II
EXPORT FINANCIERING MIJ
vergroot bedrijfsmiddelen
Zuid-Vietnam in een chaos
Frans Trio: Février, Le Roy, Lévy
CULÏUUR-TEGENSTELLINGEN PLAATSEN DE
MISSIONARIS VOOR ONTZAGLIJKE TAAK
Een voorjaarsdans brengt nog geen lente
Met
Finnair
naar
Finland
Problemen der moderne missie-actie
De Kerkals Christus5 beeldmoet verrijkt worden met
niet-W ester se invloeden
Architectonische verrassingen
m
sr
DINSDAG 3 MEI 1955
PAGINA 6
Ruimte
Katholiek Nederland
in Helsinki
VERSIERING AMSTERDAM
SMAAKBEDERVEND?
In Zeeland
CONTACT-COMMISSIE
VOOR HET DELTAPLAN
Uitgifte van f 20 millioen 3 pet. 7-jarige
obligaties tegen 99 pet.
Onduidelijkheid over houding
van het leger
A
Vietnamese chaos
NIEUWE AARDGAS-
VONDSTEN
Te Andel en Rossum
HOGE COMMISSARIS IN
DJAKARTA
Nieuwe plaatsvervanger benoemd
GENERAAL FOITLKES NAAR
SOESTDIJK
Andere stijl van mens-zijn
Taak van de missionaris
NIEUWE INSPECTEUR
VOLKSGEZONDHEID
STEWARDESS IN BADKAMER
gestikt
MARKTBERICHTEN
HELSINKI IS ROYAAL MEI RUIMTE
Op 1 Mei dansen de studenten van
Helsinki de voorjaarsdans om het
beeld „Havis Amanda". Deze zee-
nymph, een der meest joyeuze park-
beelden, die de over het algemeen
nogal zwaarmoedige Finse beeld
houwkunst heeft voortgebracht,
krijgt op de eerste Meidag, naar
oude gewoonte, de witte studenten
pet op het bevallig zijwaarts gewende
hoofd.
De vreugdedans die de studenten
dan rond haar uitvoeren, heeft de
bedoeling het begin aan te kondigen
van het voorjaar. Of de lente zich
ook inderdaad aan deze datum houdt,
is evenwel een andere vraag. In
deze late Aprildagen althans valt er
nog wel eens een vlokje sneeuw en de
wind kan, vooral vroeg en laat op de
dag, gemeen snijden. De winterse
berenmutsen zijn dan ook nog niet
uit het stadsbeeld verdwenen. Op de
dagelijkse groentemarkt, aan het gro
te plein dat het stadhuis scheidt van
de haven, staan de sinaasappel-
vrouwtjes van top tot teen gekleed
in zwart bont, dat vreemd contras
teert met de kleurige zuidvruchten.
Dat geeft een aparte sfeer aan deze
havenmarkt, waar je over het half
bevroren water enkele der besneeuw
de eilandjes ziet liggen die rond de
Finse kust krioelen. Het loont de
moeite er in een open kraampje
even Fin met de Finnen te worden
en temidden van ski-petten, astra-
kan-hoofddeksels en zwarte omslag
doeken een kopje koffie te drinken.
Er zijn in Helsinki niet zo heel veel
plekjes met zoveel atmosfeer. Wel
heeft de stad een uitgesproken karak
ter. Het wordt bepaald door vele din
gen. Allereerst wel door de over
vloed van ruimte waarmee Helsinki
is gebouwd. Men heeft hier blijkbaar
niet de minste behoefte om spaar
zaam te zijn met grond. De huizen
blokken liggen met kleine plukjes
verspreid tussen granietrotsen en
sparrenbosjes, en alleen het centrum
is volgebouwd op de wijze van onze
steden. Maar ook de centrale stads
architectuur is van brede allure. Het
marktplein bijvoorbeeld heeft ruim
te en vooralook het plein voor de
witte kathedraal die, op een rots ge
bouwd, boven heel Helsinki uitsteekt
met zijn vijf koepels en zijn zuilen
front. En vergeet niet de parade-al
lee, de Mannerheimintie, waar uit
gaand Helsinki elkaar des avonds
ontmoet. Ook daar vindt men de
ruimte.
Dat het stadshart van Helsinki een
bijzonder vriendelijke, uitnodigende
indruk maakt, zal niemand durven
volhouden. De kleuren van de meest
Sedert twee maanden is Finland
van katholiek missiegebied diocees
geworden. Mgr Cobben jarenlang
de Nederlandse apostolisch vicaris
over de ruim 2000 katholieken die
Finland onder zijn meer dan 5 mil-
lioen inwoners telt, leidt sinds
Februari 1955 de Finse katholie
ken als bisschop.
Deze verandering is niet het ge
volg van een geweldige groei van
het katholicisme, hoewel van een
vrij gunstige ontwikkeling gespro
ken mag worden. Zo werd in De
cember 1954 de nieuwe kerk aan
de Stockholmgatan geopend. Bij
ons bezoek aan Helsinki hebben
wij aan de pastorie van het strak-
lijnige gebouwtje aangebeld. De
priester die de deur opende stelde
zich tot onze verbijstering voor
alsPaus. Hef is pastoor J. Paus,
die in dit Godshuis in het Noord
oosten van de stad de scepter
zwaait. Zijn kerk is door Lou
Manche met een zestiental glazen
de werken van barmhartigheid
voorstellend versierd. Kruisweg
staties in opalineglas door dezelfde
kunstenaar zullen nog volgen.
Helemaal aan het andere einde
van de stad zetelt de tweede Ne
derlandse zieleherder van de Finse
hoofdstad, pastoor J. Vernooy, een
onvervalste Limburger ondanks 30
jaar verblijf in het hoge Noorden
waarvan 16 jaar in het oude gothi-
sche kerkje in Zuid Helsmski.
Evenals pastoor Paus en beider ka
pelaans en evenals hun collega in
Turku behoort pastoor Vernooy tot
de orde van de priesters van het H.
Hart, die sinds 1907 in de Noorde
lijke contreien missiewerk doen.
Veel steun ondervindt pastoor Ver
nooy van een drietal Franse Domi
nicanen, die vanuit zdjn parochie
verdienstelijk werk verrichten on
der Finse intellectuelen. De ka
tholieke kolonie omvat behalve
mgr Cobben (die thans in Amerika
vertoeft) nog een Finse prelaat
mgr Carling, en een paar Neder
landse broeders.
uit de classicistische periode dateren
de gebouwen zijn somber. Grauw,
vuil-oker en een bijzonder onfris geel
vormen het palet van de vroegere
bouwmeesters. Bovendien heeft de
lange winter de Finse architecten
van oudsher geleerd dat muren de
kou nu eenmaal beter weren dan
ramen; de vensters zijn dan ook klein
en dikwijls met een droge regelmaat
in de gevels geplaatst. Het over
wicht van de muur op het glas geeft
de gebouwen iets geslotens en iets
hards. Typerend voor die hardheid
is het parlementsgebouw, een een
zaam brok graniet op een rots langs
de Mannerheimstraat. De karakteris
tiek van geslotenheid en hardheid
blijft ook herkenbaar in de moderne
flats, kindertehuizen, graansilos en
kerken die voor de bezoeker van Hel
sinki overigens verbluffende dingen
onthullen. Want tussen de sparren
en de granietblokken ziet men hier
en daar ware parels van architec
tonische vormgeving. Van alle kun
sten die men hier op een door West
Europa vaak onderschat niveau be
oefent, behoort de Finse architectuur
tot de meest opmerkelijke.W at wij in
Helsinki en elders aan gedurfde mas
sa's, verrassende betonvormen en on
gewone rhythmen zagen, wettigt de
ze mening volkomen.
Natuurlijk is niet alles wat ge
bouwd wordt van een gehalte om er
een juichende beschouwing over in
de Helsingin Sanomat te schrijven,
maar zelfs als de uiterlijke vorm een
misgreep lijkt - zoals in het nieuwe
concertgebouw in Turku - dan nog
14.000 mark 160) voor een klein
flatje zijn normaal en zelfs aan de
lage kant.
De behoefte aan de beslotenheid
van een comfortabel eigen huis
schijnt de Finnen boven alles belang
rijk. De staat komt hieraan tegemoet
door het stimuleren van woningbouw-
ook Helsinki kent ernstige huisves
tingsproblemen - maar evenzeer door
het oprichten van grandioze clubhui
zen en instituten voor de vele jeugd
organisaties waarvan het in Finland
eenvoudig wemelt. Tot de interes
santste objecten van de hedendaagse
architectuur behoort dan ook het z.g.
Kinderkasteel, een wonderlijke schep
ping, waarin de harmonie tussen da
verticale flat en het horizontale ring-
gebouw sterk de aandacht trekt.
Behalve voor de jeugd zorgt de
staat ook voor de bejaarden. Nabij
het Olympisch dorp verrijst een be
jaardencentrum tussen de sparren
zoals er wellicht in de hele wereld
geen tweede is. Twaalf flatgebouw
tjes in rode steen, gegroepeerd rond
het hoofdgebouw dat er een eigen
ziekenhuisje, operatiekamer en
schouwburgzaal op na houdt. Door
tunnels, tezamen 750 m lang, zijn de
dertien delen van het complex onder
ling verbonden. De oudjes verwonen
in deze zwaar gesubsidieerde inrich
ting een deel van hun pensioen, ter
wijl zij met ambachtskunst een zak
centje kunnen verdienen. Met zulke
merkwaardige progressieve projec
ten als dit „Dreeshuis" verrast Fin
land de zelfingenomen Westerling
keer op keer.
Tot zover deze wat lukrake indruk
ken van 'n kort bezoek aan de Finse
hoofdstad. Impressies, en zeker geen
afgerond beeld, maar die ene karak
ter trek, de in zichzelf gek_erde ge
slotenheid, treedt zelfs bij een vluch
tig contact sterk naar voren. In de
bouwvormen en ook in de mensen
die weliswaar verre van onvriende
lijk zijn maar wier wat onbewogen
dienstvaardigheid het volstrekte te
gendeel is van het gebarenbrio en de
bijna uitgelaten hartelijkheid van
Zuidelijker volken.
Het dagelijks bestuur van de Ned. Fe
deratie van beroepsverenigingen van
kunstenaars heeft zich tot B. en W. van
Amsterdam gewend in verband met de
aangekondigde versiering en verlichting
van Amsterdam tijdens de zomermaan
den.
Volgens de federatie deden de illumi
natie en de aangebrachte versieringen
verleden jaar afbreuk aan do schoonheid
van Amsterdam. Zij hebben daarenboven
in hoge mate smaakbedervend gewerkt
Als bewijs van het onvermogen om tot
een stijlvolle verfraaiing van het stads
beeld te komen noemt het dagelijks be
stuur o.a. de versiering van het Wetering
circuit. Het zegt zich de tolk van vele in
woners van Amsterdam te weten, als het
er bij het gemeentebestuur op aandringt
maatregelen te overwegen aan deze on
bevredigende toestand een einde te ma
ken. De federatie nodigt B. en W. uit, zo
mogelijk nog dit jaar het advies in te
winnen van de Amsterdamse kunstraad
voor het ontwerpen van richtlijnen, die
kunnen leiden tot een opdracht aan een
aantal kunstenaars tot een zodanige ver
hoging van het stadsschoon, o.m. door
middel van verlichting en versiering, dat
Ged. Staten van Zeeland hebben de
Prov. Staten voorgesteld over te gaan tot
de instelling van een contact-commissie
voor het Deltaplan en de daarmee ver
band houdende problemen. Vóór elke
zittingsperiode der Prov. Staten dienen
deze daarin een steeds opnieuw te bepa
len aantal leden aan te wijzen, terwijl
ook Ged. Staten zelf twee leden uit hun
midden aanwijzen. Een van hen zal als
voorzitter optreden. Aan deze contact
commissie kan een secretaris worden
toegevoegd.
Telkens wanneer Ged. Staten dit no
dig oordelen en de commissie inlichtin
gen wensen te verstrekken zal zij worden
bijeengeroepen. De commissie is bevoegd
ten aanzien van het Deltaplan, de uitvoe
ring daarvan en de met die uitvoering in
de meeste ruime z'in samenhangende pro
blemen inlichtingen te vragen en denk
beelden kenbaar te maken aan Ged. Sta
ten. De Koninklijke goedkeuring op een
eventueel besluit der Staten hieromtrent
het eigen karakter van de stad behouden is "iet vereist, daar het slechts interne
richtlijnen inhoudt.
Op 10 Mei a.s. wordt de inschrijving
opengesteld op nom. 20.000.000 3 pet
7-jarige obligaties (lening 1955) in stuk
ken van 1000 nom. ten laste van de
Export-Financiering-Mü tot de koers van
99 pet. De storting moet geschieden op
9 Juni a.s. De officiële notering ter beurze
van Amsterdam en Rotterdam wordt aan
gevraagd.
De lening is a pari aflosbaar op 1 Juni
aflossing is voor 1 Juni 1960 niet toe
gestaan; op of na die datum gedurende
de resterende looptijd der lening te allen
tijde pari met dien verstande, dat de
vervroegde aflossing steeds zal plaats vin
den op een couponverschijndag (1 Juni en
1 December). Alle eventuele belastingen
op de rente der lening als zodanig zullen
voor rekening van de debitrice zijn. Als
trustee voor de obligatiehouders is aan
gewezen de N.V. Nederlandsch Admini
stratie en Trustkantoor te Amsterdam.
toont het interieur zulk een bewon
derenswaardig samengaan van so
berheid, efficiency en eigenzinnige
durf dat wij veel hedendaagse bou
wers van harte een jaar hogeschool
in de Finse steden zouden willen toe
wensen.
In de interieurkunst tonen de Fin
nen trouwens bijzonder goede smaak
Van overdadige decoratie houdt dit
sobele volk niet, zelfs niet in zijn
meest luxueuse hotels. Liever benut
men de pure schoonheid van het
hout, dat behalve als bouwstof, ook
als siermateriaal in hoog aanzien
staat. En liever dan door schilderijen
op te hangen laat men de wandver
siering over aan de grillen van een
klimplant. De Fin heeft gevoel voor
het interieur. Kijk naar de meubel
afdeling van Helsinki's grootste wa
renhuis; zij vertoont een assortiment
van smaakvolle moderniteiten als
men bij ons vergeefs zoekt. Maar de
Fin leeft dan ook voornamelijk thuis
Het restaurantleven van de grote we
reldsteden ontbreekt in Helsinki ten
enenmale. Voor een goed huis brengt
de Fin gaarne offers. Weliswaar
bleek het verhaal dat men ons ver
telde over 4-kamerflats van 30.000
mark 340) per maand lichtelijk
overdreven, maar maandhuren van
m
Moderne flatgebouwen in een buitenwijk van Helsinki.
Doel van deze lening is tot een uit
breiding te komen van de bedrijfsmidde
len, waarover de vennootschap op lange
termijn de beschikking heeft. De vraag
naar exportcrediet is nog steeds stijgende
en wil de Nederlandse export haar ver
kregen afzetgebieden behouden en uit
breiden, dan zal in deze vraag moeten
worden voorzien, aldus het prospectus.
Op het ogenblik is met nieuwe crediet-
'>-'""0 rVJ(J IJCb UgCUUlllk lö III V- O uivu -
1962. Vervroegde algehele of gedeeltelijke aanvragen bij de maatschappij een bedrag
van ruim 200 millioen gemoeid. Hier
van zal ongetwijfeld een gedeelte niet
door gaan. maar de directie houdt er reke
ning mee, dat nog zeker een bedrag van
50 millioen aan credieten zal moeten
worden verstrekt.
In 1954 werd voor 94 millioen aan
nieuwe credieten verleend, waartegen
over enkele credieten tot een bedrag van
35 millioen werden afgewikkeld. De
totale credietportefeuille bedroeg zodoen
de aan het einde van het jaar naar hoofd
som gemeten 176% (v.j. 117%) mil
lioen. waarover gedisponeerd was tot een
bedrag van 51 (v.j. 50) millioen. Van
1 Januari 1955 tot heden werd voor ruim
22,7 millioen aan nieuwe exportcredie-
ten afgesloten.
NU DE CHAOS in Zuid-Vietnam zijn
huidige hoogtepunt bereikt, schijnt
het niet onredelijk te veronder
stellen, dat het niet lang meer zal
duren of op de een of andere wijze
zal klaarheid in de situatie gebracht
worden. De jongste ontwikkelingen
hebben in zekere zin zelfs reeds iets
verhelderd: de partijen, sectes en
facties waaraan Zuid-Vietnam zo rijk
is, beginnen zich immer te kristallise
ren in twee kampen rond twee per
sonen, premier Ngo Dinh Diem en
keizer Bao Dai, en de tekenen wijzen
erop, dat beide mannen binnenkort
openlijk een krachtmeting zullen gaan
forceren. Premier Diem heeft met wel
willende ogen aangezien zo het
initiatief al niet van hem is uitgegaan
dat een revolutionnair comité de
afzetting van Bao Dai proclameerde en
zijnerzijds heeft het staatshoofd de
premier zoal niet formeel dan toch
feitelijk gedesavoueerd.
Maar er is één factor, die voor het
ogenblik nog onbekend is: welke zijde
zal het leger kiezen? Zonder leger kan
Diem geen revolutie doorzetten en kan
Bao Dai zijn wil niet aan de premier
opleggen. Het leger is de potentiële
„derde macht" binnen Zuid-Vietnam,
die feitelijk de doorslag zou kunnen
geven in de ene of de andere richting.
Bao Dai en Diem stellen beiden dan
ook alles in het werk om het leger te
winnen. De keizer zond generaal
Nguyen Van Hinh de voormalige
stafchef, die destijds na een maanden
lang conflict met Diem naar Parijs
werd verbannen naar Saigon terug
om daar in de eerste plaats contact
op te nemen met de militaire leiders
der secten, „teneinde te geraken tot de
unificering der Zuid-Vietnamese strijd
krachten". Enige tijd geleden hadden
de secten, zoals men zich wellicht
herinnerd, een beroep gedaan op de
keizer om Diem af te zetten. Of Bao
Dai serieus gelooft in de secten be-
betrouwbare bondgenoten te vinden is
natuurlijk hoogst onwaarschijnlijk. In
de provincies, buiten de hoofdstad
Saigon, is de feodale macht der secten
zo sterk geworden, dat zij er wel niet
aan zullen denken om zich onvoor
waardelijk bij het nationale leger aan
te sluiten.
Van meer betekenis voor Bao Dai
zal dan ook wel het feit zijn, dat
ER
01
Drie Franse solisten: de pianist Jac
Février. de fluitist Renê Le Roy en de
cellist André Lévy individualistische
spelers bij definitie hebben met behoud
van hun zeer eigen muzikale hoedanig
heden (contrasten in sommige opzichten)
door een veelvuldig contact een dusdanige
homogeniteit bereikt, dat hun samenspel
tot een harmonische eenheid is opgelost,
zó gaaf, zó voornaam zó ineenvloeiend als
men zelden hoort.
Want als moderne executanten, en
vooral Fransen, reeds een persoonlijk
heidscultus bedrijven die hen voor ge
meenschappelijk musiceren moeilijk aan
vaardbaar maken, dan is ook de klank
van de hedendaagse vleugelpiano, de
violoneel en de fluit zó uiteenlopend, dat
men somswijle niet begrijpt hoe deze in
wezen oneindig verschillende klankbron
nen tot één muziekstroom kunnen ver
enigd worden.
Bij andere trio-samenstellingen: viool,
alt en cello; viool, alt en piano; drie
blazers of twee blazers en klavier is er
minstens één dominerend karakter waar
bij men het klavier als eén soort accom
pagnement op de koop toe neemt. Hier
echter is sprake van een mixtuur („drie
sterk" zou men in de orgelterminolagie
zeggen) van verschillende makelij.
Genoemde Franse trio-spelers presteer
den het in werken van Boeildieu, Haydn,
Weber, Manziarly en Martinu hun drie
stemmen t°t één accoord te verenigen.
Nu eens was het, met name in het ver
rukkelijke Trio in G van Haydn, om de
discant-melodieën van het klavier pare
lend te doen tintelen als fluit-passages en
omgekeerd blies de fluitist zo heider-
tintelend dat het klavier-figurantiën ge
leken. Zo ook poogde de pianist de diepe
cello-tonen in noblesse met klavier-oc
taven te benaderen, en wederom was het
de cellist die de klavierbassen een on
gemene rondeur van klank verleende.
Het was dus èl gratie in dit voornaam
en geacheveerd balancement van drie tim
bres die het klankideaal van genoemde
componisten van dichtbij hebben benadert.
Het Franse Trio had evenwel méér
belangstelling verdiend dan de half ge
vulde Diligentiazaal. waar overigens de
huldeblijken niet onder stoelen en banken
verborgen bleven.
M. M.
De N.V. Ned. Aardolie Maatschappij
heeft zowel in de boring Andel 3 onder
de gemeente Veen (N.B.) alsook in haar
exploratieboring te Rossum onder de
gemeente Weerselo (Overijssel), brand
baar gas aangetoond.
Over de betekenis van deze gasaanto-
ningen kon men zich, omdat nog metin
gen moeten worden verricht, thans nog
niet uitlaten.
Drs H. Hagenaar, thans Nederlands
consul-generaal te Antwerpen, is be
noemd tot plaatsvervangend hoge com
missaris van Nederland te Djakarta.
De heer Hagenaar die op 26 Mei 1908
te Djakarta werd geboren, volgt als
plaatsvervangend hoge commissaris mr
G. E baron van Ittersum op. die eind
1955 zijn functie neerlegt. Hij heeft de
rang van ambassaderaad.
De Canadese generaal Charles Foulkes,
die deelneemt aan de nationale herden
kingsplechtigheid te Wageningen, waar
hij 10 jaar geleden de Duitse bevelhebber
in Nederland, generaal Blaskowitz de
voorwaarden voor de overgave van diens
troepen dicteerde, zal Woensdagmorgen
door H. M. de Koningin en Z.K.H. Prins
Bernhard op het paleis Soestdijk worden
ontvangen.
De negentiende eeuw wordt vaak „de eeuw van de missies" genoemd.
Men kan deze benaming verstaan. In de vorige eeuw heeft het missiewerk
zich, innerlijk en uiterlijk, sterk uitgebreid. En vooral na de stilstand,
of zelfs de inzinking van de voorafgaande periode, viel deze vooruitgang
dus op. Wie echter op het ogenblik, d.i. ongeveer tien jaren na het einde
van de tweede wereldoorlog, het terrein overziet, zou geneigd kunnen zijn
zich af te vragen, of de genoemde eretitel toch niet te snel is verleend.
De groei en de verdieping van het missiewerk is ook in onze dagen
regelmatig en gestaag doorgegaan. Maar wat vooral opvalt is, dat de
positie van dit werk als zodanig hoe langer hoe meer centraal en
dominant is geworden. Zonder overdrijving kan men zeggen, dat de ver
houding tussen Oost en West, d.i. de concrete achtergrond waartegen de
missie-beweging zich direct aftekent, hèt probleem van onze dagen is.
De berichten over Korea en Formosa, over Cochin China en de Bandung-
conferentie, vullen de eerste plaatsen in onze pers. Terecht Militair
werd Japan, de natuurlijke voorvechter van wat men kort als het Oosten
kan samenvatten, in 1945 verslagen. Maar het kolonialisme, d.w.z. de vorm,
waarin het Westen reeds sinds eeuwen zijn relaties tot het Oosten had
gekleed, is toch als met één slag gevallen. Allerwegen zoekt men naar een
nieuwe achtergrond en een nieuwe stijl. Men spreekt van „technical
assistance", van het Point Four Program en „community development".
baar-was voor gevaarlijke propaganda dan
in Europa.
In Afrika en ook op bepaalde plaatsen
in India, trok b.v. de nieuwe seizoenar
beid duizenden arbeiders naar de kust
Pas na enige maanden keren zij weer naar
hun families terug in het binnenland. Te
werken behoeven zij dan echter niet, zo
menen zij. Is er niet reeds genoeg ver
diend? De gevolgen van zulke toestanden
kan ieder zich gemakkelijk indenken. In
de Zuid-Afrikaanse mijngebieden zijn het
inkomen, de huisvesting en de voeding
van de negerarbeiders zeker goed te noe
men. 's Zondags wordt er regelmatig ge
danst! Na een werkperiode blijven er
echter duizenden hangen in de „lokasies"
rond Johannesburg, die in een recent on
derzoek „broedplaatsen van ondeugd, mis
daad en anti-Europese propaganda'' wor
den genoemd.
Voor Oosterlingen van hogere ontwik
keling klemt de moeilijkheid van een
langdurig en intens contact met het Wes
ten weer op een ander punt. Zij ontmoe
ten een cultuur die geen samenvattende
geestelijke achtergrond meer vertoont, die
zeer abstract is en op allerlei punten een-
zijdig en onredelijk gespecialiseerd. Daar
aan zfjn zjj in het geheel niet gewend. De
aanpassing verloopt dus gewoonlijk moei-
De problemen van de christenen (en in
de grond evenzeer van de niet-christenen)
zijn de problemen van de Kerk. En op het
terrein, waar men bezig is daarvoor de
eerste steen te leggen, geldt dit natuurlijk
meer dan ooit. Zo staan de missionaris
sen thans allerwegen voor vragen van een
diepte en een omvang, als tevoren nooit
waren bereikt.
Roosevelt beloofde na de tweede we
reldoorlog een „era of prosperity". Welva
rende naties immers, zo verklaarde hij
zijn immuun tegen de oorlogsbacil. En
wat het Westen bij deze opgang naar de
wereldvrede aan het Oosten allereerst kon
schenken, was hulp bij de noodzakelijke
industralisatie van landbouw en produc
tiesysteem. De uitgezonden teams van in
genieurs en economen beschikten echter
niet over ervaring op dit terrein; zij on
derschatten ook schromelijk de sociale en
culturele factoren, die bij een dergelijk
totaal omvormingsproces worden aange
raakt. En zo leidde de plotselinge indus
tralisatie veelal eerder tot ontbinding van
de tot nu toe geldende inheemse structuur
dan tot opbouw. De gewonnen materiële
rijkdom bleef het bezit van enige bijzon
dere klassen, en daar tegenover kwam,
juist als in het Westen, een enorm prole
tariaat te staan, dat nog veel meer vat-
Ijjk cn langzaam, in veel gevallen helaas
zelfs fataal
Zo bedraagt het aantal Oosterse studen
ten in Europa en Amerika thans honderd
duizend. Nederland telt er bijna tweedui
zend. In het gewone geval halen de jon
gelui regelmatig hun examens. In hun
land teruggekeerd, stelt zich echter pas
het eigenlijke probleem. Hoever is hun
typisch gespecialiseerde kennis geheel
geassimileerd en één geworden met de
totale persoon? Bij niet weinigen blijkt
het geestelijk evenwicht verbroken. Door
hun verblijf in het Westen zijn de geëvo
lueerden in werkelijkheid geestelijke „ont
heemden" geworden. Zij staan los van hun
volk en ook hun geloof is veelal verloren
gegaan. Het aantal christenen onder de
uitkomende Oosterlingen wordt op dertig
a veertig procent geschat. Het getal ligt zo
hoog, omdat het voorbereidende onderwijs
tot nu toe vaak goeddeels in handen van
missie en zending is. Het is daarom van
groot belang, om op feiten als deze laatste
te letten. Zonder het te beseffen kweken
onze neutrale academische centra soms de
meest felle Oosterse leiders op; ja, figuren
voor wie hun radicalisme eenvoudig een
consequentie van het christendom is, zoals
dit b.v. bij Kwame Nkrumah. de bekwa
me leider van de Gana-beweging aan de
Goudkust, het geval is.
Hoe zich, politiek gesproken, de ont
moeting tussen Oost en West in onze da
gen uitwerkt, weet ieder. De stem van
het onafhankelijk geworden Oosten is een
gewoon en verwacht feit geworden in de
vergadering der volkeren. Voor ons doel
behoeven we daarop echter niet nader in
te gaaft. En dit des te minder, omdat het
politieke ontwikkelingsproces tenslotte
toch niets anders is dan een uiting van
een veel algemener streven naar zelfstan
digheid in het Oosten. In het contact met
staat en Kerk, in de persoonlijke omgang,
bij de opvoeding en in de wetenschap eist
de niet-blanke thans respect °P voor wat
hem maakt tot wat hij is: zijn wereldbeeld
zijn sociaal-culturele structuur, zijn denk
en handelingsgewoonten. Wie zal het niet
begrijpelijk en redelijk achten?
Ook zuiver wetenschappelijk beschouwd
kan men daarenboven dit streven der
Oosterse volkeren begrijpen en ver
staan. Wat hun godsdienst aangaat, is
b.v, de tijd voorbij, dat men hier enkel
met termen als „heidendom" of de
„schaduwen der duisternis'' meende te
kunnen volstaan. Bij nader en zorgvul
dig onderzoek zijn die duisternissen
nogal meegevallen!
Veel „heidense'' gewoonten blijken al
lerlei diepe achtergronden te vertonen en
geworteld te zijn in geheel de geestelijke
structuur van het volk. Allerlei Oosterse
mythologieën en riten, inwijdings- en hu
welijksgebruiken, sociale verhoudingen,
vormen van het bezit en de eigendom,
het schaamtegevoel en de kleding, die
vroeger enkel een ietwat onaangename
verrassing schenen te vormen voor het
Westers oog, zijn bij een diepergaande en
meer systematische analyse eenvoudigweg
de uitdrukking gebleken van en enigszins
andere stijl van het mens-zijn. De diepere
achtergrond, die West en Oost verbindt,
kwam daardoor des te dieper uit. Het
mens-zijn bleek veel meer gevarieerd te
zijn en veel meer mogelijkheden van va
riatie, rhythme en modulering te vertonen
dan men vroeger wel geweten had. Zoals
zo vaak, leidde het geconstateerde onder
scheid tenslotte slechts in tot een relati
vering van het eigen standpunt, dat niet
zonder meer overal als algemeen-geldig
kon worden doorgevoerd.
Men ziet, de gewichtige conslusie waar
toe dit alles leidt. De bekering tot het
christendom, de beslissende stap, die de
missie tenslotte vraagt, is in beginsel voor
de Oosterling geheel iets anders dan in
het Westen. De niet-blanke zou zich daar
mede, naar de geldende opinie, van ztfn
gemeenschap, zjjn volk, zijn familie cn
zijn kaste kunnen isoleren. Hij komt bui
ten de orde te staan, die daar tot nu toe
gold. De Westerling, die christen wordt
veranderdt van opinie of van overtuiging.
De Oosterling, die in hetzelfde geval ver
keert, verandert van staat. Ja, hij z°u
voortaan ais de vijand van zijn volk kun
nen gelden, omdat hij niet langer deel
heeft aan de religieus-sociale betrekkin
gen, zoals zijn gemeenschap die met he
Opperwezen onderhoudt.
De missionaris zal uiteraard aan dez8
crisis zoveel mogelijk tegemoet °ie
komen. Hij zal de gewoonten en d P
tingen van het volk, dat hij dient,jso goed
mogelijk moeten kennen, en voorzover dat
kan, zich daarbij moeten f81?51"1,;®"' "°e
genade vernietigt en breekt nietat reeds
in de natuurlijke orde is bereikt zo
luidt een bekend oer-katholiek beginsel,
„maar zij voltooit dit en houwt daarop
voort". Hij zal daarom, naar redelijkheid
en vermogen „alles moeten zijn voor al
len" naar St. Paulus het geformuleerd
heeft. En ook z.ijn christenen zullen, zo
veel mogelijk moeten t°oen, ook na hun
overgang één te zijn gebleven met hun
volk. Ja. meer dan ooit zou men zeggen,
één te zijn.
Men stelle zich immers het zojuist ge
schetste principe van aanpassing en posi
tieve aansluiting bij het natuurlijk gege-
vene, voor in het gewenste perspectief, en
onderschatte dit niet. Men kan de nood
zakelijke aanpassing in de missie niet en
kel zien als een zekere psychologische
techniek, om als een vorm van practische
tactiek, zoals die b.v. ook zou kunnen gel
den van een handige verkoper of een
slimme propagandist. Ook met het zuiver-
juridische argument, dat zoveel gehanteerd
wordt, bereikt men hier tenslotte niet de
diepste orde. Zeker heeft elk volk recht
op zijn natuurlijke levenssfeer en het eigen
wereldbeeld, d.i. zijn eigen cultuur. Ook
van de Kerk mag en zal men het respect
vragen voor dit onmisbare, kostelijke
bezit.
Hoger dan dit recht van het volk staat
echter het plan Gods met de wereld, dat
voltrokken en gerealiseerd moet worden.
De Kerk vertegenwoordigt het Christus
beeld op aarde. Elk volk heeft, volgens
Gods beslissing, daarbij weer andere trek
ken ontvangen. Het deelt telkens weer
met enige verscheidenheid, in de onein
dige volmaaktheid en de onuitzegbare
schoonheid Gods.
Welnu, zolang dus nog het grootste deel
van de mensheid niet in de Kerk ve
genwoordigd is, bljjft het gewenste G -
tusbceld op aarde, noodzakelijk ?BV. f
cn onvolmaakt. En juist door de
ning van het Oosten kan d8a^"Kerk ni.I
ring komen. De missie hrejdt dejerk met
enkel uit in horizontale en m
zin, zjj groeit aldus ook J*as In
diepte en totaliteit tot de sdom.
Zo heeft dus de Kerk ook met enkel res
pect voor het niet-Westerse^ wereldbeeld,
dat zq in het Oosten aaiUrcft - cn het
zelfde geldt voor Afr,ka ar. ziJ richt
zich daar bij voorkeur op en verricht daar
haar eigenlijke wer
Het diepste motief voor de aanpassing
ligt m.a.w. niet in de Psychologische of de
juridische orde maar m het theologische
vlak. Het is nl8t de. "atuurlijke sfeer der
menselijke verhoudingen, 0f het mense
lijke recht, dat hier beslist, maar het recht
e'n de wil van God zelf.
Hoeveel studie, zorgen en gewetensvra
gen met dit alles aangeraakt worden zal
ieder onmiddellijk inzien. De moderne
missionans zal. behalve een man van veel
geduld, veel wil en edelmoedigheid, vooral
ook een man van veel kennis, gezond oor-
en evenwichtige moed dienen te we
zen En de wetenschap zal hem op allerlei
punten, in dienende functie, tegemoet be
horen te komen. Er zullen allerlei experts
n°dig zijn voor de theoretische vragen
van de missiemethodiek, de studie der
godsdiensten, de culturen en de sociale
verhoudingen, de paedagogische. de psy
chologische en de taalkundige kwesties.
Onmiskenbaar dringt zich de eis van een
zekere specialistische vorming op. „Men
kan nu eenmaal niet met wat wijwater
naar de missie vertrekken in onze dagen",
zo formuleerde het onlangs, Brabants-ge
moedelijk, een jonge missionaris.
Men duizelt bijna bij de moeilijkheden
en de practische bezwaren, die bij een
dergelijke situatie oprijzen. Men vraagt
zich af, of de klemmende en directe no
den van het missieveld. waar men even
eens steeds maar weer vraagt om nieuwe
krachten, het wel toelaten, dat er óók nog
missionarissen voor specialistische studie
en specialistische hulp worden gereser
veerd. De feiten, de harde concrete feiten,
d.w.z. de gegevens waaruit de mens toch
steeds moet afleiden wat zijn plicht is,
spreken echter een duidelijke taal. Van de
zijde der protestantse zending is men de
missie in dit opzicht trouwens reeds voor
gegaan. Reeds in 1933 verklaarde H. Krae-
mer, de latere Leidse hoogleraar, toen nog
op Bali, dat de moderne missionaris niet
enkel met de theologie kon volstaan Hij
zou een „allround expert" moeten wezen.
En in Amerika is in dit verband reeds
een zekere samenwerking van ruim drie
honderd bijbelgenootschappen ontstaan,
voor geen mindere taak dan de vertaling
van de Bijbel. Wat elders mogelijk blijkt,
zal ook zeker de katholieke edelmoedig
heid kunnen presteren
PROF. DR J. WILS
generaal Nguyen Van Hinh zeer popu
lair is bij het nationale leger. Met
name de huidige stafchef, generaal Le
Van Ty, is met Hinh zeer bevriend.
Uiteraard zou dit van beslissende in
vloed kunnen worden op de missie van
Hinhmits het leger zelf vereend
blijft
IS NOG een tweede iets met
ondubbelzinnige duidelijkheid tij
dens de laatste dagen aan het licht
getreden: premier Diem, gesteund door
zijn volgelingen, neemt op zeer krasse
wijze stelling tegen de Fransen. Het
„revolutionnaire comité" ging zover,
dat het terugtrekking van alle Franse
troepen eiste, zulks daar de Fransen
in het geheim zouden doorgaan de
secten te steunen. Zijnerzijds heeft
Parijs in een officieus communiqué
over de crisis tussen Bao Dai en Diem
scherpe critiek uitgeoefend op de hou
ding van laatstgenoemde. Tegelijker
tijd blijft Washington beklemtonen,
dat het Diem, „als wettige premier van
Zuid-Vietnam", ten koste van alles zal
blijven steunen. Welke indruk zal, tus
sen haakjes gezegd, deze al te duide
lijke Frans-Amerikaanse tegenstelling
wel niet maken op de Vietnamese en
gehele Z.O.-Aziatische bevolking?
Het is dan ook te hopen, dat minis
ter Dulles in het komende week-einde
te Parijs met premier Faure tot enige
overeenstemming over deze delicate
zaak zal weten te komen. Eenvoudig
zal dit overigens allerminst zijn. Het
principiële punt waarover Washington
en Parijs het eens zullen moeten wor
den is, dat van de uitvoering der
Geneefse overeenkomsten. De V S-, die
deze overeenkomsten niet getekend
hebben, zijn (met premier Diem) ge
kant tegen derzelver uitvoering, die
op de eerste plaats zou meebrengen,
dat binnen een paar weken een aan
vang wordt gemaakt met de voor
bereidingen voor over een jaar te hou
den verkiezingen voor geheel Vietnam.
Frankrijk echter, dat spijts alles èn
Noord- èn Zuid-Vietnam binnen de
Franse Unie wenst te zien, wil kost
wat kost de bestandsovereenkomst
uitvoeren.
Het is zeer wel mogelijk, dat Dulles
in Parijs wat dit betreft óók McMillan
tegenover zich zal vinden. Heeft Groot-
Brittannië immers te Genève niet alles
gedaan om het bestand te bewerk
stelligen?
Wat hier van zij, het is bijna on
denkbaar, dat in dit zo gevaarlijke uur
voor Vietnam en voor geheel Azie)
Amerikanen en Fransen geen aanlei
ding zouden kunnen vinden om, einde
lijk, kost wat kost, hun Indo-China-
politiek in het reine te brengen.
(Van onze correspondent)
Binnenkort is de benoeming te ver
wachten van dokter R. Mantingh uit
Stadskanaal tot opvolger van dokter H.
J. Dijkhuis als inspecteur voor de volks
gezondheid voor Groningen en Drente.
Dokter H. J. Dijkhuis is nl. benoemd tot
directeur van de Volksgezondheid te
Den Haag. Dokter Mantingh vestigde
zich na zijn universitaire studies aan de
universiteit te Groningen, in 1941 als
huisarts te Stadskanaal, alwaar hij o.m.
een belangrijke rol heeft gespeeld bij de
totstandkoming van het gezondheidscen
trum aldaar.
(Van onze Brusselse correspondent).
De 30-jarige stewardess G S„ afkomstig
uit Rotterdam, werd dezer dagen dood
aangetroffen in de badkamer van een
hotel te Zeebrugge. Zij was naar deze
Belgische stad gegaan om er deel te ne-
men aan een sportmanifestatie. Nadat zij
aan een oefening had meegedaan, nam de
jonge vrouw een bad tn haar hotel. Toen
zij abnormaal lang wegbleef en men op
kloppen geen antwoord kreeg, verschafte
men zich toegang tot de badkamer. Mej.
S. werd er dood gevonden. In de badka
mer hing een zware gaslucht. Hoe dit gas
heeft kunnen ontsnappen is vooralsnog
een raadsel.
BODEGRAVEN, 3 Mei. Kaasmarkt. Aange
voerd 30 partijen. Eerste soort 1 2.142.20,
tweede soort ƒ2.05—2.13, extra ƒ2.28. Handel
kalm' KORTKIJK, 2 Mei 1955
CICHOREI (Medegedeeld door de N.V.
Cichorei Verkoopkantoor te Schiedam) Oogst
1954 frs 405. oogts 1955 frs 405.
LEIDEN, 3 Mei. Aanvoer 161 vette varkens.
Notering: grossiersvarkens 1.641.66, lichte
varkens 1.551.61, slagersvarkens 1.671.70.
Handel zeer traag met aflopende prijzen.
LEIDEN.Doet. Ned. recht: mej. A. Kamer
man, Den Haag, en de heren R. de Vooijs, Rot
terdam. en K. Kriekhaus. Den Haag. Cand.
Franse taal- en letterkunde: de dames J. van
Weerlee Leiden, en H. Zandvliet, Voorbuig.
Doet. gèsch.: mevr. L. Tels—Elias, Den Haag.
Doet. geneeskunde: de dames H. v. d. Hoogen-
band, Den Haag, M. Wolterbeek. Den Haag. en
de heren J. Eulderink, Enschede; S. Guss
(US AA, cn J. Los, Den Haag. Artsex. le ged.:
mej M. Ament, Den Haag. en de heren D.
Buijs. Den Haag; R Dalmeijer, Den Haag; J.
Lucas. Oegstgeest; B. Reijdon, Amsterdam, en
I Schnitzler (U.S.A.). Artsex. 2e ged.: J.
Fischer. De Bilt; M .v. d. Kruk. Den Haag; D.
v Paassen, .Haarlem; J. v. Eijsingel. Leiden,
en J. Verwiel, Waalwijk.
ROTTERDAM 2 Mei. Graanbeurs. Binnen
landse granen (officieuze noteringen per 100
kg franco Rotterdam).
Tarwe: rode op vochtconditie bij beperkte
vraag van de meelfabrieken tot f 28.25. Voeder-
granen: zomergerst vast naar kwaliteit en
vochtgehalte 26—27.25, geschoonde gedroogde
tol f 27.75. haver naar kleur en vochtgehalte
f 26.25—28.25. extra blanke daarboven, rogge
doorsneekwaliteit f 2122. bakkwaliteit f 23 50.
Peulvruchten kalm groene erwten tot 55
schokkers tot 87.50, blanke bruine bonen tot
t 50.
ROTTERDAM, 2 Mei. Aardappelbeurs. Klei-
aardappelen 35 mm opwaarts: Eigenheimers
6—13, Bintjes 6.75-7.50, Alphais f 5—5.^.
Bevelanders 8—11, Furore f 8.25—10, MeeT-
lanedrs 7.25—8. IJselster 6—6.25. Zandaard-
appelen: veldgewas f 4.55 Voeraardappelen
f 2. Prijzen berekend per 100 kg.
ROTTERDAM. Dinsdag 3 Mei. Vette koeien en
ossen 600. gebruiksvee w.o. 1112 tbc vrij 1478,
vette kalveren 50. graskalveren w.o 183 tbc
vrij 262. nuchte kalveren 1826, varkens 112, big
gen 285 paarden 134, veulens 2. schapen of
lammeren 135. lammeren 319. bokken of geiten
31. Aanvoer in totaal 5234 dieren. Weekaanvoer:
7117 dieren.
Vette koeien Je kw. 2.60—2.80. 2e kw. 2.40
—2.58. 3e kw. 1.00—2.30; Vette kalveren 3 00—
3.20, 2.80— 2.90/ 2.30—2.60; slachtpaarden 2.20,
2.05. 1.85. prijs in cents per kg. Graskalveren
f 450. 350, 250; Nuchtere kalveren 52. 45,
40; Biggen 58. 50. 40: Schapen 130. 120. 90; Lam
meren 65. 55. 45; Kalf koeien 1090 950. 775; Melk
koeien 1090. 950, 775; Vare koeien 750. 650. 550;
Vaarzen 800 650. 550; Pinken 550. 450, 350
Vette koeien: aanvoer iet.s kleiner; handel ta
melijk; prijzen vooral niet. lager clan gisteren,
prima's boven notering. Vette kalveren: aan
voer als v. week; handel stroef; prijzen niet
geheel prijshoudend. Graskalveren: aanvoer
even korter; handel kalm; prijzen constant.
Nuchtere kalveren: aanvoer wat minder: han
del goed: prijzen iets stijver in prijs. Biggen:
aanvoer iets groter; handel lui; prijzen niet ge
heel prijshoudend. Slachtpaarden: aanvoer min
der; handel stug; prijzen iets minder in prijs.
Schapen: aanvoer matig; handel kalm: priizen
onveranderd. Lammeren: aanvoer tamelijk; han"
del redelijk; prijzen als v. week. Kalf- en melk
koeien: aanvoer iets minder: handel redelijk;
prijzen ruim priishoudend. Vare komen: aan
voer als v. week; handel kalm; prijshoudend.
Vaarzen cn ninken: aanvoer gewoon: handel
tamelijk: priizen goed prijshoudend TBC-vrif
vee; aanvoer kleiner; handel (Mti fttl wn nrtm
prijshoudend.