep die men het liefst radicaal
zou willen uitsnijden. Die stelling is niet
zo maar uit de lucht gegrepen, want
inderdaad zijn het de colporteurs, die in
heel wat gevallen de koper verleiden tot
ruimer kopen dan in feite verantwoord is.
Het gaat om de provisie, maar wat daar
van de gevolgen kunnen zijn wordt ons
pas goed duidelijk wanneer wij in het
minderheidsrapport gevallen vinden als
dat van die chauffeur die bij een week-
inkomen van 83,22 wekelijks 52 moet
aflossen voor 33 verschillende artikelen
die hij op afbetaling heeft gekocht. Of
van desteuntrekker, die van de 30,65
weekinkomen 11.50 naar het afbetalings
magazijn brengt.
Wanneer wij hierbij bedenken, dat vol
gens een uitspraak van prof. dr J. F. ten
Doesschate op een congres van het Ge
nootschap voor Reclame de koopmotieven
voor 72 procent zijn gebaseerd op emotio-
De Faubourg Saint-
Honoré telt behalve tal
van fijne luxe winkels
nog veel patriciërswonin
gen, die meestal van de
straat af niet zichtbaar
zijn omdat een voorhuis
en een binnenplaats ze
daarvan scheidt. Maar in
het laatste gedeelte van
de Faubourg is dit niet
altijd het geval, daar zijn
nog gesloten huizen te
vinden. In een daarvan
heeft de handschoenen
fabrikant Roger Faré zijn
zaak gevestigd.
Een monumentale trap
voert naar de eerste ver
dieping Boven de trap
hangt een vrouwenpor
tret en van dit schilderij
vallen de handschoenen
het allereerste op, be
paald agressief trekken ze
de aandacht.
Handschoenen moeten
beslist een obsessie zijn
voor de eigenaar, want
ook zijn particuliere bu
reau staat er vol mee.
Gehandschoende han
den van marmer, van
koper, van zilver en
brons of van glas zijn op
tafels en étagères neer
gezet met hier en daar
een paar hypermoderne
Ieren handschoenen er
tussen. En of dit nog niet
genoeg is staren tal van
vrouwenportretten ons
van de wand aan en op
allen is bijzondere aan
dacht aan de handschoe
nen gewijd. Het lijkt wel
of ze daar uitsluitend
voor geschilderd werden.
Roger Faré kan zich een
voudigweg geen vrouw
zonder handschoenen
voorstelleni. Een vrouw
zonder hoed desnoods
nog wel maar een vrouw
zonder handschoenen is
volgens hem een ontoon
baar wezen!
Al heeft Colette hem
„de dichter die de han
den bezingt" genoemd,
hij kon beter de „dichter
van handschoenen" ge
noemd worden, al klinkt
dit niet erg poëtisqh!
Roger Faré heeft on
danks die dichterlijke in
slag, nuchter en practisch
begrepen dat het voor
hem en zijn collega's een
uitstekend ding zou zijn
de handen erg breed
maakten; en werd haast
uitsluitend suède en daim
gedragen.
Suède is een dracht
voor laat in de middag of
voor 's avonds, meent hij.
En hij is het er mee eens
dat de handschoenen dan
zo lang moeten zijn dat
ze gedrapeerd om de arm
vallen. Maar voor elk
ander ogenblik van de
dag schrijft hij licht ge
kleurde en zeer korte
handschoenen voor. Ze
moeten bovendien erg
glimmen en door hun
kleur beslist fris staan.
Hij noemt ze dan ook „les
gants frais".
De modellen zijn een
voudig en sober, de na
druk wordt gelegd op
snit en leer.
De kleuren? Touw en
hennepvezel, rose, vlas-
blauw, zacht groen en
zelfs agressief geel. Alle
maal kleuren die inder
daad fris staan als ze
schoon zijn!
DINY K-W.
als de zwarte handschoe
nen eindelijk de mode
uitgingen. En zijn Collec
tie is dan ook grotendeels
op de lichtgekleurde
handschoen ingesteld.
„Op zwarte handschoe
nen zie je geen vuil",
denken de Parijse vrou
wen die wel weten dat
lichte handschoenen in
Parijs wel de meest on-
practische dracht is die
zich denken laat.
Maar geen fabrikant,
onverschillig welk artikel
het betreft, heeft zich
over het min of meer
practisch zijn ooit iets
aangetrokken tot de
klanten het hem in her
innering brachten.
Faré komt dan ook met
een collectie lichte hand
schoenen en of dit nog
niet voldoende is, hij
neemt er glimmend glacé
voor. „Chevreau glacé
geeft de handen iets zij
achtigs en idealiseert ze",
zegt hij. De laatste jaren
vond men juist dat die
glimmende handschoenen
nele overwegingen (dus niet bepaald wor
den door rechtstreekse noodzaak en een
verantwoord koopmotief), spreken deze
cijfers een nog schrijnender taal.
Ik had deze week gelegenheid, deze ge
dachten te toetsen aan de opvatting van
een grote groep vrouwen in een der af
delingen van het Katholiek Vrouwengilde,
waar ik enkele vragen over afbetaling in
discussie bracht. De antwoorden waren
gevarieerd, maar ik noteer er uit: alleen
bij dringende noodzaak betere voor
lichting over het „systeem" van afbetaling
luxe artikelen niet op afbetaling kopen
luxe is: alles wat men koopt „ten koste
van de gezondheid" alleen duurzame
artikelen: geen vacantie op afbetaling
kopen bij de bona fide handel, niet bij
colporteurs eerst vergelijken voor men
koopt.
De conclusie uit deze verscheidenheid
kan kort zijn: alleen in uiterste noodzaak
op afbetaling kopen en de aan dit systeem
verbonden sociale nadelen opvangen door
goede voorlichting over dit systeem. En
tenslotte: een goede wettelijke regeling,
wanneer deze zaak binnenkort in de
Kamer in behandeling komt.
gag-f
Uitsluitend-verkrijgbaar bg apotheker», drogisten, kappers en dn speclsatbrsnchn.
waaien zwarte tressen met linten.. Vlak voor haar ver
bergt de slottoren het massale kasteel.
Gevangenis en oorlog! Twee angstige woorden, die voort
durend om deze muren huiveren; zij beroeren Dascie,
maar het meisje wijst ze verstoord terug als een woeste
echo tegen de stenen. Allen houden van het kasteel.
Zij, zij haat het. Zij wil het niet bekennen en in stilte
geniet ze de bittere vrucht van haar toorn. „Ik wil
daarheen niet alleen terug gaan."
Dascie wendt zich van de weg af, waarlangs de stoet
daarstraks in andere richting voorbijgetrokken was en
die haar nu zou leiden naar de drempel van de hoofd
poort. Zij loopt links van de ringmuur der ophaalbrug.
Daar loopt de muur door tot de rand van de rots, die
het voetpad in de puinhopen terugdringt. Tussen de
scherpe maar brokkelige punten sluipt Dascie heen met
het gemak der gewoonte. Hier zal zij tenminste niemand
ontmoeten. Misschien kan ze zelfs in het open dal daar
beneden een laatste maal de mannen zien, die met Ros-
taing voorttrekken naar de heer van Gicon. Doch neen,
zij kijkt niet meer. Waarom zou zij het ook doen?
Haar verlatenheid kalmeert haar trouwens reeds; zij
gaat langzamer uit vrees, dat zij te snel om het kas
teel heen zou lopen en te vroeg voor de open poort zal
staan. Dascie daalt wat lager af om het metselwerk
te ontgaan van de hoektoren, die ruw naar voren
springt en in de rots boort.
- Je schreit!
Een hand viel ruw op haar schouder. Dascie slaat
de ogen op en herkent de slotvoogd.
- Ik heb mij dus niet vergist, zei hij, je hield van Ros-
taing?
In haar verbazing ontwoordde Dascie: Ik had het
toch niemand gezegd.
De slotvoogd maakte zich vrolijk, maar ging min
achtend voort:
- De jonge Sabran is vertrokken, nu ja; maar de kooi
is niet leeg. Alphonse Jourdain blijft nog. Vergeet hem
die weggaat, denk aan degene die blijft.
Dascie antwoordt niet. Maar in haar opgeslagen ogen
trilt de woede. Bij de naam van Alphonse Jourdain blonk
diep in haar heldere blik een glimp van haat.. Toen
glimlachte de slotvoogd voldaan, want één blik was hem
voldoende om een valk te beoordelen. Hij drukte zijn
zware hand ruwer op de tere schouder en zei op be
velende toon; Ga naar binnen, Dascie.
In een bocht van de toren verborgen, drukt de slot
voogd een onderaardse gangdeur open, welke voor hem
de gebruikelijke ingang was. Dascie doet enkele passen
in de gang, die dwars door de dikke muur loopt. Met
een gebaar van verrassing verschijnen in de plotselinge
duisternis twee mannen bij een opeenhoping van wapens
en tuig. De slotvoogd stelt hen met enkele woorden ge
rust; hij wijst op 't meisje: - Ze behoort tot de onzen.
En zonder verder omhaal, zonder zich nog om haar te