II EXPORT FINANCIERING MIJ vergroot bedrijfsmiddelen Zuid-Vietnam in een chaos Frans Trio: Février, Le Roy, Lévy CULÏUUR-TEGENSTELLINGEN PLAATSEN DE MISSIONARIS VOOR ONTZAGLIJKE TAAK Een voorjaarsdans brengt nog geen lente Met Finnair naar Finland Problemen der moderne missie-actie De Kerkals Christus5 beeldmoet verrijkt worden met niet-W ester se invloeden Architectonische verrassingen m sr DINSDAG 3 MEI 1955 PAGINA 6 Ruimte Katholiek Nederland in Helsinki VERSIERING AMSTERDAM SMAAKBEDERVEND? In Zeeland CONTACT-COMMISSIE VOOR HET DELTAPLAN Uitgifte van f 20 millioen 3 pet. 7-jarige obligaties tegen 99 pet. Onduidelijkheid over houding van het leger A Vietnamese chaos NIEUWE AARDGAS- VONDSTEN Te Andel en Rossum HOGE COMMISSARIS IN DJAKARTA Nieuwe plaatsvervanger benoemd GENERAAL FOITLKES NAAR SOESTDIJK Andere stijl van mens-zijn Taak van de missionaris NIEUWE INSPECTEUR VOLKSGEZONDHEID STEWARDESS IN BADKAMER gestikt MARKTBERICHTEN HELSINKI IS ROYAAL MEI RUIMTE Op 1 Mei dansen de studenten van Helsinki de voorjaarsdans om het beeld „Havis Amanda". Deze zee- nymph, een der meest joyeuze park- beelden, die de over het algemeen nogal zwaarmoedige Finse beeld houwkunst heeft voortgebracht, krijgt op de eerste Meidag, naar oude gewoonte, de witte studenten pet op het bevallig zijwaarts gewende hoofd. De vreugdedans die de studenten dan rond haar uitvoeren, heeft de bedoeling het begin aan te kondigen van het voorjaar. Of de lente zich ook inderdaad aan deze datum houdt, is evenwel een andere vraag. In deze late Aprildagen althans valt er nog wel eens een vlokje sneeuw en de wind kan, vooral vroeg en laat op de dag, gemeen snijden. De winterse berenmutsen zijn dan ook nog niet uit het stadsbeeld verdwenen. Op de dagelijkse groentemarkt, aan het gro te plein dat het stadhuis scheidt van de haven, staan de sinaasappel- vrouwtjes van top tot teen gekleed in zwart bont, dat vreemd contras teert met de kleurige zuidvruchten. Dat geeft een aparte sfeer aan deze havenmarkt, waar je over het half bevroren water enkele der besneeuw de eilandjes ziet liggen die rond de Finse kust krioelen. Het loont de moeite er in een open kraampje even Fin met de Finnen te worden en temidden van ski-petten, astra- kan-hoofddeksels en zwarte omslag doeken een kopje koffie te drinken. Er zijn in Helsinki niet zo heel veel plekjes met zoveel atmosfeer. Wel heeft de stad een uitgesproken karak ter. Het wordt bepaald door vele din gen. Allereerst wel door de over vloed van ruimte waarmee Helsinki is gebouwd. Men heeft hier blijkbaar niet de minste behoefte om spaar zaam te zijn met grond. De huizen blokken liggen met kleine plukjes verspreid tussen granietrotsen en sparrenbosjes, en alleen het centrum is volgebouwd op de wijze van onze steden. Maar ook de centrale stads architectuur is van brede allure. Het marktplein bijvoorbeeld heeft ruim te en vooralook het plein voor de witte kathedraal die, op een rots ge bouwd, boven heel Helsinki uitsteekt met zijn vijf koepels en zijn zuilen front. En vergeet niet de parade-al lee, de Mannerheimintie, waar uit gaand Helsinki elkaar des avonds ontmoet. Ook daar vindt men de ruimte. Dat het stadshart van Helsinki een bijzonder vriendelijke, uitnodigende indruk maakt, zal niemand durven volhouden. De kleuren van de meest Sedert twee maanden is Finland van katholiek missiegebied diocees geworden. Mgr Cobben jarenlang de Nederlandse apostolisch vicaris over de ruim 2000 katholieken die Finland onder zijn meer dan 5 mil- lioen inwoners telt, leidt sinds Februari 1955 de Finse katholie ken als bisschop. Deze verandering is niet het ge volg van een geweldige groei van het katholicisme, hoewel van een vrij gunstige ontwikkeling gespro ken mag worden. Zo werd in De cember 1954 de nieuwe kerk aan de Stockholmgatan geopend. Bij ons bezoek aan Helsinki hebben wij aan de pastorie van het strak- lijnige gebouwtje aangebeld. De priester die de deur opende stelde zich tot onze verbijstering voor alsPaus. Hef is pastoor J. Paus, die in dit Godshuis in het Noord oosten van de stad de scepter zwaait. Zijn kerk is door Lou Manche met een zestiental glazen de werken van barmhartigheid voorstellend versierd. Kruisweg staties in opalineglas door dezelfde kunstenaar zullen nog volgen. Helemaal aan het andere einde van de stad zetelt de tweede Ne derlandse zieleherder van de Finse hoofdstad, pastoor J. Vernooy, een onvervalste Limburger ondanks 30 jaar verblijf in het hoge Noorden waarvan 16 jaar in het oude gothi- sche kerkje in Zuid Helsmski. Evenals pastoor Paus en beider ka pelaans en evenals hun collega in Turku behoort pastoor Vernooy tot de orde van de priesters van het H. Hart, die sinds 1907 in de Noorde lijke contreien missiewerk doen. Veel steun ondervindt pastoor Ver nooy van een drietal Franse Domi nicanen, die vanuit zdjn parochie verdienstelijk werk verrichten on der Finse intellectuelen. De ka tholieke kolonie omvat behalve mgr Cobben (die thans in Amerika vertoeft) nog een Finse prelaat mgr Carling, en een paar Neder landse broeders. uit de classicistische periode dateren de gebouwen zijn somber. Grauw, vuil-oker en een bijzonder onfris geel vormen het palet van de vroegere bouwmeesters. Bovendien heeft de lange winter de Finse architecten van oudsher geleerd dat muren de kou nu eenmaal beter weren dan ramen; de vensters zijn dan ook klein en dikwijls met een droge regelmaat in de gevels geplaatst. Het over wicht van de muur op het glas geeft de gebouwen iets geslotens en iets hards. Typerend voor die hardheid is het parlementsgebouw, een een zaam brok graniet op een rots langs de Mannerheimstraat. De karakteris tiek van geslotenheid en hardheid blijft ook herkenbaar in de moderne flats, kindertehuizen, graansilos en kerken die voor de bezoeker van Hel sinki overigens verbluffende dingen onthullen. Want tussen de sparren en de granietblokken ziet men hier en daar ware parels van architec tonische vormgeving. Van alle kun sten die men hier op een door West Europa vaak onderschat niveau be oefent, behoort de Finse architectuur tot de meest opmerkelijke.W at wij in Helsinki en elders aan gedurfde mas sa's, verrassende betonvormen en on gewone rhythmen zagen, wettigt de ze mening volkomen. Natuurlijk is niet alles wat ge bouwd wordt van een gehalte om er een juichende beschouwing over in de Helsingin Sanomat te schrijven, maar zelfs als de uiterlijke vorm een misgreep lijkt - zoals in het nieuwe concertgebouw in Turku - dan nog 14.000 mark 160) voor een klein flatje zijn normaal en zelfs aan de lage kant. De behoefte aan de beslotenheid van een comfortabel eigen huis schijnt de Finnen boven alles belang rijk. De staat komt hieraan tegemoet door het stimuleren van woningbouw- ook Helsinki kent ernstige huisves tingsproblemen - maar evenzeer door het oprichten van grandioze clubhui zen en instituten voor de vele jeugd organisaties waarvan het in Finland eenvoudig wemelt. Tot de interes santste objecten van de hedendaagse architectuur behoort dan ook het z.g. Kinderkasteel, een wonderlijke schep ping, waarin de harmonie tussen da verticale flat en het horizontale ring- gebouw sterk de aandacht trekt. Behalve voor de jeugd zorgt de staat ook voor de bejaarden. Nabij het Olympisch dorp verrijst een be jaardencentrum tussen de sparren zoals er wellicht in de hele wereld geen tweede is. Twaalf flatgebouw tjes in rode steen, gegroepeerd rond het hoofdgebouw dat er een eigen ziekenhuisje, operatiekamer en schouwburgzaal op na houdt. Door tunnels, tezamen 750 m lang, zijn de dertien delen van het complex onder ling verbonden. De oudjes verwonen in deze zwaar gesubsidieerde inrich ting een deel van hun pensioen, ter wijl zij met ambachtskunst een zak centje kunnen verdienen. Met zulke merkwaardige progressieve projec ten als dit „Dreeshuis" verrast Fin land de zelfingenomen Westerling keer op keer. Tot zover deze wat lukrake indruk ken van 'n kort bezoek aan de Finse hoofdstad. Impressies, en zeker geen afgerond beeld, maar die ene karak ter trek, de in zichzelf gek_erde ge slotenheid, treedt zelfs bij een vluch tig contact sterk naar voren. In de bouwvormen en ook in de mensen die weliswaar verre van onvriende lijk zijn maar wier wat onbewogen dienstvaardigheid het volstrekte te gendeel is van het gebarenbrio en de bijna uitgelaten hartelijkheid van Zuidelijker volken. Het dagelijks bestuur van de Ned. Fe deratie van beroepsverenigingen van kunstenaars heeft zich tot B. en W. van Amsterdam gewend in verband met de aangekondigde versiering en verlichting van Amsterdam tijdens de zomermaan den. Volgens de federatie deden de illumi natie en de aangebrachte versieringen verleden jaar afbreuk aan do schoonheid van Amsterdam. Zij hebben daarenboven in hoge mate smaakbedervend gewerkt Als bewijs van het onvermogen om tot een stijlvolle verfraaiing van het stads beeld te komen noemt het dagelijks be stuur o.a. de versiering van het Wetering circuit. Het zegt zich de tolk van vele in woners van Amsterdam te weten, als het er bij het gemeentebestuur op aandringt maatregelen te overwegen aan deze on bevredigende toestand een einde te ma ken. De federatie nodigt B. en W. uit, zo mogelijk nog dit jaar het advies in te winnen van de Amsterdamse kunstraad voor het ontwerpen van richtlijnen, die kunnen leiden tot een opdracht aan een aantal kunstenaars tot een zodanige ver hoging van het stadsschoon, o.m. door middel van verlichting en versiering, dat Ged. Staten van Zeeland hebben de Prov. Staten voorgesteld over te gaan tot de instelling van een contact-commissie voor het Deltaplan en de daarmee ver band houdende problemen. Vóór elke zittingsperiode der Prov. Staten dienen deze daarin een steeds opnieuw te bepa len aantal leden aan te wijzen, terwijl ook Ged. Staten zelf twee leden uit hun midden aanwijzen. Een van hen zal als voorzitter optreden. Aan deze contact commissie kan een secretaris worden toegevoegd. Telkens wanneer Ged. Staten dit no dig oordelen en de commissie inlichtin gen wensen te verstrekken zal zij worden bijeengeroepen. De commissie is bevoegd ten aanzien van het Deltaplan, de uitvoe ring daarvan en de met die uitvoering in de meeste ruime z'in samenhangende pro blemen inlichtingen te vragen en denk beelden kenbaar te maken aan Ged. Sta ten. De Koninklijke goedkeuring op een eventueel besluit der Staten hieromtrent het eigen karakter van de stad behouden is "iet vereist, daar het slechts interne richtlijnen inhoudt. Op 10 Mei a.s. wordt de inschrijving opengesteld op nom. 20.000.000 3 pet 7-jarige obligaties (lening 1955) in stuk ken van 1000 nom. ten laste van de Export-Financiering-Mü tot de koers van 99 pet. De storting moet geschieden op 9 Juni a.s. De officiële notering ter beurze van Amsterdam en Rotterdam wordt aan gevraagd. De lening is a pari aflosbaar op 1 Juni aflossing is voor 1 Juni 1960 niet toe gestaan; op of na die datum gedurende de resterende looptijd der lening te allen tijde pari met dien verstande, dat de vervroegde aflossing steeds zal plaats vin den op een couponverschijndag (1 Juni en 1 December). Alle eventuele belastingen op de rente der lening als zodanig zullen voor rekening van de debitrice zijn. Als trustee voor de obligatiehouders is aan gewezen de N.V. Nederlandsch Admini stratie en Trustkantoor te Amsterdam. toont het interieur zulk een bewon derenswaardig samengaan van so berheid, efficiency en eigenzinnige durf dat wij veel hedendaagse bou wers van harte een jaar hogeschool in de Finse steden zouden willen toe wensen. In de interieurkunst tonen de Fin nen trouwens bijzonder goede smaak Van overdadige decoratie houdt dit sobele volk niet, zelfs niet in zijn meest luxueuse hotels. Liever benut men de pure schoonheid van het hout, dat behalve als bouwstof, ook als siermateriaal in hoog aanzien staat. En liever dan door schilderijen op te hangen laat men de wandver siering over aan de grillen van een klimplant. De Fin heeft gevoel voor het interieur. Kijk naar de meubel afdeling van Helsinki's grootste wa renhuis; zij vertoont een assortiment van smaakvolle moderniteiten als men bij ons vergeefs zoekt. Maar de Fin leeft dan ook voornamelijk thuis Het restaurantleven van de grote we reldsteden ontbreekt in Helsinki ten enenmale. Voor een goed huis brengt de Fin gaarne offers. Weliswaar bleek het verhaal dat men ons ver telde over 4-kamerflats van 30.000 mark 340) per maand lichtelijk overdreven, maar maandhuren van m Moderne flatgebouwen in een buitenwijk van Helsinki. Doel van deze lening is tot een uit breiding te komen van de bedrijfsmidde len, waarover de vennootschap op lange termijn de beschikking heeft. De vraag naar exportcrediet is nog steeds stijgende en wil de Nederlandse export haar ver kregen afzetgebieden behouden en uit breiden, dan zal in deze vraag moeten worden voorzien, aldus het prospectus. Op het ogenblik is met nieuwe crediet- '>-'""0 rVJ(J IJCb UgCUUlllk lö III V- O uivu - 1962. Vervroegde algehele of gedeeltelijke aanvragen bij de maatschappij een bedrag van ruim 200 millioen gemoeid. Hier van zal ongetwijfeld een gedeelte niet door gaan. maar de directie houdt er reke ning mee, dat nog zeker een bedrag van 50 millioen aan credieten zal moeten worden verstrekt. In 1954 werd voor 94 millioen aan nieuwe credieten verleend, waartegen over enkele credieten tot een bedrag van 35 millioen werden afgewikkeld. De totale credietportefeuille bedroeg zodoen de aan het einde van het jaar naar hoofd som gemeten 176% (v.j. 117%) mil lioen. waarover gedisponeerd was tot een bedrag van 51 (v.j. 50) millioen. Van 1 Januari 1955 tot heden werd voor ruim 22,7 millioen aan nieuwe exportcredie- ten afgesloten. NU DE CHAOS in Zuid-Vietnam zijn huidige hoogtepunt bereikt, schijnt het niet onredelijk te veronder stellen, dat het niet lang meer zal duren of op de een of andere wijze zal klaarheid in de situatie gebracht worden. De jongste ontwikkelingen hebben in zekere zin zelfs reeds iets verhelderd: de partijen, sectes en facties waaraan Zuid-Vietnam zo rijk is, beginnen zich immer te kristallise ren in twee kampen rond twee per sonen, premier Ngo Dinh Diem en keizer Bao Dai, en de tekenen wijzen erop, dat beide mannen binnenkort openlijk een krachtmeting zullen gaan forceren. Premier Diem heeft met wel willende ogen aangezien zo het initiatief al niet van hem is uitgegaan dat een revolutionnair comité de afzetting van Bao Dai proclameerde en zijnerzijds heeft het staatshoofd de premier zoal niet formeel dan toch feitelijk gedesavoueerd. Maar er is één factor, die voor het ogenblik nog onbekend is: welke zijde zal het leger kiezen? Zonder leger kan Diem geen revolutie doorzetten en kan Bao Dai zijn wil niet aan de premier opleggen. Het leger is de potentiële „derde macht" binnen Zuid-Vietnam, die feitelijk de doorslag zou kunnen geven in de ene of de andere richting. Bao Dai en Diem stellen beiden dan ook alles in het werk om het leger te winnen. De keizer zond generaal Nguyen Van Hinh de voormalige stafchef, die destijds na een maanden lang conflict met Diem naar Parijs werd verbannen naar Saigon terug om daar in de eerste plaats contact op te nemen met de militaire leiders der secten, „teneinde te geraken tot de unificering der Zuid-Vietnamese strijd krachten". Enige tijd geleden hadden de secten, zoals men zich wellicht herinnerd, een beroep gedaan op de keizer om Diem af te zetten. Of Bao Dai serieus gelooft in de secten be- betrouwbare bondgenoten te vinden is natuurlijk hoogst onwaarschijnlijk. In de provincies, buiten de hoofdstad Saigon, is de feodale macht der secten zo sterk geworden, dat zij er wel niet aan zullen denken om zich onvoor waardelijk bij het nationale leger aan te sluiten. Van meer betekenis voor Bao Dai zal dan ook wel het feit zijn, dat ER 01 Drie Franse solisten: de pianist Jac Février. de fluitist Renê Le Roy en de cellist André Lévy individualistische spelers bij definitie hebben met behoud van hun zeer eigen muzikale hoedanig heden (contrasten in sommige opzichten) door een veelvuldig contact een dusdanige homogeniteit bereikt, dat hun samenspel tot een harmonische eenheid is opgelost, zó gaaf, zó voornaam zó ineenvloeiend als men zelden hoort. Want als moderne executanten, en vooral Fransen, reeds een persoonlijk heidscultus bedrijven die hen voor ge meenschappelijk musiceren moeilijk aan vaardbaar maken, dan is ook de klank van de hedendaagse vleugelpiano, de violoneel en de fluit zó uiteenlopend, dat men somswijle niet begrijpt hoe deze in wezen oneindig verschillende klankbron nen tot één muziekstroom kunnen ver enigd worden. Bij andere trio-samenstellingen: viool, alt en cello; viool, alt en piano; drie blazers of twee blazers en klavier is er minstens één dominerend karakter waar bij men het klavier als eén soort accom pagnement op de koop toe neemt. Hier echter is sprake van een mixtuur („drie sterk" zou men in de orgelterminolagie zeggen) van verschillende makelij. Genoemde Franse trio-spelers presteer den het in werken van Boeildieu, Haydn, Weber, Manziarly en Martinu hun drie stemmen t°t één accoord te verenigen. Nu eens was het, met name in het ver rukkelijke Trio in G van Haydn, om de discant-melodieën van het klavier pare lend te doen tintelen als fluit-passages en omgekeerd blies de fluitist zo heider- tintelend dat het klavier-figurantiën ge leken. Zo ook poogde de pianist de diepe cello-tonen in noblesse met klavier-oc taven te benaderen, en wederom was het de cellist die de klavierbassen een on gemene rondeur van klank verleende. Het was dus èl gratie in dit voornaam en geacheveerd balancement van drie tim bres die het klankideaal van genoemde componisten van dichtbij hebben benadert. Het Franse Trio had evenwel méér belangstelling verdiend dan de half ge vulde Diligentiazaal. waar overigens de huldeblijken niet onder stoelen en banken verborgen bleven. M. M. De N.V. Ned. Aardolie Maatschappij heeft zowel in de boring Andel 3 onder de gemeente Veen (N.B.) alsook in haar exploratieboring te Rossum onder de gemeente Weerselo (Overijssel), brand baar gas aangetoond. Over de betekenis van deze gasaanto- ningen kon men zich, omdat nog metin gen moeten worden verricht, thans nog niet uitlaten. Drs H. Hagenaar, thans Nederlands consul-generaal te Antwerpen, is be noemd tot plaatsvervangend hoge com missaris van Nederland te Djakarta. De heer Hagenaar die op 26 Mei 1908 te Djakarta werd geboren, volgt als plaatsvervangend hoge commissaris mr G. E baron van Ittersum op. die eind 1955 zijn functie neerlegt. Hij heeft de rang van ambassaderaad. De Canadese generaal Charles Foulkes, die deelneemt aan de nationale herden kingsplechtigheid te Wageningen, waar hij 10 jaar geleden de Duitse bevelhebber in Nederland, generaal Blaskowitz de voorwaarden voor de overgave van diens troepen dicteerde, zal Woensdagmorgen door H. M. de Koningin en Z.K.H. Prins Bernhard op het paleis Soestdijk worden ontvangen. De negentiende eeuw wordt vaak „de eeuw van de missies" genoemd. Men kan deze benaming verstaan. In de vorige eeuw heeft het missiewerk zich, innerlijk en uiterlijk, sterk uitgebreid. En vooral na de stilstand, of zelfs de inzinking van de voorafgaande periode, viel deze vooruitgang dus op. Wie echter op het ogenblik, d.i. ongeveer tien jaren na het einde van de tweede wereldoorlog, het terrein overziet, zou geneigd kunnen zijn zich af te vragen, of de genoemde eretitel toch niet te snel is verleend. De groei en de verdieping van het missiewerk is ook in onze dagen regelmatig en gestaag doorgegaan. Maar wat vooral opvalt is, dat de positie van dit werk als zodanig hoe langer hoe meer centraal en dominant is geworden. Zonder overdrijving kan men zeggen, dat de ver houding tussen Oost en West, d.i. de concrete achtergrond waartegen de missie-beweging zich direct aftekent, hèt probleem van onze dagen is. De berichten over Korea en Formosa, over Cochin China en de Bandung- conferentie, vullen de eerste plaatsen in onze pers. Terecht Militair werd Japan, de natuurlijke voorvechter van wat men kort als het Oosten kan samenvatten, in 1945 verslagen. Maar het kolonialisme, d.w.z. de vorm, waarin het Westen reeds sinds eeuwen zijn relaties tot het Oosten had gekleed, is toch als met één slag gevallen. Allerwegen zoekt men naar een nieuwe achtergrond en een nieuwe stijl. Men spreekt van „technical assistance", van het Point Four Program en „community development". baar-was voor gevaarlijke propaganda dan in Europa. In Afrika en ook op bepaalde plaatsen in India, trok b.v. de nieuwe seizoenar beid duizenden arbeiders naar de kust Pas na enige maanden keren zij weer naar hun families terug in het binnenland. Te werken behoeven zij dan echter niet, zo menen zij. Is er niet reeds genoeg ver diend? De gevolgen van zulke toestanden kan ieder zich gemakkelijk indenken. In de Zuid-Afrikaanse mijngebieden zijn het inkomen, de huisvesting en de voeding van de negerarbeiders zeker goed te noe men. 's Zondags wordt er regelmatig ge danst! Na een werkperiode blijven er echter duizenden hangen in de „lokasies" rond Johannesburg, die in een recent on derzoek „broedplaatsen van ondeugd, mis daad en anti-Europese propaganda'' wor den genoemd. Voor Oosterlingen van hogere ontwik keling klemt de moeilijkheid van een langdurig en intens contact met het Wes ten weer op een ander punt. Zij ontmoe ten een cultuur die geen samenvattende geestelijke achtergrond meer vertoont, die zeer abstract is en op allerlei punten een- zijdig en onredelijk gespecialiseerd. Daar aan zfjn zjj in het geheel niet gewend. De aanpassing verloopt dus gewoonlijk moei- De problemen van de christenen (en in de grond evenzeer van de niet-christenen) zijn de problemen van de Kerk. En op het terrein, waar men bezig is daarvoor de eerste steen te leggen, geldt dit natuurlijk meer dan ooit. Zo staan de missionaris sen thans allerwegen voor vragen van een diepte en een omvang, als tevoren nooit waren bereikt. Roosevelt beloofde na de tweede we reldoorlog een „era of prosperity". Welva rende naties immers, zo verklaarde hij zijn immuun tegen de oorlogsbacil. En wat het Westen bij deze opgang naar de wereldvrede aan het Oosten allereerst kon schenken, was hulp bij de noodzakelijke industralisatie van landbouw en produc tiesysteem. De uitgezonden teams van in genieurs en economen beschikten echter niet over ervaring op dit terrein; zij on derschatten ook schromelijk de sociale en culturele factoren, die bij een dergelijk totaal omvormingsproces worden aange raakt. En zo leidde de plotselinge indus tralisatie veelal eerder tot ontbinding van de tot nu toe geldende inheemse structuur dan tot opbouw. De gewonnen materiële rijkdom bleef het bezit van enige bijzon dere klassen, en daar tegenover kwam, juist als in het Westen, een enorm prole tariaat te staan, dat nog veel meer vat- Ijjk cn langzaam, in veel gevallen helaas zelfs fataal Zo bedraagt het aantal Oosterse studen ten in Europa en Amerika thans honderd duizend. Nederland telt er bijna tweedui zend. In het gewone geval halen de jon gelui regelmatig hun examens. In hun land teruggekeerd, stelt zich echter pas het eigenlijke probleem. Hoever is hun typisch gespecialiseerde kennis geheel geassimileerd en één geworden met de totale persoon? Bij niet weinigen blijkt het geestelijk evenwicht verbroken. Door hun verblijf in het Westen zijn de geëvo lueerden in werkelijkheid geestelijke „ont heemden" geworden. Zij staan los van hun volk en ook hun geloof is veelal verloren gegaan. Het aantal christenen onder de uitkomende Oosterlingen wordt op dertig a veertig procent geschat. Het getal ligt zo hoog, omdat het voorbereidende onderwijs tot nu toe vaak goeddeels in handen van missie en zending is. Het is daarom van groot belang, om op feiten als deze laatste te letten. Zonder het te beseffen kweken onze neutrale academische centra soms de meest felle Oosterse leiders op; ja, figuren voor wie hun radicalisme eenvoudig een consequentie van het christendom is, zoals dit b.v. bij Kwame Nkrumah. de bekwa me leider van de Gana-beweging aan de Goudkust, het geval is. Hoe zich, politiek gesproken, de ont moeting tussen Oost en West in onze da gen uitwerkt, weet ieder. De stem van het onafhankelijk geworden Oosten is een gewoon en verwacht feit geworden in de vergadering der volkeren. Voor ons doel behoeven we daarop echter niet nader in te gaaft. En dit des te minder, omdat het politieke ontwikkelingsproces tenslotte toch niets anders is dan een uiting van een veel algemener streven naar zelfstan digheid in het Oosten. In het contact met staat en Kerk, in de persoonlijke omgang, bij de opvoeding en in de wetenschap eist de niet-blanke thans respect °P voor wat hem maakt tot wat hij is: zijn wereldbeeld zijn sociaal-culturele structuur, zijn denk en handelingsgewoonten. Wie zal het niet begrijpelijk en redelijk achten? Ook zuiver wetenschappelijk beschouwd kan men daarenboven dit streven der Oosterse volkeren begrijpen en ver staan. Wat hun godsdienst aangaat, is b.v, de tijd voorbij, dat men hier enkel met termen als „heidendom" of de „schaduwen der duisternis'' meende te kunnen volstaan. Bij nader en zorgvul dig onderzoek zijn die duisternissen nogal meegevallen! Veel „heidense'' gewoonten blijken al lerlei diepe achtergronden te vertonen en geworteld te zijn in geheel de geestelijke structuur van het volk. Allerlei Oosterse mythologieën en riten, inwijdings- en hu welijksgebruiken, sociale verhoudingen, vormen van het bezit en de eigendom, het schaamtegevoel en de kleding, die vroeger enkel een ietwat onaangename verrassing schenen te vormen voor het Westers oog, zijn bij een diepergaande en meer systematische analyse eenvoudigweg de uitdrukking gebleken van en enigszins andere stijl van het mens-zijn. De diepere achtergrond, die West en Oost verbindt, kwam daardoor des te dieper uit. Het mens-zijn bleek veel meer gevarieerd te zijn en veel meer mogelijkheden van va riatie, rhythme en modulering te vertonen dan men vroeger wel geweten had. Zoals zo vaak, leidde het geconstateerde onder scheid tenslotte slechts in tot een relati vering van het eigen standpunt, dat niet zonder meer overal als algemeen-geldig kon worden doorgevoerd. Men ziet, de gewichtige conslusie waar toe dit alles leidt. De bekering tot het christendom, de beslissende stap, die de missie tenslotte vraagt, is in beginsel voor de Oosterling geheel iets anders dan in het Westen. De niet-blanke zou zich daar mede, naar de geldende opinie, van ztfn gemeenschap, zjjn volk, zijn familie cn zijn kaste kunnen isoleren. Hij komt bui ten de orde te staan, die daar tot nu toe gold. De Westerling, die christen wordt veranderdt van opinie of van overtuiging. De Oosterling, die in hetzelfde geval ver keert, verandert van staat. Ja, hij z°u voortaan ais de vijand van zijn volk kun nen gelden, omdat hij niet langer deel heeft aan de religieus-sociale betrekkin gen, zoals zijn gemeenschap die met he Opperwezen onderhoudt. De missionaris zal uiteraard aan dez8 crisis zoveel mogelijk tegemoet °ie komen. Hij zal de gewoonten en d P tingen van het volk, dat hij dient,jso goed mogelijk moeten kennen, en voorzover dat kan, zich daarbij moeten f81?51"1,;®"' "°e genade vernietigt en breekt nietat reeds in de natuurlijke orde is bereikt zo luidt een bekend oer-katholiek beginsel, „maar zij voltooit dit en houwt daarop voort". Hij zal daarom, naar redelijkheid en vermogen „alles moeten zijn voor al len" naar St. Paulus het geformuleerd heeft. En ook z.ijn christenen zullen, zo veel mogelijk moeten t°oen, ook na hun overgang één te zijn gebleven met hun volk. Ja. meer dan ooit zou men zeggen, één te zijn. Men stelle zich immers het zojuist ge schetste principe van aanpassing en posi tieve aansluiting bij het natuurlijk gege- vene, voor in het gewenste perspectief, en onderschatte dit niet. Men kan de nood zakelijke aanpassing in de missie niet en kel zien als een zekere psychologische techniek, om als een vorm van practische tactiek, zoals die b.v. ook zou kunnen gel den van een handige verkoper of een slimme propagandist. Ook met het zuiver- juridische argument, dat zoveel gehanteerd wordt, bereikt men hier tenslotte niet de diepste orde. Zeker heeft elk volk recht op zijn natuurlijke levenssfeer en het eigen wereldbeeld, d.i. zijn eigen cultuur. Ook van de Kerk mag en zal men het respect vragen voor dit onmisbare, kostelijke bezit. Hoger dan dit recht van het volk staat echter het plan Gods met de wereld, dat voltrokken en gerealiseerd moet worden. De Kerk vertegenwoordigt het Christus beeld op aarde. Elk volk heeft, volgens Gods beslissing, daarbij weer andere trek ken ontvangen. Het deelt telkens weer met enige verscheidenheid, in de onein dige volmaaktheid en de onuitzegbare schoonheid Gods. Welnu, zolang dus nog het grootste deel van de mensheid niet in de Kerk ve genwoordigd is, bljjft het gewenste G - tusbceld op aarde, noodzakelijk ?BV. f cn onvolmaakt. En juist door de ning van het Oosten kan d8a^"Kerk ni.I ring komen. De missie hrejdt dejerk met enkel uit in horizontale en m zin, zjj groeit aldus ook J*as In diepte en totaliteit tot de sdom. Zo heeft dus de Kerk ook met enkel res pect voor het niet-Westerse^ wereldbeeld, dat zq in het Oosten aaiUrcft - cn het zelfde geldt voor Afr,ka ar. ziJ richt zich daar bij voorkeur op en verricht daar haar eigenlijke wer Het diepste motief voor de aanpassing ligt m.a.w. niet in de Psychologische of de juridische orde maar m het theologische vlak. Het is nl8t de. "atuurlijke sfeer der menselijke verhoudingen, 0f het mense lijke recht, dat hier beslist, maar het recht e'n de wil van God zelf. Hoeveel studie, zorgen en gewetensvra gen met dit alles aangeraakt worden zal ieder onmiddellijk inzien. De moderne missionans zal. behalve een man van veel geduld, veel wil en edelmoedigheid, vooral ook een man van veel kennis, gezond oor- en evenwichtige moed dienen te we zen En de wetenschap zal hem op allerlei punten, in dienende functie, tegemoet be horen te komen. Er zullen allerlei experts n°dig zijn voor de theoretische vragen van de missiemethodiek, de studie der godsdiensten, de culturen en de sociale verhoudingen, de paedagogische. de psy chologische en de taalkundige kwesties. Onmiskenbaar dringt zich de eis van een zekere specialistische vorming op. „Men kan nu eenmaal niet met wat wijwater naar de missie vertrekken in onze dagen", zo formuleerde het onlangs, Brabants-ge moedelijk, een jonge missionaris. Men duizelt bijna bij de moeilijkheden en de practische bezwaren, die bij een dergelijke situatie oprijzen. Men vraagt zich af, of de klemmende en directe no den van het missieveld. waar men even eens steeds maar weer vraagt om nieuwe krachten, het wel toelaten, dat er óók nog missionarissen voor specialistische studie en specialistische hulp worden gereser veerd. De feiten, de harde concrete feiten, d.w.z. de gegevens waaruit de mens toch steeds moet afleiden wat zijn plicht is, spreken echter een duidelijke taal. Van de zijde der protestantse zending is men de missie in dit opzicht trouwens reeds voor gegaan. Reeds in 1933 verklaarde H. Krae- mer, de latere Leidse hoogleraar, toen nog op Bali, dat de moderne missionaris niet enkel met de theologie kon volstaan Hij zou een „allround expert" moeten wezen. En in Amerika is in dit verband reeds een zekere samenwerking van ruim drie honderd bijbelgenootschappen ontstaan, voor geen mindere taak dan de vertaling van de Bijbel. Wat elders mogelijk blijkt, zal ook zeker de katholieke edelmoedig heid kunnen presteren PROF. DR J. WILS generaal Nguyen Van Hinh zeer popu lair is bij het nationale leger. Met name de huidige stafchef, generaal Le Van Ty, is met Hinh zeer bevriend. Uiteraard zou dit van beslissende in vloed kunnen worden op de missie van Hinhmits het leger zelf vereend blijft IS NOG een tweede iets met ondubbelzinnige duidelijkheid tij dens de laatste dagen aan het licht getreden: premier Diem, gesteund door zijn volgelingen, neemt op zeer krasse wijze stelling tegen de Fransen. Het „revolutionnaire comité" ging zover, dat het terugtrekking van alle Franse troepen eiste, zulks daar de Fransen in het geheim zouden doorgaan de secten te steunen. Zijnerzijds heeft Parijs in een officieus communiqué over de crisis tussen Bao Dai en Diem scherpe critiek uitgeoefend op de hou ding van laatstgenoemde. Tegelijker tijd blijft Washington beklemtonen, dat het Diem, „als wettige premier van Zuid-Vietnam", ten koste van alles zal blijven steunen. Welke indruk zal, tus sen haakjes gezegd, deze al te duide lijke Frans-Amerikaanse tegenstelling wel niet maken op de Vietnamese en gehele Z.O.-Aziatische bevolking? Het is dan ook te hopen, dat minis ter Dulles in het komende week-einde te Parijs met premier Faure tot enige overeenstemming over deze delicate zaak zal weten te komen. Eenvoudig zal dit overigens allerminst zijn. Het principiële punt waarover Washington en Parijs het eens zullen moeten wor den is, dat van de uitvoering der Geneefse overeenkomsten. De V S-, die deze overeenkomsten niet getekend hebben, zijn (met premier Diem) ge kant tegen derzelver uitvoering, die op de eerste plaats zou meebrengen, dat binnen een paar weken een aan vang wordt gemaakt met de voor bereidingen voor over een jaar te hou den verkiezingen voor geheel Vietnam. Frankrijk echter, dat spijts alles èn Noord- èn Zuid-Vietnam binnen de Franse Unie wenst te zien, wil kost wat kost de bestandsovereenkomst uitvoeren. Het is zeer wel mogelijk, dat Dulles in Parijs wat dit betreft óók McMillan tegenover zich zal vinden. Heeft Groot- Brittannië immers te Genève niet alles gedaan om het bestand te bewerk stelligen? Wat hier van zij, het is bijna on denkbaar, dat in dit zo gevaarlijke uur voor Vietnam en voor geheel Azie) Amerikanen en Fransen geen aanlei ding zouden kunnen vinden om, einde lijk, kost wat kost, hun Indo-China- politiek in het reine te brengen. (Van onze correspondent) Binnenkort is de benoeming te ver wachten van dokter R. Mantingh uit Stadskanaal tot opvolger van dokter H. J. Dijkhuis als inspecteur voor de volks gezondheid voor Groningen en Drente. Dokter H. J. Dijkhuis is nl. benoemd tot directeur van de Volksgezondheid te Den Haag. Dokter Mantingh vestigde zich na zijn universitaire studies aan de universiteit te Groningen, in 1941 als huisarts te Stadskanaal, alwaar hij o.m. een belangrijke rol heeft gespeeld bij de totstandkoming van het gezondheidscen trum aldaar. (Van onze Brusselse correspondent). De 30-jarige stewardess G S„ afkomstig uit Rotterdam, werd dezer dagen dood aangetroffen in de badkamer van een hotel te Zeebrugge. Zij was naar deze Belgische stad gegaan om er deel te ne- men aan een sportmanifestatie. Nadat zij aan een oefening had meegedaan, nam de jonge vrouw een bad tn haar hotel. Toen zij abnormaal lang wegbleef en men op kloppen geen antwoord kreeg, verschafte men zich toegang tot de badkamer. Mej. S. werd er dood gevonden. In de badka mer hing een zware gaslucht. Hoe dit gas heeft kunnen ontsnappen is vooralsnog een raadsel. BODEGRAVEN, 3 Mei. Kaasmarkt. Aange voerd 30 partijen. Eerste soort 1 2.142.20, tweede soort ƒ2.05—2.13, extra ƒ2.28. Handel kalm' KORTKIJK, 2 Mei 1955 CICHOREI (Medegedeeld door de N.V. Cichorei Verkoopkantoor te Schiedam) Oogst 1954 frs 405. oogts 1955 frs 405. LEIDEN, 3 Mei. Aanvoer 161 vette varkens. Notering: grossiersvarkens 1.641.66, lichte varkens 1.551.61, slagersvarkens 1.671.70. Handel zeer traag met aflopende prijzen. LEIDEN.Doet. Ned. recht: mej. A. Kamer man, Den Haag, en de heren R. de Vooijs, Rot terdam. en K. Kriekhaus. Den Haag. Cand. Franse taal- en letterkunde: de dames J. van Weerlee Leiden, en H. Zandvliet, Voorbuig. Doet. gèsch.: mevr. L. Tels—Elias, Den Haag. Doet. geneeskunde: de dames H. v. d. Hoogen- band, Den Haag, M. Wolterbeek. Den Haag. en de heren J. Eulderink, Enschede; S. Guss (US AA, cn J. Los, Den Haag. Artsex. le ged.: mej M. Ament, Den Haag. en de heren D. Buijs. Den Haag; R Dalmeijer, Den Haag; J. Lucas. Oegstgeest; B. Reijdon, Amsterdam, en I Schnitzler (U.S.A.). Artsex. 2e ged.: J. Fischer. De Bilt; M .v. d. Kruk. Den Haag; D. v Paassen, .Haarlem; J. v. Eijsingel. Leiden, en J. Verwiel, Waalwijk. ROTTERDAM 2 Mei. Graanbeurs. Binnen landse granen (officieuze noteringen per 100 kg franco Rotterdam). Tarwe: rode op vochtconditie bij beperkte vraag van de meelfabrieken tot f 28.25. Voeder- granen: zomergerst vast naar kwaliteit en vochtgehalte 26—27.25, geschoonde gedroogde tol f 27.75. haver naar kleur en vochtgehalte f 26.25—28.25. extra blanke daarboven, rogge doorsneekwaliteit f 2122. bakkwaliteit f 23 50. Peulvruchten kalm groene erwten tot 55 schokkers tot 87.50, blanke bruine bonen tot t 50. ROTTERDAM, 2 Mei. Aardappelbeurs. Klei- aardappelen 35 mm opwaarts: Eigenheimers 6—13, Bintjes 6.75-7.50, Alphais f 5—5.^. Bevelanders 8—11, Furore f 8.25—10, MeeT- lanedrs 7.25—8. IJselster 6—6.25. Zandaard- appelen: veldgewas f 4.55 Voeraardappelen f 2. Prijzen berekend per 100 kg. ROTTERDAM. Dinsdag 3 Mei. Vette koeien en ossen 600. gebruiksvee w.o. 1112 tbc vrij 1478, vette kalveren 50. graskalveren w.o 183 tbc vrij 262. nuchte kalveren 1826, varkens 112, big gen 285 paarden 134, veulens 2. schapen of lammeren 135. lammeren 319. bokken of geiten 31. Aanvoer in totaal 5234 dieren. Weekaanvoer: 7117 dieren. Vette koeien Je kw. 2.60—2.80. 2e kw. 2.40 —2.58. 3e kw. 1.00—2.30; Vette kalveren 3 00— 3.20, 2.80— 2.90/ 2.30—2.60; slachtpaarden 2.20, 2.05. 1.85. prijs in cents per kg. Graskalveren f 450. 350, 250; Nuchtere kalveren 52. 45, 40; Biggen 58. 50. 40: Schapen 130. 120. 90; Lam meren 65. 55. 45; Kalf koeien 1090 950. 775; Melk koeien 1090. 950, 775; Vare koeien 750. 650. 550; Vaarzen 800 650. 550; Pinken 550. 450, 350 Vette koeien: aanvoer iet.s kleiner; handel ta melijk; prijzen vooral niet. lager clan gisteren, prima's boven notering. Vette kalveren: aan voer als v. week; handel stroef; prijzen niet geheel prijshoudend. Graskalveren: aanvoer even korter; handel kalm; prijzen constant. Nuchtere kalveren: aanvoer wat minder: han del goed: prijzen iets stijver in prijs. Biggen: aanvoer iets groter; handel lui; prijzen niet ge heel prijshoudend. Slachtpaarden: aanvoer min der; handel stug; prijzen iets minder in prijs. Schapen: aanvoer matig; handel kalm: priizen onveranderd. Lammeren: aanvoer tamelijk; han" del redelijk; prijzen als v. week. Kalf- en melk koeien: aanvoer iets minder: handel redelijk; prijzen ruim priishoudend. Vare komen: aan voer als v. week; handel kalm; prijshoudend. Vaarzen cn ninken: aanvoer gewoon: handel tamelijk: priizen goed prijshoudend TBC-vrif vee; aanvoer kleiner; handel (Mti fttl wn nrtm prijshoudend.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 6